LEIDSCH DAGBLAD. ZATS??DAG 27 APRTL. - VIERDE BLAD. Atriïo IVOT. Offieieele Kennisgeving. Brieven van een Leidenaar. Buitenlandseh Overzieht. FEUILLETON. C1ERDA. No. 14171. eschrijvlng voor de Bclaatiug op Pedrijh- en nndcre Inkom «ten voor liet dienHtjam* 1907—1908. BURGEMEESTER en WETHOUDERS an Leiden breDgen ter algemcene kennis, aar aanleiding van een ontvangen besluit an den Commissaris der Koningin in do rovincie Zuid-Holland, van den 12den pril 1907, Provinciaalblad No. 32, be- rekkclijk do beschrijving voor do bo asting op de bedrijfs- en andere inkomsten oor bet dienstjaar 1907—1908; Jo. dat op den lsten Mei a. s. met die esch rij ving een aanvang zal worden ge- aakt, terwijl do biljetten overeenkomstig rt. 13 par. 1, tweede zinsnede der Wet van October 1893 (Staatsblad No. 149) door of anwegc den ontvanger der directe belastin- twintig dagen na de uitreiking zullen 'orden opgehaald 2o. dat de aanslagsregeling, ingcvolgo het bepaalde bij art. 19 par. 7 der genoemde wet," oet zijn geschied vóór den lsten October 907, en dat de regeling van aanslagen, welke iet uit de beschrijving voortvloeien of die om een of andere reden zijn aangehouden moeten worden, zal behooren te zijn afgeloo- pen binnen éón maand, nadat de Commissie van Aanslag of het College van Zetters door den Voorzitter daartoe zal zijn opgeroepen. Voorts vestigen zij de aandacht van de in gezetenen op den inhoud -n art. 15 par. 2, 16 en 45 jo. art. 47 par. 5 en 6, alsmede op art. 34, 1ste lid jo. art. 47 par. 7 der meer bedoelde wet, welke luiden als volgt: Art. 15 par. 2. Ieder, die optreedt als be stuurder of beheerend vennoot van een hier to lande gevestigde vennootschap, onderlinge yerzekcringmaatschappij, coöperatieve ver- eeniging, of van een vereeniging of stich ting, die een bedrijf of beroep uitoefent, of als boekhouder eener hier te lande t"Qvestigde reederij, is gehouden daarvan schriftelijk bin nen één maand kennis te geven bij het bo- stuur der gemeente, waar hi| woont. Het gemeentebestuur zendt deze kennis geving onverwijld aan den ontvanger der directe belastingen, tot wiens kantoor de ge meente behoort. Art. 16. Hier te lande wonende beheeronde vennooten van Nederlandsche vennootschap pen en maatschappen, als bedoeld in art 6 par. 2, en van do in art. 1 b bedoelde com manditaire vennootschappen op aandcelen, bes orders van hier te lande gevestigde naamloozo vennootschappen, coöperatieve en svn li'.u vereenigingen en onderlinge ver- zekeringmaatschappijén, alsook boekhouders van hier te lande gevestigde reederijen mo gen niet tot het doen van uitdeelingcn of uitkecringen, waarover volgens art 5 par. 1 en 2 en art. 6 par. 2 belasting verschuldigd is, overgaan, alvorens daarvan aangifte ge daan en de over vroegere uitdeelingen of intkeoringen verschuldigde belasting be taald te hebben. Bij liquidatie mogen de iiier bedoelde uit deel ingen of uitkecringen niet geschieden, alvorens de daarover verschuldigde belasting is voldaan. Art. 34, lste lid. Handelsreizigers, kramers en alle verdere personen, die hun bedrijf of beroep rondtrekkende uitoefenen voor zoo verre zij behooren tot do bedoelden bij art. la, k en k, zijn gehouden, onverminderd hun verplichtingen omschreven bij artt. 12 en 14, zich ter plaatse binnen het Rijk, waar zij zich na het begin van het belasting jaar het eerst bevinden, bij het gemeentebe stuur schriftelijk aan te melden met opgaaf van hun naam, hun woonplaats en hun be drijf of beroep. Ten blijke, dat zij hieraan voldaan hebben, ontvangen zij kosteloos een door of vanwege heb hoofd van dat bestuur ondorleekend bewijs, dat zij gehouden zijn r ede te onderteekenen en op aanvraag r an ambtenaren der directe belastingen te ver- toonen. ..-rt. 45. Bestuurders van de bij art. lb en c bedoelde naamlooze vennootschappen, coöperatieve vereenigingen, andere vereeni- g:ngen en stichtingen, die een bedrijf of be roep uitoefenen, onderlinge verzekering maatschappijen en sociëteiten, alsook behee- rende vennooten van hier te lande gevestigde commanditaire vennootschappen op aan deden en.boekhouders van hier te lande ge vestigde reederijen, zijn gehouden binnen 14 dagen na de vaststelling van balans of reke ning een zoodanig uittreksel als noodig is tot toelichting der winst, uitkeringen of uitdeelingen te doen toekomen aan den voor zitter der Commissie van aanslag, bedoeld bij art. 19 par. lb of par. 2, die den aanslag moet regelen. Art. 47, par. 5, 6 en 7. Hij, die daartoe ge houden, nalaat do verplichtingen na to ko men, bedoeld bij art. 15 pari 1 eerste lid, en art. 15 par. 2 eerste lid, wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste 25. Gelijke straf wordt opgelegd in geval van overtreding van art. 45. Overtreding van art. 16 wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste f 400. Personen, die van een bewijs voorzien moe ten zijn als bedoeld in art. 34 en die in ge breke blijven dit bewijs op aanvrage aan be voegde ambtenaren te vertoonen, worden ge straft met een geldboete van ton hoog ste 25. Geven zij ter bckoming van dat bewijs aan het bevoegd gezag een valschen naam, woon plaats, bedrijf of beroep op, of maken zij gebruik van het aan een ander afgegeven bewijs, dan worden zij gestraft met een geld boete van ten hoogste 150. Eindelijk wijzen zij den ingezetenen op de in art. 12 par. 2, 2de lid lo. d aan do inge zetenen van het Rijk verleende bevoegdheid om zioh bij de aanstaande beschrijving, de uitreiking van een beschrijvingsbiljet B te verzekeren door vóór of op 15 Mei a. s. het verzoek daartoe schriftelijk te richten tot den ontvanger der directe belastingen over hun woonplaats. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Lei<\n, 27 April 1907. CLXXIX. Ik heb langen tijd geleden eens een paar brieven gewijd aan den keuringsdienst van eet- en drinkwaren in deze gemeente en vond toen gelegenheid op het groote nut er van te wijzen en op het 't mocht vreemd klinken geldelijk oordeel dat de dienst oplevert. Welk een invloed onvervalsckte levens middelen op den gezondheidstoestand uit oefenen, is niet in cijfers uit te drukken en men beseft dit alleen dan eigenlijk," wanneer er gevallen van vergiftiging door het gebruik van een of ander voedingsmid del zich merkbaar voordoen, Maar dat die invloed groot moet zijn, ligt. bij eenig na denken voor de hand. Doch wanneer men de verslagen van onzen keuringsdienst van het eerste jaar met die van de laatste jaren vergelijkt en men be merkt daarin den grooten vooruitgang in het gehalte van een voedingsmiddel bij uit nemendheid, als de melk, dan leert ons dit, dat vroeger veel water voor melk werd ge leverd cn betaald, wat nu zoo goed als niet meer voorkomt. Ik heb toentertijd dit eens in cijfers uitgedrukt, waaruit bleek, dat daardoor alleen de indirecte voordee- len dubbel en dwars dc uitgaven aan do zen tak van dienst besteed, overtroffen. En wat voor do melk geldt, geldt ook voor vele andere voedingsstoffen. Het is dan ook opmerkelijk hoe spoedig de menschen, dio in het algemeen er een hekel aan hebben om in hun vrijheid belem merd te worden, zich met deze controle hebben verzoend. De man van den keuringsdienst wordt in den degel ij ken winkel- en grossiersstand niet meer als een vijand, veeleer als een vriend beschouwd en de verstandige win keliers werken gaarne met den keurings dienst mee om gepleegde fraude te ontdek ken en waar hot in het algemeen belang noodig is, te ontmaskeren. Do burgerij koopt met veel meer gerust heid haar voedingsmiddelen als vroeger in het vertrouwen, dat ze goede waar voor goed geld ontvangt. Want zooals de keuringsdienst \an eet- on drinkwaren in onze gemeente thans is ingericht, is de kans, dat men vervalschte levensmiddelen koopt niet meer heel groot. Dat de Leidsche keuringsdienst voor uitstekend ingericht bekend staat, bewijst wol het feit, dat andere steden haar tot voorbeeld nemen. Zelfs de gemeente 's-Gra_ venhago richt haar'dienst naar de onze in en heeft onzen directeur-scheikundige zelfs van ons afg-ekaapt. Gelukkig heeft de ge meento in den nieuwbenoemden een opvol ger gevonden, die do werkwijze kent cn in hetzelfde spoor voortgaat. Kunnen wij dus over dit deel der kou- ring tevreden zijn, er blijft hier toch nog op dit gebied te wcnschen over. Het zou, meen ik, groote aanbeveling verdienen, dat het toezicht op de toebe reide vleeschwaren in onze gemeente werd verscherpt on do keuring daarvan op on geveer gelijke wijze werd ingericht als op de andere voedingsmiddelen. Deze keuring, zooals die thans is inge richt, biedt op verre na niet zulke goedo waarborgen als bij het verschgeslachto vee het geval is. Onze slagers, die met hun slachtvee van het Slachthuis komen, zien het vleesch aan een streDg onderzoek onderworpen. Er mag niets aan mankeeren, of het wordt als minderwaardig veroordeeld, of voor het gebruik ongeschikt verklaard. Uitnemendt maar nn heeft het toch geen zin, dat in den vortn van toebereide vleeschwaren minderwaardig vleesch, dat bovendien met allerlei vreemde bestand- dcelen is vervalscht, vrij mag ingevoerd en verkocht worden. Alleen reeds uit eon billijkheidsoogpunt tegenover dc eigen slagers acht ik dit reeds sterk af te keuren. Op die wijze moeten eigen ingezetenen een concurrentie voeren tegen fabrikanten en handelaars van toe bereide vleeschwaren, die onmogelijk vol te houden is. Het verwondert mij dan ook, dat do Leidsche Slagersvereenigingen, dio anders wel uit den hoek durven komen, als zij haar belangen nieenen veronachtzaamd to zien of van oordeel zijn, dat haar onrecht wordt aangedaan, daarop nog niet eens hebben aangedrongen. Maar vooral ook in het belang der bur gerij moet er in een verscherpt toezicht op de ingevoerde toebereide vleeschwaren worden voorzien. Wij lezen dagelijks van de onsmakelijke ik schreef haast ongure wijze, waarop worst en andere vleczen dikwijls worden berelcl. Wat wordt daarin niet al ver werkt! Men weetal is het ook nog zoo erg er wel een kruiderig smaakje en een frisch kleurtje aan te geven cn zoo komt hét, dat men voor goeden prijs koopt en gebruikt wat de slager in eigju gemeente niet mag verktooper? en waar voor men, als het van eigen slager kwam. ook hartelijk voor zou bedanken. Er werd mij onlangs meegedeeld, dat hier boterhammenworst wordt verkocht, waarin zich een belangrijke hoeveelheid meel bevond. Men wist door een niet ge heel onschadelijk verfje cr wel een vleescö- klour aan te geven. Deze worst werd ver kocht voor 7 centen een ons, voor worst heel goedkoop, maar nog veel t© duur vcor meel, dat met 7 centen het pond i3 betaald. En dat is dan nog een vervalsching, waardoor men wel beetgenomen wordt en te veel geld voor zijn waar betaalt, doen in hoeveel gevallen is de gezondheid Jer verbruikers er ook niet mee gemoeid? En het zijn niet alleen de goedkoopere vleescbsoorten, waarmee geducht geknoeid wordt, aan zoogenaamde fijne vleeschwaren is ook wel eens een luchtje in figuurlijken zin gesproken. Onze gemeente, die op het gebied der keuring een goeden naam heeft, kan op den duur er niet aan ontkomen om ook de ingevoerde toebereide vleeschwaren, die in groote hoeveelheid worden ingevoerd, aan een veel strengere keuring, als tot dusver is geschied, te onderwerpen. En ik kan niet nalaten de aandacht van het Stadsbestuur op deze zaak te vestigen. Over de wijze, waarop men deze keuring zou moeten inrichten, wil ik liever mijn oordeel niet uitspreken. Men zal daarover beter zijn licht opsteken bij den directeur van het openbaar slachthuis en den direc teur-scheikundige van den bestaanden keuringsdienst. Deze uitbreiding zal natuurlijk wel iets posten, doch groote sommen behoeven er* dunkt mij, niet aan besteed te worden, omdat deze keuring zich geheel aansluiten kan bij hétgeen er op dit gebied reeds in Leiden bestaat. In ieder geval hoop ik_ dat de bevoegde autoriteiten hun aandacht eens aan deze zaak willen wijden en mocht men er maar eens toe kunnen komen eens een onderzoek in te stellen, dan zal men, geloof ik, ook tot de slotsom komen, dat hetgeen ik voor sta, nuttig en noodig is. Bij den Duitse he a Rijksdag is een wetsontwerp ingediend mqt verschil-» lende nuttige voorschriften over de ver vaardiging van sigaren in de huisnijverheid. Het bepaalt o.a., dat geen tabak bewaard of bewerat mag worden in slaapvertrekkeu en dat de tabak in huiskamers cn keu kens alleen in vochtigen toestand gemengd mag worden. De kamera, waar de tabak gostript, gewikkeld, gerold cn uitgezocht wordt, moeten vensters hebben, die recht streeks met de buitenlucht in verbinding staan en voor ieder persoon 10 kubieke M. lucht hebben. Dc groothertog van MecklenburgScliwe- rin zal zich den 9den Mei to Hamburg naar Togo en Kameroen inschepen, om in die kolonies een studiereis tc ondernemen. Het plan is dat hij 1 Juli op de thuisreis, zal gaan. P uttkam^r is veroordeeld tot beta ling eener boete van 1000 Mark en dj kosten. (Naar men weet werd hij beschul ligd een pas vervalscht te hebben voor een zij ner Bier bij nsch© vriendinnen, cn als gou verneur een plantors-maatschappij onrecht matig to hebben begunstigd). Het O. M. eischte het ontslag van Putt- kamer die ter beschikking gesteld is uit zijn ambt als gouverneur van Kame- ron. Do rochtibank oordeoldc dit echter een te harde straL Zij gaf hem evenwel een berisping voor inbreuk op de dienstvoorschriften in drie gevallen. Het we.tsvoorBtcil op den 'aanleg van een tunnel onder het Kanaal Is door do leden .van het Engel scho La gerhuis, die het hadden ingediend, inge trokken. Er is intusschen con comité opgericht van menschen in en buiten hot Parlement, dat in heel het land een beweging ton gunste v^n het plan op touw zal zetten. De jingo-pers heeft alarm geslagen over het voorstel van generaal Botha om een Boerenleger op de been te bron gen. Maar het is belachelijk, zei de ge neraal aan een verslaggever van Reuter, dat ik dat zou voorstellen. De Boeren zcuden het niet willen, al stelde ik het vcor. Waar wij naar streven is do instel ling van een leger ter verdediging van heel Zuid-Afrika, cn Boer en Engelschraan zouden er schouder aan schouder in die nen. De generaal zou gaarne zien, dat do kranten niet telkens weer van Boeren en Britten spreken. Ik tracht aan te toon en, zei de generaal dat er niet langer sprake is van Boer of Engelschman. Wij zijn óén volk, met slechts óén doel en eerzucht; men moest ons Zuidafrikanon noemen. Ondanks Botha's toelichting, houdt do „Standard" haar bedenkingen tegen het} op-de-been-brengen van een leger in Transvaal vol. De zes duizend Engehoho oudgedienden daar zouden verzinken on der de Boeren van dat leger. De „Westminiifcer Gazette" zegt, op goed gezag tc kunnen verklaren, dat er in het verhaal van het bondgenootschap •tusschen Engeland en Spanje geen waarheid is. Er is ook geen regeling met Spanje getroffen voor dc versterking van zijn vloot en er is geen samenwerking van de Spaansche en do Engelscho vloot afgespro ken. Ook de bewering, dat er een viervou dig© „entente" tusschen Engeland, Spanje, Italië en Frankrijk zou zijn, is niet waar. Het heele verhaal is een verdichtsel. Vólgens een offieieele medcdeeling, zijn er. ernstige ongure geldheden ontstaan onder do kolendragcrs cn werklieden van St. Lucia Kleine Antillen Winkels werden geplunderd, een menigte suikerriet verbrand en een aantal suikerfabrieken be schadigd. De politic schoot op de menigte en doodde 4 man en wondde cr 22. De gouverneur van de Eiland i beneden den Wind is'aangekomen. Een telegram van gisteravond deelde mede, dat dc ongeregeld heden reeds minder worden. Er ligt een Ne- derlandscli oorlogsschip (da „Gelderland' in de haven. Do admiraliteit heeft den kruiser „Inde fatigable" naar St.-Lucia gezonden. De k e i z c r i n-w e d uwe van R u s- 1 a n d is op de reis van Biarritz naar Ko penhagen, van vele Grootvorsten vergezeld. Te Bourget zou haar trein eenig oponthoud hebben, omdat die daar op het noordernec -moest worden gerangeerd. President Fallières is met den minister van buitenlandsohe zaken en vele liooge ambtenaren van Rambouillot naar Bourget gereisd, om de keizerin-weduwe zijn groet te brengen. Om tien uren 's morgens kwam de trein met het hooge Russische gezelschap in b .*t gezicht. De keizerin-weduwe was aangenaam verrast, op het perron van Bourget den president der Republiek aan te treffen. Do verslaggevers, die cr bij geweest zijn, verba len, dat het een lust was om te, zien, hoo hoffelijk president Fallières de keizerin-we duwe naderde. Hij stond zonder hoed op het perron, eenvoudig in het zwart gekleed. De douairière kwam den President, der Republiek vriendelijk te gemoec en stak hen» haar hand toe. Fallières drukte op do hand der keizerin-weduwe van Rusland een eer biedigen kus. Daarop begon een hartelijk gesprek. Do President en de Keizerin betuigden weder zijds hun vreugde, dat zij elkaar zagen, ver zochten elkaar vooral niet tc verzuimen, do groeten oVer te-brengen aan wederzijdscho familieleden. Later werd ook Pichon, de mi nister van buitenlandsohe zaken, in het ge sprek gehaald. De conversatie liep toen over de goede verstandhouding van Frankrijk en Rusland. Een kwartier duurde dit oponthoud. Do trein was op het goede spoor gekomen. Voor dat de trein zich in beweging zou zetten, gaf do keizerin-weduwe haar verlangen to kennen, den heer Fallières tc fotografecrcn. De heer Fallières stelde zich beschikbaar. Op een afstand stond een dichte menigto het tafereel van hoffelijkheid en vriend schap tc aanschouwen. Toen eindelijk de vorstelijke trein weg reed, wuifde dc keizerin-weduwe den Presi dent herhaalde malen tot afscheid toe, cn president Fallières groette buigend terug. Het Hongaarse lie parlement hceftf het wetsontwerp van Apponyi betreffende het lager onderwijs definitief aango^ nomen. Spanje laat ér geen gras over groeien.: Terwijl allerlei geruchten over de v loot- plan n e n, al of niet in rechtstreeksch, verhand met de samensprekingen tusschen koning Eduard en koning Alphonsus doj ronde doen, is te Madrid kalmweg het be-- sluit genomen, zes slagschepen van hén ,,Lord-Nelson''-type te laten bouwen, beuo vens zes kruisers en twaalf torpedojagers. Engeland heeft alle voordeel hiervan, daar drie slagschepen gebouwd zullen worden to Ferrol door Britsche firma's cn de drie an dere in Engeland zelf, evenals de kruisers cü do torpedojagers. Voorts is besloten tot den bouw van dokken te Cadiz, Ferrol en.' 26) Plotseling liet dr. Hugo von Wallenrodt het wapen weer zinken. Men hoorde hem woedend vloek mompelen. En toen verdubbelde hij zijn pogingen om de ande- 1 ren te bereiken. Voortdurend werd de hoek, dien bij met hen maakte, scherper, al ging het ook langzaam met een echten slakkc- _ang. Want dc beide vijandige afdeelingcn waadden diep door het slijk. Slechts voetje voor voetje kwam men vooruit, terwijl de beide mannen, met de revolver in de af hangende rechterhand, elkander geen i ©ogenblik uit het oog verloren cn Gerda zich, niet bescherming zoekend, maar be scherming biedend, dicht tegen Frank aan drong, tegen zijn wil, terwijl zij geen acht sloeg op zijn barsch bevel om hem alleen te laten. Plotseling begon hij te lachen, Dit klonk hier in deze omgeving, op het eenzame moeras, bij dc naderende beslissing ,66 wonderlijk cn vreemd, dat Gerda hiervan meer schrikte dan van do opgeheven wa pens - „Zoo, nu zijn wc veilig,*zeidc h:i vol daan. „Daar blijft hij gelukkig steken. Eindelijk! Ik heb het reeds langverwacht." Dc heer von Walcnrodt stond niet meer, maar zat op den grond neergehurkt om niet geheel door dc dunne korst te zakken. Zijn voeten waren geheel in het slijk ver dwenen. Hij trok ze wel, geheel met leem kt, weer te voorschijn, maar bij ieder* poging om zioh op te richten en verder te stappen, herhaalde zich het schouwspel. De dunne laag, waar hij doorheen gezakt was, dro.g hem slechts wanneer hij zijn gewicht over een groote oppervlakte ver deelde. Zoo moest hij daar blijven liggen tot er hulp kwam opdagen Hij kon niet eens meer met zijn revolver dreigen. Die was in zijn worsteling met den verr_derlij ken bodem aan zijn met leem bedekte han den ontgleden en in de diepto gezonken. Ook de blauwe bril was van de plaats ge gleden en hing hem scheef op het woeden de gezicht. Bij iedere andere gelegenheid zou Gerda in lachen zijn uitgebarsten over een derge lijk schouwspel. Maar nu bleef zij ernstig en onderdruktefmet moeite een kreet van schrik. Dc toestand leek haar bijzonder ge vaarlijk. Zij trok Frank ongeduldig aan de jas. „Snel, snel! Waarop wacbt u took? La ten we er heen gaan. Wij moeten hem er uittrekken." Hij verroerde zioh niet, doch zag kalm naar zyn buiten gevecht gestelden vijand. „In de eerste plaats kunnen wij niet naar hem oversteken," merkte hij op. „Want daarbij blijven wlij zcjf - steken, wanneer u ten minste niets ergf-rs ge beurt, en in de tweede plaats zijn de Ara bieren reeds dicht bij hem. Zie eens hoe El-Habib ben S'rir beenen maakt. En wat zijn ze dun. Slechts vel over been. Die weegt met al zijn lengte lang niet zooveel als de heer von Wallenrodt; hij kan het gerust wagen om in de nabijheid te komen en zijn patroon to helpen. Aha, daar kruipt hij reeds op handen en voeten weg. Nil ié er geen gevaar meer. Maar wij moeten ons den tijd ten nutte maken en zorgen, dat wij wegkomen. Zij mochten eens op de gedachte komen de vervolging voort te zetten." Het drietal zette zich weer in beweging. De Arabische gids voorop, Gorda, niette genstaande allo vermaningen en bevelen van Frank, achteraan. Zij dekte als' achter hoede den kleinen troep. Zij was nog altijd bang, dat door von Wallenrodt zou kunnen worden geschoten, en keerde zioh dus om, ten eindo te kun nen zien, wat daar gebeurde. Het was moeilijk de inboorlingen in hun witto mantels in do witte zoutwoestijn t® onderscheiden. Slechts de gestalte van den heer von Wallenrodt stak scherp tegen do omgeving af. Hij had zich nu uit dc ge vaarlijke passage naar de oppervlakte van het Zoutmeer opgewerkt en daar stond hij nu, heelemaal vuil en bemodderd, op een veilige plek, en onderhandelde heel zenuw achtig met den donkeren, geraamte-achti- gen El-Habib ben Shir, die telkens de schouders optrok. Plotseling keerde hij weer beslist om en begon hardnekkig verder te waden met den kruitsmokkelaar als gids voor zich en met alle andere boernmoe3- figuren op een rijtje achter hem aan. Hij begon dus de vervolging opnieuw! Gerda schrikte er van. Maar op Frank maakte het slechts weinig indruk. „Hij komt niet veel verder, let maar op V' zeide Hij. „Hij weegt ten minste dertig poDd meer dan een van ons. En hij is niet meer zoo zeker als in den beginne!" Het was dan ook heel spoedig daarop, dat hij aoh- ter zich de heldere meisjesstem hoordo roepen: „O, hemel, daar zit hij weer vast en nu ook voor goed, midden in het slijk. Zij trekken hem aan armen cn beenen, om liem weer er uit te krijgen." En nog voor de derde maal deed dr. von Wallenrodt een poging de reeds ver verwij derde vluchtelingen to bereiken. Maar na "korten tijd degenen, die voor hem wa ren, konden het nauwkeurig zien begon do bodem onder hem opnieuw bedenkelijk "tc golven. En Frank lachte en zeide: „Hot schijnt mij, dat die schurk van een Habib hem nu moedwillig op den verkeer den weg brengt, opdat hij het opgeeft. Hij ziet, dat het alles tooh nutteloos is. Hij wil nu liever weer naar huis toe 1" Een poosje stonden dc mannen, reeds heel in dc verte, bij elkaartoen zetben -zij zich in tegenovergestelde richting in bewe ging. De strijd was opgegeven en dc wed loop over het Zoutmeer geëindigd. Nu kon men zich rustiger en gemakke lijk een pa/d banen over de taaie, voch tige, zilte leemmassa, die boven het doode water lag. Op een plaats was de aarde hard-droog, bedekt met schitterend-wit poeder, dat niet op, maar in den grond scheen te zitten. Hior hielden zij halt, nagenoeg midden op het El-Dscherid- meer. Gerda ging dadelijk languit op den grond liggen. Eten wilde zij niet, drin ken een heel kleiïi beetje. Zij hoorde haar tochtgenoot vertellen, dat het alleen bij .zulk koel weer het was niet wanner dan 30 graden mogelijk wao geweest met iemand als haar op deze plaats over het meer te komen. Want hier moest men t© voet gaan en zou zij dus, als de zon aan den hemel had gestaan, zijn omge komen van vermoeienis en hitte. Op het groote pad naar Kebilli was het veel be ter. Daar kon men rijden. Maar ook daar was het sneeuwwitte laken onder den flik* kerenden hemel gevaarlijk voor de oogentl zoodat men gemakkelijk ecu ontsteking kon krijgen. Zij hoorde het wel, en toch verstond zij bijna niets. Vermoeid cn droomerig lag zij naar den grauwen hemel te starennu eens naar rechts, dan weer naar linka kijkend. De oevers van het Zoutmeer, waarvan zij) vertrokken waren waren nog vang to zien. De oevers in het Zuiden, waarheen hun schreden waron gericht, waren nog» nRet in zicht. En in een. gevoel van uitputting en hopeloosheid ging het haati door het hoofd: „Zoo staat het nu ook met mijn eigen leven 1 Wat vroeger was,, dat is sedert heden, sedert deze vlucht,, daar achter mij weggezonken; cn wat nu komt, het nieuwe land daarginds, dat kent alleen God." En zij was niet bevreesd voor die toe* komst, maar vastbesloten sprong zij op, toen Frank haar vroeg, of zij in staat was verder te gaan. „Of ik daartoe in staat ben, weet ik niet!" -zeide zij, moedig lachend. ,,Maar; ik wil l Dat moet voor heden voldoend* zijn. En dat zal liet ook. Tk kom nog wel', levend aan den andéren kant 1" Hij knikte haar toe, zonder een woord spreken, maar vriendelijk als tegen een ka< meroad. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 19