No. 1434S. LEIDSCH DAGBLAD, VRIJDAG 30 ftOVSIVIBER, TWEEDE BLAD. Anno 19CG. Pb Leidscha verordeoiog op den handel In en den verkoop van melk. m. Na in twee vorige nummers het rapport 'der oommissie voor do strafverordeningen thebben meegedeeld, laten wij thans do artikelen zelven van die ontwerpverorde ning volgen: Art. l. In deze verordening wordt onder melk verstaan koemelk. Art. 2. Het is verboden melk te leveren, ten ver koop voorhanden te hebben, uit te stallen in het openbaar, rond te brengen, rond to venten, to vervoeren of te doen vervoeren, anders dan onder ó'e volgende benamingen: 1. Volle melk. 2. Afgeroomde melk, lste soort. 3. Afgeroomde melk, 2de soort (Centri fuge melk). 4. Karnemelk. 5. Kindennelk. Toegelaten zijn alccn de navolgende bij voegingen gepasteuriseerd, gesteriliseerd en gecondenseerd. Hortecllieden melk grooter dan 3 Liter in het gebouw of op het erf van den melkverkooper aanwezig, worden geacht ten verkoop voorhanden te zijn. Art. 3. Het is verboden tc leveren, ten verkoop voorhanden te hebben, uit te stallen in het openbaar, rond te brengen, rond to ven ten, to vervoeren of te doen vervoeren, melk, welke niet voldoet aan den eisch, o'at zü is normaal van smaak, reuk, kleur, en consistentie en afkomstig van gezondo koeien. Zij mag bij staan ter hoeveelheid van Liter in een cylindrisch vat van helder, kleurloos glas e.i 9 c.M. middellijn na één uur geen bezinksel vertoonen. Art. 4. Als volle m:..: mag slechts worden afge leverd, ten verkoop voorhanden gehouden, uitgestald in het openbaar, rondgebracht», rondgevent of vervoerd, melk, waaraan niets is toegevoegd of onttrokken en waar van het gehalte aan vet ten minste 2.0 pCt. bedraagt, dat aan vetvrije, vaste s. f ten minste 8 pCt., terwijl de zuurgraad (uitge drukt al3 ccra. 1/4 N kaliloog op 100 ccm. melk, getitreerd met phenolphtaleïne al* indicator) ten hoogste 8 0 zij. Indien een melkverkooper de ondeugde lijke samenstelling van zijn volle melk toe schrijft aan zijn leverancier, zullen, des- verlangd tegen vergoeding van de markt waarde, cén of zoo noodig meer controle- monsters worden genomen. Art. 5. Als afgeroomde melk ..orstc soo.t mag slechts worden afgeleverd, teD verkoop voorhanden gehouden, uitgestald id het openbaar, rondgebracht, rondgevent of ver voerd, melk, waaraan niets is toegevoegd en waaraan slechts zooveel room is onttrok ken, dat het vetgehalte teD minste 1 pCt. bedraagt. Als algeroomdc melk tweede &oort, cen- trilugemelk, mag slechts worden afgele verd, ten verkoop voorhanden gehouden, uitgestald in het openbaar, rondgebracht, rondgevent of vervoerd, melk, waaraan niets is toegevoegd en waarvan het vetge halte minder bedraagt dan 1 pCt. De zuurgraad van beide soorten afge roomde melk mag niet hooger zijn dan 8,0. Art- 6. Als karnemelk mag slechts worden afge leverd, ton verkoop voorhanden gehouden, uitgestald in het openbaar, rondgebracht, rondgevent of vervoerd, het product, door karnen van volle melk of room verkregen. Karnemelk moet een gehalte hebben aan vetvrije vaste stof van ton minste 7 pCt-, een zuurgraad niet hooger dan 40 aan tal ccm. 1/4 N. kaliloog op 100 ccra. melk, getitreerd met phenolphtaleïne als indica tor cn een soortgelijk gewicht van de wei niet lager clan 1.023 bij 15 graden Celsius. Karnemelk, niet voldoende aan do cischen in de vorige alinea omschreven, mag slechts worden afgeleverd, ten ver koop voorhanden gehouden, uitgestald in het openbaar, rondgebracht, rondgevent of vervoerd, zoo haar verpakking voorzien is van een duidelijk zichtbaar opschrift, ver meldende het woord „Veevoeder". Dit op schrift moet voldoen aan den eisch, in art 25 omschreven. Art. 7. Als kindermelk mag slechts worden af geleverd, ten verkoop voorhanden gehouden, uitgestald in het openbaai-, rondgebracht rondgevent of vervoerd, een surrogaat voor moedermelk, hetwelk op zijn verpakking voorzien is van een etiket, aangevende het woord „kindermelk", naam en woonplaats vaji den fabrikant, gebruiksaanwijzing, een scheikundige analyse vermeldende het soortgelijk gewicht bij 15 graden Celsius, bet gehalte aan vrt, totaal eiwit, albumi- ne en melksuiker, benevens een aandui ding van de kwaliteit uit bacteriologisch oogpunt. Do verpakking moet niet geopend kun nen worden dan door verbreking van een zegel of merk. De melk moet in samenstelling overeen komen met de analyst? cijfers op het etiket vermeld, behoudens relatieve speling van ten hoogste 5 pCt. boven cn 5 pCt. onder elk der analyse-cijfers. Art. 9. Als gepasteuriseerde volle of afgeroomde melk mag slechts worden afgeleverd, ten verkoop voorhanden gehouden, uitgestald in het openbaar, rondgebracht, rondgevent of vervoerd, volle of afgeroomde melk, wel ke voldoet aan de volgende eischcn lo. Zij mort zijn normaal van smaak, reuk, kleur en consistentie en afkomstig zijn van gezonde koeien. 2o. Zij mag bij staan ter hoeveel van liter in een cylindrisch vat van hei -.r, kleurloos glas en negen cm. middellijn na cén uur geen bozinksel vertoonen. 3o. Zij mag bij kokdn niet stollen of schiften. Bovendien moet zij vrij zijn van microör- ganismen, waarvan de culturen in melk bij verwarming gedurende een halfuur op 79 graden Celsius worden gedood. Zij moet vervat zijn in een verpakking, voorzien van een etiket, aangevende naam en woonplo-ats van den fabrikant, welke verpakking niet geopend moet kunncu worden, dan door verbreking van een ze gel of merk. Art. 9. Al3 gesteriliseerde vollo of afgeroomde melk mag slechts worden afgeleverd, tea verkoop voorhanden gehouden, uitgestald in het openbaar, rondgebracht, rondge vent of vervoerd, vollo of afgeroomde melk voldoende aan de cischen in artikel 8 onder lo, 2o cn 3o gesteld, welke buitendien vnj 13 van levensvatbare bacteriën of schim mels cn vervat in een verpakking, voorzien van een etiket, aangevende naam rti woon plaats van den fabrikant en een aandui ding van de kwaliteit uit bacteriologisco oogpunt cn welke verpakking niet moet kunnen worden geopend dan door verbre king van ccn zegel of merk. Art. 10. Het is verboden voor het uitoefenen van het bedrijf van melkverkooper in gebruik te hebben a. een gebouw of een erf, dat niet in ge meenschap staat met de duinwaterleiding; b. een gebouw of een erf, waar een an der middel van watervoorziening dan dat, hetwelk onder a genoemd is, in oruikbaren staat aanwezig is, tenzij het middel besta in een door B. en Ws. goedgekeurden Nor- tonput. Art. 11. Yan het verbod in artikel 10 onder b vervat, kaD door B. en Ws-, gehoord de Gezondheidscommissie, ontheffing worden verleend. Deze ontheffing wondt verleend "scliipf- telijk, onder bepaalde voorwaarden en tot wederopzeggens toe. Bij deze voorwaarden kan o.a. bepaald worden, dat in het middel van watervoor ziening een hoeveelheid methylviolot zij aangebracht, waardoor het water con kleur heeft niet lichter dan die van een oplos sing van 1 milligram dier kleurstof ia 1 liter water. Art. 12. Het is aan ieder, die het bedrijf van melkverkooper uitoefent, verboden voor het reinigen van vhatwerk, gereedschappen of andere voorwetpen, welke hij tot de uitoefening van dat bedrijf in gebruik of voorhanden heeft, knder water dan uit cte duinwaterleiding of uit ccn door B. ?n "Ws. goedgekeurden Nortonput aan te wen'»' den, te doen aanwenden of too tc Laten, dat het daarvoor aangewend wordt. Art. 13. Onder het uitoefenen van het. bedrijf van melkverkooper wordt begrepen het hebben van een inrichting tot steriliseeren, pas- teuriseeren of op eenige wijze behandelen cf bewerken van rAelk. Art. 14. Het is verbodtfn hot bedrijf van melk verkooper uit tc oefenen in andere lokar len dan die, welke biertoe door of vanwege B. en Ws. zijn onderzocht cn goedgekeurd. •De goedkeuring kan te allen tijde wor den ingetrokken. Ieder, die het bedrijf van melkverkooper uitoefent, overneemt, aanvangt of binnen do gemeente verplaatst, is verplicht daar van schriftelijk aangifte te doen aan B cn Ws.hij, die het bedrijf uitoefent, binneu twee maanden na dc in-werking-tr-j.hfig van deze verordening en hij, die het be drijf overneemt, opricht, of verplaatst, binnen acht dagen na de oprichting, over neming of verplaatsing. Art. 15. Hrt is aan melkverkoopers, buiten de gemeente gevestigd, verboden, binnen do gemconto melk, welke niet gepasteuriseerd of gesteriliseerd is, in hoeveelheden kleiner dan 10 liter af te leveren, ten verkoop voorhanden te hebbon, rond te brengen, rond te venten of te vervoeren, indien zij niet zijn voorzien van een bewijs, afgegeven door B. en Ws. hunner woonplaats, waaruit blijkt, dat de lokalen, waarin melk wordt afgeleverd, ten verkoop voorhanden gehouden, be waard, behandeld of bewerkt», ten genoegen van dat College zijti ingericht en dat het in die lokalen of op de daarbij behooren- de erven zich bevindende middel van wa tervoorziening in staat is deugdelijk water in voldoondo mato te leveren. (Wordt vervolgd). Uit de Rechtzaal. Haaffsclie Scclitbaak. Doodslag te 's-Gravenhago. Als vervolg op het hieromtrent gisteren vermelde thans nog dit: Wij iLcrinncron aan do verklaringen van getuigen, die rurio in den woonwagen hadden gehoord en dozen hadden zien schudden als bewogen door vechtende per sonen. De caféhouder in wiens kofiehuis de twee mannen met de tweo vrouwen hadden ver toefd en waar beklaagde do vcrslagcno eenigszins bad gepL :gd, verzekorde dat de mannen niet beschonken waren. Anders had hij niet getapt». Toon beklaagdo 3 ii 4 minuten na het schot uit den wagen was gekomen, droog hij een boezeroen, (volgens den agent van politie, die hem arresteerde, was hij ge kleed in een jas), zei een getuige. Beklaagde zelf ontkende een boezeroen te hebben gedragen, toen hij wegliep. Wat bekladde had gedaan in de 3 h 4 minuten tus&chon het oogenblik, waarop het schot viel, cn het tijdstip, waarop hij uit den wagen wegliep, .wist hij zich niet te herinneren. En Lichtenstciner had, naar zijn zeggen, dit ook niet kunnen waarne men, omdat hij dadelijk al zijn aandacm» aan zijn, vrouw had gewijd. Twee personen, alsnog als getuigen ge hoord, hadden 00a het schot hooren vallen. Zij waren vlak bij den woonwagen. Beiden meenden to weten, dat bckl. onmiddellijk na het vallen van het schob uit ten wagen was gekomen, gekleed in een jas. Nog eens ondervraagd verklaarde de be klaagde stoelenmaker kalm zich niets te herinneren, niet of hij het wapen in han den had gehad, noch hoe Lij geschoten had, noch waar hij had gestaan in jien wagen. Maar als hij geschoten heeft, moet het bij ongeluk rijn geweest; in geen geval was bet opzet. Aanleiding daartoe wca er geenszins. Weys, de beklaagdo, was veel te blij, dat vi/ouw Lichteusteiner ^iju zwakke vrouw bijstond in do zorg voor de kinderen. Hij gaf het den president toe, dat het ojcsc- aclitig, ja meer dan dat zou geweest zijn het mcasch a bout portant als een hond neer te schieten. Do subst.-off icier van justitie, rar. Van Geuns, wees op de noodzakelijkheid. 0111 deï.o zaak in het openbaar to bercchtcu. Het vooronderzoek had zoo weinig posi tiefs opgeleverd, dat heb plicht was flit to doen, ook dan, wanneer geen vcroor- dceliug kan volgen. Het O M. moest dj mogelijkheid scheppen, dat beklaagde cn Liohtensteiner, die in zoo cugo ruimte bij- eenwoonden met do verslagene tijdens het misdrijf, méér zouden gaan spreken. Het is niet gebeurd. N&ch beklaagde, nccb Lichtensteiner hebben iets positiefs verklaard over Let werkelijke misdrijf. Tegenover zulk een houding van dezo tweo mannen, tegenover dezo verklaringen zou ccn ont vettend be wijsmateriaal moeten bestaan, om devm beklaagde tc kunnen schuldig verklaren aan doodslag. Daarvoor moet eastscaan, dat beklaagde opzettelijk heeft geschoten. Evenmin staat vast of cr kort voor het schieten ruzio is geweest; noch of bckl. nu het schieten nog <1 a 5 minuten in deu wagen is geweest. Waarom ueeft het O M. niet subsidiair ten last-o gelegd het veroorzaken van dca dood door 6ohuld Heeft bet O. M. daar aan niet gedacht Zeer zeker. Het O. LI. zou dat gedaa 1 hebben, wanneer er schijn of schaduw van ber ijs was geweest», dat er tusscnen beklaagde en do verelagcno was gestoeid Maar ook dit staat niet vast en stond het al vast, dam rou misschien aangenomen kunnen zij- dat do vrouw zelf door onvoorzichtigheid, door een of ander gebaar, het noodlottige schot zou hebben gelost. Al kan het O. M. de gedacl.-o niet los laten, dat hier misdaad ie gepleegd, het bewijs achtte het niet geleverd. Het vorderdo dus vrijspraak. Mr H. van Goudoever, do verdediger van beklaagde, do feiten breedvoerig na gaande, achtte ©venals het O M. den doodslag n-iot bcwczcsi. Mocht de recht bank anders oordeelen, dan vroeg pleiter hot opleggen van ccn lichte straf, waar do motieven voor de daad niet vaststaan. Pleiter iverzocht tevens boklaagdo OTb- middcllijk uit de preventicvo hechtenis to ontslaan. Do rechtbank begaf zich hierop in raad kamer en verkJaardo geen fccrmcD aanwe zig om aan het verrook van den verdedi ger to voldoen. Uitspraak in dceo zaak over veertien dagen. Stonden er aanvankelijk nog tien andere zakon op net bulletin vermeld, w. o. dief stal te Leiden, mishandelingen te Zoetcr- woudo en Stompwijk, een beleediging te Leiden en Haagsche zaken, later was be paald, met het oog op bovenvermelde zaak, dat gisteren enkel nog zouden aan do ord© komen een verduistering to 's-G raven hag© en do Leidscho beleediging. Zoo goschieddo het dan ook en aldus kwam in den laten namiddag, na uren wach- tens, voor do beklaagdo in do zaak: Bolcediging van ©on Loidsch p-oliti csa gent. Dcz'o beklaagd© bleek tc zijn do Leid scho, 41-jarige, timmerman Evert H. van den B. Op Woensdag 12 September jl. sprak dezo toen 6takende timmerman, om zes uren des ochtends reeds, in do Hoefstraat aan den 17-jarigen werkwilligen timmer man Jan A., dio zich naar zijn werk be gaf. Het doel van Van den i>. was den jongeling te bepraten niet meet aan Lefr werk te gnau, maar zich integendeel aan te sluiten bij do 6taker9. Hierin had Jan geen zin en toen Evcvt zich tegen hem uit liet in f .mei als: „AJj hot niet goed-- schiks gaat, dair maar kwaadschiks'^ werd het Jan to erg. Trouwens heb „hinderlijk volgen", iof casu mceloopen, was Jan op richzclf reeds onaangenaam. Daarom riep hij do hulp van een nabij zijnd politic-agent in en toen hij zich met Evert bemoeide, zei dezt tot bem: „Ik blijf voor jou niet staan, napNu is een politie-agent ecu mendoh cn geen aap en bovendien is het ongepast cn ten strengste verboden hem een aap te noemen. Dus maakte do agent, zich bó- lecdigd achtende, proccs-vcrbaal tegon Evert op. Ten govolgo daarvan nu stond hij gisternamiddag voor du beere». Do toedracht van het gebeurde, als boven vermeld, is gebaseerd op het pro ces-verbaal cn op do getuigenverklaringen van den agent cn van gezegden Jan A.. cn zijn ouderen kameraad, den timmer man D. Kr. Daartegenover stonden echter andera verklaringen. Yan don beklaagde, die roi het woord „aap" niet te hebben geboogd, en van do timmerlieden L. P. H. K A. V. en C. Br., die dat woord niet hadden gehoord. De president wilde wel eens van Evert weten met welk recht bij zich bemoeido met iemand, dio werken wilde. Do een wil werken, een ander niet, dat moet icdor voor zich weton, maar een derdo gaat dat niets aan, die mag niemand van die menschen hinderon. Dat Evert dit laatste zou gedaan heb ben, weersprak hij. En ook: hij liet Jan vrij. Maar aanspreken mocht hij hem toch wel 1 Meer nqg: ronder dat do arbeids- willigo Jan hulp had verlangd, vloog do agent mei geweld tusschcn hen in. Toch had Evert hom niet beluedigd. Getuigo Kr. was lo ver af gewcost om het woord, in dien act gesproken ware, to kunnen hoo ren. Het O. M. cischto tegen Evort tien gul den boete, subs tien dagen hechtenis. Daar begrc°p Evert niets van. Waarom bocto et dc gevangenis iu? Dio getuige Kr., dio ver af was, zou geloofd worden, en z ij n gtotuigon, dio vlak bij stonden en niets van iets !a „aap" hadden Laboord, niet I Dat ging niet aan. En wat eigenaardig was: eerst had do agent zich van u ij n getuigen willen b; 'ie-nen, en toen hij zag, dat dit voor bcm niet goed zou uitkomen, had hij zo niet meer noodig 1 Yred© had be klaagde cr niet mee.. Uitspraak 10 December» HaarlcniHcke Rechtbank. Diefstal on bodroiging mefc 0 0 11 mos. Gisteren nam in het beklnagdenbankjo der Haarlcmsohe rechtbank plaats, Johan nes Voogea, to Haarhui, een klein arm zalig mannetje zooals 'rijn verdediger, mr. Lieftinek, hem noemt plaats. Hem wordt niets meer of minder ten lasto gelegd dan dat hij op den 8&ten Oc tober in het biorhuri van P. du Bijl in da Molenstceg te Haarlem do lado hoeft ge licht, en toen dit word ontdekt door do biurhuishoudster, haar heeft aangegrepon, ccn mee to voorschuil heeft gehaald uit roepende: „Ik zal jo do keel afsnijden" 'b Mes viel, cu van do gelegenheid, dat V. zich uukto om het te "\illcn oprapen, heeft üe biorhuisboudst gcbi c go- maakt om uit 'h mans broekzak een rijks daalder cn een gul zijndo het grootst© deel van het gestolen -ld, te halen. 't Man. etje he ft toen gorocpcn: „Och, licvo juffrouw, vergeof 'b mijmaar, ja t is waar, c. jo geld heb ontstolen. Maar do vrouw zci: „Eerst hot andero gold", naar hiervan 'wilde V. niets weten. Hij kneep do vrou do keel en toen zij het bonauwd kreeg gooide hij haar op rij en liop do rinkel uit Een buurmeisje en een buurvrouw hebben hem met ccn go- opcud mes het bierhuis uit zien komen. FEUILLETON. 13e ai'isie niciit. 61) „Dokter, cr is toch nog hoop, nietwaar? Zij is zoo sterk." De dokter schudde het hoofd Misse 11 ie 11 kan het leven nog gered worden, maar ik vrees, dat dezen keer het verstand zal weg. lijven. Ik zou liever het advies inwinnen van rn'.n jongen en knap pen oollega, mijnheer Yan Daasteren; ik weet, welk vertrouwen mevrouw Gouivcn in hem stelde. Misschien zou liet wel goed goed zijn te - lijk tc tclcgrafeeren aan de familie. Lucio haastte zich telegrammen op te stellen. Zij bracht dcu nacht door bij do zieke, dio voortdurend buiten kennis bleef. Den volgenden morg.o. bracut dezelfde trein mevrouw Opberger, mejuffrouw Eugé- nie cn Henri van Gaasteren. XXVI. Tante Annette stierf niet. Zooals zij wel eens had gezegd, was zij van etn geslacht, dat niet bij den eersten slag viel, noch bij den tweeden. Maar de dokter had juist voospeld: de hersens waren onherroepelijk verloren cu ook de beweging kwam niet terug. Zij had ©ogenblikken van half-helder- heid, gedurende welke z© vaag degenen ner- kend©, dio haar omringden. Maar toen mevrou- Opberger overtuigd was, dat zij niet meer ia staat was haar testamentaire beschikkingen te verandoren, zoo die al bestondentoen mejuffrouw Eugéni© had gezien, dat het leven nog wel wat kon voortduren en dat zij niet noodig was, waren dez© beide verwanten weer naar huis teruggekeerd. Maar dit gebeurde toch eerst, na een bijeenkomst met Lucie, waar bij Henri van Gaasteren tegenwoordig was. „Daar tante beslist ongeneeslijk is, ge heel beroofd van haar ver-land; daar zo dus, in één woord, .iet-s anders dan mar terieele zorgen b.hoeft, komt het me voor, Lucie, dat gij uw vrijheid terug verkregen hebt," zei mevrouw Opberger, terwijl ze verschillende dingen in haar reiszak pakt©. „Die zorgen kunnen werkelijk heel goed geschieden door een waakster of beter nog, door een auster," voegdo mejuffrouw Eugénio er bij, terwijl zij met goedheid en medelijden het bleeke gezicht vaD Lucie beschouwde. Dezo keerde zich onwillekeurig naar Henri en ontmoette zijn oog, dat haar met groote oplettendheid gadesloeg. ,,Ik hen hier zeer gelukkig geweest," zeide zij met ontroering, „en mijn taak is veel t© goed voor m.^ geweest, dan dat ik er aan zou denken haar te verlaten." „Zij zal uw zorg niet van dien van een ander kunnen onderscheiden," „Maar ik dacht het mijn plicht er mee door te gaan, tante." „Zooals u aanstaat, maar het zal moei lijk zijn; en bovendien, daar Madeion niet meer door haar meesteres in Loom wordt gehouden, zal zij voor u uog en- draaglijker zijn dan ooit." „Ik geloof, dat mijn plicht mij nood zaakt te blijven," herhaald© Lucie warm. Zij keek Henri opnieuw aan en las in rijn oogen een goedkeuring, gemengd met droefheid. „Weet gij, wat mijn tante voor u getiaan heeft?" hernam mevrouw Opberger zocht, terwijl zij haar meenam naar het andere eind der kamer. „Daar heb ik niet aan gedacht. Ik heb nooit iets geweten, en ik zou me voor ms zelve geschaamd hebben, zoo ik zelfs maar gedacht had aan betaling van mijn zor gen." „Het is wel sterk. Alleen maar, wat gij nu ook moogt doen, canto Annette ia niet meer in staat het te erkennen, als zn dat nog niet gedaan heeft." „Als rij in 6taat was in haar staat van verzwakking nog ccn verandering in haar beschikkingen to maken, zou ik niot al leen met haar willen blijven." Mevrouw Opberger haalde do schouders op cn richtte zich tot Hcnri. „Uw bezoeken worden hoo langer hoe zeldzamer", zeidc rij. „Komt gij dezer dagen nog eens eten?" „Ik houd nog altijd veel van „Werkho ven", tante, maar ik heb tegenwoordig een bijna te groot© praktijk; daarenboven, tante Amelia loopt een weinig en heeft bijna iederen dag mijn arm noodig om wat uit te gaan." Het uur van vertrek naderde. Henri bad tevergeefs de gelegenheid gezocht Lu cie te spreken. Op het laatste oogenblik kon hij haar eindelijk naderen. „Ik kan," zeide hij „mij noch ver wonderen over uw beslissing, noch het edelmoedig gevoel bestrijden, waardoor zij werd ingegeven. „Ik ben zeer gelukkig; ik weet, dat Anna waarschijnlijk spoedig gaat trouwen." „Het rou slecht zijn, tante nu to ver laten," antwoordde Lucie, terwijl zij naar het bed zag. „En geen enkclo gedachte aan zelfzuc is ooit bij u opgekomen," voegdo hij cr bij met fceederen trots. „Als gij eens wist, wat mijn zuster van u denkt Jk denk dik wijls bij mijzelf, dat ik aan hilar gebeden uw edele liefde te danken heb." „Vraag haar dan ook, dat zij voor mij moge verkrijgen, dat ik do gelukkige toe komst, welke God voor mij bereidt, mogo waardig rijn," roido zij met tranen in de oogen. Van dezen dag ai begon voor Lucie eca tijdperk, waarvan zij do moeilijkheid niet had voorzien, maar welke haar plichtsge voel ook niet in het minst deden verzwak ken. Er was nu niet meer een verstandige en geestig© oude vrouw te verzorgen, maar een bewegingloos lichaam, hetwelk evenals een klein kind moest geholpen worden. Zooals ook mevrouw Opberger had voorzien, had Madeion, wel verre van afstand to doen van haar pruttelen, inte gendeel nog meer reden om lastig te zijn. Het verdriet, haar meesteres daar roo hulpeloos te zien, uitte zich in een grim mige boosheid en aanmerking op alles. Lucie leed daaronder, c*-»ch to weten, dat zij niemand tot last was, was voor haar een machtige troost Bovendien on dersteunden haar de brieven van mejuf frouw Van Gaasteren en uict minder de heerlijke, hoewel zeer zeldzame bezoeken van HeDri. Als men twintig jaar is, schijnt hot leven nog lang cn doorstrijdt men moedig den moeilijken tijd. Mevrouw Goulven zou haar edelmoedig heid niet lang op q'o proef stellen. Zij overleed juist, toen weldra het huwe lijk van Anna werd aangekondigd, korten tijd na den dag, waarop Lucie meerderjarig was geworden. Het meisje betreurde haar oprecht met een diepe dankbaarheid voor do ondervon den genegenheid, met dc moederlijko liefde, welke de zusters van liefd'o gevoelen voor do zieken, die .lij verzorgen on die op geheel haar aanhankelijkheid kunnen rekenen. Do familie? kwam bijeen voor do begrafenis. Lueic stond cr op, om in de handen van mevrouw Opberger rekenschap af te leggen van haar werkzaamheid als huishoudster. Oföchoon haar tante eerst voor den vorm weigerde, nam zij toch gaarne Lucics aan bod aan, om de kasten van tante te on- derzooken, de begrafenisplechtighcdrti to regelen cn zoodoende ook eenige veldslagen met Madeion te leveren. Lucio beweende haar oude tante ernstig. Zij had het. overigo van den dag willen doorbrengen met ran haar te dfenken, maar zij iag weder opnieuw beginnen, wat haar bij Margarctha's dood zoo tegen de borat had gestooten, namelijk den maaltijd voor de geburen en genoodigden. D&zc maaltijd werd door\ dc afwezigheid van ernstig getroffen achtergeblevenen, langzamerhand zoo al niet vroolijk. dan toch opgewekt. Toen deze genoodigden vervolgens het huis verlaten hadden, maakten do erfge- gonamen zich gereed om het testament te hooren voorlezen. (Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 5