fl*. 14500 {Haaudag; 3 Juni A\ 1907. feze fëourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Officieeie Kennisgeving. FEUILLETON. Een veelbewogen leven. LEIDSCI DAGBLA PRIJS DEZER COURANT ?eoi Lttdet per «eek S Oentii pei 3 maanden I 1 f 1.10. BnJten Lelden, pei loepei en naai agenten gevestigd i(jn 1, 1.80. Franco per poit 1.85. PRIJS DER ADYERTENTIEN i fan 16 regels 71-05. Iedere regel meer /0.17J. Grootere letters naar plaat8rnimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 0ent3 contant j elk tiental woorden meer 10 Gents. - Voor het inoaseeeren wordt/0.05 berekend. Veryadering van dan Semeenieraad van Lsidin, op Donderdag 6 Juni 1907, dos namiddags te twee uur. Ti buhan-Jelen oiuUnocrpen lo. Aanwijzing van een lid van den Ge meenteraad om, zoo noodig, als plaatsver vanger op te treden van den Burgemeester £ls voorzitter van het Hoofdstcmbureau, Voor de eventueele stemming en herstem ming ter benoeming van leden van de Pro vinciale Staten. 2o. Benoeming van de leden en plaatsver vangende leden van het Hoofdstcmbureau èn van do Voorzitters, leden en plaatsver vangende leden van de overige stembureau yoor de eventueele stemming en herstem ming ter benoeming van leden van de Pro yincialo Staten. 3o. Aanwijzing van twee leden van het Bestuur der „Vereeniging tot instandhou ding van het Leidsch Muziekcorps." (139) 4o. Benoeming van een commissaris der Btads-Bank van Leening. (137) öo. Benoeming van een derde onderwijze res in de handwerken aan de school der Bde klasse No. 5. (163) 6o. Benoeming van een derde onderwijze res in de handwerken aan de school der '4de klasse N. 1 (163) 7o. Benoeming van een derde onderwijze res in de handwerken aan de school der 4do klasse No. 2. (163) 8o. Benoeming van een derde onderwijze res in de handwerken aan de sohool der 3de klasse No. 1 (163) 9o. Benoeming van een onderwijzer in de Fransche taal aan de Jongensschool 2de klasse en de Meisjesschool 2de klasse (162). lOo Benoeming van een opzichter van gemeentewerken. (140) 11 o. Benoeming van een leerares in de Natuur- en Scheikunde aan de Hoogero Burgerschool voor Meisjes. (136) 12o. Voorstel tot verhooging van volgnr. 92 der begrooting, dienst 1907, voor bet doen van eenigebetalingen bij voorschot 'ten Behoeve van het Rijk (151). 13o. Voorstel tot verhooging van volgnr. Ï50 der bcgrooting, dienst 1907, ter bestrij ding van de kosten der gehouden vergelij kende examens voor de betrekkingen van hoofd der Jongensschool late kl. en dor scholen 4de kl, No. 1 cn 2. (146 en 154) l4o. Voorstel tot verhooging van eenigo posten der begrooting, dienst 1C06, waarvan de raming te laag is gebleken. (169) löo Rekening, dienst 1906, van de ver eeniging tot bevordering van den bouw van Werkmanswoningen. (161) 16o. Verzoek van hot Departement Leiden der Maatschappij van Nijverheid om het kosteloos gebruik van de Stadsgehoorzaal ten behoeve van een tentoonstelling van electriciteit in ambacht en woning. (147) l7o. Voorstel tot b:sohikbaarstelling van Relden voor de ontvangst van de leden der Vereeniging van gasfabrikanten in Neder land. (164) 18o. Voorstel tot continuatie van dehuui van een stukje grond aan den Apothekers- dijk. (138) 19o. Verzoek van J. A. van der Valk Bou- man, om ontslagen te worden van de huur van de bovenwoning van perceel Nieuw- steeg No. 10. (148) 20o. Verzoek van A. J. den Hollander om ontslagen te worden van de huur van eeni go lokalen in het Caeciliagasfchuis. (149) 2Ïo. Verzoek van de Arbeiders-Geheel- onthoudersvereeniging „Volharding' om het kosteloos gebruik van het gymnastiek lokaal der school in de Van der Werf straat. (165) 22o. Verzoek van de firma Jan Zuurdeeg en Zoon, om vergunning tot het maken van een houten zwavelhok op het fabriekster rein aan den Ouden Singel, Kad. be kend Sectie B. No. 1873. (160) 23o. Verzoek van C. J. Dieben om een boom te doen rooien vóór zijn perceel Sta tionsweg No. 47. (165) 24o. Voorstel tot het doen rooien van twee boomen op den Zoeterwoudschen Sin gel tegenover de Dc Laat de Kanterstraat. (166) 25o. Voorstel tot vaststelling van de af koopsom van een door het genootschap „Noorthey'' verschuldigd erfpacht, geves tigd op een stuk grond onder do gemeente Voorschoten. (141) 26o. Verzoek van B. Chr. Vos tot het be komen in eigendom van een gedeelte berm langs den Haarlcmmertrckvaartweg onder Noovdwijkerhout. (142 en 152) 27o. Voorstel tot aankoop van een per ceel grond tusschen de Formosa- en de Nip- ponstraat, kad. bekend Sectie K No. 1098. (150) 28o. Verzoek van S. Smit Jr. e.a. om maatregelen te nemen welke leiden tot dem ping van do sloot, gelegen in de Sieboldt- straat. (167) 29o. Voorstel tot wijziging van de veror dening van 3 September 1895, Gem.-blad No. 6, voor dc Hoogere Burgerschool voor Jongens, laatstelijk gewijzigd bij die van 18 Mei 1905, Gem.-blad No. 16. (143) 30o. Voorstel tot wijziging van de veror dening van 7 Mei 1896, Gem.-blad No. 5/ voor de Hoogere Burgerschool voor Meis jes, gewijzigd bij die van 18 Mei 1905, Ge- mccnte-blad No 15. (143) 31o. Voorstel tot wijziging van de voor waarden, waaronder aan de Naaml. Ven nootschap Hollandsche Electrisohe Spoor weg-Maatschappij een rentegarantie word verleend voor den aanleg en de exploitatie van een net van tramwegen in de Haarlem mermeer cn omgeving. (145 en 163) 32o. Vaststelling van do verordening, houdende Reglement op het beheer .en be stuur der Stedelijke Fabrieken van Gas &n Electriciteit te Leiden. (144) 33o. Vaststelling van do verordening, houdende instructie voor den directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electrici teit te Leiden. (144) 34o. Vaststelling van de verordening, hou dende instructie voor den hoofdboekhouder der Stedelijke Fabrieken van Gas en Elec triciteit te Leiden. (144) 35o. Vaststelling van de Verordening, houdende instructie voor den adjunct-di recteur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leidon. (144) 36o. Vaststelling van de verordening, re gelende de heffing van weegloonen en plaatsgelden aan de Gemcontowaag en van weegloonen aan de Vette Varkensraarkt te Leiden. (168) 37o. Vaststelling van de Verordening, re gelende de invordering van weegloonen en plaatsgelden aan do Gemeentewaag en van weegloonen aan de Vette Varkensmarkt te Leiden. (168) 38o. Voorsbei tot wijziging van de veror dening van 11 November 1880, rogelende t getal, de jaarwedden, enz. der leeraressen en leeraren aan de Hoogero Burgerschool voor Meisjes te Leiden, laatstelijk gewij zigd bij verordening van 8 September 1898, Gem.-blad No. ll. (166) S9o. Verzoek van de Brugwachtersvereeni- ging „Verbetering zij ons streven" om ver hooging van het salaris der brugwachters. U67) 4ob. Verzoek van A. D. Vijgh, e.a. om be schikbaarstelling van gelden voor do dem ping van het Rapenburg. (168) Mond- ©n klauwzeer. De Burgemeester der gemeente Leiden, Overwegende, da-t in de laatste dagen in den omtrek der gemeente eenige gevallen van Mond- en Klauwzeer zijn voor gekomen Gelet op de missive van den Districts- Veearts te 's-Gravenhage, van den 28ston Mei 1907, No. 707; Noodigt den houders van marktveestaJ- len dringend uit hun stallen na den markt dag steeds nauwkeurig te doen reinigen en met 8 pOt. Oreoline oplossing te doen ontsmetten, ten einde de verspreiding der besmetting zooveel mogelijk tegen te gaan. De Burgemeester voornoemd, DE RIDDER. Leiden, 3 Juni 1907. Leiut^n, 3 Juni. B. en Ws. geven in overweging aan de firma Jan Zuurdeeg en Zoon, behoudens de nader door hun college te verleenen vergunning krachten8 art. 14 der Hinder wet, vergunning te verleenen tot het bou wen van een houten zwavelhok op het ter rein van haar fabriek aan den^Ouden Sin gel. De Commissie van Financiën heeft geen bedenkingen tegen de rekening der Vereeniging tot bevordering van den bouw van werkmanswoniugen over 1906 en stert daarom voor die rekening goed te keuren. Do door de gemeente verschuldigde uit- keering zal alsdan bedragen f 8202.03 1/2, Den gemeenteraad is de volgende voor dracht aangeboden voor de benoeming van een onderwijzerfea), speciaal belast met het onderwijs in de Franscho taal aan leerlin gen der Jongensschool 2de kl. en der Meisjesschool 2de klasse, ter vervanging van den heer J. Huge, die in de raadszit ting yan den 2dcn Mei j.l. werd benoemd tot onderwijzer aan de Jongensschool 2de lo. W. Wolda, onderwijzer met verplich te hoofdakte aan de openbare school der 4de klasse No. 2; 2o. J. Heemstra, onderwijzer met ver plichte hoofdakte aan de openbare school der 4de klasse No. 2; 3o. Mej. J. Koolhaas, onderwijzeres aan do openbare school der 4de klasse No. 1. Voor de benoeming van 3de onderwijze ressen in de handwerken aan de openbare lagere scholen der 3de klasse No. 5, 4do klasse Noa. 1 en 2 en 3de klasse No. 1, ter vervulling van de vacatures, ontstaan door de benoeming van de dames F. E. Pen, D. J. Nuesink, A. L. de Vries en S. E. van der Wiel tot 2de onderwijzeres, zijn de volgende voordrachten opgemaakt; School 3de No. 6 lo. Mej. J. H. Neuteboom, 4de onderwijzeres in d^ hand werken aan de openbare school der 3de klasse No. 2o. Mej. M. A. Horree, 4de onderwijzeres in de handwerken aan de openbare school der 3de klasse No. 4; 3o. Mej. H. Overdiep, 4de onderwijzeres in de handwerken aan de openbare school der 3de klasse No. 3. School 4de klasse No. 1 lo. mej. M. A. Horrée, voornoemd; 2o. mej. H. Overdiep, voornoemd, 3o. mej. M. van der Horst, 4de onderwijzeres in de hand werken aan de openbare sohool der 4do klasse No. 1. Sohool 4de kl. No. 2: lo. mej. H. Overdiep, voornoemd; 2o. mej. M. van der Horst voornoemd; 3o. mej. J. van der Stel, 4de onderwijzeres in de handwerken aan de openbare school der 4de kl. No. 2. School 3de kl. No. 1lo. mej. M. v. der Horst voornoemd; 2o. mej. J. van der Stel, voornoemd; 3o mej. J. G. D. v. Gu- lik, 4de onderwijzeres in de handwerken aan de openbare school der 3de kl. No. 2. Indien de in een bij den Raad inge komen adres geuite klachten geheel onjuist waren en tot inwilliging van het daarbij gedaan verzoek zouden moeten leiden, dan zou daarvan zeggen B. en Ws. het go- volg zijn, dat ingevolge art. 12 van de La- nonvorordening van den gemeenteraad de lastgeving aan de eigenaars der sloot bij de Sieboldtstraat, die geheel particulier eigendom is, zou moeten uitgaan om die sloot te doen dempen en rioleeren of over dekken. Zoo erg is intusschen naar het oordeel der oommissie van fabricago de toestand niet. Uit een ingesteld onderzoek bleek, dat de klachten erg overdreven zijn. En, voor zoover de toestand te wensohen overlaat, blijkt dit in hoofdzaak aan de bewoners zeiven van de Van Sieboldtstraat en van den Lagen Rijndijk te wijten. Immers riool- stoffen komen in deze sloot weinig of niet. Voornamelijk zijn het de daarin gtf worpen stoffen, die, als zij tot ontbindiDg overgaan, tot vervuiling on lucht aanlei ding geven. Onder deze omstandigheden zeggen B. en Ws. kan ot dan ook geen reden zijn om de eigenaars van de sloot tot haar dem ping te dwingien. Het zou onbillijk zijn hen met deze kosten te bezwaren, waar do bewoners zeiven de schuld dragen van de vervuiling. Het eenige wat vooralsnog ge daan kan worden is volgens B. en Ws. don bewoners ernstig op het ongeoorloofde van hun handelingen te wijzen en door strenger politietoezicht en waar noodig strafrechter lijke vervolging, voortgang van het van do sloot gemaakte misbruik zooveel mogelijk te weren. Zij geven mitsdien in overweging ben te machtigen aan adressanten te berichten, dat geen termen aanwezig zijn om aan hun verzoek te voldoen. Den 31sten Augustus a.s. eindigt de termijn, waarvoor goedkeuring werd ver leend tot het heffen van weegloonen on plaatsgelden aan de Gemeen tow aag en van weegloonen aan de vette varkensmarkt al» hier. Bij bestendiging dier heffing zal dus vóór dien tijd tot hernieuwde vaststelling van de desbetreffende verordeningen moe ten worden overgegaan. Overeenkomstig het advies van de com missie voor het marktwezen zullen echter een tweetal wijzigingen in de heffingsver ordening moeten worden aangebracht. In de eerste plaats is het wenschclijk, dat thans uitdrukkelijk in de verordening wor de vermeld, dat, zooals reeds bij gemeente raadsbesluit van den 18den Mei 1906 werd besloten, weegbriefjes op de vette varkens markt kosteloos worden verstrekt. Daartoe zullen in het laatste lid van arti-1 1 tus schen de woorden „moet" en „daarvoor" moeten worden ingelascht de woorden: „be halve bij het wegen van varkens op do vet te varkensmarkt." En in de tweede plaats acht de commis sie het wenschelijk, dat uit de verordening duidelijk blijkt wanneer een big voor de toepassing dezer verordening ophoudt een big te zijn en dus voor het wegen daarvan het weegloon voor varkens zal moeten be taald worden. De commissie stelt voor, vooi biggen, zwaarder dan 25 K.G. het weegloon voor varkens te heffen. Hot komt B. en Ws. voor, dat dit het beat in de verordo* ning kan worden neergelegd door in art. I te lezen: „Yoor varkens en voor biggen, zwaarder dan 25 K.G. per stuk: 0.16. Yoor biggen, wegende 25 K.G. of minder, per stuk: 0.10". Voorts zal in het slotartikel zoowel van de heffings- als van de invorderingsverorde ning de datum van in-werking-treding moe ten worden bepaald op 1 September 1907. Op grond van het bovenstaande geven B. en Ws. den Raad in overweging om, met in achtneming van de boven aangegeven wijzi gingen, tot de overigens ongewijzigde vast-1 stelling van do verordening over te gaan. De jaarlijksche Algemeenc Vergade ring van Gasfabrikanten in Nederland zal dit jaar op 2, 3 en 4 Juli te Leiden plaats vinden; de laatste bijeenkomst al hier is in 1881 geweest. Dze Vereeniging heeft uitsluitend een technisch doel, in haar vergaderingen worden de aan de verschillende fabriekoii verkregen resultaten vergeleken cn bespro ken en de nieuwste vindingen op gasge*' bied behandeld. In verband met het belang, dat dc ge meente Leiden bij do bevordering der gas- industrie heeft, verzoeken commissarissen der Stedelijke Gasfabriek B. cn Ws. voor te stellen lo. aan Commissarissen voor de ontvangst der genoemde Vereeniging een krediet van 300 beschikbaar te stellen; 2o. hetgeen voor deze ontvansgt besteed zal worden te verantwoorden op do reke ning der onkosten van do Gasfabriek. B. en Ws. adviseeren den Raad op dit venzoek. Waar de gegrondheid der in een aan den Raad gezonden adres door den he r C. J. Dieben over de aanwezigheid van een kastanjeboom, vóór de inrijpoort naar zijn bleekerij op den Stationswog, geuite klach ten gebleken is, geven B. en Ws. overeen komstig het advies der commissie van fa* bricage in overweging hen tot het doen rooien van bedoelden kastanjeboom to machtigen. 18) Ze gingen eerst naar do woning van den aanvoerder. Daar vernamen ze, dat Ket- ling een overzeesche rei3 had ondernomen, en Wolodyjowski had naar hem geïnfor meerd; maar waarheen hij gegaan was, wist niemand. Men dacht naar de ti >epen, die rondom do stad waren gelegerd. Zagloba reed toen naar het leger, maar Ook daar wist men niets van hem. Vele ho tels gingen ze af, maar alles was vergeefs. Ondertusschen was de nacht aa/gebroken &n in de grootste onrust gingen ze weer naar huis. Mevrouw Mackowiecka ontving hen in de grootste ongerustheid. Toen ze jvernam, dat alle nasporingen tevergeefs waren ge weest, brak zij in tranen uit, en zij zou baar broeder niet meer zien. Ook Basia was bedroefd en verweet zich de schuld van dit alles te zijn. Zagloba wist niet wat te doen, en overlegde met Mackowiecka. „Spreek toch wat zachter", sprak zijn vrouw, ,,de bedienden zullen het hooren en hllcs aan Christina overbrengen 1" nik zal naar hr--« gaan I" riep Basia. En zij liep weg. De anderen bleven in 'angst en zorgen achter. Niemand sliep dien nacht, het werd morgen en nog was m?S 7an den kleinen ridder vernomen. aanbreken van den dag ging Lag- Joba voor de tweede maal op weg. Christina bleef in haar kamer. Zij' voelde, dat allen wisten, wat tusschen haar en Wo lodyjowski was voorgevallen. Het arme meisje voelde, dat het zoo zijn moest, dat allen, die tot nu toe van haar hielden, zich van baar terugtrokken, en zij wilde alles alleen lijden. Deze dag was voor allen een dag van on rust. Basia zat des avonds aan het raam en zag op den weg, waarlangs Zagloba ko men moest. Maar hij kwam niet terug. Heel laat in den avond kwamen Wolody- jowsky en Ketling. Wolodyjowsky omarmde zijn zuster en ging naar do bleeke en bevende Cristina, greep haar hand, bracht die aan zijn lippen en sprak: „Waarde juffrouw of liever: mijn lieve Christina 1 Hoor mij zonder vrees aan, want ik ben noch een Tartaar noch een wolf, maar een vriend, die, hoewel zelf niet gelukkig, toch je geluk wenscht." „Ik heb vernomen, dat gij en Ketling el kaar beminnen en ik ontken niet, dat ik in woede het huis ben uitgestormd om mij op Ketling te wreken; maar onderweg ten ik tot bedaren gekomen en het geweten is gaan spreken: Waarom zou jij hem bestraf fen Waarom zou jij vriendenbloed vergie ten? Zij beminnen elkaar; dat is Gods wil. De oude soldaten zeggen, dat tegen het hart zelfs het bevel van den aanvoerder niets vermag. Ketling wist niet, wat wij el kaar hadden beloofdEn wat voor schuld hebt gij Gecne I Hij wilde vertrekken, gij den sluier aannemen. Mijn noodlot draagt de schuld, anders niemand, want het schijnt ee vingerwijzing Gods te z\'n, dat ik alleen blijve.'' Hier stokte Michals stem voor een oogen- blik, maar hij beheerschte zich weer spoedig en eenige malen aan zijn snor trekkend, ging hij verder: „Zoo te beminnen om voor u alles op te offeren is geen kunst. Van ons drieën is het hart gebroken; laat één slechts lijden, opdat do anderen getroost worden. Christina, God zegeno uw liefde voor Ketling. Wees gelukkig. Het bedroeft me wel wat, maar dit is niets. God geve u"... De kleine ridder klemde de handen op el kaar en aan het andere einde van de ka mer begon Basia te huilen. „Ketling, mijn vriend, kom hier 1" riep Wolodyjowski. Ketling kwam naderbij, knielde voor Christina neer, en Miohal sprak met bevende stem: „God zegene ul" Basia, die het niet langer kon uithouden, liep de kamer uit en Wolodyjowski wendde zich tot zijn zwager en zuster: „Gaat hier naast en laat mij alleen. Ik zal ook gaan en neerknielen, om God om kracht en sterkte te bidden.'' Op den corridor ontmoette hij Basia, die, tegen een muur geleund, luide schreide. Op dit oogenblik werd Michal ook ge roerd, en had hij zich tot nu toe weten goed te houden, nu kwamen ook do tranen in zijn oogen. „Waarom huilt gij V' vroeg hij op bedroefden toon Basia beurde haar hoofdje op en onder huilen en zuchten antwoordde zij: „Het be droeft mij zoo I O I Heer Michal is zoo goed, zoo braaf I" Hij greep haar hand en begon ze uit dank baarheid te kussen. „God vergelde het ul God vergelde het u voor uw goed hart I Stil, huil niet meerf' Maar Basia begon nog heviger te schreien en te zuchten. Elke ader trilde in haar van droefheid, en eensklaps door opgewonden heid met de voeten stanmend. rieD zo zoo hard, dat het over den heelen corridor klonk: „Domme Christina I Ik had liever één Michal dan tien Ketlings I Ik bemin Wolo dyjowski met geheel mijn ziel, meer dan tante, meer dan oom, meer dan Christina I „Om 'a Hemels wil, Basia," riep de klei no ridder. En om haar izenuwaohtigheid te doen bedaren, sloeg hij beide armen om haar heen en trachtte haar zoo te kal- meeren. Ondertusscnen hield een rijtuig voor hot huis stil en Zagloba liep eerst do huiska mer, daarna de eetzaal binnen, waar Ma ckowiecka en zijn vrouw zaten. „Michal is er nietl Ik heb overal naar hem gezocht. Hij ie er nietl" riep hij in ééb adem. „Michal is hierl" antwoordde mevrouw Madkowiecka; „hij heeft Ketling meege bracht en Christina aan hem afgestaan." De oude edelman was met verbazing ge slagen. Na eenige oogenblikken riep hij: „Hè? Wat?" „Christina ia hier naast in de kamer met Ketling en Michal is naar boven ge gaan." Zagloba ging de aangrenzendo kamer binnen en do beide anderen volgden. „Wij kunnen Michal nooit dankbaar ge noeg zijn," zei Ketling opstaande. „Ons geluk is zijn werk." „Gl6 geve u geldkl" zei Mackowiecka; „we zullen Michals besluit eerbiedigen." Christina omarmde haar tante en beide vrouwen weenden. Zagloba was nog één en al verwonde ring Ketling boog een knie voor Mackowiecka, maar deze richtte hem op: „Dank Miohal, niet m"1" Op dit oogenblik kwam Basia do kamer, binnengestormd op Ketling en Christi na toeloopond, riep zij: „Goed zool bemin elkaar trouw. f)en<kt gij, dat Michal alleen in de wereld zal blijven? In het geheel niet^ want ik be min hem en ik heb het hem ook zelf ge zegd. Ik zal een goede vrouw zijn, ik zal hem nooit verlaten en samen zullen wij ten strijde trekken. Ik beminde hem al lang, hoewel ik hot niet heb laten blijken; hij is de beste, de dapperste. Trouwt gij met elkaar, ik met Michal, al was het mor genwantv Hier kwam Basia adem te kort om ver» der te spVéken. Allen zagen haar aan, en wisten niet wat te denken van de opgewondenheid vaö het meisje. Wolodyjowski vcrBcheen in de deur. „Michal 1" vroeg zijn zuster, „is het waai wat wij hier hooren Daarop antwoordde de kleino ridder met ernst: „God heeft een wonder gcdaait, en zij is mijn troost, mijn schat, mijtf liefde I" Na deze woorden liep Basia op hem toe.- Zagloba was intusschen van zijn verba zing bekomen en zijn armen openend, riep hij uit: I „Ik kan huilen van bWjds'chapI Mijn heideroosje I Michal, kom hier in mijn arf men I" (Wondt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 1