So. 14471. VERHUIZEN. LEIDSCH DACBLAD, Gemengd Nieuws. ZATERDAG 27 APftlL. TWEEDE BLAD. Anno 11)07. (Sateau a la Hein®. Hot ia het seizoen van verhuizen en schoonmaken. Het zijn do gulden dagen yoor hen, die „zich belasten met hot ver huizen en transportceren van inboedels, enz.'' In schier elko straat stuit go op 'verhuiswagens, groot of klein, moet go bergen uw lijf voor wat van boven komt en ontsnappen kan, uw zijkanton yoor _wab wordt uitgedragen. En waar, dit zij terloops opgemerkt, niet wordt verhuisd, daar aanschouwt ge opgeschoven ramen, wit-gemaakte ruiten, yan gordijuon beroofde vensters, in kamers zwoegende mevrouwen, juffrouwen en dienstmeisjes, die ieder voor zich en allen ,to zanxon alle moeite doen om dos avonds „dood-op" te wezen, afgeven op de schoon maak en toch innig-blij zijn zooveel stof te mogen verplaatsen, want er moot en 'er zal jaarlijks wordeai schoongemaakt, en heb zou er slecht uitzien als er nooit jwerd schoongemaakt I Men vooral het vrouwelijk deel van het Hollandsehe menschdom houdt dus yan schoonmaken en velen zijn in onzen tijd ook niet bang voor dikwijls verhui- izen. Dit laatste toont ons reeds de April-, en zal ons vooral weer do Mei-maand too- ïien, als wij die zware transportwagens met1 meubelen on huisraad'zien en hooren [voorbijrollL'n, die enorme bekleede ruimten, met vlugheid en tact volgepakt en leeg gehaald. Als wij acht geven op die open wagens of karren, waarop is geladen de gansche rijkdom der minder bodeeldon, hun- stoelen, hun tafels, hun beddegoed, hun keukengerei, deinend en schuddend, glijdend en hobbelend, voor vallen behoed ,door een network van touwen. En zoo trekt de een in de door een an der pas verlaten woning. Waarom ,er verhuisd wordt? Om ver schillende redenen. Door verplaatsing; door gewijzigde levensomstandigheden. Sommigen zijn in staat ,,groofcer to gaan wonen", anderen zien zich genoodzaakt ,,het voortaan met minder te doen," nog anderen hebben behoefte aan een ruimer huis doordat do kinderen groofcer of meer in aantal werden. Zij< die dikwijls verhuizen en niet door drongen zijn van de waarheid van hot spreekwoord, dat „veel verhuizen veel bed- stroo kost", zullen niet gehecht zijn aan de woning, die zij gaan of pas hebben ver laten, en dus niets gevoelen van weemoed bij het uittrekken. Anders zal het zijn mee hen, die voor den eersten keer sinds zij hun huishouding opzetten, het oude huis .verlaten; liet huis, dat hun geworden is een geliefde woning. Hun zal bij het scheiden wel een gevoel van weemoed ver vullen. Als zij nog eenmaal van kamer tot kamer gaan, wat al berinneringen 1 Blijde en dróevcl Wat is er veel gebeurd van den tijd, toen zij „hun huis", hun „eigen" huis, betrokken tot op heden 1 Weg gaan zij noode uit deze woning, waaraan zij zoo gewend waren, zoo hingen met heel hun hart. Weg van do plek, waar tij zulk een gelukkigen tijd doorleefden van do plek waar do wieg stond van den eerstgeborene, in welke plaats der rust later nog zoo menig kopje op het kussen lag, zoo menig paar bloot gc olde poot jes trappelend zich verhief. Het scheiden valt niet licht. Zwaarder is het velen nog heen te gaan, als in dat huis een verlies is geleden. Er wordt toch afgebroken een brug, de brug de herinneringen naar dat land, waarin zij, die achterbleven, leefden met hun dierbaren doodo. Do muren, ze hebben ge kend wat eenmaal was het geluk van hun loven. Geheel het huis, het was do lijst om het beeld van den ontslapene. Lang zagen zij er dan ook tegen op uit te gaan naar een ander tehuis. Er waren zooveel bezwaïen1, zooveel bedenkingen. Maar zij moesten weg, die aan hun oud geliefd huis zoo gehechten. Ook voor hen brak aan de morgen de lentemorgen, waarop voor hun woning de reuzenwagen, met de sterke paarden or voor, stilhield, waarop begon het aflaten, het uitdragen, het inladen, het inschikken der meubelen, stuk voor stuk, om straks in het nieuwe huis een gansch andere plaats te erlangen. Hoe vreemd d&n zulk een nieuw huis. Het is niet het eigen huis. Het is een vreemde woning, onbekend voor, onbemind door hen, die ze betrokken. In donker verdwalen zij er in; niets kunnen zij er op den tast vinden. En dan het gemis dier oude buurt! Die oud-bekendo gevels, zo spraken tot hun getrouwe voorbijgan gers. En die zonnegloed in de ruiten der oude overburen, wat wordt hij gemist 1 En die mentchen, die mer steeds ontmoette bij het zich begeven naar den arbeid, die men wel niet aansprak, maar toch groette, zij worden niet meer gezien. Yoor gevoeligo naturen is verhuizen iets smartelijks, ontegenzeglijk. Maar er zijn wij wezen er reeds op ook anderen. Er zijn er, die het niet on aangenaam vinden, het verhuizen, heb ver wisselen van woning; ja, die er bijkans een pretje van maken, dio haken naar het ongewone, naar het nieuwe; die van het onbekende alles goeds verwachten, die geneigd zijn tot min-, j'a tot verachting van al het oudo. En bevredigt het nieuwe weer niebt dan maar weer wat anders. Die passen in het rusteloos gejaag, in het voortdurend gezoek naar hot betere in de huidige mensoheiimaatschappij. Of zij telkens het betere van het voorgaande zullen vinden? Hoo het zij zij schikken zich vroolijk in het onvermijdelijke, in het verhuizen zelf, in heb verhuisd zijn, hun eon gewoonte, een tweede natuur geworden. Zij storen zich dan voor een poosje niet aan wat minder gemak. Hun niet-hangen aan het oude, hun trek naar het nieuwe doet hen slapen op veldbedden, met do meeste inschikkelijkheid, doet hen etem van' met tooi gevulde pakkisten, doet hen zingen en fluiten, te midden van den grootsten rommel, doet hen juichend uit en jubelend ingaan. Het is do tijd van verhuizen. Dank zijden goeden smaak van de bouwondernemers, de heeren J. Bo- termans en W. de Haan, is het oude, on ooglijk smal perceel, Steenstraat 9, herscha pen in een modern klein winkelhuis, dat van buiten in de rij der huizen in deze straat door zijn fraai uiterlijk de aandacht trekt en binnen gerieflijkheden aanbiedt, die men er niet zou zoeken, maar waaruit blijkt hoe met do ruimte kan worden ge woekerd. In verband met de in ons blad gestaan hebbende advertentie van den heer D. An- thonie Treur, die or een sigarenzaak in heeft geopend, wijzen wij alleen op den winkel, keurig afgewerkt en waarin de aandacht trekt een brandvrije vloer van torgament, een nieuwe atof uit de Leidsche torgamont-fabriek. In overeenstemming met de inriohting heeft de heer Treu^, die jaren lang dezelf de zaak uitoefende Haarlemmerstraat 18, den winkel smaakvol geëtaleerd. Hij is een vakman, die bijna een kwart eeuw heeft meegedaan, zijn oude klanten zullen hem dus wel opzoeken, doch ook voor nieuwe vraagt hij de aandacht. Naar „De Tel." verneemt, zal de oude vier van de Amsterdamsohe roei vereeniging „De Hoop", bestaande uit do heeren Schoonenberg, Blussé. Glasbergen en Thomas, dezen zomer deelnemen aan dc internationale roeiwedatrijden to Berlijn Bij den V altherdraai te Stadskanaal, Groningen, werden gisteren uit het kanaal de lijkjes opgehaald van-twee kinderen van een arbeider aldaar, dio Zaterdag onopgemerkt daarin waren gevallen. In een onbe w aak fc o ogen blik is gistermiddag bet tweejarig kind van den rijksveldwachter D. in dc moddersloot ach ter het huis geraakt. Toen d<e vader hot kind op het droge gebracht had, waren de levensgeesten reeds geweken. Men meldt uit Rijssen, dato 24 April: Het zoontje van den fabrieks baas N. vond gistermiddag een stuk onge- bluschte kalk en stak het in den broekzak. Hij bleef buiten spelen in den regen, waardoor do kalk begon to blusschen en zijn kleeren in brand geraakten. Vó<5r men hulp kon verleenen iwas zijn dijbeen deerlijk gebrand. De jongen lijch thans hevige pijnen. Uit Rij sen. Gistermorgjen zijn de beide fabrieken der firma Terhorst weder aangezet. Het getal arbeiders en arbeidsters is ge klommen tot een 430-tal. Op he^t wrakvando „Berlin" is gisteren weder geschoten. Een noodlottig einde. Me vrouw Buse, in wier woning te Renkum, in den nacht van Zaterdag op Zondag in gebroken werd en oen grooto hooveclheid tafelzilver gestolen, heeft zich gisternacht van het leven beroofd. Toen het dienstpersoneel haar vond, kon zij nog slechts enkele woorden stamelen. De bijzondere - geheimzinnige omstandighe den, waaronder de diefstal met braak plaats had, hielden haar voortdurend in hoogst zenuwachtigen toestand. De justitie heeft het huis verzegeld. UitNaarden meldt men aan de „N. R. Courant": Gisternacht had do familie J., aan deu Naarderstraatweg, een minder aaDgenamo ontmoeting aan huis. Aldaar vervoegde zich een persoon, die verlangde een fiets ter leen te mogen bobben. Uit do verwarde praatjes bemerkten do bewoners al spoedig, dat zo waarschijnlijk te doen hadden met iemand, dio niet wel bij het hoofd w'aa. De toestand werd even wel lastig genoegde heer des huizes was ongesteld en reeds begon de ongewenschte bezoeker tot handtastelijkheden, tegen do ruiten tc slaan en tot bedreigingen over te gaan, toen, door het luiden van do groo- te huisbel buren, kwamen opdagen, die den woesteling naar Naarden bi*,aohten en aan de politie ovorleverden., Ala een bijzondenheid meldt men aan de „Midd. Courant", dat Woens dag te Middelburg de akte voor lager on der wija werd behaald door .iemand, die vóór eenige weken nog iimmormansgezel was. In zijn vrije uren bereidde hij zich tot het examen voor. Kleine oorzaken, grooto ge volgen. Het tooneel stelt voor den pu- blieken weg te Anna-Jaoobapolder, gem. St.-Philipsland, een drietal weken geleden. Twee jongens gooien met keien. Een pro jectiel breekt een glasruit. Beide jongens werpen de schuld op elkaar. Moeder van A. zoekt moeder van B. op, om het zaak je op te helderen. De laatste beweert: „Jou jongen heeft het gedaan," de eerste hetzelfde van moeder A.'s jongen. Beide vrouwen blijven bij haar beschul diging. Moeder van A., verbolgen en ge griefd: „Nou, als mijn jongen het dan toch gedaan heeft, zal ik j o u wel vin don." Moeder van A. af. Kort daarop ontmoet moeder van A. haar tegenstandster en slaat haar met haar schoeisel, in casu een klomp, op hei) hoofd. Moedor van B. klaagt over hoofd pijn, moet rust nemen, wordt bedlegerig en is in het laatst der vorige week over leden. Moeder van A. is voorloopig in hechte nis gesteld. Gebrek aan werklieden". Men schrijft uit de Langstraat aan „De Maasbode" Door den grootcn trek van werklieden naar Duitschland en Amerika is hier een groot tekort gekomen aan werkkrachten. Niet alleen do landbouwers ondervinden hiervan do nadeelige gevolgen, doch vooral ook de schoenfabrikanten. Zoo zou in Dru- nen een schoenfabriek worden opgericht, indien mon maar aan personeel kon komen, De fabrikanten hebben all© mogelijke po gingen aangewend, om aan personeel te ko- men," doch zonder resultaat. Van de oprichting der fabriek kan voor eerst niets komen I Tractatie. Na anderhalf jaar in Engeland te hebben vertoefd, zou de zoon een veertien dagen in den huiselij- ken kring komen doorbrengen. Groote vreugde derhalve bij de familie en moeder vooral zag met spanning en. innige blijd schap het oogenblik te gemoet, dat haar jongen weer eens bdj haar zou zijn. Ander half joan was ook een heele tijd en ze had het wel nooit gezegd, maar het had haar toch altijd gehinderd, dat hij zoo ver weg was, daar in den vreemde bij al die vTccm de menschen. Als zorgelijk moedertje dacht zij maar steeds er over na, hoe het haar jongen nu eens recht naar den zin te kun nen maken. En zij herinnerde zich hoo hij in een zijner brieven zich er over beklaagd bad, dat het eten in Engeland hem niet bijster kon bevallen en dat hij soms water tandde bij do gedachte aan een bord echt Hollandsehe erwtensoep met kluifjes. Dat was vroeger ook altijd een heelo tractatie voor hem geweest. Nu, moeder zou er wel goed voor zorgen, dat direct den eersten middag zijn lievelingsgerecht op tafel zou komen. En zij liet nu na do getrouwde broers en zusters op de hoogte te brengen van de bijzondere voorkeur van den Engel- schen broer, zooals hij genoemd werd, voot erwtensoep met kluif. De Engelscho broer kwam cn werd met gejubel ontvangen. Een ieder wilde het hem aangenaam maken en het regende invito- ties om tooh eens to komen eten.' Den eersten middag deed hij zich bij moe der te goed aan heerlijke soep met kluif. Den tweeden middag was hij bij zijn zwa< ger ten eten en toen zij aan tafel gezeten waren, nam de zuster tnet een triomf an telijk lachje het deksel van de soepterrine- en geurde hem tegen soep met kluifjes., Een paar dagen daarop was hij de gast van zijn broer en werd hij onthaald op soep met kluifjes. En zoo geschiedde het zesmaal in dien voor hem zoo gedenkwaardigen vacantie- tijd, dat soep met kluifjes op het menu prijkte. Men liet hem telkens gevoelen, dat dat gerecht nu eens speciaal voor hem werd opgedischt, want dat dc anderen cr niet veel om gaven. Zoodat hij ook telkens zich zedelijk verplicht achtte, dc tafel meer eer aan te doen, dan met zijn smaak eigen lijk overeenkwam, zonder to durven zeggen, dat zulk een overvloed van soep met kluif, ook zelfs voor hem, den aartsliefhebber, van het goede tc veel was. Moeder heeft na deze vacantia nooit weer brioven ontvangen met klachten over den slappen Engclschcn kost. („N. Gron. Ct.") Het vcrjdachte ziektegoval aan boord van het Engelsche oorlogsschip „Powerful", liggende te Sydney, is geble ken geen pest te wezen. Do temperatuur in Eng ej land is de laatste dagen voortdurend gestegen. Te Londen was het gisteren 71 gr. F. Dat belooft wat voor ons. Reuter seint uit Napcis hot volgende zonderlinge voorval, aan koning en koningin van Engeland dezer dagen overkomen. De Koning en de Koningin wilden clo kerk van Santa Chiara bezichtigen, doch deze was gesloten en de monniken, dio haar bewaken, zaten aan hun middag maal. Op herhaald kloppen opendö do secristijn de deur cn riep, denkentlo met bedelaars te doen te hebben, den Koning en de Koningin van het machtigste rijk der wereld toe: „Gaat door, er is niets voor u hier." Koning Eduard had verba zende pret en schaterde het uit. Een der leden van het gevolg legde toen uit, dat men de kerk wilde bezichtigen. Maan de~ sacristijn raakte daardoor nog meer uit zijn humeur en riep boos: „Za nikt niet! Op het oogenblik kan men do kerk niet zienl" Gelukkig vpor den Koning passeerde ge neraal Salsa, die do Koninklijke gust.en herkennende, den sacristijn sommeerde, do deur te openen. Men kan zijn verbazing begrijpen, toen bij ontdekte, wie de perso nen waren, die hij voor bedelaarjs gehou den had I In do staking der bakkers to Parijs is nog weinig verandering gekomen. Zo hebben thans besloten op communisfci- schcn grondslag soepkokerijen in te richten on de agitatie voor de staking mot meer kracht door te zetten. Ook de hotelbedienden to Parijs hebben besloten tot de algemeene staking. Ingcsueouw d. Do gemeente Hinterisz, in Tyrol, is sinds zeven weken door de sneeuwmassa's van het verkeer met de buitenwereld afgesloten en lijdt gebrek aan levensmiddelen. In den vroeg-vallenden schemer was de groote banketbakkerswinkel één uitstalling van zoctlokkend genot en geheimzinnige sur prises. Vaag wegdoezelende heerlijkheden van slagroom, banket, eierschuii^, geleien, vlaas, nougat, leego pastei- en polonaise- vormen vulden do breedo glazen toonban ken en in do lucht hing de wee-zoete geur van van iel je, chocolade cn fondant, die uw trek al doet voorbijgaan nog vóór gc van iets geproefd hebt. Agaat onderdrukte een geeuw en nam lusteloos nog eens haar boek op. Het ro mannetje interesseerde haar vandaag niet en telkens trachtte zo tevergeefs haar oogen tot gestaag lezen te dwingen. Haar gedachten dwaalden iederen keer af. Het werd meer en meer een marteling voor haarf dit dagelijks bestaan in een banketbakkerij, waar alles haar iederen dag meer tegen stond en alleen het gezicht, of nog meer de atmosfeer haar wee maakte. Soms kon het haar nu zóó tegenstaan, dat het haar onmogelijk werd gelijk toch haar plicht was tegenover de bezoekers do heerlijkheden der versohi'Vndo lekkernijen zoo te roemen, dat hun het water in den mond liep. Toen zij in betrekking kwam, had zij ge dacht, dat dit wel nooit zou gebeuren. Als kind, en later als jong meisje was ze dol op zoetigheid geweest, en toen haar oom, die een vriend van den confiseur was, haar gevraagd had of ze winkeljuffrouw in dc groote banketbakkerszaak wou worden, had ze minstens gemeend, dat do homel voor haar openging, en had zo gretig ja geant woord. Oom had het verder voor haar in ordo gemaakt. Toen hij haar kwam voorstellen aan zijn vrind, had do confiseur gezegd: „En je mag zooveel taartjes eten als je wil, als je maar niets meeneemt. Zie je," zoo vervolgde hij tegen zijn vriend, „zoo leer je ze eerst het snoepen af. Een enkele b 1y f t ze lusten, maar meestal -.unnen ze ee na een paar weken niet meer zien." Zoo was bet ook haar gegaan. De practi- eche menschenkennis van don banketbak ker waa niet nuchter van doorzicht geble ken. Veertien dagon at ze ongeveer niets anders dan oud-bakken taartjes, drie we ken gebruikte zij ze voor boterham en voor middagmaal, toen opeens gingen sommige soorten haar een bectjo tegenstaan het eerst de roomhoorns en de tompoucen en ontdekte zo tot haar verbazing, dat er ge bakjes waren, die ze niet meer lustte. Ze keek er wat vreemd van op en besloot van de andere des to meer te eten» Na nog maals drio weken was er geen taartje meer dat ze naar binnen kon krijgen. Langer hielden het de groote taarten en dc koekjes uit. Het moscovisch gebak en de droge zandkoekjes bevielen kaar het langst. Ten slotte lustte ze ook dat niet meer en ze had de vuurproef doorstaan Nu, twee jaar in den winkel, kaakte ze tegen alles en ze keek uit naar een andere betrekking. Altijd taartjes te zien en van taarten to hooren, altijd in het salon de schotels vol gebakjes te brengen, en iede ren morgen in do vitrine do warme, verschgebakken taartjes te etaleeren. En het ergste altijd alles aan te prijzen bjj de klanten, die bestellingen kwamen doen 1 Het was meer dan zij op den duur kon verdragen. 'Het stond haar tegen, het hing haar leelijk de keel uit De deur ging open en een heer op leef tijd trad binnen. „Juffrouw", begon hij nogal onverhoeds, haar in haar overpeinzingen storend; ,,nu moet u mij eens zeggen wat nu dc lekkerste taart is. Ik heb er zooveel vor stand niet meer van. ik wou een taartje hebben voor een stuk of veertien personen geen roomtaart",. Hij kwam niet op het meest gelegen oogenblik. „Neem u dan een confituurtaart," ant woordde ze kortaf. Maar haar bezoeker liet zich niet zoo gauw uit het veld slaan. „Dat is zoo zoet i zoo ouderwetsch. Met mijn trouwen aten wij al confituur taart I Uw winkel is immers bekend voor de nieuwste snufjes op taarten-gebied. Ik wou zoo'n fijn, bijzonder dingetje hebben, u weet wel, mot den een of anderen mooien Franschen prinsessenaam. Noem u maar eens op." „Berliner taart? Marasquin-taart?" „Zijn dat nu Fransche prinsessen?" Haar bezoeker was lastig en onbe schaamd; hoewel hij niet jong meer was, had hij iets zoo hclder-vroolijks in zijn oogen, dat hij onwillekeurig aanstekelijk op haar werkte en haar een eindje uit haar nurkscho stemming haalde. „G&teau byoux? Gateau Mathilda? L'em- pereur Gafceau enveloppe V* „Hohoho 1 Zoo gaat het beter I Nu heb ben wij keus! Maar nu moot u mij ook nog zeggen wat dat allemaal is, anders heb ik er nog niets aan. Wat versta je onder gateau enveloppe?" OI wat een lastige vent 1 dacht ze. En nu begon het oude liedje weer 1 Zij voelde zich al wee worden bij het cr over praten 1 Toch ophemelen 1 Dat was haar plicht; daar werd ze voor betaald 1 „Gateau enveloppe? O, dat is heel lek ker 1 Dat is een haixigebrajido korst van nougat Hij maakte een afwerend gebaar. „O, neen, neen, dat kan mijn oudje met haar vooze tanden niet kauwenGeen hardgebrande nougat als het u belieft!" „Neem u dan een noisette, dat ia ook heel fijn 1 Amandelen met room. Of een gateau suisse^ „Op die manier kan ik wel een prijscou rant nemendan ben ik even wijs. Zeg u nu, wat u het lekkerste vindt, dan zal het wel zoo zijn. Ik heb er geen verstand van." „Tompouceluchtig met room I Of een vacherin of een mérite met geslagen roomook heel fijn zeer gewild en een keurig gebak. Een g&teau a la reine is ook heerlijk „Wat vindt u nu lekkerder: een mérite met geslagen room of gateau k la reine?" ,,Ik? Och, ik vind ze beide En om er van af te zijn: „Een gateau h la reine, confituren „Gfcteau k la reine? Dus dat vindt u het lekkerste? Wat u het lekkerste vindt, dat noemt u het laatste 1" Wat een klier van een mau I „Nu, weet u wat, juffrouw, dan maakt u voor mij een g&teau a. la reine, voor veertien pers aen. Ten minste wanneer ik hem nog vóór morgenmiddag 'n uur of twaalf kan hebben. Gaat dat?" „Zeker, mijnheer. Mag ik het adres no- teeren „Singel 787. Het is voor ir.'jn rekening, doet u de kwitantie er bij on laat u hem ook maar bij mij bezorge i, dan kan ik toch zeker den jongen wel even meekrijgen om hem naar zijn bestemming een paar etappen verder te brengen?" „O, ja zeker, mijnheer 1" „Dus gateau k la reine. Is het nu heusch zoo lekker V'1 Zij dacht; Man, ga heen, want ik val dadelijk oml „Ja zeker, mijnheer 1" „Confituren met „Room en amandelen." „Dus u zorgt er voor?" „Ja natuurlijk, mijnheer, u kan er vast op aan; om twaalf uur Singel 787." „Juist, dag juffrouw r" „Dag mijnheer 1" Het belletje klonk Goddank, hij was wegl Totaal op liet zij zich op haar stoel vallen. Zij voelde zich maar en haar hoofd gloeide 1 Neent zij moest vaet uit dat af schuwelijk vak I Hoo eer hoo liever, liefst morgen nog. Want als er nog één zoo'n vent kwam, hield ze het niet langer uit! Wat een zanikkous! De gedachte al leen aan een gateau k la reine maakte haar ziekHet was die taart, waarvan ze eens een heel taartje van een gulden ach ter elkaar haxl opgegeten, dat terugge stuurd was, omdat het te laat kwam. Den volgenden dag was ze na, twee uur vrij. Zij had vrijaf gevi ugd, omdat een harer vriendinnetjes haar verlovingspartij vierde. Wel had zc er tegen op gezien, omdat zij nooit zoetigheid at, maar heb was con van haar beste cn nctsto vriendin netjes en dus had zij beloofd te komen. Even over drieën stond zo voor het boven huis in do Vijzelstraat en belde aan. Boveu was reeds een heel gezelschap. En toen zij haar vriendin cn haai- ouders ge feliciteerd had, werd zij voorgesteld aan den galant en vervolgens aan diens ouders. Wie schetst echter haar ontstel tenis, toen zo in den aanstaanden schoon papa haar klant van don vorigen dag herkende I De oudo heer lachte glunder en zijn wederhelft liet vriendelijk haar vooze tanden zien. Op het buffet stond de gateau k jla reine. „Mag ik u een stukje geven 1" vroeg ue schoonpapa na een poosje. Zij wist niet wat to zoggen „O, neen 1 dank u 1" „Watl U? Uw lekkerste licvelings- taart?" „Ik heb cr niet op gerekend I Ik heb pas koffie gedronken!" „Nu, maat een kleiü, héél klein stukje kan er altijd nog wel bij I Toe, hij is zoo lekker 1 Men zou anders denken, dat u er vergif in heeft gedaan.-" Haar vriendin en haar moedor kwamen naderbij. „Do juffrouw eet noöit Uartl" verdedig den zij haar. „Ja, maar dezo lust ze wél, dab weet ik"j zei schoonpapa. „Is 't waar, Agaat?" „Ja, dezo lust ik wèl," aarzelde zij. „Nu, dan moet je ook een stukje nemen, op do verloving! Toe! In een hoek van de kamer stopte ze een paar happen naar binnen, do rest verborg zo achter do brecde ruggen van een paaf dames. Toch vloog zo een oogenblik later opeens de kamer uit. Binnen hooide ze lachen eri zeggen: „Wat heeft die een haast!"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 5