Eerste Kamer. Telegrammen. Gemeenteraad van Lelden Uit de Rechtzaal. FEUILLETON. Zittvng van heden, {ter Telegraaf). Alvorens werd overgegaan tot behande ling van het wetsontwerp betreffende Ne derlands diplomatieke volksvertegenwoor diging in Marokko, deelde de m 1 n v. b i te n 1. zaken aan de Kamer mede, dat de overleggingen der Nederlandecbe cn Duitsche commissarissen, die inzake op heffing der bezwaren van de dubbele on gevallen verzekering to Berlijn vergaderd hebben, tot positieve resultaten hebben ge leid. Die commissarissen toch zijn het eens ge worden over ee.i regeling bij verdrag de zer technisch zeer moeilijke taak, en de Regeering na bestndccring der «nier- werpen, die in verband hiermede ojge- maakt zijn, lies aanwenden wat zal kun nen lelden tot een spoedige parlementaire behandeling en bekraehtigig van het trao- taat. Het wertsoutwerp betreffende Marokko werd, na ccnigo toelichtiugen door minis ter Van Tets, goedgekeurd, waarna de be raadslaging over de waterstaatsbegroo- tiüg werd voortgezet met een betoog van den heer Van Leeuwen tegen de cominer- cieele boekhouding voor de tolefooD, zoo- aJs deze thans geregeld is. De '-ce. Van N lerup sloot zich vol komen aan bij bezwaren van den heer Van Leeuwen. Vooral weegt bij hem hét bezwaar, dat, als er willens en wetens fouten worden gemaakt, zulks onbemerkt door den min. op de controlccrendc ambtenaren kan ge schieden. De heer Hovy hoopte dat spoedig over eenstemming zal worden verkregen ten aanzien der havenwerken van Tcrneuzcn. De her. Do Jong dringt aan op een spoedige regeling tot verbetering van de Hondsbosschc zeewering. Des - iin. van Waterstaat betoog de, naar mnleiding van den wensch van den heer Van Velzcn (dat allo eigenaren van door de Delflandscho Zeewering be schermde gronden behooren bij te dragen in de onderhoudskosten dier Zeewering), dat Je regeling van den omslagsplicht be hoort bij Provinciale Staten en dat de waterschapsbesturen zelf de noodigc voor st-ellen aan de Staten kunnen doen. Betreffende kanalisatie van de Maas in Limburg wees de Minister er op, dat Bel gië evenveel belang bij deze zaak beeft als Nederland, en dat hij hoopt, dat spoedig overeenstemming zal worden verkregen. Wat betreft de betooging vao de hecren Van Leeuwen -en Van Nicrop herinnerde de Minister ann de recent© instelling eener commissie*, met den heer Lely aan het hoofd, betreffende 3o Telefoonconccssiés en deze ziet, ook dc quaestie der boekhou ding onder do cogen. Inzake do havenwerken te Terncuzen merkt© do Minister op, dat dc Regeering 1/5 bijdraagt in de kosten ad. lOO.UüO Ten slotte hoopte de Minister, dat in de kwestie van verbetering der Hondsbossche Zeewering de Staten van Noord-Holland met een voorstel zouden komen. Na replieken werd de Waterstaatsbe- grooting goedgekeurd. I J) hel maiiueüobat oordeelde do heer Van Wassenaar dat de houdmg van minister Stuart In de Tweode Kamer alleszins te bil lijken is on hy daarmede aan onze maiino een dienst beeft bewezen. De beer Van Houten opperde beden kingen tegen een schip voor Indiö, maar oordeeldo, dat er geen reden is voor vor- werpir.g der begrooting, ten aanzien van dat schip, dat nader kan worden besproken bU do behandeling der subsidie voor verbieeding der Oosteiduksluis, in de Tweede Kamer. Minister Staal verdedigde de marinebe- grooting. Do behandeling dor begrooting voor Koloniön is daarop aangevangen, BU hot debat hierover betoogt Minister Fock tegenover den beer Scholten, dat het vuor den Staat geen zaak is, den Koffieverkoop, enz. aan do ÜBndelsmaalschappU te ontnemen en dien zelf ter hand te nomen. Ook voor de instelling van een commissie van onderzoek was z. i. geen reden. LOnDEN, 7 Febr. (R. O.) Do oud-minis ter lord Goschen is hedennacht aan een hartverlamming gestorven. [George Joachim Goschen, geboren 10 Augustus 1831, vroeger lid der firma Frühling and Goschen, was tot tweemaal Eerste Lord der Admiraliteit, vice-presi dent van den Boord of Trade, kanselier van het hertogdom Lancaster, en van 1887 tot 1892 kanselier van de schatkist. Van 18631900 was hij lid van het Parlement. In 1880'81 was hij buitengewoon gezant te Kon8tantinopel. In het laatste ministerie-Salisbr-y werd hem weder de portefeuille van financiën toevertrouwd; doefi bij de reorganisatie van dat ministerie in 1900 trad hij, even als de premier, afhij werd toen in den adelstand verheven, en met den titel „Vis count" lid van het Hoogerhuis.J Vergadering van hedennamiddag te twee uren. Voorzitter: mr. N. de Ridder, burgemeester. Tegenwoordig 27 leden. Na opening der veigadering (om kwarlier over tweeën) vestigt de voorzitter er de aan dacht op, dat liet niet onmogoiyk is, dat de agenda vóór het eten niet afgehandeld zal worden en dat er dus waai achUnlljk een avondzitting zal moeten gehouden worden. tJU verzoekt deD leJen dauiom er toe mede te wtikcD, dat in het vorvolg de vergaderingen uiteriyk om minuten over tweeën kunnen geopend worden. Dat geeft minder lijd vei lies. Afwezig met kennisgeving zün do hoeren Korevaar, wegens uitstedigheid, Van Gruting, wegens ambtsbezigheden en De Goeje, wegens verhindering. De notuien der vorige vergadering worden goedgekeurd. De paardenalacbtere zUn weor op de IrlbuDe aanwezig. Tot de ingekomen stukken behooren o. a. een verzoek van den heer Boyersbergen om op do Veemarkt een tent op le nchton voor den verkoop van vorverachingen Ben nader adres van de paardenslachters in zake de vergrooting van den paardenstal van liet Openbaar blachihuis Is gedrukt aan do loden meegedeeld, zoodat er geen voor lozing van woidt gedaan. De openbare vergadering wordt door den Voorzin er geschorst en de deuren worden geeloten. De geheime zitting duurde slechts koit. Na heropening komen aan de orde de vol gende punten lo. Verzoek van W- F. Kaiser om ont slag als Regent van het Geref. Minne- ot Ai me Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (26) Wurdi veneend zonder stemming on met dankbetuiging voor bewezen diensten. 2o. Benoeming vaD een Regent van het Geref Minne- of Anno Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (.2(3) benoemd wordt do heer M. C. F. J. Cosijn, met 22 stemmen, op mr. H. M. G. Kloppen burg waren 4 stemmen uitgebracht. Bén biij«t is blanco. 3o. Verzoek van A. Kist om continuatie in cl© betrekking van Stadsgencesheei (25). Met ajze.iiet.-iiu stemming imi Oi-m em-i 4o. Voorstel tot continuatie van de huur van het perceel Oude -Ieerengracht No. 3a. (27). 6o. Verzoek van N. Krot om vergunning tot het dempen van een gcderltc sloot langs den Hecrensingcl vóór dc Gasthuislaan. (31*) beiden goedgekeurd of toegestaan. 6o. Verzoek van de Kynologenclub to Breda om toekenning van ccn bijdiage in do kosten van een te houden wedstrijd van politiebonden. (32*) Zonder siemmmg afwijzend beschikt. 7o. Verzoek van Regenten van het Heili ge Geest- of Armen- Wees- on Kinderhuis om toekenning van eon jaarlijkscho subsi die. (19) De in de vorige zitting geschorste beraad slagingen werden, hervat, allereerst door den heer Van der Lip, die het gesprokene in die zitting nagaat en er op wjjst, dat door de verdediging van het piaeadvies van B. en Ws. regenten zich voelen gegriefd. Het Geref. Weeshuis heeft een geschiedenis eo daardoor rechten op de gemeente, welke andere dergelUko instellingen niet bezitten. In het advies van B. en We. komen om trent kinderen, die op verzoek van B. en Ws. opgenomen worden, uitdrukkingen voor, welke van onbekondheld met de Inrichting getuigen. Ook wat andere sprekers hebben gezegd, merkte hU op, dat aan wat wees- en houkinderen betreft, nu een verkeerde uit legging wordt gegeven. HU gaat daartoe na de beraadslagingen by het vaststellen indertyd der verordening. Herinnerende aan het aantal onverplicht verpleegde en nog verpleegd wordende kinde ren, dankte bü den heer Zaalberg, voor diens berekening, waaruit bleek, dat er wok een zedeiyke verplichting op de gemeente rust. Den heer Fockema Andreae bestreed hy en ook de onbekende achryver van het artikel in het „L. D." van gisteravond plaatst zich volgens hom, op een verkeerd standpunt. Het voorstel van de heereu Aalberse en Mouleman geeft niets. Dat van den heer Stigter, als vervolg op dat van den heer Van der Eist, lacht regenten meer toe. Hot voorstel van B. en Ws. gaat mank, al echynt er in het brengen van f 30 per kind, dat ingévolge verzoek van B. en Ws. In het gesticht wordt opgenomen op 60 per kind voor ieder kind, dat, zonder dat regenten daar toe verplicht zyn, ingevolge hot verzoek van B. en Ws. in het weesbuis ter verpleging wordt opgenomen een zekere progressie te liggen. Wat bedoelen B. en Ws. met die f 60 Ia hei een bydrage ln het onderhoud of in de goheele verpleging zelf? Dat onderhoud kost toch eigeniyk veol meer. De heer Fockema Andreae Is sedert de vorige vergadering niet van meening ver anderd en vindt hot bodenkeiyk een besluit te nemen als wordt voorgesteld. D® Raad mag niet aan een enkele instelling subéidie verleenen, zonder dat ook aan andere derge- ïyke te doen, als deze het vragen Z 1. be geeft men zich door zulke subsidiën op een verkeerden weg. En daarom zal hy stemmen zooals hy in de vorige vergadering reeds van plan was te doen. De Voorzitter geeft nader de beteekenis aan van wat hy in de vorige zitting heeft gezegd, en treedt in beschouwingen omtrent de bedooling van art. 5 sub. 8 der verorde ning, waarin hy vrat „machtiging" en „by drage" van de gemeente betreft, in meening met den hoer Van der Lip verschilt. Aan B. en Ws kan er geen gtief van ge maakt worden, dat zy van f SO op f 50 zyn gekomen, omdat zy aan regenten een brief hebben geschreven met do vraag, welke ver hooging dan wel gewenscht was, waarop geen antwoord was ontvangen. Zonder de fechten der gemeente prys te geven, stellen B. en Ws. voor een bydrage van f 60 voor hou of verlaten kinderen te verleenen. De vooiznter achtte dat het meest billijk en bestreed daarom de andere amende meuten om dat bediag op 76 ot f 100 te bepalen, terwyi de heer Fockema Andreae niets wil geven. Spieker herinnert er aan, dat eenlge jaren geleden 2ich één voorbeeld heelt voorgedaan van eon kind, dat door oen R. K. moeder verlaten was, maar dat by aanmelding aan het gesticht op de St.-Jacobsgracht toen ten antwoord was verkregen, dat men daar voor verlaten kinderen niet was ingaricht, zoodat het kind vanwege de gemeente by een parli- culieis vrouw ia veipleegd geworden, tegen f2.— per week. Dit is echter het eenige geval met een met-Frotestantsch kind. Met bet Geref. Kinderhuis is het echter anders. Met het nieuwe voor6l«l van B. en Ws. woidt het billijkheidsgevoel bevredigd. De kwestie, wat hou ul verluien kinderen betreft, wordt er mee opgelost. Met vertrouwen zal spr. de stemming afwachten. Do heer F o c k e m a A n d r e a e onkent, dat liU zou gezegd hebben, dat hy niets wil geveu. Hy heeft er op gewezen, dat d® go meonte geen recht heeft om regenten te dwingen kinderen op te nemen. Wyzende op d® besiaando Armenwet biytt ny van meemng, dal het boste is, dat de toestand b*yit zooals hy nu is. De voorzitter meende, dat by de door hem bedoelde uitdrukking van den heer F. A. in de vorigo vergadering gehoord had Des te meer spyt het hem daarom, dat het officie®! verslag dier zitting nog niet is verschenen. De redeneering van den heer F. A. vond hy intusschen niet logisch. Rationeeler zou hy- het dan achten, als deze voor een der amendementen was De heer Aalberse, die racende, dat het Weeshuis een bezitting van anderhal ve ton had, besprak eveneens de betceke nis, welke z. i. aan de verordening mort gegeven worden, waarin van „op verzoek" sprake is, en volgens hem ook niet van een „recht" kan gesproken worden, ge grond op de uitdrukking van „machti ging" van B. en Ws. Met der heer Fockema Andreae is spr van meening, dat rekening moet gehou den worden met de bedoeling der J .mea- wet, die voor verlaten kinderen de noodige voorschriften bevat. Meermalen wordt hier nu echter betoogd, dat er wederzijdscho rechten en verplichtingen bestaan, waar- uit'een andere toestand zou geboren wor den. Hij bleef het amendement van hom én den heer M.uleman handhaven om voor ieder kind, zooals door B. en Ws. wordt bedoeld, onverschillig van „welke gezindte, voor de verpleging dertig gulden te ver goeden. De Voorzitter bleef dit bestrijden. Het doel, dat er mee beoogd wordt, zal niet worden bereikt, want niet alle andere gezindten bezitten een inrichting om de tot hun Gemeente behoorendc kinderen daarin op te nemen. De heer Stigter verdedigde zijn amendement om een som van 100 gulden uit te trekken, wijzende op het door den Voorzitter meegedeelde geval, dat aan vrouw Broeder voor dc verpleging van een R--K. kind twee gulden per week werd uitgekeerd. Dit bedrag zal toch wel zijn gegeven, omdat B. en Ws. er van over tuigd waren, dat het niet te veel was en zij niet vaD plan wareD do vrouw er bij te laten toegeven. De heeren AalbeTse die er intusschen op wees, dat d© R.-Katholie ken hun Vincentius-vcreeniging hebben en Meulemao trekken hun amende ment in. Ter bekorting der discussie zegt de heer Van der Lip, dat hij den op rege >teu onaangenamen indruk gemaakt hebbend.n toon in het rapport van B. cd Ws zal Ja- ten rusten, hoewel bij hem persoonlijk dien indruk niet is uitgcwischt Evenwel treedt hij opnieuw in breedvoe rige beschouwingen ter bestrijding ander maal van het voorstel vjd B en Ws., om dat voor vijftig gulden geen kinderen on derhouden kunnen worden, en ter betoo ging, dat er omtrent het principe van hou en verlaten kinderen tusschen B. cn Ws. en regenten nog wel eens verschil van meening zal kunnen ontstaan, want hou- en verlaten kinderen, d. z. die kim ïen, di© door n of beide ouders tijdelijk of voorgoed achtergelaten worden, terwijl hou-kinderen bij de weezen zijn, ingedeeld, zijn niet dezelfden. De Voorzitter meende, dat de Raadsleden naar het eind© der disoussie verlangdcD, maar moest niettemin nog op enkele onjuistheden van den heer Van jer Lip wijzen, welke hij had gemaakt naar aanleiding van het rapport van B. en Ws. verder zich beroepende op een besluit van 16-11 en weersprekende den spreker, dat de heeren Fockema Andreae en Aalberse geen rekening met do geschiedenis van het ge sticht zouden gehouden hebben- Het eerst kwam ia stemming het verzoek van regenten om aan het gesticht een jaarlijksche subsidie te geven van dertig gulden per kind, dat ingevolge verzoek van B, en Ws. in het gesticht wordt opge nomen. Het werd verworpen met 20 tegen 8 stemmen. Voor stemden do heeren: P. J. Mulder, De Boer, Van der lap, Bosch, Le Poole, Ha8selhacb, Zaalberg, Reimexinger. Het amenderaent-Stigter om 100 gulden te geven werd aangcnomeD met 16 tegen 13 stemmen. Voor stemden de heeren: Bots, Van der Eist, P. J. Mulder, D© Boer, Meuleman. Stigter, E. de Vries, v. d Lip, Bosch. Van Hamel, Lo Poole, H'as- selbach, Zaalberg, Paul en Keimeringor. het aldus geamendeerde voorstel van B. en Ws. om een jaarlijksche subsidie te geven in plaats van 550 gulden, nu 100 gulden per kind voor ieder kind, dat, zon der dat regenten daartoe verplicht zijn, ingevolge het verzoek van B. en Ws. in hétt Weeshuis ter verpleging wordt opgenomen, werd aangenomen met 21 tegen 7 stemmen. Tegen stemden de hecren Witmans, Jn- ta, Eerstens, Fokker, Sijtsma, Fockema Andreae en Driessen. Alzoo is dit punt afgehandeld. De zitting duurt voort. Uitspraken van het Kanton- gerécht fc© jeiden. D© kantonrechter te Leiden veroordeeld© J. H Mzn., te Katwijk, wegens nachtru moer tot drie gulden of drie dagen. J. de B en J. v. d. N., beiden te Noord- wïjk, voor idem, tot drie gulden of drie d. P. M. te Leiden, wegens dronkenschap, tot twee gulden of twee dagen. L. V. V., te Noordwijk, wegens het loo- pen op eens anders grond, tot vier gulden of drie dagen. C. B., te Katwijk, wegens idem, tot dn© gulden of drie dagen. J. v. d. B. Jzn te Noordwijkerhout, we gens idem, tot drie gulden of drie dagen. J. S-, te Noordwijkerhout, wegens idem, tweemaal gepleegd, tot tweemaal drie gul den of tweemaal drie dagen. H. A. v. d. B. en J. S., beiden te 's-Gra- veDhage, wegens idem, tot vijf gulden of drie dagen ieder W. d. B. en Th. v. d. B., beiden te Noordwijk, wegens idem, tot drie gulden of drie dagen. C de V J. H. en D. R., te Sassen- heim, wegens idem, tot drie gulden of drie dagen ieder. A. v d. B JJzn., W. v. d. B. Azn. en P. v, d B Azn., te Noordwijkerhout, wegens idem, tot vijf gulden of drie dagen ieder. L. S-, t© Lisse, wpgens varen bij avond zonder licht, tot twee gld. of twee dagen. N. G-, te Leiden, wegens visshen zon der vergunning, tot twee gulden of twee dagen. D Th. D to Leiden, wegens idem cn zonder akte, tot tweemaal twee gulden of twee dagen W. v. d. B. Azn., te Noordwijkerhout, wegens jagen zonder vergunning, tot drie bieten van twee gulden of driemaal twce dagen H. v N., te Oegstgeest, wegens loopen op den spoorweg zonder vergunning, tot drie gulden of drie dagen. N. K Pzn., te Voorhout, wegens hot dragen van verboden wapens, tot zes gldw of vier dagen. F S., te Noordwijkerhout, wegens idem, tot drie gulden of drie dagen' G. van R., te Noordwijk, wegens idem, tot een gulden of een dag. C v. d. K., te Noordwijkerhout, tot drie gld of drie dagen. S van L.te Sas^enbrim, wegens idem, toe een gulden of een dag. L. van L. te Voorhout, wegens varen in Rijnlands boezemwater zond r vergunning, tot 3 gulden of 2 daeon. Vrijgesproken werd L. J. Y. te Leiden, ten laste gelegd, datjiij een bevel der politi© niet heeft opgevolgd. KATWIJK De antirev. feiesvereeniging „Nederland en Oranje" heeft tegen Vrij dagavond zeven uren een openbare vergade ring belegd, waarin als spreker zal optre den de heer W. SamsoD, vau Leiderdorp, die tot onderwerp zijner rede heeft geko- zen: ,,De actueele politiek beschouwd in het licht onzer antirevolutionaire beginselen." De vergadering w «rdt gehouden in do zaal van het logement ,,De Roskam" te Katwijk aan den Rijn, terwijl toegang en debat vrij zijn LISSE. Te/i gevolg' van het dalen van het aantal kinderen op de O. L. School te Lisserbroek, is een onderwijzer overbodig geworden. De oikIo toren. 74) „Hij heeft je Hef, Trude; ik zie het, als zijn oogen je vervolgen; als gij door do k ner gaat; wij hebben het laa.Lt op Kerstavond allen gemerkt en als Dura niet w..ro gekomen, dan zou hij nog diénzclfden avond gesproken hebben. Hij had zulk een stralender», gelukkigen zonneschijn in zijn oogen, als ik dien nog nooit in het'bog van iemand gezien heb, zelfs niet in (Jhristiaana grijze oogen. Onlangs zat hij op do bank, waarop do dienstboden af en toe zitten. Trude, weet ge, in den hoek bij dc binnenplaats, i sloop zacht van achter op hem toe. Wat denkt gij, dat hij in het zand had ge schreven l Niets clan Trudo cn Trude I Hij werd mooi verlogen. „Vergeet niet, Hans", zeicie ik, „den brief to verzonden, dien go daar aan Trude hebt geschreven. Zoo iets behandelt men overigens beter mondeling.'' Hij zcide, dat ik een domme deerne was cn daarvan geen Yfevstahd had. Ik niet! Of ik er verstand van heb 1 Gij weet im- wevs, Trude, «Int ik Christiaau völfetfrekt niet wild© liefhebben; ik heb er mij Degen verweerd; ik h'eK over Vrij zei vc g-weendv gisteren nog, cn dan voel ik mij wcor zoo zalig, zoo >ot, zoo rein, wijl hij mij lief heeft) Als hij mij aankijkt, deuk ik uaii niets gewoons. Dan is het feestdag, dau is het Kerstavond. En zoo ziet llans van Beneden u aan ci» zoo ziet hij er uit, als hij van je spreekt 1" In Trudes slapen hamert het én elke ha merslag klinkt: „Neergestort.verloren 1" Zij waren de duin opgeklommen door de dennen, en zij traden uit de duisternis van het small© paddo jonge boomen we ken achteruit; zij stonden voor den „berk, waaromheen Gertrud gisteren in den Btorm in de natuur en van haar hart haar armen had geslagen. Zij stonden daar beiden zwijgend. Frauke legde naar arm om de schouders barer vriendin; zoo keken zij beidén naar beneden, naar -1© gescheurde en gespleten stukken muur en hoopen puin, welko in reusachtige vormen door het maanlicht beschenen, in den wit ten Knce lagen. Aan hun voetem breidde zich stil en plechtig de uitgestrekte vlakte van den polder uit, daar achter schitterde de einde- looze zee; lange, zilveren golvenlijnen trokken langzaam in een kalmen, pleehti gen stoet naar het land, maar ver aan den horizon was het diepe, donkere, zwarte nacht. „Luistér!" In al dc stilte een geluid! F r au k c on latei d o. Het i-a dn hoefslag van een paard. Even daarna wandelt iemand over den straat weg naar de deïiuen. Men kan duidelijk in het maanlicht een kleino gedaante onder scheiden. m „Dat is Hinze", zegt Frauke en drukt haar gelaat aan Trudes borst. „Hoor! D© «stem van Dora Thorbeoken. „Ik heb jö vérzocht, hier t© koineD", zei- de zij,, bet doet mij genoegen, dat je mijn brief liebt ontvangen. Ik moet iets noodzakelijks met je bespreken." Hoe koud eu stroef klinkt deze anders zoo zachte stem. „Wat hebt ge?" vroeg Hinzo en zijn stem had een angstigen klank. Toen sprak Dora zacht en aarzelend: Die daar boven met kloppende narten luisteren, verstaan niets. Maar nu vloeit het van Hinzes Lippen, haastig, woest, ten laatst© als de Kroefc van een hongerig boschdier: „Gij wilt mij afschudden? Nu?" „Het moet zijn I Gij kunt er nifete aan veranderen." „En hebt go mij daarom laten roepen l Om mij dat te zeggen 1 En ja. droom ik dan Wat is dat dan geweest, d© liefde, die gij mij getoond hebt?" „Het was liefde 1 Maar nu is zij dood. Kan ik het helpen Kunt 'gij hel Haar stem werd luid cn galmon:). Zij sprak met al den nadruk van woeste, natuurlijke overtuiging. „Dat ik ccn zottin wasl Ik wil, wat mijn hart wil! Juist dat. Wat mijn hart zegt, dat doe ik. Daarvoor ben ik menseh. En gij kunt dat niet verhinderen en mie- mand 1 Ik heb je liefgehad, ik had niets anders. Gij kreegt het uwe 1 Heeft iemand je bearogen?... Maar. nu is h ij gekomen! Nu wil ik hem hebben 1" Hinz© steunde zacht; hot klonk als het kermen van een gewond dier in het diepe woud. „Daarom al die slechtheid tegen den hulpbehoevenden armen Knee, de diefstal van dc brieven, dat afschuwelijk gedrink. daarom 1 Thorbcckcn heeft een erfgenaam en gij kiest u thans oen ander. Zeg me toch, waarom heb ik dat nu ge daan 1" „Ik zal jc geld geven," zeidc Do»-a, inet ingehouden, onbestemden angst. „Mij? Géld? ik verkoop mijn ziel maai niet voor geld 1 Voor liefde 1" „Ik kan niet anders 1 Het is als een woest© macht over mij gekomen 1 Ik zou den persoon kunnen dooden, die zich tus schen mij en hem plaatste 1" Zij hield een oogen blik op, als verschrikt van den woesten kreet van het dier, dat zich in haar ziel verhief; daarop ging zij met doffe, toonlooze stem voort: „Ik heb een afschuw van mijzelve. Heb medelijden met mij, maar haat mij niet 1 Hij heeft mij in het gezicht gezegd, dat hij de zandgravin liefheeft en mij nooit zou kunnen liefhebben. Hij neemt mij, zooals men een slavin koopt, met een goeden handel. Ik heb den ouden man met de brieven gedreigd; hij heeft hot onrecht jegens do zandgravin goed gemaakt, dat is de huwelijksgift van de slavin, uat al leen, anders niets; haar hart, haar vurige liefde, die begeert hij niet." Zoo jammerde zij in haastige, bue'scho woorden. Toen deea iemand een stap naar voren. Dora riep vol onuitsprekciijken angst: „Vergrijp jo niet aan een vrouw „Meincedigo! Waar is mijn leven? Geef nvi r~"n Dven terug I" Onmiddellijk daarop hoorde men het ga- loppeeren van een paard cp <J. i zacht-en zandgrondover den ouden rijweg gleed een i izame, vermomdo vrouwengestalte Gertrul stond zwijgend en starend naast den I erk, '-«rt h~ r aim om den jongen stam geslagen en haar hand tegen bet hoofd gedrukt. „Schrei toch, Trudo", smeekt© Frauke, haar aan den arm schuddendhaar zelve liepen de tranen over de bieeke wangen. „Wat zeide zij? Wil zij zijn vrouw wor den? Nu moet ik weeklagen» zoolang ik leef 1" De liefde was onnatuurlijk teruggedron gen; nn sloeg die in heldere vlammen op, Z>j weende nog altijd niet. Met do hand tegen het brandende voorhoofd, het bieeke gelaat onbeweeglijk, de afwezige blik star gericht op de stijgend: avondwolken, klaagde z.j op zachten, weeken toon: „Mijn held! Mijn lieveling 1 Nu hebt gij je toch tevergeefs teg n de oude schuld verzet. De zonden der vaderen worden toch bezocht tot in het derde geslacht. Ik zie je weef over de ze© trekken, maar niet alleen, er ger dan alleen; de schuld naast je; en schuld zal je verder bedriegen, kwellen, en als gij vermoeid je hoofd aan een mcnschea- borst wilt leggen, dan zult gij het tegen de schuld aan leggen Zelfs in den slaap zult gij van haar droomeu. Mijn arme lieve ling 1" Van uit de zacht bruisende zee, welke m volkomen duisternis aan hsar voeten lag, kwam een kcelo wind opzetten Zich aan den stam van den berk vasthoudend, b©ug Gertrud zich ver naar voren en keek mei starende oogen in de duisternis. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 6