So. 144G8.
Anno 1807.
PERSOVERZICHT.
Buitenlandseh Overzicht.
Twsede Kamer.
In liet „Weekblad voor de Bur-
g rl ij k e Adm ini str alfcie" (hoofd
redacteur rar. H. Vos) wordt onder het
hoofdig Ovens ohrijding yan
l&trafwefcgcvendje macht, het
yolgendo gezegd:
In ons No. 2870 maakten wij melding van
een door den Gemeenteraad van
[Leiden in zijn vergadering van 8 Juli
1904 vastgestelde wijziging der verordening
betreffende de uitoefening van het bedrijf
yaü molkverkooper, waarin was op
genomen de volgondo'bepaling: „Elke over
treding dezer verordening, waarop een on
herroepelijke veroordeeling ia gevolgd,
wordt vanwege B. en Ws. in een der
plaatselijke nieuwsbladen bekend gemaakt,
met vermelding van den naam en de woon
plaats van den overtreder, de aard der over
treding, en de dagteekening vaD het pro
ces-verbaal en van het vonnis.'
Wij hebben toen tegen deze laatste be
paling het'bezwaar ingebracht, dat de Ge
meenteraad aldus feitelijk de bijkomende
straf, welke vermeld is in art. 9 b., 4o van
het We tb. van Strafrecht, dio van open
baarmaking van de rechterlijke uitspraak
toevoegde aan de straffen, welke volgen a
art. 161 der Gemeentewet de Raad bevoegd
is op de overtreding zijner verordeningen
Site stellen, onder welke straffen als bijko
mende straf .geen ander voorkomt als ver-
beurdvehklaring van de voorwerpen, door
middel van de overtreding verkregen of
waarmede de overtreding is gepleegd. Wij
merkten op, dat doze bij de verordening
voorgeschreven openbaarmaking der rech
terlijke uitspraak niet ophield straf -te. zijn,
vaar zij dit karakter uitdrukkelijk aan art.
Strafwéïb. ontleent, door bet feit, dat
niet de rechter haar uitspreekt, maar B. en
(Ws. haar opleggen; dat integendeel uit de
ze omstandigheid een dubbele onwettigheid
voor de bewuste bepaling voortvloeide. Wij
betoogden, dat de door den Voorzitter van
(den Leidschen gemeenteraad tegenover het
ecnige lid, dat zich op juridische gronden
tegen het art. verbet had, in bet midden
gebrachte exceptie, ,,dat niet ïïet vonnis
[wordt gepubliceerd, maar het voorschrift,
dat overtreden is, met aanhaling van den
naam van dengene, die het feit lieeft be
dreven en de opgelegde straf", daArom;
yan weinig bcteekenis moest worden gc-
aoht, omdat wat dj verordening ter open
baarmaking aanwees, niets anders was dan
een paraphrase van de rechterlijke uit
spraak zelve, vooral als men in 't oog hield,
dat daaronder uitdrukkelijk werd opge
somd ,,de dagteckening van het vonnis".
[Wij eindigden opmerkingen met er
op te wijzen, dat aan de twee
redenen voor. do onwettigheid der
voorgeschreven openbaarmaking nog
(deze derdo kon worden toegevoegd, dat zij
niet, naar het algemeene straf fenstclsel,
was facultatief, maar imperatief aan B.
en Ws. was opgelegd.
,,Wij zijn verhangend te vernemen", be
sloten wij, ,,of Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland hierbij zich zullen bepalen
tot een „bericht van ontvangst."
Welnu, Gedeputeerde Staten van Zuid-
Holland hebben zich in 1904 inderdaad
hiertoe bepaald.
Dit moet niot alleen ons verwonderd
hebben. Want eenige dagen nadat wij ons
verzet hadden uitgebracht, verklaarde do
(Redactie van het ,,W eekblad v. h.
Ree b t" in haar No. 8089 ziph daarmede
volkomen homogeen. De Utrechtsche hoog
leeraar in' het Ncderlandschc strafrecht
was van meening, dat onze afkeuring dor
betrokken bepaling steunde op z. i, ..onaf-
wijsbaai' juiste gronden." „Niet minder
dan de Redaetio van hot Weekblad" schreef
hij, „zijn wij er bc-ieuwd naar, of deze be
paling er zonder bezwaar zal doorgaan."
En in den derden driuk van zijn „Neder-
landseh Gemeenterecht" (I p.. 370; schrijft
ten slotte ook de hoogleeraar Oppenheim
van de door ons en 't „W e e k b 1 a d v. h.
Recht" bestreden bepaling, doelende op
de formeele verzwijging in de verordening
van het woord rechterlijk© uitspraak, dat
hij „een dergelijk sollen met de wet alles
behalve verdedigbaar! rekent cd ook niet bij
machte om de smet der onwettigheid yan
de bepaling af te wrijven."
Inmiddels is op 21 Maart 11. in den ge
meenteraad van Leiden een nieuwe veror
dening betreffende de uitoefening van het
bedrijf van molkverkooper vastgesteld, en
is daarin de door on3 ter 6prak© gebrachte
bepaling als art. 32 den verordening on-
j veranderd overgenomen.., Discussie, over
de bepaling i3 dezen keer, bij verplichte
afwezigheid van het raadslid, dat in 190-1
zijn verzet deed hoore'n, zelfs geheel achter
wege gebleven. Ja, een der leden maakte
tegen de bepaling een korte opmerking,
die meer de moreele belangen der ge-puoli-
ccerde overtreders raakte, maar de Voor
zitter van den Raad was van meening,
dat „deze publicatie tot nu toe goed werk
te."
Nu, daarmede kan men het eens zijn. Er
zouden wellicht nog wel meer Bt-raffen
i>goed werken", die art. 161 Gemeentewet
nu eenmaal verbiedt in een verordening
van den Raad op to nemen. Daar heeft
men bijv. om te blijven bij do bijkomende
straffen de ontzetting van bepaalde
rechten, genoemd in art. 9 b sub. lo. StraE-
wetb-, maar niet genoemd in ar.t. 161 Ge
meentewet. Wij kunnon ons denken, dat
het zelfs zeer goed zou werken, wanneer
de Gemeenteraad dj overtreders dezer ver
ordening voor zekeren tijd de uitoefening
van hun beroep als melkverkoopcr zou
kunnen doen verliezen. Maar de Gemeente
wet wil dit nu eenmaal niet. Waarom dan
wel de openbaarmaking der rechterlijke
uitspraak, die zij,, niettegenstaande haar
goede werking, evenmin wil?
Het is niet denkbaar,, dat God. Staten
van Zuid-Holland zich door utilitcitsgron-
den, die voor do bepaling ocnor verorde
ning pleiten, zullen laten weerhouden haar,
wettelijke waarde onder do oogen te zien.
Doen zij dit laatste, dan mogen zij ook
hierop letten. Art. 39, septies lid 4 Straf*
wètb. laat op personen beneden de acht
tien jaren slechts do toepassing van één
bijkomende 8trla<f. nl. de verbeurdverkla
ring toe. De wetgever wil dus bij deze per
sonen geen openbaarmaking der rechter
lijke uitspraak. Overtreders nu der Leid-
sche verordening kunnen zeer goed, zullen
zelfs zeer dikwijls zijn personen beneden
de achttion jaren in hun quali-
teit van verkoopers, vervoerders, onz.
van melk. Het imperatief voorschrift van
art. 32 doot dus op hen in lijnrechten
strijd met het aangehaald artikel der straf
wet een bijkomende straf toepassen, die
door den Rjjkswetgever voor jeugdige per
sonen orn voor do hand liggende redenen
ongewenscht geacht is. Want dat deze open
baarmaking geen straf zou zijn, omdat
de verordening het noemen van het
woord rechterlijke uitspraak vermijdt,
is toch, gelijk wij reeds vroeger opmerkten,
onhoudbaar.
Trouwens, thans sprak dc Commissie
voor de strafverordeningen in de Memorie
van Toelichting op de nieuwe verordening
een overzicht van haar inhoud gevende,
uitdrukkelijk van de strafbepalin
gen in de art-, 31 en 32 vervat."
Indien Gedeputeerde Staten van Zuid-'
'Holland thans oenigc aandacht aan dc hier
besproken bepaling mochten willen wijden,
dan moge, om van onze eigen meening
niet te spreken, uaast bet oordeel van «'e
hoogleeraren Simons en Oppenheim voor
hen ook eonig gewicht in de schaal leggen
de t>pvatting hunnqr amiUtgenoöton in
Noord-Holland, die in 1904 een soortgelij
ke bepaling in een verordening der ge-
meent© Hilversum in strijd achtten met
art. 161 Gemeentewet cn art. 36 Wetboek
van Strafrecht.
„D e anti-rev. Rotterdam
mer" bespreekt het feit, dat door den
Voorzitter der Eerste Kamer, toen hij als
man van rechts eens polsen moest of de
rechterzijde bereid zou zijn eventueel een
Kabinetsformateur uit haar raidden ie
doen voortkomen, niemand minder dan d r.
Kuyper werd gepasseerd.
Men heeft hiervoor de verklaring uitge
vonden, dat baron Scliimmelpenniuck ge
consulteerd heeft met dc leiders uit het
Parlement, maar ,,D o Rottcrdam-
m e r" meent, dat ook dan niemand in de
anti-revolutionaire kringen had mogen toe
laten, dat dit aldus geschiedde.
Het blad wijst er op, dat tal van acht
bare politici hun positie en hun bcteekenis
aan dr. Kuyper tc danken hebben cn
schrijft dan verder:
„Er bewegen zich in do Christelijke ge
lederen zeer velen, die nooit hun huidige
positie zouden verworven hebben, als dr.
Kuyper hucm niet, hetzij terecht of ten on
rechte, hetzij als gevolg van een juisi.cn blik,
dan wel als gevolg van zijn bekende
weinige speciale mensekenkciinis, gebracht
had, waar zij zich op het oogenblik bevin
den.
Set is echter niét te weerspreken, cn in
hel in de Kamer gevoerde, gelukkig thans
geëindigde crisis-geharrewar, is het genoeg
zaam gebleken, dr. Kuyper, do leider on
zer antirevolutionaire partij, hetwelk hij is
j u r o s u o, is bij dc crisis-onderhandelin
gen doodleuk gepasseerd.
Nu, weten wij ook zeer goed, dat er in
hoogere kringen meer verzet bestaat tegen
dr. Kuyper, o. a ook tegen zijn sociale af
dwalingen op den weg van het radicalisme,
dan door velen wordt vermoed.
Wij weten ookl dat tijdens het bestaan
van het ministorie-lKuypér dr. Kuyper
dingen heeft ge^prokon, waarmede niet
elkeen harmonieerde.
Ook wijzelven hebben onze bedenkingen.
Maar dat zulks zou wettigen, dab in Ne
derland een Kabinets-crisis zou worden
afgespeeld, zonder dat men daarin van
rechtsche zijde officieel den leider onzer
anti-revolution aire partij betrok, zoo iets)
hadden wij ondenkbaar geacht, en noemen
wij ten ëencnmalc onverdedigbaar.
Ook op deze wijze gaat het gezonde anti
revolutionaire par ij televen hoe langer hoe
meer achteruit."
Een partij als dc anti-revolutionaire mag
een zoo eminenten leider als dr Kuyper
niet laten verloochenen, schrijft „D e R o t-
t o r d a mme r". Het blad hoopt, dat deze
dingen zullen veranderen; anders vreet de
politieke verwording nog verder voort.
„Inzonderheid op do anti-rev. partij, die
de Christelijk-historische volkstradiliën in
eore zoekt te houden, rust in de tegenwoor
dige tijden dc hooge roeping de lijn aan tc
geven, waarlangs zich de vadcrlandsche
politiek i d auti-rcvolutionaircn oftewel
goed christelijk-historischen zin moet rich
ten.
Dal kan zij alleeD, als zij haar van God
gegeven leider niet verloochent of laat ver
loochenen.
Dat kan zij alleen, als baar voormannen,
met name haar gekozen Centraal-Comité,
met den leider in zijn midden, gedurig het
politiek plan de campagne overweegt en
toetst aan dc beginselen.
Dat kan zij alleen, als dat Centraal-
Comité, voortgesproten uit de partij zelve,
waakt voor de juiste toepassing van do be
ginselen op de vraagstukken van den nieu-
weren tijd, en met den leider de princi-
pieelc eenheid bewaart "onder alle anti
revolutionairen.
Het blad zegt. ten slotte, te hopen, 'dat
een kloek' optreden van het Centraal-Co
mité de anti-revol. partij uit deze moeras
sigheden zal verlossen.
i.Het (R.-K) Huisgezin'' berispt
„D e (a.-r.) R otter dammer wegend
de bittere woordendie deze over het pas-
eeeren van d? Kuvoer schreef.
Het kors'c niet te pas meeht het blad
partijleiders in de Tweede Kamer als
Heemskerk en Tal ma ter wille van dr.
Kuyper omlaag te halen.
Dit -zal de cendrachtigo samenwerking
van de reohtsche coalitie bij dc Statenver
kiezingen benadcclen.
„De (R.-K.) Gelderlander'' daar
ontegen neemt den handschoen voor dr.
Kuyper op. Het blad spreekt de erkente
lijkheid der coalitie aan dr. Kuyper uit en
schrijft
En daarom deed het ons pijnlijk aan.
dat toegegeven, dat bij de eventuee'o
vorming van een rccht3 Kabinet als op
lossing der jongste crisis| het optreden van
een kabinet-K uyper wegens de gegeven
omstandigheden niet het meest wcnsckclijk
ware geweest dat, zeggen we, zelfs do
raad van zijn ervaring cn scherpen olik
niet ia ingjwonnen.
Dat aldus de christolijk-histprischcn cn
katholieken handelden, zij tot daaraan toe
zij waren niet de cerstaangewezenen tot de
daad.
Dat zelfs twee antirevolutionaire voor
mannen aldus het erkend hoofd hunner
partij passeerden, moet den grijzen staats
man diep hébben gegriefd.
Zelf8 zwijgt hij in zijn orgaan en draagt
zijn zieleleed in stilte.
Des te meer valt te waardecrcn, dat ©cn
antirevolutionair blad als „De Rotter-
d a m m e r", hetwelk rncerm'alon inzichten
voorstond, van die der „Standaard"
afwijkende^ zijn verdediging opneemt.
Naar aanleiding der jongste polemiek met
„H eb Volk" geeft mr. Aalberse
onder het opschrift: „Wie liegt?" in
het „Katholiek Sociaal Week-
b 1 ad" een overzicht der leugens, welko
de laatste twee jaren in „Het Volk"
verschenen. Een tiental kolommen zijn
daarmee gemoeid.
Ondor het opschrift „Een tweede Sy-
branidy" schrijft „Het Vaderlan c)'*:
„Men herinnert zich do kwestie. Mr.
Aalberse, het (R.-K.) Tweede Kamerlid
voor Almeloo, had in het „K a t h o 1 i ek
Sociaal Weekblad'' beweerdi dat
voor enkele maanden een Katholiek Ka
merlid ongevraagd van een sociaal-demo
craat het materiaal ontving om Tak in de
Kamer te beantwoorden.
„Het Volk" hield vol, dat het een
leugen was, en daagde mr. A. uit, man cn
paard to noemen. Mr. Aalberse weigerde
toen namen tc noemen, doch hield vol, dat,
wat hij beweerd had, de zuivere waarheid
was. Hij beloofde toen „Hot Volk" al
vast een verrassing voor het volgend num
mer, nl. „een antwoord op zijn beschul
diging gij liegt, een antwoord, dat
den heereu vermoedelijk nog lang heugen
zall" Het volgend nummer is nu versche
nen, mr. Aalberse houdt nu eenvoudig het
beweerde vol, on voegt daaraan ruim 6 pa
gina's toe met wat hij noemt leugens van
,,H e t Vo 1 k".
IntiLSschcn blijft mr. A. weigerachtig na
men te noemen on blijft dus het geval zelf
onopgeheldorid. Had mr. Aalberse dan
niet beter gedaan zijn ernstigo besehuldi
ging niet te uiten?"
Op ons rcdactieburcau, zegï „H o 6 V ar
dorian d", is deze week is het toeval 1
het „Ka tb. S o c, W b 1 d." niet ont
vangen.
In con asterisk, getiteld: „Geen gelukkige
auspiciën" zegt „D o Standaard":
De opening der V redes-conferen
tie nadert, maar niet onder gelukkigo
auspiciën.
De eerste Vredca-confercntie kwam na
den SpaansckAmerikaanschcn oorlog, en
word onmiddellijk gevolgd door den oorlog
in Zuid-Afrika, zóó onmiddellijk, dat het
niet anders denkbaar noch mogelijk was,
dan dat reeds, hangende de beraadslagin
gen, de plannen voor dien oorlog in gereed
heid werdon gebracht, ja misschien reeds
eer de Conferentie saamkwam, in overwe
ging waren. In October 1893 deed Chamber
lain zijn bekende reis naar Amerika.
Nu weer komt de Vredesconferentie bijeen
kort na den Russisch-Japanschen oorlog.
Het is ook nu blijkbaar de ergernis over
oen pas gevoerden oorlog, die tot nieuwe
ondcrliandolingen over het oorlogsrecht en
de arbitrage drong.
Blijft dus alleen dc vraag, of ook nu weer
de Conferentie tusschen ti w e e oorlogen
zal worden ingeschoven.
Men zou zoo gaarne stellig het tegendeel
kunnen verzekeren.
Maar toch ziet ieder het voor oogen: tot
rust komt het niet iD de groote zee van
het internationale leven. Gedurig duiken
weer geruchten op, die gewagen van heer-
schendo spanning. Schier elke maand doet
zich een nieuw incident voor. En dit weet
men reeds vooruit, dat do gedelegeerden
tor Conferentie, wel vorre van in hartelijk
wodcrzijdsch vertrouwen elkander in de
oogen t© zien, veeleer van meet af elkan
der zullen bespieden cn elk oogenblik op
hun „qui vivc" zullen zijD, om schade voor
het land, dat zo vertegenwoordigen, af te
weren.
Toch blijven wc dc hoop koesteren, 'dat
althans do rechten cn verplichtingen der
neutralen bij het uitbreken van oorlog dit
jaar cenigc vaat© regeling zullen ontvangen.
Vooral kleine mogendheden hebben hier
zoo dringend behoefte aan.
Het „Handelsblad van Antwerpen" zegt:
Bij het einde van zijn onderhoud met
den Koning, dal drie uren geduurd
beeft, deed De Trooz de volgende ver
klaring aan een dagbladschrijver
„De Koning heeft mij gevraagd of ik
een meerderheid had. Ik heb aan Z. M.
geantwoord, dat ik eenigen tijd nopdig had
om zulks t© weten en ik daartoe pogingen
zou aanwenden."
'De Trooz heeft zich tot die woorden be
perkt, uit welk© men kan opmaken, dat do
vorst den minister van binnenlandsche za
ken gelast heeft, een ministerie te vormen
Koning Leopold bevindt zich dus
nog steeds te Brussel. Maandag ontving hij
ook den oud-minister van justitie Berge-
rem, lid van de commissie voor do koloniale
wet. Het onderhoud bopaalde zich tot dit
onderwerp.
Men i -rmoedfc thans, dat de crisis
deze week nog niet zal worden opgelost.
De gemeenteraad van Antwerpen
heeft in geheimo zitting, op voorstel van
het college van burgemeester eü schepenen^
-besloten de Engelse he koloniale o o r-
s t c-m i n i s t e r s die thans te Londen
zijn, officieel uit te noodigen om Antwer
pen te bezoeken na afloop der koloniale
conferentie.
Het zal velen natuurlijk zeer interessee
ren duar den groölen generaal Botha terug
te zien.
Met een groote meerderheid i3 do territo-
rialo Leger wet in tweede lezing in het
En'gclsoli c Lagerhuis aangeno
men.
Bij d<? verdediging der wet zeidc Haldane,
dat de koloniale eerste ministers alleD, zon
der uitzondering, erkenden, dat do door
hem voorgestelde organisatie van het terri
toriale legor het beste voorbeeld was, en zij
stelden zich voor dit voorbeeld in het oog
tc houden bij do regeling van hun cigon
binnenlandsche strijdkrachten, zoodab er
door h£t Rijk een keten zou zijn van territo
riale legermachten, opdat die ons een wezen
lijk gevoel van veiligheid geven. Do Regec-
ring zeide Haldane verder beschouw
de de wet als het bolwerk tegen militie
plicht.
Volgens de „Standard" zal Botha op de
koloniale bijeenkomst voorstellen, Trans
vaals strijdkrachten to reorganiseerden op
den grondslag van een zelfstandigo land
weer met do noodigc rijdende artillerie en
ruiterij. De Engelsche regiering, die do
sterkte van de Engelsche troepen in Zuid-
Afrika wenschb te verminderen, zou wel
oorcu hebben naar Botha's plan, maar dc
„Standard'" acht het, in een hoofdartikel,
geenszins onbedenkelijk, het verleden der
Tronsvaalscbe Boeren-in aanmerking geno
men. Het blad is niet geneigd Botha's eigen
betuigingen van aanhankelijkheid aan liet
Britschc rijk te wantrouwen, maar, zoo
geeft het blad te verstaan, de Boeren, die
tijdens de verkiezing in Transvaal overal
vroegen: Wanneer krijgrn v/ij onze geweren
terug of anders nieuwe /ouden, ondanks
Botha, die weermacht voor hun eigen belan
gen kunnen aanwenden, f-n niet ten bale
van de Engelschen.
KouingEduard wuidt over veertien
dagen op wijn terugreis tc Par ij s> ver
wacht. .Hij zou daar korten tijd blijven.
In Era n k i^ij k zijn Kcik en Staat na
der tot elkaar gekomen wat betreft de
ffcann e-d'A r c-f eesten te Or
leans.
De Russische rcgcering maakt zich
ongerust over de toestanden in bet leger.
Zij is er ontevreden over, dat zelfs in do
regimenten dor lijfgarde een rcvohition-
naire geest heersoht.
Golowin, de voorzitter van de Doem a',
is to Tsarskoj© Selo door den Tsaar in
audiëntie ontvangen, dio een halfuur duur
de. Golowin overhandigde den Keizer een
memorie over hetgeen door de Doema ver
richt werd.
Do Rijksdoema heoft beraadslaagd over
de interpellatie betreffende de gebeurtenis
sen in Riga, waarbij de afgevaardigd©
Pergament het rapport der commissie
voorlas, waarin gezegd wordt: Met den
aanvaDg van de strafexpedities in de
Oostzceprovincies begonnen ook dc folte
ringen \r9,n gevangenen, om dozen bekente
nissen af t© persen, voldoende om ben tc
laten doodschieten. De bestuursoverheid, do
procureur-generaal cn dc commandanten
der gendarmerie waren bekend met de
martelingen cn folteringen, die men den
gevangenen deed ondergaan.
Vervolgens somt hot rapport een reeks
van in strijd met de wet toegepaste folte
ringen op, waarvan do juistheid in de
meeste 'gevallen door Makarof, den ad
junct van den minister van binnenlandsche
zaken, werd erkend.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft een onderzoek gelast om de schuldi
gen te straffen.,
De Perzische staatsman Sardar Kha-
nat Makin is uit het land gevlucht en be
vindt zich op Russisch grondgebied. Zijn pa
leis met rijkb kunstschatten is door een ver
woede volksmenigte geplunderd.
In de Russische grensprovincie Eriwan
ondervindt men den terugslag van de onge
regeldheden en wanorde in do Perzische
grensprovincies.
Naar uit St.-Petersburg wordt geseind,
bevat het „Nowoje Wremja" een gerucht
makend artikel, waarin G. Churchill, de
tolk der Britfiche legatie tc Teheran, cr van
wordt beschuldigd, daar de onlusten aan tc
vuren, in de hoop, dat zij naar Russisch ge
bied zullen overslaan. Churchill zoo
schrijf hefc Petcrsbuigsche blad is zeer
populair onder de mindere standen in Tehe
ran; cn daarbij is hij fel hater van de Rus
sen en al wat Russisch is.
Overigons erkent hot „Nowojo Wremja",
'dat de nieuwbenoemde Britsche gezant tc
Teheran, Sir Cecil Spring-Rice, en ook de
leiders aan buitenlandschc zaken tc Londen
uiterst correct en volkomen te goeder trouw
zijn, wat betreft hun politiek ten opzichte
van R.usland en do Russische belangen.
Maar toch vreest het blad, dat liet drijven
van een man als Churchill (te Teheran) ge
vaarlijk zouden kunnen worden voor do En*
gelsoh-Russische „entente oordialo".
De Standaard*' verneemt uit Teheran,,
(lat de Duitsche gezant aldaar, Stomrich, et|
in is geslaagd, een voorloopigo overeenkomst
tot stand te brengen tusschen do Duitsche
Oliöntbank en de Perzische Nationale Bank
to Teheran. Op grond van dezo overeen
komst zal de Duitscho Oriëntbank in ver-
schillende provincie-steden in Pcrzië bijban
ken oprichten, welke zullen samenwerken
mot do Perzische Nationale Bank. Dez<j
laatste zou echter voor Teheran zelf het
monopolio houden
De „Standardwijst cr evenwel reeds nu
op, dat het heele plan een uitvloeisel is van
de politiek des Duitschcn Keizcra, die
streeft naar dc dienstbaarmaking van Per-
zië aan de Duitsche belangen, en dio voorts
beoogt dc Britsch-Perzische Imperiale
Bank cr onder te werken.
In een hoofdartikel betoogt dc „Stand
ard 't dat de Britschc regeering de uitvoe
ring dezer plannen van den Duitschen Kei
zer niet dulden kan, wijl die cr op bere
kend zijn, den Britschen invloed in Teheran
fco ondermijnen, cn het behoud van dc Brit
sche sfeer van invloed in Zuid-Perzië in ge
vaar te brcngcu.
Opleiding Uelkcoiitroleurs.
Do directeur-generaal van den landbo uw;
beeft goedgevonden: tc bepalen:
Art. i. Door den directeur der Rijks-
zuïvelscbool te Bolswartl kunnen, wanneer
hiertoe aanleiding bestaat, cursussen wor
den gegeven tot opleiding van melkcontro-
lours voor eontrólo-vereenigingcn. 2. Een
cursus omvat 40 lesuren, te verdeelon over.
8 dagen, zoo, dat per week slechts op één'
dag ondenvijs worldt gegeven. 3. D© daged
waarop bet onderwijs zal worden gegeven,i
w'.oiideu do'or 'den directeur voornoemd
vastgesteld.
Ai1t. 2. 1. Tot dc in liet vorig artikel ver1*
melde cursussen kunnen als leerlingen
worden toegelaten zij dio den leeftijd van
13 jaar hebben bereikt cn door den direc
teur voornoemd geschikt, worden geacht
om dc lessen to volgen. 2. Indien cr zich
meer leerlingen aanmelden dan geplaatst
kunnen worden, zullen zjj dc voorkeur gej
nieten, die reeds aangesteld of benoemd
zijn tot. contrioleur eener con trol c-vereenf-
ging of verklaren zich, na afloop van dod
cursus, voor zulk een betrekking benoem-
baar l<zullen stellen.
Art. :j. i. Zij die aan de lossen wenscheii
deel te nemen, melden zich aan bij den di-*'
roetenr voornoemd cn verbinden zich toG
het volgen van een geheelcn cursus. 2. Aan
het einde van een cursus zal aan hen dia
naar liet oordeel van den directeun voor
noemd lïct onderwijs met voldoende vrucht
hebben gevolgd, een getuigschrift dien-'
aangaande worden uitgereikt.
Art 4 Het leergeld voor een cursus be
draagt 5 gld., welk bedrag door do leer-'
1 in gen vóór den aanvang der lessen ten
kantore van één der Rijksbetaalmeesters
moet worden gestort. De daarvoor ont
vangen quitanticn van storting moeten, na
binnen drie dagen na de storting door of.
namens den burgemeester van dc gemeente i
waar het kantoor van den betrokken be
taalmeester! i9 gevestigd, te zijn geviseerd,:
bij den directeur voornoemd worden, inge
zonden, clio zo binnen een maand na ont
vangst opzendt aan den directeur-generaaj
van don landbouw.
Art. 5. De directeur vooruoernd doet voor
den aanvang van eiken cursus mededeeling
aan den directeur-generaal van den land
bouw en den inspecteur van het landbouw
onderwijs, welko personen aj£ leerlingen'
voor dien cursus zijn aangenomen cn ojv
welk© dagen en uren de lessen zullen woE*'
den gegeven, terwijl na afloop van den
cursus door hem wordt bericht, aan welk'
personen een getuigschrift werd uitgerend^
(„Bt.-Ct.'l
Afschaffing der tienden.
Dc commissie van rapporteurs heeft conï-
go amendementen voorgestel cl t waarvan do
strekking is:
lo. om overeenkomstig de beginsclcri
van het B. W., zooals de commissie jat
haar Memorie van Toelichting zegt ab
leen diit deel der tiendrente, dat de in
terest van het bedrag der schadeloosstelling
vertegenwoordigt èn de schulddelging, to
laten voor rekening van den eigenaar.
2o. om den leden der schattingscommi^
sie toegang tc verzekeren tot dc gebouw
de eigendommen, omdat en dan ook!
voow.oover dc schatting van kwijtenden
tiend dit vcrcischt.
3o. om dc verbooging van dc pachtsom,
die verschuldigd is door hem, dio bij hef
in werking treden der wet ticndplichtigen'
grond in pacht beeft, tc bepalen op drie
en een half percent van het bedrag def
schadeloosstellifc^.
Dit laatst© om artikel 08 in overeen
stemming tc brengen met het nicuw-gera*
digccrdc artikel 4, waarin do vaste ver
houding tusschen zuivere cn ormiive-toi
tiendopbrengst is losgelaten.
4o. om den afkoop van tiendrecht
kunnen dtfon geschieden door het Rijk,,
wanneer de betrokkene dit verlangt, doch
het noodigc geld niet heeft aan heil
Rijk wordt dan onder den naam „tiend-
rente" huur van het geld betaaldi'f
de M. van T. wordt die rente 5.55 pOt/
verondersteld.
Audiëntie* Minister van Landbouw.
Do Minister van Landbouw brengt ter
kennis, dat tot hoofdgebouw van zijn dé
parternent is ingericht, liet perceel Prins<\^
se gracht No. 8 te 's-GravcnhagÖ, alwaar
hij in het vervolg voor degenen, dio hem
in zijn betrekking wensohen to spreken,
audiëntie zal geven telken Woensdag dea^
namiddags te twee uren. („St.-Ct.' j