Eerste Kamer.
Telegrammen.
Gemeenteraad van Lelden
Uit de Rechtzaal.
FEUILLETON.
Zittvng van heden, {ter Telegraaf).
Alvorens werd overgegaan tot behande
ling van het wetsontwerp betreffende Ne
derlands diplomatieke volksvertegenwoor
diging in Marokko, deelde de m 1 n v.
b i te n 1. zaken aan de Kamer mede,
dat de overleggingen der Nederlandecbe
cn Duitsche commissarissen, die inzake op
heffing der bezwaren van de dubbele on
gevallen verzekering to Berlijn vergaderd
hebben, tot positieve resultaten hebben ge
leid.
Die commissarissen toch zijn het eens ge
worden over ee.i regeling bij verdrag de
zer technisch zeer moeilijke taak, en de
Regeering na bestndccring der «nier-
werpen, die in verband hiermede ojge-
maakt zijn, lies aanwenden wat zal kun
nen lelden tot een spoedige parlementaire
behandeling en bekraehtigig van het trao-
taat.
Het wertsoutwerp betreffende Marokko
werd, na ccnigo toelichtiugen door minis
ter Van Tets, goedgekeurd, waarna de be
raadslaging over de waterstaatsbegroo-
tiüg werd voortgezet met een betoog van
den heer Van Leeuwen tegen de cominer-
cieele boekhouding voor de tolefooD, zoo-
aJs deze thans geregeld is.
De '-ce. Van N lerup sloot zich vol
komen aan bij bezwaren van den heer
Van Leeuwen.
Vooral weegt bij hem hét bezwaar, dat,
als er willens en wetens fouten worden
gemaakt, zulks onbemerkt door den min.
op de controlccrendc ambtenaren kan ge
schieden.
De heer Hovy hoopte dat spoedig over
eenstemming zal worden verkregen ten
aanzien der havenwerken van Tcrneuzcn.
De her. Do Jong dringt aan op een
spoedige regeling tot verbetering van de
Hondsbosschc zeewering.
Des - iin. van Waterstaat betoog
de, naar mnleiding van den wensch van
den heer Van Velzcn (dat allo eigenaren
van door de Delflandscho Zeewering be
schermde gronden behooren bij te dragen
in de onderhoudskosten dier Zeewering),
dat Je regeling van den omslagsplicht be
hoort bij Provinciale Staten en dat de
waterschapsbesturen zelf de noodigc voor
st-ellen aan de Staten kunnen doen.
Betreffende kanalisatie van de Maas in
Limburg wees de Minister er op, dat Bel
gië evenveel belang bij deze zaak beeft als
Nederland, en dat hij hoopt, dat spoedig
overeenstemming zal worden verkregen.
Wat betreft de betooging vao de hecren
Van Leeuwen -en Van Nicrop herinnerde de
Minister ann de recent© instelling eener
commissie*, met den heer Lely aan het
hoofd, betreffende 3o Telefoonconccssiés
en deze ziet, ook dc quaestie der boekhou
ding onder do cogen.
Inzake do havenwerken te Terncuzen
merkt© do Minister op, dat dc Regeering
1/5 bijdraagt in de kosten ad. lOO.UüO
Ten slotte hoopte de Minister, dat in de
kwestie van verbetering der Hondsbossche
Zeewering de Staten van Noord-Holland
met een voorstel zouden komen.
Na replieken werd de Waterstaatsbe-
grooting goedgekeurd.
I J) hel maiiueüobat oordeelde do heer Van
Wassenaar dat de houdmg van minister
Stuart In de Tweode Kamer alleszins te bil
lijken is on hy daarmede aan onze maiino
een dienst beeft bewezen.
De beer Van Houten opperde beden
kingen tegen een schip voor Indiö, maar
oordeeldo, dat er geen reden is voor vor-
werpir.g der begrooting, ten aanzien van dat
schip, dat nader kan worden besproken bU
do behandeling der subsidie voor verbieeding
der Oosteiduksluis, in de Tweede Kamer.
Minister Staal verdedigde de marinebe-
grooting.
Do behandeling dor begrooting voor Koloniön
is daarop aangevangen,
BU hot debat hierover betoogt Minister Fock
tegenover den beer Scholten, dat het vuor den
Staat geen zaak is, den Koffieverkoop, enz.
aan do ÜBndelsmaalschappU te ontnemen en
dien zelf ter hand te nomen.
Ook voor de instelling van een commissie
van onderzoek was z. i. geen reden.
LOnDEN, 7 Febr. (R. O.) Do oud-minis
ter lord Goschen is hedennacht aan een
hartverlamming gestorven.
[George Joachim Goschen, geboren 10
Augustus 1831, vroeger lid der firma
Frühling and Goschen, was tot tweemaal
Eerste Lord der Admiraliteit, vice-presi
dent van den Boord of Trade, kanselier
van het hertogdom Lancaster, en van 1887
tot 1892 kanselier van de schatkist. Van
18631900 was hij lid van het Parlement.
In 1880'81 was hij buitengewoon gezant
te Kon8tantinopel.
In het laatste ministerie-Salisbr-y werd
hem weder de portefeuille van financiën
toevertrouwd; doefi bij de reorganisatie
van dat ministerie in 1900 trad hij, even
als de premier, afhij werd toen in den
adelstand verheven, en met den titel „Vis
count" lid van het Hoogerhuis.J
Vergadering van hedennamiddag te twee uren.
Voorzitter: mr. N. de Ridder, burgemeester.
Tegenwoordig 27 leden.
Na opening der veigadering (om kwarlier
over tweeën) vestigt de voorzitter er de aan
dacht op, dat liet niet onmogoiyk is, dat de
agenda vóór het eten niet afgehandeld zal
worden en dat er dus waai achUnlljk een
avondzitting zal moeten gehouden worden.
tJU verzoekt deD leJen dauiom er toe mede
te wtikcD, dat in het vorvolg de vergaderingen
uiteriyk om minuten over tweeën kunnen
geopend worden. Dat geeft minder lijd vei lies.
Afwezig met kennisgeving zün do hoeren
Korevaar, wegens uitstedigheid, Van Gruting,
wegens ambtsbezigheden en De Goeje, wegens
verhindering.
De notuien der vorige vergadering worden
goedgekeurd.
De paardenalacbtere zUn weor op de IrlbuDe
aanwezig.
Tot de ingekomen stukken behooren o. a.
een verzoek van den heer Boyersbergen om
op do Veemarkt een tent op le nchton voor
den verkoop van vorverachingen
Ben nader adres van de paardenslachters
in zake de vergrooting van den paardenstal
van liet Openbaar blachihuis Is gedrukt aan
do loden meegedeeld, zoodat er geen voor
lozing van woidt gedaan.
De openbare vergadering wordt door den
Voorzin er geschorst en de deuren worden
geeloten.
De geheime zitting duurde slechts koit.
Na heropening komen aan de orde de vol
gende punten
lo. Verzoek van W- F. Kaiser om ont
slag als Regent van het Geref. Minne- ot
Ai me Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (26)
Wurdi veneend zonder stemming on met
dankbetuiging voor bewezen diensten.
2o. Benoeming vaD een Regent van het
Geref Minne- of Anno Oude Mannen- en
Vrouwenhuis. (.2(3)
benoemd wordt do heer M. C. F. J. Cosijn,
met 22 stemmen, op mr. H. M. G. Kloppen
burg waren 4 stemmen uitgebracht. Bén
biij«t is blanco.
3o. Verzoek van A. Kist om continuatie
in cl© betrekking van Stadsgencesheei (25).
Met ajze.iiet.-iiu stemming imi Oi-m em-i
4o. Voorstel tot continuatie van de huur
van het perceel Oude -Ieerengracht No. 3a.
(27).
6o. Verzoek van N. Krot om vergunning
tot het dempen van een gcderltc sloot langs
den Hecrensingcl vóór dc Gasthuislaan.
(31*)
beiden goedgekeurd of toegestaan.
6o. Verzoek van de Kynologenclub to
Breda om toekenning van ccn bijdiage in
do kosten van een te houden wedstrijd van
politiebonden. (32*)
Zonder siemmmg afwijzend beschikt.
7o. Verzoek van Regenten van het Heili
ge Geest- of Armen- Wees- on Kinderhuis
om toekenning van eon jaarlijkscho subsi
die. (19)
De in de vorige zitting geschorste beraad
slagingen werden, hervat, allereerst door den
heer Van der Lip, die het gesprokene
in die zitting nagaat en er op wjjst, dat
door de verdediging van het piaeadvies van
B. en Ws. regenten zich voelen gegriefd.
Het Geref. Weeshuis heeft een geschiedenis
eo daardoor rechten op de gemeente, welke
andere dergelUko instellingen niet bezitten.
In het advies van B. en We. komen om
trent kinderen, die op verzoek van B. en Ws.
opgenomen worden, uitdrukkingen voor,
welke van onbekondheld met de Inrichting
getuigen. Ook wat andere sprekers hebben
gezegd, merkte hU op, dat aan wat wees- en
houkinderen betreft, nu een verkeerde uit
legging wordt gegeven. HU gaat daartoe na
de beraadslagingen by het vaststellen indertyd
der verordening.
Herinnerende aan het aantal onverplicht
verpleegde en nog verpleegd wordende kinde
ren, dankte bü den heer Zaalberg, voor diens
berekening, waaruit bleek, dat er wok een
zedeiyke verplichting op de gemeente rust.
Den heer Fockema Andreae bestreed hy en
ook de onbekende achryver van het artikel
in het „L. D." van gisteravond plaatst zich
volgens hom, op een verkeerd standpunt.
Het voorstel van de heereu Aalberse en
Mouleman geeft niets. Dat van den heer
Stigter, als vervolg op dat van den heer
Van der Eist, lacht regenten meer toe.
Hot voorstel van B. en Ws. gaat mank, al
echynt er in het brengen van f 30 per kind,
dat ingévolge verzoek van B. en Ws. In het
gesticht wordt opgenomen op 60 per kind
voor ieder kind, dat, zonder dat regenten daar
toe verplicht zyn, ingevolge hot verzoek van
B. en Ws. in het weesbuis ter verpleging
wordt opgenomen een zekere progressie te
liggen.
Wat bedoelen B. en Ws. met die f 60
Ia hei een bydrage ln het onderhoud of in
de goheele verpleging zelf? Dat onderhoud
kost toch eigeniyk veol meer.
De heer Fockema Andreae Is sedert
de vorige vergadering niet van meening ver
anderd en vindt hot bodenkeiyk een besluit
te nemen als wordt voorgesteld. D® Raad
mag niet aan een enkele instelling subéidie
verleenen, zonder dat ook aan andere derge-
ïyke te doen, als deze het vragen Z 1. be
geeft men zich door zulke subsidiën op een
verkeerden weg. En daarom zal hy stemmen
zooals hy in de vorige vergadering reeds van
plan was te doen.
De Voorzitter geeft nader de beteekenis
aan van wat hy in de vorige zitting heeft
gezegd, en treedt in beschouwingen omtrent
de bedooling van art. 5 sub. 8 der verorde
ning, waarin hy vrat „machtiging" en „by
drage" van de gemeente betreft, in meening
met den hoer Van der Lip verschilt.
Aan B. en Ws kan er geen gtief van ge
maakt worden, dat zy van f SO op f 50 zyn
gekomen, omdat zy aan regenten een brief
hebben geschreven met do vraag, welke ver
hooging dan wel gewenscht was, waarop
geen antwoord was ontvangen.
Zonder de fechten der gemeente prys te
geven, stellen B. en Ws. voor een bydrage
van f 60 voor hou of verlaten kinderen te
verleenen. De vooiznter achtte dat het meest
billijk en bestreed daarom de andere amende
meuten om dat bediag op 76 ot f 100 te
bepalen, terwyi de heer Fockema Andreae
niets wil geven.
Spieker herinnert er aan, dat eenlge jaren
geleden 2ich één voorbeeld heelt voorgedaan
van eon kind, dat door oen R. K. moeder
verlaten was, maar dat by aanmelding aan
het gesticht op de St.-Jacobsgracht toen ten
antwoord was verkregen, dat men daar voor
verlaten kinderen niet was ingaricht, zoodat
het kind vanwege de gemeente by een parli-
culieis vrouw ia veipleegd geworden, tegen
f2.— per week. Dit is echter het eenige
geval met een met-Frotestantsch kind.
Met bet Geref. Kinderhuis is het echter
anders.
Met het nieuwe voor6l«l van B. en Ws.
woidt het billijkheidsgevoel bevredigd. De
kwestie, wat hou ul verluien kinderen betreft,
wordt er mee opgelost.
Met vertrouwen zal spr. de stemming
afwachten.
Do heer F o c k e m a A n d r e a e onkent,
dat liU zou gezegd hebben, dat hy niets wil
geveu. Hy heeft er op gewezen, dat d® go
meonte geen recht heeft om regenten te
dwingen kinderen op te nemen.
Wyzende op d® besiaando Armenwet
biytt ny van meemng, dal het boste is, dat
de toestand b*yit zooals hy nu is.
De voorzitter meende, dat by de door hem
bedoelde uitdrukking van den heer F. A. in
de vorigo vergadering gehoord had Des te
meer spyt het hem daarom, dat het officie®!
verslag dier zitting nog niet is verschenen.
De redeneering van den heer F. A. vond
hy intusschen niet logisch. Rationeeler zou
hy- het dan achten, als deze voor een der
amendementen was
De heer Aalberse, die racende, dat
het Weeshuis een bezitting van anderhal
ve ton had, besprak eveneens de betceke
nis, welke z. i. aan de verordening mort
gegeven worden, waarin van „op verzoek"
sprake is, en volgens hem ook niet van
een „recht" kan gesproken worden, ge
grond op de uitdrukking van „machti
ging" van B. en Ws.
Met der heer Fockema Andreae is spr
van meening, dat rekening moet gehou
den worden met de bedoeling der J .mea-
wet, die voor verlaten kinderen de noodige
voorschriften bevat. Meermalen wordt hier
nu echter betoogd, dat er wederzijdscho
rechten en verplichtingen bestaan, waar-
uit'een andere toestand zou geboren wor
den.
Hij bleef het amendement van hom én
den heer M.uleman handhaven om voor
ieder kind, zooals door B. en Ws. wordt
bedoeld, onverschillig van „welke gezindte,
voor de verpleging dertig gulden te ver
goeden.
De Voorzitter bleef dit bestrijden.
Het doel, dat er mee beoogd wordt, zal
niet worden bereikt, want niet alle andere
gezindten bezitten een inrichting om de
tot hun Gemeente behoorendc kinderen
daarin op te nemen.
De heer Stigter verdedigde zijn
amendement om een som van 100 gulden
uit te trekken, wijzende op het door den
Voorzitter meegedeelde geval, dat aan
vrouw Broeder voor dc verpleging van een
R--K. kind twee gulden per week werd
uitgekeerd. Dit bedrag zal toch wel zijn
gegeven, omdat B. en Ws. er van over
tuigd waren, dat het niet te veel was en zij
niet vaD plan wareD do vrouw er bij te
laten toegeven.
De heeren AalbeTse die er
intusschen op wees, dat d© R.-Katholie
ken hun Vincentius-vcreeniging hebben
en Meulemao trekken hun amende
ment in.
Ter bekorting der discussie zegt de heer
Van der Lip, dat hij den op rege >teu
onaangenamen indruk gemaakt hebbend.n
toon in het rapport van B. cd Ws zal Ja-
ten rusten, hoewel bij hem persoonlijk
dien indruk niet is uitgcwischt
Evenwel treedt hij opnieuw in breedvoe
rige beschouwingen ter bestrijding ander
maal van het voorstel vjd B en Ws., om
dat voor vijftig gulden geen kinderen on
derhouden kunnen worden, en ter betoo
ging, dat er omtrent het principe van hou
en verlaten kinderen tusschen B. cn Ws.
en regenten nog wel eens verschil van
meening zal kunnen ontstaan, want hou-
en verlaten kinderen, d. z. die kim ïen,
di© door n of beide ouders tijdelijk of
voorgoed achtergelaten worden, terwijl
hou-kinderen bij de weezen zijn, ingedeeld,
zijn niet dezelfden.
De Voorzitter meende, dat de
Raadsleden naar het eind© der disoussie
verlangdcD, maar moest niettemin nog op
enkele onjuistheden van den heer Van jer
Lip wijzen, welke hij had gemaakt naar
aanleiding van het rapport van B. en Ws.
verder zich beroepende op een besluit van
16-11 en weersprekende den spreker, dat de
heeren Fockema Andreae en Aalberse geen
rekening met do geschiedenis van het ge
sticht zouden gehouden hebben-
Het eerst kwam ia stemming het verzoek
van regenten om aan het gesticht een
jaarlijksche subsidie te geven van dertig
gulden per kind, dat ingevolge verzoek van
B, en Ws. in het gesticht wordt opge
nomen.
Het werd verworpen met 20 tegen
8 stemmen.
Voor stemden do heeren: P. J. Mulder,
De Boer, Van der lap, Bosch, Le Poole,
Ha8selhacb, Zaalberg, Reimexinger.
Het amenderaent-Stigter om 100 gulden
te geven werd aangcnomeD met 16
tegen 13 stemmen.
Voor stemden de heeren:
Bots, Van der Eist, P. J. Mulder, D©
Boer, Meuleman. Stigter, E. de Vries, v.
d Lip, Bosch. Van Hamel, Lo Poole, H'as-
selbach, Zaalberg, Paul en Keimeringor.
het aldus geamendeerde voorstel
van B. en Ws. om een jaarlijksche subsidie
te geven in plaats van 550 gulden, nu 100
gulden per kind voor ieder kind, dat, zon
der dat regenten daartoe verplicht zijn,
ingevolge het verzoek van B. en Ws. in hétt
Weeshuis ter verpleging wordt opgenomen,
werd aangenomen met 21 tegen 7
stemmen.
Tegen stemden de hecren Witmans, Jn-
ta, Eerstens, Fokker, Sijtsma, Fockema
Andreae en Driessen.
Alzoo is dit punt afgehandeld.
De zitting duurt voort.
Uitspraken van het Kanton-
gerécht fc© jeiden.
D© kantonrechter te Leiden veroordeeld©
J. H Mzn., te Katwijk, wegens nachtru
moer tot drie gulden of drie dagen.
J. de B en J. v. d. N., beiden te Noord-
wïjk, voor idem, tot drie gulden of drie d.
P. M. te Leiden, wegens dronkenschap,
tot twee gulden of twee dagen.
L. V. V., te Noordwijk, wegens het loo-
pen op eens anders grond, tot vier gulden
of drie dagen.
C. B., te Katwijk, wegens idem, tot dn©
gulden of drie dagen.
J. v. d. B. Jzn te Noordwijkerhout, we
gens idem, tot drie gulden of drie dagen.
J. S-, te Noordwijkerhout, wegens idem,
tweemaal gepleegd, tot tweemaal drie gul
den of tweemaal drie dagen.
H. A. v. d. B. en J. S., beiden te 's-Gra-
veDhage, wegens idem, tot vijf gulden of
drie dagen ieder
W. d. B. en Th. v. d. B., beiden te
Noordwijk, wegens idem, tot drie gulden
of drie dagen.
C de V J. H. en D. R., te Sassen-
heim, wegens idem, tot drie gulden of drie
dagen ieder.
A. v d. B JJzn., W. v. d. B. Azn. en P.
v, d B Azn., te Noordwijkerhout, wegens
idem, tot vijf gulden of drie dagen ieder.
L. S-, t© Lisse, wpgens varen bij avond
zonder licht, tot twee gld. of twee dagen.
N. G-, te Leiden, wegens visshen zon
der vergunning, tot twee gulden of twee
dagen.
D Th. D to Leiden, wegens idem cn
zonder akte, tot tweemaal twee gulden of
twee dagen
W. v. d. B. Azn., te Noordwijkerhout,
wegens jagen zonder vergunning, tot drie
bieten van twee gulden of driemaal twce
dagen
H. v N., te Oegstgeest, wegens loopen
op den spoorweg zonder vergunning, tot
drie gulden of drie dagen.
N. K Pzn., te Voorhout, wegens hot
dragen van verboden wapens, tot zes gldw
of vier dagen.
F S., te Noordwijkerhout, wegens idem,
tot drie gulden of drie dagen'
G. van R., te Noordwijk, wegens idem,
tot een gulden of een dag.
C v. d. K., te Noordwijkerhout, tot drie
gld of drie dagen.
S van L.te Sas^enbrim, wegens idem,
toe een gulden of een dag.
L. van L. te Voorhout, wegens varen in
Rijnlands boezemwater zond r vergunning,
tot 3 gulden of 2 daeon.
Vrijgesproken werd L. J. Y. te Leiden,
ten laste gelegd, datjiij een bevel der
politi© niet heeft opgevolgd.
KATWIJK De antirev. feiesvereeniging
„Nederland en Oranje" heeft tegen Vrij
dagavond zeven uren een openbare vergade
ring belegd, waarin als spreker zal optre
den de heer W. SamsoD, vau Leiderdorp,
die tot onderwerp zijner rede heeft geko-
zen: ,,De actueele politiek beschouwd in het
licht onzer antirevolutionaire beginselen."
De vergadering w «rdt gehouden in do
zaal van het logement ,,De Roskam" te
Katwijk aan den Rijn, terwijl toegang en
debat vrij zijn
LISSE. Te/i gevolg' van het dalen van
het aantal kinderen op de O. L. School
te Lisserbroek, is een onderwijzer overbodig
geworden.
De oikIo toren.
74)
„Hij heeft je Hef, Trude; ik zie het, als
zijn oogen je vervolgen; als gij door do
k ner gaat; wij hebben het laa.Lt op
Kerstavond allen gemerkt en als Dura niet
w..ro gekomen, dan zou hij nog diénzclfden
avond gesproken hebben. Hij had zulk een
stralender», gelukkigen zonneschijn in zijn
oogen, als ik dien nog nooit in het'bog van
iemand gezien heb, zelfs niet in (Jhristiaana
grijze oogen.
Onlangs zat hij op do bank, waarop do
dienstboden af en toe zitten. Trude, weet
ge, in den hoek bij dc binnenplaats, i
sloop zacht van achter op hem toe. Wat
denkt gij, dat hij in het zand had ge
schreven l Niets clan Trudo cn Trude I Hij
werd mooi verlogen. „Vergeet niet, Hans",
zeicie ik, „den brief to verzonden, dien go
daar aan Trude hebt geschreven. Zoo iets
behandelt men overigens beter mondeling.''
Hij zcide, dat ik een domme deerne was
cn daarvan geen Yfevstahd had. Ik niet!
Of ik er verstand van heb 1 Gij weet im-
wevs, Trude, «Int ik Christiaau völfetfrekt
niet wild© liefhebben; ik heb er mij Degen
verweerd; ik h'eK over Vrij zei vc g-weendv
gisteren nog, cn dan voel ik mij wcor zoo
zalig, zoo >ot, zoo rein, wijl hij mij lief
heeft) Als hij mij aankijkt, deuk ik uaii
niets gewoons. Dan is het feestdag, dau
is het Kerstavond. En zoo ziet llans van
Beneden u aan ci» zoo ziet hij er uit, als
hij van je spreekt 1"
In Trudes slapen hamert het én elke ha
merslag klinkt:
„Neergestort.verloren 1"
Zij waren de duin opgeklommen door de
dennen, en zij traden uit de duisternis
van het small© paddo jonge boomen we
ken achteruit; zij stonden voor den „berk,
waaromheen Gertrud gisteren in den
Btorm in de natuur en van haar hart
haar armen had geslagen. Zij stonden
daar beiden zwijgend. Frauke legde naar
arm om de schouders barer vriendin; zoo
keken zij beidén naar beneden, naar -1©
gescheurde en gespleten stukken muur en
hoopen puin, welko in reusachtige vormen
door het maanlicht beschenen, in den wit
ten Knce lagen.
Aan hun voetem breidde zich stil en
plechtig de uitgestrekte vlakte van den
polder uit, daar achter schitterde de einde-
looze zee; lange, zilveren golvenlijnen
trokken langzaam in een kalmen, pleehti
gen stoet naar het land, maar ver aan den
horizon was het diepe, donkere, zwarte
nacht.
„Luistér!" In al dc stilte een geluid!
F r au k c on latei d o.
Het i-a dn hoefslag van een paard. Even
daarna wandelt iemand over den straat
weg naar de deïiuen. Men kan duidelijk in
het maanlicht een kleino gedaante onder
scheiden. m
„Dat is Hinze", zegt Frauke en drukt
haar gelaat aan Trudes borst.
„Hoor! D© «stem van Dora Thorbeoken.
„Ik heb jö vérzocht, hier t© koineD", zei-
de zij,, bet doet mij genoegen, dat je
mijn brief liebt ontvangen. Ik moet iets
noodzakelijks met je bespreken." Hoe koud
eu stroef klinkt deze anders zoo zachte
stem.
„Wat hebt ge?" vroeg Hinzo en zijn
stem had een angstigen klank.
Toen sprak Dora zacht en aarzelend:
Die daar boven met kloppende narten
luisteren, verstaan niets.
Maar nu vloeit het van Hinzes Lippen,
haastig, woest, ten laatst© als de Kroefc van
een hongerig boschdier:
„Gij wilt mij afschudden? Nu?"
„Het moet zijn I Gij kunt er nifete aan
veranderen."
„En hebt go mij daarom laten roepen l
Om mij dat te zeggen 1 En ja. droom ik
dan Wat is dat dan geweest, d© liefde,
die gij mij getoond hebt?"
„Het was liefde 1 Maar nu is zij dood.
Kan ik het helpen Kunt 'gij hel
Haar stem werd luid cn galmon:).
Zij sprak met al den nadruk van woeste,
natuurlijke overtuiging.
„Dat ik ccn zottin wasl Ik wil, wat
mijn hart wil! Juist dat. Wat mijn hart
zegt, dat doe ik. Daarvoor ben ik menseh.
En gij kunt dat niet verhinderen en mie-
mand 1 Ik heb je liefgehad, ik had niets
anders. Gij kreegt het uwe 1 Heeft iemand
je bearogen?... Maar. nu is h ij gekomen!
Nu wil ik hem hebben 1"
Hinz© steunde zacht; hot klonk als het
kermen van een gewond dier in het diepe
woud.
„Daarom al die slechtheid tegen den
hulpbehoevenden armen Knee, de diefstal
van dc brieven, dat afschuwelijk gedrink.
daarom 1 Thorbcckcn heeft een erfgenaam
en gij kiest u thans oen ander.
Zeg me toch, waarom heb ik dat nu ge
daan 1"
„Ik zal jc geld geven," zeidc Do»-a, inet
ingehouden, onbestemden angst.
„Mij? Géld? ik verkoop mijn ziel maai
niet voor geld 1 Voor liefde 1"
„Ik kan niet anders 1 Het is als een
woest© macht over mij gekomen 1 Ik zou
den persoon kunnen dooden, die zich tus
schen mij en hem plaatste 1"
Zij hield een oogen blik op, als verschrikt
van den woesten kreet van het dier, dat
zich in haar ziel verhief; daarop ging zij
met doffe, toonlooze stem voort:
„Ik heb een afschuw van mijzelve. Heb
medelijden met mij, maar haat mij niet 1
Hij heeft mij in het gezicht gezegd, dat hij
de zandgravin liefheeft en mij nooit zou
kunnen liefhebben. Hij neemt mij, zooals
men een slavin koopt, met een goeden
handel. Ik heb den ouden man met de
brieven gedreigd; hij heeft hot onrecht
jegens do zandgravin goed gemaakt, dat
is de huwelijksgift van de slavin, uat al
leen, anders niets; haar hart, haar vurige
liefde, die begeert hij niet."
Zoo jammerde zij in haastige, bue'scho
woorden.
Toen deea iemand een stap naar voren.
Dora riep vol onuitsprekciijken angst:
„Vergrijp jo niet aan een vrouw
„Meincedigo! Waar is mijn leven? Geef
nvi r~"n Dven terug I"
Onmiddellijk daarop hoorde men het ga-
loppeeren van een paard cp <J. i zacht-en
zandgrondover den ouden rijweg gleed
een i izame, vermomdo vrouwengestalte
Gertrul stond zwijgend en starend naast
den I erk, '-«rt h~ r aim om den jongen
stam geslagen en haar hand tegen bet
hoofd gedrukt.
„Schrei toch, Trudo", smeekt© Frauke,
haar aan den arm schuddendhaar zelve
liepen de tranen over de bieeke wangen.
„Wat zeide zij? Wil zij zijn vrouw wor
den? Nu moet ik weeklagen» zoolang ik
leef 1"
De liefde was onnatuurlijk teruggedron
gen; nn sloeg die in heldere vlammen op,
Z>j weende nog altijd niet. Met do hand
tegen het brandende voorhoofd, het bieeke
gelaat onbeweeglijk, de afwezige blik star
gericht op de stijgend: avondwolken,
klaagde z.j op zachten, weeken toon: „Mijn
held! Mijn lieveling 1 Nu hebt gij je toch
tevergeefs teg n de oude schuld verzet. De
zonden der vaderen worden toch bezocht
tot in het derde geslacht. Ik zie je weef
over de ze© trekken, maar niet alleen, er
ger dan alleen; de schuld naast je; en
schuld zal je verder bedriegen, kwellen, en
als gij vermoeid je hoofd aan een mcnschea-
borst wilt leggen, dan zult gij het tegen de
schuld aan leggen Zelfs in den slaap zult
gij van haar droomeu. Mijn arme lieve
ling 1"
Van uit de zacht bruisende zee, welke m
volkomen duisternis aan hsar voeten lag,
kwam een kcelo wind opzetten Zich aan
den stam van den berk vasthoudend, b©ug
Gertrud zich ver naar voren en keek mei
starende oogen in de duisternis.
(Wordt vervolgd.)