N®. 14439 Dinsdag 19 Maart* A®. 1907. Qoze (Qouiant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. r- Olïieieeie Kennisgeving. FEUILLETON. Avonturen van een kapitein. LEIDSCH BA (IET, AT) PHIJ8 DEZKB COCItANTj Voot Ltldee p«) week 9 Oent,| pet 3 meende* li!}!/ 1.10. Bnlten Leiden, pet loopet «s weet agente* gereitlgd lijn 1 80. Franco pet poet L65. PRI.'S DER ADVERTENTIENi Van I8 regels 7105. Iedere regel meer 70.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. - Kleine adrertentiën ran 30 woorden 40 OeDts oontant j elk tiental woorden meer 10 Gents. -Voor het inoasseeren wordt/"0.06 berekend. Itamp Hoek van Holland. iWij ontvingen heden van O. W., te 8., 2.50 voor de wed. Prinselaar; te zamon 133.65. Veroaslerins van den bemeenteraad van Lelden, op Donderdag Li Maart 1W7, doe namiddags lo één uur. l>e vergadering; zal, zoo noodig, worden voortgezet op Vrijdag 'AA filaurtp des namiddags te twee uren. lt beUan-.tten urtaeriver/jen. lo. Benoeming van drie onderwijzeressen 'ban do school der 3de klasse No. 7. (66.) 2o. Voorstel tot verhuring van de loodB {voor marktmaterialcn op de niouwe vee- tnarkt aan C. Dieben. (67.) 3o. Voorstel tot verhuring van het per ceel Ter weepark No. 8. (66.) 4o. Voorstel tot ondershandsche opdracht Van het werk, omschreven in perceel 2 van «bestek XII van hot loopende jaar, aan C. genard te Haarlem. (69). 5o. Voortzetting van de behandeling cn (vaststelling van do verordening op den handel in en den verkoop van melk. (273 yan 1906 en 50 van 1907). 6o. Verzoek van de afd. Leiden van den Bond van Nederlandsclve Onderwijzers om herziening van de salarisregeling van net onderwijzend personeel. (36). 7o. Verzoek van het bestuur der Ver- ëeniging ,,Leidens Belang" om den slui tingstijd van winkels bij verordening te regelen. (52). 8o. Voorstel tot verhooging van de loo- ben der gemeente-werklieden. (59). 9o. Voorstel tot beschikbaarstelling van jgelden voor het leggen van een geplavei- iden klinkervlocr op de vett© varkens- markt. (62) lOo. Voorstel naar aanlfciding van het ladrea vam J. G. Bertels e. a. houdende plachten over de plaatsing dor kramen op Ido Zaterdagsche weekmarkt, (64). Leiden, 19 Maart. De Provinciale Staten van Noord-Hol land hebben heden in hun buitengewone Kitting gekozen tot lid der Eerste Kamer Kin de plaats van wijlen den heer Bultman) generaal Staal, minister van oorlog, tnet 46 van de 73 gcldigo stemmen. Wel eigenaardig, dat hij nu zitting zal hemen in dit hooge ooilege, dat zijn oor- logsbegrooting verwierp 1 Althans indien hij de benoeming aanneemt. I Op het verzoek van den heer A. N. (Beijersbergen, hotelhouder aan de Steen- Btraat, dat door de gemeente op de nieuwe markt bijv. een houten gebouw of tent, bestaande uit een localiteit voor samen komst van bezoekers der veemarkt, een kantoortje en een overdekte plaats .worde geplaatst en aan 'r:'ressanfc verhuurd, ter wijl hij voor het geval daartegen bezwaar mocht bestaan, ook bereid zou zijn een aan de markt gelegen terrein te huren, ten einde daarop zelf zoodanige inrichting te stellen en te exploiteeren en op 't ver zoek van den heer J.F. Feitkamp, om door het bouwen van een tent in de gelegenheid te worden gesteld om op de marktdagen aan de nieuwe veemarkt ook eenige ver- verschingen, koffie, brood, enz., te kunnen verkoopen, ton einde daardoor eenigszins te kunnen voorzien in de schade clie zijn zaak (het hotel „Rijnland") zelf zal lij den, terwijl, mocht de gemeente besluiten zelf een tent te bouwen en die te verpach ten, hij zeer genegen is om mede te dingen deze tent te pachten, wordt door B. en Ws. afwijzend geadviseerd. Tegen de inwilliging toch van beide ver zoeken bestaan, naar B. en W3. met de commissie van het marktwezen mcenen, overwegende bezwaren. Ai doen de is feitelijk reeds het bezwaar, dat op het marktterrein zelf geen terrein voor het plaatsen van een tent, als door adressanten bedoeld, beschikbaar is. In- tu8schen zou het mogelijk kunnen zijn, dat de tent op een in de onmiddellijke nabijheid van de markt gelegen terrein geplaatst werd, maar ook daar is zulk een terrein, waarover do gemeente beschikken kan, niet aanwezig. Ook afgescheiden echter van dit feitelijk bezwaar, zouden B. en Ws. inwilliging van een der beide verzoeken niet gewenscht achten. Daargelaten toch, dat men moeilijk den een kan toestaan, wat men een ander, die geheel hetzelfde vraagt, weigert, Ligt het toch zeker allerminst op den weg der ge meente haar medewerking te verleonen tot het scheppen van een gelegenheid, waardoor anderen ingezetenen concurrentie zou wor den aangedaan. Immers waar 't de bedoeling van adressanten is in de ten behoeve van do bijeenkomst van het „Veefonds" o.> to richten tent, ook ververschingen te verkoo pen, zouden zij in concurrentie treden met andere koffiehuishouders, wier zaken in den omtrek gelegen zijn. Willen zij dit, dan behooren zij zich daartoe ook zei ven, door aankoop of huur van een daarvoor gunstig gelegen pand, de gelegenheid te verschaffen. Maar de gemeente mag door beschikbaar stelling hetzij van het bcnoodigde terrein, hetzij van de inrichting zelve, daartoe haar medewerking niet verleenen. De Heer D. W. O. Slothouwer, te Utrecht, surnumerair bij 's Rijks belastin gen, wordt van 29 Maart e.k. af belast met de waarneming van het kantoor der in voerrechten en accijnzen te Leiden. Benoemd is als hulpprediker bij de Ned.-Horv. Kerk te Enter, gemeente Wierden, de heer S. J. de Hoest, oandi- daat te Leiden. Voor het dezer dagen gehouden toela tingsexamen tot den in het Openbaar Slachthuis alhier te houden Rijkscursus in vee- en vleeschkeuring, zijn geslaagdT. Weber, te Rotterdam; G. H. Teeuwissen, te Beverwijk; J. C. Kievit, te 's-Graven- polder; P. van Dijk, te Vlaardingen; W. van den Eykel, te 's-Gravenzande; W. Frankbuyzen, te Leiden; J, C. Boerema, te Leiden, en O. van der Welle, te Rotter dam. heeft heden een aanvang ge- De cursus nomen. Voor Gedep. Staten van Zuid-Hol land werd gisteren behandeld: het be zwaar van jhr. H. M, 8peelman te Was senaar, tegen de plaats waarop de Israë- Lietische Begraafplaats aldaar is aange legd- De heer H. J. Versteeg braoht hierover rapport uit. Het bezwaar van den heer Speelman werd toegelicht door mr. W. A- Telders, advocaat te 's-Gravonhage. Deze deelde allereerst mede, waarom de heer Speel man eerst nu kwam met zijn bezwaar te gen de vergunning, wélke reeds in 1899 is verleend. De reden hiervan was, dat reclamant nooit iets van een vergunning heeft geweten, tot vóór eenige dagen. Op zijn verzoeken om inlichtingen indertijd tot het gemeentebestuur van Wassenaar gericht, kreeg hij geen of onvoldoend ant woord. Een behoorlijke oproeping van be langhebbenden had niet plaats gehadd9 heer Speelman was niet in de gelegenheid geweest bezwaren in te brengen. Hij wist niets van den omvang, welken de begraaf plaats zou krijgen. Toen hij nu ongeveer zes maanden geleden tot de onUietuang kwam, dat er op het terrein van de be graafplaats begraven was, dat dus de be graafplaats was in gebruik genomen, meende hij evenwel niet langer te moeten wachten met zijn bezwaren aan Gedep. Staten kenbaar te maken. Verder betoogde gemachtigde, dat do begraafplaats niet voldoet aan den eisch der wet betreffende den afsttind van de bebouwde kom. En op grond daarvan verzoen hij intrekking of vernietiging van de vergunning. Dan kon de Nederl. iBraölietische Gemeente opnieuw vergun ning vragen en aan het gemeentefeest uur van Wassenaar zou dan een wenk gegevsn kunnen worden om behoorlijk balangueb- benden op te roepen cn de zaak opnieuw met inachtneming van de ingediende be zwaren te behandelen. Mr. J. Limburg, voor de Isr. Gemeente optredende, voerde aan, dat thans door den gomachtigdo van don heer Speelman werd gepleit lijnrecht tegen hetgeen door de gemeente Wassenaar is medegedeeld. Het gemeentebestuur van Wassenaar nam aan, dat cr twee bebouwde kommen waren, van waaruit do begraafplaats 60 meter moest verwijderd blijven. En op dien al- stand was do begraafplaats ook aange legd. Reclamant beweerde nu wel niets van do vergunning te hebben geweten Maar in ieder geval had meende epr. een schrijven van het gemeentebestuur van Wassenaar van Sept. 1906 den recla mant aanleiding kunnen geven om althaas toen bezwaren bij Ged Staten in to bren gen en had hij hiermede niet behoeven te wachten, totdat de begraafplaats was in gebruik genomen. Lr was wel geen ter mijn gesteld in de wet, maar hot kon toch nooit de bedoeling zijn, dat men nog ontvankelijk is bij Ged. Staten na dat de aanleg dor begraafplaats reeda heeft plaats gehad en deze reeds in ge bruik genomen is. Voorts deed mr. Limburg opmerken, dat er tijdens het verleenen van de vergun ning nog niets van plannen van don heer te bomerkon en evenmin in 1905, toen men met den aanleg der begraafplaats begon. Jhr. Speelman kon zich meende spr. niet beklageD over schade. En bovendieu kan hij zich tot Ged. Staten wendeD, nut verzoek om ontheffing van hot verbod tot bouwen binnen don afstand van 50 M. van de begraafplaats. Bij zijn repliok hield mr. Tolders vol, dat reclamant ontvankelijk is in zijn be zwaar en voerde nog aan, dat de begraaf plaats ook thans nog niet voltooid is; waartegenover mr. Limburg bewoerde dat dat de begraafplaats gereed is en dat al leen een heg als binnen-afschciding bin nen den muur welke rondom do begraaf plaats is gebouwdj nog niet de veroischte hoogte heeft. De uitspraak van Ged. Staten volgt later. Voor het examen in do nuttige hand werken zijn te 's-Gravenhage geslaagd de dames A. v. d. Graaf en O. M. van Wijk, beiden te Voorschoten. Zij zijn leerlingon van do derde klasse dor Rijksnormaallessen aldaar. Bedankt is voor het beroep te Vrie- zenveon door ds. R. A. lT'. Rutgers te Nieuwkoop. H. M. de Koningin was Zondag in do Niouwo Kerk te 's-Gravenhage, onder gohoor van dB. Gerretsen. Z. K. H. Prins Hendrik wordt Woens dag weer uit Berlijn in do Residentie ver wacht. Do Haagsche gomeenteraod heeft dr. J F. van Bemmelen op zijn verzoek eervol ontslag verleend aJa loer aar aan 't Gymna sium. Do Minister van Marino is voornemens Zaterdag mot zijn adjudant, to Amsterdam de plechtigheid ter cere van De Ruyter bij te wonen, waarbij ook een deputatio van de Kon. Ncd. Marino zal tegenwoordig zijn. Het vertrek naar en de terugkeer uit Amsterdam van H. M, do Koningin, ter gelegenheid van do De Ruyterfeesten is als volgt geregeld: Doe voormiddags 9.17 vertrek uit do Re sidentie; aankomst te Amsterdam 10.17; te rugkeer uit Amsterdam 3.45 dos namiddags, aankomst in Den Haag 4.40 des namiddag* per Hollandscho Spoor. Hot Nationaal Comitó tor herdonking van den 300-jarigon geboortedag van De Ruyter mocht andermaal een belangrijko gift van H. M. do Koningin ontvangen. Het stoomschip F1 o r e s vertrok 17 Maart van Hamburg naar Amsterdamde Java arr. 17 Maart van Ja/va te Am sterdam de Koning Willem I" van Amsterdam naar Batavia, vertrok 17 Maart van Porim; do „Koningin Rogen tos, van Batavia naar Amsterdam, is 17 Maart Ouessant gepasseerddo Timor arr. 18 Maart van Amsterdam te Padang; do Ardjoono, van Rotterdam naar Ba tavia, arr. 17 Maart to Southampton; do B o g o r vertrok 17 Maart van Rotterdam naar Java; do D j oo j a, van Batavia n. Rotterdam, arr. 18 Maart te Suez. do R i n d ja n i, van Rotterdam naar Batavia is 16 Maart Malta gepassoord; do 8 a 1 a k, van Batavia naar Rotttordam, vortrok 17 Speelman voor den aanleg van villa's was Maart van Marseille; de Wilis, van Rotterdam naar Batavia, is 16 M. iFoinf do Galle gepasseerd; de Noor dam, van Rotterdam naar New-York, vertrok 17 van Boulogne sur .Mor; do Soostdijk arr. 17 Maart van Amsterdam te Rotter dam do Prins F ro dor ik Hendrik arr. 16 Maart van Wost-Indiö te Havre; do Zaanland, van Buenos-Ayres naar Amsterdam, vertrok 17 Maart van St. Yin-' cent; do A 1 c i n o u s, van Singapore n« Amsterdam vertrok 10 Maart van Port. Saiddo Gouvernour, thuisreis, ver trok 16 Maart van Port Saiddo Her- zog, thuisreis, vortrok 16 Maart van Tanger; de Hossen, van Java n. Am sterdam, arr. 18 Maart te Marseille; de Itzehoe, van Java naar Amsterdam ver trok 15 Maart van Colombo; do M a c h a- o n, van Penang Daar Amsterdnmi vortrok 16 Maart van Marsoillo; de Frinz R o- gent arr. 18 Maart van Hamburg te Kaapstad; do Ulysses, van Amsterdam naar Java, vertrok 16 Maart van Livor- pool. HAARLEMMERMEER. Maakten wij or reeds meermalen melding van, dat do op da brug te Niouwvonnop met lusol genomen verliohtingsprco ven, uitstekend voldoen, ook met betrekking tot Hoofddorp kunnou wij mededcelen, dat do niouwe verlichting op do brug aldaar goheel aan do verwachting be antwoordt en uitbreiding in hot dorp allos- zina aanbeveling verdient. Nader vernemen wc, dat de inkwartie ring van officieren, manschappen en poar- don alhier zal plaats hebben in hot tijdvak van 1 Juli15 October De heer H. A. J. Woidcman, onderwij zer aan school No. 10 alhier, ia benoemd tot onderwijzer to Koog aan do Zaan en heeft uit eerstgonoemdo betrekking reeds ontslag aangevraagd. In verband mot do vernieling vau kleedingstukJccn, ten nadeelo van twee per sonen, die alhier op het kerkhof nabij Half weg aan het werk waron gebleven, zeven ar beiders hadden het work gostaakt-, unnen wij modedeclen, dat men de vermoedelijke daders op het spoor is, en tegen 2 tot ge mold 7-tal behoorende personen, M. van N. on A. d. R procos-ver baal is opgemaakt* Ook schijnt hier diefstal van gereedschap pen in het spel te zijn. Te Hoofddorp zijn thans do fortifica- tiewerken geheel afgcloopen. Do terreinen zijn in orde gemaakt en hot geheel levert thans, nu ook de wallen in oen groen ta pijt zijn herschapen, oen trotscher aanblik op. Zijn we ji.isfc ingelicht, dan is het fort nabij Hoofddorp het grootste, dat tot bo den binnen do verdedigingslinie van Ara sterdam gebouwd word. HAZERSWOUDE. Gistermorgen deed on* ze omnibusondernomor, do heer L. B. Long man, zijn gowonon rit naar Leiden. Achter den omnibus reed gedurende eenige rr.h.u- ten op den straatweg een fietser, dio bij da Groenendijkscho kerk voorbij cn vooruit ging. Het duurdo evonwel niet lang, of Dorsman zag don fietsor weer, maar nu met gebroken been op den weg liggende* Het rijwiel was geslipt, zooala in do laat ste weken op vette, modderachtige wegen zoo vaak gebeurt. Do omnibus werd nu ver anderd in een brancard, die den fietsor, jhf Van Ginhovcn, van Lisso, naar het zieken huis vervoerde. B) Twaalf pond in de maand is wel veel, toiaar „Mijn beate kapitein," viel de dame hem in de rede. „Wat gij verlangt, is zeer bescheiden cn geloof mij, ik acht u daarom hooger. Elk ander man in Chili, 'die mijn omstandighedon kent, zou in uw plaats minstens" „honderdmaal zoo veel" lag haar op de tong, maar zij zeido in plaats daarvan „het dubbclo ge- yraagd hebben Wilt gij voorloopig," ging zij voort, „deze banknoot van honderd pond ter bestrijding van uw loopende uitgaven aannemen!'' Een kleine, oude, g-roen-geverfde bark lag onder zeil in de Stille Zuidzee. Om haar heen bedierf een doordringendo gua- ïioreuk de anders in de tropische wateren zoo heerlijke zeelucht. Order het vierkante achterdek van het fvaartuig stond in witte letters de naam t,El Almirante Cochrane". Traag verhief het vaartuig zich op de gol- |ven en telkenmale, als het naar beneden 'daalde, kraakte zijn van ouderdom -.wak ke romp. Op den achtergrond verbrak een dunne, witte lijn den omtrek van den zee horizon, een gedeelte der Chileensche sust. De groene bark was een zeer oud schip. Vele jaren achtereen had zij van de Cbi leensche eilanden guano naar Europeesche havens gebracht Nu bevond zich niets dan kiezelzand w haar ruim. Het inwendige was zorgvuldig geboend en geschrobd. Er was een tusschen- dek in gebouwd met kooieD voor een groote bemanning Maar niets was in staat geweest het doordringende aroma van de voormali ge ladingeD te doen verdwijnen. Dj reuk van den guano had zich in den loop der ja ren aan elke plank van de bark medege deeld en al het water kon dien niet weer wegwasschen. En wit bootje lag achter de bark aan een vanglijD op de golven te wiegelen. In de kajuit van do bark zat scnor Carlos Silva, dien de boot van het Chileensche strand hierheen had gebracht, en sprak met kapi tein Kettle. ,,De senorita zal zeer teleurgesteld zijn", merkte hij op. „Dat kan ik mij voorstellen", antwoordde de kapitein. „Ik was zelf ook zeer teleurge steld. Ik kan u zeggen, mijnheer, dat, toen ik voor het eerst in Callao dit vuil, stin kend ding te zien kreeg, ik mij zoo ont stemd gevoelde, dat ik wel van woede had willen huilen." „Ik had mijn manschappen bijeenge bracht en braaf gesnoefd op de „El Almi- to Cochrane", ging Kettle voort. „Het was een van zijn nieuwe gewapen de kruisers, waarmede wij wonderen zou den uitvoeren," zoo ging kapitein Kettlo voort, „snoefde ik tegenover mijn man schappen. Ik kende immers van mijn vaar tuig niets dan den naam, en mejuffrouw La Touche heeft mij het beste schip be loofd, dat voor geld te krijgen was. Ik be schreef het den kerels juist zoo, als ik net mij voorstelde. En daarop, toen de agent zijn vinger uitsteekt en mij dit oud* rui kend viooltjesbed aanduidt, dacht ik, iat ik een ongeluk zou krijgen." „Daarachter steekt toch een ongehoorde bedriegerij," merkte Silva op. „Dat vermoed ik ook," ging Kettle voort, „en hij ü.wam tot de conclusie, dat de agent de dief moest zijn. Ik maakte dan ook niet veel complimenten met den ke rel. Hij had geen pistool bij ziohik had dus slechts mijn handen noodig. Maar ik geloof, dat ik hem binnen den tijd van drie minuten zoo toegetakeld heb, dat hij zeker vóór het ednd der volgende maand geen fandango zal dansen. Hij bezwoer bij alle heiligen, dat hij onschuldig was en slechts het werktuig in de handen van an dore mensehen. Misschien was dat ook zoo. Zijn straf heeft hij toch verdiend; zooals de heer is, is de knecht." „Maar daarmee kreegt gij toch nog geen ander schip." „Dat wel niet; maar een schip, zooals ik mij dat voorgesteld had, was er in al de Feruaansche havens niet te vinden. Wat bleef mij dus over, dan dezen welriekenden bouquet te nemen? Ik lokte mijn beman ning aan boord en ging in zee. Het ia waarlijk geen genoegen, mijnheer Silva, voor den kapitein van een boot, om met zoo'n oude kast te manoeuvreeren." „Maar, mijn waarde kapitein, waarom zijt gij dan uitgegaan? Met dit oude wrak kunt gij toch niets uitrichten I" „Ik zal dat uitrichten, mijnheer Silva, waartoe ik mij tegenover mejuffrouw La Touche verbonden heb. Zoodra ik een van de oorlogschepen van president Quyrarra aantref, zal ik dat nemen en daarmede de operaties tegen den vijand beginnen. In het programma komt geen verandering. Dat hot nu veel moeilijker uit to voeren is, kan ik natuurlijk niet ontkennen." „Ik kwam hier, om u in opdracht der senorita mede te doelen, dat do „Caneola- rio" in de bocht van Tambique voor anker ligt. Maar nu heeft dit bericht voor u geen waarde. De „Cancolario" is oen fraai, nieuw oorlogsschip van drie duizend ton. Het sohip is geheel naar den laatsten tijd ingoricht. Do machinoe zijn volgens de nieuwste systemen gebouwd. Daarbij is het mot het beste geschut gewapend, heeft een bemanning van driehonderd koppen aan boord, ligt steeds onder stoom en zijn wacht wordt dag en nacht geregeld afge lost. Gij zoudt u eenvoudig belachelijk ma ken, als gij met deze plompe, kleine bark te dicht bij zulk een schip kwaamt. Dat zou zelfs uw landsman Coohrano niet ge waagd hebben." „Van lord Coohrano weet ik niets af, mijnheer Silva. Die leefde vóór mijn tijd. Maar zooveel kan ik u wel verzekeren, dat do man, die op het oogenblik met u spreekt, een 6luwe klant is, die zich niet zoo licht belachelijk zal maken. Neen, mijnheer, moeite zal de zaak immers wel kosten, maar gij kunt mejuffrouw La Touche uit mijn naam zeggen, dat wij den „Cancela- rio" zullen nemen, altijd namelijk, als hij zoo lang in de booht van Tambique blijft liggen, totdat ik hem met deze oudo la vendeldoos dicht genoeg genaderd ben." Een tijdlang zweeg senor Silva en staar de den kleinen zeeman geheel verbluft aan. Eindelijk zeide hij: „Dan moet gij wel een enorm vertrouwen in uw manschappen hebben, kapitein 1" Kapitein Kettle beet do punt van een nieuwe sigaar af. „U kan die zelf immer» in oogensohouw nemen en zo lioorcn spre ken; dan kan u zelf een oordeel vellen. Da kerels zijn in staat mij to verscheuren ala zij maar kondon." „Hoe hebt go zp dan aan boord go5* kregen V' „Wol, ziet ge, mijnheer Silva, ik bob hun allerlei mooie beloften gedaan, goedo loo- nen, mooi schip, een mooie reis, fameuze vooruitzichten op buitgemaakte goederen, enz. Toen ik hun daarop niets anders kon toonen dan dezen reukflacon, gedroegen zij zich natuurlijk ietwat terughoudend. Als het slechts twintig man waren geweest, dan zou ik ze wel met behulp van mijn revolver en mijn grooton mond aan boord hebben kunnen drijven. Ik zeide dus tegen hen, dat do „Almirante Cochrano" slechts voor den overtocht dienen moest en wel om ons aan boord van een mooi oorlogs schip te brengen, dat ergens voor anker! lag. Daarmee namen zij dan ook genoegen1 en kwamen aan boord. Dat zij zich sinds dien tijd als lamme ren gedragen hebben, kan ik nu juist niefi zeggen. Het eten beviel hun niet, en do proviand is dan ook alles behalve onberis pelijk. Met onze scheepsbeschuit loopen ia wormen weg. Dan was het tussohondek niet goed ge* noeg als slaapkamer. De reuk kwetste hun? gevoelige neuzen. Nu, zoo kwam bet een bij het ander en ik moest eerst een paar man van het gezelschap met mijn pistool laterf kennis maken, vóór zij er achter kwamen* dat ik de sohip per hier aan boord was* (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 1