De weken vóór Kerstmis. De Berlitz-rasetfoode. Zooals bij alle nieuwe stelsels, vooral in take opvoedkunde, schuilt bij deze twee handige euthusdasten waarschijnlijk wei overdrijving. Het tweehandig stelsel is niettemin een te belangrijk onderwerp, om er ook ten onzent niet de algemeene aandacht op to vestigen. We leven hier te Eerlijn nu in de gezel lige dagen vóór Kerstmis, schreef dezer dagen een correspondent van ,,De TeK- graaf." Wie nv niet ziek op bed behoeft ce liggen, gaat met bet heerlijke weer den Tiergarten in. Het winterseizoen be reikt thans reeds hoogte-punten. Equipa ges rennen door Kurfürstendamm, Tier garten, Linden, en de nieuwste auto's snellen met duizelingwekkende vaart door de breede, statige allées. Kinderjuffers met het heele kroost dren telen door de Sieges-Allée, waar de nieuwe recruten geschiedenis leeren. In de stad snelt het eeuwig hernieuwen de leven. Het straatleven gaat opgewekt eti monter, als leefden we in het Zuiden in plaats van hoog in het Noorden. Yan winter nog steeds geen spoor. Na de gruwelijk grauwe dagen van de vorige week, zitten we nu weer in het zonnetje, dat wel vreesachtig wegduikt en met meer zilver-wit achter loom-grijze wolken, dan met lachend goud uit koel blauwe heme len praalt. Het is des .morgens en des middags bl eek-nevelig. De buis-einders zijn onzichtbaar, de stalen brugspannin- gen en stationsbogia, al die scherp-harde lijnen vloei ?n weg en ge ziet een heel an dere sprookjes-mooie stad in die vale schemering opleven. Vooral t>ij het zons- ondergaan, al; nog slechts in enkele win kels bet brutale electrische licht de straat inspuwt, ziet ge Bjrlijn vermooion. Dan staat het vak licht boven de oneindig- vernevelde straat in purper en lila-rood te gloeien, lijkt het uiterste stadsgedeelte met viaducten en torens, stationshalle en hooge-verdieping-huizen in violet-blauwen rook weg te duisteren,' waarin dan weer hatelijk vlug de rood-witte gloeilampen vloeken naast de maan-zieke booglampen. Licht, dat menschen maken, knoeit ga ten in den fijnen, purperen schemer, knoeit harde kanten van gevels te voor schijn en vertoont weer vitrines. En toch moeten we het vandaag juist over vitrines hebben. Want kinderen, kleine kleuters, dapper en klein, stappen nu langs de trottoirs van alle straten. Voorzichtige moeders, juffers en meiden houden toezicht. WelJo ziet nooit kin deren op straat in Berlijn, d. w. z. in onze city-straten 1 Maar nu loopen ze, warm ingebakerd, net lekkere witte beertjes, om ze 4.XX) in je armen te knuffelen, langs de vitrines. Vooral Wertheim heeft enorm succes met zijn étalages. Voor de twintig of dertig tentoonstellingskasten staat de jeugd kreten te slaken van verrukking. Je hart van engeltje moet wel open gaan, als je zooveel heerlijks ziet. aIs: er is een paradijs, waar het gesneeuwd heeft. Heel de mooie tuin ligt dik onder het wattig gevlok. Over de denneboomen hangt schitterend rijm en zoo natuurlijk! „Pre cies suiker 1 moeder 1" roept een kind. In dien tuin komen groote m kleine ba by's aanstappen, honderden met kaarsjes in de hand. Ën ze staan op verhoogingen, tot heel diep weg. Het is of ze uit den he mel komen, allen naar clie eene kleine baby toe: het Kerstekindeke Nog vele andere vitrines, met allerlei speelgoed. Echte, kleine auto's en dog carts, waarin een kleine, zwarte heer voor koetsder zit. Een heele zoo(zoölogique) roepen de kleine gasten, die do neuzen platdrukken en maar lachen. Je ziet de oogen schitteren van pret die klauterende beren en apen, die dom- dikke olifanten en rhinocerossen Sinds we hier in Duitschland aan ko loniën doen, spelen de kinderen met ne gers en negerinnetjes, en een heele collec tie Duitsch-West-Afrikaanscbe mormeldie ren hebben hun intocht in de speelkamer bier gemaakt. Dit alles gewis weer in ver band met het bezoek der Rijksdagleden aan dit deel der zwarte aarde. Geen politie'; I We loopen neg steeds langs Wertheim: dat is zoo'n echt: ,,Ik- sla-je-van-de-vlakte"-gebouw. Ditmaal blijven we buiten, waar je toch de quint essence van het binnenste ziet of moet zien. Er worlt steeds zoo aardig geëta leerd. Als je de kleine kurassiersunifor- men ziet, staan er natuurlijk heele ves tingen bij, zie je looden legerscharen aan rukken, kanonnen, cavalerie cn infanterie met muziek voorop. Wagens van het Roo ds Kruis en zusters van liefde. Zie je alle cherubijntjes, alle dodderige baby's, met snoepige krulletjes vlasblond en spierwit te jurkjes, dan heb je te gelijk heel dat engeltjes-huishoudentje er bij. Mooie witte kastjes en bedjes en japonnetjes, zus en zoo, en fijne hondjes en katjes met belle tjeshet is allee zoo ,,tje-tje>", of je Russisch ging praten. Dit is een rijk voor kinderen, een geluk kig rijk ook voor vaders en moeders die hart hebben encenten. Het is niet te verwonderen, dat 'deze methode veel opgang maakt en bovendien reeds in meerdere of mindere maté als „aanschouwelijke methode" wordt toege past bij het gewone schoolonderwijs. De nieuwe methode komt van de prac- tischc Amerikanen. Berlitz- onderwees in een Amerikaa-nscire stad persoonlijk alle levende talen-, Fransch werd het meest gevraagd. Hij gal er zelf les in, doch kon het niet af en zocht een assistent. Een zekere Jolley, die in de Vereemgde Staten fortuin was ko men maken, doch nog niets anders had gevondeu dan een betrekking als iiftjon- gen in een groot hotel, meldde zich aan. Deze intellctueele proletariër kende van de EngeLsch© taal....slechts de woorden: „tweede verdieping," „derde verdieping"en zoo tot de vijfde, want het hotel was gevestigd in een ouder- wetseh Amerikaanech huis, dat maar vijf verdiepingen telde. Berlitz engageerde Jolley, wien hij op droeg een „le^on de choses" t© geven. Van alle meubelen en voorwerpen in het ver trek, van zijn kleeren en die van de leer lingen, de lickaamsdeelen, de kleuren, de afmetingen, het gebruik der voorwerpen, enz., zou hij 'rijn leerlingen in het Fransch den naam noemen. Berlitz was verlangend naar de resulta ten dezer nieuwe proef. Jolley bleek een prachfcigen aanleg te hebben voor pantomimist. Toen hij eens wegens ongesteldheid een les moest mis sen, verving Berlitz hem en ontdekte tot zijn groote verbazing, dat de klasse van dezen geïruproviseerden leeraar veel verder was dan zijn eigen klasse, die volgens alle regelen der kunst geleerd had. „Mijn fortuin is gemaakt en het uwe ook," verklaarde hij al'; een echte Ameri kaan aan Jolley. In 1878 werd te Boston de eerste Ber- Iite-school geopend. Thans vindt men er reeds in alle Amerikaanscbe steden, in Engeland, Frankrijk, Duitschland, Dene marken, Holland, enz'. De directe metho de, bij toeval ontdekt, had dus een onge kend succes. De vertaling wordt zooveel mogelijk ver bannen, en g" tracht, den leerling van het begin af in de nieuwe taal te leeren denken. Do grammaire wordt ook onderwezen, doch niet abstract, maar zooveel mogelijk van een bepaald geval uit. Al kan bijvoorbeeld een vijfjarig kind niet achter elkander opdreunen de ver schillende personen, tijden en wijzen van een werkwoord, daarom kan het toch in zijn praktijk je het werkwoord wel ver voegen. MeD neme maar eens de proef met het werkwoord „hebben". Of het kind dat kan I Daar schrijven en corrigeeren veel tijd zou kosten, geschiedt beide door leerling en leeraar b iten het lesuur. Iu de les hoort men niets dan de vreemde taal, ter wijl bij een gewone les in zulk een uur nog minstens voor negen tienden de moe dertaal wordt gesproken. In Duitschland leerden alle zoons des Keizers te Bonn reeds hun talen volgenal de Berlito-methode. De koning van Span je heeft net zelfs voor een gedeelte aan den heer Berlitz te danken, dat hij bij zijn Engelsche Ena in haar eigen moedertaai haar hart wnl te naderen. Toen zich tijdens de wereldtentoonstel ling te St.-Louis een aantal bewoners vtm de Filippijnen in Amerika bevonden, heeft broeder Jonathan gretig de gelegen heid aangegrepen, om met zijn nieuwe on derdanen taalcontact te krijgen. De nieu we leerlingen converseerden met be hulp van de Berlitz-methodo na twee maanden al in het Engelsch. Dagelij ka hadden ze één uur les gekregen. In Prui en is de Berlite-method© reedt officieel ingevoerd aan krijgsscholen, ma rine-academies en voor de lessen aan het spoorwegministerie. Hier te lande namen tal van Delftsche professoren en zendelin gen les in het Maleisch of Soendaneesch. Ook nemen vel© vreemde gezanten in Den Haag les in het Hollandsch. Henri d.- Vries bestudeerde volgens do Eerlitz-metbode het Engelsch, voor hij met „De braad in De Jonge Jan" naar Albion trok. Het is interessant de openbare lessen, als ze gegeven worden, bij te wonen. De Darwmpeiming. In verband met de toekenning van den Darwin-gedenkpenning aan professor Hu- go de Vries kan het volgend© worden mee gedeeld In 1855 besloten beheerders van het in ternationaal fionids voort een gedenktee- ken, aan Darwin gewijd, het batig slot over te dragen, bijwijze van beurs of stich ting, aan de „Royal Society of London", het beroemde wetenschappelijk lichaam* Zijn leden hebben het recht de letters F- It. 8. achter hun naam te zetten fellow of the Royal Society en dat recht is een der meest geëerde onderscheidingen, welke iemand op wetenschappelijk gebied in Engeland kan deelachtig worden. Aan de Royal Sociesty .werd opgedragen de renten van dit fonds van tijd tot tijd te gebruiken ter bevordering van studiën en onderzoekingen op biologisch gebied, het gebied dus, door Charles Darwin be. werkt. Hét fonds werd tot een bedrag van 5500 pd. 6t belegd in obligatiën der Soutü East ern Rai w ay, welke tegen vier ten hon derd, een jaarlijksch inkomen van onge veer 100 pd. st. opleveren. Om de twee jaar wordt, volgens besluit van het bestuur der Royal Society, een zil veren of een bronzen gedenkpenning uit. gereikt, ter belooning van werk van alge meen erkende onderscheiding vooral op het gebied der Levenswetenschap op „het veld, waarin Darwin zelf arbeidde." Bij den gedenkpenning wordt een ge schenk in geld, ten bedrage van 100 pond, gevoegd, terwijl het overschot telkens wordt gevoegd bij de hoofdsom. De penning vertoont aan de eene zijde Darwins beeldenaar en aan de andere zdjn naam, „Carolus Darwin", met in Romein- sche cijfers het jaartal 1809 er boven en 1882 er onder, terwijl er omheen staat een krans van planten, welke Darwin voorna melijk onderzocht, zooals de primula, de orchidee, enz. De gedenkpenning werd de eerste maal geschonken in 1S90 aan dr. Alfred Russell Wallace, wiens werken over den Malei- schen archipel en de plantenwereld ook in Nederland bekend zijn, terwijl zijn boek over het Darwinisme, in 1889 verschenen,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 13