So. 14471.
VERHUIZEN.
LEIDSCH DACBLAD,
Gemengd Nieuws.
ZATERDAG 27 APftlL.
TWEEDE BLAD.
Anno 11)07.
(Sateau a la Hein®.
Hot ia het seizoen van verhuizen en
schoonmaken. Het zijn do gulden dagen
yoor hen, die „zich belasten met hot ver
huizen en transportceren van inboedels,
enz.'' In schier elko straat stuit go op
'verhuiswagens, groot of klein, moet go
bergen uw lijf voor wat van boven komt
en ontsnappen kan, uw zijkanton yoor
_wab wordt uitgedragen.
En waar, dit zij terloops opgemerkt,
niet wordt verhuisd, daar aanschouwt ge
opgeschoven ramen, wit-gemaakte ruiten,
yan gordijuon beroofde vensters, in kamers
zwoegende mevrouwen, juffrouwen en
dienstmeisjes, die ieder voor zich en allen
,to zanxon alle moeite doen om dos avonds
„dood-op" te wezen, afgeven op de schoon
maak en toch innig-blij zijn zooveel stof
te mogen verplaatsen, want er moot en
'er zal jaarlijks wordeai schoongemaakt,
en heb zou er slecht uitzien als er nooit
jwerd schoongemaakt I
Men vooral het vrouwelijk deel van
het Hollandsehe menschdom houdt dus
yan schoonmaken en velen zijn in onzen
tijd ook niet bang voor dikwijls verhui-
izen. Dit laatste toont ons reeds de April-,
en zal ons vooral weer do Mei-maand too-
ïien, als wij die zware transportwagens
met1 meubelen on huisraad'zien en hooren
[voorbijrollL'n, die enorme bekleede ruimten,
met vlugheid en tact volgepakt en leeg
gehaald. Als wij acht geven op die open
wagens of karren, waarop is geladen de
gansche rijkdom der minder bodeeldon,
hun- stoelen, hun tafels, hun beddegoed,
hun keukengerei, deinend en schuddend,
glijdend en hobbelend, voor vallen behoed
,door een network van touwen.
En zoo trekt de een in de door een an
der pas verlaten woning.
Waarom ,er verhuisd wordt? Om ver
schillende redenen. Door verplaatsing;
door gewijzigde levensomstandigheden.
Sommigen zijn in staat ,,groofcer to gaan
wonen", anderen zien zich genoodzaakt
,,het voortaan met minder te doen," nog
anderen hebben behoefte aan een ruimer
huis doordat do kinderen groofcer of meer
in aantal werden.
Zij< die dikwijls verhuizen en niet door
drongen zijn van de waarheid van hot
spreekwoord, dat „veel verhuizen veel bed-
stroo kost", zullen niet gehecht zijn aan
de woning, die zij gaan of pas hebben ver
laten, en dus niets gevoelen van weemoed
bij het uittrekken. Anders zal het zijn mee
hen, die voor den eersten keer sinds zij
hun huishouding opzetten, het oude huis
.verlaten; liet huis, dat hun geworden is
een geliefde woning. Hun zal bij het
scheiden wel een gevoel van weemoed ver
vullen. Als zij nog eenmaal van kamer tot
kamer gaan, wat al berinneringen 1 Blijde
en dróevcl Wat is er veel gebeurd van den
tijd, toen zij „hun huis", hun „eigen"
huis, betrokken tot op heden 1
Weg gaan zij noode uit deze woning,
waaraan zij zoo gewend waren, zoo hingen
met heel hun hart. Weg van do plek, waar
tij zulk een gelukkigen tijd doorleefden
van do plek waar do wieg stond van den
eerstgeborene, in welke plaats der rust
later nog zoo menig kopje op het kussen
lag, zoo menig paar bloot gc olde poot
jes trappelend zich verhief. Het scheiden
valt niet licht.
Zwaarder is het velen nog heen te gaan,
als in dat huis een verlies is geleden. Er
wordt toch afgebroken een brug, de brug
de herinneringen naar dat land, waarin
zij, die achterbleven, leefden met hun
dierbaren doodo. Do muren, ze hebben ge
kend wat eenmaal was het geluk van hun
loven. Geheel het huis, het was do lijst om
het beeld van den ontslapene.
Lang zagen zij er dan ook tegen op uit
te gaan naar een ander tehuis. Er waren
zooveel bezwaïen1, zooveel bedenkingen.
Maar zij moesten weg, die aan hun oud
geliefd huis zoo gehechten. Ook voor hen
brak aan de morgen de lentemorgen,
waarop voor hun woning de reuzenwagen,
met de sterke paarden or voor, stilhield,
waarop begon het aflaten, het uitdragen,
het inladen, het inschikken der meubelen,
stuk voor stuk, om straks in het nieuwe
huis een gansch andere plaats te erlangen.
Hoe vreemd d&n zulk een nieuw huis.
Het is niet het eigen huis. Het is een
vreemde woning, onbekend voor, onbemind
door hen, die ze betrokken. In donker
verdwalen zij er in; niets kunnen zij er
op den tast vinden. En dan het gemis
dier oude buurt! Die oud-bekendo gevels,
zo spraken tot hun getrouwe voorbijgan
gers. En die zonnegloed in de ruiten der
oude overburen, wat wordt hij gemist 1 En
die mentchen, die mer steeds ontmoette
bij het zich begeven naar den arbeid, die
men wel niet aansprak, maar toch
groette, zij worden niet meer gezien.
Yoor gevoeligo naturen is verhuizen iets
smartelijks, ontegenzeglijk.
Maar er zijn wij wezen er reeds op
ook anderen. Er zijn er, die het niet on
aangenaam vinden, het verhuizen, heb ver
wisselen van woning; ja, die er bijkans
een pretje van maken, dio haken naar het
ongewone, naar het nieuwe; die van het
onbekende alles goeds verwachten, die
geneigd zijn tot min-, j'a tot verachting
van al het oudo. En bevredigt het nieuwe
weer niebt dan maar weer wat anders. Die
passen in het rusteloos gejaag, in het
voortdurend gezoek naar hot betere in de
huidige mensoheiimaatschappij. Of zij
telkens het betere van het voorgaande
zullen vinden?
Hoo het zij zij schikken zich vroolijk in
het onvermijdelijke, in het verhuizen zelf,
in heb verhuisd zijn, hun eon gewoonte,
een tweede natuur geworden.
Zij storen zich dan voor een poosje niet
aan wat minder gemak. Hun niet-hangen
aan het oude, hun trek naar het nieuwe
doet hen slapen op veldbedden, met do
meeste inschikkelijkheid, doet hen etem
van' met tooi gevulde pakkisten, doet
hen zingen en fluiten, te midden van den
grootsten rommel, doet hen juichend uit
en jubelend ingaan.
Het is do tijd van verhuizen.
Dank zijden goeden smaak
van de bouwondernemers, de heeren J. Bo-
termans en W. de Haan, is het oude, on
ooglijk smal perceel, Steenstraat 9, herscha
pen in een modern klein winkelhuis, dat
van buiten in de rij der huizen in deze
straat door zijn fraai uiterlijk de aandacht
trekt en binnen gerieflijkheden aanbiedt,
die men er niet zou zoeken, maar waaruit
blijkt hoe met do ruimte kan worden ge
woekerd.
In verband met de in ons blad gestaan
hebbende advertentie van den heer D. An-
thonie Treur, die or een sigarenzaak in
heeft geopend, wijzen wij alleen op den
winkel, keurig afgewerkt en waarin de
aandacht trekt een brandvrije vloer van
torgament, een nieuwe atof uit de Leidsche
torgamont-fabriek.
In overeenstemming met de inriohting
heeft de heer Treu^, die jaren lang dezelf
de zaak uitoefende Haarlemmerstraat 18,
den winkel smaakvol geëtaleerd. Hij is een
vakman, die bijna een kwart eeuw heeft
meegedaan, zijn oude klanten zullen hem
dus wel opzoeken, doch ook voor nieuwe
vraagt hij de aandacht.
Naar „De Tel." verneemt, zal
de oude vier van de Amsterdamsohe roei
vereeniging „De Hoop", bestaande uit do
heeren Schoonenberg, Blussé. Glasbergen
en Thomas, dezen zomer deelnemen aan dc
internationale roeiwedatrijden to Berlijn
Bij den V altherdraai te
Stadskanaal, Groningen, werden gisteren
uit het kanaal de lijkjes opgehaald
van-twee kinderen van een arbeider aldaar,
dio Zaterdag onopgemerkt daarin waren
gevallen.
In een onbe w aak fc o ogen blik
is gistermiddag bet tweejarig kind van den
rijksveldwachter D. in dc moddersloot ach
ter het huis geraakt.
Toen d<e vader hot kind op het droge
gebracht had, waren de levensgeesten reeds
geweken.
Men meldt uit Rijssen, dato
24 April: Het zoontje van den fabrieks
baas N. vond gistermiddag een stuk onge-
bluschte kalk en stak het in den broekzak.
Hij bleef buiten spelen in den regen,
waardoor do kalk begon to blusschen en
zijn kleeren in brand geraakten.
Vó<5r men hulp kon verleenen iwas zijn
dijbeen deerlijk gebrand. De jongen lijch
thans hevige pijnen.
Uit Rij sen. Gistermorgjen
zijn de beide fabrieken der firma Terhorst
weder aangezet.
Het getal arbeiders en arbeidsters is ge
klommen tot een 430-tal.
Op he^t wrakvando „Berlin"
is gisteren weder geschoten.
Een noodlottig einde. Me
vrouw Buse, in wier woning te Renkum,
in den nacht van Zaterdag op Zondag in
gebroken werd en oen grooto hooveclheid
tafelzilver gestolen, heeft zich gisternacht
van het leven beroofd.
Toen het dienstpersoneel haar vond, kon
zij nog slechts enkele woorden stamelen.
De bijzondere - geheimzinnige omstandighe
den, waaronder de diefstal met braak
plaats had, hielden haar voortdurend in
hoogst zenuwachtigen toestand.
De justitie heeft het huis verzegeld.
UitNaarden meldt men aan
de „N. R. Courant":
Gisternacht had do familie J., aan deu
Naarderstraatweg, een minder aaDgenamo
ontmoeting aan huis. Aldaar vervoegde
zich een persoon, die verlangde een fiets
ter leen te mogen bobben.
Uit do verwarde praatjes bemerkten do
bewoners al spoedig, dat zo waarschijnlijk
te doen hadden met iemand, dio niet wel
bij het hoofd w'aa. De toestand werd even
wel lastig genoegde heer des huizes was
ongesteld en reeds begon de ongewenschte
bezoeker tot handtastelijkheden, tegen do
ruiten tc slaan en tot bedreigingen over
te gaan, toen, door het luiden van do groo-
te huisbel buren, kwamen opdagen, die den
woesteling naar Naarden bi*,aohten en aan
de politie ovorleverden.,
Ala een bijzondenheid meldt
men aan de „Midd. Courant", dat Woens
dag te Middelburg de akte voor lager on
der wija werd behaald door .iemand, die
vóór eenige weken nog iimmormansgezel
was.
In zijn vrije uren bereidde hij zich tot
het examen voor.
Kleine oorzaken, grooto ge
volgen. Het tooneel stelt voor den pu-
blieken weg te Anna-Jaoobapolder, gem.
St.-Philipsland, een drietal weken geleden.
Twee jongens gooien met keien. Een pro
jectiel breekt een glasruit. Beide jongens
werpen de schuld op elkaar. Moeder van
A. zoekt moeder van B. op, om het zaak
je op te helderen. De laatste beweert:
„Jou jongen heeft het gedaan," de eerste
hetzelfde van moeder A.'s jongen.
Beide vrouwen blijven bij haar beschul
diging. Moeder van A., verbolgen en ge
griefd: „Nou, als mijn jongen het dan
toch gedaan heeft, zal ik j o u wel vin
don." Moeder van A. af.
Kort daarop ontmoet moeder van A.
haar tegenstandster en slaat haar met haar
schoeisel, in casu een klomp, op hei)
hoofd. Moedor van B. klaagt over hoofd
pijn, moet rust nemen, wordt bedlegerig
en is in het laatst der vorige week over
leden.
Moeder van A. is voorloopig in hechte
nis gesteld.
Gebrek aan werklieden".
Men schrijft uit de Langstraat aan „De
Maasbode"
Door den grootcn trek van werklieden
naar Duitschland en Amerika is hier een
groot tekort gekomen aan werkkrachten.
Niet alleen do landbouwers ondervinden
hiervan do nadeelige gevolgen, doch vooral
ook de schoenfabrikanten. Zoo zou in Dru-
nen een schoenfabriek worden opgericht,
indien mon maar aan personeel kon komen,
De fabrikanten hebben all© mogelijke po
gingen aangewend, om aan personeel te ko-
men," doch zonder resultaat.
Van de oprichting der fabriek kan voor
eerst niets komen I
Tractatie. Na anderhalf
jaar in Engeland te hebben vertoefd, zou
de zoon een veertien dagen in den huiselij-
ken kring komen doorbrengen. Groote
vreugde derhalve bij de familie en moeder
vooral zag met spanning en. innige blijd
schap het oogenblik te gemoet, dat haar
jongen weer eens bdj haar zou zijn. Ander
half joan was ook een heele tijd en ze had
het wel nooit gezegd, maar het had haar
toch altijd gehinderd, dat hij zoo ver weg
was, daar in den vreemde bij al die vTccm
de menschen. Als zorgelijk moedertje dacht
zij maar steeds er over na, hoe het haar
jongen nu eens recht naar den zin te kun
nen maken. En zij herinnerde zich hoo hij
in een zijner brieven zich er over beklaagd
bad, dat het eten in Engeland hem niet
bijster kon bevallen en dat hij soms water
tandde bij do gedachte aan een bord echt
Hollandsehe erwtensoep met kluifjes. Dat
was vroeger ook altijd een heelo tractatie
voor hem geweest. Nu, moeder zou er wel
goed voor zorgen, dat direct den eersten
middag zijn lievelingsgerecht op tafel zou
komen. En zij liet nu na do getrouwde
broers en zusters op de hoogte te brengen
van de bijzondere voorkeur van den Engel-
schen broer, zooals hij genoemd werd, voot
erwtensoep met kluif.
De Engelscho broer kwam cn werd met
gejubel ontvangen. Een ieder wilde het hem
aangenaam maken en het regende invito-
ties om tooh eens to komen eten.'
Den eersten middag deed hij zich bij moe
der te goed aan heerlijke soep met kluif.
Den tweeden middag was hij bij zijn zwa<
ger ten eten en toen zij aan tafel gezeten
waren, nam de zuster tnet een triomf an
telijk lachje het deksel van de soepterrine-
en geurde hem tegen soep met kluifjes.,
Een paar dagen daarop was hij de gast
van zijn broer en werd hij onthaald op
soep met kluifjes.
En zoo geschiedde het zesmaal in dien
voor hem zoo gedenkwaardigen vacantie-
tijd, dat soep met kluifjes op het menu
prijkte. Men liet hem telkens gevoelen,
dat dat gerecht nu eens speciaal voor hem
werd opgedischt, want dat dc anderen cr
niet veel om gaven. Zoodat hij ook telkens
zich zedelijk verplicht achtte, dc tafel meer
eer aan te doen, dan met zijn smaak eigen
lijk overeenkwam, zonder to durven zeggen,
dat zulk een overvloed van soep met kluif,
ook zelfs voor hem, den aartsliefhebber,
van het goede tc veel was. Moeder heeft na
deze vacantia nooit weer brioven ontvangen
met klachten over den slappen Engclschcn
kost. („N. Gron. Ct.")
Het vcrjdachte ziektegoval
aan boord van het Engelsche oorlogsschip
„Powerful", liggende te Sydney, is geble
ken geen pest te wezen.
Do temperatuur in Eng ej land
is de laatste dagen voortdurend gestegen.
Te Londen was het gisteren 71 gr. F.
Dat belooft wat voor ons.
Reuter seint uit Napcis hot
volgende zonderlinge voorval, aan koning
en koningin van Engeland dezer dagen
overkomen.
De Koning en de Koningin wilden clo
kerk van Santa Chiara bezichtigen, doch
deze was gesloten en de monniken, dio
haar bewaken, zaten aan hun middag
maal. Op herhaald kloppen opendö do
secristijn de deur cn riep, denkentlo met
bedelaars te doen te hebben, den Koning
en de Koningin van het machtigste rijk
der wereld toe: „Gaat door, er is niets
voor u hier." Koning Eduard had verba
zende pret en schaterde het uit.
Een der leden van het gevolg legde toen
uit, dat men de kerk wilde bezichtigen.
Maan de~ sacristijn raakte daardoor nog
meer uit zijn humeur en riep boos: „Za
nikt niet! Op het oogenblik kan men do
kerk niet zienl"
Gelukkig vpor den Koning passeerde ge
neraal Salsa, die do Koninklijke gust.en
herkennende, den sacristijn sommeerde, do
deur te openen. Men kan zijn verbazing
begrijpen, toen bij ontdekte, wie de perso
nen waren, die hij voor bedelaarjs gehou
den had I
In do staking der bakkers to
Parijs is nog weinig verandering gekomen.
Zo hebben thans besloten op communisfci-
schcn grondslag soepkokerijen in te richten
on de agitatie voor de staking mot meer
kracht door te zetten.
Ook de hotelbedienden to Parijs hebben
besloten tot de algemeene staking.
Ingcsueouw d. Do gemeente
Hinterisz, in Tyrol, is sinds zeven weken
door de sneeuwmassa's van het verkeer met
de buitenwereld afgesloten en lijdt gebrek
aan levensmiddelen.
In den vroeg-vallenden schemer was de
groote banketbakkerswinkel één uitstalling
van zoctlokkend genot en geheimzinnige sur
prises. Vaag wegdoezelende heerlijkheden
van slagroom, banket, eierschuii^, geleien,
vlaas, nougat, leego pastei- en polonaise-
vormen vulden do breedo glazen toonban
ken en in do lucht hing de wee-zoete geur
van van iel je, chocolade cn fondant, die
uw trek al doet voorbijgaan nog vóór gc
van iets geproefd hebt.
Agaat onderdrukte een geeuw en nam
lusteloos nog eens haar boek op. Het ro
mannetje interesseerde haar vandaag niet
en telkens trachtte zo tevergeefs haar
oogen tot gestaag lezen te dwingen. Haar
gedachten dwaalden iederen keer af. Het
werd meer en meer een marteling voor haarf
dit dagelijks bestaan in een banketbakkerij,
waar alles haar iederen dag meer tegen
stond en alleen het gezicht, of nog meer
de atmosfeer haar wee maakte. Soms kon
het haar nu zóó tegenstaan, dat het haar
onmogelijk werd gelijk toch haar
plicht was tegenover de bezoekers do
heerlijkheden der versohi'Vndo lekkernijen
zoo te roemen, dat hun het water in den
mond liep.
Toen zij in betrekking kwam, had zij ge
dacht, dat dit wel nooit zou gebeuren. Als
kind, en later als jong meisje was ze dol
op zoetigheid geweest, en toen haar oom,
die een vriend van den confiseur was, haar
gevraagd had of ze winkeljuffrouw in dc
groote banketbakkerszaak wou worden, had
ze minstens gemeend, dat do homel voor
haar openging, en had zo gretig ja geant
woord. Oom had het verder voor haar in
ordo gemaakt.
Toen hij haar kwam voorstellen aan zijn
vrind, had do confiseur gezegd:
„En je mag zooveel taartjes eten als je
wil, als je maar niets meeneemt. Zie je,"
zoo vervolgde hij tegen zijn vriend, „zoo
leer je ze eerst het snoepen af. Een enkele
b 1y f t ze lusten, maar meestal -.unnen ze
ee na een paar weken niet meer zien."
Zoo was bet ook haar gegaan. De practi-
eche menschenkennis van don banketbak
ker waa niet nuchter van doorzicht geble
ken. Veertien dagon at ze ongeveer niets
anders dan oud-bakken taartjes, drie we
ken gebruikte zij ze voor boterham en voor
middagmaal, toen opeens gingen sommige
soorten haar een bectjo tegenstaan het
eerst de roomhoorns en de tompoucen en
ontdekte zo tot haar verbazing, dat er ge
bakjes waren, die ze niet meer lustte. Ze
keek er wat vreemd van op en besloot van
de andere des to meer te eten» Na nog
maals drio weken was er geen taartje meer
dat ze naar binnen kon krijgen.
Langer hielden het de groote taarten en
dc koekjes uit. Het moscovisch gebak en
de droge zandkoekjes bevielen kaar het
langst. Ten slotte lustte ze ook dat niet
meer en ze had de vuurproef doorstaan
Nu, twee jaar in den winkel, kaakte ze
tegen alles en ze keek uit naar een andere
betrekking. Altijd taartjes te zien en van
taarten to hooren, altijd in het salon de
schotels vol gebakjes te brengen, en iede
ren morgen in do vitrine do warme,
verschgebakken taartjes te etaleeren. En
het ergste altijd alles aan te prijzen bjj
de klanten, die bestellingen kwamen
doen 1 Het was meer dan zij op den duur
kon verdragen. 'Het stond haar tegen, het
hing haar leelijk de keel uit
De deur ging open en een heer op leef
tijd trad binnen.
„Juffrouw", begon hij nogal onverhoeds,
haar in haar overpeinzingen storend;
,,nu moet u mij eens zeggen wat nu dc
lekkerste taart is. Ik heb er zooveel vor
stand niet meer van. ik wou een taartje
hebben voor een stuk of veertien personen
geen roomtaart",.
Hij kwam niet op het meest gelegen
oogenblik.
„Neem u dan een confituurtaart," ant
woordde ze kortaf.
Maar haar bezoeker liet zich niet zoo
gauw uit het veld slaan.
„Dat is zoo zoet i zoo ouderwetsch.
Met mijn trouwen aten wij al confituur
taart I Uw winkel is immers bekend voor
de nieuwste snufjes op taarten-gebied. Ik
wou zoo'n fijn, bijzonder dingetje hebben,
u weet wel, mot den een of anderen
mooien Franschen prinsessenaam. Noem u
maar eens op."
„Berliner taart? Marasquin-taart?"
„Zijn dat nu Fransche prinsessen?"
Haar bezoeker was lastig en onbe
schaamd; hoewel hij niet jong meer was,
had hij iets zoo hclder-vroolijks in zijn
oogen, dat hij onwillekeurig aanstekelijk
op haar werkte en haar een eindje
uit haar nurkscho stemming haalde.
„G&teau byoux? Gateau Mathilda? L'em-
pereur Gafceau enveloppe V*
„Hohoho 1 Zoo gaat het beter I Nu heb
ben wij keus! Maar nu moot u mij ook nog
zeggen wat dat allemaal is, anders heb ik
er nog niets aan. Wat versta je onder
gateau enveloppe?"
OI wat een lastige vent 1 dacht ze. En
nu begon het oude liedje weer 1 Zij voelde
zich al wee worden bij het cr over praten 1
Toch ophemelen 1 Dat was haar plicht;
daar werd ze voor betaald 1
„Gateau enveloppe? O, dat is heel lek
ker 1 Dat is een haixigebrajido korst van
nougat
Hij maakte een afwerend gebaar.
„O, neen, neen, dat kan mijn oudje met
haar vooze tanden niet kauwenGeen
hardgebrande nougat als het u belieft!"
„Neem u dan een noisette, dat ia ook
heel fijn 1 Amandelen met room. Of een
gateau suisse^
„Op die manier kan ik wel een prijscou
rant nemendan ben ik even wijs. Zeg
u nu, wat u het lekkerste vindt, dan zal
het wel zoo zijn. Ik heb er geen verstand
van."
„Tompouceluchtig met room I Of
een vacherin of een mérite met geslagen
roomook heel fijn zeer gewild en een
keurig gebak. Een g&teau a la reine is ook
heerlijk
„Wat vindt u nu lekkerder: een mérite
met geslagen room of gateau k la reine?"
,,Ik? Och, ik vind ze beide
En om er van af te zijn: „Een gateau h
la reine, confituren
„Gfcteau k la reine? Dus dat vindt u
het lekkerste? Wat u het lekkerste vindt,
dat noemt u het laatste 1"
Wat een klier van een mau I
„Nu, weet u wat, juffrouw, dan maakt
u voor mij een g&teau a. la reine, voor
veertien pers aen. Ten minste wanneer ik
hem nog vóór morgenmiddag 'n uur of
twaalf kan hebben. Gaat dat?"
„Zeker, mijnheer. Mag ik het adres no-
teeren
„Singel 787. Het is voor ir.'jn rekening,
doet u de kwitantie er bij on laat u hem
ook maar bij mij bezorge i, dan kan ik
toch zeker den jongen wel even meekrijgen
om hem naar zijn bestemming een paar
etappen verder te brengen?"
„O, ja zeker, mijnheer 1"
„Dus gateau k la reine. Is het nu heusch
zoo lekker V'1
Zij dacht; Man, ga heen, want ik val
dadelijk oml
„Ja zeker, mijnheer 1"
„Confituren met
„Room en amandelen."
„Dus u zorgt er voor?"
„Ja natuurlijk, mijnheer, u kan er vast
op aan; om twaalf uur Singel 787."
„Juist, dag juffrouw r"
„Dag mijnheer 1"
Het belletje klonk Goddank, hij was
wegl Totaal op liet zij zich op haar stoel
vallen.
Zij voelde zich maar en haar hoofd
gloeide 1 Neent zij moest vaet uit dat af
schuwelijk vak I Hoo eer hoo liever, liefst
morgen nog. Want als er nog één zoo'n
vent kwam, hield ze het niet langer uit!
Wat een zanikkous! De gedachte al
leen aan een gateau k la reine maakte
haar ziekHet was die taart, waarvan ze
eens een heel taartje van een gulden ach
ter elkaar haxl opgegeten, dat terugge
stuurd was, omdat het te laat kwam.
Den volgenden dag was ze na, twee uur
vrij. Zij had vrijaf gevi ugd, omdat een
harer vriendinnetjes haar verlovingspartij
vierde. Wel had zc er tegen op gezien,
omdat zij nooit zoetigheid at, maar heb
was con van haar beste cn nctsto vriendin
netjes en dus had zij beloofd te komen.
Even over drieën stond zo voor het boven
huis in do Vijzelstraat en belde aan.
Boveu was reeds een heel gezelschap. En
toen zij haar vriendin cn haai- ouders ge
feliciteerd had, werd zij voorgesteld aan
den galant en vervolgens aan diens
ouders. Wie schetst echter haar ontstel
tenis, toen zo in den aanstaanden schoon
papa haar klant van don vorigen dag
herkende I De oudo heer lachte glunder en
zijn wederhelft liet vriendelijk haar vooze
tanden zien.
Op het buffet stond de gateau k jla
reine.
„Mag ik u een stukje geven 1" vroeg ue
schoonpapa na een poosje.
Zij wist niet wat to zoggen
„O, neen 1 dank u 1"
„Watl U? Uw lekkerste licvelings-
taart?"
„Ik heb cr niet op gerekend I Ik heb
pas koffie gedronken!"
„Nu, maat een kleiü, héél klein stukje
kan er altijd nog wel bij I Toe, hij is zoo
lekker 1 Men zou anders denken, dat u er
vergif in heeft gedaan.-"
Haar vriendin en haar moedor kwamen
naderbij.
„Do juffrouw eet noöit Uartl" verdedig
den zij haar.
„Ja, maar dezo lust ze wél, dab weet ik"j
zei schoonpapa.
„Is 't waar, Agaat?"
„Ja, dezo lust ik wèl," aarzelde zij.
„Nu, dan moet je ook een stukje nemen,
op do verloving! Toe!
In een hoek van de kamer stopte ze een
paar happen naar binnen, do rest verborg
zo achter do brecde ruggen van een paaf
dames.
Toch vloog zo een oogenblik later opeens
de kamer uit. Binnen hooide ze lachen eri
zeggen: „Wat heeft die een haast!"