VOOR DE JEUGD
B1DSCH DAGB1AD
N° 14468.
Woensdag 24 April.
Anno 1907,
Het liedje van verlangen.
A*
-V•/- iL* e tL« e dLt t «JL»c lL* c iA «-A.1 s t »JL* a »Xe a «JL* a vlirA?
e a
M
Ik ;weet niet of ik u reeds vertelde van
mijn grooten, prachtigeu Angora. In ieder
geval is zijn levensgeschiedenis u niet be
kend en deze is toch r irkwaardig genoeg
om u meegedeeld to "worden.
De ouders van Moumousse moeten reeds
uit het Oosten naar het Noorden overge
bracht zijn, want hun zoon zag t© Brussel
het levenslicht. In welke woning of bij
;welke meesters zal altijd een ondoorgron
delijk geheim blijven. Waarschijnlijk zeido
een knorrige heer des huizes na zijn ge
boorte: „Ik wil mijn huis niet overrom
peld zien door katten; zorg dus, dat het
jonge beest weg komt."
En waarschijnlijk ook was er een lieve,
barmhartige ziel, die pogen wilde het dier-
;tje te redden, ook al wilde zij gehoorzaam
zijn.
Zooveel is zeker, dat op een avond een
oudo taalonderwijzer door een eenzame
straat huiswaarts keerenjdo van zijn pri
vaatlessen voor een deur een rond balle
tje zag zitten miauwen, getooid met
een strik van breed, zwaar satijn. Hij
schelde aan, .vroeg of het diertje daar
thuiabehoorde, en, een ontkennend ant
woord ontvangen hebbende stak hij den
vondeling in zijn zak en behield hem.
Monmousse groeide op tot een reusachti-
gen Angora en had het goed, zoolang
'zijn meester leefde; maar reeds een jaar
daarop stierf de man en zijn doodarm
i achtergebleven wedüw© was verre van lief
•voor het dier, dat daardoor boosaardig
werd. Wij werden buren en het was grap
pig te zien hoe spoedig de 'Angora den
weg naar mijn kamers vond en mij wist
te smeeken om wat melk en eten. Toen ik
eenige maanden later naar Holland zou
terugkeeren, had ik medelijden met het
dier en ging op het allerlaatst© oogenblik
'aan zijn meesteres vragen mij Moumousse
af te staan. Zij viel mij bijna om den hals
en zeide hem alleen niet te hebben willen
dooden, omdat haar man zich zoozeer aan
hem had gehecht.
Ik haastte mij hem in een mand te
etoppen en zoo trok hij de grenzen over.
i Een ieder bewondert hem hier met vree
zen en bevensommigen verklaren, dat
hij een tijger is en zeker is het, dat hij
geenszins een zacbNen kattenaard bezit,
zoodat hij dan ook eiken avond om tien
uur in den tuin wordt gezet, om vandaar
in het openstaande tuinhuis zijn mandje
op te zoeken. Maar de Angora is op
warmte gesteld en om aan de ballingschap
te ontkomen, verdwijnt hij eiken avond
klokslag halftien op de meest raadselach
tige wijze, om een schuilplaats op te g"aan
zoeken, zoo goed bedacht, dat wij de groot-
s-te moeite hebben het te ontdekken.
Geschiedt dit ten slotte en wordt Mou
mousse, ondanks krabben, en bijten naar
huiten gevoerd, dan heeft hij begrepen, dat
arijn bergplekje gebrekkig was, want den
volgenden avond zoeken wij daar tever
geefs; hij heeft het voorgoed opgegeven
en elders zijn geluk gezocht.
Arme MoumousseHij zingt eenvoudig
het liedje van verlangen, dat hier beneden
door zoovele kinderen en zelfs door vol
wassenen aangeheven wordt. v
Hebt gij u daaraan nooit schuldig ge
maakt, lieve lezers? Ik betwijfel het; want
er zijn slechts weinig kinderen, die nies
allerlei uitvluchten zoeken als het uurtje
tot naar bed gaan nadert.,
Er zijn zelfs gezinnen, waar meü liefst'
niet op dat uur aanwezig is, omdat er dan
steeds hartstochtelijke huilbuien volgen.
En toch wacht u die weldoener: de slaap,
dien gij in latere jaren tevergeefs zult
aanroepen en dia u nieuwe krachten
schenkt en u alzoo liefderijk in de annen
neemt om u pijlsnel over t© dragen tot een
volgenden dag. Ik Leb een kind gekend,
dat zóó lastig was, dat de ouders het op
gaven haar vroeger dan de volwassenen
naar bed te zenden, wat des te erger
was, daar men zich in dio familie zeer
laat ter ruste begaf.
De gevolgen bleven niet uit. Zij behoort
tot een geslacht van lange, flink gebouwde
menschen en zijzelve bleef tot wat men
een onderkruip selfcje" noemt. Al haar
zusters zijn gezond; zij alleen is een zc-
r.uwlijdercs. „Het liedje van verlangen",
zeide zij mij eens met tranen in de oogen,
toen zij over de oorzaak barer ziekte
sprak.
Het liedje van verlangen wordt gezongen
tegenover een moeilijke taak. Wij verschui
ven haar zoolang wij kunnen en gaan er
daardoor hoe langer zbo meer tegen op
zien.
Laat ons flink zijn en dat leelijke liedje
voorgoed aflecren. Wanneer de adelaars
liet oogenblik gekomen achten, om hun
jongen vliegen te leeron, werpen zij ze uit
het nest en de jongen voelen dan qprst.
dat zij vleugelen hebben. Dat voelen ook
wij, zoo wij slechts den moed bezitten ook
tot het onaangename, het moeilijke over
te gaan. Wij bezitten er de kracht toe,
zoo wij slechts willen. Zich verschuilen is
goed voor Angora's niet voor menscKelijke
wezens.
Gertrude's vlucht.
Zij sloeg driftig de tuindeur achter zich
dicht en heel haar gezichtje vertoonde spo
ren van boosheid en de uitdrukking van
iemand, dio een groot onrecht heeft onder
gaan. Zij gevoelde dat niet vele martela
ressen zoo jong waren geweest als zij
pas tien jaar oud 1 en toch, dank zij het
verraad van haar broeder William, een
laagjhartigen zevenjarigen joing»eling^ was
zij veroordeeld straf te dragen voor een
ander.
Het hielp niet of haar moeder al ver
klaard had, dat zij, als de oudste van bei
den, het zwaarst gezondigd had, door haar
jonger broertje naar de stallen mee te ne
men, vooral in de afwezigheid der knechts.
Had niet pachter Brown gezegd, dat de
kinderen daar niet moesten komen? Betee
kende dit niet dat zij gevaar liep door de
paarden t© worden getrapt?
Terwijl Gertrude dit alles nog eens na
ging bereikte zij de sedert lang ia onbruik
geraakte wagenschuur en, op de ladder
klimmende, wierp zij zich op haar gelaat in
het aldaar geborgen hooi en overmeesterde
haar een gewaarwording van sombere vol
doening.
Hoe dwaas van haar moeder to zeggen,1
dat zij ook William had gestraft 1 Wat wa-(
ren twee tikken in vergelijking van een
lange, onaangename vermaning over de
noodzakelijkheid een goed voorbeeld te ge-j
ven, behalve nog de strenge bedreiging,'
dat moeder nooit weder voor eten zomer een.
boerderij zou huren, als men haar zoo onge-|
hoorzaam was? Dit alles was gevolgd doorj
het vonnis, dat do kleine zondares in geen/
twee dagen lezen mocht en dat terwijl zij1,
juist voor dertig cent David Coppeafiekf*)
gekocht had. 01 hoe schreeuwend onrecht-j
vaardig! Was het plan om de staHen*
te gaan niet bij Willy alleen opgekomen.?
En had zij niet vijf minuten lang gepro-j
beerd hem daarvan af te brengen, voordat,
zij met hem meeging? [Maar daarvan had
de schandelijke jongen geen woord gekakt,
toen zij later betrapt on in verhoor geno
men werden... Neen, geen enkel woord! j
Welnu, haar moeder zon berouw gewoe-*
len, als zij plotseling w^gkwijndo-en stierf-]
Men zou haar hier vinden' liggen, heel
bleek en doodstil.
,Ochzou de dokter op bedroefden fooi^
leggen: „zij stierf aan een gebroken Hart,
mevrouw."- Al de vrienden der familie zou
den komen condoles ren en zuchten: „Arm
kind! Welk een onverklaarbare 'doodl Zij
moet een verborgen leed betóen gehad."
En haar. moeder zou het zich nooit kunnen
vergeven, zonder iemand haar hardvochtig
heid te 'durven bekennen.
Neen, zij vergiste zich: bet ergste was.
juist, dat men spoedig getroost zou rakeni
en haar vergeten. Waartoe diende het dan i
to sterven? Het was veel beter nog weg te,
loopen! Zij zou ongezien het huis binnen-1
sluipen, enkele kleedingstukken, den in
houd van haar spaarpot en eenige schat
ten, waar zij bijzonder aan hechtte, ini
haar schooltasch stoppen, deze over den
schouder werpen en tegen zonsondergang
op weg gaan. Aan het witte hek zou zij
blijven stilstaan en nog een laatsten blik
op de boerderij werpen. Vaarwel" t zotf.
zij op strengen toon zeggen en bitter lachen
onder het voortgaan, hij de gedachte hoe
weinig haar moeder gedurende haar straf
rede vermoed had voor het allerlaatst bet:
gelaat harer eerstgeborene te aanschouwen
en haar nog wel met een toornigen blik to1
hebben aangezien 1
Hier dacht zij een oogenblik na', Neerï,
bet kon wel zijn dat zij haar eenmaal weer*
zag; maar haar toespreken, dat nimmer
weer!
Aan het station zou zij om zuinig, te