IF. 14425
Zaterdag 3 Maart.
A°. 1907.
feze iQourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
VIER Bladen.
Eerste Biad.
Offioieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
Onschuldig veroordeeld.
LEIDSCH
DA&BLAli
PRIJS DEZER COURANT»
Toot UiJra p*i WMk 8 Oent«i pel 3 maanden IJ J J f 1.10.
Bulten Leiden, pet loopet en wau agenten gevestigd t(jn ij 1.30.
Trance pet post ..at. 1.69.
PRIJS DER ADVERTENTIENi
V»n 1—6 regel* 7106. Iedere regel meer 70.174. Groolere letter* naar
plaatsruimte. - Kleine advertentiün ran 30 woorden 40 Oents contant j elk
tiental woorden meer 10 Oents.-Voor het incasseeren wordtfO.Oö berekond.
Ramp Hoek van Holland.
Wy ontvingen heden:
Voor de wed. Prinselaar: van mevr.
Je wed. d. W. 3F. d. W. 7 2.60; R. M.
B. 7 te zamen f 69.60.
Voor het dienstmeisje ontvingen wj] f 6,
welk bedrag heden per poetwissel aan haar
is verzonden.
Inschrijving; van leerlingen voor do
scholen der 3de en 4de klasse.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN;
Gezien artikel 6 der Verordening van 25
Januari 1894, regelende de Inwendige inrich
ting der scholen, de toelating en het ont6lag
der leerlingen Gemeenteblad No. 5), gewijzigd
tȟ de verordening van den liden Mei 1903
Gemeenteblad N°. 24);
Brengen ter algemeeno kennla, dat voor de
inschrijving van nieuwe leerlingen voor do
openbare scholen der 3de en 4de klasse
gelegenheid zal worden gegeven van den
4den tot en mot den lGdcn Maart e. k.;
in de schoollokalen op dc Binnenvestgracht
bij het Plantsoen; m de Van-der-Werf-straat
aan de Korte Mareaan de LangeOrugaan
den Maresingel; in de Paul-Krugcr-straat
in de lieerenstraat; in de Uortestraat en in de
Brandeioijnsteeg
dageRJks des voormiddaga van halfnegtn tot
negen uren en des namiddags van hal/'twee
tot twee uren, behalve des Zaterdags en des
Zondags.
dat de lusch rij vlug van leerlingen
roor de nieuwe school der 3de klasse
aan den Ziiidslngelp op dc hierboven*
vermelde dagen en uren, zul plaats
hebben in het schoollokaal in dc
Gortestraat; en dat bJJ de inschrijving de
bewezen van geboorte-luecbrlJving moeten
worden vertoond.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEY8T, Secretaris.
Leidon, 28 Februari 1907.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
brengen ter aigemeene kennis, datdePoar-
densteeg op Maandag 4 Maart a.
van zonsopgang tot 10 uurvoor
middags, wegens hot wegneuien van eenige
huisgasleidingen, voor het verkeer met
r«- en voertuigen zal zijn afgesloten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 1 Maart 1907.
Vereeniging Oost en West
met Afdeeling Leiden.
Wanneer een aautal Hollanders in een
beperkte ruimte een tijd lang op elkanders
gezelschap aangewezen zijn, is het persoon
lijk een kwestie van meer of minder tijd,
of men speurt op wederzijdsch familio-
terrein, men jaagt in do domeinen van
malkanders kennissen, stuit op verre cn
nog verdere neven, op vrienden van kennis
sen of 'kennissen v_.i vrienden, waadt
compleet in het vaarwater van bloedver
wantschap, in dien ondiepen plas, die
Holland heet, waar iedere droppel den
anderen kent.
Men krijgt daü ongeveer den indruk,
alsof we allen cenigszins in relatie staan of
om een geliefde commonplace te gebruiken
alsof wo ,,familio van familie" ziju.
Nooit dringt zich het besef van de klein
heid van ons vaderland meer aan ons op
als dan weer; wanneer we telkens, opnieuw,
in vertakkingen van vroegere bekenden vast
zitten, gevangen zijn in de lasso over klei
ne trajecten makkelijk gegooid.
Verwonderlijk is het daarom, dat onze
landgcnoolen, wien do kleine afgebakend-
heid van Holland soms benauwt, niet
meer behoefte gevoelen eens in onstoffelij-
ken zin, wat ruimer te ademen in ons In-
die, zoo weinig verlangend ziju wat meer
dere bekendheid op te doen van het groot-
scho ons nog toebchoorendo gebied, zijn
belangen zich ternauwernood indenken, zoo
flegmatiek staan tegenover zijn belang
wekkendste vraagstukken.
Verwonderlijk is het werkelijk dat ons
kleine land zoo weinig prat gaat op die
uitgestrekte bezittingen, ziju Neder-
landsch-Indië.
Deze schitterende kolonie, het gouden be
zit uit een gouden eeuw; dit voor een kleine
natie buiten alle verhouding beheerschen
van een groot rijk, deze tastbare onnatuur
lijkheid is door het eeuwenlange bezit een
vanzelfsprekendheid geworden.
En een oigennaardige gemoedsrust leg-
ken wij aan den dag -Voor het behoud.
Do gedoofde belangstelling op te wek
ken, den Hollauder eens wakker te schud
den uit ziju kolonial gevoelloosheid, don
band die tusschen moederland (_u koloniën,
al sinds eeuwen ligt, beider lot nauw om-
strikkend, toe to halen, het bevorderen van
gemeenschappelijke belangen, in hot bijzon
der die van Oost-en West-In die, ziehier
het streven der sinds den 3den Mei 1Ö99
opgerichte vereeniging: ,,Oost cn West".
Wie zich een oogenblik iD deze opgaaf
verdiept, begrijpt welk een onuitputtelij
ke bron vaD werkzaamheden zij omsluit.
Vandaar, dat dit grof omlijnde streven m
verschillende .vormen is gegoten dat
't is opgelost en vastgelegd in
aebt gedcelteD, ieder een kant rc-
leveercnd waar men hulp en tegemoetko
ming behoeft.
Verschillende commissies, die afzonder
lijk, van elkaar onafhankelijk, een deel der
taak ten uitvoer brengen, hebben zich er
voor gespannen.
Geheel belangeloos wordt zoodoende raad
verschaft aan personen, die naar Indië
willen, er een betrekking zoeken of die er
uit zijn teruggekeerd.
Een andere commissie stelt zich beschik
baar voor een goede plaatsing te zorgen
van kinderen, die men voor hun opvoeding
naar Holland zendt en die nu veelal door
dik en dun bij familie worden geplaatst
omdat men zoo uit de verte zijn kinderen
niet bij advertentie-vreemden vertrouwt.
Maar behalve, dat de desbetreffende
commissie naar geschikte opvoeders omziet,
stelt ze zich vérder bereid toezicht to blij
ven oefenen, zoolang het slechts door de
ouders wordt gewenscht. Een lichaam dus,
dat de belangen van do kinderen, om der
kinderen wil, waarneemt, waar het gelde
lijk voordeel eens zwijgt.
Een ander groot onderdeel der werkzaam
heden is gowijd aan bemoeiingen voor de
ontwikkeling der Inlandsclie kunstnijver
heid, aan het" zoekon naar een Europeesche
markt om de voorwerpen, door den Indiër
mot zijn gevoelig oog voor lijn cn kleur,
onbewust van eigen artisticiteit, in stilleu
eenvoud en lang geduld gemaakt, te plaat
sen.
Tot dit laatste doel heeft „Oost en West"
een doorloopendo expositie vaD Indische
Kunstnijverheid Boeatan-Huisvlijt is de
naam der onderneming ingericht op do
Plaats to VGravenhage.
Maar wafc meerdere bemoeiing nog vergt:
de Indische kunst staat op het punt te
ontaarden. Hierin wil ,,Oost en West'' in
grijpen.
De voortbrengselen der Europeesche nij
verheid konden begrijpelijkerwijs niot na
laten op den duur hun doodenden invloed
uit te oefenen op de door eeuwen gegroeide
kunstuitingen van een volk, dat zijn een
voudigst gebruiksvoorwerpen ter versiering
waardig keurde, uit een behoefte zich het
leven, door den sohoonen schijn der dingen
om zich heen, te veraangenamen. En het
oppervlakkig fabrieksmerk, de goedkoope
luxe-bombast en de smakeloozo lorren, en
niet to vergeten de gedrukte „batiks"
brachten verder den zuiveren kunstzin van
het pad, vertroebelden iedere uiting.
Op de tentoonstelling van Vrouwenar
beid, waarvjan „Oosti en West" een vrij
vor indirect gevolg is, viel nog eens w°or
een schril lidht op lie't ingezonden werk
uit Indië, zoo achteruitgaande^ dab som
mige takken geheel dreigen af tc sterven
andere ontaarden.
In sommige dossa's zijn slecbst enkele
oudjes, die nog do oude batik- en w^ef-
patronen kennen. Door het werk van do
meesten loopt eon slecht toegepaste Wcs-
tersche draacl of spreekt er zich, door het
beoogen van zuiver mercanticelo oogmer
ken, een afwezigheid van kunst-aandacht in
uit. Een factor, die deze oppervlakkige
wijze van arbeidon in de hand werkt, is
natuurlijk do omstandigheid, dat zuivere
kunst dikwijls weinig geld oplevert. De
smaak van het groote publiek is nu een
maal weinig edel, kan slechts ondc<r lei
ding van in kunstzaken bevoegden gedwon
gen worden tot mooi-vinden van wat wer
kelijk boven dab onaantastbare peil staat,
waar over de smaak niet meer te twisten
valt.
Is zoo'n publieke opinie eenmaal voor een
zekere kunstrichting gowonncn, dan is ze
dikwijls plus royalistb que lo roi, drijft
ze door, men denke maar eens om het
inpressionisme in dc schilderkunst; hoe het
groote publiek eerst heeft tegengesputterd
om een vuile schuur als kunstproduct in
een salon te hangen en hoe het zich later
geen kunsfezaligheid meer zonder een der
gelijk thema kon denken.
De leiding van den HoILandschën smaak
voor de producten onzer koloniën is veilig
vertrouwd bij die kenners van Indië en
Indische kunst, die zich in „Oost en West"
hebben vereenigd cn die met een open oog
voor de zwakke zijde, de zich openbarende
ontaarding gadeslaan en niet dralen meft
het geven van aanwijzingen, aanmoedigin
gen, raad van artistieken en tcchnisclaeu
inhoud, hun invloed daarop trachten uit
te oefenen.
Hoogstwaarqqhijnllgk gaat binnenkort
een leerling van den bekenden batikker
Lebeau naar Indië om liet verval in de
batikkunst te keeren, herinneringen aar
oude motieven te verlevendigen en te
trachten een industrie te ontwikkelen, Jic
op Europeesche gebruiksvoorwerpen «!e
Indische batikkunst, die door de was in
verband met heft klimaat, toch altijd min
of meer eon monopolie blijft, toepast. Een
poging dus die onzen handol kan ten goede
komen indien men de exploitatie niet
aan eon Duitscher of zooals met de Fauge.
ransoho stroolioeden aan een Franschroun
overlaat nu in deizcn tijd van ontwa-
konden kunstzin, herleving van het am
bacht, do vraag naar goede kunst, door
een publiek, dat aan allo kanten door kunst
bestookt wordt, toeneemt, men niet meer
zoo klakkeloos het eerste het beslo met eeu
exotisch tintje voor bijzondere kunst ver
slijt.
En daar deze bemoeiingen tot nog toe
door particulieren, zonder dion zoo gc-
hoopten wotenschappelijk-ondcr/oekenderi
regeeringsstoun bezijden tweemaal een
subsidie van 5000 gulden gchc-el bel an ge.
loos worden ten uitvoer gebracht-, ten slotte
ten bate van ck? Indisch-Hollandache wel
vaart, is het meer dan noodig, dat do al
gemeeno belangstelling voor ons Indië cn
zijn nijverheid eens worde gewekt, dat men
eens nadenke ovor de gevolgen van eeu
Indië, waar de kunstnijverheid, een bron
van volksinkomsten, allengs zou verdwij
nen en dat op 't geheele streven van „Oost
en West" eens t licht van waardeering val-
le in zijn zoeken naar een inniger verbond
tusschen Indië en Holland-
Het streven van de afdeeling Leiden is
natuurlijk in het hierboven beschrevene
belichaamd. Haar onlangs gehouden ten
toonstelling van Sumatraseho kunst was,
volgens oordeel van bevoegden merkwaar
dig goed, was in alle takken van industrie
en huisvlijt vertegenwoordigd cn werd in
haar resultaat door het voor Leiden zeer
hoog aantal bezoekers een lichtvink in het
leven dor afdeeling.
Dat zij grocie cn bloeio cn ons, wanneer
do tijd èn dc middelen daartoe rijp zijn, op
een even belangwekkende expositie van een
ander gewest moge onthalën I Dc H.
Leiden, 2 Maart.
De heer H. Paul, civiclingcnjcur,
lid ,van den gemeenteraad en van do Pro
vinciale Staten voor het district Leiden,
zal onze gemeente verlaten en zich metter
woon in Den Haag vestigen.
Na eenige besprekingen en propaganda
gedurende de laatste weken, hielden gis
teravond eenige onderwijzers aan christe
lijke soholon uit Leiden Cn omliggende
plaatsen een vergadering, waarop besloten
werd tot oprichting van een afdeeling
„Leiden on Omstreken" van de „Unie van
ChristeL'jke onderwijzers en onderwijzers
in Nederland", een vereeniging, di9 reeds
elf jaren bestaat om do belangen van het
christelijk onderwijs en van de christelijke
onderwijzers te bevordcron.
Wij kunnen nader mcedcelen, dat ds. G.
Wisse jr., van Driebergen, alhier zal
optreden op Donderdagavond 14 Maart a'.
s. in de zaal Noordeindc en alsdan zal
spreken over: Het Christendom cn do
Vrouw, in haar betcckenis van eclitgenoote,
moeder cn zuster d. i. in haar betccke
nis voor het Huwelijksleven, het gezinsle
ven cn het maatschappijleven.
Aan het postkantoor Leiden en do
daaronder ressortecrcndo hulpkantoren
werd gedurende de maand Februari 1907 in
gelegd f 71,630.81 en terugbetaald 77,968.77.
Het laatste, door dat kantoor uitgege
ven, boekje draagt bet nummer 27,769.
Van het „Woordenboek der Neder-
landsche Taal" is heden van het achtste
deel vorschcfnen de eerste aflevering be
handelende do woorden kraachsch—kreu.
king, bewerkt door dr. J. Heiusius
Tot ab-actls collegil van hot Loidsch
Studeutenkorps is bij eenige candldaatstolling
verkozen\de heer G. E Kronenborg
Voor het examen in do fraaie hand
werken is geslaagd mcj. F. Gongrijp, van
Den Haag, leerlinge van mej. 12. Aower-
donk.
Aan do parochie van Sint-Michacl to
Hazerswoude, Rijndijk, is haar herder ont
vallen, zooale wij reeds meldden. Na een
korte, hevige ongesteldheid is hij heenge
gaan, zijn parochianen cn zeer vele vrienden
achterlatend in diepen rouw. Want zijn
overgroote vriendelijkheid, zijn wijze raad,
zijn milde liefde, zijn gulle gastvrijheid
maakten hera den vriend van allen, dio
met hem kennis maakten.
Hij vermaande nog dc parochianen, dio
om zijn lijdensbed stonden: „toch het gods
dienstig leven hunner parochie hoog te hou
den en nooit te vergeten, wat zij van hem
gezien en gehoord hadden."
Tocd do plechtige Metten gezongen wer
den fungeerden als Cantores pater Krop
man O. M., van Woerden, en kapelaan Van
Schijndcl, van Alfcn. Den volgenden mor
gen werden do Lauden gezongen, waaronder
als agens fungeerdo pastoor Klorapé, van
Hazerswoude, met assistentie van den cerw.-
pater Bultcrs, gardiaan van het Francis
canenklooster te Woerden, cn van kapelaan
Van Noord vau Hoorn, als diaken en sub
diaken. Dc pleehtigo Heilige Mis werd
gecelebreerd door den zcerccrw. heer F. C.
X. Mnsmanjj, Deken van Zootcrwoudc, met
dezelfde assistenten cn cantores, als in do
Lauden al!^coremouiarius fungeerde kape
laan Leuscu, van Alfen. Onder liet twintig
tal eerwaarde hceren geestelijken, ter L jwo.
nfng van de treurige plechtigheid opgeko
men, merkte men op: den zecrecrw. hooggl-
heer H. J. M. Taskiu, president van hot
groot-seminarie, en den zoereerw. heer G.
S. Koopman, doken van Alfen. Ook do
burg-meester od wethoudci'3 woonden de
plechtigheid bij.
Na de Heilige Mis besteeg deken Mos
mans den kansel, om naar aanleiding van
Fil, I 8 „God is mij getuige, hoe hartelijk
ik u allen liefheb in het hart van Jezus
Christus", den overleden herder tc schetsen
als een man, die in de kracht der heilige
liefde zijn God eerde, zijn naaste hielp,
zichzelf volmaakte.
Als kapelaan was hij werkzaam in Leiden,
Amsterdam cn Haarlem; als pastoor in
Schoorl, Middelburg en sinds dertien jaren
in Hazerswoude. Dc gewijde redenaar sprak
om.: „Vergeet pastoor Bernsen niet, oio
op zooveel titels het bewijs uwer dankbaar-
11)
„Mij is die rede duidelijk 1" riep hij uit
triomfeerenden blik.
Ook Herman stond op.
„Mag ik weten wat u bedoelt
De raad ging met groote passen door de
iarner. Nu bleef hij staan. Hermans vraag
scheen hein er aan te herinnoren, dat hij
zich vergeten had, dat hij te mededeelzaam
geweest was.
„Excuseer," antwoordde hij„ „wanneer ik
u v°orloopig een antwoord daarop weigeren
meet. Binnen enkele dagen hoop ik u daar
mede van dienst te kunnen zijn. Voorloopig
verzoek ik u aan dit onderhoud, dat na
tuurlijk privaat was, verder geen gewicht
ts hechten. U zult morgen een dagvaarding
ontvangen en dan zal ik uw verklaringen
laten noteeren,
Voordat Herman aan zijn verrassing nog
ei der uitdrukking kon verlecnen, kwam
het dienstmeisje binnen on meldde, dat er
bezoek gekomen was. Mevrouw liet den
landgerechtsraad verzoeken tc komen.
Er bleef Herman niets anders over dan
ST.? ncmcn Hoffelijk ge-
Herman riek naar^ijn^Xl
Berlijn verlenging van verlof aangevraagd
cm bij de eerste nasporingen naar den
moordenaar tegenwoordig te rijn. Het ver
lof was hem ook toegestaan. Het verhoo-
cp den volgenden dag had formeel plaat-s.
Toen hij het gerechtsgebouw verliet, leid ie
hem zijn weg, toevallig of niet, langs het
huis van den majoor. Achter de gordijnen
meende hij een vrouwelijke gestalte te zien.
Hij nam zijn hoed af. Maar de gestalte was
eensklaps verdwenen.
„Was dat de heer von Mühling of niet?''
vroeg de majoor, die aan het andere raam
stond, om op den thermometer te zien, op
barschen toon aan Elise. Hij wilde op dezen
laten namiddag nog uitgaan en omdat alles
bij hem militair geregeld was, zoo richtte
zich ook de kwestie, of hij de demi-saison
moest medenemen, naar den thcrr_ ameter-
stand. Waarom hij wilde uitgaan Omdat
hij boos was op zijn nicht. Eindelijk, nadat
hij in die crimineele affaire den tijd ge
vonden had, was hij over zijn plan aan
het spreken gekömen, dat zij bij hem zou
blijven. Maar vol trots, een dwaze bedel-
tiots, eigenwijsheid en vrouwengrillen,
stond zij er op naar haar nieuwe betrekking
te gaan 1 Zij wilde, zooals zij zeide, niet
van ziju goedheid misbruik maken, met
haar arbeid voor haarzelf brood verdienen,
ea verzocht hem van elke poging haar te
houden, af te zien. Nog enkele dagen en hij
was met juffrouw Knauschke weer alleen
Geen wonder, dat de majoor zich in een
slechte stemming bevond.
Een dienstbodenbetrekking, waarin zij
weer wilde gaan 1 Bovendien, waarom nam
zij niet het huwelijksaanzoek, dat hair ge
daan werd, aaa? Waarom had zij hem nu
voor de tweede maal afgewezen? Sedert- do
majoor persoonlijk met Hermao kennis had
gemaakt,,vond hij voor de reden vsu haar
afwijzing 'geen grond meer. Die jonge man
wa* hem zeer goed bevallen. Elise wat
overspannen 1
„Goeden avond I" zeide de majoor slecht
geluimd en ging heen.
Elise was weder alleen.
Zij zag weder de straat af, in de richting,
waarin Herman verdwenen was.
Neen, zij kon hem niet toebehooren; nim
mer 1 Nu minder dan ooit 1 Was de schande
harer familie waarom zij hem had moeten
prijsgeven, waarmede zij hem onafscheide
lijk had moeten verbinden, nu nog niet
grooter dan zij het destijds geweten had l
Nu vertoefde hij hier in de stad. Reeds
daarom moest zij van hier weg, weder onder
vreemde menschcn. Waar zij hem niet zag,
waar niet de verzoeking, waar niet weer
dc zwakheid over haar kwam, aan ziju
borst te vallen, in zijn armen, waarmede
hij haar omving.
Zij huiverde.
Slechts een oogenblik was het geweest
een zalig oogenblik. Toen was zij ontwaakt
en had zich van hem losgerukt.
Eïise liet het gordijn wreer zakken. Zij
voelde, dat zij bespied werd. Tegenover het
huis van den majoor stond een groote
huurkazerne. Sedert een of twee dagen was
daar in een kamer van de derde verdieping
een nieuwe bewoner gokomen. Zoo dikwijls
EJiso aan het raam kwam, bespeurde zij,
dat die man naar haar zag.
Hij werd haar lastig. Wat wilde hij van
haar?
Juffrouw Knauschke trad binnen en vroeg
of zij JLe lamp zou brengen Elise hoorde
haar niet. Zij zat voor do piano en speelde
uit Schumann, en de wereld met haar leed
was door haar vergeten: de wereld en do
mcnschen om haar heen.
Juffrouw Knauschke bleef in do deur
staan en hoorde de muziek aan. Wel is
waar was haar begrip van Schumann niet
gioot, zóóveel stond echter bij haar vast:
wie zoo mooi kon spelen als do juffrouw,
lmar geweten was een zacht rustkussen,
wie de politie niets kon verwijten, en al
kwam tienmaal de rechter van instructie
in huis en doorzocht verdachte koffers met
raadselachtige brieven, welk© men voor
andere lieden verborg cn dan in het vuur
wierp.
Nog altijd stond die vreemde man aan
het raam.
Het was een door den landgeTcchtsraad
daar geposteerde geheime politic-agent, dio
Elise moest in het oog houden.
Drie dagen waren zoo voorbijgegaan, toen
op den volgenden morgen opnieuw een ge-
tuigendagvaarding in de woning van den
majoor gebracht werd. Elise moest in den
loop van den voormiddag nog eens wegens
een verklaring door* den rechter van in
structie verhoord worden.
,,Znl ik u vergezellen?" vroeg doymajoor.
Elise dankto. Zij kon den weg alleen wel
vinden.
Landgerechtsraad Heller zat in zijn
arbeidsvertrek.
„Gij moet u gereed houden. Knetsch",
zcido hij, „om straks naar den officier van
justitie te gaan en jo eon bevel tot inhech
tenisneming met zijn ondcrtcekcning te
laten geven."
„Ja, mijnheer," zeide Knetsch
Op de tafel, waaraan de landgerechtsraad
zich in zijn akten verdiepte, lag voor hein
ren klein verzegeld pakje. Het pakje was
heden van dr. Strelifcz gekomen, den reck-
tei lijken genceskunc„gc, on hield de hem
toegezonden doos in. Dr. Strelitz was op reis
geweest en zoo laad het onderzoek eer dooi
niet dadelijk plaats gehad. In zijn rapport,
dat bij do doo6 gevoegd wa9, schreef dr.,
Sla-elite, dat deze een duidelijk spoor van
fijn gewreven cyankuli bevatte. En cyankali
was hetzelfde vergif, dat in het lijk bij ao
6ec-tie was aangetroffen.
„Juffrouw von Lamml" klonk ecnigo
minuten later de forsehc stem van Knetsch
over den corridor.
Elise trad binnen.
Knetsch bood haar weer een btoel aan vooe.
de tafel van den landgerechtsraad.
„Ik heb, juffrouw," alzoo begon de raat^
nadat Elise had plaats genomen, „onlangs
een klein© doos, welke ik in uw koffer
vond, in beslag genomen. In die d.os zijn
sporen van cyankali ontdekt. Kunt u mij
over dit punt een opheldering geven?"
Elise zag den raad vol verbazing aan.
„Cyankali?'' herhaalde zij.
Landgerechtsraad Heller werd wn'. drif*
tig.
„Cyankali, ja. Met cyankali is mevrouw
von Mühling vergiftigd. Uw verbazing is
slecht gekozen, juffrouw. Wilt u nu een
openhartige bekentenis doen of niet?"
Do schrijver, de gerechtsdienaar, beiden
zagen haar aan met oogen als van wildo
dieren.
Nu eerst begreep zij, wat dit befceckenen
moest.
„U verdenkt mij van den moord, mijn
heer de landgerechtsraad," antwoordde zij.
kalm.
„Ik vraag u nog eens, kunt u mij ver
klaren, hoe u aan dit vergif gekomen zijtV'
Zij wist niets van dit vergif..
(Wordt vervolgd.}