N°. 14464
1907.
$eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Onder onze vroede Vaderen.
Vrijdag lO ^Vpril,
HKIJ8 DEZEK COURANT»
Tooi Loidoti po» wee» 6 OenMi pel 8 meaodet. i
Bulten Lelden, pet loopet eü waai ageoteD gevestigd lijn
France pel post
f MO.
1.30.
1.65.
Pltl.'S DER ADVERTENTIEN»
Van 1—6 regels fl.05. Iedere regel meer f 0.17£. Groot-ere lettere naar
plaatsruimte. - Kleine edvertentiëD ran 30 woorden 40 Oonta contant elk
tiental woorden meer 10 Oents. - Voor het incasseeren wordt/'0.05 berekend.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Blader..
Eerste Blad.
Al» de vroede vaderen het kort maken,
kan de schrijver van „onder onze vroede
.vaderen" gewoonlijk ook kort zijn. En de
yooispelling Woensdag in net „Lcidsch
Dagblad" gedaan, dat de vergadering
spoedig afgeioopeu zou zijn, ia in vervulling
gegaan. Daar is weinig gesproken en ue
Leeren, die nog iets meenden te moeten
«eggen, deden het zoo slapjes, er zat
baast geen fut in. Alleen de lieer lleimerin-
ter, die een enthusiast volkspark-voorstan
den bleek, maakte ^...arop 'n uitzondering
on zou mot een klinkende motie zijn ge-
kernen indien zijn vrienden hem met had
den teruggehouden. Hij zal zijn denkbeeld
nu bij de eerstvolgende bcgrooting propa-
geeren, '.vaar het ooj* alweer zal afstuiten
op... financieelfi bezwaren.
De benoemingen liepen vlot af en .'u
Woreenstemmmg met de voordrachten,
-waarmede de Raad zich in den laatstea
-<jd, wat de onderwijzersbenoemingen be
treft, beter verzoent dan vroeger wel eens
xjet geval was.
Op aandringen van den heer Zwiers
verd het ontslag aan do onderwijzers bol
land en Van der Koog, die beiden meer
dan 40 jaren dienst deden „onder dankbe
tuiging voor de bewezen diensten" ver
bond. Hij is op zichzelf niet voor zulk een
c1 usule, zeide hij, maar waar zij in sommi-
gevallen gebruikt rordt, wilde hij ze
hier ook toepassen. De Raad bevestigde dit
poet applaus en do voorzitter liet zich dit;
.welgevallen, maar hij meende terecht, dat
toevoeging slechts in zeldzame gevallen
*n<^ckt worden gebruikt. Do Raad toonde,
(lat er nu wel termen voor bestouden en
was zij dan hier ook op de plaats.
Heb amendement-Sijt8ma over de inwer
kingtreding van de gewijzigde salarisrege-
ling der gemeentewerklieden, waarover ia
Se orige vergadering de stemmen hadden
gestaakt, viel nu mot slechts één stem.
't Stond dertien togen dertien toen cfe neer
3ots de schaal naar den voor d-e werklieden
ionvoL-rJeeligen kant deed overslaan.
Naar aanleiding van het verzoek van de
iLeidscho Katoenmaatschappij om vergun-
n' ~.g tot oprichting van een kolentranspor-
4-eur aan de Heevengracht, merkte de neer
der Lip op, dat in de voorwaarden
Fnibrak de bepaling, dat bij ophefffing, do
Jnaatschappij het terrein in de oude situa-
3de moet terugbrengen.
r jrzitter meende dat dit van zeil
spra^, wat blijkbaar de Raad uiet met hem
'eens was. A. en Ws. zeiden dan ook deze
«ppaling alsnog te zullen opnemen.
Do neer Sijtsma deed bij het voorstel om
(aan den Algemeen en Nederlandse hen Poli
tiebond voor de instandhouding vaa het
ei _men ter verkrijging van een diploma
ran bekwaamheid als politiebeambte een
j^arlijksch subsidie van 50 gulden toe te
kennen, waar hij in beginsel voor was,
eenige vragen.
Toen hij eenige jar i geleden er hier op
aangedrongen had aan de bezitters van
zulk een diploma een voorsprong Ee geven,
wilde men daarop niet ingaan en thans
woiv.t bij aanstelling of bevordering,
naar liij gehoord heeft, ook geen rekening
gehouden met dit diploma. Is dit zoo, dan
zou er uit blijken, dat autoriteiten in de
praetijk weinig waarde hechten aan dit
diploma, doch dan is het ook geen sub
sidie waard.
In cle tweede plaats vroeg hij of sub-
sidieering van dit examen ook zou kunnet,
tegenhouden de invoering van betere
staatsexamens voor ue politie, en eindelijk
of de conseque. tie niet meebracht, dat men
den cursus door de politieverceniging hier
in het leven ger.ocpen ook niet behoorde
te steunen
De voorzitter gaf op deze vragen voor
den spreker bevredigende antwoorden. Er
is een tijd geweest, dat men hier met dit
diploma weinig of geen Rekening hield,
doch dit is veranderd en liij kon mede-
deelen, dat weldra zal worden ingevoerd
de regel, dat aan het examen tot be
vordering zij alleen zullon mogen deelne
men, die in het bezit van het politiediplo-
ma zijn. Dit subsidie kan moeilijk bestreden
worden op grond, dat het do invoering
van een staatsexamen zou tegenhouden,
zoolang het Rijk zeli daaraan ook subsidie
verleent.
En wat den door de Lcidsche Politiever-
eeniging opgerichten cursus betreft, Spr.
heeft den hoofdinspecteur van politie, den
heer Pronk, aangewezen daaraan onder
richt te geven. Alleen de taallessen kunnen
nu niet gegeven worden omdat daarvoor
geen leeraar is. Do gemeente kan dien cur
sus echter moeilijk steunen, waar deze nog
niet eens is gevraagd.
Het subsidie ging er nu zonder hoofde
lijke stemming door.
Daarna kwam men tot de vaststelling
van het uitbreidingsplan der gemeente.
De heer Van der Eist was niet tevreden
met de vage aanwijzing van een viertal
terreinen „die in aanmerking zouden kun
nen komen" zoo het heette voor volks
parken, sport- en speeltuinen. Hij diende
daarom een motie in, waarin werd uitge
sproken dat het Schuttersveld en Raam-
land daarvoor bepaald zouden worden ge
reserveerd. Men zou dan nog al-ijd de ter
reinen achter het Terweepark en tegen
over de Van-Dissel-brug behouden voor
moge il Ij ke Universiteitsgebouwen. Wan
neer niet vooraf de bestemming wordt
vastgelegd dan vreest hij dat wij bij ver
rassing wel eens voorstellen kunnen aan
nemen, waardoor ook deze terreinen voor
gebouwen worden ge -ruikt. De geschiede
nis met het haast volgebouwde Van der
Werf-park is leerzaam in dit opzicht.
De heer Korevaar achtte de motie niet
gerechtvaardigd, waai-, behalve de twee
daarin genoemde terreinen naar omstan
digheden ook nog twee andero daarvoor
gebruikt kunnen worden. Vooraf voor de
toekomst iets vastleggen acht- hij niet raad
zaam.
De heer Fo-.;ema Andreae meende voorts
dat de motie geen enkel practisch effect
knn hebben. De gemeente legt zichzelf een
bouwverbod op, dat de Raad tooh ieder
oogenblik weder kan opheffen.
Do heer Van der Eist, wien het er blijk
baar om te doen was geweest zijn lieve
lingsdenkbeeld in dezen nog eens op den
voorgrond te brengen, trok zijn motie we
der in.
Nu kwam do heer Stigter nog oenige in
lichtingen vragen over de plaats, waar
hinderlijke industrieën zich in de toekomst
zouden kunnen vestigen. Daarvoor miste
l^jj elke aanwijzing. Hij oordeelde het goed
dat belanghebbenden in deze een leiddraad
werd gegeven.
Do heer Korevaar herinnert dat bij &e
oprichting van het Openbaar Slachthuis
deze kwestie reeds ter sprake was geko
men. Men zou oen verordening dienaan
gaande kunnen maken, maar de gemeente
zou dan zelf terreii en daarvoor moeten
aanwijzen en zeer onbillijk worden. Het
gevaar, dat men nu de ondernemers van de
hier bedoelde industrieën in ongelegenheid
brengen zou bij aankoop van terreinen, i»
niet zoo groot. In den regel wordt er toch
gekocht onder voorwaarde, dat de koop al
leen doorgaat, als de vereischte vergunning
wordt verkregen.
Het komt ook ons voor, dat men de ont
wikkeling van de industrieën zooveel moge
lijk den vrijen loop moet laten en slechts
ingrijpen, wanneer het algemeen belang
dit noodig maakt.
Nu kwam do hoer Reimeringer nog eens
een for&chen slag geven op het aanbeeld,
waarop mr. v. d. Eist bescheiden had ge
slagen. Wat omtrent volksparken wordt
gezegd, ia vage toekomstmuziek. De voor
zitter merkte op dat eigenlijk het heele
plan toekomstmuziek is. Hij ried den heer
R. bij de begrooting op zijn park-plannen
terug te komen, wat deze beloofde te zul
len doen.
Het uitbreidingsplan ging er nu verder
zonder hoofdelijke stemming door en het
bouwverbod volgde eveneens, doch nu had
den sommige leden, zooals het gewoonlijk
gaat, wanneer de agenda vlug afloopt,
nog iets op het hart^ waarvan zij zich ont
lastten.
De heer Van dor Eist scheen to weten
dat de „geheime" commissie nu reeds be
zig is met het onderzoek der kohieren voor
de plaatselijke directe belasting. (De heer
Witmans werd geheel oor) en nu zou hij
willen dat daarmede haast werd gemaakt,
opdat de raadsleden deze kohieren stuks
gewijs en op tijd ontvangen om er ook
eens ernstig over te kunnen denken, en zoo
noodig op onderzoek uit te gaan.
De heer Juta nam de vraag op zijn ge
wone lakonieke wijze op. Het is al meer
gevraagd en er wordt zooveel mogelijk
naar getracht, maar er komt zooveel bij te
pas, daar moet men inzitten om er over
te kunnen oordeelen. Doch ook ter wille
van de belastingschuldigen wordt ge
streefd om vlug klaar te komen. Hoe
spoediger deze de aanslagbiljetten krijgen
hoe meer belastingstermijnen er voor hen
zijn en dat i8 een gemak.
Do heer Van der Eist wil deze kohieren
niet langer in het laatste kwartiertje be
handelen, maar zal zoo noodig voorstellen
er een afzonderlijke zitting aan te wijden.
Wij zullen zien, doch onze lezers zullen
er wel niet veel van bemerken, want het
zal dan toch een ziting zijn met gesloten
deuren.
De heer Fockema Andreae herinnerde er
aan dat verleden Maandagavond het gas
licht in de Stadsgehoorzaal bijzonder
slecht was. De heer Juta had hem gezegd,
dat dit veroorzaakt werd door de binnen-
leiding> welnu dan verzoekt hij E. en Ws.
vriendelijk maar met ironie in de stem,
die de Raad wel voelde om de „binnen
leiding" eens te laten nazien. Het zal ge
schieden, zeide do voorzitter.
De heer Zwiera herinnerde er aan dat op
31 December 1906 do wetenschappelijke ba
lans van het pensioenfonds voor gemeente
ambtenaren moest worden herzien en vroeg
of dit reeds was geschied en zoo ja, of
daarvan nu reeds iets kan worden mede
gedeeld. De voorzitter antwoordde dat de
wetenschappelijke adviseur zich daarmee
bezig houdt en dat te zijner tijd de Raad
met de resultaten in konnis zal worden
gesteld.
Onder do ingekomen stukkon is gisteren
nog vermeld een missive van Ged. Staten
houdende bedenkingen tegen artt. 14, 10,
in verba-nd met artt. 13 en 30 der in een
vorigo vergadering vastgestelde verorde
ning op den verkoop van en den handel
in melk. Indien de Raad do verordening
niet wenseht te wijzigen in den geest van
Ged. Staten, zullen deze haar ter vernieti
ging aan de Kroon voordragen.
Wij hopen op deze quaestie, die onzen
melkverkoopers wel belang zal inboezemen,
eerstdaags meer in. bijv/-1derheden terug
te komen.
Leiden, 19 April.
Aan den 31aten verjaardag van Z. K. H.
Prins Hendrik, gemaal van H. M. de Ko
ningin werd heden alhier gedacht door het
uitsteken der vlaggen van openbare en par
ticuliere gebouwen, door het houden van
een parade om twaalf uren door het garni
zoen op 't Schuttersveld en door een wan
deling van één tot twee uren door het mu
ziekkorps der dienstdoende schutterij door
de gisteren door ons medegedeeld© straten,
waar het door de jeugd en grooteren werd
gevolgd en opgewacht; terwijl om twee
uren in het gebouw der buiten-sociëteit
„Amicitia" een photographietentoonstelling
werd geopend, van welke plechtigheid elders
in dit blad wordt melding gemaakt.
Heden herdacht onder talrijke blij
ken van belangstelling zoowel van de zijde
van autoriteiten en personeel, de heer H.
van Parecren, verantwoordelijk machinist
en depot-chef aan het stv'ion der H. IJ.-
8.-M. den dag, waarop hij vóór 25 jaar
in dienst bij de Maatschappij Kwam, eerBt
als treinmachinist, later in de tegenwoor
dige functie t© Geldermalaen en sinds 25
Nov. 1894 to Leiden.
Door getrouwe plichtsbetrachting en min-
zamen omgang wist d© heer Van -P'areeren
zich d© achting der Maatschappij te ver
werven en werd hij bemind door het
personeel, wat heden vooral aan het licht
kwam.
Den lsten Mei a.8. wordt het tweede
depot huzaren te Xeiden, in garnizoen,
overgeplaatst naar Haarlem, doch l offi
cier, 3 onderofficieren, 25 minderen en 58
paarden zullen voorloopig te Leiden in gar
nizoen blijven, totdat de stallen te Haar
lem gereed zullen zijn.
Men meldt omtrent de aankomst van
H. M. de Koningin-Moeder gistermiddag
om 4 uren 56 min. op Het Loo:
H. M. werd van het station Apeldoorn
afgehaald door de Koningin en den Prins
en reed in een la Daumont bespannen
gaLarïjluig met jockeys naar het Paleis.
ïn den toestand van het lid van den
Raad van State, Jhr. mr. Van Humalda
van Eysinga, is sedert c'laatste dagen
een ongustig© verandering gekomen.
De toestand van Staatsraad mr. Moltzer^
schoon niet ernstiger,''blijft ook bezorgd
heid wekken.
Gisteravond heeft Den Haag mevrouw
Van KerokhovenJonkers gehul !igd. Zij
trad er op in Sehürmann's „Dubbele Le
ven." Na het tweede bedrijf is haar na
mens de afdeeling 's-Gravenhage van het
Tooneelverbond een prachtig bloemstuk
geboden, en ook na het derd^ bedrijf wa
ren er bloemen en geestdriftige toejuich
ingen.
De tweede luitenant H. J. Juta, van
het 9de reg. inf. te Leeuwarden, is over
geplaatst bij het 4de reg. van dat wapen
t© Delft.
Do Gemeenteraad van Rotterdam be
noemde gistermiddag tot gemeente-ontvan
ger den heer P. Lamaison van Hcenvliet,
hoofdambtenaar aan pLaatselijko werken,
met 21 stemmen tegen 17 op mr. J. H.
Lugt, hoofdambtenaar ter secretarie.
De gemeenteraad heeft het voorstel om
over te gaan tot vuilnisverbranding en tot
een nieuwe regeling van den vuilverzame-
lingsdienst bij acclamatie aangenomen.
Tot do uitvoering hiervan zullen B. oh
Ws. nadere voorstellen indienen.
De hoofdredacteur van de „N. R.
Ct.", dr. Zaayer, is sedert 8 a 9 weken
ongesteld. De beterschap is minder spoe
dig ingetreden dan eerst verwacht werd.
De majoors M. W. de Vries, vaa bet
9do reg. inf. te Leeuwarden, P. J Gcill,
van het 4de reg. inf. te Delft, W. H van
Terwisga, van den generalcn staf te Breda,
M. J. van Hille, van het 3d<? reg. inf. t©
Middelburg, jhr. J. T. van Spengler, van
het 10de reg. inf. te Haarlem, en G. G.
do Groot, van het 7de reg. inf. te Amster
dam, worden tegen 1 Mei benoemd int'
luit,-kolonel.
Bij beschikking van den minister van
binnenl. zaken is, met ingang van 16 de
zer, benoemd tot hoofdverpleger aan het
Rijkskrankzinnigengesticht te Medemblik:
E. Meuleman, aldaar.
Het s.s. Soostdij k vertrok 17 April
van Newport News naar Amsterdam en
Rotterdamdo Gouverneur vertrok
18 April van Rotterdam naar Oost-Afrika;
d© Stentor, van Penang naar Amster
dam, vertrok 16 April van Algiers; da
Z i e t e n vertrok 17 April van Penang n.
Amsterdam.
BODEGRAVEN. Einduitslag van den zea-
daagachen schietwedstrijd, gehouden door,
„Willem Teil", alhier, op 9, 10, 11, 16,.
17 en 18 April.
Vrije baan. Maximum zestig pun^
ten: 1. 8. D. Boonzaaijer Bodegraven, 60,
punten; 2. J. Dekken*, Leiden 60; 3. H.
Brouwer, Leiden 69; 4. J. O. de Vet, uo<
degnavon 59; 5. F. N. Schaap, Leiden 59;
6. G. L. van Beijeren, Leiden 59; 7. b\
Fraikin, Leiden 69; 8. A. van Noord, Bo
degraven 59; 9. W. H. Hoogland, Utï-echfc
FEUILLETON.
U)
Terwijl zij onrustige blikken op de dor
re omgeving wierp, ontdekte zij beneden
haar een Arabische uederzettiug, het vrou-
wenJorp van het Spahigarnizoen, waarvan
de in de nabijheid wonende soldaten
meest getrouwd waren. De geüniformeerde
familievaders brachten huo vrije uren in
den familiekring door en zaten in hun
kleurige mantels voor d© tenten.
Te midden van dat bonte beeld was er
één donkere punt, een voorwerp van zwar
te stof, dat zich somtijds bewoog. Het
sprak en gesticuleerde tegen de omstaan
de woestijn vrouwen en meisjes.
Gerda Roland staarde in de grootste
.verbazing naar deze ver:-/.nijning, alsof zij
nog nooit, sedert zij i>. ris reisde deze
.volgens voorschrift van v«e.i profeet ver
momde Moorinncn had gezien. Eerst toen
«ij naast zich voetstappen hoorde, wendde
*ij het hoofd om. Si Mussa ben El Hadschi
lAchmed de grijze, Arabische Spahiluite-
nant, dien voor de eerste maal in de
karavanserei gezien had, was naar boven
gekomen, om vandaar zijn echtgenoot© iets
iets toe te roepen. Nu begroette hij juf
frouw Roland met de onberispelijke be
leefdheid, die hij van de Franschen geleerd
had, en wilde weer weggaan.
Maar zij hield hem terug en vroeg met
gemaakte onverschilligheid, terwijl zij met
moeite haar lippen tot glimlachen dwong:
«jZejg me eens, jRa-t doet Ri© «wart©
vrouw daar toch in het kamp?"
„Dat is een voorname Moorsehe dame,
juffrouw, die een kamermeisje voor haar
harem zoekt. Zij onderhandelt met de
moeders; zoo iets gaat bij ons niet snel."
„En kan zij met haar grooten mantel
door het kamp loopen zonder dat zij lastig
gevallen wordt? Kan zij overal heengaan,
waar zij wil
,,Zekert juffrouw," antwoordde luitenant
Sidi Mussa, ten hoogste verbaasd, dat de
jonge vreemdelinge nog zoo weinig scheen
te weten van cl© gebruiken van het land.
Zij aarzelde een oogenblik en toen, plot
seling moed vattend, vroeg ze:
„Meneer, wanneer u straks van de ci
tadel weggaat, het is toch straks immers
tijd om naar de moskee te gaan nietwaar?
Ik zie d© muezzin a-1 op de torens staan..."
„Ja, juffrouw."
,,Nu dan, aan de poort zit nog altijd
die oude man, met wien ik hier gekomen
benstuur hem eens bij me, ik wil hem
nog wat geven, want ik heb medelijden
met hem. Maar hij moet iemand meebren
gen, di© wat Fians^h spreekt om als tolk
te dienen."
Zij schrikte van haar eigen woorden.
Wanneer Sidi Mussa zich nu eens zelf als
tolk aanbood, was alles verloren. Hij mocht
niet weten wat zij van plan was. Maar
gelukkig kon de luitenant Allah niet op
zijn avondgebed laten wachten en daarmee
verontschuldigde hij zich ook voor hij
heenging om Gerda's wensch aan den ouden
voerman over te brengen.
Spoedig verscheen d© oudé Achmed of
Soliman dan ook, vergezeld van een jeug
digen Israëliet in Oostersche kleeding,
GuUula ben Isaak geheeten.
Dit jonge mensch was de trotsche eige
naar van een kraampje snuisterijen vau
zes voet in het vierkant, waaraan hij den
woidschen naam Klein Parijs had gegeven.
Verder bezat hij de verdienste de baal
van de veroveraars van het land een
beetje te kunnen radbraken.
Gerda wendde zich tot hem met de woor
den
„Wilt u zoo goed zijn dien man eens te
vragen of hij mij zulk een langen, zwarten
Moorschen mantel bezorgen kan, zooals
die vrouw daar draagt?"
Zeker. Daarvoor was zelfs geen Arabier
noodig. Gullula bin Muschi had dergelijke
mantels zelf in zijn winkel. Binnen een
kwartier kon hij 250 bezorgen. Ook witte
kousen en gele pantoffels?
Gerda antwoordde ontkennend. Di© had
zij reeds in Tunis eens voor de grap ge
kocht. Zij wilde nu alleen nog van den
Arabier weten of deze bereid was haai*
vandaag nog naar Tofer te brengen. Bin
nen een uur moest hij tusschen de palmen
bij het beekje aan den ingang der oase
waohten. Dan kon hij verder do reis indee-
len zooals hij wilde. Maar zij verkoos
niet tegengesproken te worden. Wanneer
zij echter zonder ongevallen voor het huis
der Epgelscho heilssoldaten in Tofer aan
kwamen, zou hij een fooi krijgen, waar
over zioh zijn kinderen en kindskinderen
nog zouden verbazen.
Bij dit vooruitzicht vloog een glans van
vreugde over de peTkamentachtige, gerim
pelde trekken van den Arabier en ook
Gullula ben Muschi zette een heel vroolijk
gezicht, toen hij hoorde, dat hij den drie-
voudigen prijs voor zijn mantel koD bedin-
MSSê -Wanneer hjj den mantel stilletjes
bracht en een onverbreekbaar zwijgen over
de geheele zaak bewaard©. Beiden waren
hiertoe oogemblikkelijk bereid; het geld
deed hier, zooals altijd in het Oosten zijn
uitwerking. Gerda wenkte hun beiden toe
zich nu zoo spoedig mogelijk uit de voe
ten te maken, want zij had een snellen,
veerkraohtigen tred in d© nabijheid verno
men, dien zij maar al te goed kende. En
de man, die daar naderde, behoefde haar
niet in gezelschap t© zien van deze beid©
mannen.
Maar voor dr. Hugo Wallcnrodt beston
den dergelijke individuen als een Arabi
sch© voerman of een Hebreeuwsche mars
kramer eenvoudig niet. Hij verwaardigde
hen met geen enkelen blik en kwam regel
recht op Gerda af.
„O, ben je daar?" zeide hij op levendi-
gen, vriendelijken toon. „Goed, dat ik j©
nog tref. Alles loopt heel gemakkelijk van
stapel. En j© ziet toch zelf ook wel in,
dat je op den duur niet in het hospitaal
kunt blijven, nietwaar, kind?"
Zij antwoordde niet; zij dacht slechts:
zou hij nu werkelijk denken, dat ik hem
morgen gedwee volgen zal
Ja zeker dacht de heer von Wallenrodt
dat.
„Ik heb alles rijpelijk overwogen, Gerda,"
zeide hij. „Maar in die herberg „Sinbad de
Zeeman", waar iederen avond een danseres
optreedt en een paar Italiaansche struik-
roover8 elkaar met messen te lijf gaan,
kan je geen enkelen nacht blijven. Wij
moeten morgen dus reed3 vroegtijdig op
breken en wij zullen d© karavanserei in
d© bergen als eerste pleisterplaats nemen.
Het heeft mij heel wat moeite gekost e©n
wagen t© vinden, die ten minste eenigszina
^5)
geschikt voor j© is, en verdere noodig©.
dingen".
Zij zweeg nog altijd ©n zeide bij zichzelft
„Praat maar toe."
En d© heer von Wallenrodt ging voo *t,
terwijl hij zich krachtig in d© ha0Jet?
wreef, alsof hij zich, dusdoende, spoedige^
van een pijnlijk onderwerp kon afmaken. 1
„Eigenlijk komt het volstrekt niet tA,
pas, dat wij zoo te zamen in de we re IJ
rondrossen. Maar daaraan is nu eenmaal
niets te doen. En dan, wij zijn ook eigen
lijk met ons drieën. Een Franseho kolo4
nist rijdt ook mee, en het zal nn snellen
gaan dan toen je hier gekomen bent, metf
drie paarden." Hij zette don strooien!
hoed af en droogde zich het zweet van het
bedenkelijk hoog© voorhoofd. „En als wa'
in Tunis zijn, zet ik jou op een schip, dat
je naar het vaderland terug zal brengen*
Wat mij betreft, ik zal dan in 's hemels
naam weer naar dit nest tcrugkeeren. Ui
verklaar me bereid in dit roovershoi ED
Ariana bij vijftig graden Celsius in da
schaduw zoo lang geduldig te wachten tot
je broer weer beter is. Bijzonder sympathie!^
is mij het jong© mensch volstrekt niet,
op dit punt heb ik trouwens nooit van mijn
hart een moordkuil gemaakt, dat weet j#
maar ik doe het alleen om jou,.'*
(Wordt vervolgd)!*