1 Anna, Wibo en Gerard Jaust ra. Zeker mogen jullie meedoen, en heel gaarne zelfsIk kan me voorstellen, dat het je moeilijk viel mij voor den eersten keer een briefje te schrijven, docli ik twijfel niet of daè zal van lieverlede wel beter gaap. Jo en Marie van Galen. Als je je briefje de vorige week tijdig aan ons bu- 1 reau bezorgd hebt, moet ik aannemen, aac ,je verzuimdet je briefje te onderteekenen; wekelijks toch ontvang ik briefje© van kin deren, die verzuimen hun namen te ver melden. IP'hien en Annie Coebergh. Jul- He poetpapier is wel is waar heel mooi, doch doordat het niet gelinieerd is, ziet i het werk er minder netjes uit. j Ik raad je daarom aan in het vervolg maar een gewoon stuk papier uit een schoolschrift te gebruiken, of als je dat misschien liever doet, je papier te linif rem t Cornelia v. d. Veer. Je hebt groot gelijk, dat je je bezoek aan Artis aan ja opstel hebt dienstbaar gemaakt. Hadt je al eens vroeger wolven gezien 1 H. en P. T e n d e 1 o o. Als ik me niet j vergis, hebben jullie al eens een prijsje verdiend,, zoodat je voorloopig tevreden i moet zijn. Daar zijn wel vriendjes ec vrien- dinnetjes, die langer dan een jaar trouw hebben meegedaan en die nog met zoo gelukkig waren als jullie. Je ziet dus, dat je niets te klagen hebt, kinderen I i Johanna R ij kom 'Als je pas ne- j gen jaar bent, wil ik je briefjes gaarne voor lief nemen, zooals zij zijn; want ik 1 twijfel er niet aan of je schrift zal gaan deweg wel mooier worden. Je moet maar flink je best blijven doen. j N a n cy Stumm'ler. Ik wil gaarne aannemen, dat je buitengewoon jte best hebt gedaandoch ik geloof niet, dat je i werk voor den uitgeloofden prijs in aan merking zal komenbeste kind 1 j Ik denk, dat je met bet inzenden van oplossingen en nieuwe raadsels meer kans zoudt hebben een prijs te winnen.: i Probeer het maar eens. 1 Israël Slager. Vriendelijk dank 1 voor de beeldig mooie prentkaart, die ik i van je ontving; ik zag deze soort nooit 1 te voren, zoodat ze in mijn verzameHng eon 1 „unicum" is Vriendelijke groeten.! I. v. d. Patten. Vriendelijk dank voor de mooie prentkaart, die ik gaarne een plaatsje in mijn album zal geven. Hermine Huntelman. Je keurig geschreven bijdragen heb ik in dank ont- i vangen, en zal er indien ze geschikt zijn gaarne een goed gebruik van maken. Dora Boom. Neen, meisjelief, ik was volstrekt ïtiet boos op je, omdat ik de yo- rige week niets van je hoorde; ik begrijp I best, dat je wel eens verhinderd kunt wor- den om op den bepaalden tijd te schrij- ven. Vriendelijke groetjes 1 MARIE VAN AM STEL. Onderlinge Correspondentie* Wie heeft van het album „Lente" het plaatje No. 128 „Lentelandschap'"? Die krijgt van mij van het album „Zo mer" No. 22 „Kwartelkoning." Mijn adres is Rijn- en Schiekade 110, Leiden. Joe. Kleine, Hoogewoerd 28a, zou gaarne Vetrkade's platitjes ruilenhij g^oft twee '.Lente-plaatjes voor één plaatje Zot»©?. - [V»n de ingeionden Terejee ifln er een zestal, die yoor plaatsing in aanmerking komen, namelijk van: Jaantje Knaven, H. en P. Tendeloo, Israel Slager, Alie en Neeltje Bakkenes, Wühelmina de Yisser en Ida Dlrkse, allen te Leiden. De verschillende Versjes, volgen hieronder, terw^l het prijsje werd toegekend aan Jaantje Knaven, omdat de inhoud meer dan die van da andere bijdragen in otereeDsUmming mat bat plaatje ls. Ingezonden door Jaantje Knaven, te Leiden. De winter is geweken. De lente is weer daar, De wind blaast door de takken En door het krullend haar. Zij hebben met hun drietjes Geen noedjes opgezet; De lucht is warm en lekkerf En buiten is de pret. Marietje, vast de kleinste, Gaat op haar teentjes staan, Om over het hek te kijken Naar bloemetjes en blain. En ook haar beide zusjee, Lief Suzetje en Mien, Zij moeten met haar allen De vogeltjes eens zien. Ach, zie ze daar eens zitten, Zoo rustigjes op een takl Wat zijn ze bij de kleintjes, Toch recht op hun gemak 1 'k Weet. wat ze samen praten: „Daar ginds, daar komt ons nest; „Daar gaan wij samen wonen „En hebben 't opperbest I" Ingezonden door H. en P. Tendeloo, te Leiden. Hoe heerlijk de lente is er weerl De boo men komen uit. Het malsche gras begint te groeien. De viooltjes weer te bloeien. De schaapjes blaten op de hei. De kalfjes springen in de wei; Zij vinden het allen zoo heerlijk. De lente is er weer en zij zijn alle zoo blij. Ingezonden door Israël Slager, te Leiden. De yogels zingen lustig Of sjilpen op heur nest. De lieve duifjes kirren En koeren al hun beet. M. A.J Toch zijn wij met ons drietjes Hier ongestoord bijeen. En smaken duizend pret jee Al is de speelplaats kleen. Geen vogel zong ooit blijer Dan wij ons vroolijk lied. En helder als zijn oogjes Schijnt ook de zon wel niet. Ingezonden door Alie en Neeltje Bakke- Daar komt de lieve lente, De lente komt in 't land. Ach, vriendjes, d^et de prenten En verfdoos aan den cant. Het hobbelpaard op zijde, D© poppen in de kast. Nu gaan wij naar de weide, Naar 't groene klavergras. Kijk, deze lieve meisjes, Zij zitten bij elkaar, Te kijken naar twee vogels, Die daar zitten op een tak, Al in den rozestruik. Ingezonden door Wilhelmina de Visser, te Leiden. Bloemetjes bloeien in het veld, De vogeltjes zingen luid. Drie aardige kinderkopjes zien Vroolijk boven de schutting uit. Ingezonden door Ida Dirkse, te Leiden. De lieve lente is gekomen En strooit haar bloempjes kwistig road. Op heesters en op pcre women. D© weiden zijn van bloemen bont. De vogels jub'len in de struiken. De merel, vink, elk zingt zijn lied. De Meidoorn noodigt uit tot ruiken, 't Ia kleur en geur wat lente biedt. En kind'ren, vroeg gewekt voor 't spelen, Door 't zonnetje, dat ben wakker kust, Plukken nog bloemen, roode, gele, Als 't vogeltje al in de struiken rust.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 14