If», 14742
Vrijdag 33 Maart.
A0. 1907.
feze (Qcurant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE E^den.
Eerste Blad.
Officieels Kennisgeving.
Onder onze Vroede Vaderen.
FEUILLETON.
Avonturen van een kapitein.
LEIDSCH
PRIJ8 DEZEB COCRAOTl
foot Leidra per «eek 6 Oectsi per 8 maanden i S 1 if 1.10»
Buiten Leiden, per looper en vaar agenten gevestigd tfyo 1.30»
Franco per post L65*
PRIJS DER ADYERTENTIRNi
Van 1—8 regels fl.06. Iedere regel meer /0.17J. Grootere letters naar
plaatsruimte. - Kleine adrertentiën ran 30 woorden 40 Oents contant t elk
tiental woorden meor 10 0ent3. - Voor het inoasseeren wordt/0.05 berekend.
B. en Wa. van Leiden noodigen de in
gezetenen uit Zaterdag 23 Ma-art aanstaan
de, door het uitsteken der vlaggen, huldu
te brengen aan de nagedachtenis van Ncêr-
l&nds grootsten zeeheld, ,,Micbiel Adraana-
nooD de Ruyter."
Burgemeester en WetLouders voornoemd,
DE RIL DER, Burgemeester»
VAN HEY' JA Secretaris.
Leiden, 22 Maart 1907,
Burgemeester cn Wethouders van Lei
den
Gelet op art. 23. 3do alinea der Kieswet;
Brengen ter algemeen© kennis, dat de
kiezerslijst voor <ieu dienst 19071906 voor
de verkiezing van leden van de Tweede
Kamer der State n-G ener aal, de Provincia
le Staten en den Gemeenteraad en de al-
phabetische lijsten der namen en voorna
men van hen, die van do kiezerslijst zijn af
gevoerd en van hen, die daarop zijn go-
bracht, zijn vastgesteld, dat die van den
23stcn Maart tot en met den 21stcn April
a.s. op de Secretarie dezer gemeente voor
een ieder tor inzago zijn nedergelegd en
tegen betaling der kosten, in afdruk ver
krijgbaar gesteld.
En geschiedt hiervan openbare kennisge
ving, door plaatsing in het ,,Leidsch Dag
blad".
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYöT, Secretaris.
Leiden, 22 Maart 1907.
Burgemeester en Wethouders van Lei
den, herinneren bij deze de belanghebben
den, dat ïugevulgo de verordening van 3
Maart 1904 (Gemeenteblad No. 4) de
Beestenmarkt en do Kaas-
ma r k t in plaats van op V r ij dag 29
M a a r t a 8. (Goede Vrijdag) z u 1 1 o n
g o h o uden .worden op Woens
dag 27 Maart te voren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De RIDDER, Burgemeester.
VAN HeYS'1\ Secretaris.
Leiden, 22 Maart 1907.
Gaarne beginnen wij dit overzicht met
onze erkentelijkheid uit te spreken, dat de
voorzitter onmiddellijk gehoor heeft gege
ven aan onzen wenk, do vergadering om
één uur bijeen te roepen.
Ongetwijfeld zullen do heeren Raadsle
den, zelfs zij, die eerst wat onder elkaar
mopperden omdat hun rustig koffieuurtj
er haast bij ingeschoten was en zij, die net
er op waagden to laat te komen, er ook
ten slotte nog dankbaar voor zijn.
Er zijn nu twee belangrijke punten af
gehandeld, maar hoe ver zou men gevor
derd zijn, indien men om twee uren ware
begonnen
Dat eerste uur is een gewonnen uur,
want na vijven is de lust er ook af. Wij
blijven daarom ook voor het vervolg den
maatregel aanbevelen.
De ingekomen stukken waren ditmaal
weinig talrijk en niet van zoo veel belang,
dat wij er nog in het bijzonder bij behoeven
stil te staan en ook de eerste vier punten
geven geen aanleiding tot bespreking.
Wij kunnen daarom beginnen met de
voortgezette behandeling van do molk ver
ordening.
Men was do vorige week tot artikel 18
genaderd, doch kwam nu nog even op de
behandelde en goedgekeurde artikelen te
rug. De gemeenteraad heeft zooals de voor
zitter opmerkte, niet het reoht een tweede
lezing ovor een verordening te houden,
zooals de Tweede Kamer; zij moet in eens
worden vastgesteld.
Daarom had de Commissie voor de Straf
verordeningen nu een nota van wijzigingen
hoofdzakelijk van redactioneelen aard den
Raad doen toekomen betreffende art. 1, 13
en 15. Zij wilde ook in verband met de op
merking van den heer Yan der Lip in
de vorige vergadering artikel 13, luidende:
.Onder het uitoefenen van het bedrijf van
melkverkooper wordt begrepen het hebben
van een inrichting tot stcrilieeeren, pasteu-
riseeren of op eenige wijze behandelen of
bewerken yan melk," doen vervallen en
een nieuw artikel 1 opnemen van dezen
inhoud
Onder melk wordt in dezo verordening
verstaan koemelk.
Onder melk leveren, uitstallen in het open
baar, rondbrengen, rondventen of vervoe
ren wordt in deae verordening begrepen
het doen of laten verrichten van deze
handelingen.
Onder het uitoefenen van het bedrijf van
melkverkooper wordt begrepen bet hebben
van een inrichting tot steriliseeren, pa9teu-
riseeren of op eenitre wijze behandelen of
bewerken van melk."
Dit vas klaarblijkelijk een verbetering en
db Raad nam haar dan ook stilzwijgend
over.
Voor artikel 15t dat oorspronkelijk voor
schreef, dat melkverkoopers buiten de ge
meente gevestigd een bewijs moeten hebben,
afgegeven door B. en Ws. hunner woon
plaats, waaruit blijkt, dat de lokalen, waar
in melk wordt afgeleverd, bewaard en be
werkt, ten genoegen van dat College zijn
ingericht en voorzien moeten zijn van deug
delijk water, maar wat reeds do vorig© wees
in zooverre was gewijzigddat in plaats van
B. en Ws. dte Gezondheidscommissie zou
worden gelezen, omdat men en o.i. te
recht deze com missiën in het algemeen
inzake gezondheidsmaatregelen beter ver
trouwdo dan een plattelands-college van
en Wa, was nu een geheel nieuw artikel
in de plaats gesteld door den heer Fok
ker, welk artikel reeds in zijn geheel in ons
blad werd opgenomen.
Er werd heel zwaarwichtig over gedebat
teerd. De voorsteller lichtte het uitvoerig
toe; do Voorzitter bestreed het eveneens
uitvoerig en keurde het hierom reeds af,
omdat het B, en Ws. in contact wilde bren
gen met de Gezondheidscommissie op een
wijze, die de wet niet toelaat.
De voorsteller wilde toen voor Gezond
heidscommissie lezen Inspecteur der Volks
gezondheid" welke wijziging ons nog verder
van den goeden weg zou afbrengen, meende
de Voorzitter.
De heeren Aalberse, Vergouwen en Focke-
ma Andreae mengden zich ook nog in het
debat voor het nieuwe artikel, dat ten
slotte niet werd ondersteund en....geen
punt van behandeling uitmaakte, zooals de
Voorzitter zei.
Een paar redactioneelo toevoegingen van
de Commissie voor de Strafverordeningen
werden nog aan het bestaande artikel toe
gevoegd.
Men kwam nu weldra aan art. 20, waarop
de heer Meuleman oen amendement voorge
steld had maar de heer Meuleman was nog
niet verschenen en daarom werd dit ar
tikel aangehouden.
Men was nu gekomen aan ark 21, waar
over het gTOote debat zou worden gevoerd
en waar ten slotte niets van over geble
ven is.
Het artikel luidde oorspronkelijk aldus:
„Heb is aan personen, die aan lupus, aan
zweren of etterende wonden in het gezicht
of aan de handen lijden, of aan personen,
lijdende aan besmettelijke ziekten of aan
tuberouloee met hoesten en opgeven, ver
boden het bedrijf van melkverkooper uit
te oefenen of in zoodanig bedrijf werk
zaam te zijn".
Om te gemoet te komen aan de amende
menten op dit artikel door den heer Stig-
ter voorgesteld, had de Commissie voor de
Straf ver. er een nieuwe alinea aan toe
gevoegd, waarin bepaald werd, dat op
vermoeden van den ambtenaar van den
keuringsdienst, dat oen bij het melkbedrijf
betrokken persoon aan een der genoemde
ziekten Lijdt, deze persooD verplicht is op
verlangen van dien ambtenaar bmnen en
door dezen te stellen termijn hun een
verklaring van een bevoegd geneeskundige
omtrent zijn gezondheidstoestand over te
loggen.
De heer Sijtsma had voorgesteld daaruit
te doen vervallen „tuberculose met hoesten
en opgeven."
Hij had den indruk gekregen, dat do hee
ren van de Gezondheidscommissie in hot
besef van het gevaarlijke van tuberculose
en wetende, dat terecht dezo volksziekte
zooveel mogelijk moet worden bestredeu,
hebben gedacht dat er dan ook een bepa
ling in deze melkverordening moest.
En nu heeft zij te onpas een bepaling ;e
maakt, die het doel voorbijstreeft, prac-
tisoh niet uitvoerbaar is, en een onrecht
vaardigheid schept voor een categorie van
personen, omdat andere bedrijven, die
evenveel of nog meer besmettingsgevaar
opleveren, niet door den maatregel worden
getroffen.
Bij hot verzoek omtrent vervroegde
winkelsluiting zal men do individueele vrij
beid zien uitspelen, maar hier wordt oen
vrijheidrberooving voorgesteld, die spreker
allerminst vaD do Commissie voor de Str.
had verwacht.
De Voorzitter verdedigde echter het art.
met warmte als een uitnemenden hygiëni-
schen maatregel. Do ambtenaar heeft bij
de beoordeeling achter zich deD directeur
van den keuringsdienst, die toch een we-
tensohapplijk man is. (Maar geen medicus,
interrompeerde de voorsteller.)
D0 heer Van Gruting sprong als lid der
Gezondheidscommissie den Voorzitter bij,
doch de heeren Stigter en Meuleman on
dersteunden van medisch standpunt met
warmte. Gok zij keurden het sterk af, dat
een niet-medicus in eerste instantio over
al of niet tuberculeus had te oordeelen.
Do heer Meuleman keurde het verder
sterk af, dat men in een verordening iets
vastlegt, dat in de medische wetenschap
nog niet vaststaa^ wat later van den
Voorzitter do ondeugende opmerking uit
lokte, dat hij al eens gehoord had, dat er
in de medische wetenschap bijna niets
vaststond.
Misschien prikkelde dit den heer M.,
die later van het draconische on Russische
der bepaling sprak en de consequentie
van B. en Ws. eisohto om zoo'n uit zijn
brood geetooton man maar naar „de
Schans" te verwijzen.
Mr. Fokker had juridischo bezwaren:
men zou zoo iemand moeilijk veroordeeld
krijgen door den kanton roohter, de heer
Stigter vroeg wat men wilde doen als de
geneesheer eens geen verklaring wilde ge
ven on vroeg tevens, wie do medische ver
klaring zou hebben te lezen. Een ontwik
kelde leek mist daartoe zelfs do noodige
kennis. Men zou dit in ieder gevaJ aan
de stadsgeneesheeren moeten opdragen.
Ook werd nog door een van de hceron
we weten waarlijk niet door wien
gevraagd, hoe men wildo doon als men
door de bepaling schade ondervond en per
slot van rekening toch niet werd veroor
deeld.
Do voorzitter meende, dat in zoo'n geval
aan deD betrokkene schadevergoeding kon
worden verleend, waartoe do wet echter
niet verplicht, zooals do heer Fockoma Au-
dreae daartegen opmerkte, waarna do voor
zitter, misschien vreezende voor de conse-
quentiën van zoo'n maatregel daaromtrent,
retireerde.
De heer Sijtsma, die 't licht en zwaar ge
schut, dat ter bestrijding en verdediging
van zijn amendement had gowerkt, ovor
zijn hoofd had zien gaan, zoido dat het hern
nu duizelde. Men weet niet hoe de bepaling
zal werken, hoe zij zal moeten worden toe
gepast cd wat de gevolgen or van zullen
zijn en bij al die onzekerheid doot men
werkelijk verstandig haar terug te nemen.
De heer Fockema Andreao bekende, dat
het ook hem begon te duizelen on dat hij
ook voor het amendement zou stemmen,
dat dan ook werd aangenomen met achttien
togen elf stemmen. Het heele artikel kon
echter evenmin genade vinden in de oogen
van den Raad en werd verworpen met wel
21 tegen 8 stemmen.
Hierna kwam nog het amendement op
artikel 20, van den heer Meuleman, in be
handeling, waarin verboden wordt melk to
verkoopen, enz., afkomstig uit een gemeen
te, waariD een besmettelijke ziekte epide
misch is verklaard.
Hij stelde voor daaraan een geheel nieuw
artikel toe to voegen, waarin is bepaald,
dat het verbod ook geldt voor gemeenten,
waarin oen besmettelijke veezickto hoorscht,
bedoeld bij do wet van 20 Juli 1870.
Men wil daarop kwam het betoog van
den voorsteller neer zorgen voor bo6met-
ting door menschelijke ziekten veroorzaalct,
maar ziet geheel over het hoofd, dat vooral
bij een artikel als melk besmettelijke vee
ziekten ook op den gezondheidstoestand een
zeer schadelijken invloed kunnen uitoefe
nen. Over dit amendement werd ook uiti
den treure gedebatteerd, hoofdzakelijk tus-
schen den voorsteller en den heer Van Gru
ting, waarnaar ton slotte alleen de voorzit
ter met aandacht luisterde. Wij hoorden
een der ledon ondershands de opmerking t
maken, dat een koffiekamer ter verpoo-
zing voor zulke gelegenheden evenals in de
Twccdo Kamer niet te onpas zou komen.
De heer Van Gruting, die hier een hem
passend stokpaardje kon berijden, noemao
al do besmettelijke veeziekten volgens de
wet elf of twaalf, daar willen wij af we
zen op en toonde aan dat daarvan ei
genlijk alleen mond- en klauwzeer besmet-
tings gevaar, veroorzaakt door do melk,
kan oplevoren. En als deze ziekte uitbreekt,
is het Staatstoezicht er voldoende bij om
het to voorkomen, De voorzitter vulde dib
betoog nog een weinig aan. Hierin wordt
van Rijkswog© voorzien en do gemeen to
doet verstandig van dit gebied af te blij
ven en het zou met het oog op een arrest
van don Hoogen Raad van 1895 zelfs to
bezien staan of do verordening zou worden
goedgekeurd aangevuld met do bepaling,
door den heer Meuleman voorgesteld. Het
amendement viol dan ook met 22 togen 7
8tem men
Bij artikel 23 stelde de heer Fokker voor
om eeD uniform vaatwerk voor te schrijven,
do verordening wildo vaatwork, dat gomak-
kelijk kan gereinigd worden, doch daar
over kunnen de gevoelens zeer uiteenloopen.
De voorzitter vreesde van een bepaald voor
geschreven vorm van vaatwork der melkvor-
koopors, moeilijkheden cn last, ons inziens
terecht; do vergelijking, die de heer Fokker
maakte tusschen dit vaatwerk on den muil
korf voor honden, gaat ongetwijfold mank.
Hij trok het amendement dan ook in.
De heer Bots vroeg echter tot veler verwon
dering stemming over dit artikel. Behalve
hij en zijn buurman Timp stemden allen
voor. Wat deze heeren tot dat stille-getui
gen hoeft bowogen bleef een raadsel.
Bij artikel 32 maakte de beer Witmans
nog een opmerking over do publicatie ccnoj
veroordeeling in een der plaatselijke bla
den, wat hij een „nagel aan den schand
paal" noemde, doch waarbij hij zich nier
te min neerlegde toen de voorzitter opmerk
te dat deze publicatie toch goed werkte.
Ten slotte werd do gehecle verordening
aangenomen met 17 tegen 11 stemmen.
Daarbij deed zich do eigenaardigheid voor
dat de heer Fockema Andreao die als lid
der Commissie voor do Strafverordoniugon
aan do tot standkoming dezer verordening
een werkzaam aandeel heeft genomen, nu j
verklaarde er zich niet meo to kunnen vor
eenigen omdat hij in menige bepaling de
persoonlijke vrijheid te veel vindt beperkt.
Tegen stemmen wildo hij echter niet en i
daarom verwijderde hij zich gedurende do
stemming.
Do verordening zal in Juli in werkin^
treden Do altijd voortvarendo heer Fokkof
wilde do tormijn vroeger stellen, doch do
voorzitter meende dat men den belangheb
benden dezen tijd moest gunnen om zich
tot don nieuwen toestand voor te boreiden-
Do molkverkoopors, die ook nu wodcr do
behandeling dor verordening hadden bijge
woond, konden hierop heengaan; de Raad
had nog heel wat meer voor den boeg.
De heer Fokker zette de discussie over
hot verzoek der afdeoling Loiden van den
6)
,,Ik lever slechte werk voor mijn gage,"
zeide Kettle.
„Gcb!" riep zij Tusschen ons beiden
mag daarvan geen sprake zijn. ik kan u
niet uit zulk een aliedaagscb oogpunt be
schouwen. Ik heb een hoogeren uuuk van
u." Met afgewend gelaat en blozend ging
zij voort:
„Kapitein, een man, zooala gij, zou ik
tot echtgenoot willen hebben."
,,Do Hemel geve u een beteren smaak,
mejuffrouw" antwoordde Keltle lakouicK,
„maarer zullen nog wel meer man
nen zooals ik op de wereld zijn."
,,Die zijn er uietl"
„Dan zult gij u tevreden moeten stellen
met diengene te nemen, die het meest op
mij gelijkt."
Donna Clotild© stampt^ met haar voet
op de brug.
„Gij zijt kortzichtig I" riep zij.
„Neon, senora, antwoordde hij, „ik zie
nog zeer goed. Maar wilt gij niet na^r
beneden gaan en een uurtje slapen? Of
wilt gij mij eerst nog uw bevelen geven?"
„Neen," antwoordde zij, „ik wil geen
van beide. Eerst moeten wij deze zaak
afdoen. Ik weet, dat gij een vrouw in En
geland hebt, maar dat beteekent niets.
Echtscheiding is hier te lande een zeer
eenvoudige zaak. Ik bezit grooten invloed
in vier en twintig uur kunt gij vrij zijn.
Ben ik niet de vrouw, dio gij zoudt ki«-
zen^ als gij vnj waart?"
„Gij zijt mijn gebiedster, mejuffrouw La
Touche 1"
„Beantwoord mijn vraag I"
„Welnu, mejuffrouw, als gij or op staa'
het te weten: dat zijt gij nietl"
„Mau waarom i Waarom? Noem mij uw
redenen Gij zijt dapper Maar heb ik ook
niet bewezen, dat ik moed heb? Een man
zooals gij moet dat toch bewonderen 1"
„Ik zie liever mannen dergelijk werk
doen, mejuffrouw."
„Maar dat ia een verouderd begrip.
Vrouwen van beteekenis wenscben in alles
als de gelijken van den man beschouwd U>
worden."
„Dat is juist hét punt, mejuffrouw,
waarover wij van meening verschillen. Ik
geef er de voorkeur aan met een dame
verbonden te zijn, die1 in elk opzicht öoven
mij staat, en dat is bij mijn vrouw bet
geval. Maar, zoo u het goedvindt, iijkt
het mij beter dit gesprek als geëindigd te
beschouwen".
„Neen," hernam donna Clotilde, „de
zaak moet op de een of andere wijze af
gehandeld wordén. Gij kent mijn wensch.
Word, zoodra gij vrij zijt, mijn echtgenoot
en uw macht zal onbegrensd zijn. Ik zal
u rijk en boroemd maken. Chili zal aan
onze voeten liggende wereld zal zich voor
ons buigen."
,,Dè.t zou kunnen geschieden," mompelde
Kettle zuchtend.
„Trouw dan met mij."
„Met alle respect, senora, dat wil ik
niet 1"
„Weet ge, dat gij tot een vrouw spreekt,
die niet gewoon is tegengesproken te wor
den F9
Kapitein Kettle boog.
„Dan zult gij doen oi hétgeen ik wensch,
óf dit semp onmiddellijk vertalen. Ik geel
u een uur bedenktijd."
„Ik beveel u mijn tweeden stuurman, aLs
.li.Jij Lhsotiu zceoiucior, in mijn plaats tan,
zeide Kettle, waarop donna olotiide zonder
nog een woord to zeggen, de brug verliet.
jJe kleine gezagvoerder waoatte nog cvoo
of zij weiiicat tot andere gouaenton ttuoien
zou en gai toen zuchtenu nog eouige hé-
velen, die door do mannen op het dek
prompt uitgevoerd werden.
Ex wonden een paai* „davids" ovec
boord gezwaaid en do boot overvloedig van
proviand én water voorzien. De uiacmne
van de „Cancelario" stopte en de takola
kraakten, toen de boot te water gelaten
werd. Een paar matrozen stapten or in,
maar verschenen, zoodra zij de ooot on
der do valreep hadden gebracht, weer aan
boord.
Kapitein Kéttle droeg de wacht op de
brug aan zijn eerston officier over en begaf
zich naar de kajuit.
Hier vond hij de dam'- aan tafel zitten,
met het gelaat in de handen verborgen.
„Wénscht u nog, dat ik zal vert ckkcn,
mejuffrouw?" vroeg Kettle.
„Als gij niet wilt aannemen, wat u ge
boden wordt."
„Het spijt mij," antwoordde de kleine
zeeman, „het spijt mij zeer. Ik geloof wel
dat ik van u bad kunnen houden, als ik u
ontmoet had vóór ik mijn vrouw leerde
kennen en als gij een weinigje anders ge
weest waart. Maar zooals dé zaken nu
staan
Zij sprong met vlammende oogeu over
eind.
„Gal" schreouwdo zij; „ga, of ik roep eeu
van dezo kerels om u neer te schieten."
„Dat zullen zij met genoegen doen alu
gij het hun vraagt," zeide Kettle, zonder
een stap achteruit te gaan.
Snikkend liet zij zich weer op de sofa
neervallen.
„O, ga tocbl" riep zij. „Indien gij een
man zijt^ vertrek dan en laat ik u nimmer
weerzien."
Kapitein Kettle boog en begaf zich naar
dek. Eenige oogenblikken later zat hij al
leen in zijn boot.
De „Canoclarw" verdween snel in de
duisternis, terwijl zijn boot in haar kiel
zog op dé golven schommelde.
„Ja, ja," zeide hij tot zichzelven „dat
is alweer een mooie kans voor altijd ver
loren. Ik bon toch eigenlijk oen onverdraag
lijke kerel.'"
Doch spoedig namen zijn gedachten eon
anderen loophij nam een vel papier cn
potlood uit zijn zak en begon een vera te
dichten Het was een hoogst eigenaardige
karaktertrek van dezen zonderlingen man,
dat hij steeds na de onaangenaamste oogen
blikken iu zijn loven poëtische opwellingen
kreeg.
II.
„Gij zijt bij den verkeerde gekomen,"
zeide kapitein Kettle. „Ik ben wel een vrij
grooté dwaas, maar toch niet in die mate
om louter uit de graip met het hoofd tegen
dc muren van een Fransch staatsgevange
nis aan te rennen."
„Men heeft mij verteld," antwoordde
Carnegie mat, „dat gij iemand wa3rt, die
voor niets op do wéreld vrees koesterdet
en nergens tegen op zaagt. Anders zou ik
u niet om do eer van een bezoek verzocht
hobben."
„Men heeft u dc waarheid gezegd", ant
woordde Kottlo. „Maar do menacben, cB
u dat hebben verteld, hadden er bij moe
ten voegen, dat ik niet gewoon ben mij
met dergelijke gevaarlijke ondernemingen
in te laten zonder er materieel voordeel vau
te hebben. Mijn handwerk mijn beroep,
zooals gij het noemen wilt, is de zeevaart,
Ik zal dan ook volstrekt niét ontkenncn^
dat ik aan boord van een stoomboot ree la
menigmaal in zeer netelige zaken ben ge
wikkeld geweest en die ook uit louter ge
noegen ten einde gebracht heb. Op zee bert
ik eon echt roofdier.
Wat u mij daar echter voorstelt, is een an
dere zaakdat behoort niet tot mijn vak.
Het betreft een veroordeelde bij zijn vlucht
behulpzaam te zijn. Mislukt de zaak, dan
kan die mij zoo ongeveer zeven jaar achtol
slot en grendel bréngen. Gelukt het mij
daarentegen, al uw wensch en uit te vos»
ren, dan oogst ik daarmee evenmin veel
eer als voordeel. En mag ik vragen mijn
beer Carnegie, waarom ik mij juist voor
dezen mijnheer CLare zoo bijzonder moot^
interésseeren 1 Voor een halfuur, toen ikf
ten gevolge van uw advertentie d< ze kameH
betrad, wist ik nog niet, dat ei zulk eon
persoon lijk luid bestond."
(Wordt vervolgd.)!
J