N®. 14439
Dinsdag 19 Maart*
A®. 1907.
Qoze (Qouiant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
r-
Olïieieeie Kennisgeving.
FEUILLETON.
Avonturen van een kapitein.
LEIDSCH
BA (IET, AT)
PHIJ8 DEZKB COCItANTj
Voot Ltldee p«) week 9 Oent,| pet 3 meende* li!}!/ 1.10.
Bnlten Leiden, pet loopet «s weet agente* gereitlgd lijn 1 80.
Franco pet poet L65.
PRI.'S DER ADVERTENTIENi
Van I8 regels 7105. Iedere regel meer 70.17$. Grootere letters naar
plaatsruimte. - Kleine adrertentiën ran 30 woorden 40 OeDts oontant j elk
tiental woorden meer 10 Gents. -Voor het inoasseeren wordt/"0.06 berekend.
Itamp Hoek van Holland.
iWij ontvingen heden van O. W., te 8.,
2.50 voor de wed. Prinselaar; te zamon
133.65.
Veroaslerins van den bemeenteraad van Lelden,
op Donderdag Li Maart 1W7, doe namiddags
lo één uur.
l>e vergadering; zal, zoo noodig,
worden voortgezet op Vrijdag 'AA
filaurtp des namiddags te twee uren.
lt beUan-.tten urtaeriver/jen.
lo. Benoeming van drie onderwijzeressen
'ban do school der 3de klasse No. 7. (66.)
2o. Voorstel tot verhuring van de loodB
{voor marktmaterialcn op de niouwe vee-
tnarkt aan C. Dieben. (67.)
3o. Voorstel tot verhuring van het per
ceel Ter weepark No. 8. (66.)
4o. Voorstel tot ondershandsche opdracht
Van het werk, omschreven in perceel 2 van
«bestek XII van hot loopende jaar, aan C.
genard te Haarlem. (69).
5o. Voortzetting van de behandeling cn
(vaststelling van do verordening op den
handel in en den verkoop van melk. (273
yan 1906 en 50 van 1907).
6o. Verzoek van de afd. Leiden van den
Bond van Nederlandsclve Onderwijzers om
herziening van de salarisregeling van net
onderwijzend personeel. (36).
7o. Verzoek van het bestuur der Ver-
ëeniging ,,Leidens Belang" om den slui
tingstijd van winkels bij verordening te
regelen. (52).
8o. Voorstel tot verhooging van de loo-
ben der gemeente-werklieden. (59).
9o. Voorstel tot beschikbaarstelling van
jgelden voor het leggen van een geplavei-
iden klinkervlocr op de vett© varkens-
markt. (62)
lOo. Voorstel naar aanlfciding van het
ladrea vam J. G. Bertels e. a. houdende
plachten over de plaatsing dor kramen op
Ido Zaterdagsche weekmarkt, (64).
Leiden, 19 Maart.
De Provinciale Staten van Noord-Hol
land hebben heden in hun buitengewone
Kitting gekozen tot lid der Eerste Kamer
Kin de plaats van wijlen den heer Bultman)
generaal Staal, minister van oorlog,
tnet 46 van de 73 gcldigo stemmen.
Wel eigenaardig, dat hij nu zitting zal
hemen in dit hooge ooilege, dat zijn oor-
logsbegrooting verwierp 1 Althans indien
hij de benoeming aanneemt.
I Op het verzoek van den heer A. N.
(Beijersbergen, hotelhouder aan de Steen-
Btraat, dat door de gemeente op de nieuwe
markt bijv. een houten gebouw of tent,
bestaande uit een localiteit voor samen
komst van bezoekers der veemarkt, een
kantoortje en een overdekte plaats .worde
geplaatst en aan 'r:'ressanfc verhuurd, ter
wijl hij voor het geval daartegen bezwaar
mocht bestaan, ook bereid zou zijn een
aan de markt gelegen terrein te huren,
ten einde daarop zelf zoodanige inrichting
te stellen en te exploiteeren en op 't ver
zoek van den heer J.F. Feitkamp, om door
het bouwen van een tent in de gelegenheid
te worden gesteld om op de marktdagen
aan de nieuwe veemarkt ook eenige ver-
verschingen, koffie, brood, enz., te kunnen
verkoopen, ton einde daardoor eenigszins
te kunnen voorzien in de schade clie zijn
zaak (het hotel „Rijnland") zelf zal lij
den, terwijl, mocht de gemeente besluiten
zelf een tent te bouwen en die te verpach
ten, hij zeer genegen is om mede te dingen
deze tent te pachten, wordt door B. en Ws.
afwijzend geadviseerd.
Tegen de inwilliging toch van beide ver
zoeken bestaan, naar B. en W3. met de
commissie van het marktwezen mcenen,
overwegende bezwaren.
Ai doen de is feitelijk reeds het bezwaar,
dat op het marktterrein zelf geen terrein
voor het plaatsen van een tent, als door
adressanten bedoeld, beschikbaar is. In-
tu8schen zou het mogelijk kunnen zijn, dat
de tent op een in de onmiddellijke nabijheid
van de markt gelegen terrein geplaatst
werd, maar ook daar is zulk een terrein,
waarover do gemeente beschikken kan, niet
aanwezig.
Ook afgescheiden echter van dit feitelijk
bezwaar, zouden B. en Ws. inwilliging van
een der beide verzoeken niet gewenscht
achten.
Daargelaten toch, dat men moeilijk den
een kan toestaan, wat men een ander, die
geheel hetzelfde vraagt, weigert, Ligt het
toch zeker allerminst op den weg der ge
meente haar medewerking te verleonen tot
het scheppen van een gelegenheid, waardoor
anderen ingezetenen concurrentie zou wor
den aangedaan. Immers waar 't de bedoeling
van adressanten is in de ten behoeve van
do bijeenkomst van het „Veefonds" o.> to
richten tent, ook ververschingen te verkoo
pen, zouden zij in concurrentie treden met
andere koffiehuishouders, wier zaken in den
omtrek gelegen zijn. Willen zij dit, dan
behooren zij zich daartoe ook zei ven, door
aankoop of huur van een daarvoor gunstig
gelegen pand, de gelegenheid te verschaffen.
Maar de gemeente mag door beschikbaar
stelling hetzij van het bcnoodigde terrein,
hetzij van de inrichting zelve, daartoe haar
medewerking niet verleenen.
De Heer D. W. O. Slothouwer, te
Utrecht, surnumerair bij 's Rijks belastin
gen, wordt van 29 Maart e.k. af belast met
de waarneming van het kantoor der in
voerrechten en accijnzen te Leiden.
Benoemd is als hulpprediker bij de
Ned.-Horv. Kerk te Enter, gemeente
Wierden, de heer S. J. de Hoest, oandi-
daat te Leiden.
Voor het dezer dagen gehouden toela
tingsexamen tot den in het Openbaar
Slachthuis alhier te houden Rijkscursus in
vee- en vleeschkeuring, zijn geslaagdT.
Weber, te Rotterdam; G. H. Teeuwissen,
te Beverwijk; J. C. Kievit, te 's-Graven-
polder; P. van Dijk, te Vlaardingen; W.
van den Eykel, te 's-Gravenzande; W.
Frankbuyzen, te Leiden; J, C. Boerema,
te Leiden, en O. van der Welle, te Rotter
dam.
heeft heden een aanvang ge-
De cursus
nomen.
Voor Gedep. Staten van Zuid-Hol
land werd gisteren behandeld: het be
zwaar van jhr. H. M, 8peelman te Was
senaar, tegen de plaats waarop de Israë-
Lietische Begraafplaats aldaar is aange
legd-
De heer H. J. Versteeg braoht hierover
rapport uit.
Het bezwaar van den heer Speelman
werd toegelicht door mr. W. A- Telders,
advocaat te 's-Gravonhage. Deze deelde
allereerst mede, waarom de heer Speel
man eerst nu kwam met zijn bezwaar te
gen de vergunning, wélke reeds in 1899
is verleend. De reden hiervan was, dat
reclamant nooit iets van een vergunning
heeft geweten, tot vóór eenige dagen. Op
zijn verzoeken om inlichtingen indertijd
tot het gemeentebestuur van Wassenaar
gericht, kreeg hij geen of onvoldoend ant
woord. Een behoorlijke oproeping van be
langhebbenden had niet plaats gehadd9
heer Speelman was niet in de gelegenheid
geweest bezwaren in te brengen. Hij wist
niets van den omvang, welken de begraaf
plaats zou krijgen. Toen hij nu ongeveer
zes maanden geleden tot de onUietuang
kwam, dat er op het terrein van de be
graafplaats begraven was, dat dus de be
graafplaats was in gebruik genomen,
meende hij evenwel niet langer te moeten
wachten met zijn bezwaren aan Gedep.
Staten kenbaar te maken.
Verder betoogde gemachtigde, dat do
begraafplaats niet voldoet aan den eisch
der wet betreffende den afsttind van de
bebouwde kom. En op grond daarvan
verzoen hij intrekking of vernietiging
van de vergunning. Dan kon de Nederl.
iBraölietische Gemeente opnieuw vergun
ning vragen en aan het gemeentefeest uur
van Wassenaar zou dan een wenk gegevsn
kunnen worden om behoorlijk balangueb-
benden op te roepen cn de zaak opnieuw
met inachtneming van de ingediende be
zwaren te behandelen.
Mr. J. Limburg, voor de Isr. Gemeente
optredende, voerde aan, dat thans door
den gomachtigdo van don heer Speelman
werd gepleit lijnrecht tegen hetgeen door
de gemeente Wassenaar is medegedeeld.
Het gemeentebestuur van Wassenaar nam
aan, dat cr twee bebouwde kommen waren,
van waaruit do begraafplaats 60 meter
moest verwijderd blijven. En op dien al-
stand was do begraafplaats ook aange
legd. Reclamant beweerde nu wel niets
van do vergunning te hebben geweten
Maar in ieder geval had meende epr.
een schrijven van het gemeentebestuur
van Wassenaar van Sept. 1906 den recla
mant aanleiding kunnen geven om althaas
toen bezwaren bij Ged Staten in to bren
gen en had hij hiermede niet behoeven te
wachten, totdat de begraafplaats was in
gebruik genomen. Lr was wel geen ter
mijn gesteld in de wet, maar hot kon
toch nooit de bedoeling zijn, dat men
nog ontvankelijk is bij Ged. Staten na
dat de aanleg dor begraafplaats reeda
heeft plaats gehad en deze reeds in ge
bruik genomen is.
Voorts deed mr. Limburg opmerken, dat
er tijdens het verleenen van de vergun
ning nog niets van plannen van don heer
te bomerkon en evenmin in 1905, toen men
met den aanleg der begraafplaats begon.
Jhr. Speelman kon zich meende spr.
niet beklageD over schade. En bovendieu
kan hij zich tot Ged. Staten wendeD, nut
verzoek om ontheffing van hot verbod tot
bouwen binnen don afstand van 50 M.
van de begraafplaats.
Bij zijn repliok hield mr. Tolders vol,
dat reclamant ontvankelijk is in zijn be
zwaar en voerde nog aan, dat de begraaf
plaats ook thans nog niet voltooid is;
waartegenover mr. Limburg bewoerde dat
dat de begraafplaats gereed is en dat al
leen een heg als binnen-afschciding bin
nen den muur welke rondom do begraaf
plaats is gebouwdj nog niet de veroischte
hoogte heeft.
De uitspraak van Ged. Staten volgt
later.
Voor het examen in do nuttige hand
werken zijn te 's-Gravenhage geslaagd de
dames A. v. d. Graaf en O. M. van Wijk,
beiden te Voorschoten.
Zij zijn leerlingon van do derde klasse
dor Rijksnormaallessen aldaar.
Bedankt is voor het beroep te Vrie-
zenveon door ds. R. A. lT'. Rutgers te
Nieuwkoop.
H. M. de Koningin was Zondag in
do Niouwo Kerk te 's-Gravenhage, onder
gohoor van dB. Gerretsen.
Z. K. H. Prins Hendrik wordt Woens
dag weer uit Berlijn in do Residentie ver
wacht.
Do Haagsche gomeenteraod heeft dr.
J F. van Bemmelen op zijn verzoek eervol
ontslag verleend aJa loer aar aan 't Gymna
sium.
Do Minister van Marino is voornemens
Zaterdag mot zijn adjudant, to Amsterdam
de plechtigheid ter cere van De Ruyter bij
te wonen, waarbij ook een deputatio van
de Kon. Ncd. Marino zal tegenwoordig
zijn.
Het vertrek naar en de terugkeer uit
Amsterdam van H. M, do Koningin, ter
gelegenheid van do De Ruyterfeesten is als
volgt geregeld:
Doe voormiddags 9.17 vertrek uit do Re
sidentie; aankomst te Amsterdam 10.17; te
rugkeer uit Amsterdam 3.45 dos namiddags,
aankomst in Den Haag 4.40 des namiddag*
per Hollandscho Spoor.
Hot Nationaal Comitó tor herdonking
van den 300-jarigon geboortedag van De
Ruyter mocht andermaal een belangrijko
gift van H. M. do Koningin ontvangen.
Het stoomschip F1 o r e s vertrok 17
Maart van Hamburg naar Amsterdamde
Java arr. 17 Maart van Ja/va te Am
sterdam de Koning Willem I" van
Amsterdam naar Batavia, vertrok 17 Maart
van Porim; do „Koningin Rogen
tos, van Batavia naar Amsterdam, is 17
Maart Ouessant gepasseerddo Timor
arr. 18 Maart van Amsterdam te Padang;
do Ardjoono, van Rotterdam naar Ba
tavia, arr. 17 Maart to Southampton; do
B o g o r vertrok 17 Maart van Rotterdam
naar Java; do D j oo j a, van Batavia n.
Rotterdam, arr. 18 Maart te Suez. do
R i n d ja n i, van Rotterdam naar Batavia
is 16 Maart Malta gepassoord; do 8 a 1 a k,
van Batavia naar Rotttordam, vortrok 17
Speelman voor den aanleg van villa's was Maart van Marseille; de Wilis, van
Rotterdam naar Batavia, is 16 M. iFoinf
do Galle gepasseerd; de Noor dam, van
Rotterdam naar New-York, vertrok 17
van Boulogne sur .Mor; do Soostdijk
arr. 17 Maart van Amsterdam te Rotter
dam do Prins F ro dor ik Hendrik
arr. 16 Maart van Wost-Indiö te Havre;
do Zaanland, van Buenos-Ayres naar
Amsterdam, vertrok 17 Maart van St. Yin-'
cent; do A 1 c i n o u s, van Singapore n«
Amsterdam vertrok 10 Maart van Port.
Saiddo Gouvernour, thuisreis, ver
trok 16 Maart van Port Saiddo Her-
zog, thuisreis, vortrok 16 Maart van
Tanger; de Hossen, van Java n. Am
sterdam, arr. 18 Maart te Marseille; de
Itzehoe, van Java naar Amsterdam ver
trok 15 Maart van Colombo; do M a c h a-
o n, van Penang Daar Amsterdnmi vortrok
16 Maart van Marsoillo; de Frinz R o-
gent arr. 18 Maart van Hamburg te
Kaapstad; do Ulysses, van Amsterdam
naar Java, vertrok 16 Maart van Livor-
pool.
HAARLEMMERMEER. Maakten wij or
reeds meermalen melding van, dat do op da
brug te Niouwvonnop met lusol genomen
verliohtingsprco ven, uitstekend voldoen, ook
met betrekking tot Hoofddorp kunnou wij
mededcelen, dat do niouwe verlichting op do
brug aldaar goheel aan do verwachting be
antwoordt en uitbreiding in hot dorp allos-
zina aanbeveling verdient.
Nader vernemen wc, dat de inkwartie
ring van officieren, manschappen en poar-
don alhier zal plaats hebben in hot tijdvak
van 1 Juli15 October
De heer H. A. J. Woidcman, onderwij
zer aan school No. 10 alhier, ia benoemd
tot onderwijzer to Koog aan do Zaan en
heeft uit eerstgonoemdo betrekking reeds
ontslag aangevraagd.
In verband mot do vernieling vau
kleedingstukJccn, ten nadeelo van twee per
sonen, die alhier op het kerkhof nabij Half
weg aan het werk waron gebleven, zeven ar
beiders hadden het work gostaakt-, unnen
wij modedeclen, dat men de vermoedelijke
daders op het spoor is, en tegen 2 tot ge
mold 7-tal behoorende personen, M. van N.
on A. d. R procos-ver baal is opgemaakt*
Ook schijnt hier diefstal van gereedschap
pen in het spel te zijn.
Te Hoofddorp zijn thans do fortifica-
tiewerken geheel afgcloopen. Do terreinen
zijn in orde gemaakt en hot geheel levert
thans, nu ook de wallen in oen groen ta
pijt zijn herschapen, oen trotscher aanblik
op. Zijn we ji.isfc ingelicht, dan is het fort
nabij Hoofddorp het grootste, dat tot bo
den binnen do verdedigingslinie van Ara
sterdam gebouwd word.
HAZERSWOUDE. Gistermorgen deed on*
ze omnibusondernomor, do heer L. B. Long
man, zijn gowonon rit naar Leiden. Achter
den omnibus reed gedurende eenige rr.h.u-
ten op den straatweg een fietser, dio bij da
Groenendijkscho kerk voorbij cn vooruit
ging. Het duurdo evonwel niet lang, of
Dorsman zag don fietsor weer, maar nu
met gebroken been op den weg liggende*
Het rijwiel was geslipt, zooala in do laat
ste weken op vette, modderachtige wegen
zoo vaak gebeurt. Do omnibus werd nu ver
anderd in een brancard, die den fietsor, jhf
Van Ginhovcn, van Lisso, naar het zieken
huis vervoerde.
B)
Twaalf pond in de maand is wel veel,
toiaar
„Mijn beate kapitein," viel de dame
hem in de rede. „Wat gij verlangt, is
zeer bescheiden cn geloof mij, ik acht u
daarom hooger. Elk ander man in Chili,
'die mijn omstandighedon kent, zou in uw
plaats minstens" „honderdmaal zoo
veel" lag haar op de tong, maar zij zeido
in plaats daarvan „het dubbclo ge-
yraagd hebben Wilt gij voorloopig," ging
zij voort, „deze banknoot van honderd
pond ter bestrijding van uw loopende
uitgaven aannemen!''
Een kleine, oude, g-roen-geverfde bark
lag onder zeil in de Stille Zuidzee. Om
haar heen bedierf een doordringendo gua-
ïioreuk de anders in de tropische wateren
zoo heerlijke zeelucht.
Order het vierkante achterdek van het
fvaartuig stond in witte letters de naam
t,El Almirante Cochrane".
Traag verhief het vaartuig zich op de gol-
|ven en telkenmale, als het naar beneden
'daalde, kraakte zijn van ouderdom -.wak
ke romp. Op den achtergrond verbrak een
dunne, witte lijn den omtrek van den zee
horizon, een gedeelte der Chileensche sust.
De groene bark was een zeer oud schip.
Vele jaren achtereen had zij van de Cbi
leensche eilanden guano naar Europeesche
havens gebracht
Nu bevond zich niets dan kiezelzand w
haar ruim. Het inwendige was zorgvuldig
geboend en geschrobd. Er was een tusschen-
dek in gebouwd met kooieD voor een groote
bemanning Maar niets was in staat geweest
het doordringende aroma van de voormali
ge ladingeD te doen verdwijnen. Dj reuk
van den guano had zich in den loop der ja
ren aan elke plank van de bark medege
deeld en al het water kon dien niet weer
wegwasschen.
En wit bootje lag achter de bark aan een
vanglijD op de golven te wiegelen. In de
kajuit van do bark zat scnor Carlos Silva,
dien de boot van het Chileensche strand
hierheen had gebracht, en sprak met kapi
tein Kettle.
,,De senorita zal zeer teleurgesteld
zijn", merkte hij op.
„Dat kan ik mij voorstellen", antwoordde
de kapitein. „Ik was zelf ook zeer teleurge
steld. Ik kan u zeggen, mijnheer, dat, toen
ik voor het eerst in Callao dit vuil, stin
kend ding te zien kreeg, ik mij zoo ont
stemd gevoelde, dat ik wel van woede had
willen huilen."
„Ik had mijn manschappen bijeenge
bracht en braaf gesnoefd op de „El Almi-
to Cochrane", ging Kettle voort.
„Het was een van zijn nieuwe gewapen
de kruisers, waarmede wij wonderen zou
den uitvoeren," zoo ging kapitein Kettlo
voort, „snoefde ik tegenover mijn man
schappen. Ik kende immers van mijn vaar
tuig niets dan den naam, en mejuffrouw
La Touche heeft mij het beste schip be
loofd, dat voor geld te krijgen was. Ik be
schreef het den kerels juist zoo, als ik net
mij voorstelde. En daarop, toen de agent
zijn vinger uitsteekt en mij dit oud* rui
kend viooltjesbed aanduidt, dacht ik, iat
ik een ongeluk zou krijgen."
„Daarachter steekt toch een ongehoorde
bedriegerij," merkte Silva op.
„Dat vermoed ik ook," ging Kettle voort,
„en hij ü.wam tot de conclusie, dat de
agent de dief moest zijn. Ik maakte dan
ook niet veel complimenten met den ke
rel. Hij had geen pistool bij ziohik had
dus slechts mijn handen noodig. Maar ik
geloof, dat ik hem binnen den tijd van
drie minuten zoo toegetakeld heb, dat hij
zeker vóór het ednd der volgende maand
geen fandango zal dansen. Hij bezwoer bij
alle heiligen, dat hij onschuldig was en
slechts het werktuig in de handen van an
dore mensehen. Misschien was dat ook zoo.
Zijn straf heeft hij toch verdiend; zooals
de heer is, is de knecht."
„Maar daarmee kreegt gij toch nog geen
ander schip."
„Dat wel niet; maar een schip, zooals
ik mij dat voorgesteld had, was er in al de
Feruaansche havens niet te vinden. Wat
bleef mij dus over, dan dezen welriekenden
bouquet te nemen? Ik lokte mijn beman
ning aan boord en ging in zee. Het ia
waarlijk geen genoegen, mijnheer Silva,
voor den kapitein van een boot, om met
zoo'n oude kast te manoeuvreeren."
„Maar, mijn waarde kapitein, waarom
zijt gij dan uitgegaan? Met dit oude wrak
kunt gij toch niets uitrichten I"
„Ik zal dat uitrichten, mijnheer Silva,
waartoe ik mij tegenover mejuffrouw La
Touche verbonden heb. Zoodra ik een van
de oorlogschepen van president Quyrarra
aantref, zal ik dat nemen en daarmede de
operaties tegen den vijand beginnen. In
het programma komt geen verandering.
Dat hot nu veel moeilijker uit to voeren is,
kan ik natuurlijk niet ontkennen."
„Ik kwam hier, om u in opdracht der
senorita mede te doelen, dat do „Caneola-
rio" in de bocht van Tambique voor anker
ligt. Maar nu heeft dit bericht voor u geen
waarde. De „Cancolario" is oen fraai,
nieuw oorlogsschip van drie duizend ton.
Het sohip is geheel naar den laatsten tijd
ingoricht. Do machinoe zijn volgens de
nieuwste systemen gebouwd. Daarbij is het
mot het beste geschut gewapend, heeft een
bemanning van driehonderd koppen aan
boord, ligt steeds onder stoom en zijn
wacht wordt dag en nacht geregeld afge
lost. Gij zoudt u eenvoudig belachelijk ma
ken, als gij met deze plompe, kleine bark
te dicht bij zulk een schip kwaamt. Dat
zou zelfs uw landsman Coohrano niet ge
waagd hebben."
„Van lord Coohrano weet ik niets af,
mijnheer Silva. Die leefde vóór mijn tijd.
Maar zooveel kan ik u wel verzekeren, dat
do man, die op het oogenblik met u spreekt,
een 6luwe klant is, die zich niet zoo licht
belachelijk zal maken. Neen, mijnheer,
moeite zal de zaak immers wel kosten,
maar gij kunt mejuffrouw La Touche uit
mijn naam zeggen, dat wij den „Cancela-
rio" zullen nemen, altijd namelijk, als hij
zoo lang in de booht van Tambique blijft
liggen, totdat ik hem met deze oudo la
vendeldoos dicht genoeg genaderd ben."
Een tijdlang zweeg senor Silva en staar
de den kleinen zeeman geheel verbluft aan.
Eindelijk zeide hij: „Dan moet gij wel
een enorm vertrouwen in uw manschappen
hebben, kapitein 1"
Kapitein Kettle beet do punt van een
nieuwe sigaar af. „U kan die zelf immer»
in oogensohouw nemen en zo lioorcn spre
ken; dan kan u zelf een oordeel vellen. Da
kerels zijn in staat mij to verscheuren ala
zij maar kondon."
„Hoe hebt go zp dan aan boord go5*
kregen V'
„Wol, ziet ge, mijnheer Silva, ik bob hun
allerlei mooie beloften gedaan, goedo loo-
nen, mooi schip, een mooie reis, fameuze
vooruitzichten op buitgemaakte goederen,
enz. Toen ik hun daarop niets anders kon
toonen dan dezen reukflacon, gedroegen zij
zich natuurlijk ietwat terughoudend. Als
het slechts twintig man waren geweest,
dan zou ik ze wel met behulp van mijn
revolver en mijn grooton mond aan boord
hebben kunnen drijven. Ik zeide dus tegen
hen, dat do „Almirante Cochrano" slechts
voor den overtocht dienen moest en wel
om ons aan boord van een mooi oorlogs
schip te brengen, dat ergens voor anker!
lag. Daarmee namen zij dan ook genoegen1
en kwamen aan boord.
Dat zij zich sinds dien tijd als lamme
ren gedragen hebben, kan ik nu juist niefi
zeggen. Het eten beviel hun niet, en do
proviand is dan ook alles behalve onberis
pelijk. Met onze scheepsbeschuit loopen ia
wormen weg.
Dan was het tussohondek niet goed ge*
noeg als slaapkamer. De reuk kwetste hun?
gevoelige neuzen. Nu, zoo kwam bet een bij
het ander en ik moest eerst een paar man
van het gezelschap met mijn pistool laterf
kennis maken, vóór zij er achter kwamen*
dat ik de sohip per hier aan boord was*
(Wordt vervolgd.)