gewoon tevreden over hetgeen ten gehoore
werd gebracht en toonde dit telkens en tel
kens weer door langdurig en herhaald ap
plaus.
Liederen van de beroemde zangeressen
Patti en Melba, mede door de gramophoon
gezongen, werden onder doodsche stilte
aangehoord en ook na afloop daaivau
scheen aan de toejuichingen jegens het in
strument, dat daar boven op het orkest to
midden eencr keurige bloemen- en planten-
versicring kalm zijn werk deed, geen einue
te zullen komen.
De Maatschappij noemt haar nieuwste
uitvinding de „Auxeto"-Gramophone ot
kortweg Auxetophone
De Auxetophone kan thans alleen in ge
bruik worden gesteld op plaatsen, waar
men over electrischen stroom beschikt,
want het beginsel berust op elcctnciteit.
Immers, de naald, die over de cubonict-
platen gaat krijgt door het aanbrengen van
een electrischen motor aan het instrument
een gcregeldcn luchtstroom, die, eerst
gaande over een reeks dunne latjes, getem
perd wordt, en daarna-, langs de naald
loopende, de trillingen tot op grooten af
stand kan voortplanten, zoodat de klank
duidelijk, tot zelfs op een mijl afstands,
kan doordringen.
De uitvinding, op zichzelf heel eenvou
dig is van den heer Charles A. Parsons en
belooft voor de toekomst van de Gramo
phoen ontegenzeglijk veel. Tot heden is do
nieuwigheid zeer kostbaar, want het 'n-
struaaent, zooala het in Albert Hall ten
gehoore werd gebracht, koet niet minder
dan 100 pond sterling of 1200 gulden. De
koperen hoorn bij dit instrument was ver
vangen door een van hoorn vervaardigd,
die blijkbaar den klank beter verspreidt
dan de metalen hoorns, tot dusver ge
bruikt. De gramophoon behoeft zich voor
dit grootsche debuut in een der grootste
concertzalen der wereld heusch niet to
schamen."
Bijaldien ook de Auxetophoon over eeni-
gen tijd in Leiden, bijv. bij den heer L.
"Valk (firma Peltenburg), Breestraat, die
- ons nu reeds vergast op mooie gramophone-
concerten, in werking werd gesteld, is het
volgens do Lonclena&r den Leidenaars aan
tt raden de nitvoeiing bij te wonen.
Sijk gestolen.
De oud-politiespenider, die aan J. F. van
het Amaterdamsche Handelsblad'' bijzon
derheden verhaalt uit zijn vroeger beroep,
vertelde ook van een thans nog levend
boeven-exemplaar en hoe dit aan zijn geld
gekomen is.
De man hééft gestolen, ingebroken; hij
beeft gewoekerd, hij heeft zijn geld verdiend
als oplichter, als vervalscher. Er is weinig
te bedenken op misdadig gebied, wat hij
niet heeft uitgehaald. Hij heeft zolfs ge
moord, een armen kantoorlooper zijn nek
afgesneden om uj sleutels van een brand
kast in zijn handen to kiijgen al kon
het bewijs er van ncoit tegen hem geleverd
worden. Maar al zijn andere boevenstreken
waren reeds voldoende, om hem het groot
ste deel van do jaren, dat ik hem gekend
heb, in de gevangenis te doen doorbren
gen.
In zijn soort was hij de volmaakte in
breker. 'a Zaterdagsavonds sloop hij do
kantoren binnen, liet èich opsluiten, brak
den hcelen boel open, stal op zijn gemak
wat hij gebruiken kon alleen geld cd
wandelde 's Maandags, als het kantoor
weer open ging, kalm weg.
Er was er geen een, die zoo mooi een
brandkast wist te foreseren; ik weet achter
eb nog niet wat hij er voor gebruikte, om
tot slot te laten springen; het was geen
ba-uit, geen dynamiet, want dat zou te
vee1 lawaai hebben gemaaktmaar hij kreeg
de brandkasten open, zonder dat er aan
de kast zelf noemenswaardige schade waa
toegebracht.
Het geld, dat hij stal, potte hij op. Hij
leefde altijd eenvoudig, netjes, cn in zijn
stand zelfs deftig, zonder overdadige
weelde. Hij gaf het geld niet noodeloos
uit, dronk niet, was tuk op den penning.
Hij potte maar, potte maar. Wanner hy
weer een paar lapjes van honderd of dui»
zond gestolen haa, stopte hij ze in eeD lee-
ge flesch, zette er de kurk op, en begroef
zijn spaarpotje ergens buiten do stad op
een veilig plekje, dat zelfs zijn vrouw
die anders van de avonturen \an haar man
op de hoogte was niet zou hebben weten
te vinden.
Liep hjj tegen de lamp, kwam een "en
kele maal een van zijn inbraken uit, dan
liet hij zich kalm vonnissen, zat gemoede
lijk zijn jaartjes uit, en ging daarna zijn
spaarpotje weer opgraven. Daarvoor kocht
lij dan een huisje, zocht er nette huurders
voor. Na een volgende inbraak kocht hy
nog een huisje. Later weei een. Telkens zat
hij zijn jaartjes weer in de gevangenis,
kwam er weer wat welgestelder uit.
Tot by ten laatste voldoende gegapt had.
Toen vestigde hij zich als woekeraar;
zette zijn klanten af wat hij maar kou.
Tusèchen de bedrijven door kreeg hij nog
vijf jaar voor een smeiig zaakje met ver-
valschte lommerdbriefjes cn valsche hand-
teekeningen.
Maar dat was ook do laatste maal met
een.
Tot zijn eer moet ik hem nagevey, dat ik
hem sedert tot geen misdaad meer in staat
reken. Hij had genoeg ingebroken, bij el
kaar gestolen, om voortaan rustig te bun
nen leven. Nu waa hij een. rijk, gezeten man.
Hij was zelfs zoo fatsoenlijk, dat hij zya
bioer, die 3S jaar in Leeuwarden had ge
zeten, verstootte, toen die hem na zyn
ontslag kwam opzoeken 1
Hij had een partij huizen, die hij goed
verhuurde. Hij woonde zelf deftig in eén
or van. Ik ben er wel eens geweest. Zoo'n
protsenboel kun jc je niet voorstellen.
't Was leelijk van de mooiigheid! Alles
pwaar van het verguld. Piachtmeubelen
van mahoniehout, waar de krullen en tior-
lantijntjcs afdropentapijten twee en drie
over elkaar; overdadige pendules met cou
pes, op èlk penantkastje, op élk étagèrotje
zoo'n stel. Toen zijn aangenom.n dochter
trouwde, kreeg zo een huis als 'oiuidsschat.
Sedert zijn vrouw gestorven is, wandelt
hij eiken dag als een deftig burger do
grzohtea af. 's Middags drinkt hij zijn
borreltje in eon van de cafés in de Kalver-
straat; hij heeft zijn vaat tafeltje in één
van de groote restauraties, laat zich royaal
bedienen voor zijn geld
Wilt u mo wel golooven, dat do kriebel
me nog jeukt door mijn oude rechercheurs-
handen, eiken keer als ik hem da-r over
de straat zie wandelen, in zijn goede klce-
ren, zijn handen in zijn zakken, zijn duren
hond aan een mooi leertje achter zijn hie
len.
Het drinken van thee.
Het drinken van thee is tegenwoordig
aan de orde van den dag.
De namiddag-theedrinkerij neemt toe;
dit breekt den dag, geeft den dames tot
gezellig samenzijn cn samenspreken aan
leiding en... een kon thee smaakt heerlijk.
Nu wordt voor een ander doel oen warm
pleidooi, voor thee geleverd.
Blijkens een medcdecling in de ,,Med.
Record.1' heeft een officier van gezonanrid
bij het Britsche leger den invloed van af
treksel van thee op het leven en de voort
planting van den typhusbacil nagegaan.
Hij vond, dat typhusbacillen na vier uren
in een koud aftreksel vanthee belangrijk
in aantal waren afgenomen. Na vier en
twintig uren kon men er geen meer aan-
toonen. Hij vindt daarin een aanwijzing
om, waar men aan de soldaten geen zuiver
water kan verschaffen, hun een aftreksel
van thee voor drank te geven.
Thee verslaat ook don dorst.
Daarvan heeft men trouwens v*fd« iti do
praktijk ervaring opgedaan in ons leger.
Menig soldaat heeft cr voldoening van ge
had, als hij op marsch een veldflssch met
koude thee meenam, en bij manoeuvres
wordt koude thee of koude koffie den sol
daten aanbevolen.
Dit blijkt dus uit meer dan één oogpunt
zijn nut te hebben.
Huisarbeid te Berlijn.
Omtrent den huisarbeid te Berlijn heeft
de Beriijnsche Kamer van Koophandel een
rapport uitgebracht. L'it haar ondcizoek,
dat door de te Berlijn gehouden huisarbeia-
tentoonstelling is uitgelokt, blijkt, dat het
aantal in de hoofdstad in do huisindustrie
werkzame personen 120,000 bedraagt, der
halve veel \algemeener is dan men dacht.
Van dit aantal komen op de dame9- eri
kinderkleeienconfectie 52,000; op de heeren
en jongenskleeren-confectio 22,000: op de
industrie van wasschen en strijken 47,000;
op de vervaardiging van hoeden, bloemen,
veeren, mutseD 6000; op die van schoenen
2000; op de papier-, leder- en galanteriewa
ren-industrie 5000; op de sigaren- en sigaret
ten-industrie 3000. Ongeveer 20,000 perso
nen zijn werkplaatsen-arbeidexs, zoodat
het aantal eigenlijke huisarbeidsters to Ber
lijn op 120,000 is to stellen.
De genoemde bedrijven uitgenomen d©
sigaren- en sigaretten-industrie, die hier
niet meegeteld wordt, omdat de fabrieksar
beid daar overwegende is hebben te Ber-
lijr» een jaarlijkBchen omzet van circa 600
millioei) Mark.
Wat de loonen betreft wordt iD het
rapport geconstateerd, dat zij in do laatste
jaren gestegen zijn. Het gemiddelde loon
van de mannelijke huisarbeiders in de da
mes- en kinderkleerenconfectio is ongeveer
30 Mk. in de week. Voor vrouwelijke huis
arbeiders ongeveer 750 Mk., in het jaar. In
de kostuum-, rok- en blouseoonfec' 's wordt
gemiddeld 6S0 Mk. in het jaar verdiend.
(Een Mk. is zestig Hollandsche oentcx-).
De arbeidstijd van do gehuwde huisar-
beidsters bedraagt gemiddeld 8 uren daags;
de arbeidstijd der ongebuwden is in den
regel langer en nadert oen werktijd van
de mannen, die 11 a 12 uren bedraagt.
Dienstboden in den ouden tijd.
Dat er reeds Ln vroegere eenwen ge#*a
groote lust heeft bestaan bij de meisjes uit
de volksklasse om bet beroep van dienst
bode te kiezen, zou men moeten opmaken
oit een plakkaat van Filips II van 5 Deo.
1588, ingevolge hetwelk allen overheidsper
sonen der stad Gent aangeschreven werd
stipt te waken over de misbruiken, bedre
ven inzake het bedingen van loon en ver
huren van arbeid door de manlijke bedien
den en de dienstbodenmisbruiken, daar
uit voortspruitend, dat vele jonge meisjes,
bekwaam haar diensten te verleenen aan de
goede luydon, zich bezighouden met dingen
van geeneriei of van zeer weinig waarde of
voordeel voor de gemeente, bijvoorbeeld met
kleinigheden (minuteyten) ala kantwerk of
anderen arbeid.
Ingevolgo dit plakkaat verbood bet ge
meentebestuur van Gent: „ten strengst©
aan ieder, wie het zij, nog eenig kantwerk
te maken of te laten maken, met uitzonde
ring van kleine meisjes niet ouder dan
twaalf jaar en bij haar ouders inwonend."
Jongen meisjes werd al zoo het recht op
ander werk ontzegd, or. den burgers aan
goede ca goedkoop© dienstboden to hclpon,
en dit noemde do overheid: handelen in
het belang der gemeente.
Eieren-proef.
Wij doelen hier een eenvoudig middel mee,
om den ouderdom van eieren to benalon, be
rustende op het feit, dat bij het ouder wor
den van eieren do luchtbol binnen den dop
greotor wordt. Wanneer men nu zóóveel zout
in een bak met water doet, als er in oplossen
wil, krijgt men een vloeistof, waarin een kon*-
verscli ei zinkt en volgens zijn lengte-as wa
terpas op den bodem komt to liggen. Bij een
ei van drie of vijf dagen ziet men het stompe
einde reeds wat rijzen, zoodat de lengte-as een
hoek van twintig graden mot den bodom
vormt.
Bij een ei van acht dagen ^ergroot do hoek
zich tot 45 graden, bij een ei van veertLn da
gen tot 60 on bij een ei van drie wekotr tot
ongeveer 75 graden. Een oi van een maand
oud drijft loodrecht op zijn spitse uiteinde.