fl*. 14500
{Haaudag; 3 Juni
A\ 1907.
feze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Officieeie Kennisgeving.
FEUILLETON.
Een veelbewogen leven.
LEIDSCI
DAGBLA
PRIJS DEZER COURANT
?eoi Lttdet per «eek S Oentii pei 3 maanden I 1 f 1.10.
BnJten Lelden, pei loepei en naai agenten gevestigd i(jn 1, 1.80.
Franco per poit 1.85.
PRIJS DER ADYERTENTIEN i
fan 16 regels 71-05. Iedere regel meer /0.17J. Grootere letters naar
plaat8rnimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 0ent3 contant j elk
tiental woorden meer 10 Gents. - Voor het inoaseeeren wordt/0.05 berekend.
Veryadering van dan Semeenieraad van Lsidin,
op Donderdag 6 Juni 1907, dos namiddags
te twee uur.
Ti buhan-Jelen oiuUnocrpen
lo. Aanwijzing van een lid van den Ge
meenteraad om, zoo noodig, als plaatsver
vanger op te treden van den Burgemeester
£ls voorzitter van het Hoofdstcmbureau,
Voor de eventueele stemming en herstem
ming ter benoeming van leden van de Pro
vinciale Staten.
2o. Benoeming van de leden en plaatsver
vangende leden van het Hoofdstcmbureau
èn van do Voorzitters, leden en plaatsver
vangende leden van de overige stembureau
yoor de eventueele stemming en herstem
ming ter benoeming van leden van de Pro
yincialo Staten.
3o. Aanwijzing van twee leden van het
Bestuur der „Vereeniging tot instandhou
ding van het Leidsch Muziekcorps." (139)
4o. Benoeming van een commissaris der
Btads-Bank van Leening. (137)
öo. Benoeming van een derde onderwijze
res in de handwerken aan de school der
Bde klasse No. 5. (163)
6o. Benoeming van een derde onderwijze
res in de handwerken aan de school der
'4de klasse N. 1 (163)
7o. Benoeming van een derde onderwijze
res in de handwerken aan de school der 4do
klasse No. 2. (163)
8o. Benoeming van een derde onderwijze
res in de handwerken aan de sohool der 3de
klasse No. 1 (163)
9o. Benoeming van een onderwijzer in de
Fransche taal aan de Jongensschool 2de
klasse en de Meisjesschool 2de klasse (162).
lOo Benoeming van een opzichter van
gemeentewerken. (140)
11 o. Benoeming van een leerares in de
Natuur- en Scheikunde aan de Hoogero
Burgerschool voor Meisjes. (136)
12o. Voorstel tot verhooging van volgnr.
92 der begrooting, dienst 1907, voor bet
doen van eenigebetalingen bij voorschot
'ten Behoeve van het Rijk (151).
13o. Voorstel tot verhooging van volgnr.
Ï50 der bcgrooting, dienst 1907, ter bestrij
ding van de kosten der gehouden vergelij
kende examens voor de betrekkingen van
hoofd der Jongensschool late kl. en dor
scholen 4de kl, No. 1 cn 2. (146 en 154)
l4o. Voorstel tot verhooging van eenigo
posten der begrooting, dienst 1C06, waarvan
de raming te laag is gebleken. (169)
löo Rekening, dienst 1906, van de ver
eeniging tot bevordering van den bouw
van Werkmanswoningen. (161)
16o. Verzoek van hot Departement Leiden
der Maatschappij van Nijverheid om het
kosteloos gebruik van de Stadsgehoorzaal
ten behoeve van een tentoonstelling van
electriciteit in ambacht en woning. (147)
l7o. Voorstel tot b:sohikbaarstelling van
Relden voor de ontvangst van de leden der
Vereeniging van gasfabrikanten in Neder
land. (164)
18o. Voorstel tot continuatie van dehuui
van een stukje grond aan den Apothekers-
dijk. (138)
19o. Verzoek van J. A. van der Valk Bou-
man, om ontslagen te worden van de huur
van de bovenwoning van perceel Nieuw-
steeg No. 10. (148)
20o. Verzoek van A. J. den Hollander om
ontslagen te worden van de huur van eeni
go lokalen in het Caeciliagasfchuis. (149)
2Ïo. Verzoek van de Arbeiders-Geheel-
onthoudersvereeniging „Volharding' om
het kosteloos gebruik van het gymnastiek
lokaal der school in de Van der Werf straat.
(165)
22o. Verzoek van de firma Jan Zuurdeeg
en Zoon, om vergunning tot het maken van
een houten zwavelhok op het fabriekster
rein aan den Ouden Singel, Kad. be
kend Sectie B. No. 1873. (160)
23o. Verzoek van C. J. Dieben om een
boom te doen rooien vóór zijn perceel Sta
tionsweg No. 47. (165)
24o. Voorstel tot het doen rooien van
twee boomen op den Zoeterwoudschen Sin
gel tegenover de Dc Laat de Kanterstraat.
(166)
25o. Voorstel tot vaststelling van de af
koopsom van een door het genootschap
„Noorthey'' verschuldigd erfpacht, geves
tigd op een stuk grond onder do gemeente
Voorschoten. (141)
26o. Verzoek van B. Chr. Vos tot het be
komen in eigendom van een gedeelte berm
langs den Haarlcmmertrckvaartweg onder
Noovdwijkerhout. (142 en 152)
27o. Voorstel tot aankoop van een per
ceel grond tusschen de Formosa- en de Nip-
ponstraat, kad. bekend Sectie K No.
1098. (150)
28o. Verzoek van S. Smit Jr. e.a. om
maatregelen te nemen welke leiden tot dem
ping van do sloot, gelegen in de Sieboldt-
straat. (167)
29o. Voorstel tot wijziging van de veror
dening van 3 September 1895, Gem.-blad
No. 6, voor dc Hoogere Burgerschool voor
Jongens, laatstelijk gewijzigd bij die van 18
Mei 1905, Gem.-blad No. 16. (143)
30o. Voorstel tot wijziging van de veror
dening van 7 Mei 1896, Gem.-blad No. 5/
voor de Hoogere Burgerschool voor Meis
jes, gewijzigd bij die van 18 Mei 1905, Ge-
mccnte-blad No 15. (143)
31o. Voorstel tot wijziging van de voor
waarden, waaronder aan de Naaml. Ven
nootschap Hollandsche Electrisohe Spoor
weg-Maatschappij een rentegarantie word
verleend voor den aanleg en de exploitatie
van een net van tramwegen in de Haarlem
mermeer cn omgeving. (145 en 163)
32o. Vaststelling van do verordening,
houdende Reglement op het beheer .en be
stuur der Stedelijke Fabrieken van Gas &n
Electriciteit te Leiden. (144)
33o. Vaststelling van do verordening,
houdende instructie voor den directeur der
Stedelijke Fabrieken van Gas en Electrici
teit te Leiden. (144)
34o. Vaststelling van de verordening, hou
dende instructie voor den hoofdboekhouder
der Stedelijke Fabrieken van Gas en Elec
triciteit te Leiden. (144)
35o. Vaststelling van de Verordening,
houdende instructie voor den adjunct-di
recteur der Stedelijke Fabrieken van Gas en
Electriciteit te Leidon. (144)
36o. Vaststelling van de verordening, re
gelende de heffing van weegloonen en
plaatsgelden aan de Gemcontowaag en van
weegloonen aan de Vette Varkensraarkt te
Leiden. (168)
37o. Vaststelling van de Verordening, re
gelende de invordering van weegloonen en
plaatsgelden aan do Gemeentewaag en van
weegloonen aan de Vette Varkensmarkt te
Leiden. (168)
38o. Voorsbei tot wijziging van de veror
dening van 11 November 1880, rogelende t
getal, de jaarwedden, enz. der leeraressen
en leeraren aan de Hoogero Burgerschool
voor Meisjes te Leiden, laatstelijk gewij
zigd bij verordening van 8 September 1898,
Gem.-blad No. ll. (166)
S9o. Verzoek van de Brugwachtersvereeni-
ging „Verbetering zij ons streven" om ver
hooging van het salaris der brugwachters.
U67)
4ob. Verzoek van A. D. Vijgh, e.a. om be
schikbaarstelling van gelden voor do dem
ping van het Rapenburg. (168)
Mond- ©n klauwzeer.
De Burgemeester der gemeente Leiden,
Overwegende, da-t in de laatste dagen in
den omtrek der gemeente eenige gevallen
van Mond- en Klauwzeer zijn voor
gekomen
Gelet op de missive van den Districts-
Veearts te 's-Gravenhage, van den 28ston
Mei 1907, No. 707;
Noodigt den houders van marktveestaJ-
len dringend uit hun stallen na den markt
dag steeds nauwkeurig te doen
reinigen en met 8 pOt. Oreoline
oplossing te doen ontsmetten,
ten einde de verspreiding der besmetting
zooveel mogelijk tegen te gaan.
De Burgemeester voornoemd,
DE RIDDER.
Leiden, 3 Juni 1907.
Leiut^n, 3 Juni.
B. en Ws. geven in overweging aan de
firma Jan Zuurdeeg en Zoon, behoudens
de nader door hun college te verleenen
vergunning krachten8 art. 14 der Hinder
wet, vergunning te verleenen tot het bou
wen van een houten zwavelhok op het ter
rein van haar fabriek aan den^Ouden Sin
gel.
De Commissie van Financiën heeft
geen bedenkingen tegen de rekening der
Vereeniging tot bevordering van den bouw
van werkmanswoniugen over 1906 en stert
daarom voor die rekening goed te keuren.
Do door de gemeente verschuldigde uit-
keering zal alsdan bedragen f 8202.03 1/2,
Den gemeenteraad is de volgende voor
dracht aangeboden voor de benoeming van
een onderwijzerfea), speciaal belast met het
onderwijs in de Franscho taal aan leerlin
gen der Jongensschool 2de kl. en der
Meisjesschool 2de klasse, ter vervanging
van den heer J. Huge, die in de raadszit
ting yan den 2dcn Mei j.l. werd benoemd
tot onderwijzer aan de Jongensschool 2de
lo. W. Wolda, onderwijzer met verplich
te hoofdakte aan de openbare school der
4de klasse No. 2;
2o. J. Heemstra, onderwijzer met ver
plichte hoofdakte aan de openbare school
der 4de klasse No. 2;
3o. Mej. J. Koolhaas, onderwijzeres aan
do openbare school der 4de klasse No. 1.
Voor de benoeming van 3de onderwijze
ressen in de handwerken aan de openbare
lagere scholen der 3de klasse No. 5, 4do
klasse Noa. 1 en 2 en 3de klasse No. 1,
ter vervulling van de vacatures, ontstaan
door de benoeming van de dames F. E.
Pen, D. J. Nuesink, A. L. de Vries en S.
E. van der Wiel tot 2de onderwijzeres,
zijn de volgende voordrachten opgemaakt;
School 3de No. 6 lo. Mej. J. H.
Neuteboom, 4de onderwijzeres in d^ hand
werken aan de openbare school der 3de
klasse No. 2o. Mej. M. A. Horree, 4de
onderwijzeres in de handwerken aan de
openbare school der 3de klasse No. 4; 3o.
Mej. H. Overdiep, 4de onderwijzeres in de
handwerken aan de openbare school der
3de klasse No. 3.
School 4de klasse No. 1 lo.
mej. M. A. Horrée, voornoemd; 2o. mej.
H. Overdiep, voornoemd, 3o. mej. M. van
der Horst, 4de onderwijzeres in de hand
werken aan de openbare sohool der 4do
klasse No. 1.
Sohool 4de kl. No. 2: lo. mej. H.
Overdiep, voornoemd; 2o. mej. M. van der
Horst voornoemd; 3o. mej. J. van der Stel,
4de onderwijzeres in de handwerken aan
de openbare school der 4de kl. No. 2.
School 3de kl. No. 1lo. mej. M. v.
der Horst voornoemd; 2o. mej. J. van der
Stel, voornoemd; 3o mej. J. G. D. v. Gu-
lik, 4de onderwijzeres in de handwerken
aan de openbare school der 3de kl. No. 2.
Indien de in een bij den Raad inge
komen adres geuite klachten geheel onjuist
waren en tot inwilliging van het daarbij
gedaan verzoek zouden moeten leiden, dan
zou daarvan zeggen B. en Ws. het go-
volg zijn, dat ingevolge art. 12 van de La-
nonvorordening van den gemeenteraad de
lastgeving aan de eigenaars der sloot bij
de Sieboldtstraat, die geheel particulier
eigendom is, zou moeten uitgaan om die
sloot te doen dempen en rioleeren of over
dekken.
Zoo erg is intusschen naar het oordeel
der oommissie van fabricago de toestand
niet. Uit een ingesteld onderzoek bleek, dat
de klachten erg overdreven zijn. En, voor
zoover de toestand te wensohen overlaat,
blijkt dit in hoofdzaak aan de bewoners
zeiven van de Van Sieboldtstraat en van
den Lagen Rijndijk te wijten. Immers riool-
stoffen komen in deze sloot weinig of
niet. Voornamelijk zijn het de daarin gtf
worpen stoffen, die, als zij tot ontbindiDg
overgaan, tot vervuiling on lucht aanlei
ding geven.
Onder deze omstandigheden zeggen B.
en Ws. kan ot dan ook geen reden zijn
om de eigenaars van de sloot tot haar dem
ping te dwingien. Het zou onbillijk zijn
hen met deze kosten te bezwaren, waar do
bewoners zeiven de schuld dragen van de
vervuiling. Het eenige wat vooralsnog ge
daan kan worden is volgens B. en Ws. don
bewoners ernstig op het ongeoorloofde van
hun handelingen te wijzen en door strenger
politietoezicht en waar noodig strafrechter
lijke vervolging, voortgang van het van do
sloot gemaakte misbruik zooveel mogelijk
te weren.
Zij geven mitsdien in overweging ben te
machtigen aan adressanten te berichten,
dat geen termen aanwezig zijn om aan hun
verzoek te voldoen.
Den 31sten Augustus a.s. eindigt de
termijn, waarvoor goedkeuring werd ver
leend tot het heffen van weegloonen on
plaatsgelden aan de Gemeen tow aag en van
weegloonen aan de vette varkensmarkt al»
hier. Bij bestendiging dier heffing zal dus
vóór dien tijd tot hernieuwde vaststelling
van de desbetreffende verordeningen moe
ten worden overgegaan.
Overeenkomstig het advies van de com
missie voor het marktwezen zullen echter
een tweetal wijzigingen in de heffingsver
ordening moeten worden aangebracht.
In de eerste plaats is het wenschclijk, dat
thans uitdrukkelijk in de verordening wor
de vermeld, dat, zooals reeds bij gemeente
raadsbesluit van den 18den Mei 1906 werd
besloten, weegbriefjes op de vette varkens
markt kosteloos worden verstrekt. Daartoe
zullen in het laatste lid van arti-1 1 tus
schen de woorden „moet" en „daarvoor"
moeten worden ingelascht de woorden: „be
halve bij het wegen van varkens op do vet
te varkensmarkt."
En in de tweede plaats acht de commis
sie het wenschelijk, dat uit de verordening
duidelijk blijkt wanneer een big voor de
toepassing dezer verordening ophoudt een
big te zijn en dus voor het wegen daarvan
het weegloon voor varkens zal moeten be
taald worden. De commissie stelt voor, vooi
biggen, zwaarder dan 25 K.G. het weegloon
voor varkens te heffen. Hot komt B. en
Ws. voor, dat dit het beat in de verordo*
ning kan worden neergelegd door in art. I
te lezen:
„Yoor varkens en voor biggen, zwaarder
dan 25 K.G. per stuk: 0.16. Yoor biggen,
wegende 25 K.G. of minder, per stuk:
0.10".
Voorts zal in het slotartikel zoowel van
de heffings- als van de invorderingsverorde
ning de datum van in-werking-treding moe
ten worden bepaald op 1 September 1907.
Op grond van het bovenstaande geven B.
en Ws. den Raad in overweging om, met in
achtneming van de boven aangegeven wijzi
gingen, tot de overigens ongewijzigde vast-1
stelling van do verordening over te gaan.
De jaarlijksche Algemeenc Vergade
ring van Gasfabrikanten in Nederland
zal dit jaar op 2, 3 en 4 Juli te Leiden
plaats vinden; de laatste bijeenkomst al
hier is in 1881 geweest.
Dze Vereeniging heeft uitsluitend een
technisch doel, in haar vergaderingen
worden de aan de verschillende fabriekoii
verkregen resultaten vergeleken cn bespro
ken en de nieuwste vindingen op gasge*'
bied behandeld.
In verband met het belang, dat dc ge
meente Leiden bij do bevordering der gas-
industrie heeft, verzoeken commissarissen
der Stedelijke Gasfabriek B. cn Ws. voor
te stellen
lo. aan Commissarissen voor de ontvangst
der genoemde Vereeniging een krediet van
300 beschikbaar te stellen;
2o. hetgeen voor deze ontvansgt besteed
zal worden te verantwoorden op do reke
ning der onkosten van do Gasfabriek.
B. en Ws. adviseeren den Raad op dit
venzoek.
Waar de gegrondheid der in een aan
den Raad gezonden adres door den he r C.
J. Dieben over de aanwezigheid van een
kastanjeboom, vóór de inrijpoort naar zijn
bleekerij op den Stationswog, geuite klach
ten gebleken is, geven B. en Ws. overeen
komstig het advies der commissie van fa*
bricage in overweging hen tot het doen
rooien van bedoelden kastanjeboom to
machtigen.
18)
Ze gingen eerst naar do woning van den
aanvoerder. Daar vernamen ze, dat Ket-
ling een overzeesche rei3 had ondernomen,
en Wolodyjowski had naar hem geïnfor
meerd; maar waarheen hij gegaan was, wist
niemand. Men dacht naar de ti >epen, die
rondom do stad waren gelegerd.
Zagloba reed toen naar het leger, maar
Ook daar wist men niets van hem. Vele ho
tels gingen ze af, maar alles was vergeefs.
Ondertusschen was de nacht aa/gebroken
&n in de grootste onrust gingen ze weer
naar huis.
Mevrouw Mackowiecka ontving hen in de
grootste ongerustheid. Toen ze jvernam,
dat alle nasporingen tevergeefs waren ge
weest, brak zij in tranen uit, en zij zou
baar broeder niet meer zien.
Ook Basia was bedroefd en verweet zich
de schuld van dit alles te zijn. Zagloba
wist niet wat te doen, en overlegde met
Mackowiecka.
„Spreek toch wat zachter", sprak zijn
vrouw, ,,de bedienden zullen het hooren en
hllcs aan Christina overbrengen 1"
nik zal naar hr--« gaan I" riep Basia.
En zij liep weg. De anderen bleven in
'angst en zorgen achter. Niemand sliep
dien nacht, het werd morgen en nog was
m?S 7an den kleinen ridder vernomen.
aanbreken van den dag ging Lag-
Joba voor de tweede maal op weg.
Christina bleef in haar kamer. Zij' voelde,
dat allen wisten, wat tusschen haar en Wo
lodyjowski was voorgevallen.
Het arme meisje voelde, dat het zoo zijn
moest, dat allen, die tot nu toe van haar
hielden, zich van baar terugtrokken, en zij
wilde alles alleen lijden.
Deze dag was voor allen een dag van on
rust. Basia zat des avonds aan het raam
en zag op den weg, waarlangs Zagloba ko
men moest. Maar hij kwam niet terug.
Heel laat in den avond kwamen Wolody-
jowsky en Ketling.
Wolodyjowsky omarmde zijn zuster en
ging naar do bleeke en bevende Cristina,
greep haar hand, bracht die aan zijn lippen
en sprak:
„Waarde juffrouw of liever: mijn lieve
Christina 1 Hoor mij zonder vrees aan,
want ik ben noch een Tartaar noch een
wolf, maar een vriend, die, hoewel zelf niet
gelukkig, toch je geluk wenscht."
„Ik heb vernomen, dat gij en Ketling el
kaar beminnen en ik ontken niet, dat ik
in woede het huis ben uitgestormd om mij
op Ketling te wreken; maar onderweg ten
ik tot bedaren gekomen en het geweten is
gaan spreken: Waarom zou jij hem bestraf
fen Waarom zou jij vriendenbloed vergie
ten? Zij beminnen elkaar; dat is Gods wil.
De oude soldaten zeggen, dat tegen het
hart zelfs het bevel van den aanvoerder
niets vermag. Ketling wist niet, wat wij el
kaar hadden beloofdEn wat voor schuld
hebt gij Gecne I Hij wilde vertrekken, gij
den sluier aannemen. Mijn noodlot draagt
de schuld, anders niemand, want het schijnt
ee vingerwijzing Gods te z\'n, dat ik alleen
blijve.''
Hier stokte Michals stem voor een oogen-
blik, maar hij beheerschte zich weer spoedig
en eenige malen aan zijn snor trekkend,
ging hij verder: „Zoo te beminnen om voor
u alles op te offeren is geen kunst. Van
ons drieën is het hart gebroken; laat één
slechts lijden, opdat do anderen getroost
worden. Christina, God zegeno uw liefde
voor Ketling. Wees gelukkig. Het bedroeft
me wel wat, maar dit is niets. God geve u"...
De kleine ridder klemde de handen op el
kaar en aan het andere einde van de ka
mer begon Basia te huilen.
„Ketling, mijn vriend, kom hier 1" riep
Wolodyjowski. Ketling kwam naderbij,
knielde voor Christina neer, en Miohal
sprak met bevende stem: „God zegene ul"
Basia, die het niet langer kon uithouden,
liep de kamer uit en Wolodyjowski wendde
zich tot zijn zwager en zuster: „Gaat hier
naast en laat mij alleen. Ik zal ook gaan
en neerknielen, om God om kracht en
sterkte te bidden.''
Op den corridor ontmoette hij Basia, die,
tegen een muur geleund, luide schreide.
Op dit oogenblik werd Michal ook ge
roerd, en had hij zich tot nu toe weten goed
te houden, nu kwamen ook do tranen in
zijn oogen. „Waarom huilt gij V' vroeg hij op
bedroefden toon
Basia beurde haar hoofdje op en onder
huilen en zuchten antwoordde zij: „Het be
droeft mij zoo I O I Heer Michal is zoo goed,
zoo braaf I"
Hij greep haar hand en begon ze uit dank
baarheid te kussen. „God vergelde het ul
God vergelde het u voor uw goed hart I Stil,
huil niet meerf'
Maar Basia begon nog heviger te schreien
en te zuchten. Elke ader trilde in haar van
droefheid, en eensklaps door opgewonden
heid met de voeten stanmend. rieD zo zoo
hard, dat het over den heelen corridor klonk:
„Domme Christina I Ik had liever één
Michal dan tien Ketlings I Ik bemin Wolo
dyjowski met geheel mijn ziel, meer dan
tante, meer dan oom, meer dan Christina I
„Om 'a Hemels wil, Basia," riep de klei
no ridder. En om haar izenuwaohtigheid
te doen bedaren, sloeg hij beide armen om
haar heen en trachtte haar zoo te kal-
meeren.
Ondertusscnen hield een rijtuig voor hot
huis stil en Zagloba liep eerst do huiska
mer, daarna de eetzaal binnen, waar Ma
ckowiecka en zijn vrouw zaten.
„Michal is er nietl Ik heb overal naar
hem gezocht. Hij ie er nietl" riep hij in
ééb adem.
„Michal is hierl" antwoordde mevrouw
Madkowiecka; „hij heeft Ketling meege
bracht en Christina aan hem afgestaan."
De oude edelman was met verbazing ge
slagen. Na eenige oogenblikken riep hij:
„Hè? Wat?"
„Christina ia hier naast in de kamer
met Ketling en Michal is naar boven ge
gaan."
Zagloba ging de aangrenzendo kamer
binnen en do beide anderen volgden.
„Wij kunnen Michal nooit dankbaar ge
noeg zijn," zei Ketling opstaande. „Ons
geluk is zijn werk."
„Gl6 geve u geldkl" zei Mackowiecka;
„we zullen Michals besluit eerbiedigen."
Christina omarmde haar tante en beide
vrouwen weenden.
Zagloba was nog één en al verwonde
ring
Ketling boog een knie voor Mackowiecka,
maar deze richtte hem op: „Dank Miohal,
niet m"1"
Op dit oogenblik kwam Basia do kamer,
binnengestormd op Ketling en Christi
na toeloopond, riep zij:
„Goed zool bemin elkaar trouw. f)en<kt
gij, dat Michal alleen in de wereld zal
blijven? In het geheel niet^ want ik be
min hem en ik heb het hem ook zelf ge
zegd. Ik zal een goede vrouw zijn, ik zal
hem nooit verlaten en samen zullen wij ten
strijde trekken. Ik beminde hem al lang,
hoewel ik hot niet heb laten blijken; hij
is de beste, de dapperste. Trouwt gij met
elkaar, ik met Michal, al was het mor
genwantv
Hier kwam Basia adem te kort om ver»
der te spVéken.
Allen zagen haar aan, en wisten niet
wat te denken van de opgewondenheid vaö
het meisje.
Wolodyjowski vcrBcheen in de deur.
„Michal 1" vroeg zijn zuster, „is het waai
wat wij hier hooren
Daarop antwoordde de kleino ridder
met ernst: „God heeft een wonder gcdaait,
en zij is mijn troost, mijn schat, mijtf
liefde I"
Na deze woorden liep Basia op hem toe.-
Zagloba was intusschen van zijn verba
zing bekomen en zijn armen openend, riep
hij uit: I
„Ik kan huilen van bWjds'chapI Mijn
heideroosje I Michal, kom hier in mijn arf
men I"
(Wondt vervolgd.