N°. 14464 1907. $eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Onder onze vroede Vaderen. Vrijdag lO ^Vpril, HKIJ8 DEZEK COURANT» Tooi Loidoti po» wee» 6 OenMi pel 8 meaodet. i Bulten Lelden, pet loopet eü waai ageoteD gevestigd lijn France pel post f MO. 1.30. 1.65. Pltl.'S DER ADVERTENTIEN» Van 1—6 regels fl.05. Iedere regel meer f 0.17£. Groot-ere lettere naar plaatsruimte. - Kleine edvertentiëD ran 30 woorden 40 Oonta contant elk tiental woorden meer 10 Oents. - Voor het incasseeren wordt/'0.05 berekend. Dit nommer bestaat uit TWEE Blader.. Eerste Blad. Al» de vroede vaderen het kort maken, kan de schrijver van „onder onze vroede .vaderen" gewoonlijk ook kort zijn. En de yooispelling Woensdag in net „Lcidsch Dagblad" gedaan, dat de vergadering spoedig afgeioopeu zou zijn, ia in vervulling gegaan. Daar is weinig gesproken en ue Leeren, die nog iets meenden te moeten «eggen, deden het zoo slapjes, er zat baast geen fut in. Alleen de lieer lleimerin- ter, die een enthusiast volkspark-voorstan den bleek, maakte ^...arop 'n uitzondering on zou mot een klinkende motie zijn ge- kernen indien zijn vrienden hem met had den teruggehouden. Hij zal zijn denkbeeld nu bij de eerstvolgende bcgrooting propa- geeren, '.vaar het ooj* alweer zal afstuiten op... financieelfi bezwaren. De benoemingen liepen vlot af en .'u Woreenstemmmg met de voordrachten, -waarmede de Raad zich in den laatstea -<jd, wat de onderwijzersbenoemingen be treft, beter verzoent dan vroeger wel eens xjet geval was. Op aandringen van den heer Zwiers verd het ontslag aan do onderwijzers bol land en Van der Koog, die beiden meer dan 40 jaren dienst deden „onder dankbe tuiging voor de bewezen diensten" ver bond. Hij is op zichzelf niet voor zulk een c1 usule, zeide hij, maar waar zij in sommi- gevallen gebruikt rordt, wilde hij ze hier ook toepassen. De Raad bevestigde dit poet applaus en do voorzitter liet zich dit; .welgevallen, maar hij meende terecht, dat toevoeging slechts in zeldzame gevallen *n<^ckt worden gebruikt. Do Raad toonde, (lat er nu wel termen voor bestouden en was zij dan hier ook op de plaats. Heb amendement-Sijt8ma over de inwer kingtreding van de gewijzigde salarisrege- ling der gemeentewerklieden, waarover ia Se orige vergadering de stemmen hadden gestaakt, viel nu mot slechts één stem. 't Stond dertien togen dertien toen cfe neer 3ots de schaal naar den voor d-e werklieden ionvoL-rJeeligen kant deed overslaan. Naar aanleiding van het verzoek van de iLeidscho Katoenmaatschappij om vergun- n' ~.g tot oprichting van een kolentranspor- 4-eur aan de Heevengracht, merkte de neer der Lip op, dat in de voorwaarden Fnibrak de bepaling, dat bij ophefffing, do Jnaatschappij het terrein in de oude situa- 3de moet terugbrengen. r jrzitter meende dat dit van zeil spra^, wat blijkbaar de Raad uiet met hem 'eens was. A. en Ws. zeiden dan ook deze «ppaling alsnog te zullen opnemen. Do neer Sijtsma deed bij het voorstel om (aan den Algemeen en Nederlandse hen Poli tiebond voor de instandhouding vaa het ei _men ter verkrijging van een diploma ran bekwaamheid als politiebeambte een j^arlijksch subsidie van 50 gulden toe te kennen, waar hij in beginsel voor was, eenige vragen. Toen hij eenige jar i geleden er hier op aangedrongen had aan de bezitters van zulk een diploma een voorsprong Ee geven, wilde men daarop niet ingaan en thans woiv.t bij aanstelling of bevordering, naar liij gehoord heeft, ook geen rekening gehouden met dit diploma. Is dit zoo, dan zou er uit blijken, dat autoriteiten in de praetijk weinig waarde hechten aan dit diploma, doch dan is het ook geen sub sidie waard. In cle tweede plaats vroeg hij of sub- sidieering van dit examen ook zou kunnet, tegenhouden de invoering van betere staatsexamens voor ue politie, en eindelijk of de conseque. tie niet meebracht, dat men den cursus door de politieverceniging hier in het leven ger.ocpen ook niet behoorde te steunen De voorzitter gaf op deze vragen voor den spreker bevredigende antwoorden. Er is een tijd geweest, dat men hier met dit diploma weinig of geen Rekening hield, doch dit is veranderd en liij kon mede- deelen, dat weldra zal worden ingevoerd de regel, dat aan het examen tot be vordering zij alleen zullon mogen deelne men, die in het bezit van het politiediplo- ma zijn. Dit subsidie kan moeilijk bestreden worden op grond, dat het do invoering van een staatsexamen zou tegenhouden, zoolang het Rijk zeli daaraan ook subsidie verleent. En wat den door de Lcidsche Politiever- eeniging opgerichten cursus betreft, Spr. heeft den hoofdinspecteur van politie, den heer Pronk, aangewezen daaraan onder richt te geven. Alleen de taallessen kunnen nu niet gegeven worden omdat daarvoor geen leeraar is. Do gemeente kan dien cur sus echter moeilijk steunen, waar deze nog niet eens is gevraagd. Het subsidie ging er nu zonder hoofde lijke stemming door. Daarna kwam men tot de vaststelling van het uitbreidingsplan der gemeente. De heer Van der Eist was niet tevreden met de vage aanwijzing van een viertal terreinen „die in aanmerking zouden kun nen komen" zoo het heette voor volks parken, sport- en speeltuinen. Hij diende daarom een motie in, waarin werd uitge sproken dat het Schuttersveld en Raam- land daarvoor bepaald zouden worden ge reserveerd. Men zou dan nog al-ijd de ter reinen achter het Terweepark en tegen over de Van-Dissel-brug behouden voor moge il Ij ke Universiteitsgebouwen. Wan neer niet vooraf de bestemming wordt vastgelegd dan vreest hij dat wij bij ver rassing wel eens voorstellen kunnen aan nemen, waardoor ook deze terreinen voor gebouwen worden ge -ruikt. De geschiede nis met het haast volgebouwde Van der Werf-park is leerzaam in dit opzicht. De heer Korevaar achtte de motie niet gerechtvaardigd, waai-, behalve de twee daarin genoemde terreinen naar omstan digheden ook nog twee andero daarvoor gebruikt kunnen worden. Vooraf voor de toekomst iets vastleggen acht- hij niet raad zaam. De heer Fo-.;ema Andreae meende voorts dat de motie geen enkel practisch effect knn hebben. De gemeente legt zichzelf een bouwverbod op, dat de Raad tooh ieder oogenblik weder kan opheffen. Do heer Van der Eist, wien het er blijk baar om te doen was geweest zijn lieve lingsdenkbeeld in dezen nog eens op den voorgrond te brengen, trok zijn motie we der in. Nu kwam do heer Stigter nog oenige in lichtingen vragen over de plaats, waar hinderlijke industrieën zich in de toekomst zouden kunnen vestigen. Daarvoor miste l^jj elke aanwijzing. Hij oordeelde het goed dat belanghebbenden in deze een leiddraad werd gegeven. Do heer Korevaar herinnert dat bij &e oprichting van het Openbaar Slachthuis deze kwestie reeds ter sprake was geko men. Men zou oen verordening dienaan gaande kunnen maken, maar de gemeente zou dan zelf terreii en daarvoor moeten aanwijzen en zeer onbillijk worden. Het gevaar, dat men nu de ondernemers van de hier bedoelde industrieën in ongelegenheid brengen zou bij aankoop van terreinen, i» niet zoo groot. In den regel wordt er toch gekocht onder voorwaarde, dat de koop al leen doorgaat, als de vereischte vergunning wordt verkregen. Het komt ook ons voor, dat men de ont wikkeling van de industrieën zooveel moge lijk den vrijen loop moet laten en slechts ingrijpen, wanneer het algemeen belang dit noodig maakt. Nu kwam do hoer Reimeringer nog eens een for&chen slag geven op het aanbeeld, waarop mr. v. d. Eist bescheiden had ge slagen. Wat omtrent volksparken wordt gezegd, ia vage toekomstmuziek. De voor zitter merkte op dat eigenlijk het heele plan toekomstmuziek is. Hij ried den heer R. bij de begrooting op zijn park-plannen terug te komen, wat deze beloofde te zul len doen. Het uitbreidingsplan ging er nu verder zonder hoofdelijke stemming door en het bouwverbod volgde eveneens, doch nu had den sommige leden, zooals het gewoonlijk gaat, wanneer de agenda vlug afloopt, nog iets op het hart^ waarvan zij zich ont lastten. De heer Van dor Eist scheen to weten dat de „geheime" commissie nu reeds be zig is met het onderzoek der kohieren voor de plaatselijke directe belasting. (De heer Witmans werd geheel oor) en nu zou hij willen dat daarmede haast werd gemaakt, opdat de raadsleden deze kohieren stuks gewijs en op tijd ontvangen om er ook eens ernstig over te kunnen denken, en zoo noodig op onderzoek uit te gaan. De heer Juta nam de vraag op zijn ge wone lakonieke wijze op. Het is al meer gevraagd en er wordt zooveel mogelijk naar getracht, maar er komt zooveel bij te pas, daar moet men inzitten om er over te kunnen oordeelen. Doch ook ter wille van de belastingschuldigen wordt ge streefd om vlug klaar te komen. Hoe spoediger deze de aanslagbiljetten krijgen hoe meer belastingstermijnen er voor hen zijn en dat i8 een gemak. Do heer Van der Eist wil deze kohieren niet langer in het laatste kwartiertje be handelen, maar zal zoo noodig voorstellen er een afzonderlijke zitting aan te wijden. Wij zullen zien, doch onze lezers zullen er wel niet veel van bemerken, want het zal dan toch een ziting zijn met gesloten deuren. De heer Fockema Andreae herinnerde er aan dat verleden Maandagavond het gas licht in de Stadsgehoorzaal bijzonder slecht was. De heer Juta had hem gezegd, dat dit veroorzaakt werd door de binnen- leiding> welnu dan verzoekt hij E. en Ws. vriendelijk maar met ironie in de stem, die de Raad wel voelde om de „binnen leiding" eens te laten nazien. Het zal ge schieden, zeide do voorzitter. De heer Zwiera herinnerde er aan dat op 31 December 1906 do wetenschappelijke ba lans van het pensioenfonds voor gemeente ambtenaren moest worden herzien en vroeg of dit reeds was geschied en zoo ja, of daarvan nu reeds iets kan worden mede gedeeld. De voorzitter antwoordde dat de wetenschappelijke adviseur zich daarmee bezig houdt en dat te zijner tijd de Raad met de resultaten in konnis zal worden gesteld. Onder do ingekomen stukkon is gisteren nog vermeld een missive van Ged. Staten houdende bedenkingen tegen artt. 14, 10, in verba-nd met artt. 13 en 30 der in een vorigo vergadering vastgestelde verorde ning op den verkoop van en den handel in melk. Indien de Raad do verordening niet wenseht te wijzigen in den geest van Ged. Staten, zullen deze haar ter vernieti ging aan de Kroon voordragen. Wij hopen op deze quaestie, die onzen melkverkoopers wel belang zal inboezemen, eerstdaags meer in. bijv/-1derheden terug te komen. Leiden, 19 April. Aan den 31aten verjaardag van Z. K. H. Prins Hendrik, gemaal van H. M. de Ko ningin werd heden alhier gedacht door het uitsteken der vlaggen van openbare en par ticuliere gebouwen, door het houden van een parade om twaalf uren door het garni zoen op 't Schuttersveld en door een wan deling van één tot twee uren door het mu ziekkorps der dienstdoende schutterij door de gisteren door ons medegedeeld© straten, waar het door de jeugd en grooteren werd gevolgd en opgewacht; terwijl om twee uren in het gebouw der buiten-sociëteit „Amicitia" een photographietentoonstelling werd geopend, van welke plechtigheid elders in dit blad wordt melding gemaakt. Heden herdacht onder talrijke blij ken van belangstelling zoowel van de zijde van autoriteiten en personeel, de heer H. van Parecren, verantwoordelijk machinist en depot-chef aan het stv'ion der H. IJ.- 8.-M. den dag, waarop hij vóór 25 jaar in dienst bij de Maatschappij Kwam, eerBt als treinmachinist, later in de tegenwoor dige functie t© Geldermalaen en sinds 25 Nov. 1894 to Leiden. Door getrouwe plichtsbetrachting en min- zamen omgang wist d© heer Van -P'areeren zich d© achting der Maatschappij te ver werven en werd hij bemind door het personeel, wat heden vooral aan het licht kwam. Den lsten Mei a.8. wordt het tweede depot huzaren te Xeiden, in garnizoen, overgeplaatst naar Haarlem, doch l offi cier, 3 onderofficieren, 25 minderen en 58 paarden zullen voorloopig te Leiden in gar nizoen blijven, totdat de stallen te Haar lem gereed zullen zijn. Men meldt omtrent de aankomst van H. M. de Koningin-Moeder gistermiddag om 4 uren 56 min. op Het Loo: H. M. werd van het station Apeldoorn afgehaald door de Koningin en den Prins en reed in een la Daumont bespannen gaLarïjluig met jockeys naar het Paleis. ïn den toestand van het lid van den Raad van State, Jhr. mr. Van Humalda van Eysinga, is sedert c'laatste dagen een ongustig© verandering gekomen. De toestand van Staatsraad mr. Moltzer^ schoon niet ernstiger,''blijft ook bezorgd heid wekken. Gisteravond heeft Den Haag mevrouw Van KerokhovenJonkers gehul !igd. Zij trad er op in Sehürmann's „Dubbele Le ven." Na het tweede bedrijf is haar na mens de afdeeling 's-Gravenhage van het Tooneelverbond een prachtig bloemstuk geboden, en ook na het derd^ bedrijf wa ren er bloemen en geestdriftige toejuich ingen. De tweede luitenant H. J. Juta, van het 9de reg. inf. te Leeuwarden, is over geplaatst bij het 4de reg. van dat wapen t© Delft. Do Gemeenteraad van Rotterdam be noemde gistermiddag tot gemeente-ontvan ger den heer P. Lamaison van Hcenvliet, hoofdambtenaar aan pLaatselijko werken, met 21 stemmen tegen 17 op mr. J. H. Lugt, hoofdambtenaar ter secretarie. De gemeenteraad heeft het voorstel om over te gaan tot vuilnisverbranding en tot een nieuwe regeling van den vuilverzame- lingsdienst bij acclamatie aangenomen. Tot do uitvoering hiervan zullen B. oh Ws. nadere voorstellen indienen. De hoofdredacteur van de „N. R. Ct.", dr. Zaayer, is sedert 8 a 9 weken ongesteld. De beterschap is minder spoe dig ingetreden dan eerst verwacht werd. De majoors M. W. de Vries, vaa bet 9do reg. inf. te Leeuwarden, P. J Gcill, van het 4de reg. inf. te Delft, W. H van Terwisga, van den generalcn staf te Breda, M. J. van Hille, van het 3d<? reg. inf. t© Middelburg, jhr. J. T. van Spengler, van het 10de reg. inf. te Haarlem, en G. G. do Groot, van het 7de reg. inf. te Amster dam, worden tegen 1 Mei benoemd int' luit,-kolonel. Bij beschikking van den minister van binnenl. zaken is, met ingang van 16 de zer, benoemd tot hoofdverpleger aan het Rijkskrankzinnigengesticht te Medemblik: E. Meuleman, aldaar. Het s.s. Soostdij k vertrok 17 April van Newport News naar Amsterdam en Rotterdamdo Gouverneur vertrok 18 April van Rotterdam naar Oost-Afrika; d© Stentor, van Penang naar Amster dam, vertrok 16 April van Algiers; da Z i e t e n vertrok 17 April van Penang n. Amsterdam. BODEGRAVEN. Einduitslag van den zea- daagachen schietwedstrijd, gehouden door, „Willem Teil", alhier, op 9, 10, 11, 16,. 17 en 18 April. Vrije baan. Maximum zestig pun^ ten: 1. 8. D. Boonzaaijer Bodegraven, 60, punten; 2. J. Dekken*, Leiden 60; 3. H. Brouwer, Leiden 69; 4. J. O. de Vet, uo< degnavon 59; 5. F. N. Schaap, Leiden 59; 6. G. L. van Beijeren, Leiden 59; 7. b\ Fraikin, Leiden 69; 8. A. van Noord, Bo degraven 59; 9. W. H. Hoogland, Utï-echfc FEUILLETON. U) Terwijl zij onrustige blikken op de dor re omgeving wierp, ontdekte zij beneden haar een Arabische uederzettiug, het vrou- wenJorp van het Spahigarnizoen, waarvan de in de nabijheid wonende soldaten meest getrouwd waren. De geüniformeerde familievaders brachten huo vrije uren in den familiekring door en zaten in hun kleurige mantels voor d© tenten. Te midden van dat bonte beeld was er één donkere punt, een voorwerp van zwar te stof, dat zich somtijds bewoog. Het sprak en gesticuleerde tegen de omstaan de woestijn vrouwen en meisjes. Gerda Roland staarde in de grootste .verbazing naar deze ver:-/.nijning, alsof zij nog nooit, sedert zij i>. ris reisde deze .volgens voorschrift van v«e.i profeet ver momde Moorinncn had gezien. Eerst toen «ij naast zich voetstappen hoorde, wendde *ij het hoofd om. Si Mussa ben El Hadschi lAchmed de grijze, Arabische Spahiluite- nant, dien voor de eerste maal in de karavanserei gezien had, was naar boven gekomen, om vandaar zijn echtgenoot© iets iets toe te roepen. Nu begroette hij juf frouw Roland met de onberispelijke be leefdheid, die hij van de Franschen geleerd had, en wilde weer weggaan. Maar zij hield hem terug en vroeg met gemaakte onverschilligheid, terwijl zij met moeite haar lippen tot glimlachen dwong: «jZejg me eens, jRa-t doet Ri© «wart© vrouw daar toch in het kamp?" „Dat is een voorname Moorsehe dame, juffrouw, die een kamermeisje voor haar harem zoekt. Zij onderhandelt met de moeders; zoo iets gaat bij ons niet snel." „En kan zij met haar grooten mantel door het kamp loopen zonder dat zij lastig gevallen wordt? Kan zij overal heengaan, waar zij wil ,,Zekert juffrouw," antwoordde luitenant Sidi Mussa, ten hoogste verbaasd, dat de jonge vreemdelinge nog zoo weinig scheen te weten van cl© gebruiken van het land. Zij aarzelde een oogenblik en toen, plot seling moed vattend, vroeg ze: „Meneer, wanneer u straks van de ci tadel weggaat, het is toch straks immers tijd om naar de moskee te gaan nietwaar? Ik zie d© muezzin a-1 op de torens staan..." „Ja, juffrouw." ,,Nu dan, aan de poort zit nog altijd die oude man, met wien ik hier gekomen benstuur hem eens bij me, ik wil hem nog wat geven, want ik heb medelijden met hem. Maar hij moet iemand meebren gen, di© wat Fians^h spreekt om als tolk te dienen." Zij schrikte van haar eigen woorden. Wanneer Sidi Mussa zich nu eens zelf als tolk aanbood, was alles verloren. Hij mocht niet weten wat zij van plan was. Maar gelukkig kon de luitenant Allah niet op zijn avondgebed laten wachten en daarmee verontschuldigde hij zich ook voor hij heenging om Gerda's wensch aan den ouden voerman over te brengen. Spoedig verscheen d© oudé Achmed of Soliman dan ook, vergezeld van een jeug digen Israëliet in Oostersche kleeding, GuUula ben Isaak geheeten. Dit jonge mensch was de trotsche eige naar van een kraampje snuisterijen vau zes voet in het vierkant, waaraan hij den woidschen naam Klein Parijs had gegeven. Verder bezat hij de verdienste de baal van de veroveraars van het land een beetje te kunnen radbraken. Gerda wendde zich tot hem met de woor den „Wilt u zoo goed zijn dien man eens te vragen of hij mij zulk een langen, zwarten Moorschen mantel bezorgen kan, zooals die vrouw daar draagt?" Zeker. Daarvoor was zelfs geen Arabier noodig. Gullula bin Muschi had dergelijke mantels zelf in zijn winkel. Binnen een kwartier kon hij 250 bezorgen. Ook witte kousen en gele pantoffels? Gerda antwoordde ontkennend. Di© had zij reeds in Tunis eens voor de grap ge kocht. Zij wilde nu alleen nog van den Arabier weten of deze bereid was haai* vandaag nog naar Tofer te brengen. Bin nen een uur moest hij tusschen de palmen bij het beekje aan den ingang der oase waohten. Dan kon hij verder do reis indee- len zooals hij wilde. Maar zij verkoos niet tegengesproken te worden. Wanneer zij echter zonder ongevallen voor het huis der Epgelscho heilssoldaten in Tofer aan kwamen, zou hij een fooi krijgen, waar over zioh zijn kinderen en kindskinderen nog zouden verbazen. Bij dit vooruitzicht vloog een glans van vreugde over de peTkamentachtige, gerim pelde trekken van den Arabier en ook Gullula ben Muschi zette een heel vroolijk gezicht, toen hij hoorde, dat hij den drie- voudigen prijs voor zijn mantel koD bedin- MSSê -Wanneer hjj den mantel stilletjes bracht en een onverbreekbaar zwijgen over de geheele zaak bewaard©. Beiden waren hiertoe oogemblikkelijk bereid; het geld deed hier, zooals altijd in het Oosten zijn uitwerking. Gerda wenkte hun beiden toe zich nu zoo spoedig mogelijk uit de voe ten te maken, want zij had een snellen, veerkraohtigen tred in d© nabijheid verno men, dien zij maar al te goed kende. En de man, die daar naderde, behoefde haar niet in gezelschap t© zien van deze beid© mannen. Maar voor dr. Hugo Wallcnrodt beston den dergelijke individuen als een Arabi sch© voerman of een Hebreeuwsche mars kramer eenvoudig niet. Hij verwaardigde hen met geen enkelen blik en kwam regel recht op Gerda af. „O, ben je daar?" zeide hij op levendi- gen, vriendelijken toon. „Goed, dat ik j© nog tref. Alles loopt heel gemakkelijk van stapel. En j© ziet toch zelf ook wel in, dat je op den duur niet in het hospitaal kunt blijven, nietwaar, kind?" Zij antwoordde niet; zij dacht slechts: zou hij nu werkelijk denken, dat ik hem morgen gedwee volgen zal Ja zeker dacht de heer von Wallenrodt dat. „Ik heb alles rijpelijk overwogen, Gerda," zeide hij. „Maar in die herberg „Sinbad de Zeeman", waar iederen avond een danseres optreedt en een paar Italiaansche struik- roover8 elkaar met messen te lijf gaan, kan je geen enkelen nacht blijven. Wij moeten morgen dus reed3 vroegtijdig op breken en wij zullen d© karavanserei in d© bergen als eerste pleisterplaats nemen. Het heeft mij heel wat moeite gekost e©n wagen t© vinden, die ten minste eenigszina ^5) geschikt voor j© is, en verdere noodig©. dingen". Zij zweeg nog altijd ©n zeide bij zichzelft „Praat maar toe." En d© heer von Wallenrodt ging voo *t, terwijl hij zich krachtig in d© ha0Jet? wreef, alsof hij zich, dusdoende, spoedige^ van een pijnlijk onderwerp kon afmaken. 1 „Eigenlijk komt het volstrekt niet tA, pas, dat wij zoo te zamen in de we re IJ rondrossen. Maar daaraan is nu eenmaal niets te doen. En dan, wij zijn ook eigen lijk met ons drieën. Een Franseho kolo4 nist rijdt ook mee, en het zal nn snellen gaan dan toen je hier gekomen bent, metf drie paarden." Hij zette don strooien! hoed af en droogde zich het zweet van het bedenkelijk hoog© voorhoofd. „En als wa' in Tunis zijn, zet ik jou op een schip, dat je naar het vaderland terug zal brengen* Wat mij betreft, ik zal dan in 's hemels naam weer naar dit nest tcrugkeeren. Ui verklaar me bereid in dit roovershoi ED Ariana bij vijftig graden Celsius in da schaduw zoo lang geduldig te wachten tot je broer weer beter is. Bijzonder sympathie!^ is mij het jong© mensch volstrekt niet, op dit punt heb ik trouwens nooit van mijn hart een moordkuil gemaakt, dat weet j# maar ik doe het alleen om jou,.'* (Wordt vervolgd)!*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 1