LEIDSCH DAGBLAD. ZATS??DAG 27 APRTL. - VIERDE BLAD.
Atriïo IVOT.
Offieieele Kennisgeving.
Brieven van een Leidenaar.
Buitenlandseh Overzieht.
FEUILLETON.
C1ERDA.
No. 14171.
eschrijvlng voor de Bclaatiug op
Pedrijh- en nndcre Inkom «ten
voor liet dienHtjam* 1907—1908.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
an Leiden breDgen ter algemcene kennis,
aar aanleiding van een ontvangen besluit
an den Commissaris der Koningin in do
rovincie Zuid-Holland, van den 12den
pril 1907, Provinciaalblad No. 32, be-
rekkclijk do beschrijving voor do bo
asting op de bedrijfs- en andere inkomsten
oor bet dienstjaar 1907—1908;
Jo. dat op den lsten Mei a. s. met die
esch rij ving een aanvang zal worden ge-
aakt, terwijl do biljetten overeenkomstig
rt. 13 par. 1, tweede zinsnede der Wet van
October 1893 (Staatsblad No. 149) door of
anwegc den ontvanger der directe belastin-
twintig dagen na de uitreiking zullen
'orden opgehaald
2o. dat de aanslagsregeling, ingcvolgo het
bepaalde bij art. 19 par. 7 der genoemde wet,"
oet zijn geschied vóór den lsten October
907, en
dat de regeling van aanslagen, welke
iet uit de beschrijving voortvloeien of die
om een of andere reden zijn aangehouden
moeten worden, zal behooren te zijn afgeloo-
pen binnen éón maand, nadat de Commissie
van Aanslag of het College van Zetters door
den Voorzitter daartoe zal zijn opgeroepen.
Voorts vestigen zij de aandacht van de in
gezetenen op den inhoud -n art. 15 par. 2,
16 en 45 jo. art. 47 par. 5 en 6, alsmede
op art. 34, 1ste lid jo. art. 47 par. 7 der
meer bedoelde wet, welke luiden als volgt:
Art. 15 par. 2. Ieder, die optreedt als be
stuurder of beheerend vennoot van een hier
to lande gevestigde vennootschap, onderlinge
yerzekcringmaatschappij, coöperatieve ver-
eeniging, of van een vereeniging of stich
ting, die een bedrijf of beroep uitoefent, of
als boekhouder eener hier te lande t"Qvestigde
reederij, is gehouden daarvan schriftelijk bin
nen één maand kennis te geven bij het bo-
stuur der gemeente, waar hi| woont.
Het gemeentebestuur zendt deze kennis
geving onverwijld aan den ontvanger der
directe belastingen, tot wiens kantoor de ge
meente behoort.
Art. 16. Hier te lande wonende beheeronde
vennooten van Nederlandsche vennootschap
pen en maatschappen, als bedoeld in art 6
par. 2, en van do in art. 1 b bedoelde com
manditaire vennootschappen op aandcelen,
bes orders van hier te lande gevestigde
naamloozo vennootschappen, coöperatieve
en svn li'.u vereenigingen en onderlinge ver-
zekeringmaatschappijén, alsook boekhouders
van hier te lande gevestigde reederijen mo
gen niet tot het doen van uitdeelingcn of
uitkecringen, waarover volgens art 5 par. 1
en 2 en art. 6 par. 2 belasting verschuldigd
is, overgaan, alvorens daarvan aangifte ge
daan en de over vroegere uitdeelingen of
intkeoringen verschuldigde belasting be
taald te hebben.
Bij liquidatie mogen de iiier bedoelde uit
deel ingen of uitkecringen niet geschieden,
alvorens de daarover verschuldigde belasting
is voldaan.
Art. 34, lste lid. Handelsreizigers, kramers
en alle verdere personen, die hun bedrijf of
beroep rondtrekkende uitoefenen voor zoo
verre zij behooren tot do bedoelden bij art.
la, k en k, zijn gehouden, onverminderd
hun verplichtingen omschreven bij artt. 12
en 14, zich ter plaatse binnen het Rijk, waar
zij zich na het begin van het belasting
jaar het eerst bevinden, bij het gemeentebe
stuur schriftelijk aan te melden met opgaaf
van hun naam, hun woonplaats en hun be
drijf of beroep. Ten blijke, dat zij hieraan
voldaan hebben, ontvangen zij kosteloos een
door of vanwege heb hoofd van dat bestuur
ondorleekend bewijs, dat zij gehouden zijn
r ede te onderteekenen en op aanvraag r an
ambtenaren der directe belastingen te ver-
toonen.
..-rt. 45. Bestuurders van de bij art. lb
en c bedoelde naamlooze vennootschappen,
coöperatieve vereenigingen, andere vereeni-
g:ngen en stichtingen, die een bedrijf of be
roep uitoefenen, onderlinge verzekering
maatschappijen en sociëteiten, alsook behee-
rende vennooten van hier te lande gevestigde
commanditaire vennootschappen op aan
deden en.boekhouders van hier te lande ge
vestigde reederijen, zijn gehouden binnen 14
dagen na de vaststelling van balans of reke
ning een zoodanig uittreksel als noodig is
tot toelichting der winst, uitkeringen of
uitdeelingen te doen toekomen aan den voor
zitter der Commissie van aanslag, bedoeld
bij art. 19 par. lb of par. 2, die den aanslag
moet regelen.
Art. 47, par. 5, 6 en 7. Hij, die daartoe ge
houden, nalaat do verplichtingen na to ko
men, bedoeld bij art. 15 pari 1 eerste lid, en
art. 15 par. 2 eerste lid, wordt gestraft met
een geldboete van ten hoogste 25.
Gelijke straf wordt opgelegd in geval van
overtreding van art. 45.
Overtreding van art. 16 wordt gestraft met
een geldboete van ten hoogste f 400.
Personen, die van een bewijs voorzien moe
ten zijn als bedoeld in art. 34 en die in ge
breke blijven dit bewijs op aanvrage aan be
voegde ambtenaren te vertoonen, worden ge
straft met een geldboete van ton hoog
ste 25.
Geven zij ter bckoming van dat bewijs aan
het bevoegd gezag een valschen naam, woon
plaats, bedrijf of beroep op, of maken zij
gebruik van het aan een ander afgegeven
bewijs, dan worden zij gestraft met een geld
boete van ten hoogste 150.
Eindelijk wijzen zij den ingezetenen op de
in art. 12 par. 2, 2de lid lo. d aan do inge
zetenen van het Rijk verleende bevoegdheid
om zioh bij de aanstaande beschrijving, de
uitreiking van een beschrijvingsbiljet B te
verzekeren door vóór of op 15 Mei a. s. het
verzoek daartoe schriftelijk te richten tot
den ontvanger der directe belastingen over
hun woonplaats.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER,
Burgemeester.
VAN HEYST,
Secretaris.
Lei<\n, 27 April 1907.
CLXXIX.
Ik heb langen tijd geleden eens een paar
brieven gewijd aan den keuringsdienst van
eet- en drinkwaren in deze gemeente en
vond toen gelegenheid op het groote nut
er van te wijzen en op het 't mocht
vreemd klinken geldelijk oordeel dat de
dienst oplevert.
Welk een invloed onvervalsckte levens
middelen op den gezondheidstoestand uit
oefenen, is niet in cijfers uit te drukken
en men beseft dit alleen dan eigenlijk,"
wanneer er gevallen van vergiftiging door
het gebruik van een of ander voedingsmid
del zich merkbaar voordoen, Maar dat die
invloed groot moet zijn, ligt. bij eenig na
denken voor de hand.
Doch wanneer men de verslagen van onzen
keuringsdienst van het eerste jaar met die
van de laatste jaren vergelijkt en men be
merkt daarin den grooten vooruitgang in
het gehalte van een voedingsmiddel bij uit
nemendheid, als de melk, dan leert ons dit,
dat vroeger veel water voor melk werd ge
leverd cn betaald, wat nu zoo goed als
niet meer voorkomt. Ik heb toentertijd dit
eens in cijfers uitgedrukt, waaruit bleek,
dat daardoor alleen de indirecte voordee-
len dubbel en dwars dc uitgaven aan do
zen tak van dienst besteed, overtroffen.
En wat voor do melk geldt, geldt ook
voor vele andere voedingsstoffen.
Het is dan ook opmerkelijk hoe spoedig
de menschen, dio in het algemeen er een
hekel aan hebben om in hun vrijheid belem
merd te worden, zich met deze controle
hebben verzoend.
De man van den keuringsdienst wordt
in den degel ij ken winkel- en grossiersstand
niet meer als een vijand, veeleer als een
vriend beschouwd en de verstandige win
keliers werken gaarne met den keurings
dienst mee om gepleegde fraude te ontdek
ken en waar hot in het algemeen belang
noodig is, te ontmaskeren.
Do burgerij koopt met veel meer gerust
heid haar voedingsmiddelen als vroeger in
het vertrouwen, dat ze goede waar voor
goed geld ontvangt.
Want zooals de keuringsdienst \an eet-
on drinkwaren in onze gemeente thans is
ingericht, is de kans, dat men vervalschte
levensmiddelen koopt niet meer heel groot.
Dat de Leidsche keuringsdienst voor
uitstekend ingericht bekend staat, bewijst
wol het feit, dat andere steden haar tot
voorbeeld nemen. Zelfs de gemeente 's-Gra_
venhago richt haar'dienst naar de onze in
en heeft onzen directeur-scheikundige zelfs
van ons afg-ekaapt. Gelukkig heeft de ge
meento in den nieuwbenoemden een opvol
ger gevonden, die do werkwijze kent cn in
hetzelfde spoor voortgaat.
Kunnen wij dus over dit deel der kou-
ring tevreden zijn, er blijft hier toch nog
op dit gebied te wcnschen over.
Het zou, meen ik, groote aanbeveling
verdienen, dat het toezicht op de toebe
reide vleeschwaren in onze gemeente werd
verscherpt on do keuring daarvan op on
geveer gelijke wijze werd ingericht als op
de andere voedingsmiddelen.
Deze keuring, zooals die thans is inge
richt, biedt op verre na niet zulke goedo
waarborgen als bij het verschgeslachto vee
het geval is.
Onze slagers, die met hun slachtvee van
het Slachthuis komen, zien het vleesch aan
een streDg onderzoek onderworpen. Er
mag niets aan mankeeren, of het wordt
als minderwaardig veroordeeld, of voor
het gebruik ongeschikt verklaard.
Uitnemendt maar nn heeft het toch geen
zin, dat in den vortn van toebereide
vleeschwaren minderwaardig vleesch, dat
bovendien met allerlei vreemde bestand-
dcelen is vervalscht, vrij mag ingevoerd
en verkocht worden.
Alleen reeds uit eon billijkheidsoogpunt
tegenover dc eigen slagers acht ik dit reeds
sterk af te keuren. Op die wijze moeten
eigen ingezetenen een concurrentie voeren
tegen fabrikanten en handelaars van toe
bereide vleeschwaren, die onmogelijk vol
te houden is.
Het verwondert mij dan ook, dat do
Leidsche Slagersvereenigingen, dio anders
wel uit den hoek durven komen, als zij
haar belangen nieenen veronachtzaamd to
zien of van oordeel zijn, dat haar onrecht
wordt aangedaan, daarop nog niet eens
hebben aangedrongen.
Maar vooral ook in het belang der bur
gerij moet er in een verscherpt toezicht
op de ingevoerde toebereide vleeschwaren
worden voorzien.
Wij lezen dagelijks van de onsmakelijke
ik schreef haast ongure wijze, waarop
worst en andere vleczen dikwijls worden
berelcl. Wat wordt daarin niet al ver
werkt! Men weetal is het ook nog zoo
erg er wel een kruiderig smaakje en
een frisch kleurtje aan te geven cn zoo
komt hét, dat men voor goeden prijs
koopt en gebruikt wat de slager in eigju
gemeente niet mag verktooper? en waar
voor men, als het van eigen slager kwam.
ook hartelijk voor zou bedanken.
Er werd mij onlangs meegedeeld, dat
hier boterhammenworst wordt verkocht,
waarin zich een belangrijke hoeveelheid
meel bevond. Men wist door een niet ge
heel onschadelijk verfje cr wel een vleescö-
klour aan te geven. Deze worst werd ver
kocht voor 7 centen een ons, voor worst
heel goedkoop, maar nog veel t© duur
vcor meel, dat met 7 centen het pond i3
betaald.
En dat is dan nog een vervalsching,
waardoor men wel beetgenomen wordt en
te veel geld voor zijn waar betaalt, doen
in hoeveel gevallen is de gezondheid Jer
verbruikers er ook niet mee gemoeid?
En het zijn niet alleen de goedkoopere
vleescbsoorten, waarmee geducht geknoeid
wordt, aan zoogenaamde fijne vleeschwaren
is ook wel eens een luchtje in figuurlijken
zin gesproken.
Onze gemeente, die op het gebied der
keuring een goeden naam heeft, kan op
den duur er niet aan ontkomen om ook de
ingevoerde toebereide vleeschwaren, die in
groote hoeveelheid worden ingevoerd, aan
een veel strengere keuring, als tot dusver
is geschied, te onderwerpen. En ik kan niet
nalaten de aandacht van het Stadsbestuur
op deze zaak te vestigen.
Over de wijze, waarop men deze keuring
zou moeten inrichten, wil ik liever mijn
oordeel niet uitspreken. Men zal daarover
beter zijn licht opsteken bij den directeur
van het openbaar slachthuis en den direc
teur-scheikundige van den bestaanden
keuringsdienst.
Deze uitbreiding zal natuurlijk wel iets
posten, doch groote sommen behoeven er*
dunkt mij, niet aan besteed te worden,
omdat deze keuring zich geheel aansluiten
kan bij hétgeen er op dit gebied reeds in
Leiden bestaat.
In ieder geval hoop ik_ dat de bevoegde
autoriteiten hun aandacht eens aan deze
zaak willen wijden en mocht men er maar
eens toe kunnen komen eens een onderzoek
in te stellen, dan zal men, geloof ik, ook
tot de slotsom komen, dat hetgeen ik voor
sta, nuttig en noodig is.
Bij den Duitse he a Rijksdag is
een wetsontwerp ingediend mqt verschil-»
lende nuttige voorschriften over de ver
vaardiging van sigaren in de
huisnijverheid.
Het bepaalt o.a., dat geen tabak bewaard
of bewerat mag worden in slaapvertrekkeu
en dat de tabak in huiskamers cn keu
kens alleen in vochtigen toestand gemengd
mag worden. De kamera, waar de tabak
gostript, gewikkeld, gerold cn uitgezocht
wordt, moeten vensters hebben, die recht
streeks met de buitenlucht in verbinding
staan en voor ieder persoon 10 kubieke M.
lucht hebben.
Dc groothertog van MecklenburgScliwe-
rin zal zich den 9den Mei to Hamburg
naar Togo en Kameroen inschepen, om in
die kolonies een studiereis tc ondernemen.
Het plan is dat hij 1 Juli op de thuisreis,
zal gaan.
P uttkam^r is veroordeeld tot beta
ling eener boete van 1000 Mark en dj
kosten.
(Naar men weet werd hij beschul ligd
een pas vervalscht te hebben voor een zij
ner Bier bij nsch© vriendinnen, cn als gou
verneur een plantors-maatschappij onrecht
matig to hebben begunstigd).
Het O. M. eischte het ontslag van Putt-
kamer die ter beschikking gesteld is
uit zijn ambt als gouverneur van Kame-
ron. Do rochtibank oordeoldc dit echter
een te harde straL
Zij gaf hem evenwel een berisping voor
inbreuk op de dienstvoorschriften in drie
gevallen.
Het we.tsvoorBtcil op den 'aanleg van
een tunnel onder het Kanaal Is
door do leden .van het Engel scho La
gerhuis, die het hadden ingediend, inge
trokken.
Er is intusschen con comité opgericht
van menschen in en buiten hot Parlement,
dat in heel het land een beweging ton
gunste v^n het plan op touw zal zetten.
De jingo-pers heeft alarm geslagen over
het voorstel van generaal Botha om
een Boerenleger op de been te bron
gen. Maar het is belachelijk, zei de ge
neraal aan een verslaggever van Reuter,
dat ik dat zou voorstellen. De Boeren
zcuden het niet willen, al stelde ik het
vcor. Waar wij naar streven is do instel
ling van een leger ter verdediging van
heel Zuid-Afrika, cn Boer en Engelschraan
zouden er schouder aan schouder in die
nen.
De generaal zou gaarne zien, dat do
kranten niet telkens weer van Boeren en
Britten spreken. Ik tracht aan te toon en,
zei de generaal dat er niet langer sprake
is van Boer of Engelschman. Wij zijn
óén volk, met slechts óén doel en eerzucht;
men moest ons Zuidafrikanon noemen.
Ondanks Botha's toelichting, houdt do
„Standard" haar bedenkingen tegen het}
op-de-been-brengen van een leger in
Transvaal vol. De zes duizend Engehoho
oudgedienden daar zouden verzinken on
der de Boeren van dat leger.
De „Westminiifcer Gazette" zegt, op goed
gezag tc kunnen verklaren, dat er in het
verhaal van het bondgenootschap
•tusschen Engeland en Spanje geen
waarheid is. Er is ook geen regeling met
Spanje getroffen voor dc versterking van
zijn vloot en er is geen samenwerking van de
Spaansche en do Engelscho vloot afgespro
ken. Ook de bewering, dat er een viervou
dig© „entente" tusschen Engeland, Spanje,
Italië en Frankrijk zou zijn, is niet waar.
Het heele verhaal is een verdichtsel.
Vólgens een offieieele medcdeeling, zijn er.
ernstige ongure geldheden ontstaan
onder do kolendragcrs cn werklieden van
St. Lucia Kleine Antillen Winkels
werden geplunderd, een menigte suikerriet
verbrand en een aantal suikerfabrieken be
schadigd. De politic schoot op de menigte en
doodde 4 man en wondde cr 22.
De gouverneur van de Eiland i beneden
den Wind is'aangekomen. Een telegram van
gisteravond deelde mede, dat dc ongeregeld
heden reeds minder worden. Er ligt een Ne-
derlandscli oorlogsschip (da „Gelderland'
in de haven.
Do admiraliteit heeft den kruiser „Inde
fatigable" naar St.-Lucia gezonden.
De k e i z c r i n-w e d uwe van R u s-
1 a n d is op de reis van Biarritz naar Ko
penhagen, van vele Grootvorsten vergezeld.
Te Bourget zou haar trein eenig oponthoud
hebben, omdat die daar op het noordernec
-moest worden gerangeerd.
President Fallières is met den
minister van buitenlandsohe zaken en vele
liooge ambtenaren van Rambouillot naar
Bourget gereisd, om de keizerin-weduwe zijn
groet te brengen.
Om tien uren 's morgens kwam de trein
met het hooge Russische gezelschap in b .*t
gezicht. De keizerin-weduwe was aangenaam
verrast, op het perron van Bourget den
president der Republiek aan te treffen. Do
verslaggevers, die cr bij geweest zijn, verba
len, dat het een lust was om te, zien, hoo
hoffelijk president Fallières de keizerin-we
duwe naderde. Hij stond zonder hoed op het
perron, eenvoudig in het zwart gekleed.
De douairière kwam den President, der
Republiek vriendelijk te gemoec en stak hen»
haar hand toe. Fallières drukte op do hand
der keizerin-weduwe van Rusland een eer
biedigen kus.
Daarop begon een hartelijk gesprek. Do
President en de Keizerin betuigden weder
zijds hun vreugde, dat zij elkaar zagen, ver
zochten elkaar vooral niet tc verzuimen, do
groeten oVer te-brengen aan wederzijdscho
familieleden. Later werd ook Pichon, de mi
nister van buitenlandsohe zaken, in het ge
sprek gehaald. De conversatie liep toen over
de goede verstandhouding van Frankrijk en
Rusland.
Een kwartier duurde dit oponthoud. Do
trein was op het goede spoor gekomen. Voor
dat de trein zich in beweging zou zetten,
gaf do keizerin-weduwe haar verlangen to
kennen, den heer Fallières tc fotografecrcn.
De heer Fallières stelde zich beschikbaar.
Op een afstand stond een dichte menigto
het tafereel van hoffelijkheid en vriend
schap tc aanschouwen.
Toen eindelijk de vorstelijke trein weg
reed, wuifde dc keizerin-weduwe den Presi
dent herhaalde malen tot afscheid toe, cn
president Fallières groette buigend terug.
Het Hongaarse lie parlement hceftf
het wetsontwerp van Apponyi betreffende
het lager onderwijs definitief aango^
nomen.
Spanje laat ér geen gras over groeien.:
Terwijl allerlei geruchten over de v loot-
plan n e n, al of niet in rechtstreeksch,
verhand met de samensprekingen tusschen
koning Eduard en koning Alphonsus doj
ronde doen, is te Madrid kalmweg het be--
sluit genomen, zes slagschepen van hén
,,Lord-Nelson''-type te laten bouwen, beuo
vens zes kruisers en twaalf torpedojagers.
Engeland heeft alle voordeel hiervan, daar
drie slagschepen gebouwd zullen worden to
Ferrol door Britsche firma's cn de drie an
dere in Engeland zelf, evenals de kruisers
cü do torpedojagers. Voorts is besloten tot
den bouw van dokken te Cadiz, Ferrol en.'
26)
Plotseling liet dr. Hugo von Wallenrodt
het wapen weer zinken. Men hoorde hem
woedend vloek mompelen. En toen
verdubbelde hij zijn pogingen om de ande-
1 ren te bereiken. Voortdurend werd de hoek,
dien bij met hen maakte, scherper, al ging
het ook langzaam met een echten slakkc-
_ang. Want dc beide vijandige afdeelingcn
waadden diep door het slijk. Slechts voetje
voor voetje kwam men vooruit, terwijl de
beide mannen, met de revolver in de af
hangende rechterhand, elkander geen
i ©ogenblik uit het oog verloren cn Gerda
zich, niet bescherming zoekend, maar be
scherming biedend, dicht tegen Frank aan
drong, tegen zijn wil, terwijl zij geen acht
sloeg op zijn barsch bevel om hem alleen
te laten.
Plotseling begon hij te lachen, Dit klonk
hier in deze omgeving, op het eenzame
moeras, bij dc naderende beslissing ,66
wonderlijk cn vreemd, dat Gerda hiervan
meer schrikte dan van do opgeheven wa
pens -
„Zoo, nu zijn wc veilig,*zeidc h:i vol
daan. „Daar blijft hij gelukkig steken.
Eindelijk! Ik heb het reeds langverwacht."
Dc heer von Walcnrodt stond niet meer,
maar zat op den grond neergehurkt om
niet geheel door dc dunne korst te zakken.
Zijn voeten waren geheel in het slijk ver
dwenen. Hij trok ze wel, geheel met leem
kt, weer te voorschijn, maar bij ieder*
poging om zioh op te richten en verder te
stappen, herhaalde zich het schouwspel.
De dunne laag, waar hij doorheen gezakt
was, dro.g hem slechts wanneer hij zijn
gewicht over een groote oppervlakte ver
deelde. Zoo moest hij daar blijven liggen
tot er hulp kwam opdagen Hij kon niet
eens meer met zijn revolver dreigen. Die
was in zijn worsteling met den verr_derlij
ken bodem aan zijn met leem bedekte han
den ontgleden en in de diepto gezonken.
Ook de blauwe bril was van de plaats ge
gleden en hing hem scheef op het woeden
de gezicht.
Bij iedere andere gelegenheid zou Gerda
in lachen zijn uitgebarsten over een derge
lijk schouwspel. Maar nu bleef zij ernstig
en onderdruktefmet moeite een kreet van
schrik. Dc toestand leek haar bijzonder ge
vaarlijk. Zij trok Frank ongeduldig aan
de jas.
„Snel, snel! Waarop wacbt u took? La
ten we er heen gaan. Wij moeten hem er
uittrekken."
Hij verroerde zioh niet, doch zag kalm
naar zyn buiten gevecht gestelden vijand.
„In de eerste plaats kunnen wij niet
naar hem oversteken," merkte hij op.
„Want daarbij blijven wlij zcjf - steken,
wanneer u ten minste niets ergf-rs ge
beurt, en in de tweede plaats zijn de Ara
bieren reeds dicht bij hem. Zie eens hoe
El-Habib ben S'rir beenen maakt. En wat
zijn ze dun. Slechts vel over been. Die
weegt met al zijn lengte lang niet zooveel
als de heer von Wallenrodt; hij kan het
gerust wagen om in de nabijheid te komen
en zijn patroon to helpen. Aha, daar kruipt
hij reeds op handen en voeten weg.
Nil ié er geen gevaar meer. Maar wij
moeten ons den tijd ten nutte maken en
zorgen, dat wij wegkomen. Zij mochten
eens op de gedachte komen de vervolging
voort te zetten."
Het drietal zette zich weer in beweging.
De Arabische gids voorop, Gorda, niette
genstaande allo vermaningen en bevelen
van Frank, achteraan. Zij dekte als' achter
hoede den kleinen troep.
Zij was nog altijd bang, dat door von
Wallenrodt zou kunnen worden geschoten,
en keerde zioh dus om, ten eindo te kun
nen zien, wat daar gebeurde.
Het was moeilijk de inboorlingen in hun
witto mantels in do witte zoutwoestijn t®
onderscheiden. Slechts de gestalte van den
heer von Wallenrodt stak scherp tegen do
omgeving af. Hij had zich nu uit dc ge
vaarlijke passage naar de oppervlakte van
het Zoutmeer opgewerkt en daar stond hij
nu, heelemaal vuil en bemodderd, op een
veilige plek, en onderhandelde heel zenuw
achtig met den donkeren, geraamte-achti-
gen El-Habib ben Shir, die telkens de
schouders optrok. Plotseling keerde hij
weer beslist om en begon hardnekkig verder
te waden met den kruitsmokkelaar als gids
voor zich en met alle andere boernmoe3-
figuren op een rijtje achter hem aan.
Hij begon dus de vervolging opnieuw!
Gerda schrikte er van. Maar op Frank
maakte het slechts weinig indruk. „Hij
komt niet veel verder, let maar op V' zeide
Hij. „Hij weegt ten minste dertig poDd
meer dan een van ons. En hij is niet meer
zoo zeker als in den beginne!" Het was
dan ook heel spoedig daarop, dat hij aoh-
ter zich de heldere meisjesstem hoordo
roepen: „O, hemel, daar zit hij weer vast
en nu ook voor goed, midden in het slijk.
Zij trekken hem aan armen cn beenen, om
liem weer er uit te krijgen."
En nog voor de derde maal deed dr. von
Wallenrodt een poging de reeds ver verwij
derde vluchtelingen to bereiken. Maar na
"korten tijd degenen, die voor hem wa
ren, konden het nauwkeurig zien begon
do bodem onder hem opnieuw bedenkelijk
"tc golven. En Frank lachte en zeide:
„Hot schijnt mij, dat die schurk van een
Habib hem nu moedwillig op den verkeer
den weg brengt, opdat hij het opgeeft. Hij
ziet, dat het alles tooh nutteloos is. Hij
wil nu liever weer naar huis toe 1"
Een poosje stonden dc mannen, reeds
heel in dc verte, bij elkaartoen zetben -zij
zich in tegenovergestelde richting in bewe
ging. De strijd was opgegeven en dc wed
loop over het Zoutmeer geëindigd.
Nu kon men zich rustiger en gemakke
lijk een pa/d banen over de taaie, voch
tige, zilte leemmassa, die boven het doode
water lag. Op een plaats was de aarde
hard-droog, bedekt met schitterend-wit
poeder, dat niet op, maar in den grond
scheen te zitten. Hior hielden zij halt,
nagenoeg midden op het El-Dscherid-
meer. Gerda ging dadelijk languit op den
grond liggen. Eten wilde zij niet, drin
ken een heel kleiïi beetje. Zij hoorde haar
tochtgenoot vertellen, dat het alleen bij
.zulk koel weer het was niet wanner
dan 30 graden mogelijk wao geweest
met iemand als haar op deze plaats over
het meer te komen. Want hier moest men
t© voet gaan en zou zij dus, als de zon
aan den hemel had gestaan, zijn omge
komen van vermoeienis en hitte. Op het
groote pad naar Kebilli was het veel be
ter. Daar kon men rijden. Maar ook daar
was het sneeuwwitte laken onder den flik*
kerenden hemel gevaarlijk voor de oogentl
zoodat men gemakkelijk ecu ontsteking
kon krijgen.
Zij hoorde het wel, en toch verstond zij
bijna niets. Vermoeid cn droomerig lag zij
naar den grauwen hemel te starennu
eens naar rechts, dan weer naar linka
kijkend.
De oevers van het Zoutmeer, waarvan zij)
vertrokken waren waren nog vang to
zien. De oevers in het Zuiden, waarheen
hun schreden waron gericht, waren nog»
nRet in zicht. En in een. gevoel van
uitputting en hopeloosheid ging het haati
door het hoofd: „Zoo staat het nu ook
met mijn eigen leven 1 Wat vroeger was,,
dat is sedert heden, sedert deze vlucht,,
daar achter mij weggezonken; cn wat nu
komt, het nieuwe land daarginds, dat
kent alleen God."
En zij was niet bevreesd voor die toe*
komst, maar vastbesloten sprong zij op,
toen Frank haar vroeg, of zij in staat
was verder te gaan.
„Of ik daartoe in staat ben, weet ik
niet!" -zeide zij, moedig lachend. ,,Maar;
ik wil l Dat moet voor heden voldoend*
zijn. En dat zal liet ook. Tk kom nog wel',
levend aan den andéren kant 1"
Hij knikte haar toe, zonder een woord
spreken, maar vriendelijk als tegen een ka<
meroad.
(Wordt vervolgd.)