IF. 14425 Zaterdag 3 Maart. A°. 1907. feze iQourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit VIER Bladen. Eerste Biad. Offioieele Kennisgeving. FEUILLETON. Onschuldig veroordeeld. LEIDSCH DA&BLAli PRIJS DEZER COURANT» Toot UiJra p*i WMk 8 Oent«i pel 3 maanden IJ J J f 1.10. Bulten Leiden, pet loopet en wau agenten gevestigd t(jn ij 1.30. Trance pet post ..at. 1.69. PRIJS DER ADVERTENTIENi V»n 1—6 regel* 7106. Iedere regel meer 70.174. Groolere letter* naar plaatsruimte. - Kleine advertentiün ran 30 woorden 40 Oents contant j elk tiental woorden meer 10 Oents.-Voor het incasseeren wordtfO.Oö berekond. Ramp Hoek van Holland. Wy ontvingen heden: Voor de wed. Prinselaar: van mevr. Je wed. d. W. 3F. d. W. 7 2.60; R. M. B. 7 te zamen f 69.60. Voor het dienstmeisje ontvingen wj] f 6, welk bedrag heden per poetwissel aan haar is verzonden. Inschrijving; van leerlingen voor do scholen der 3de en 4de klasse. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN; Gezien artikel 6 der Verordening van 25 Januari 1894, regelende de Inwendige inrich ting der scholen, de toelating en het ont6lag der leerlingen Gemeenteblad No. 5), gewijzigd t»ü de verordening van den liden Mei 1903 Gemeenteblad N°. 24); Brengen ter algemeeno kennla, dat voor de inschrijving van nieuwe leerlingen voor do openbare scholen der 3de en 4de klasse gelegenheid zal worden gegeven van den 4den tot en mot den lGdcn Maart e. k.; in de schoollokalen op dc Binnenvestgracht bij het Plantsoen; m de Van-der-Werf-straat aan de Korte Mareaan de LangeOrugaan den Maresingel; in de Paul-Krugcr-straat in de lieerenstraat; in de Uortestraat en in de Brandeioijnsteeg dageRJks des voormiddaga van halfnegtn tot negen uren en des namiddags van hal/'twee tot twee uren, behalve des Zaterdags en des Zondags. dat de lusch rij vlug van leerlingen roor de nieuwe school der 3de klasse aan den Ziiidslngelp op dc hierboven* vermelde dagen en uren, zul plaats hebben in het schoollokaal in dc Gortestraat; en dat bJJ de inschrijving de bewezen van geboorte-luecbrlJving moeten worden vertoond. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEY8T, Secretaris. Leidon, 28 Februari 1907. Burgemeester en Wethouders van Leiden, brengen ter aigemeene kennis, datdePoar- densteeg op Maandag 4 Maart a. van zonsopgang tot 10 uurvoor middags, wegens hot wegneuien van eenige huisgasleidingen, voor het verkeer met r«- en voertuigen zal zijn afgesloten. Burgemeester en Wethouders voornoemd DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 1 Maart 1907. Vereeniging Oost en West met Afdeeling Leiden. Wanneer een aautal Hollanders in een beperkte ruimte een tijd lang op elkanders gezelschap aangewezen zijn, is het persoon lijk een kwestie van meer of minder tijd, of men speurt op wederzijdsch familio- terrein, men jaagt in do domeinen van malkanders kennissen, stuit op verre cn nog verdere neven, op vrienden van kennis sen of 'kennissen v_.i vrienden, waadt compleet in het vaarwater van bloedver wantschap, in dien ondiepen plas, die Holland heet, waar iedere droppel den anderen kent. Men krijgt daü ongeveer den indruk, alsof we allen cenigszins in relatie staan of om een geliefde commonplace te gebruiken alsof wo ,,familio van familie" ziju. Nooit dringt zich het besef van de klein heid van ons vaderland meer aan ons op als dan weer; wanneer we telkens, opnieuw, in vertakkingen van vroegere bekenden vast zitten, gevangen zijn in de lasso over klei ne trajecten makkelijk gegooid. Verwonderlijk is het daarom, dat onze landgcnoolen, wien do kleine afgebakend- heid van Holland soms benauwt, niet meer behoefte gevoelen eens in onstoffelij- ken zin, wat ruimer te ademen in ons In- die, zoo weinig verlangend ziju wat meer dere bekendheid op te doen van het groot- scho ons nog toebchoorendo gebied, zijn belangen zich ternauwernood indenken, zoo flegmatiek staan tegenover zijn belang wekkendste vraagstukken. Verwonderlijk is het werkelijk dat ons kleine land zoo weinig prat gaat op die uitgestrekte bezittingen, ziju Neder- landsch-Indië. Deze schitterende kolonie, het gouden be zit uit een gouden eeuw; dit voor een kleine natie buiten alle verhouding beheerschen van een groot rijk, deze tastbare onnatuur lijkheid is door het eeuwenlange bezit een vanzelfsprekendheid geworden. En een oigennaardige gemoedsrust leg- ken wij aan den dag -Voor het behoud. Do gedoofde belangstelling op te wek ken, den Hollauder eens wakker te schud den uit ziju kolonial gevoelloosheid, don band die tusschen moederland (_u koloniën, al sinds eeuwen ligt, beider lot nauw om- strikkend, toe to halen, het bevorderen van gemeenschappelijke belangen, in hot bijzon der die van Oost-en West-In die, ziehier het streven der sinds den 3den Mei 1Ö99 opgerichte vereeniging: ,,Oost cn West". Wie zich een oogenblik iD deze opgaaf verdiept, begrijpt welk een onuitputtelij ke bron vaD werkzaamheden zij omsluit. Vandaar, dat dit grof omlijnde streven m verschillende .vormen is gegoten dat 't is opgelost en vastgelegd in aebt gedcelteD, ieder een kant rc- leveercnd waar men hulp en tegemoetko ming behoeft. Verschillende commissies, die afzonder lijk, van elkaar onafhankelijk, een deel der taak ten uitvoer brengen, hebben zich er voor gespannen. Geheel belangeloos wordt zoodoende raad verschaft aan personen, die naar Indië willen, er een betrekking zoeken of die er uit zijn teruggekeerd. Een andere commissie stelt zich beschik baar voor een goede plaatsing te zorgen van kinderen, die men voor hun opvoeding naar Holland zendt en die nu veelal door dik en dun bij familie worden geplaatst omdat men zoo uit de verte zijn kinderen niet bij advertentie-vreemden vertrouwt. Maar behalve, dat de desbetreffende commissie naar geschikte opvoeders omziet, stelt ze zich vérder bereid toezicht to blij ven oefenen, zoolang het slechts door de ouders wordt gewenscht. Een lichaam dus, dat de belangen van do kinderen, om der kinderen wil, waarneemt, waar het gelde lijk voordeel eens zwijgt. Een ander groot onderdeel der werkzaam heden is gowijd aan bemoeiingen voor de ontwikkeling der Inlandsclie kunstnijver heid, aan het" zoekon naar een Europeesche markt om de voorwerpen, door den Indiër mot zijn gevoelig oog voor lijn cn kleur, onbewust van eigen artisticiteit, in stilleu eenvoud en lang geduld gemaakt, te plaat sen. Tot dit laatste doel heeft „Oost en West" een doorloopendo expositie vaD Indische Kunstnijverheid Boeatan-Huisvlijt is de naam der onderneming ingericht op do Plaats to VGravenhage. Maar wafc meerdere bemoeiing nog vergt: de Indische kunst staat op het punt te ontaarden. Hierin wil ,,Oost en West'' in grijpen. De voortbrengselen der Europeesche nij verheid konden begrijpelijkerwijs niot na laten op den duur hun doodenden invloed uit te oefenen op de door eeuwen gegroeide kunstuitingen van een volk, dat zijn een voudigst gebruiksvoorwerpen ter versiering waardig keurde, uit een behoefte zich het leven, door den sohoonen schijn der dingen om zich heen, te veraangenamen. En het oppervlakkig fabrieksmerk, de goedkoope luxe-bombast en de smakeloozo lorren, en niet to vergeten de gedrukte „batiks" brachten verder den zuiveren kunstzin van het pad, vertroebelden iedere uiting. Op de tentoonstelling van Vrouwenar beid, waarvjan „Oosti en West" een vrij vor indirect gevolg is, viel nog eens w°or een schril lidht op lie't ingezonden werk uit Indië, zoo achteruitgaande^ dab som mige takken geheel dreigen af tc sterven andere ontaarden. In sommige dossa's zijn slecbst enkele oudjes, die nog do oude batik- en w^ef- patronen kennen. Door het werk van do meesten loopt eon slecht toegepaste Wcs- tersche draacl of spreekt er zich, door het beoogen van zuiver mercanticelo oogmer ken, een afwezigheid van kunst-aandacht in uit. Een factor, die deze oppervlakkige wijze van arbeidon in de hand werkt, is natuurlijk do omstandigheid, dat zuivere kunst dikwijls weinig geld oplevert. De smaak van het groote publiek is nu een maal weinig edel, kan slechts ondc<r lei ding van in kunstzaken bevoegden gedwon gen worden tot mooi-vinden van wat wer kelijk boven dab onaantastbare peil staat, waar over de smaak niet meer te twisten valt. Is zoo'n publieke opinie eenmaal voor een zekere kunstrichting gowonncn, dan is ze dikwijls plus royalistb que lo roi, drijft ze door, men denke maar eens om het inpressionisme in dc schilderkunst; hoe het groote publiek eerst heeft tegengesputterd om een vuile schuur als kunstproduct in een salon te hangen en hoe het zich later geen kunsfezaligheid meer zonder een der gelijk thema kon denken. De leiding van den HoILandschën smaak voor de producten onzer koloniën is veilig vertrouwd bij die kenners van Indië en Indische kunst, die zich in „Oost en West" hebben vereenigd cn die met een open oog voor de zwakke zijde, de zich openbarende ontaarding gadeslaan en niet dralen meft het geven van aanwijzingen, aanmoedigin gen, raad van artistieken en tcchnisclaeu inhoud, hun invloed daarop trachten uit te oefenen. Hoogstwaarqqhijnllgk gaat binnenkort een leerling van den bekenden batikker Lebeau naar Indië om liet verval in de batikkunst te keeren, herinneringen aar oude motieven te verlevendigen en te trachten een industrie te ontwikkelen, Jic op Europeesche gebruiksvoorwerpen «!e Indische batikkunst, die door de was in verband met heft klimaat, toch altijd min of meer eon monopolie blijft, toepast. Een poging dus die onzen handol kan ten goede komen indien men de exploitatie niet aan eon Duitscher of zooals met de Fauge. ransoho stroolioeden aan een Franschroun overlaat nu in deizcn tijd van ontwa- konden kunstzin, herleving van het am bacht, do vraag naar goede kunst, door een publiek, dat aan allo kanten door kunst bestookt wordt, toeneemt, men niet meer zoo klakkeloos het eerste het beslo met eeu exotisch tintje voor bijzondere kunst ver slijt. En daar deze bemoeiingen tot nog toe door particulieren, zonder dion zoo gc- hoopten wotenschappelijk-ondcr/oekenderi regeeringsstoun bezijden tweemaal een subsidie van 5000 gulden gchc-el bel an ge. loos worden ten uitvoer gebracht-, ten slotte ten bate van ck? Indisch-Hollandache wel vaart, is het meer dan noodig, dat do al gemeeno belangstelling voor ons Indië cn zijn nijverheid eens worde gewekt, dat men eens nadenke ovor de gevolgen van eeu Indië, waar de kunstnijverheid, een bron van volksinkomsten, allengs zou verdwij nen en dat op 't geheele streven van „Oost en West" eens t licht van waardeering val- le in zijn zoeken naar een inniger verbond tusschen Indië en Holland- Het streven van de afdeeling Leiden is natuurlijk in het hierboven beschrevene belichaamd. Haar onlangs gehouden ten toonstelling van Sumatraseho kunst was, volgens oordeel van bevoegden merkwaar dig goed, was in alle takken van industrie en huisvlijt vertegenwoordigd cn werd in haar resultaat door het voor Leiden zeer hoog aantal bezoekers een lichtvink in het leven dor afdeeling. Dat zij grocie cn bloeio cn ons, wanneer do tijd èn dc middelen daartoe rijp zijn, op een even belangwekkende expositie van een ander gewest moge onthalën I Dc H. Leiden, 2 Maart. De heer H. Paul, civiclingcnjcur, lid ,van den gemeenteraad en van do Pro vinciale Staten voor het district Leiden, zal onze gemeente verlaten en zich metter woon in Den Haag vestigen. Na eenige besprekingen en propaganda gedurende de laatste weken, hielden gis teravond eenige onderwijzers aan christe lijke soholon uit Leiden Cn omliggende plaatsen een vergadering, waarop besloten werd tot oprichting van een afdeeling „Leiden on Omstreken" van de „Unie van ChristeL'jke onderwijzers en onderwijzers in Nederland", een vereeniging, di9 reeds elf jaren bestaat om do belangen van het christelijk onderwijs en van de christelijke onderwijzers te bevordcron. Wij kunnen nader mcedcelen, dat ds. G. Wisse jr., van Driebergen, alhier zal optreden op Donderdagavond 14 Maart a'. s. in de zaal Noordeindc en alsdan zal spreken over: Het Christendom cn do Vrouw, in haar betcckenis van eclitgenoote, moeder cn zuster d. i. in haar betccke nis voor het Huwelijksleven, het gezinsle ven cn het maatschappijleven. Aan het postkantoor Leiden en do daaronder ressortecrcndo hulpkantoren werd gedurende de maand Februari 1907 in gelegd f 71,630.81 en terugbetaald 77,968.77. Het laatste, door dat kantoor uitgege ven, boekje draagt bet nummer 27,769. Van het „Woordenboek der Neder- landsche Taal" is heden van het achtste deel vorschcfnen de eerste aflevering be handelende do woorden kraachsch—kreu. king, bewerkt door dr. J. Heiusius Tot ab-actls collegil van hot Loidsch Studeutenkorps is bij eenige candldaatstolling verkozen\de heer G. E Kronenborg Voor het examen in do fraaie hand werken is geslaagd mcj. F. Gongrijp, van Den Haag, leerlinge van mej. 12. Aower- donk. Aan do parochie van Sint-Michacl to Hazerswoude, Rijndijk, is haar herder ont vallen, zooale wij reeds meldden. Na een korte, hevige ongesteldheid is hij heenge gaan, zijn parochianen cn zeer vele vrienden achterlatend in diepen rouw. Want zijn overgroote vriendelijkheid, zijn wijze raad, zijn milde liefde, zijn gulle gastvrijheid maakten hera den vriend van allen, dio met hem kennis maakten. Hij vermaande nog dc parochianen, dio om zijn lijdensbed stonden: „toch het gods dienstig leven hunner parochie hoog te hou den en nooit te vergeten, wat zij van hem gezien en gehoord hadden." Tocd do plechtige Metten gezongen wer den fungeerden als Cantores pater Krop man O. M., van Woerden, en kapelaan Van Schijndcl, van Alfcn. Den volgenden mor gen werden do Lauden gezongen, waaronder als agens fungeerdo pastoor Klorapé, van Hazerswoude, met assistentie van den cerw.- pater Bultcrs, gardiaan van het Francis canenklooster te Woerden, cn van kapelaan Van Noord vau Hoorn, als diaken en sub diaken. Dc pleehtigo Heilige Mis werd gecelebreerd door den zcerccrw. heer F. C. X. Mnsmanjj, Deken van Zootcrwoudc, met dezelfde assistenten cn cantores, als in do Lauden al!^coremouiarius fungeerde kape laan Leuscu, van Alfen. Onder liet twintig tal eerwaarde hceren geestelijken, ter L jwo. nfng van de treurige plechtigheid opgeko men, merkte men op: den zecrecrw. hooggl- heer H. J. M. Taskiu, president van hot groot-seminarie, en den zoereerw. heer G. S. Koopman, doken van Alfen. Ook do burg-meester od wethoudci'3 woonden de plechtigheid bij. Na de Heilige Mis besteeg deken Mos mans den kansel, om naar aanleiding van Fil, I 8 „God is mij getuige, hoe hartelijk ik u allen liefheb in het hart van Jezus Christus", den overleden herder tc schetsen als een man, die in de kracht der heilige liefde zijn God eerde, zijn naaste hielp, zichzelf volmaakte. Als kapelaan was hij werkzaam in Leiden, Amsterdam cn Haarlem; als pastoor in Schoorl, Middelburg en sinds dertien jaren in Hazerswoude. Dc gewijde redenaar sprak om.: „Vergeet pastoor Bernsen niet, oio op zooveel titels het bewijs uwer dankbaar- 11) „Mij is die rede duidelijk 1" riep hij uit triomfeerenden blik. Ook Herman stond op. „Mag ik weten wat u bedoelt De raad ging met groote passen door de iarner. Nu bleef hij staan. Hermans vraag scheen hein er aan te herinnoren, dat hij zich vergeten had, dat hij te mededeelzaam geweest was. „Excuseer," antwoordde hij„ „wanneer ik u v°orloopig een antwoord daarop weigeren meet. Binnen enkele dagen hoop ik u daar mede van dienst te kunnen zijn. Voorloopig verzoek ik u aan dit onderhoud, dat na tuurlijk privaat was, verder geen gewicht ts hechten. U zult morgen een dagvaarding ontvangen en dan zal ik uw verklaringen laten noteeren, Voordat Herman aan zijn verrassing nog ei der uitdrukking kon verlecnen, kwam het dienstmeisje binnen on meldde, dat er bezoek gekomen was. Mevrouw liet den landgerechtsraad verzoeken tc komen. Er bleef Herman niets anders over dan ST.? ncmcn Hoffelijk ge- Herman riek naar^ijn^Xl Berlijn verlenging van verlof aangevraagd cm bij de eerste nasporingen naar den moordenaar tegenwoordig te rijn. Het ver lof was hem ook toegestaan. Het verhoo- cp den volgenden dag had formeel plaat-s. Toen hij het gerechtsgebouw verliet, leid ie hem zijn weg, toevallig of niet, langs het huis van den majoor. Achter de gordijnen meende hij een vrouwelijke gestalte te zien. Hij nam zijn hoed af. Maar de gestalte was eensklaps verdwenen. „Was dat de heer von Mühling of niet?'' vroeg de majoor, die aan het andere raam stond, om op den thermometer te zien, op barschen toon aan Elise. Hij wilde op dezen laten namiddag nog uitgaan en omdat alles bij hem militair geregeld was, zoo richtte zich ook de kwestie, of hij de demi-saison moest medenemen, naar den thcrr_ ameter- stand. Waarom hij wilde uitgaan Omdat hij boos was op zijn nicht. Eindelijk, nadat hij in die crimineele affaire den tijd ge vonden had, was hij over zijn plan aan het spreken gekömen, dat zij bij hem zou blijven. Maar vol trots, een dwaze bedel- tiots, eigenwijsheid en vrouwengrillen, stond zij er op naar haar nieuwe betrekking te gaan 1 Zij wilde, zooals zij zeide, niet van ziju goedheid misbruik maken, met haar arbeid voor haarzelf brood verdienen, ea verzocht hem van elke poging haar te houden, af te zien. Nog enkele dagen en hij was met juffrouw Knauschke weer alleen Geen wonder, dat de majoor zich in een slechte stemming bevond. Een dienstbodenbetrekking, waarin zij weer wilde gaan 1 Bovendien, waarom nam zij niet het huwelijksaanzoek, dat hair ge daan werd, aaa? Waarom had zij hem nu voor de tweede maal afgewezen? Sedert- do majoor persoonlijk met Hermao kennis had gemaakt,,vond hij voor de reden vsu haar afwijzing 'geen grond meer. Die jonge man wa* hem zeer goed bevallen. Elise wat overspannen 1 „Goeden avond I" zeide de majoor slecht geluimd en ging heen. Elise was weder alleen. Zij zag weder de straat af, in de richting, waarin Herman verdwenen was. Neen, zij kon hem niet toebehooren; nim mer 1 Nu minder dan ooit 1 Was de schande harer familie waarom zij hem had moeten prijsgeven, waarmede zij hem onafscheide lijk had moeten verbinden, nu nog niet grooter dan zij het destijds geweten had l Nu vertoefde hij hier in de stad. Reeds daarom moest zij van hier weg, weder onder vreemde menschcn. Waar zij hem niet zag, waar niet de verzoeking, waar niet weer dc zwakheid over haar kwam, aan ziju borst te vallen, in zijn armen, waarmede hij haar omving. Zij huiverde. Slechts een oogenblik was het geweest een zalig oogenblik. Toen was zij ontwaakt en had zich van hem losgerukt. Eïise liet het gordijn wreer zakken. Zij voelde, dat zij bespied werd. Tegenover het huis van den majoor stond een groote huurkazerne. Sedert een of twee dagen was daar in een kamer van de derde verdieping een nieuwe bewoner gokomen. Zoo dikwijls EJiso aan het raam kwam, bespeurde zij, dat die man naar haar zag. Hij werd haar lastig. Wat wilde hij van haar? Juffrouw Knauschke trad binnen en vroeg of zij JLe lamp zou brengen Elise hoorde haar niet. Zij zat voor do piano en speelde uit Schumann, en de wereld met haar leed was door haar vergeten: de wereld en do mcnschen om haar heen. Juffrouw Knauschke bleef in do deur staan en hoorde de muziek aan. Wel is waar was haar begrip van Schumann niet gioot, zóóveel stond echter bij haar vast: wie zoo mooi kon spelen als do juffrouw, lmar geweten was een zacht rustkussen, wie de politie niets kon verwijten, en al kwam tienmaal de rechter van instructie in huis en doorzocht verdachte koffers met raadselachtige brieven, welk© men voor andere lieden verborg cn dan in het vuur wierp. Nog altijd stond die vreemde man aan het raam. Het was een door den landgeTcchtsraad daar geposteerde geheime politic-agent, dio Elise moest in het oog houden. Drie dagen waren zoo voorbijgegaan, toen op den volgenden morgen opnieuw een ge- tuigendagvaarding in de woning van den majoor gebracht werd. Elise moest in den loop van den voormiddag nog eens wegens een verklaring door* den rechter van in structie verhoord worden. ,,Znl ik u vergezellen?" vroeg doymajoor. Elise dankto. Zij kon den weg alleen wel vinden. Landgerechtsraad Heller zat in zijn arbeidsvertrek. „Gij moet u gereed houden. Knetsch", zcido hij, „om straks naar den officier van justitie te gaan en jo eon bevel tot inhech tenisneming met zijn ondcrtcekcning te laten geven." „Ja, mijnheer," zeide Knetsch Op de tafel, waaraan de landgerechtsraad zich in zijn akten verdiepte, lag voor hein ren klein verzegeld pakje. Het pakje was heden van dr. Strelifcz gekomen, den reck- tei lijken genceskunc„gc, on hield de hem toegezonden doos in. Dr. Strelitz was op reis geweest en zoo laad het onderzoek eer dooi niet dadelijk plaats gehad. In zijn rapport, dat bij do doo6 gevoegd wa9, schreef dr., Sla-elite, dat deze een duidelijk spoor van fijn gewreven cyankuli bevatte. En cyankali was hetzelfde vergif, dat in het lijk bij ao 6ec-tie was aangetroffen. „Juffrouw von Lamml" klonk ecnigo minuten later de forsehc stem van Knetsch over den corridor. Elise trad binnen. Knetsch bood haar weer een btoel aan vooe. de tafel van den landgerechtsraad. „Ik heb, juffrouw," alzoo begon de raat^ nadat Elise had plaats genomen, „onlangs een klein© doos, welke ik in uw koffer vond, in beslag genomen. In die d.os zijn sporen van cyankali ontdekt. Kunt u mij over dit punt een opheldering geven?" Elise zag den raad vol verbazing aan. „Cyankali?'' herhaalde zij. Landgerechtsraad Heller werd wn'. drif* tig. „Cyankali, ja. Met cyankali is mevrouw von Mühling vergiftigd. Uw verbazing is slecht gekozen, juffrouw. Wilt u nu een openhartige bekentenis doen of niet?" Do schrijver, de gerechtsdienaar, beiden zagen haar aan met oogen als van wildo dieren. Nu eerst begreep zij, wat dit befceckenen moest. „U verdenkt mij van den moord, mijn heer de landgerechtsraad," antwoordde zij. kalm. „Ik vraag u nog eens, kunt u mij ver klaren, hoe u aan dit vergif gekomen zijtV' Zij wist niets van dit vergif.. (Wordt vervolgd.}

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 1