No. 14343.
LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG"24 NOVEMBER. - VIJFDE BLAD.
Tweede Kamer.
FEUILLETON.
X>e arme iiiclit.
Ingezonden.
Atltltr jfflÜB.
Vervolg der Zitting van Vrijdagnamiddag.
Da heer Van Deventer betoogde,
bij de voortzetting der discussie over de
suppletoir© Indischo begroofcing voor 1907
betreffende hoogero vorming van Nedcrl-
Indisctie bestuursambtenaren, dat in af
wachting van het bereiken van den toe-
Btand, welken de Minister zich denkt cn
dat «og wel 15 a 20 jaar kan duren, toch
L-al moeten worden voorzien in Europee-
sehe ambtenaren en betwijfelde of men met
het thans gekiend© opleidingssysteem een
.voldoend aantal ambtenaren zal kunnen
krijgen.
Spreker beval o. a. aan om naa6t do
in te stellen bestuursacademie, de gelegen
heid t© openen aan jonge, aanleg toon en-
do ambtenaren, om zich door een verblijf
in het buitenland of in vreemdo koloniën
•vorder to bekwamen.
Vorder zette spreker uiteen, dat de be
zwaren, aangevoerd tegen 's-Gravcnhage
als plaat9 van vestiging den bestuurs
academie, niet van ernstigen aard zijn. Do
xedelijkheidsbezwaren gelden niet, waar
het hier toch betreft mcnschen reeds op
zekoren leeftijd, dio aan deze academie
hoogero vorming komen zoeken.
Voorloopig wilde spreker echter do op
leiding in Indic behouden, omdat daar
blijken kan welke ambtenaren voor hoo
gero academisch© opleiding geschikt fijn
en tevens wie voor hoogero bestuursbetrek-
•kingen in aanmerking kunnen komen.
De heer De Waal Malefijt achtt©
het wenschelijk aan aanstaande Indisch©
ambtenaren een toelag© to geven.
De afdeeling B is geen geschikte plaats
om ambtenaren op to leiden.
Do heer Van der Veldo wensehto te
constatecren, dat willens en wetens de Ro-
gcering indertijd de opleiding vau Indischo
ambtenaren iD verkeerd© banen geleid
heeft. Do vrijheid van opleiding is een
phraso gebleken Men volge het stelsel, dat
bij do rechterlijke ambtenaren lob zoo uit
stekende resultaten heeft geleid. Als aan
vulling der gewone opleiding voor inge
nieurs en ambtenaren stelle men een :n-
dologischen cursus open.
Eensto eisch voor ambtenaren is de
leennia van liet Christendom, waar Neder
land een christelijk© staat is.
Dc Bestuursacademie zou gemist kunnen
worden indien daarvoor in de plaats
treedt opleiding aan een Universiteit. Ove
rigens mist spreker in ó'c door de Regeering
gewilde regeling citf vastheid, noo-
dig voor het belang vun dc goede opleiding.
Hij bepleitte handhaving van den bestaan-
den toestand in afwachting van \>sttcliJko
regeling ó'cr zaak.
De Voorzitter, die zeide den heer
Van de Velde niet in de rede te hebben
willen vallen, toen deze zeide, dat do Regee-
ring opzettelijk cn willens en wetens de op
leiding van Indischo ambtenaren in ver
keerde banen had geleid, wenschtc thans do
opmerking te maken, dat hij het minder
wenschelijk vono' dergelijke uitdruk kingen
in het debat tc gebruiken.
Dc heer Van d o Volde verklaarde,
dat die woorden hem in het v- r zijner
rede ontglipt waren.
Do heer T y c m a n betuigde op ver
schillende punten sympathie met 's Minis
ters voorstellen, vooral ten aanzien van hót
behoud van het candidaat-ambtenaars-
eehap; dc uitbreiding van de opleiding van
2 tot 3 jaren. Niet. gewenscht echter achtte
spreker splitsing in bestuurs- en bureau
ambtenaren.
Spr. wijst er op, dat voor do Academie
een 30-tal goed© ambtenaren zal wórden
onttrokken aan den dienst om aan die in
stelling onderwijs te geven en ried daar
om aan de oprichting dier 'Academie uit te
stellen, totdat dit zonder nadeel voor den
dienst kan geschieden.
Waar allo deskundigen het ©r over eens
zijn, dat dc opleiding niet in Indië moet
geschieden, doch hier te lande, moet men
dat trachten tc bevorderen, desnoods met
het systeem van beurzen.
Op voorstel des Voorzitters wordt be
sloten, 23 en 30 dezer, des morgens tien
45) »-
Dat kan kort duren, maar zij
kan ook lang leven, cn, en dit
laatste geval zal haar gebrekkigheid en
haar veeleischendheid toenemenwees
daar maar zeker van 1 Wat is er dus ver
wonderlijks in, dat zij je opoffering ver
goedt! Zij heeft toch geen recht op je! Je
kent haar nog niet, zie ik wel."
,,Ik ken haar slechts zeer weinig; maar
mijn loven is zoo leeg aan plichten, dat ik
mij van heeler harte zou toewijden aan
iemand, di© mij noodig zou hebben, als ik
uict werd teruggehouden door de, vrees,
verkeerd beoordeeld to worden."
Mevrouw haalde de schouders op. Anna
scheen vooringenomen, George was onver
schillig; oom boog zjch schuchter tot
zijn nicht over en zeide zacht:
„Als uw tante u dat aanbiedt, is het i.*i
uw eigen belang. Wij zijn zeer gelukkig
u op „Werkhoven" te zien cn gij behoeft
hier niet weg te gaan dan uit eig:i i rijen
wil.
„Lucie weet zeer goed, dat wjj haar hier
willen houden, als zij bij ons wii blij
ven," zeide haar tante, terwijl zij de
schouders ophaalde. „Zij is zooveel t© vrijer
nu de huur van haar huis haar bijna on
afhankelijk maakt, en zij, als zij hier
hl ft, ©us dus niet tot last is. Maar ik
moet haar d© zaken laten zien onder het
juist© licht. Lui met sterke verbeelding
breven dikwijh het doel voorbij, j og eens
uren afdeelingsonderzoek te houden van
verschillende ontwerpen, en vóór Kerstmis
r^g het pas ingediende ontwerp tofc wijzi
ging van art. 28 (lc) Drankwet.
Vragendag.
Naar aanleiding van vragen van den
heer Mees, betrekkelijk do emigratie
van Javanen naar Nieuw-Guinea, ant
woordt deMinietervan K ol., dat in
1903 reeds door de betrokken bestuurs
ambtenaren een rapport is samengesteld.
Indische Bestuursambt
t en a r e n.
De beraadslaging word(t voortgezet.
De Minister van Kol., beant
woordt do verschillende opmeriringon. D©
voorgestelde regeling is zóó urgent, dat
niet op een algeheelo reorganisatie van
het binnenlandsch bestuur kan worden ge
wacht. De bedoeling is, dc inlanders het
meerendeel vin do ambtenaren te laten
uitmaken, maar dat is een zaak van lan
gen duur. De Minister heeft drie zaken
noodig gefcoht: lo. beter© opleiding in
Noderland; 2o. d© bestuursacademie, en 3o.
do verscherping van de cischen voor de
opleiding in Indië.
Wat het eerste punt aangaat, men moet
de vakken niet t© zeer uitbreiden.
Blijkt ten slotte de candidaat-ambte-
naar ongeschikt voor bestuurs-ambtenaar,
dan kan hij bureau-ambtenaar worden,
waarvoor hij zeer geschikt kan zijn.
Als de afdeeling B in Indië er niet was,
zou de Minister haai* niet oprichten. Maar
d© resultaten zijn niet zóó slecht, als men
hot voorstelt.
Het ware onverstandige politiek, thans
do afdeeling in Indië op te heffen, nu de
eisohen zijn verscherpt.
De bestuurs-academie is noodig, omdat
de ambtenaar, die zich in de praktijk heeft
ingewerkt, gclogenhodd moet hebben zich
verder wetenschappelijk te ontwikkelen.
Dat do dienst in Indië zal lijden, gelooft
de Minister niet.
Studiereizen naar vreemde koloniën zou
niet wenschelijk zijn, in plaats van de be
stuurs-academie, die éénheid van studie zal
bevorderen.
Do Minister deelt nog mee, dat Indisch©
jongelieden, dio in Nederland voor candi-
daat-ambtenaiar willen studberen, vrijen
overtocht zullen ontvangen.
Naturalisati e-o ntworpen.
Door den minister van Jusfcitio wordt,
in een nota naar aanleiding van het ver
slag nopens eenig© naturalisatie-ontwer
pen do wenschclijkhcid toegegeven van do
spoedige tofc-stand-koming ecner wettelijk©
regeling van het Nederlandsch onderdaan
schap. Doch hij bestrijdt do meening, dat
personen als dc in het wetsontwerp bedoelde
met het onderdaanschap tevreden zouden
zijn en niet meer zouden begeeren Neder
lander te worden.
Wanneer, gelijk uit dc overgelegde be
scheiden blijkt-, bij d© betrokken Chinee-
zen een ernstig streven bestaat, zich do
overzeesobe beschaving oigen te maken eu
do Nederlandsche taal, zeden en gewoon
ten aan te nemen, dan is to verwachten,
dat zij evenmin met het Nederlandsch on
derdaanschap, als thans met het Neder
landsch ingezetenschap, genoegen zuilen
nemen, doch, zooals in dit geval, het volle
Nederlandsche staatsburgerschap zullen
trachten te crlangcD.
Geacht© Redactie!
Beleefd verzoek ik U nog eenigc plaats-
ruimt© voor een laatste woord aan den
heer Verhoog.
Dat genoemde heer zich zoo goed moge
lijk uit de voor hem netelige kwestie tracht
te redden, is alleszins begrijpelijk, doch
dat hij zich nu weer bedient van onjuiste
voorstellingen en onwaarheden, is zeker
wel do brutaliteit ten top gevoerd, wat
mij weer noodzaakt daar even den vinger
op to leggen.
Do heer Verhoog zegt dun met zoovele
woorden, dat hij wel even zeggen zal, wat
zeg ik, ik had er nooit aan gedacht mij
van haar to scheiden, maar ik ben aan de
waarheid verschuldigd haar te feggen, dat
haar beweegreden, zoo zo weigert om niet
van eigenbelang beschuldigd to worden,
verkeerd zal worden uitgelogd, of liever
in het geheel niet zal begrepen worden
mon zal denkon, dat het leven, dat een
oude gebrekkige vrouw haar aanbiedt, niet
naar haar smaak is, ziedaar dc waarheid.
Laten wc nu eens over wat anders praten;
Lucio kan, als ze alleen is, nadenken over
wat ik gezegd heb."
Het gesprek liep toen verder over het
verblijf van mevrouw bij haar tante en
over de kleine dingen, die onderwijl op
„Werkhoven" voorgevallen waren.
Men scheidde vroeg. Toen Lucie haar
tanbo goeden nacht wenuchte, hield uiyze
haar een poosje staande.
„Ik zie," zeide zo hoofdschuddend, „dat
gij een slechten nacht zult doorbrengen.
Beproef dus de kwestie terug t© brengen
tot haar werkelijke afmeting en deze is:
raadpleeg uw smaak, en doe wat u be
haagt."
„Beslist de plicht ten' slotte niet alles,
tante'? Zendt God mij dien niet in den
vorm van toewijding'?''
Mevrouw keek l.'aar met ernstige ver
wondering aan.
„Als gij door Amelia van Gaasteren
waart opgevoed, zoudt gij niet anders
spreken," zc-ido ze. „Overdrijf niets, men
heeft geen plicht te vervullen tegenover
een verre bloedverwant, cLic alle zorgen,
welke men haar bewijst, ruim kan betalen.
En nu moogt gij uw belangeloosheid nog
zoo hoog in de wolken verheffen, gij zult
toch niet kunnen verhinderen, dat liet
het is, dat hem in de oogen van den Pa
troonsbond zou blameeren.
Hij zegt daaromtrent mij wei even voor
te willen zijn en hangt dan een relaas op,
waarvan hij weet, dat, geloofde d© Pa
troonsbond het, waaraan hij zelf schijnt
te twijfelen, dit hem meer in achting
zou doen stijgen dan wel het tegendeel.
Dat stukje zal mij niet verleiden datgene
bekend te maken, wat hij mij in vertrou
wen mededeelde, daar hij het volst© recht
zou hebben dit te laken; mocht hij daar
toestemming voor geven cn dus d© beloofde
geheimhouding opheffen, dan ben ik na
tuurlijk met het grootste genoegen daartoe
bereid.
Eén ding is evenwel nu reeds to consta-
teeren, dat do heer Verhoog van een dwa
ling zijns weegs is teruggekeerd en hij nu
erkent, mij t© hebben uitgenoodiga
„hem in het publiek ter verantwoording te
roepen, indien de loonregeling niet zal
blijken t© zijn een loonsverhooging", hier
mede dus volkomen toestemmende, dat
onze conferentie niet oen vertrouwelijk
karakter droeg, want miemand zal toch
meenen, dat iemand ia het publiek tel
verantwoording roepen, nu juist tot do
vertrouwelijke mededcelingcn behoort.
Eén ding ontkent do heer Verhoog nog
en wc willen trachten zijn geheugen, dat
hom jammerlijk in den steek schijnt te
laten, wat op te frisschen, en hem even
in herinnering brengen, dat de zelfde
vraag, di© ik hem stelde, namelijk of do
loonregeling ook loonsverhooging zou be
vatten voor hen, die reeds 22 centen per
uur verdienden, door mij ook gesteld werd
op d© conferentie, die t© mijnen huize ge
houden werd om het verschil op t© lossen
tusschen de officieuze en officieel© mcdc-
dcelingen van 8 September.
Toen toch waren de heeren als gedele
geerden ter conferentie cn was er van ver
trouwelijkheid geen sprake, en do heeren
Van 't Riet en CorneÜssen zullen dit wel
beamen als volkomen overeenkomstig met
de waarheid; toen kreeg ik op dezelfde
vraag van den heer Verhoog ten antwoord:
„Natuurlijk zal dit gebeuren,
on moetiknunogmocr zeggen!"
hiermede natuurlijk niets anders bedoelcn-
,do dan dat de regeling zou gaan tot 23 ets.
per uur minstons.
Do waarheid hiervan zal door don heer
Van 't Riet kunnen worden bevestigd, en
dab hetzelfde gevraagd en toestemmend be
antwoord werd ten huizo van den heer
Verhoog, zal moeten worden bevestigd
door den heer Verdorst.
Door beide gedelegeerden, èn den heer
Verhoog, èn den heer Van 't Riet, is als
om strijd verklaard, niet dat de basis voor
de patroons was 20 conts cn voor ons 23
cents, maar wel, dat do loonregeling tou
zijn loonsverhooging cok voor hen, die 22
ets. per uur verdio_dcij.
Een vraag wil ik don lieer Verhoog wel
©ven stellen, nl., waar haalt hij in 's He
mels naam de wetenschap vandaan, dat
wij, toen wij bij hem kwamen, reeds ceu
commissielid hadden gesproken! Dit is
toch wel wat vreemd, waar wij bij hem
kwamen met de zekerheid, dat hij do man
was, dio do loonregeling moest maken, in
welke, overtuiging wij nog werden ver
sterkt, toen dc heer Verhoog, op een op
merking van Verdorst, dat al was Verhoog
alleszins vertrouwbaar, het nog niet zeker
was, dat dc 'Patroonsbond die regeling zou
slikken, hij antwoordde, dat dc oommusie
het volst© vertrouwen in den Patronns-
bond had en moest bezitten en dus ons
volkomen kon gerust stellen omtrent de
mededeelingen, die hij on3 gaf.
Al tem aal argumenten om de stakers
door ons maar te doen gelooven, dat, als
zij den heer Verhoog maar geloofden en
vertrouwden, zij best den arbeid konden
hervatten, de loonregeling zou zijn in den
geest zooals zij verlangden.
Doch de stakers, indachtig aan het
spreekwoord; Als do vo3 do passio preekt-,
boer pas op j© ganzen, liepen niet in de
val ©n, zooals de. geschiedenis bewees, vol
komen terecht, daar do regeling zoo slecht
is, dat do werkwilligen hem niet eens aan
vaarden.
D© heer Verhoog zegt nog, tegenover
den indruk van Marks, dat hij de Pa-
geld in zekere mate wenschelijk is
„Gij verlangt dus, dat ik aanneem, tan
te?" vroeg zij krachtig.
„Ik? Wolk voordcel zou ik daarbij heb
ben?" liep mevrouw Opberger onge luldig
uit.^„Gij hindert mij in niets, üat heb ik
u al honderdmaal geyegd, en zeer velen
zouden zelfs zeggen, dat ik, door u de
voordeelige zijden van een verblijf bij tanbc
t© noemen, handeldo tegen het belacg vun
mijn eigen Kinderen."
Lucie keek haar zóó vragend verwonderd
aan, dat haar tante, om haar verwarring
tc verbergen, bruusk hernam:
„Ja, tante Annette, dio onophoudelijk
haar testament verandert, is in staat zich
door u to laten innemen en u een groot
fortuin na te laten," do geheel© erfeni-s
misschien."
„En gij meent dus,- dat jk in staat ben,
ze u to ontnemenriep Luci© uit in een
volle verontwaardiging, welke rij geen
meester wist te blijven.
„Daar heb jo nu al weer van die groote
woordenNeen, ik geloof niet, dat je be
kwaam bent om lagen te leggenmaar als
je de zaak goed beschouwt, moet je me
toch toegeven, dat tante meesteres over
haar geld is en ook over haar sympa
thieën. Protesteer nu niet. Wij zijn me',
vijf takken, die wettig op die erfenis re
kenen, en gij behoort onder die vijf even
goed als ik. Kom, zet niet zoo'n boos ge
zicht. Ik ben overtuigd, dat gij niet zult
trachten u van de erfenis meester to ma
ken, en dat gij, zoo tante u alles vermaken
zou, zeker aan uw nichten zoudt denken.
Kom, geef me een kus, en raadpleeg ie
smaak en je krachten, cn herinner u daar
bij wel dez© twee zaken: wij zullen te-
troonsbond zelf wne, den indruk gehad te
hebben alsof het van Marks en Vordorst
afhing of de ©taking zou voortduren of
niet, maar nu vraag ik in gemoede, zou
den wij dan nog d© voorwaarden, door
den Patroonsbond gesteld, gunstiger heb*
ben voorgesteld, dan ze in werkelijkheid
waren Dat is te dwaas óm alleen t© loo-
pen I
Ten slotte nog een eigenaardige beken
tenis van den heer Verhoog. Hij is van
meening, dat ik mij tot den Patroonsbond
had moeten wenden en komt dan vertel
len, dat ik dat toch eigenlijk gedaan heb,
in mijn Open Brief aan dien Bond, dien
hij dan weer als aan hem gericht beschouw
de.
Do brief was aan den Bond gericht, de
heer Verhoog doet, alsof hij aan hem was
gericht, de schoen past hem precies cn hij
trekt hem aan I
Dat is juist de gansche staking gebleken,
de heer Verhoog was t© vcol de „'Patroons
bond", te woinig een lid van dat lichaam
Als hij dit maar wilde bekennen, wat,
we bekennen het gaarne, juist voor hem
wel wat moeilijk is, dan waren we klaar.
H. MARKS,
Haarlemmerstraat 211.
Mijnheer do Redacteur!
Wilt u zoo beleefd z\Jd, onderstaande in
uw blad to plaatsen? By voorbaat myn dank.
Hot verslag nalezende van Onder onze
Vroede Vaderen" trof my hot laatste gedeelte,
nl. het antwoord van B. on Ws. In zako do
tollon op den RUnsburgerweg en aan het
Haagecho Schouw om zyne inconsoquentlo.
Het plan om die tollen op te heffen heeft de
volle sympathie van B. on Ws., maar ik
-zoude B. en Ws. willen raden „herzie u zelf,"
en begin eerst met don tol aan do Haarlom-
mertrekvaart, Loidordorp en aan de Zyi op
te heffen, dan zyt gy ten minste consequent,
daar deze tollon door do gemeente zelf worden
geheven.
Hoogachtend
Uw. Dienstwillige dienaar.
Wiedt eerst uw eigen tuintje schoon.
Cegstgeest, Nov. 1906.
[lomand, die tot levensmotto heeft gekozen
„Wiedt eerst uw eigeu luinljo schoon", en
intusschen de spa zet in o<ms anders land,
is wel te beneden, 't Bewijst Immers dat b[)
met zichzelf geheel in 't reine is. Dat is eon
felicitatie waaid. Wat do zaak zelve betreft,
inderdaad de gemeento hoeft bodoelde lollen,
die ochter voor 't publiek verkeer niet zoo
hinderlijk zijn als die aan don Rynsburgerweg
en de Haa^scho Schouw. Vandaar dat zy in
de vergadering dor L'rov. Staten noch in hot
adres van den A. N. W.-B. worden genoemd.
Doch dit daaigolaten; wie zegt den inzender
dat do gemeente n i o t bereid zal zUn afsiand
van" haar recht to doen togen biliyke ver
goeding?
En eer hy dit niet weet, mist hy bet recht
B. en Ws. hun sympathie k.vaiy'k te neuion.
Hot ligt immers ook in do bedooling de
rechlhobbonden aan den Rynsburgerweg en
do Haag6ehe Schouw schadeloos te stellen.
Kzn
Mijnheer de Redacteurl
Naar aanlekling van heb schrijven over
Rijnsburg, verzoek ik U beleefd opname
van het volgende in Uw geoord blad.
Toen ik en meer burgers van ltijnHburg
in Uw blad van Zaterdag 17 Nov. aan don
kop van. liet eerst© blad met groote letters
Rijnsburg zagen staan, dachion we, wat
zou dat zijn, want men leest toch graag
iets uit zijn eigen gemeente, vooral wan
neer er groot.e zaken hangend© zijn, maar
och, wat viel dat voor oen groot doel tegen.
Bij het begin hadden we zelfs moeite,
om het voor ernst aan te nemen, want
-wie denkt nu, dat er aan Rijnsburg in den
niot-bollcn-tijcl nog moois is. Een van bei
den: óf men moet aan het mooi gewoon ra
ken, of men is geen kenner er van, cn dan
zullen w© dat schrijven over ltijnsburgs
mooi maar voor ernst aannemen, hoewel er
con zekere durf voor moet bestaan. Maar
het verdere schrijven was voor óns wel
kenners toch een waar gescharrel. Wo voel
den, dat hier iemand aan het woord waB,
die op dat terrein maar half thuis was, ja,
vreden zijn, als gij bij ons blijft, maar dis
gij weigert, zal niemand uw roden begrij
pen. Men zou u eer van zelftucht of vau
zwakheid beschuldigtn."
Daarop gaf mevrouw Lucio haar blaker
en liet haar dc vrijheid, t© gaan nadenken
in haar kamer over c!e nieuwe positio,
welko haar bijzonder rijk aan aangename
ontmoetingen en wederwaardigheden toe
scheen.
XXII.
Eoröt tegen den morgen sliep Lucio in,
na een vurig gebed, dat God haar mocht
ingoveD, wat zij moest doen. Zoodra zij
otffcv.aaklkwani dio. raad reeds in den
vorm van een brief, di© door een bood
schapper uit Argcnteau word gebracht ca
dien zij haastig openbrak, om al spoedig
het schrift van mejuffrouw Van Gaastcrcn
tc herkennen.
Dio brief luidde:
„Ik ben zóó overtuigd, mijn beste vrien
din, dat dc voorstollen van tante An netto
u in verwarring zullen brengen, dat ik
behoefte gevoel u to komen geruststellen
en zelfs u een beslisten raad te geveu, cn
die is: den voorslag aannemen.
Henri ©n ik hebben gisteravond! bijge
woond in onze gedachten, wat op „Werk
hoven'' gisteravond -is gesproken. Uw tan
te, die goed cn rechtvaardig is, heeft u
bepaald en toch met het beste inzicht
ter wereld, harde dingen gezegd; zij heeft
u zonder twijfel min of raecr belecdigd in
uw gsvoeleus, onvrijwillig natuurlijk, ©u
u het vertrek zooals het blijven even moei
lijk gemaakt. smeek u dus alles, wat
zij u gezegd uceft, tc vergeten cn alleen t©
letten op wat ik u zal zeggen.
zelfs bezig was zijn eigen een kool te sto
ven, welker lucht ten minste wel zoo sterk
was, als die hij heeft geroken huis aau huis
tc Rijnsburg.
Aan hot einde Van zijn schrijvon daarin
.waren w© het zonder twijfel met hem eens,
cn wel ten 1ste, dat de Rijnsburgcnaren
meer met kool ophebben dan met Spinoza
zijn huis of dak. Ton 2de, dat er tc Rijns
burg zoo'n groot-stadsche handelsgeest vaar*
dig is (maar vergeet dan vooral niot den
geest van den kleinen koop- of groenten-
man, die dagelijks Leiden, 's-Gravenhago
en andere steden met groenten (zeg kooi)
bedient) en ten 3de, dat we zoo'n mooicn,
ouden toren hebbon, die van vrocgoro
eeuwen dagteekent. (Jammer, dat, wanneer
het doorgaat dat die gerestaureerd wordt,
voor onr. niet-kenners er van, hij leelijkor
wordt, juist als hem deskundigen nog
mooier gaan vinden
Zoo, M. d© R., blijft er altijd verschil
van smaak; wat de een mooi vindt, noemt
een ander Ieelijk cn wanneer dc wegen en
straten niet om tc gaan zijn van dc glibbe
rige boom- eu koolbladen, zijn er toch
monschen, di© spreken van garneersel. Wo
laten het aan dc in de huppelende tram
zittende reizigers zelf over of zo door .wil
len zwaaien of dat zo willen stoppen ora
zich te overtuigen. Ik ioor mij vind net
in dozen natten Novcmbertijd wel ge-zellig
druk, maar allesbehalve mooi in nu'ju ge
boorteplaats.
M, de R., dankend voor do nfgcs'ano
plaatsruimte, tcckeu ik mij, nations velen,
v. d. G.
Rijnsburg, 23 Nov. 1906.
Centraal Comité van Vrijziniilgcn.
Men meldt uit Leeuwarden aan do
„Haorl. Ct.":
Ter behartiging van de algcnieeno gods
dienstige cn kerkelijke belangen van do
vrijz. leden der Nederlandsch-Hcrv Kerk
is een Centraal Comité van Vrijzinnig©
Hervormden in Noderland gevormd. Heb
bestaat uit vertegenwoordigers van do
vorecnigingen van Vrijzinnige Hervormden
in do onderscheidcL3 provinciën. Fries
land is vertegenwoordigd door do heeren
dr. C. J. Niemeijer tc Bolsward cn T. S
van der Lcij te Rauwcrd, Groningen door
prof. W. Mallinckrodt tc Groningen cn W.
H. Rooibol te Vcendam, Nooid-Holland
door W. Schuurman to Hauwert en A. J.
Adriani to Warincnliiiizen, Zuid-Holland
door prof. dr. L. Knappcit to Leiden,
Drent© door H. Cannegieter t© Borger, ca
Gelderland door dr. P. A. Riedel 10
Lochcni.
Tot voorzitter is gekozen dr. O. J. Nic-
meijor, tot secretaris A. J. Adriani, tot
penningmeester W. H. Rooóol.
Hiermede is tusschen d© Provincial©
Verecnigingen een band gelegd, waardoor
samenwerking kan wordon- verkregen
Daarbij staat op den voorgrond, dat do
Provinciale Vorecnigingen volkomen zelf
standig blijven.
PrijHkanip houwknnst 190G.
Do jury, benoemd door do commissi©
van toezicht op do Rijks-acad nic van
Beeldende Kunsten to Amsterdam, heeft
verslag uitgebracht aangaande den in 1906
gehouden prijskamp in do schoon© bouw
kunst.
Zij heelt iu' algcmecnc stemmon beslo
ten de gouden medaille toe t© kennen aan'
den heer J. M. van der Mey, geboren l©
Delftshaven.
De conimissio van toezicht zegt, dat zij
uit genoemd verslag cn uit do bcschou-
wing van dc door uen bekroonde ingelever
de teekeningon do overtuiging heeft ge
kregen, dat de heer Van der Mcy een kun
stenaar van groot talent cn van buiten
gewonen aanleg is. Zij geeft in overwe
ging t© bevorderen,^at hem het jaargeld/
wordo toegekend.
Bij Kon. besluit is aan J. M. van der
Mey toegekertd do gouden eereponning cn
is hem voorts voor het tijdvak van i De
cember 1906 tot 30 November 1907, ton
jaargeld verleend van 1200 gulden, be
stemd om hem in do gelegenheid te stellen
zich in do schoonc bouwkunst to volmaken.
(„bts.-C't.")
Het behaagt u niet op „Werkhoven."
Gij weet, gij er ontvangen zijt, om
dat men niet wel anders kon. De omge
ving komt niet overeen met uw smaak en
do hersenschim van Anna maakt uw po
sitie nog moeilijker. Het is duidelijk, dat,
als gij voldoende inkomsten hodt of meer
derjarig waart, men u zou zoggen in
vriendschap, dut het peter was, dat i.-dor
op zichzelf was. Ik herinner u dit alles,
niet om u bedroefd lc maken, dat is .nut
teloos werA, maar omdat cr een besluit
moet genomen worden.
„Gij beklaagt u, dat gij niets" te do&n
bebt: men ...^ut u nu aan een zieke op t©
passen. Gij beklaagt u, dat gij genood
zaakt zijt op „Werkhoven" een wijkplaats
te zoeken, cn nu roept men u naar elders.,
Ik ken u to goed, om 'niet een reden t©
voorzien, die u zou kunnen doen besluiten
to weigeren, cn bovendien, mijn neef heeft
mij meegedeeld, wat cr tusschen uw tanta
en hem gczc-gd is. Zij was voornemens, u
vierkant tc wijzen op do stoffelijke voor
dcelen, die tot besluit konden en moecten
hebben, dat gij zoudt toestemmen bij ta^t©
Annette te kon.;n. Zij zal u hebben ver
schrikt en nu zijt gij, daar ben ik zeker
van, aan twijfeling ten prooi.
Als gij weigert, la t het dan niet zijn
door de vrees, verkeerd beoordeeld t© wor
den. Het is zwakheid, to groote waarde te
hfcbten ar.u do meening vau anderen*
(Wordt vcivolgd).