Iets over een rooien neus. Verwonderd op, want alles was vreemd voor mijn. oogen. Een heer beduidde mij, dat ik mij zeer stil moest houden, omdat opwin ding sfeer, noodlottig zou kunnen zijn. Ik bevond mij in het ziekenhuis, waar een dokter bezig was mijn wonden te verbin den. Na eenige dagen was ik weder her steld, en toen werd mij de geheele toe dracht der zaak meegedeeld. Men had mij in een deerpiswaardigen toestand in een coupé gevonden, en in de nabijheid van het station het verminkte lijk van mijn reisge- rel. Hij had den sprong te kort genomen en was zoodoende verpletterd. In zijn zakken vond men een bedrag van 700,000 pond ster ling, alsmede een stukje vléesch, in een rooden zakdoek gewikkeld. Gelukkig voor, mij, dat de koorden, waar mede ik gebonden was, zeer sterk waren, want deze zijn de oorzaak geweest, dat mijn polsen niet door het mes werden geraakt. Na een gerechtelijk onderzoek kwam aan het licht, dat ik den moordenaar had opge spoord, en werd mij de premie van 1000 pond toegekend. Ik had dien nacht dat som metje verdiend, en er ook grijs haar van gekregen." "Wij waren aan een der laatste stations voor Parijs. Pe oude heer stond op, wen&oh- te ons een behondenthuiskomst en ver dween uit onze oogen. Een Buitscüi Hospiz op den Olijfberg bij .Jeruzalem. Toen kort geleden de Paascbklokken aet Opstendingsfeest verkondigden, word op de gewijde plaats, van waar de Eedland zoo dikwijls op Jeruzalem beeft neergoblikt en van waar Sij, rijdende op een ezelin, do heilige stad binnenreed, om Zijn goddelijke tending te voleindigen, plechtig de eersto steen gelegd van de door den Duitschen Keizer in het leven geroepen Keizer in- Augusta-Victoria-Stichting op don Olijf berg." Deze plechtigheid werd verricht door dr. Dryander, hierin door vele aanzienlij ke Duitschers bijgestaan. Het verlangen naar Jeruzalem heeft in de laatste halve eeuw velen aangegrepen. Iteeda hebben Russen, Franschen, Engel- schezi en de Latijnen daar hun belangrijke bezittingen. Sedert de reis van keizer Wil helm naar Jeruzalem in 1898 ia ook van Duitsche zijde veel belangrijks tut stand ge bracht. De Keizerin-AngusYictoria- Sticbtiag op den Olijfberg zal echter alle3 overtreffen. Zij zal een treffend panorama bieden. Het gebouw met zijn kolossalen to ren zal de ver uit hot oostelijk Jordaanland komende reizigers op een afstand van bijna 100 kilometer den weg wijzen naar de hei lige stad, en hoe gaarne zullen zij na een lange reis in het Hospiz zich verfrisschen en uitrusten 1 Het Hospiz ligt in een der heerlijkste streken on geeft een uitzicht op de stad en haar omgeving tot aan de Doode Zee en Bethlehem. Behalve voor reizigers zal de stichting ook dienen tot opneming van herstellende kranken en tot een middelpunt voor de Protestanteche Duitschers in Palestina en Syrië bij groote feestelijke gelegenheden. Het gebouw heeft ruimte voor 50 h, 60 bed den voor gasten en herstellenden, en heeft badkamers, lees- en schrijfzalen, een 200 vierkante meter groote feest- en een 180 vierk. meter groote eetzaal. De kerk kan men van uit de feestzaal door twee groo te deuren bereiken. De oppervlakte der bezitting beslaat zeventig morgen en ligt 910 M. boven de Doodo Zee. De kerktoren, die tevens tot uitzichttoren ingericht wordt, wordt zestig meter hoog. De inwijding zal plaats vinden op bot Baasohfeest van 1910. De kosten zijn begroot op 2,455,0C*"i Mk. Het is eigenaardig en ongemotiveerd bo vendien, maar een roode neus wekt onwil lekeurig iemands lachlust op, en heel wat moppen, flauw© zoowel als goede, zijn eo* in den loop der tijden al over getapt. Wanneer zullen de menschen toch einde lijk eens leeren inzien, dat een roode neus en overvloedig gebruik van alcohol al heel weinig met elkander in verband staan. Men vindt een rooden neus bij iederen leeftijd; de dronkaard heeft hem evengoed als hij, die eiken druppel alcohol uit den booze aoht. Men ziet hem bij een aardige ,,bakvïsch"t zoowel als bij een oude vrijster, en dit moet, dunkt ons, voldoend© bewij zen, dat, welke ook de aanleiden^e oorza ken mogen zijn, één algemeene grondre gel voor het bezit van een rooden neus vast te stellen moet wezen. D© oorzaak van een rooden neüs is doodeenvoudig in de huidsgesteldheid te zoeken, en om het ontstaan er van duide lijk te kunnen verklaren, moeten we ons die gesteldheid even/ nauwkeurig voor stellen. Onze huid bestaat uit twee lagen, de zoogenaamde leerhuid en daaroverheen de opperhuid. De leerhuid nu is als het ware een «net werk van cellen, zóó dicht opeen, dat we het met het bloote oog niet zien kunnen. Al die cellen nu zijn bloedvaten, die bij een gezond, normaal menscb voortdu rend hun bezigheden verrichteu. Het blozen of bleek worden hangt ge heel van do gevuldheid dezer bloedvaatjes af. Bij lichaamsdeelen met groote vetaf- scheiding onder de huid, zal men hiervan weinig bemerken, maar in het gezicht en overal waar de opperhuid don is, valt het onmiddellijk op. Het wijder en nauwer worden der bloed vaten houdt meestal mot invloeden van buiten, of met nerveuze invloeden, verband; vandaar, dat men bij hevige emoties, als schaamte, toorn, enz. onwillekeurig bloost. Het rood worden van den neus nu is een speciaal geval van bloedaandrang. Is de wand der bloedvaton bijzondeT dun, dan zal hij licht zijn elastische span kracht verliezen, zóó dat de aandrang op een gegeven oogenblik te sterk wordt. De rood© neus kan ook het gevolg zijn van bloedarmoede en bleekzucht, omdat dn.n de wanden dor bloedvaten evenmin als alle andere lichaamsdeelen, voldoende ge voed wordenook van slechte spijsverte ring kan hij het bewijs zijndaar zich, bij slechte functionnooring van maag en dar men, congesties voordoen, die bloedsopboo- ping en dientengevolge verbooging van gelaatskleur ten gevolge kunnen hebben. Ook kou, waardoor de bloedsomloop Biecht fonctionneert, doet haar invloed op menigen neus gelden; terwijl verkoud heden, poliepen, en alle stoornissen van d© neusslijmhuid eveneens tot het verkrij gen van een rooden neus meewerken. Welke ook de oorzaak van een rooden neus zijn moge, bijna steeds zal mon door goeden, medischen raad het onheil kunnen verhelpen; terwijl zalfjes, poeders en alle kwakzalversmiddelen' die er zoo dikwijls voor worden aanbevolen, 't kwaad meestal nog erger maken omdat het verschijnsel niet een uitwendige oorzaak heeft, doch meestal zijn reden vindt in het gestel van den lijder, om het zoo maar eons uit te drukken. Het misbruik van thee. Het verbruik van thee is, om zoo te zeg gen, algemeen geworden. Ten naastenbij is het de eenige drank ip de Oostersche landen en heeft in Europa de gunst ver worven sedert de invoering in de zeven tiende eeuw door Vulpius, van Amsterdam. Het verbruik, dat ten jare 1650 in En geland nauwelijks eenige ponden bedroeg, was de vorige eeuw gestegen tot 180 millioen pond en moet nu het milliard genaken. Zelfs in landen, waar de voortbrenging van wijn groot is, treedt do thee op als eerste ondergeschikte drank. Ze is de ver plichtende begeleidster van alle wereldsche ontvangsten en op menige tafel heeft de thee de traditioneele koffie met melk ver drongen. Zooals alle prikkelende dranken, is de thee voortreffelijk, genomen in kleine hoe veelheden; maar het misbruik te in zijn aard even schadelijk als het drinken van sterke dranken. De thee bevat krachtige loogzouten: theine, theobromine en uit treksels van oliën^ waarvan de uitwerkse len zich langzaam op ons gestel openba ren. Zij bevat ook nog^ volgens de verschei denheden, min of meer hooge verhoudin gen, zeepzuur, acide saponine. Een mensch, die nooit thee dronk, ondervindt, zooals met koffie, een hevige zenuwachtige aan doening. Ten opzichte van de versterking der spieren is de thee een volmaakte drank, maar toch veel minder dan de koffie, zooals de onderzoekingen van Hoch en Jost bewezen. Voor zwaren of latogduri- gen arbeid, voor een geweldige oefening, of een ononderbroken krachtsinspanning, is het beter koffie te drinken. Genomen met overmatige of dikwijls her haalde hoeveelheden, veroorzaakt de tb se verklaarbare zenuwstoringen, slapeloosheid, bevanging,' zonder de wanorde te rekenen die in de spijsvertering teweeggebracht wordt en die aanleiding geeft tot allerlei ziek fceversohjj n selen Lander Burton, uit Londen, beeft eeni- gen tijd geleden nagegaan welke rol liet misbruik van dezen drank ten opzichte der gezondheid kan spelen. Daar thee een aandrijf ster van het zenuwstelsel ia, v?r- drijft zij bij velen den honger. De talrijke verscheidenheden van thee zijn onderling niet vergelijkbaar ip dit op zicht; men zou denken, ckoi zij, die de grootste verhoudingen loogsbof bevatten, de snelst werkende ongemakken teweeg brengen daar is niets van aan. De thee van Ceylon, de Indische thee bevatten door den band meer loogzout dan de thee uit China. Zij zijn daarom niet schadelijker onder voorwaarde er een matig gebruik van te maken. Men heeft den natuurlijken invloed van thee boegeschreven aan theine en the obromine. Burton denkt, dat er nog ande re onbekende loogzouten in vervat zijn, welker uitwerkselen veel heviger zouden blijken. Groene fcbee bovat niet meer loogzout dan zwarte thee, daar beide Van deruelfden struik voorkomen. Het eenig oogenschijnlijk .verschil is haar kleur: de groene thee werd sneller gedroogd, opdat het blad de normaio kleur zou behoudende zwarte thee werd slechte na afloop van den oogst gedroogd en d© bladeren ondergingen reeds een be gin van gisting, die brun kleur en misschien ook wel de hoedanigheid wijzigde. Alhoe wel oorspronkelijk van een zelfde plant, werkt de groene thee toch meer op het zenuwgestel. Men moet dus nopens thee de twee volgende feiten niet uit het oog verliezen: lo. De thee, wèl bereid en matig geno men, is een te gelijk nuttige, aangename en weldadige drank. 2o. Genomen in aanzienlijke hoeveelhe den of slecht bereid, kunnen er zich sto ringen in de spijsverteringsorganen voor doen. Wanneer het gebruik overdreven is, komen er storingen iD het zenuwstelsel. Gele en zwarte schoenen. Het bekende medische tijdschrift „,Tbe Lancet" publiceert een belangwekkend on derzoek over de hygiënische waarde der zwart© en der gele schoenen en komt, in afwijking van het oordeel van ander© me dische tijdschriften, tot do slotsom, dat de gele schoenen in hygiënisch opzicht boveu de zwart© de voorkeur verdienen. Dat is hieraan toe te schrijven, dat het leer der gele «^hoenen gewoonlijk leniger blijft dan het leer der zwarte. Om aaD het leer de zwarte kleur te geven, gebruikt men stoffen, die zuren (chloorwaterstol en phosphorzuur) bevattendeze zuren ma ken het leer niet alleen hard, maar ook brokkelig althans aan de oppervlakte zoodat zijn beste eigenschappen, de rek baarheid en de stevigheid, gevaar loopen. Dat leer door zuren wordt bedorven, wordt ook hierdoor bewezen, dat in bibliotheken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 14