De ParasoL STOPGOUD. Wekelyksclie Kalender. De parasol is reeds bij de oudste volken bekend geweest en werd bij vele daarvan bcechouwd als een waardigheidsteeken van goden en heerschers, als een zinnebeeld der almacht. Zoo laat bijv. de Indische godenBago Visjnoe met een parasol in de hand naar de onderwereld afdalen. En de koningen van Ava rekenden den titel ,,Heer der wit te olifanten en der vier en twintig para sols" tot hun voornaamste titels. Egypte- naren en Assyriërs gebruikten de parasol, evenzoo de Grieken en de Romeinen. Bij Ovidius zit Hercules in den tijd, dat hij om Omphale vrijt, niet alleen aan het spin newiel, maar galant, als hij is, draagt hij ook de parasol voor baar. Tegenwoordig is er voor het dragen van een parasol geen herculische kracht meer ttooclig, vooral niet in dit voorjaar, nu de zorgzame mode, die altoos den tijd van het jaar vooruit is, de dames met zeer luch tige en lichte parasols heeft bedacht. De hieuwe parasols onderscheiden zich in veel van haar voorgangsters. In de eerste plaats zijn zij wat kleiner uitgevallen. Wel Edjn zij van dunne stof, daarentegen over- rijk bezet mot falbala's en kwastjes. Men Bal veel parasols van gestreept gaas dra gen; hoo breeder de strepen, hoe moderner. En wie niet van strepen houdt, diens «maak zal zeker bevredigd worden door de geborduurde parasol, al zal men daar voor veel geld in de beurs moeten steken. Een aardige nieuwigheid is, dat de mo derne parasols van binnen gevoerd worden. Door de automobielsporb is een sedert lang vergeten mode weer actueel geworden, hamelijk de zoogenaamde „knicker", de parasol met den samenklapbarén stok, •ooals zij vijftig jaar geledon gedragen werd en waardoor men zich tegen stof en «on beschutten kan, zonder den chauffeur te hinderen. De stok van de nieuwe parasol doet ook nog een andere mode uit vroeger tijd her leven. Volgens de nieuwste berichten uit Parijs wordt dit jaar van de parasol de stok omgedraaid, zoodat het handvat, de knop of hoe men het noemen wil, komt te zitten waar zich anders de punt bevindt, waardoor de parasol als wandelstok gebruikt kan worden. Op de modeplaten van een dertig jaar geleden kon men betzelfde zien. Echter wel iets nruws is het handvat zelf, in den vorm van een parkiet in natuurlijke kleuren. Is de parasol geopend, dan zit do parkiet er bóvenop, alsof hij even uitrust en zoo aanstonds weer zal wegvliegen. Een ander handvat is van geslepen kristal, in den vorm van een herdersstaf, met een roos in het midden. Als wij do menschen Lehandèlen alsof zij waren wat zij moeten zijn, dan brengen wij ben soms daar, waar zij gebracht moeten worden. G o t h e., ï)e parvenu acht zich in vollen ernst bo ven ons verbeven en leest bijna lederen gentleman de les over de kunst om een gèntleman te zijn. Thackeray. Wat er in een café [ebroken wordt. 1 Iedereen heeft in een restaurant wel eens een glas zien nekken. Maar heeft men er wel eens aan gedacht, wat er in sommige groote cafe's gebroken wordt? Dit is te Pa rijs een zaak van groote actualiteit, daar do kosten van het breken, van „la casse", het onderwerp uitmaken van een der voornaam ste eischen der stakende kellners. In de meeste café's betaalt namelijk de „garden" het door den bezoeker vermoorde glas. Trouwens eischt de waarheid, te ver klaren, dat ook „gabons", „omnibus" „plongeurs" en „officiers* er een handje van hebben, den voorraad glas- en aarde werk steeds te doen hernieuwen. In eftn der drukste cafe's van den Boule vard des Italiens werden in één maand tijd 285-t glazen, 1^07 borden, 985 koppen en scho tels, enz. gebroken, gelijkstaande met een waarde van 3800 francs, d. w. z. ongeveer 128 fr. per dag 1 't Is waar, dat juist in dat restaurant de kellners de breek" niet betalen. De tuberculose !n de Parljsche woningen In 1906. Dr. Roux heeft bij de Académie de Mé- decine" te Parijs een rapport ingediend van den heer Juillerat, ambtenaar aan de pre fectuur der Seine, over do huizen van Pa rijs, die door tuberculose zijn aangetast. Uit dat rapport blijkt, dat te Parijs in 1906 aan longtering overleden zijn 9573 per sonen, tegen 9578 in 1905, en dat de 5283 in het gezondheidsregister van de Seine- prefectuur als tuberculeus aangeteekende woningen 29 pCt. van bet aantal overlede nen geleverd hebben, tegen 28 pCt. in 1905. Geconstateerd moet worden, dat de tu berculose haar verwoestingen in nagenoeg gelijke mate blijft aanrichten als in de laat ste verloopen elf jaren, van 1 Januari 1894 tot 31 December 1904. Sedert is het gemeen tebestuur begonnen met het nemen van maatregelen om die aangetaste woningen, met toepassing van de bepalingen der wet van 1902, zoo mogelijk gezonder to maken. Zondag. Met iedere seconde breekt een nieuw" lo ven voor ons aan. e jflaandag. Hoogmoed iB onze natuurBjke en aange boren kwaal. Dinsdag. De gevaarlijkste cavalerie in de wereld vormen de stokpaardruitersdie ontzien niets in hun wilde evolutiën., Woensdag;. Wees bovenal niet zorgeloos, want zorgo- looshcid is de gnootste vijand van do deugd.-, Donderdag. De ernst is de wegwijzer naar het geluk; de opgeruimdheid is het geluk zelf. Vrijdag. Oprechtheid is nooit belachelijk, altijd eerbiedwaardig. Hetzij ze een verstandige, tactvolle taal spreekt, of een naïeve, aitoos eieoht haar stem eerbied en gehoor. Zaterdag. O, geniet met verstand wat het leven u biedt En ontbeer zonder leed wat een ander geniet; Of zijn lust rwordt uw last, zijD genot uw verdriet. RECEPT. Sago-pndding. Twee ons goed afgewasschen sago kookt .men in een liter melk, gaar en stijf (men voegt er een woinig zout bij). Als het wat is afgekoeld, mengt men er het volgende doorheen. Twee groote lepels boter, twee di to lepels suiker, een weinig kaneel en de geraspte schil van een citroen. Men stoot zes beschuiten heel fijn en voegt die bij het mengsel; verder zes eierdooiers en het stijf geklopte wit. De pudding moet 2è, uur in bain marie onafgebroken koken en wordt met rum8aus gepresenteerd. jSlXjXJXS ËSpïaEaX* De chef van een druk station had verlof. Eén zijner vrienden vond hem den twee den dag zijner vacantie op het perron zit ten en vroeg hem, wat hij daar deed en waarom hij niet liever op reis ging.- „Dat zaJ ik je zeggen/" antwoordde de chef. „Bij eiken trein, die voorbij gaat, denk ik: ziezoo, dat i8 er alweer é£n, waar ik niets mee te maken heb, en dat geeft me meer plezier dan de mooiste reisT' Ik ben er ook nog. Twee bedien den op een kantoor hebben een hevigen woordenstrijd. A.„Je bent de grootste stommeling op den aardbodem (De chef komt onopgemerkt binnen.) B.„En ik ken geen grooter idioot dan gij De chef, op kalmeerenden toon: „Zacht wat, heeren; gij vergeet, dat ik er ook nog ben..." Grof. H e e r (in het parterre)„Och, juffrouw, zoudt u zoo vriendelijk willen zijn, uw hoed af fce zetten? Ik kan absoluut niets zien. Uw haar kunt u gerust ophouden." Teleurgesteld. Patroon"; „Vandaag ben je immers jarig, Meier?" Bed iende (vol verwachting)Ja, mijn heer." P afcroon: jvï^u, kom me dan morgen weer niet een uur te laat, zooals verleden jaar, hoor V' To oh over.' - „Zeg, Door, hoe lang ben je nu al weer in dienst?" „Zes weken." „En bevalt het er je goed?" „Niet bijzonder; mevrouw laat meer te wonschen'dan te eten over. - Zuinig. Regisseur (tot too- neelknecht): „Piet, leg de kransen van onze primadonna in ijs; de volgende week hebben we weer een première." Verbloemd. A.„Ik hoorde u zoo even.het woord „ezel" gebruiken, mijnheer, meende u mij daarmee?" B.„Neen, mijnheer, volstrekt niet. U denkt toch niet^ dat u de eenige ezel op de wereld is?" VRAGEN. 1. Wie kent een middel, waardoor wrat ten van handen verdwijnen? 2. Hoe kan men een gelen parketvloer, die vervuild is, weer geel en mooi krijgen? 3. Wie wil een eenvoudig middel aan de hand doen om een meisjes-Panamahoed (vijgenmat), door de zon geel geworden, met succes te wasschen 4. Wie kan opgeven titel en uitgever van een zangboekje, waarin voorkomt het versje, aanvangende met: „Daar bloeit een bloempje in ons Vaderland"? 5. Onder een ouderwetsch huis bevindt zich een ruime kelder met afzonderlijke uitbouwen. In dezen kelder heeft zich in het najaar een kolossale zwerm muggen verzameld, te veel om met doeken of op andere wijze dood te drukken. Met het voorjaar komen do dieren geleidelijk vooi den dag en verspreiden zich in groepjes door het geheele huis. Zij 6teken zeer vin nig. Hoe van deze plaag af te komen? In den kelder bevinden zich een paar ramen, die op een binnenplaats uitkomen. Zouden nu misschien de muggen dooi het branden van een of andere scherpe stel vanzelf wegvliegen zonder kans, dat zij nn zouden gaan huizen in het klimop langs den muur? Het best ware wellicht den kelder te sluiten en uit te rooken. Waar mee is dat hst best te d^cn zonder dat men in huis daarvan door reuk last onder vindt? 6. Kan een der lezers een voldoend mid del aangeven om onreinheden, door vliegen veroorzaakt op Lancaster-gordijnen, ge makkelijk te verwijderen? Wij verzoeken hun, die in staat zijn deze Vragen, eenige of één er vad, goed te be antwoorden, vriendelijk dit zoo spoedig mogelijk t© doen en hun antwoorden vóóij Woensdagmiddag In te zenden aan onaj Bureel in enveloppe waarop aangegeven; staat; Vraag 1 Zondagsblad, Vraag en*.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 16