So. 144G8. Anno 1807. PERSOVERZICHT. Buitenlandseh Overzicht. Twsede Kamer. In liet „Weekblad voor de Bur- g rl ij k e Adm ini str alfcie" (hoofd redacteur rar. H. Vos) wordt onder het hoofdig Ovens ohrijding yan l&trafwefcgcvendje macht, het yolgendo gezegd: In ons No. 2870 maakten wij melding van een door den Gemeenteraad van [Leiden in zijn vergadering van 8 Juli 1904 vastgestelde wijziging der verordening betreffende de uitoefening van het bedrijf yaü molkverkooper, waarin was op genomen de volgondo'bepaling: „Elke over treding dezer verordening, waarop een on herroepelijke veroordeeling ia gevolgd, wordt vanwege B. en Ws. in een der plaatselijke nieuwsbladen bekend gemaakt, met vermelding van den naam en de woon plaats van den overtreder, de aard der over treding, en de dagteekening vaD het pro ces-verbaal en van het vonnis.' Wij hebben toen tegen deze laatste be paling het'bezwaar ingebracht, dat de Ge meenteraad aldus feitelijk de bijkomende straf, welke vermeld is in art. 9 b., 4o van het We tb. van Strafrecht, dio van open baarmaking van de rechterlijke uitspraak toevoegde aan de straffen, welke volgen a art. 161 der Gemeentewet de Raad bevoegd is op de overtreding zijner verordeningen Site stellen, onder welke straffen als bijko mende straf .geen ander voorkomt als ver- beurdvehklaring van de voorwerpen, door middel van de overtreding verkregen of waarmede de overtreding is gepleegd. Wij merkten op, dat doze bij de verordening voorgeschreven openbaarmaking der rech terlijke uitspraak niet ophield straf -te. zijn, vaar zij dit karakter uitdrukkelijk aan art. Strafwéïb. ontleent, door bet feit, dat niet de rechter haar uitspreekt, maar B. en (Ws. haar opleggen; dat integendeel uit de ze omstandigheid een dubbele onwettigheid voor de bewuste bepaling voortvloeide. Wij betoogden, dat de door den Voorzitter van (den Leidschen gemeenteraad tegenover het ecnige lid, dat zich op juridische gronden tegen het art. verbet had, in bet midden gebrachte exceptie, ,,dat niet ïïet vonnis [wordt gepubliceerd, maar het voorschrift, dat overtreden is, met aanhaling van den naam van dengene, die het feit lieeft be dreven en de opgelegde straf", daArom; yan weinig bcteekenis moest worden gc- aoht, omdat wat dj verordening ter open baarmaking aanwees, niets anders was dan een paraphrase van de rechterlijke uit spraak zelve, vooral als men in 't oog hield, dat daaronder uitdrukkelijk werd opge somd ,,de dagteckening van het vonnis". [Wij eindigden opmerkingen met er op te wijzen, dat aan de twee redenen voor. do onwettigheid der voorgeschreven openbaarmaking nog (deze derdo kon worden toegevoegd, dat zij niet, naar het algemeene straf fenstclsel, was facultatief, maar imperatief aan B. en Ws. was opgelegd. ,,Wij zijn verhangend te vernemen", be sloten wij, ,,of Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hierbij zich zullen bepalen tot een „bericht van ontvangst." Welnu, Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland hebben zich in 1904 inderdaad hiertoe bepaald. Dit moet niot alleen ons verwonderd hebben. Want eenige dagen nadat wij ons verzet hadden uitgebracht, verklaarde do (Redactie van het ,,W eekblad v. h. Ree b t" in haar No. 8089 ziph daarmede volkomen homogeen. De Utrechtsche hoog leeraar in' het Ncderlandschc strafrecht was van meening, dat onze afkeuring dor betrokken bepaling steunde op z. i, ..onaf- wijsbaai' juiste gronden." „Niet minder dan de Redaetio van hot Weekblad" schreef hij, „zijn wij er bc-ieuwd naar, of deze be paling er zonder bezwaar zal doorgaan." En in den derden driuk van zijn „Neder- landseh Gemeenterecht" (I p.. 370; schrijft ten slotte ook de hoogleeraar Oppenheim van de door ons en 't „W e e k b 1 a d v. h. Recht" bestreden bepaling, doelende op de formeele verzwijging in de verordening van het woord rechterlijk© uitspraak, dat hij „een dergelijk sollen met de wet alles behalve verdedigbaar! rekent cd ook niet bij machte om de smet der onwettigheid yan de bepaling af te wrijven." Inmiddels is op 21 Maart 11. in den ge meenteraad van Leiden een nieuwe veror dening betreffende de uitoefening van het bedrijf van molkverkooper vastgesteld, en is daarin de door on3 ter 6prak© gebrachte bepaling als art. 32 den verordening on- j veranderd overgenomen.., Discussie, over de bepaling i3 dezen keer, bij verplichte afwezigheid van het raadslid, dat in 190-1 zijn verzet deed hoore'n, zelfs geheel achter wege gebleven. Ja, een der leden maakte tegen de bepaling een korte opmerking, die meer de moreele belangen der ge-puoli- ccerde overtreders raakte, maar de Voor zitter van den Raad was van meening, dat „deze publicatie tot nu toe goed werk te." Nu, daarmede kan men het eens zijn. Er zouden wellicht nog wel meer Bt-raffen i>goed werken", die art. 161 Gemeentewet nu eenmaal verbiedt in een verordening van den Raad op to nemen. Daar heeft men bijv. om te blijven bij do bijkomende straffen de ontzetting van bepaalde rechten, genoemd in art. 9 b sub. lo. StraE- wetb-, maar niet genoemd in ar.t. 161 Ge meentewet. Wij kunnon ons denken, dat het zelfs zeer goed zou werken, wanneer de Gemeenteraad dj overtreders dezer ver ordening voor zekeren tijd de uitoefening van hun beroep als melkverkoopcr zou kunnen doen verliezen. Maar de Gemeente wet wil dit nu eenmaal niet. Waarom dan wel de openbaarmaking der rechterlijke uitspraak, die zij,, niettegenstaande haar goede werking, evenmin wil? Het is niet denkbaar,, dat God. Staten van Zuid-Holland zich door utilitcitsgron- den, die voor do bepaling ocnor verorde ning pleiten, zullen laten weerhouden haar, wettelijke waarde onder do oogen te zien. Doen zij dit laatste, dan mogen zij ook hierop letten. Art. 39, septies lid 4 Straf* wètb. laat op personen beneden de acht tien jaren slechts do toepassing van één bijkomende 8trla<f. nl. de verbeurdverkla ring toe. De wetgever wil dus bij deze per sonen geen openbaarmaking der rechter lijke uitspraak. Overtreders nu der Leid- sche verordening kunnen zeer goed, zullen zelfs zeer dikwijls zijn personen beneden de achttion jaren in hun quali- teit van verkoopers, vervoerders, onz. van melk. Het imperatief voorschrift van art. 32 doot dus op hen in lijnrechten strijd met het aangehaald artikel der straf wet een bijkomende straf toepassen, die door den Rjjkswetgever voor jeugdige per sonen orn voor do hand liggende redenen ongewenscht geacht is. Want dat deze open baarmaking geen straf zou zijn, omdat de verordening het noemen van het woord rechterlijke uitspraak vermijdt, is toch, gelijk wij reeds vroeger opmerkten, onhoudbaar. Trouwens, thans sprak dc Commissie voor de strafverordeningen in de Memorie van Toelichting op de nieuwe verordening een overzicht van haar inhoud gevende, uitdrukkelijk van de strafbepalin gen in de art-, 31 en 32 vervat." Indien Gedeputeerde Staten van Zuid-' 'Holland thans oenigc aandacht aan dc hier besproken bepaling mochten willen wijden, dan moge, om van onze eigen meening niet te spreken, uaast bet oordeel van «'e hoogleeraren Simons en Oppenheim voor hen ook eonig gewicht in de schaal leggen de t>pvatting hunnqr amiUtgenoöton in Noord-Holland, die in 1904 een soortgelij ke bepaling in een verordening der ge- meent© Hilversum in strijd achtten met art. 161 Gemeentewet cn art. 36 Wetboek van Strafrecht. „D e anti-rev. Rotterdam mer" bespreekt het feit, dat door den Voorzitter der Eerste Kamer, toen hij als man van rechts eens polsen moest of de rechterzijde bereid zou zijn eventueel een Kabinetsformateur uit haar raidden ie doen voortkomen, niemand minder dan d r. Kuyper werd gepasseerd. Men heeft hiervoor de verklaring uitge vonden, dat baron Scliimmelpenniuck ge consulteerd heeft met dc leiders uit het Parlement, maar ,,D o Rottcrdam- m e r" meent, dat ook dan niemand in de anti-revolutionaire kringen had mogen toe laten, dat dit aldus geschiedde. Het blad wijst er op, dat tal van acht bare politici hun positie en hun bcteekenis aan dr. Kuyper tc danken hebben cn schrijft dan verder: „Er bewegen zich in do Christelijke ge lederen zeer velen, die nooit hun huidige positie zouden verworven hebben, als dr. Kuyper hucm niet, hetzij terecht of ten on rechte, hetzij als gevolg van een juisi.cn blik, dan wel als gevolg van zijn bekende weinige speciale mensekenkciinis, gebracht had, waar zij zich op het oogenblik bevin den. Set is echter niét te weerspreken, cn in hel in de Kamer gevoerde, gelukkig thans geëindigde crisis-geharrewar, is het genoeg zaam gebleken, dr. Kuyper, do leider on zer antirevolutionaire partij, hetwelk hij is j u r o s u o, is bij dc crisis-onderhandelin gen doodleuk gepasseerd. Nu, weten wij ook zeer goed, dat er in hoogere kringen meer verzet bestaat tegen dr. Kuyper, o. a ook tegen zijn sociale af dwalingen op den weg van het radicalisme, dan door velen wordt vermoed. Wij weten ookl dat tijdens het bestaan van het ministorie-lKuypér dr. Kuyper dingen heeft ge^prokon, waarmede niet elkeen harmonieerde. Ook wijzelven hebben onze bedenkingen. Maar dat zulks zou wettigen, dab in Ne derland een Kabinets-crisis zou worden afgespeeld, zonder dat men daarin van rechtsche zijde officieel den leider onzer anti-revolution aire partij betrok, zoo iets) hadden wij ondenkbaar geacht, en noemen wij ten ëencnmalc onverdedigbaar. Ook op deze wijze gaat het gezonde anti revolutionaire par ij televen hoe langer hoe meer achteruit." Een partij als dc anti-revolutionaire mag een zoo eminenten leider als dr Kuyper niet laten verloochenen, schrijft „D e R o t- t o r d a mme r". Het blad hoopt, dat deze dingen zullen veranderen; anders vreet de politieke verwording nog verder voort. „Inzonderheid op do anti-rev. partij, die de Christelijk-historische volkstradiliën in eore zoekt te houden, rust in de tegenwoor dige tijden dc hooge roeping de lijn aan tc geven, waarlangs zich de vadcrlandsche politiek i d auti-rcvolutionaircn oftewel goed christelijk-historischen zin moet rich ten. Dal kan zij alleeD, als zij haar van God gegeven leider niet verloochent of laat ver loochenen. Dat kan zij alleen, als baar voormannen, met name haar gekozen Centraal-Comité, met den leider in zijn midden, gedurig het politiek plan de campagne overweegt en toetst aan dc beginselen. Dat kan zij alleen, als dat Centraal- Comité, voortgesproten uit de partij zelve, waakt voor de juiste toepassing van do be ginselen op de vraagstukken van den nieu- weren tijd, en met den leider de princi- pieelc eenheid bewaart "onder alle anti revolutionairen. Het blad zegt. ten slotte, te hopen, 'dat een kloek' optreden van het Centraal-Co mité de anti-revol. partij uit deze moeras sigheden zal verlossen. i.Het (R.-K) Huisgezin'' berispt „D e (a.-r.) R otter dammer wegend de bittere woordendie deze over het pas- eeeren van d? Kuvoer schreef. Het kors'c niet te pas meeht het blad partijleiders in de Tweede Kamer als Heemskerk en Tal ma ter wille van dr. Kuyper omlaag te halen. Dit -zal de cendrachtigo samenwerking van de reohtsche coalitie bij dc Statenver kiezingen benadcclen. „De (R.-K.) Gelderlander'' daar ontegen neemt den handschoen voor dr. Kuyper op. Het blad spreekt de erkente lijkheid der coalitie aan dr. Kuyper uit en schrijft En daarom deed het ons pijnlijk aan. dat toegegeven, dat bij de eventuee'o vorming van een rccht3 Kabinet als op lossing der jongste crisis| het optreden van een kabinet-K uyper wegens de gegeven omstandigheden niet het meest wcnsckclijk ware geweest dat, zeggen we, zelfs do raad van zijn ervaring cn scherpen olik niet ia ingjwonnen. Dat aldus de christolijk-histprischcn cn katholieken handelden, zij tot daaraan toe zij waren niet de cerstaangewezenen tot de daad. Dat zelfs twee antirevolutionaire voor mannen aldus het erkend hoofd hunner partij passeerden, moet den grijzen staats man diep hébben gegriefd. Zelf8 zwijgt hij in zijn orgaan en draagt zijn zieleleed in stilte. Des te meer valt te waardecrcn, dat ©cn antirevolutionair blad als „De Rotter- d a m m e r", hetwelk rncerm'alon inzichten voorstond, van die der „Standaard" afwijkende^ zijn verdediging opneemt. Naar aanleiding der jongste polemiek met „H eb Volk" geeft mr. Aalberse onder het opschrift: „Wie liegt?" in het „Katholiek Sociaal Week- b 1 ad" een overzicht der leugens, welko de laatste twee jaren in „Het Volk" verschenen. Een tiental kolommen zijn daarmee gemoeid. Ondor het opschrift „Een tweede Sy- branidy" schrijft „Het Vaderlan c)'*: „Men herinnert zich do kwestie. Mr. Aalberse, het (R.-K.) Tweede Kamerlid voor Almeloo, had in het „K a t h o 1 i ek Sociaal Weekblad'' beweerdi dat voor enkele maanden een Katholiek Ka merlid ongevraagd van een sociaal-demo craat het materiaal ontving om Tak in de Kamer te beantwoorden. „Het Volk" hield vol, dat het een leugen was, en daagde mr. A. uit, man cn paard to noemen. Mr. Aalberse weigerde toen namen tc noemen, doch hield vol, dat, wat hij beweerd had, de zuivere waarheid was. Hij beloofde toen „Hot Volk" al vast een verrassing voor het volgend num mer, nl. „een antwoord op zijn beschul diging gij liegt, een antwoord, dat den heereu vermoedelijk nog lang heugen zall" Het volgend nummer is nu versche nen, mr. Aalberse houdt nu eenvoudig het beweerde vol, on voegt daaraan ruim 6 pa gina's toe met wat hij noemt leugens van ,,H e t Vo 1 k". IntiLSschcn blijft mr. A. weigerachtig na men te noemen on blijft dus het geval zelf onopgeheldorid. Had mr. Aalberse dan niet beter gedaan zijn ernstigo besehuldi ging niet te uiten?" Op ons rcdactieburcau, zegï „H o 6 V ar dorian d", is deze week is het toeval 1 het „Ka tb. S o c, W b 1 d." niet ont vangen. In con asterisk, getiteld: „Geen gelukkige auspiciën" zegt „D o Standaard": De opening der V redes-conferen tie nadert, maar niet onder gelukkigo auspiciën. De eerste Vredca-confercntie kwam na den SpaansckAmerikaanschcn oorlog, en word onmiddellijk gevolgd door den oorlog in Zuid-Afrika, zóó onmiddellijk, dat het niet anders denkbaar noch mogelijk was, dan dat reeds, hangende de beraadslagin gen, de plannen voor dien oorlog in gereed heid werdon gebracht, ja misschien reeds eer de Conferentie saamkwam, in overwe ging waren. In October 1893 deed Chamber lain zijn bekende reis naar Amerika. Nu weer komt de Vredesconferentie bijeen kort na den Russisch-Japanschen oorlog. Het is ook nu blijkbaar de ergernis over oen pas gevoerden oorlog, die tot nieuwe ondcrliandolingen over het oorlogsrecht en de arbitrage drong. Blijft dus alleen dc vraag, of ook nu weer de Conferentie tusschen ti w e e oorlogen zal worden ingeschoven. Men zou zoo gaarne stellig het tegendeel kunnen verzekeren. Maar toch ziet ieder het voor oogen: tot rust komt het niet iD de groote zee van het internationale leven. Gedurig duiken weer geruchten op, die gewagen van heer- schendo spanning. Schier elke maand doet zich een nieuw incident voor. En dit weet men reeds vooruit, dat do gedelegeerden tor Conferentie, wel vorre van in hartelijk wodcrzijdsch vertrouwen elkander in de oogen t© zien, veeleer van meet af elkan der zullen bespieden cn elk oogenblik op hun „qui vivc" zullen zijD, om schade voor het land, dat zo vertegenwoordigen, af te weren. Toch blijven wc dc hoop koesteren, 'dat althans do rechten cn verplichtingen der neutralen bij het uitbreken van oorlog dit jaar cenigc vaat© regeling zullen ontvangen. Vooral kleine mogendheden hebben hier zoo dringend behoefte aan. Het „Handelsblad van Antwerpen" zegt: Bij het einde van zijn onderhoud met den Koning, dal drie uren geduurd beeft, deed De Trooz de volgende ver klaring aan een dagbladschrijver „De Koning heeft mij gevraagd of ik een meerderheid had. Ik heb aan Z. M. geantwoord, dat ik eenigen tijd nopdig had om zulks t© weten en ik daartoe pogingen zou aanwenden." 'De Trooz heeft zich tot die woorden be perkt, uit welk© men kan opmaken, dat do vorst den minister van binnenlandsche za ken gelast heeft, een ministerie te vormen Koning Leopold bevindt zich dus nog steeds te Brussel. Maandag ontving hij ook den oud-minister van justitie Berge- rem, lid van de commissie voor do koloniale wet. Het onderhoud bopaalde zich tot dit onderwerp. Men i -rmoedfc thans, dat de crisis deze week nog niet zal worden opgelost. De gemeenteraad van Antwerpen heeft in geheimo zitting, op voorstel van het college van burgemeester eü schepenen^ -besloten de Engelse he koloniale o o r- s t c-m i n i s t e r s die thans te Londen zijn, officieel uit te noodigen om Antwer pen te bezoeken na afloop der koloniale conferentie. Het zal velen natuurlijk zeer interessee ren duar den groölen generaal Botha terug te zien. Met een groote meerderheid i3 do territo- rialo Leger wet in tweede lezing in het En'gclsoli c Lagerhuis aangeno men. Bij d<? verdediging der wet zeidc Haldane, dat de koloniale eerste ministers alleD, zon der uitzondering, erkenden, dat do door hem voorgestelde organisatie van het terri toriale legor het beste voorbeeld was, en zij stelden zich voor dit voorbeeld in het oog tc houden bij do regeling van hun cigon binnenlandsche strijdkrachten, zoodab er door h£t Rijk een keten zou zijn van territo riale legermachten, opdat die ons een wezen lijk gevoel van veiligheid geven. Do Regec- ring zeide Haldane verder beschouw de de wet als het bolwerk tegen militie plicht. Volgens de „Standard" zal Botha op de koloniale bijeenkomst voorstellen, Trans vaals strijdkrachten to reorganiseerden op den grondslag van een zelfstandigo land weer met do noodigc rijdende artillerie en ruiterij. De Engelsche regiering, die do sterkte van de Engelsche troepen in Zuid- Afrika wenschb te verminderen, zou wel oorcu hebben naar Botha's plan, maar dc „Standard'" acht het, in een hoofdartikel, geenszins onbedenkelijk, het verleden der Tronsvaalscbe Boeren-in aanmerking geno men. Het blad is niet geneigd Botha's eigen betuigingen van aanhankelijkheid aan liet Britschc rijk te wantrouwen, maar, zoo geeft het blad te verstaan, de Boeren, die tijdens de verkiezing in Transvaal overal vroegen: Wanneer krijgrn v/ij onze geweren terug of anders nieuwe /ouden, ondanks Botha, die weermacht voor hun eigen belan gen kunnen aanwenden, f-n niet ten bale van de Engelschen. KouingEduard wuidt over veertien dagen op wijn terugreis tc Par ij s> ver wacht. .Hij zou daar korten tijd blijven. In Era n k i^ij k zijn Kcik en Staat na der tot elkaar gekomen wat betreft de ffcann e-d'A r c-f eesten te Or leans. De Russische rcgcering maakt zich ongerust over de toestanden in bet leger. Zij is er ontevreden over, dat zelfs in do regimenten dor lijfgarde een rcvohition- naire geest heersoht. Golowin, de voorzitter van de Doem a', is to Tsarskoj© Selo door den Tsaar in audiëntie ontvangen, dio een halfuur duur de. Golowin overhandigde den Keizer een memorie over hetgeen door de Doema ver richt werd. Do Rijksdoema heoft beraadslaagd over de interpellatie betreffende de gebeurtenis sen in Riga, waarbij de afgevaardigd© Pergament het rapport der commissie voorlas, waarin gezegd wordt: Met den aanvaDg van de strafexpedities in de Oostzceprovincies begonnen ook dc folte ringen \r9,n gevangenen, om dozen bekente nissen af t© persen, voldoende om ben tc laten doodschieten. De bestuursoverheid, do procureur-generaal cn dc commandanten der gendarmerie waren bekend met de martelingen cn folteringen, die men den gevangenen deed ondergaan. Vervolgens somt hot rapport een reeks van in strijd met de wet toegepaste folte ringen op, waarvan do juistheid in de meeste 'gevallen door Makarof, den ad junct van den minister van binnenlandsche zaken, werd erkend. De minister van binnenlandsche zaken heeft een onderzoek gelast om de schuldi gen te straffen., De Perzische staatsman Sardar Kha- nat Makin is uit het land gevlucht en be vindt zich op Russisch grondgebied. Zijn pa leis met rijkb kunstschatten is door een ver woede volksmenigte geplunderd. In de Russische grensprovincie Eriwan ondervindt men den terugslag van de onge regeldheden en wanorde in do Perzische grensprovincies. Naar uit St.-Petersburg wordt geseind, bevat het „Nowoje Wremja" een gerucht makend artikel, waarin G. Churchill, de tolk der Britfiche legatie tc Teheran, cr van wordt beschuldigd, daar de onlusten aan tc vuren, in de hoop, dat zij naar Russisch ge bied zullen overslaan. Churchill zoo schrijf hefc Petcrsbuigsche blad is zeer populair onder de mindere standen in Tehe ran; cn daarbij is hij fel hater van de Rus sen en al wat Russisch is. Overigons erkent hot „Nowojo Wremja", 'dat de nieuwbenoemde Britsche gezant tc Teheran, Sir Cecil Spring-Rice, en ook de leiders aan buitenlandschc zaken tc Londen uiterst correct en volkomen te goeder trouw zijn, wat betreft hun politiek ten opzichte van R.usland en do Russische belangen. Maar toch vreest het blad, dat liet drijven van een man als Churchill (te Teheran) ge vaarlijk zouden kunnen worden voor do En* gelsoh-Russische „entente oordialo". De Standaard*' verneemt uit Teheran,, (lat de Duitsche gezant aldaar, Stomrich, et| in is geslaagd, een voorloopigo overeenkomst tot stand te brengen tusschen do Duitsche Oliöntbank en de Perzische Nationale Bank to Teheran. Op grond van dezo overeen komst zal de Duitscho Oriëntbank in ver- schillende provincie-steden in Pcrzië bijban ken oprichten, welke zullen samenwerken mot do Perzische Nationale Bank. Dez<j laatste zou echter voor Teheran zelf het monopolio houden De „Standardwijst cr evenwel reeds nu op, dat het heele plan een uitvloeisel is van de politiek des Duitschcn Keizcra, die streeft naar dc dienstbaarmaking van Per- zië aan de Duitsche belangen, en dio voorts beoogt dc Britsch-Perzische Imperiale Bank cr onder te werken. In een hoofdartikel betoogt dc „Stand ard 't dat de Britschc regeering de uitvoe ring dezer plannen van den Duitschen Kei zer niet dulden kan, wijl die cr op bere kend zijn, den Britschen invloed in Teheran fco ondermijnen, cn het behoud van dc Brit sche sfeer van invloed in Zuid-Perzië in ge vaar te brcngcu. Opleiding Uelkcoiitroleurs. Do directeur-generaal van den landbo uw; beeft goedgevonden: tc bepalen: Art. i. Door den directeur der Rijks- zuïvelscbool te Bolswartl kunnen, wanneer hiertoe aanleiding bestaat, cursussen wor den gegeven tot opleiding van melkcontro- lours voor eontrólo-vereenigingcn. 2. Een cursus omvat 40 lesuren, te verdeelon over. 8 dagen, zoo, dat per week slechts op één' dag ondenvijs worldt gegeven. 3. D© daged waarop bet onderwijs zal worden gegeven,i w'.oiideu do'or 'den directeur voornoemd vastgesteld. Ai1t. 2. 1. Tot dc in liet vorig artikel ver1* melde cursussen kunnen als leerlingen worden toegelaten zij dio den leeftijd van 13 jaar hebben bereikt cn door den direc teur voornoemd geschikt, worden geacht om dc lessen to volgen. 2. Indien cr zich meer leerlingen aanmelden dan geplaatst kunnen worden, zullen zjj dc voorkeur gej nieten, die reeds aangesteld of benoemd zijn tot. contrioleur eener con trol c-vereenf- ging of verklaren zich, na afloop van dod cursus, voor zulk een betrekking benoem- baar l<zullen stellen. Art. :j. i. Zij die aan de lossen wenscheii deel te nemen, melden zich aan bij den di-*' roetenr voornoemd cn verbinden zich toG het volgen van een geheelcn cursus. 2. Aan het einde van een cursus zal aan hen dia naar liet oordeel van den directeun voor noemd lïct onderwijs met voldoende vrucht hebben gevolgd, een getuigschrift dien-' aangaande worden uitgereikt. Art 4 Het leergeld voor een cursus be draagt 5 gld., welk bedrag door do leer-' 1 in gen vóór den aanvang der lessen ten kantore van één der Rijksbetaalmeesters moet worden gestort. De daarvoor ont vangen quitanticn van storting moeten, na binnen drie dagen na de storting door of. namens den burgemeester van dc gemeente i waar het kantoor van den betrokken be taalmeester! i9 gevestigd, te zijn geviseerd,: bij den directeur voornoemd worden, inge zonden, clio zo binnen een maand na ont vangst opzendt aan den directeur-generaaj van don landbouw. Art. 5. De directeur vooruoernd doet voor den aanvang van eiken cursus mededeeling aan den directeur-generaal van den land bouw en den inspecteur van het landbouw onderwijs, welko personen aj£ leerlingen' voor dien cursus zijn aangenomen cn ojv welk© dagen en uren de lessen zullen woE*' den gegeven, terwijl na afloop van den cursus door hem wordt bericht, aan welk' personen een getuigschrift werd uitgerend^ („Bt.-Ct.'l Afschaffing der tienden. Dc commissie van rapporteurs heeft conï- go amendementen voorgestel cl t waarvan do strekking is: lo. om overeenkomstig de beginsclcri van het B. W., zooals de commissie jat haar Memorie van Toelichting zegt ab leen diit deel der tiendrente, dat de in terest van het bedrag der schadeloosstelling vertegenwoordigt èn de schulddelging, to laten voor rekening van den eigenaar. 2o. om den leden der schattingscommi^ sie toegang tc verzekeren tot dc gebouw de eigendommen, omdat en dan ook! voow.oover dc schatting van kwijtenden tiend dit vcrcischt. 3o. om dc verbooging van dc pachtsom, die verschuldigd is door hem, dio bij hef in werking treden der wet ticndplichtigen' grond in pacht beeft, tc bepalen op drie en een half percent van het bedrag def schadeloosstellifc^. Dit laatst© om artikel 08 in overeen stemming tc brengen met het nicuw-gera* digccrdc artikel 4, waarin do vaste ver houding tusschen zuivere cn ormiive-toi tiendopbrengst is losgelaten. 4o. om den afkoop van tiendrecht kunnen dtfon geschieden door het Rijk,, wanneer de betrokkene dit verlangt, doch het noodigc geld niet heeft aan heil Rijk wordt dan onder den naam „tiend- rente" huur van het geld betaaldi'f de M. van T. wordt die rente 5.55 pOt/ verondersteld. Audiëntie* Minister van Landbouw. Do Minister van Landbouw brengt ter kennis, dat tot hoofdgebouw van zijn dé parternent is ingericht, liet perceel Prins<\^ se gracht No. 8 te 's-GravcnhagÖ, alwaar hij in het vervolg voor degenen, dio hem in zijn betrekking wensohen to spreken, audiëntie zal geven telken Woensdag dea^ namiddags te twee uren. („St.-Ct.' j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 5