LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 24 NOVEMBER. TWEEDE BLAD.
PERSOVERZICHT.
No. 14313.
Anno 1£0G.
In het tijdschrift „G emeontebe-
langen" wordt o© kwestie van do j a ar-
weddon der burgemeesters en
der gomoente-sccretar i ss dn
ter sprake gebracht.
Opgemerkt wordt, dat deze jaarwedden,
nadat de Gemeenteraad is gehooid, vastge
steld worden door Gedeputeerde Staten,
ond'er goedkeuring der Koningin. Theore
tisch is dus gezorgd, dat de financieele be
langen van deze ambtenaren veilig zijn.
Maar in de practijk is deze onberispelijke
regeling, althans voor do kleinere gemeen
ten, van den beginne af gebleken een doodo
Tetter te zijn, en wel door de schuld van
Gcd. Staten. Wel verre van zeiven bet ini
tiatief te nemen tot traktement-s verhoo
gingen, waar die mochten noodig zijn, heb
ben zij er zich toe bepaald', af te wachten
wat „plaatselijke willekeur" mocht uitwer
ken, wat de gemeenteradën mochten voor
stellen De ongelukkige toevoeging: „nadat
de Raad is gehoord" heeft van do goed be
doelde regeling een caricatuur gemaakt.
De gemeenteraad kan niet over den door
bet Rijk en zijn ambtenaren op do schou
ders van burgemeester en secretaris geleg
den arbeidslast oordeelen, en die is hoe
langer hoe zwaarder geworden en is niet be
reid daarvoor do traktementen té verhoo-
gen. Daarenboven uemen allengs in den
Gemeenteraad leden zitting, die met den le
vensstandaard van maatschappelijk hoogcr
geplaatsten liefst geen rekening houdtfn-
Zoo laten Gedeputeerde Staten het hun op
gedragen initiatief aan de gemeenteraden
over en deze wachten af wat Gedeputeerde
Staten zullen doen. Aldus geschiedt er niet^
en blijven do jaarwedden op het lage peil.
De burgemeesters, veeltijds gerecruteerd
uit den stand der vermogenden, betoonen
zich niet zelden daarover onverschillig.
Vragen om verhooging doen zij niet. Ook
do onbemiddeld© en weinig bemiddelde
burgemeesters en secretarissen achten dit
onkiesch en beneden zich. Maar de lage
traktementen moeten op den duur wel af
breuk doen aan de diensten, die zij bewij
zen.
Zeker is de regeling der jaarwedden van
den burgemeester en den secretaris, vooral
in do kleinste gemeenten, moeilijk. Vooral
doze bepleit bet blad, dat men de mcening
moest laten varen, dat de burgemeester per
eo hoogcr bezoldiging moet hebben dan de
secretaris. Dat is zeker niet juist, waar men
„luxc-burgeincesters" heeft.
Wat de grootcro gemeenten betreft, daar
is de regeling niet moeilijk. Burgemeester
en secretaris zijn daar steeds baroepsmen-
6c-hcn, die geen lager bezoldiging behoorden
te hebben dan rijksambtenaren in hun ge
meente, wier werkkring kan geacht worden
geenszins hoogcr te zijn. Haar dit laat veel
te wcnschcn óve'r.
„Zoolang de regeling dezer jaarwedden
blijft overgelaten aan het oordeel van elf
ooileges van Gedeputeerde Staten, die, in
het algemeen, deze zaak weder óve'r la ten
aan de talloozo on waarnjk niet altijd-ver
licht© Gemeenteraden in het land, zoolang
zal cyr de grootste' onregelmatigheid en ach
terlijkheid op dit gebied blijven hcerschen.
Er kan dan ook niet genoeg worden aan
gedrongen op een wetswijziging, waardoor
mogelijk zal worden een uniforme regeling,
met periodieke verhoogingen, te maken door
het centraal gezag, dat immers van den bur
gemeester en den secretaris zoo goed als
gratis zoovele diensten vergt, dat de
staatsmachine tot stilstand zou zijn ge
doemd als deze raderen eens mochten wei
geren.
Mocht het Rijk toch eenmaal ook den zin
der woorden vatten, dat diensten, die men
niet of slecht betaalt, op den duui* de duur
st© zijn. Waarom ook hier geen bepaling
gemaakt als in aid. '16 der Wet op het L.
0., bepalende, dat het Rijk te hulp komt
als de gemeente onmachtig blijkt in de
kosten van het openbaar onderwijs behoor
lijk te voorzien? Het moest vanzelf spre
ken, dat een gemeente, welke in de kosten
van haar bestuur niet behoorlijk voorziet,
gebrandmerkt werd als een, die haar zede
lijke en redelijke verplichtingen niet na
komt. Maar het is zoo niet. Curieus zijn
FEUILLETON.
De ai-me nielit.
431
„Zeer wel, gij zijt vrij. Er waren in dat
huwelijk voordeelen en ongemakken; ik
zou u noch ja, noch neen ar. r geraden
hebben Wilt ge nu zoo goed zijn drie do
zijn appelen te schillen, do kinderen heb
ben om een taart gevraagd, on de Leukea-
moid schijnt niet te weten, wa-i-r haar
hoofd zit."
Het eentonige leven van Lucio was weer
begonnen.
D© vacantia was weder om. Do kind?.en
waren dus weer naar do kostschool en het
ïtillo leven begon weder voor Lucic.
XXL
Goorgo was stiller dan ooit, want er
werd druk over de mogelijkheid van zijn
Huwelijk gesproken, cu Anna was Lucio
openlijk vijandig gezind.
Lucie had yelfs niet den troost naar
Argenteau tc mogen gaan. Men bood haar
geen plaats, als het rijtuig klaar stond
en briefwisseling vee ren met mejuffrouw v.
Gnastercn was bijna onmogelijk, vooreerst
omdat „Werknoven" een glazen huis
was, waar de brieven onder ieders oogen
doorgingen en allerlei verr cede .s zouden
opwekkeu, en vervolgens omdat haar fijnge
voeligheid haar verbood haar verdriet te
uiten voor haar vriendin, dio trouwens
niet zou nalaten uieuwo poging.u aan te
wenden om haar tot een ander besluit over
daarentegen de argumenten der Gemeente
raden om behoorlijke regeling der bezoldi
gingen tegen te gaan. Phrases, als: „de
toestand der geldmiddelen laat het niet
toe", „de gespannen begrooting is ecu be
zwaar", „de lasten, door Rijkswetten op
de schouders der gemeente gelegd, zijn even
aoovrio hinderpalen*, „de tevredenheid
dezer ambtenaren, dio immers niet kla
gen, is een bewijs, dat zij hoog genoeg be
zoldigd worden", „zij hebben het niet noo
dig", „de belastingen zouden moeten ver
hoogd worden", „heb tijdstip om er „thans"
toe over te gaan, is slechts gekozen" en
metfr dergelijke, zijn meestal voldoende om
Gedeputeerde Staten te doen berusten in
den onvoldoenden toestand.
Wat zeggen dergelijke uitvluchten, wat
beduidt dat afdingen en pingelen toch
eigenlijk anders, dan dat do gemeenten,
zonder daaa-in door de Ged. Staten te wor
dtin beteugeld, wcnschen te blijven klap-
loopen op do zakken der hierbedoeldc amb
tenaren
Het is voorwaar niet do manier om ecr-
ste-klas-menschen te krijgen en te behouden
meer in lid; bijzonder belast met het behar
tigen der publieke zaak in do gemeente.
„Nochtans is do gemeento de natuurlijke
bron, waaruit do publiek© gieest zijn veer
kracht, de Staat zijn krachten moet put
ten. „De gemeente is in den Staat, het
geen de familie is in do Maatschappij",
zegt mr. Van Oosterwijk in zijn Algemeen
Overzicht der Gemeentewet. Zonderling©
familie 1 zeggen wij, van welke de vader
zoowel als de huismoeder in deze zoo ge
heel onnoodig en onwettig en onwillens on
der curateele staan van de talrijke huisge-
nooten."
Onder het hoofd Een gemengd
nieuwtje zegt „H et "Volk":
„En tachtigjarige broodventer te Leeuw
arden is, door een duizeling bevangen, in
het water gevallen cn aan dc gevolgen over
leden."
Ziedaar weer eens een van dio allcdaag-
sehe berichtjes, dio oven een tipje optillen
van den sluier, die zooveel maatschappelij
ke ellende verbergt.
Van tijd tob tijd lezen wij in de couranten
van dio berichtjes van bijzonder krasse
oudjes, die „hun werk nog eiken dag doen",
die uren ver nog loopen, die nog zus of z
goed de spade kunnen hanteeren, en derge
lijke meei'.
Dc kranten plaatsen dat met zoowat de
zelfde aandoening als waarmee zc de prak
tijken van een dierentemmer of de bijzonde
re prestaties van een hardrijder mededee-
len.
„Kijk eens, een vent, dio zóóveel kilome
ter in het uur rijdt.
„Kijk eens, een 80-jarige, die nog achter
dc broodkar loopt."
Twee kranigo kerels 1
Wio denkt daarbij aan het waarschijnlij
ke feit-, dat die 80-ja: ige, 70 jaren van ar
beid, misschien van erger, achter zich heeft,
en aan de fraaie maatschappij, dio zoo'n
oude stakker niet op een minder harde wij
ze zijn laatste dagen uit laat leven. Een
80-jarigo broodventer te water geraakt.
Verdronken. Kom, de man is uit zijn leed.
Om hem een dozijn jaren vroeger uit zijn
leed te halen, om hem een pensioen
tje toe te kennen, hem zijn laatsto levens
dagen in rust cn kalmte tc laten doorbren
gen, och, dat kan er immors niet af. Daar
voor is de maatschappij niet rijk genoeg.
Had dc stumper maar papier gelust,
dan had hij rapporten over het pensi
oen vraagstuk genoeg kunnen krij
gen. Maar geld? Neen. Wel stapelen zich
millioenen cn milliochen op bij enkelen,
maar wie zal het wagen dóór iets tc gaan
halen voor de ouden van dagen, waar men
daar zelf niets ontziet om dat bezit te ver
meerderen
Zóó zwaar weegt het belang der oudjes
niet!
Hetzelfde blad zegt in zijn zelfde num
mer over g o m ce r. t e 1 ij k c u i t z u i-
g c r ij:
Door B. en Ws. van Al p hen (Z -H.)
werden per advertentie sollicitanten opge
roepen naar dc niet ingang van 1 Januari
tc halen.
Haar afzondering was dus volkomen. Na
een vruchteloozc poging om Lucies besluit
te doen herroepen, had mevrouw Vallier,
geraakt en boos, „Eikonlicuvel" verlaten,
cn haar zoon med genomen. Do ecnige
troost bestond i i do huur van haar huis.
Mevrouw Van Rosando nam niet eens cic
merite om te «intwoorden op {len brief
van Lucic, waarin dezo haar, onder be
tuiging van den oprechtsten dank, mede
deelde, dat zij voortaan buiten haar hulp
kon.
Wat Henri betreft, hij maakte rijn be
zoeken zoo zeldzaam, dat Anna duidelijk
moest begrijpen, dat hij niet aan haar
dacht en dat hij, toen hij vroeger zoo dik
wijls kwam, dat alleen deed ter wille van
Margaretha.
Hij gedroeg zich gelijkelijk teruggetrok
ken tegenover zijn nicht en Lucie. Hij had
to veel eerbied voor haar opvatting, om
haar bewijzen van genegenheid te geven
die noodzakelijkerwijze haar omgeving
zouden hinderen.
Eens bevond hij zieli mot haar alleen cn
roerde beslist onderwerp aaD, dat hun
beide harten bezig hield.
„Ik reken er op", zeidc hij plotseling,
terwijl hij haar openhartig aanzag, „ik
hoop, dat gij voor mijn zwijgen of voor
mijn teruggetrokkenheid geen verkeerde
oorzaak zult zoeken. Ik wacht, wel niet
zonder smarten, maar dan toch met een
geduld, dat door de de toekomst zal be
loond worden."
Zij bloosde cn antwoordde mot tranen in
do oogen:
„Waarom zoudt gij jaren van leven en
geluk verliezen? Het ware beter te vergo-
to vervullen betrekking van administra
teur der gemeentelijke hoogdruk-bronwa^
terleiding op een jaarwedde van 600 gld.
©n... vrij watergebruik voor gehuwden.
Dezer dagen kwam ons de instructie
voor don administrateur in handen en daar
uit blijkt, dat hij zal zijn belast met het
administratief ©n geldelijk beheer der water
leiding; de zorg voor het archief en voor
d© goederen, aan het pompstation aanwe
zig; het opmaken van een beredeneerd
jaarverslag met begrooting voor het vol
gend jaar, enz. Hij moet een borgtocht
van 1000 gld. stellen en is persoonlijk aan
sprakelijk voor het grid, dat hij onder zich
heeft.
En dat alles voor 600 gld., terwijl boven
dien nog de instructie ten allen tijde kan
worden gewijzigd
Is het niet onverantwoordelijk iemand,
die hoogst waarschijnlijk groote bedragen
onder zijn beheer krijgt, met zoo'n honger
loon af te schepen?
Do „NicuwcArnhomSche Cou
rant" schrijft:
Het denkbeeld van ,,H et Huisge
zin" om het reeds bij de algemeeno be
schouwingen „uit te vechten" en niet te
.wachten tot bij de „oorlogsbegroo-
ting" lokt ons wel aan.
De vraag betreffende het b 1 ij vend ge
deelte, bet beleid van minister Staal,
de legerinrichting zelfs zijn ondergeschikte
punten geworden: de motie van wantrou
wen, reeds voorlang aangekondigd, is ge
richt tegen het geheele Kabinet.
Daarom is er veel voor te zeggen om reeds
bij het eerste treffen do beslissing te doen
vallen en geen lijdroovenden en verbitte
renden guerrilakrijg to voeren bij elk Hoofd
stuk.
Het Kabinet weet dan hcc hot tegenover
dc Kamer staat cn men kan de valsche van
do echte vrienden lecrcn onderscheiden.
Het wordt een zuivere stemming vóór of
tegen het program van dit Kabinet.
Hierin verschillen wij evenwel van mee-
ning met het katholieke blad, dat wij bij
aanineming der motie van wantrouwen
daarvan geen ontlading di r politieke eiec-
triciteit verwachten.
Integendeel, wij vertrouwen, dat clan
eerst recht dc politieko atmosfeer verzadigd
zal worden mot olcctriciteit, doordat hot
Kabinet alsdan in overweging zal geven
over to gaan tot dc ontbinding der Tweede
Kamer, ten einde de kiezers uitspraak le
laten doen.
De „Niouwo Arnhcmschc Cou
rant" koestert dc hoop, dat de kiezers
dan steun zullen verleenen voor de uit
voering van het program van het vrijzin
nige Kabinet.
Een Indisch verlofganger schreef aan
„D ©Avondpost";
Wat is me dat bitter tegengevallen 1
Jarenlang heb ik in Indïë trouw dc ver
slagen geleze'n over do K a m e r z i t-
tingen, cn vooral do bohand'eling dei
Indische begrooting had steeds mijn volle
aandacht. Aan boord op do terugreis had
ik al tege-n mijn vrouw gezegd: 't Eerste,
wat ik ga doen, als wij tijdig aankomen, is
een dagje naar ó'o Twcedo Kamer, als ze
do Indische begroeting behandelen.
Toevallig kom ik op een middag ongeveer
lialfvijf, met een vriend van me van „de
Witte" en we' maken 't plan om eens do zit
ting tc gaan bijwonen. Kijk, zegt hij, do
Kamer is nog aan den gang; laat ons eens
oven binnenloopen, 't is er wel aardig, met
heb licht op. W© gaan do publieke tribune
op on een ©ogenblik sta ik in de schitte
rend verlichte zaal to 6taren.
Daarna kijken wij elkaar verbaasd aan.
Is dat nu Kamerzitting!
Banken, banken, niets d'an leege banken,
zoowel aan do rechter- als aan de linker
zijde.
Op het spreekgestoelte een donker uit
ziend heer, dio met eentonige stem een
stuk staat voor te lezen uit een reisbeschrij
ving van den heer Van Kol. Hier en daar
een enkel Kamerlid, we telden cr in het
geheel zeven niet do minste nptitie ne
mend van hetgeen er werd voorgelezen.
Eon paar boden leunen tegen den muur,
ten en, zoo gij Anna niet kunt beminnen,
uw geluk bij een andere to zoeken."
„"Wat geen ander dan gij mij kunt ge
ven? Lucie, wie sterk is, heeft ook ge
duld, en, ik herhaal het u, ik kan wach
ten. Geloof overigens maar gerust, dat
Anna te veel overleg heeft om haar leven
to verslijten lUüi een hersenschim. Zij is
reeds begonnen, daar ben ik yeker van,
een hoop uit haar hart to bannen, welke
zij niet voor verwezenlijking vatbaar ge
voelt en gij moet weten, welk een energie
en krachtig© wil in dezo familie is to vin
den. Ach, als gij eens wildet! Mijn tanto
zelf vindt, dat gij tc ver gaat op den weg
der opoffering, cn dat gij te veel geeft
voor het weinige, dat men voor u over
heeft 1"
„Mijn gevoel kan niet vinden, dat ik te
ver ga," antwoordde zij, terwijl zij do tra
nen afveegde, die haar onwillekeurig over
do blceko wangen rolden.
De komst van haar tanto maakte ccn
cindo aan dit onderhoud, dat te gelijk
zoetheid en bitterheid bracht.
In het begin van November kwam een
onverwachte gebeurtenis het rustige huis
in opschudding brengen.
Tante Annetto had een aanval van be
roerte gehad. Mevrouw vertrok op liet
eerste bericht. Zij moest tot haar verdriet
de reis maken met haar oude nicht van
Argenteau en vond bij de zieke reeds Hen
ri van Gaasteren, dio het oersto was ge
roepen.
Gedurende twee dagen vcifceerde tante
Annette tusschen leven en dood, maar rij
was van een geslacht, dat niet bij den
eersten slag valt, en zij" had dan ook weder
het gedeelte^-. - gebruik van haar ledema-
wrerelig kijkend naar <?e klok. Beneden
ons vijf journalisten, van wie één schrijvend
on vier nijdig op ou neer loopend.
Tegenover den spreker do Minister van
Koloniën, zich blijkbaar dwingend oni ecni
ge aandacht te schenken aan den lezer, dio
maar onvermoeid doorgaat, als volgde hom
het meest belangstellende auditorium. Ko
mende en gaande stenografen cn nu en dan
een van d'c nog aanwezige Kamorleden, te
golijk met een stenograaf vertrekkende, om
niet de aandacht tc trekken.
Vijf uur.
Nog vijf leden, op den kop af, zijn aan
wezig. Een lid, dat zich nog had laten in
schrijven gaat naar den voorzitter, wijzen
de op ó'o leeg© zaal, én blijkbaar niet ge
neigd om nu nog aan het woord te komen.
Do voorzitter haalt met een gebaar van
misnoegen do schouders op; met zoo iets
van: Ik kan er niets aan doen. De vijf nog
aanwezige loden maken aanstalten om het
ook op t© geven, als net dc banier valt en
do zitting wordt verdaagd.
Erg uit mijn humeur kwam ik thuis.
Was dat nu een vergadering van do
Tweede Kamer, bij een behandeling der In
dische begrooting, waarvan ik in Indiö
zulke mooie verslag(?n in a'o couranten had
gelezen
Do „Arnhcmschc Courant" zegt
inzake de opcenten op de vormo-
g n s- en do b o d r ij f s b e 1 a s t i n g, dab
de minister De Meester in de Memorie van
Antwoord op het Yoorloopig Verslag over
hoofdstuk I der Staatsbegrooting wel aan
zijn voorstel betreffende' do opoenten vast
houdt, maar dat er wel niet meer als ten
vorigen jare een portefeuille-kwestie van
zal worden gemaakt, naar verwacht mag
worden. In die verwachting wordt het blad
versterkt door uitingen van den minister
zrivon in de M. v. A. En zet do Minister
niet, zooals het vorig jaar, dc Kamer het
mes op do keel, dan durft hot zelfs iiupcii,
dat hij overtuigd zal worden, dat het maar
boter is zijn voorstel niet aan een onzekere
stemming tc wagen.
Hel; zou in werkelijkheid geen daa<? van
lichtzinnigheid of roekeloosheid wezen,
indien do Minister De Meester voor hco
volgend jaar do heffiug der opcenten los
liet.
Daardoor zou op heldere wij zo het tijde
lijk karakter dezer heffing in het licht
zijn gesteld On do Minister zou bovendien
een blijk van vertrouwen geven ten op
zichte van het slagen zijner verdienstelijke
poging tot belastinghervorming. En mocht
al alles tegenloopon, dan nog zal eOn ge
ring© inkomst voor de schatkist van iet3
meer dan anderhalf millioon guldon toch
nog niet do Rijksfinanciën hopeloos in do
war sturen of 's lands crcdict cm tig aan
tasten.
Do „Provinciale Groninger
Courant" zet uiteen den inhoud van
het wetsontwerp tot w ij z i g i n g der
bopalingon omtrent do rechts-
persoonlijkhcid van voreoni-
gingen, en zegt dan:
Ziedaar do nieuw voorgestelde regeling,
waarvan wij met groote instemming heb
ben kennis genomen. Zij zal aan do mots
zeggende, in haar gevolgen volstrekt niet
onschuldige, koninklijke goedkeuring een
eind maken. Zij zal hot departement vnu
justitie ontlasten van veel nutteloozou ar
beid cn do krachten, dio daarin to loor
gaan, voor wetgevend werk productief
maken. Zij zal dc rechtszekerheid eerder
versterken dan verzwakken. En zij zal do
verccnigingen, dio aan rechtspersoonlijk
heid dringend behoeft© hebben, niet, ge
lijk nu, soms maanden moeten doen wach
ten, vóór zij met het departement van jus-
tïtio in liet reine zijn.
Of men niet sommige bijzonderheden o'er
regeling anders uitgewerkt zou wcnschen tC
zien? Waar is het wetsontwerp, dat allen iu
al zijn details bevredigt? Zoo heeft het ons
getroffen niet, dat het notarieel verlijden
van de akte van oprichting wordt gceischt,
want wij meencn, dat deze cisch, hier cn
daar uit het oogpunt der aan do opvolging
verbonden kosten afgekeurd, in het belang
der rechtszekerheid mag niet worden los
gelaten maar dat do prooi-sorde, voor
ten herkregen.
Zij verliet zich geheel op dc zorgen van
Henri met c. blinde volgzaamheid. Maar
zij hernam ook bijna onmiddellijk weer het
bestuur over haar huishouden en bleef,
ofschoon to bed liggend, geheel op dc
hoogte van alles, wat in huis gobcurdo.
Acht dagen later stond zij weder op cn
ofschoon haar bewegingen niet meer zoo
flink waren als vroeger, toonde rij zich
toch zeer blijde nog tc leven cn nam be
schikkingen om haar oudo manier vin
doen weer te beginnen.
Eens op een avond, dat zij weer te "bed
was gegaan, zeidc zij tot haar nichten, d;o
om haar bed stonden:
„Ik heb vandaag met mijn jongo dokter
eens ernstig gesproken en hij heeft mij op
mijn verlangen juist ingelicht over mijn
toestand."
De beid© dames keken elkander wel wat
wantrouwend aan en vroegen zichzelf blijk
baar af, of dit een aankondiging was van
testamentaire beschikkingen, en wie do
begunstigde zou zijn.
„Hcnri kan mij niet bedriegen, hora ara
de oude dame op iermen toon. „Hij «voet
overigens, dat, zoo lieden van mijn soort
een lang leven hebben, zij ook een waar
heid weten tc hooren en zich zonder zwaK-
heid op den dood kunnen voobereiden."
„Dat is, Goddank, het werk van alle
goedo Christenen," zeidc mejuffrouw Fu-
génic.
„Zonder twijfel, maar die van mij-; rijd
waren er dan misschien meer van door
trokken. Dus, Henri heeft mij niet verbor
gen, dat ik, zoo ik nog cenigcn tijd te ia»
ven heb, toch niet meer mijn gezonrlheio
van vro~ger zal terugvinden, noch mijn
het verval Ion verklaren der rechtspersoon^,
lijkheid voorgeschreven, niet voldoenden
waarborg biedt tegen ongewettigde toepas^
sing van dezo bevoegdheid. De bedreigd**
vorceniging zou althans moeion worden op
geroepen zich to verweren. Zoo zijn er cn-
brio andorc kleiuo bijzonderheden, dio voot,
verbetering vatbaar zijn. Dc schriftelijke»
parlementaire voorbereiding biedt daartoe
de gelegenheid. Op do hoofdzaak ctf
daarop komt hot aan brengt 's Minis*
tors wijziging een besliste, niet to onder*
schatten, verbetering, van welke het is to
hopen, dat de Sta ten-Generaal nog in dit
zittingjaar haar zullen helpen in het lev?n
te treden.
Dr. J. Th. do Visser heeft in „D o
Volksb o d o" ds. G. H. Wagen aai' ge
antwoord op diens onderschrift in dat blad
bij het ingezonden stuk over dr. Dc Vissers
verkiezing tc L c i a' e n. Aan dat
antwoord is het volgend© ontleend:
Hot meerdere of minder© leed, dat gij
over mijn rede te Leiden draagt, omdaü
ik daarin de antithese voor mijn rekening
zou genomen hebben, kan ik spoedig ge
heel en al wegnemen. Ik heb namelijk over
de antithese geen woord gerept.
„Alleen toen do heer RoodhuyzCn in het
debat had gezegd, dat hij, tegenover do
pretensie der christelijke partijen van do
waarheid te bozitton, met Lessing do
bode om do waarheid to mogen zoeker,
hoogcr stelde, heb ik in mijn verweer het
feit geconstateerd, dat do heer Roodhui
zen de antithese had geponeerd.
In een politieko vergadering toch zoo
ongoveer betoogde ik was door hem te
genover christenen, dio hechten aan heb
woord' van Christus: „Ik ben do Waarheid"
do meerdere voortreffelijkheid gesteld van
hen, die mcenen, dat dc Waarheid niet ge
kend wordt, maar moot worden gezocht.
Mij treft dus uw opmerking uict".
Do redactie van „D o V o 1 k sb o d o"
vindt, dat dr. Do Visser groot gelijk lioeft,
dat do liberale partij op het stuk der an
tithese valseh spel speelt.
En toch, als hij leest, welk ccn jubel-
toon is aangeslagen in do organon der A.«
R. on R.-K. pers over Leidens ontzet c«
hoo in dezo zegeliederen als om strijd do
antithese wordt verheerlijkt, „<lo an.-.ith>
se, die het in de verkiezing van dr. Do
Visser gewonnen heeft", volgons do cens-
luideftdo verklaring dor rechtscho pers...
is er dan geen reden om zich af to vragen
deed ik cr wel goed aan „geen woord over
de antithese tc reppen?"
Dr. Dc Visser wij gcloovCn dit van
hem zonder voorbehoud neemt de .-.n'i-
theso niet voor zijn rekening; maar is 1 ©7
dan niet meer dan tijd bij do toenemende
verwarring do bazuin verheffen, opdat1
vriend cn vijand het duidelijk vernemen?
Juist, waar wij met dr. Dc Visser
een staatkunde begceren, „die ons volk
over do antitheses heen hélpt", daal' maken
wij ons schuldig aan plichtsverzuim, zoo
wij niet tijdig en ontijdig ons volk wijzon
op den weg, dien het op moet.
Onder het opschrift: ,,B o d c n k c 1 ij*
dc o bevordering" schrijft „Do
Niouwo Courant":
In zeer ©nkcle bladen is, hetzij bijwijza
van toespeling, hetzij meer openlijk aan
merking gemaakt op dc in do „Staats
courant" van 28/29 October jl. gepubli
ceerde bevordering van het lid dor Eerst
Kamer, den kolonel VanLöbcn
Sols, tot gcnoraal-majoor.
Naar dc gegrondheid van dc geruchten,
iu verband mot dio bevordering de rondo
doende, hebben wij een onderzoek inge
steld on voor zoover daaromtrent buiten
dc direct betrokkenen om zekerheid
to bekomen is, hebben wij dio verkregen.
De kolonel Van Löben Seis is zoo lui
den onzo inlichtingen verleden jaar door
den Inspecteur der artillerie ongeschikt,
verklaard voor bevordering tot gcnoraal-
majoor cn door den tegenwoordigen minis
ter van Oorlog aan Hare Majesteit do
Koningin voorgedragea voor pensionnce-
ring. Nocat de heer Seis door de Staten
van Gelderland op 18 October vail het vo?L-
vrijheid in mijn bewegingen. Ik moet :nij
zelfs in acht nemen voor mijn hoofd cu
mo in vele opzichten aan de zorg van an
deren toevertrouwen cn aan anderen over
laten, wat ik tot nu toe zelf deed. Mijn
trouwe meid is nog jonger dan ik, maar
daarom niet beter bij de hand. In ..et kort
dus, ik heb gezien, dat ik niet langer ge
heel alleen mag blijven in een groot
huis."
„Nu, tanto," zei do mevrouw Opbcrgcr
levendig, „als gij op „Werkhoven" wilt
komen, zult gij naar verkiezing rust cn
verstrooing kunnen vinden."'
„Ik bij anderen gaanNeen, neen, kind,
je spreekt zooals jc hart je ingeeft, dat
weet ik; maar een oudo boom laat zich
niet verplante i en zoo het Godc behaagt,
zal ik sterven waar ik ben geborenonder
het dak, dat mijn ouders beschermd heeft,
en waaronder ook zij hebben geleefd en
zijn gestorven-"
„Als het gezelschap van een jong meisje,
dat zacht cn zeer vreedzaam is, u kan
aanstaan, tante", zeidc mejuffrouw Eu
genie, „heb ik een van mijn weezen, dio
den leeftijd heeft bereikt om onder do
menschen tc gaan, of liever, die ik zou
willen bestemmen om mij bij tc staan in
mijn taak, cn die u nuttig of aangenaam
zou kunnen zijn".
„Je bent erg goed, Eugenie, cn jc zoekt
in dc wereld niets anders dan het welzijn
van jo aangenomen kinderen, maar er is
hier geen gebrek aan bekwame dienstbo
den, als ik een vreemde wilde uemen."
(Wordt vervolgd.)