LEIDSGH DAGBLAD. WOENSDAG 29 ME!. - TWEEDE ELAO.
Anno 1907.
PERSOVERZICHT.
Ingezonden.
So. 11496.
In „Land eo Volk" toonde H. L.
D. (prof. mr. H. L. Drucker) aan, dat er
iets bij onze burgerrijke rechts
vordering niet in den haak ishet gaat
met de proeessen den slakkengang; de af
doening laat te lang op zich wachten de
Cipwijsvoering komt zoo laat na de feiten,
die te bewijzen zijn, dat het moeilijk van do
getuigen te eischen is, dat zij zich alles nog
precies herinneren.
De schrijver haalt enkele voorbeelden ten
bewijze aan:
Op 29 Juli 1902 werd op het perron van
het station Delftsche Poort, te Rotterdam,
een reiziger getroffen door een omverval-
lenden ladder. Hij werd ernstig verwond en
yprderdo van de beide betrokken spoorweg
maatschappijen H. IJ.-S.-M. en S.-b.
een schadevergoeding. De Amsterdam-
6che rechtbank stond den getroffene toe
(vonnis van 25 Mei 190-1) een zevental fei
ten door getuigen te bewijzen. De spoor
wegmaatschappijen gingen in appèl. De
Staatsspoor kreeg haar zin, doch ten aan
zien der Hollandsche Spoor werd het von
nis bekrachtigd.
De uitspraak van het Hof is van 12 Ja
nuari 1906. Voor het getuigenverhoor zou
nu ccn andere dag bepaald worden. Doch
dc H. IJ.-S -M. probeerde het eerst nog
eens met een beroep in cassatie bij den
Hoogen Raad. Dit beroep werd verworpen
hij arrest van 7 December 1906. Men kan
de zaak nalezen in het ,,Weekblad van
het Recht" No. 8213, 8432 8470.
Viereneenhalfjaarnahoton-
geval kan thans het tweede gedeelte van
het prooes beginnenVerhoor van des
eischcrs getuigen, vervolgens waarschijnlijk
ëen verhoor der getuigen, die de wederpar
tij dienstig acht, nieuwe conclusiën, plei
dooien, vonnis, enz., enz. De eindbeslis
sing zal nog een heele poos uitblijven.
Een ander voorbeeld:
Op 14 Februari 1903 viel tussohen Delft
èn Den Haag een reiziger uit den trein,
toen hij beproefde het portier te sluiten, dat
niet goed was dichtgemaakt. Aan de gevol
gen van den val overleed hij.
De nagelaten betrekkingen spraken de
H. IJ-S.-M. aan tot schadevergoeding. De
rechtbank te Amsterdam vonnis van 21
October 1904 stond hun toe op de terecht
zitting van 12 Mei 1905 verschillende feiten
'door getuigen te bewijzen. De H. IJ.-S.-M.
ging in appèl. Het Hof bevestigde de uit
spraak der rechtbank op 26 October 1906.
De rechtbank moest nu voor het bevolen ge
tuigenverhoor een nieuwen dag vaststel
len. Doch inmiddels ging de H. IJ.-S.-M.
In cassatie. Het arrest van den Hoogen
Raad is in het Weekblad van het
Recht" nog niet vermeld. De gevallen
beslissingen vindt men in No. 8489.
Tier jaren na het ongeval is
bet eerste bedrijf van het proces nog niet
afgespeeld. In het gunstigste geval mogen
weduwe en weezen na de Uitspraak van den
'Hoogen Raad met de bewijslevering aan
vangen.
Een derde voorbeeld:
Op 26 September 1902 overkwam aan een
koetsier te Amsterdam een ongeluk. Aan
een rijtuig, 4^t de post vervoert, ontstond
een defect, de koetsier viel vau den bok en
bekwam zwaar lichamelijk letsel.
Volgens zijn opgaaf bleef hij ongeschikt
zijn bezigheden te verrichten. Bij de recht
bank te Amsterdam vroeg hij van zijn pa
troon schadevergoeding in den vorm van
een wekelijksche uitkeering. Op juridische
giondeni die hier niet ter zake doen, werd
zijn oisch afgewezen vonnis van 25 Mei
1901. De koetsier ging in hooger beroep.
Het Hof bevestigde op 12 April 1906 de uit
spraak der rechtbank. Toen werd nog het
rechtsmiddel van cassatie beproefd. Tever
geefs. De Hooge Raad wees arrest op lö
[Februari 1907. Wie het wil naslaan, leze
„W eekblad van het Recht, No.
8239, 8443, 8500.
Ruim vier en een derde jaar
na het ongeval vernam de koetsier,
dat hij geen recht had op schadevergoeding.
Is dat een wijze van rechtspraak, waar
mede wij op den duur genoegen kunnen
nemen? vraagt prof. Drucker. Ook bij an
dere soorten zaken is gelijke Langdurigheid
dc processen geenszins uitzondering.
De schrijver Dam als typen eenige vorde
ringen en wel om twee redenen. Vooreerst,
omdat hier de noodzakelijkheid van spoe
dige beslissing bijzonder stérk in het oog
springt. En ook, omdat in dergelijke za
ken het getuigenbewijs natuurlijk een groo-
tc rol speelt. Is het nu niet al te veel ge
vergd, dat getuigen zich nog na vijf jaren
de bijzonderheden precies zullen herinne
ren, dat zij nog zullen weten, hoe het por
tier van zekeren coupé in trein No. 14
open eu dicht ging, dat zij zullen kunnen
verklaren, of het in den coupé tochtte, zoo
dat do verongelukte reiziger aanleiding
had te trachten het portier dicht te trek
ken
Het ia geenszins de bedoeling van den
schrijver om een persoonlijk verwijt te
richten tot de advocaten, die deze zaken
hebben behandeld, of tot de rechters, die
cr over beslist hebben.
Neen, het stelsel ons Wetboek, gelijk
het in de practijk wordt toegepast deugt
n*c'k'. ®*er is z.i. ingrijpende verandering
noodig Ons burgerlijk procesrecht is dooi
en door verouderd. Nogmaals een oplap
ping te beproeven, gelijk in 1896, onder lei-
ing \an mr. Hartogk werd ondernomen,
waio ijdele moeite. Een sedert onheuglijke
tijden ingewortelde sleur breekt men al
leen door een totaal nieuwe regeling in
werking te stellen. Dat heeft men in Oos-
cnrijk begrepen, waar door invoering van
een geheel nieuwe, voortreffelijke pre .es-
orde, een heilzame omwenteling werd te
weeg gebracht.
C)ok hier te lande geldt het een groot
•ociaal belang, om welke reden de schrij
ver hoopt, dat ons département van justi
tie zich moge aangorden om een betere
toekomst rodr te bereiden.
,,Land en Volk" meent, dat er van
het Vrageirecht in onze Tweede
Kamer weinig zal terecht komon.
D© beantwoording, zoo schrijft het blad,
door den minister van ooTlog van de vra
gen van den heer Thomson omtrent bet
bekende geval van den heer Graafland,
wien geweigerd werd voor de kadetteu der
Militaire Academie een voordracht te hou
den, heeft geleerd, dat de Regeering door
haar wijze van beantwoording de betceke-
nis van dit vragenrecht tot nul ka a redu-
ceeren. Want nadere vragen van beteekenis
zijn den vrager na het antwoord van den
Minister niet toegestaan.
Er ia echter nog een andere reden,
waarom van dit vragenrecht weiaig zal
terecht komen. De vrager geeft zijn vragen
aan den President der Kamer maar de Mi
nister heeft het in dc hand te antwoorden
wanneer dit hem goed dunkt.
Zoo is het ons bekend, dat reeds Woens
dag 15 Mei vragen zdjn meegedeeld aan den
minister van justitie, die een der Kamer
leden wenscht te stellen naar aanleiding
van het in de pers druk besproken geval
van den vreemdeling te Groningen, wiens
papieren niet in orde schonen te zijn en
die weken lang in hechtenis werd gehou
den.
Het is heden de tweede Vrijdag, die na
de indiening van die vragen is verloopen.
Maar van beantwoording was nog geen
sprake. Die schijnt plaats te zullen hebben
als het feit alle actualiteit heeft verloren.
Onnoodig te zeggen, dat op deze wijze
de nieuwe instelling moet beschouwd wor
den als een totaal mislukte proef.
,,D e Nederlander" zegt naar aan
leiding van de bij Kon. besluit genomen
beslissing aangaande de berekening van
het pensioen der bijzondere on
derwijzers gedurende de eerstvolgend©
jaren
De beslissing heeft lang op zich laten
wachten, maar ze is nu dan ook zoo loyaal
mogelijk uitgevallen, en de minister van
binnenlandschc zaken verdient ten dezen
een woord van lof.
Daar de regeling niet uitdrukkelijk in de
wet was aangegeven, bestond blijkbaar tu9-
sehen de officieele adviseurs veel verschil
van gevoelen; een omstandigheid, die aan
het langdurig oponthoud gereedelijk ver
klaring geeft. Thans blijkt, dat deje Jang-
gerekte behandeling eer in het voor- dan in
het nadeel van belanghebbenden is geweest,
©n teve dat minister Rink in een kwestie
waarin hij, zonder* zich de vingers te bran
den, een voor de betrokken onderwijzers
ongunstige beslissing had kunnen bevorde
ren, die beslissing in tegenover gestel den
zin heeft uitgelokt.
Dit is in elk geval een gunstig verschijn
sel, een daad van verzoenende beteeken is,
die tegen veel onvriendelijkheden, waarmee
de vrijzinnige pers ons bestookt, opweegt
Taxateurs bij hypotheekban
ken Het „Makel aare-W eek-
b 1 ad" begroet met instemming de actie,
die onder leiding van de Yereeniging van
Hypotheekbank-directeuren is begonnen,
ten einde misbruiken in dat bedrijf weg te
nemen. Dat echter de onbetrouwbaarheid
van taxateurs zoo algemeen zou zijn als be
weerd wordt geeft het blad niet toe. Maar
in eiü geval kan oontróle geen kwaad, want
ook in taxaties zijn vergissingen niet uit
gesloten.
Wat het „Makelaars-Weekblad"
als verbetering zou wenschen komt hierop
neer
In de allereerste plaats moest het vooral
directeuren veirboden worden, financieel
betrokken te zijn bij bouwondernemingen,
omdat daardoor een zeer groote gelegen
heid wordt opgeheven voor misbruiken,
waarvan vooral de Hollandsche Hypo-
theekbanlk blijkens haar inkoopen van den
laataten tijd haar deel heeft genoten onder
de oude directie.
De hypotheekbanken moesten er voorts
toe kunnen besluiten, den taxateur een be
hoorlijk salaris, liefst een vast salaris por
jaar, toe te kennen en niet zooals nu wel
plaats vindt, een luttel bedrag van 2.50
gulden tot 3 gulden voor een soms moeilijke
en omslachtige schatting. De taxateurs
moesten ook niet kunnen zijn de „aanvra
gers" der posten, noch coTT tevens agent
der Bank.
Daarvoor neme men andere personen,
liefst hen^ die met het hypotheekbedrijf op
de hoogte zijn, en hetzij door routine, hetzij
door studie ook eenigszins juridische moei
lijkheden kunnen begrijpen en beoordeelen.
Men keere voorts geen „aanbrengpremie"
uit. Dit is slechts een middel, om die som
te besteden voor belooning van hen, die bij
het tot-stand-(komen van posten invloed
kunnen oefenen.
Ook moet niet kunnen plaats vinden,
dat makelaars, als beambten somtijds ver
bonden aan hypotheekbanken, hun invloed
kunnen doen gelden bij het al of niet tot
stand-komen van leeningen.
In „Dc Zoom", nieuws- ©n adverten
tieblad van Bergcn-op-Zoom en omstreken,
komt onder het hoofd Een adres het
volgende voor:
Aan de ingezetenen van Bergen-op-Zoom
zal eerstdaags onderstaand adres tor
teekening worden aangeboden en wo twij
felen geenszins of hiervan zal druk gebruik
worden gemaakt.
„Aan
Haro Majesteit de Koningin
der Nederlanden.
Gov en met verschuldigden eerbied te
kennen de ondergeteekenden, allen inwo
ners der Gemeente Bergen-op-Zoom;
dat zij in do dagbladen hebben gelezen,
dat ttan hot Departement van Oorlog het
voornemen zou bestaan om de s t a f m u-
ziek bij enkele Regimenten
Infantefie èn daaronder ook die in
hun garnizoensplaats, te veranderen
in een fanfarecorps;
dat zij wel is waar in de meening ver-
keeren, dat in het algemeen aan dergelijke
courantenberichten niet veel waarde mag
worden toegekend;
dat echter in een andere garnizoensstad,
met name Assen, reeds een poging is aan
gewend om dat onheil af te wenden en men
daar dus die omzetting blijkbaar niet voor
onmogelijk houdt;
dat daarom de voorzichtigheid gebiedt
om ook van hier uit het eerbiedige verzoek
te doen, dat van een zoo ingrijpende ver
andering moge worden afgezien;
dat toch het behoud van do stafmuziek
in een kleine stad als Bergcn-op-Zoom om
verscheidene redenen van het hoogste be
lang is;
dat uit den aard der zaak hier niet die
attracties kunnen worden aangeboden als
in do groote steden cn door het gemis van
de concerten een der voornaamste argu
menten zal te loor gaan;
dat het leven voor de officieren daardoor
minder aangenaam wordt, hetgeen zeker
niet bevorderlijk kan zijn om hen langeren
tijd achtereen in garnizoen te houden;
dat Bcrgen-op-Zoom er zich op mag
beroemen een dor weinige plaatsen in ons
land te zijn, alwaar in de zoogenaamde
buitencantine ook bij de concerten behal
ve aan burgers ook aan do militairen be
neden den rang van officier toegang
wordt verleend, hetgeen, nu uit alle lagen
der maatschappij jongelieden voor de ver
vulling hunner militieplichten worden
opgeroepen, nog meer dan vroeger wordt
geapprecieerd en waarvan dan ook een
veelvuldig gebruik wordt gemaakt.
dat behalve deze zoozeer op prijs gestelde
inrichting nog andere instellingen en
vereen igingen ten doe de zijn gedoemd, om
dat zij financieel niet krachtig genoeg
zijn om concerten van elders te organi-
seeren;
dat derhalve de stad veel van haar aan
trekkelijkheid zal verliezen, hetgeen op ve
lerlei gebied van invloed zal zijn en een
groote schade speciaal voor den nering
doenden stand meet veroorzaken;
dat de ondergeteekonden van meening
zijn, dat de besparing door de omzetting
van het muziekkorps in een fanfarekorps
niet van groote bcteekenis zal .wezen;
dat toch hot muziekkorps hier ter stede
reeds een vrij belangrijk bedrag aan in
komsten heeft, doch bovendien door de
goede reputatie, die het geniet, op ver
schillende plaatsen gevraagd wordt con
certen te geven terwijl het bij feestelijkhe
den te Ylissingen en Middelburg als het
ware is aangewezen om zijn medewerking
te verleenen;
dat besparing van enkele honderden
guldens in elk geval niet geëvenredigd is
aan den slag, welke daardoor aan de stad
hunner inwoning wordt toegebracht, .waar
van de nadeelen niet zoo dadelijk onder
oijfer3 zdjn te brengen;
dat de ondergeteekenden het dan ook zeer
zouden betreuren, wanneer het gerucht
waarheid bleek te bevatten, in welk geval
zij er niet aan twijfelen of het Geméente
bestuur van Bergen-op-Zoom, dat zich al
zoovele uitgaven voor het behoud van het
garnizoen heeft getroost, zal, hoewel hier
met groote omzichtigheid met de geldmid
delen moet worden omgegaan, er in deze
gewichtige aangelegenheid gaarne in toe
stemmen om de bezuiniging, die door do
♦omzetting aou "worden verkregen betzij
geheel, hetzij gedeeltelijk aan het Rijk to
vergoeden.
Redenen waarom ondergeteekenden zicb
tot Uwe Majesteit wenden met het eerbie
dige verzoek, dat het Haar moge behagen
het muziekkorps van het 3de Regiment In
fanterie in ongewijzigden vorm te doen
voortbestaan en indien onverhoopt aan deze
bede geen gehoor mocht kunnen worden
verleend, dat dan aan het Departement
van Oorlog moge worden opgedragen
vooraf overleg te plegen met het Gemeente
bestuur van Bergen-op-Zoom om te trach
ten het gevaar, dat de stad bedreigt, op de
een of andere wijze af te wenden."
De standbeelden der Oranje-prinsen Ie Berlijn.
De schetsen voor de vijf standbeelden
van Oranje-prinsen te Berlijn zijn opgeno
men in het Hohenzollern-museum.
Zooals gemeld, had de onthulling der
beelden gistermorgen door den Keizer
plaats in tegenwoordigheid der Keizerin,
van den kroonprins en van vele autoritei
ten.
De Keizer deelde aan den Nederlandscheu
gezant, baron Gevers, mede, dat hij een
afgietsel van het standbeeld van Frederik
Hendrik ton geschenke gaf aan Koningin
"Wïlhelmina, die dit standbeeld, waaraan
H. M. de voorkeur gaf, zoodra het gereed
is, zal laten opstellen voor het Huis ten
Bosch.
Naar aanleiding van de volbrachte ont
hulling van de beelden der Oranjes bij het
koninklijke paleis te Berlijn, heeft de „Yoe-
sische Ztg." onder het opschrift „Oranjes
en Hohenzollerns" een hoofdartikel.
Uit de verschillende manifestaties van
den Keizer ten gunste van het geslacht der
Oranjes moet men, naar do „Vossische"
meent, opmaken, dat de Keizer in hen de
vertegenwoordigers eert van een gedachten
wereld, van een wereldbeschouwing, voor
welke hij sterke sympathie gevoelt.
De „N. R. O." geeft van het artikel do
volgende vertaling:
„De Oranjes, wier aandenken thans op
eulk een bijzondere wijze te Berlijn wordt
geëerd, behooren volstrekt niet tot die ge
kroonde schimmen, welke paa leven krijgen,
nadat zij van het bloed van do monarchic)
bij Gods genade hebben gedronken. Het
zijn over het algemeen mannen geweest, die
met helderen blik hun tijd begrepen, en hun
buitengewone kracht aan de bereiking van
hooge oogmerken beproefd hebben, met een
open zin voor burgerrecht en burgervrijheid
en met een voor hen karakteristieke verceni-
ging van persoonlijken godsdienstzin met
verdraagzaamheid. P
„Willem I, Wilhelmus van Nassaueni de
stichter van de Nederlandsche vrijheid, be
hoort tot de merkwaardigste figuren der
nieuwere Europeesche geschiedenis. Het is
teekenend voor het karakter van dezen man,
die, uit een Lutheraansch huis afstammen
de, aan "het bof van Karei Y roomsch was
opgevoed, dat hij als tegenstander des Kei
zers eerst bedenking koesterde om er voor
uit te komen, dat hij Lutheraan of Calvi
nist was. Hij achtte zich eerder geroepen
om als het ware in den geest van een chris
tendom dat boven de gezindten stond, een
temperenden invloed op den vromen ijver
van de twee gereformeerde gezindten en ook
van dc katholieke kerk te oefenen. „Aan
den anderen kant", merkt Ludwig Heller
in zijn monografie over de Hohenzollerns
en Oranjes op, „bezat, de priDs bij allo toen
heerschende gezindten talrijke vrienden,
die. zonder formeel uit het verband der ker
ken, waarin zij geboren waren, te treden,
in zijn wereldbeschouwing deelen, en er is
zelfs in dien tijd een machtige partij in
wording geweest haar vijanden trachtten
haar als libertijnen verdacht te maken
die boven do gezindten uit naar een hoo-
gere godsdienstige eenheid streefde." Het
waren voornamelijk Hugenootsche tradities
die in de om hun politieke vrijheid worste
lende Nederlanden He bovenhand kregen.
„Een sterke gelijkenis tussclion den be
vrijder der Nederlanden en den keurvorst
Frederik Willem komt hier aan den dag
Yerdraagzaamhcid was bij den Nederlan
der zoo goed als bij den Brandenburger een
voornaam stuk van hun godsdienst, niet de
vrucht van een boven den godsdienst uit ge
groeide levensopvatting. Dit is het ge
schiedkundig merkwaardige in deze bevor
deraars van de idee der verdraagzaamheid.
„Deze gemeenschappelijkheid van gevoe
lens tussehen de twee uitnemende vertegen
woordigers van de Oranjes en van de
Hohenzollerns moet ook beschouwd wor
den als de voorwaarde voor de tot-stand-
koming van de bloedverwantschap. Als
keurprins had Frederik Willem in de omge
ving van den Nederlandschen stadhouder
rijkelijk gelegenheid, om met de overle
veringen van Willem I vertrouwd te gera
ken. Frederik de Groot© heeft al eens op
gemerkt, dat dit verblijf in Nederland de
hoogeschool voor de latere keurvorsten ge
weest is. Hij bedoelt dit wel vooral in mi
litair opzicht, maar ten aanzien van de we
reldbeschouwing van den begaafden prins
geldt het woord niet minder. Overeenkom
stig do zeden van dieri tijd en niet alleen
van dien tijd, was het huwelijk van den
jongen Brandenburger met de dochter van
Frederik Hendrik natuurlijk niet vrij van
politieke overwegingen. Maar aan het
Franscüie hof was men vermoedelijk niet
verkeerd ingelicht, toen men de keus van
den Brandenburgschen keurprins aan diens
Hugenootsche gezindheid toeschreef. Want
in Louise Henriëtte vond hij de edele we
reldopvatting waarin de grootheid van Wil
lem I gezocht moet worden, het sterkst uit
gedrukt. Het humane idealisme, dat zich
van alle confessioneel© belemmeringen on-
doet, gaf aan het verbond tussehen den ge-
nialen Hohenzollerntclg en de edele, fijn
voelende Oranje wijding. In dien zin zijn
de Nederlanden do „godsdienstige baker
mat" van den Keurvorst geworden en ge
bleven.
„De naam der Oranjes is niet te schei
den van het begrip van gelouterden adel
dom des geestes, burgerlijke vrijheid en
principieele godsdienstige verdraagzaam
heid. Wanneer de nieuwe beelden bij het
paleis voor deze gedachten moeten getui
gen, zal de Bcrlijnsche burgerij de nieuwe
versiering van liet paleis dankbaar begroe
ten."
Vragen en Antwoorden.
Vraag. Ik heb met iemand een com
pagnieschap aangegaan en daarvoor 160
gulden betaald, met die conditie, dat do
zaak oyer twee jaren van mij ia, als ik
nog 200 gulden geef. Maar nn is gebleken,
dat hetgeen men mij daarvoor gaf, geen
waarde bezit en alles leugen en beHrog
was. Wat moet ik nu doen om mijn geld
terug te krijgen?
Antwoord. Wij zagen uw contract ia
en begrepen terstond, dat u er in geloopen
xijt. Do vorm van het contract is hoogst
gebrekkig, zonder eenige zekerheid, want
die boetebepaling helpt niets als er took
niets is.
Toch zult u moeten trachten te redden,
wat te redden is en ontbinding van het
contract te verkrijgen met schadevergoe
ding. Vervoeg u terstond bij een advocaat
procureur.
Vraag. Zoudt u in staat zijn mij in
lichtingen te verschaffen over de eischon
van het voorbereidend notarieel examen?
Welke leeftijd wordt geëischt?
Antwoord. Er is geen leeftijd voor
geschreven. Het examen loopt over de vol
gende vakkenNederlandsch, Fransch,
Duitsch, Engelsch, Latijn, geschiedenis.,
staatsinrichting'en aardrijkskunde, wiskun
de en boekhouden, natuurkunde en natuur
lijke historie.
Vraag. Ik heb van iemand 25 gulden
te vorderen en hij heeft mij beloofd, deze
te zullen afbetalen in vijf maandclijkscho
termijnen van 5 gld. Dc eerste betaling
heeft plaats gehad en heb ik op de kwi
tantie een zegeltje van 5 cent geplakt.
Moet ik het nu op dc volgende ook doenl
Antwoord. Ja. telkens als een geld
schuld, die grooter dan 10 gld. is, geheel
of gedeeltelijk te niet gaat door kwijting.
Vraag. Heeft een tweede vrou"- eenig*
aanspraak op de nalatenschap vau haar
echtgenoot, als het eenige kind uit net
eerste huwelijk bij het overlijden van haar
moeder het haar toekomende deel heeft ont
vangen
Als bedoelde echtgenoot een zaak drijft,,
heeft dan zijn tweede vrouw bij zijn over
lijden recht op een deel van hetgeen gedu
rende dat tweede huwelijk is verdiend?
Antwoord. De tweede vrouw kan,,
als er gemeenschap is, door de gemeenschap
bevoordeeld worden met een kindsdeel des
boedels van den hertrouwden cchtgonoob.
Zij krijgt dan haar aanbreng terug en de
helft van de winsten, gedurende het huwe
lijk gemaakt.
Uit d© andere helft, den hertrouwde toe
komende, kan deze haar dan nog bij tes
tament be voordeden, ook met een kinds
deel.
Door dit antwoord zijn beide vragen
tegelijkertijd opgelos'.
Vraag. Met wolk bedrag aan fojieri
kan men volstaan in een hotel, waar me a
een of meer nachten achtereen door
brengt ©n in een restauratie, waar men het
middagmaal gebruikt, hetzij alleen, hetzij i
in gezelschap van eenige personen, zonder J
door het personeel leelijk to worden na
gekeken
Antwoord. EigenLijlk is deze vraag
niet te beantwoorden. Immers, de eeno per-,
soon kijkt heel wat gauwer leelijk dan de
ander en zoolang dc hotelhouders, ivtau-j
ratours, enz. door de wijze waarop zij mot)
hun' personeel contractceren, niet in hot t
euvel voorzien, zullen er altijd zwartkijk)
kendo, naar fooien jagende bedienden
blijven.
Do hoe-grootheid der fooi hangt overf-V
gens nogal eens van den rang van het ho
tel af. Laat ons het gemiddelde nemen'
en dan het volgende tarief voorstellen1
nacht 0.50 gld.meerdere nachten voor
eiken nacht meer 0.25 gld. tot een zeker
maximum. Middagmaal idem. Als u mot
eenige personen eet en dan voor allen be- l
taalt, dan voor ieder nog eens do helft
or bij ook tot een maximum. j
Wij willen echter gaarne ons denkbeeld
voor beter geven.
V raag. Bestaat er hier in Leiden een
huis voor gevallen vrouwen, een z. g.
doorgangshuis, en zoo ja, waar en ,wie is
de directrice?
Antwoord. Er is een doorgangshuis
voor gevallen vrouwen, Pieterskerkgracht
No. 20. Directrice is mej. W. J. Hoekstra
Vraag. Is elkeen, di© een huis ver
bouwd, verplicht een beerput met overstort
aan de straat te plaatsen? Worden do
leden der Commissie van Fabricage van
dez© verplichting vrijgesteld?
Antwoord. Het eerste gedeelte van
deze vraag beantwoorden wij toestemmend;
inderdaad is ieder die een huis verbouwt,
ingevolge de artt. 41 cn 42 der Bouwveror
dening, verplicht een beerput met over
stort buiten het geoouw te maken.
Op het tweede gedeelte antwoorden wij
het volgende:
C* d© leden der Commissie van Fabrica
ge van deze verplichting worden vrijgesteld
is ons niet bekend, wij meencn dit zelfs
ernstig te mogen betwijfelen; in de Bouw
verordening zult U althans naar een der
gelijke vrijstelling vruchteloos zoeken.
Maar wij raden U aan eens aandachtig
te lezen art. 41, 6de lid, waarin; o. a. staat:
„In riolen, enz. moet, behoudens
onvermijdelijke uitzon.derin
gen, ter beoordeelin g van B. en
W s., een van een overstort voorziene put
geschakeld worden", en vervolgens art.
49, 1st© lid: „De voorschriften, bij art.
41, enz. gegeven zijn van toepassing
alsmede bij het voor een gedeelte
vernieuwen, voor zooveel het to
vernieuwen of het vernieuwde
gedeelte betreft."
Mijnheer de Ii iacteurl
Hoewel ik het geheel eens ben met dc vijf-
tien bewoners aan de Hoorcnstraat zie
ingezonden stuk van gisteren dat uit d©
sloot aan Heerenstraat en Witte Laan een
zeer walgelijke lucht opstijgt, welke niet
anders dan nadeelig kan inwerken op de,
gezondheid van vele daar wonenden, en ver
betering'in dien toeatand dringend noodig'
is, meen ik er hier vooral op te moeten wi.ri,
zen, dat voor een groot deel dc bewoners
zeiven de oorzaak van het euvel zijn.
Immers, zij laten niet na telkens al het
geen zij kwijt willen wezen, juist in die'
sloot te werpen. Voeg daar nu nog bij, dat
met het maken der nieuwe straten in die
buurt veel zand en tal van steenon dcnzelf-
d©n weg zijn gegaan als het bovenbedoelde
afval, dan weet men vrjj nauwkeurig opl
wie de schuld van den ondraaglijk gewor-!
den toestand rust.
Voor het geval, dat er verbetering i zal
worden gebracht, achtte ik het noodig do-'
zo feiten even onder dc aandacht te bren
gen. P. G. f
Leiden, 28 Mei 1907.
Crrondwetsliorzieniiig;.
Naar aan d© „N. Gr. Ct." geschreven
wordt, kunnen do wetsvoorstellen der Ho*
geering tot herziening der Grondwet bino/
nen cnikele weken, misschien zelfs enkel*!'
dagen, bij de Tweede Kamer worden vcjp*
wacht.
De Regeering zal, naar de correspondent
meent te weten^ een drietal wetsontwerpen
aanbieden, waarvan het eene uitsluitend op
het blanco-artikel betreffende het kiesrecht
betrekking heeft, terwijl de beick> andere
zich zullen aansluiten bij (ta voorstellen,
der Staatscommissie.