No. 14343. LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG"24 NOVEMBER. - VIJFDE BLAD. Tweede Kamer. FEUILLETON. X>e arme iiiclit. Ingezonden. Atltltr jfflÜB. Vervolg der Zitting van Vrijdagnamiddag. Da heer Van Deventer betoogde, bij de voortzetting der discussie over de suppletoir© Indischo begroofcing voor 1907 betreffende hoogero vorming van Nedcrl- Indisctie bestuursambtenaren, dat in af wachting van het bereiken van den toe- Btand, welken de Minister zich denkt cn dat «og wel 15 a 20 jaar kan duren, toch L-al moeten worden voorzien in Europee- sehe ambtenaren en betwijfelde of men met het thans gekiend© opleidingssysteem een .voldoend aantal ambtenaren zal kunnen krijgen. Spreker beval o. a. aan om naa6t do in te stellen bestuursacademie, de gelegen heid t© openen aan jonge, aanleg toon en- do ambtenaren, om zich door een verblijf in het buitenland of in vreemdo koloniën •vorder to bekwamen. Vorder zette spreker uiteen, dat de be zwaren, aangevoerd tegen 's-Gravcnhage als plaat9 van vestiging den bestuurs academie, niet van ernstigen aard zijn. Do xedelijkheidsbezwaren gelden niet, waar het hier toch betreft mcnschen reeds op zekoren leeftijd, dio aan deze academie hoogero vorming komen zoeken. Voorloopig wilde spreker echter do op leiding in Indic behouden, omdat daar blijken kan welke ambtenaren voor hoo gero academisch© opleiding geschikt fijn en tevens wie voor hoogero bestuursbetrek- •kingen in aanmerking kunnen komen. De heer De Waal Malefijt achtt© het wenschelijk aan aanstaande Indisch© ambtenaren een toelag© to geven. De afdeeling B is geen geschikte plaats om ambtenaren op to leiden. Do heer Van der Veldo wensehto te constatecren, dat willens en wetens de Ro- gcering indertijd de opleiding vau Indischo ambtenaren iD verkeerd© banen geleid heeft. Do vrijheid van opleiding is een phraso gebleken Men volge het stelsel, dat bij do rechterlijke ambtenaren lob zoo uit stekende resultaten heeft geleid. Als aan vulling der gewone opleiding voor inge nieurs en ambtenaren stelle men een :n- dologischen cursus open. Eensto eisch voor ambtenaren is de leennia van liet Christendom, waar Neder land een christelijk© staat is. Dc Bestuursacademie zou gemist kunnen worden indien daarvoor in de plaats treedt opleiding aan een Universiteit. Ove rigens mist spreker in ó'c door de Regeering gewilde regeling citf vastheid, noo- dig voor het belang vun dc goede opleiding. Hij bepleitte handhaving van den bestaan- den toestand in afwachting van \>sttcliJko regeling ó'cr zaak. De Voorzitter, die zeide den heer Van de Velde niet in de rede te hebben willen vallen, toen deze zeide, dat do Regee- ring opzettelijk cn willens en wetens de op leiding van Indischo ambtenaren in ver keerde banen had geleid, wenschtc thans do opmerking te maken, dat hij het minder wenschelijk vono' dergelijke uitdruk kingen in het debat tc gebruiken. Dc heer Van d o Volde verklaarde, dat die woorden hem in het v- r zijner rede ontglipt waren. Do heer T y c m a n betuigde op ver schillende punten sympathie met 's Minis ters voorstellen, vooral ten aanzien van hót behoud van het candidaat-ambtenaars- eehap; dc uitbreiding van de opleiding van 2 tot 3 jaren. Niet. gewenscht echter achtte spreker splitsing in bestuurs- en bureau ambtenaren. Spr. wijst er op, dat voor do Academie een 30-tal goed© ambtenaren zal wórden onttrokken aan den dienst om aan die in stelling onderwijs te geven en ried daar om aan de oprichting dier 'Academie uit te stellen, totdat dit zonder nadeel voor den dienst kan geschieden. Waar allo deskundigen het ©r over eens zijn, dat dc opleiding niet in Indië moet geschieden, doch hier te lande, moet men dat trachten tc bevorderen, desnoods met het systeem van beurzen. Op voorstel des Voorzitters wordt be sloten, 23 en 30 dezer, des morgens tien 45) »- Dat kan kort duren, maar zij kan ook lang leven, cn, en dit laatste geval zal haar gebrekkigheid en haar veeleischendheid toenemenwees daar maar zeker van 1 Wat is er dus ver wonderlijks in, dat zij je opoffering ver goedt! Zij heeft toch geen recht op je! Je kent haar nog niet, zie ik wel." ,,Ik ken haar slechts zeer weinig; maar mijn loven is zoo leeg aan plichten, dat ik mij van heeler harte zou toewijden aan iemand, di© mij noodig zou hebben, als ik uict werd teruggehouden door de, vrees, verkeerd beoordeeld to worden." Mevrouw haalde de schouders op. Anna scheen vooringenomen, George was onver schillig; oom boog zjch schuchter tot zijn nicht over en zeide zacht: „Als uw tante u dat aanbiedt, is het i.*i uw eigen belang. Wij zijn zeer gelukkig u op „Werkhoven" te zien cn gij behoeft hier niet weg te gaan dan uit eig:i i rijen wil. „Lucie weet zeer goed, dat wjj haar hier willen houden, als zij bij ons wii blij ven," zeide haar tante, terwijl zij de schouders ophaalde. „Zij is zooveel t© vrijer nu de huur van haar huis haar bijna on afhankelijk maakt, en zij, als zij hier hl ft, ©us dus niet tot last is. Maar ik moet haar d© zaken laten zien onder het juist© licht. Lui met sterke verbeelding breven dikwijh het doel voorbij, j og eens uren afdeelingsonderzoek te houden van verschillende ontwerpen, en vóór Kerstmis r^g het pas ingediende ontwerp tofc wijzi ging van art. 28 (lc) Drankwet. Vragendag. Naar aanleiding van vragen van den heer Mees, betrekkelijk do emigratie van Javanen naar Nieuw-Guinea, ant woordt deMinietervan K ol., dat in 1903 reeds door de betrokken bestuurs ambtenaren een rapport is samengesteld. Indische Bestuursambt t en a r e n. De beraadslaging word(t voortgezet. De Minister van Kol., beant woordt do verschillende opmeriringon. D© voorgestelde regeling is zóó urgent, dat niet op een algeheelo reorganisatie van het binnenlandsch bestuur kan worden ge wacht. De bedoeling is, dc inlanders het meerendeel vin do ambtenaren te laten uitmaken, maar dat is een zaak van lan gen duur. De Minister heeft drie zaken noodig gefcoht: lo. beter© opleiding in Noderland; 2o. d© bestuursacademie, en 3o. do verscherping van de cischen voor de opleiding in Indië. Wat het eerste punt aangaat, men moet de vakken niet t© zeer uitbreiden. Blijkt ten slotte de candidaat-ambte- naar ongeschikt voor bestuurs-ambtenaar, dan kan hij bureau-ambtenaar worden, waarvoor hij zeer geschikt kan zijn. Als de afdeeling B in Indië er niet was, zou de Minister haai* niet oprichten. Maar d© resultaten zijn niet zóó slecht, als men hot voorstelt. Het ware onverstandige politiek, thans do afdeeling in Indië op te heffen, nu de eisohen zijn verscherpt. De bestuurs-academie is noodig, omdat de ambtenaar, die zich in de praktijk heeft ingewerkt, gclogenhodd moet hebben zich verder wetenschappelijk te ontwikkelen. Dat do dienst in Indië zal lijden, gelooft de Minister niet. Studiereizen naar vreemde koloniën zou niet wenschelijk zijn, in plaats van de be stuurs-academie, die éénheid van studie zal bevorderen. Do Minister deelt nog mee, dat Indisch© jongelieden, dio in Nederland voor candi- daat-ambtenaiar willen studberen, vrijen overtocht zullen ontvangen. Naturalisati e-o ntworpen. Door den minister van Jusfcitio wordt, in een nota naar aanleiding van het ver slag nopens eenig© naturalisatie-ontwer pen do wenschclijkhcid toegegeven van do spoedige tofc-stand-koming ecner wettelijk© regeling van het Nederlandsch onderdaan schap. Doch hij bestrijdt do meening, dat personen als dc in het wetsontwerp bedoelde met het onderdaanschap tevreden zouden zijn en niet meer zouden begeeren Neder lander te worden. Wanneer, gelijk uit dc overgelegde be scheiden blijkt-, bij d© betrokken Chinee- zen een ernstig streven bestaat, zich do overzeesobe beschaving oigen te maken eu do Nederlandsche taal, zeden en gewoon ten aan te nemen, dan is to verwachten, dat zij evenmin met het Nederlandsch on derdaanschap, als thans met het Neder landsch ingezetenschap, genoegen zuilen nemen, doch, zooals in dit geval, het volle Nederlandsche staatsburgerschap zullen trachten te crlangcD. Geacht© Redactie! Beleefd verzoek ik U nog eenigc plaats- ruimt© voor een laatste woord aan den heer Verhoog. Dat genoemde heer zich zoo goed moge lijk uit de voor hem netelige kwestie tracht te redden, is alleszins begrijpelijk, doch dat hij zich nu weer bedient van onjuiste voorstellingen en onwaarheden, is zeker wel do brutaliteit ten top gevoerd, wat mij weer noodzaakt daar even den vinger op to leggen. Do heer Verhoog zegt dun met zoovele woorden, dat hij wel even zeggen zal, wat zeg ik, ik had er nooit aan gedacht mij van haar to scheiden, maar ik ben aan de waarheid verschuldigd haar te feggen, dat haar beweegreden, zoo zo weigert om niet van eigenbelang beschuldigd to worden, verkeerd zal worden uitgelogd, of liever in het geheel niet zal begrepen worden mon zal denkon, dat het leven, dat een oude gebrekkige vrouw haar aanbiedt, niet naar haar smaak is, ziedaar dc waarheid. Laten wc nu eens over wat anders praten; Lucio kan, als ze alleen is, nadenken over wat ik gezegd heb." Het gesprek liep toen verder over het verblijf van mevrouw bij haar tante en over de kleine dingen, die onderwijl op „Werkhoven" voorgevallen waren. Men scheidde vroeg. Toen Lucie haar tanbo goeden nacht wenuchte, hield uiyze haar een poosje staande. „Ik zie," zeide zo hoofdschuddend, „dat gij een slechten nacht zult doorbrengen. Beproef dus de kwestie terug t© brengen tot haar werkelijke afmeting en deze is: raadpleeg uw smaak, en doe wat u be haagt." „Beslist de plicht ten' slotte niet alles, tante'? Zendt God mij dien niet in den vorm van toewijding'?'' Mevrouw keek l.'aar met ernstige ver wondering aan. „Als gij door Amelia van Gaasteren waart opgevoed, zoudt gij niet anders spreken," zc-ido ze. „Overdrijf niets, men heeft geen plicht te vervullen tegenover een verre bloedverwant, cLic alle zorgen, welke men haar bewijst, ruim kan betalen. En nu moogt gij uw belangeloosheid nog zoo hoog in de wolken verheffen, gij zult toch niet kunnen verhinderen, dat liet het is, dat hem in de oogen van den Pa troonsbond zou blameeren. Hij zegt daaromtrent mij wei even voor te willen zijn en hangt dan een relaas op, waarvan hij weet, dat, geloofde d© Pa troonsbond het, waaraan hij zelf schijnt te twijfelen, dit hem meer in achting zou doen stijgen dan wel het tegendeel. Dat stukje zal mij niet verleiden datgene bekend te maken, wat hij mij in vertrou wen mededeelde, daar hij het volst© recht zou hebben dit te laken; mocht hij daar toestemming voor geven cn dus d© beloofde geheimhouding opheffen, dan ben ik na tuurlijk met het grootste genoegen daartoe bereid. Eén ding is evenwel nu reeds to consta- teeren, dat do heer Verhoog van een dwa ling zijns weegs is teruggekeerd en hij nu erkent, mij t© hebben uitgenoodiga „hem in het publiek ter verantwoording te roepen, indien de loonregeling niet zal blijken t© zijn een loonsverhooging", hier mede dus volkomen toestemmende, dat onze conferentie niet oen vertrouwelijk karakter droeg, want miemand zal toch meenen, dat iemand ia het publiek tel verantwoording roepen, nu juist tot do vertrouwelijke mededcelingcn behoort. Eén ding ontkent do heer Verhoog nog en wc willen trachten zijn geheugen, dat hom jammerlijk in den steek schijnt te laten, wat op te frisschen, en hem even in herinnering brengen, dat de zelfde vraag, di© ik hem stelde, namelijk of do loonregeling ook loonsverhooging zou be vatten voor hen, die reeds 22 centen per uur verdienden, door mij ook gesteld werd op d© conferentie, die t© mijnen huize ge houden werd om het verschil op t© lossen tusschen de officieuze en officieel© mcdc- dcelingen van 8 September. Toen toch waren de heeren als gedele geerden ter conferentie cn was er van ver trouwelijkheid geen sprake, en do heeren Van 't Riet en CorneÜssen zullen dit wel beamen als volkomen overeenkomstig met de waarheid; toen kreeg ik op dezelfde vraag van den heer Verhoog ten antwoord: „Natuurlijk zal dit gebeuren, on moetiknunogmocr zeggen!" hiermede natuurlijk niets anders bedoelcn- ,do dan dat de regeling zou gaan tot 23 ets. per uur minstons. Do waarheid hiervan zal door don heer Van 't Riet kunnen worden bevestigd, en dab hetzelfde gevraagd en toestemmend be antwoord werd ten huizo van den heer Verhoog, zal moeten worden bevestigd door den heer Verdorst. Door beide gedelegeerden, èn den heer Verhoog, èn den heer Van 't Riet, is als om strijd verklaard, niet dat de basis voor de patroons was 20 conts cn voor ons 23 cents, maar wel, dat do loonregeling tou zijn loonsverhooging cok voor hen, die 22 ets. per uur verdio_dcij. Een vraag wil ik don lieer Verhoog wel ©ven stellen, nl., waar haalt hij in 's He mels naam de wetenschap vandaan, dat wij, toen wij bij hem kwamen, reeds ceu commissielid hadden gesproken! Dit is toch wel wat vreemd, waar wij bij hem kwamen met de zekerheid, dat hij do man was, dio do loonregeling moest maken, in welke, overtuiging wij nog werden ver sterkt, toen dc heer Verhoog, op een op merking van Verdorst, dat al was Verhoog alleszins vertrouwbaar, het nog niet zeker was, dat dc 'Patroonsbond die regeling zou slikken, hij antwoordde, dat dc oommusie het volst© vertrouwen in den Patronns- bond had en moest bezitten en dus ons volkomen kon gerust stellen omtrent de mededeelingen, die hij on3 gaf. Al tem aal argumenten om de stakers door ons maar te doen gelooven, dat, als zij den heer Verhoog maar geloofden en vertrouwden, zij best den arbeid konden hervatten, de loonregeling zou zijn in den geest zooals zij verlangden. Doch de stakers, indachtig aan het spreekwoord; Als do vo3 do passio preekt-, boer pas op j© ganzen, liepen niet in de val ©n, zooals de. geschiedenis bewees, vol komen terecht, daar do regeling zoo slecht is, dat do werkwilligen hem niet eens aan vaarden. D© heer Verhoog zegt nog, tegenover den indruk van Marks, dat hij de Pa- geld in zekere mate wenschelijk is „Gij verlangt dus, dat ik aanneem, tan te?" vroeg zij krachtig. „Ik? Wolk voordcel zou ik daarbij heb ben?" liep mevrouw Opberger onge luldig uit.^„Gij hindert mij in niets, üat heb ik u al honderdmaal geyegd, en zeer velen zouden zelfs zeggen, dat ik, door u de voordeelige zijden van een verblijf bij tanbc t© noemen, handeldo tegen het belacg vun mijn eigen Kinderen." Lucie keek haar zóó vragend verwonderd aan, dat haar tante, om haar verwarring tc verbergen, bruusk hernam: „Ja, tante Annette, dio onophoudelijk haar testament verandert, is in staat zich door u to laten innemen en u een groot fortuin na te laten," do geheel© erfeni-s misschien." „En gij meent dus,- dat jk in staat ben, ze u to ontnemenriep Luci© uit in een volle verontwaardiging, welke rij geen meester wist te blijven. „Daar heb jo nu al weer van die groote woordenNeen, ik geloof niet, dat je be kwaam bent om lagen te leggenmaar als je de zaak goed beschouwt, moet je me toch toegeven, dat tante meesteres over haar geld is en ook over haar sympa thieën. Protesteer nu niet. Wij zijn me', vijf takken, die wettig op die erfenis re kenen, en gij behoort onder die vijf even goed als ik. Kom, zet niet zoo'n boos ge zicht. Ik ben overtuigd, dat gij niet zult trachten u van de erfenis meester to ma ken, en dat gij, zoo tante u alles vermaken zou, zeker aan uw nichten zoudt denken. Kom, geef me een kus, en raadpleeg ie smaak en je krachten, cn herinner u daar bij wel dez© twee zaken: wij zullen te- troonsbond zelf wne, den indruk gehad te hebben alsof het van Marks en Vordorst afhing of de ©taking zou voortduren of niet, maar nu vraag ik in gemoede, zou den wij dan nog d© voorwaarden, door den Patroonsbond gesteld, gunstiger heb* ben voorgesteld, dan ze in werkelijkheid waren Dat is te dwaas óm alleen t© loo- pen I Ten slotte nog een eigenaardige beken tenis van den heer Verhoog. Hij is van meening, dat ik mij tot den Patroonsbond had moeten wenden en komt dan vertel len, dat ik dat toch eigenlijk gedaan heb, in mijn Open Brief aan dien Bond, dien hij dan weer als aan hem gericht beschouw de. Do brief was aan den Bond gericht, de heer Verhoog doet, alsof hij aan hem was gericht, de schoen past hem precies cn hij trekt hem aan I Dat is juist de gansche staking gebleken, de heer Verhoog was t© vcol de „'Patroons bond", te woinig een lid van dat lichaam Als hij dit maar wilde bekennen, wat, we bekennen het gaarne, juist voor hem wel wat moeilijk is, dan waren we klaar. H. MARKS, Haarlemmerstraat 211. Mijnheer do Redacteur! Wilt u zoo beleefd z\Jd, onderstaande in uw blad to plaatsen? By voorbaat myn dank. Hot verslag nalezende van Onder onze Vroede Vaderen" trof my hot laatste gedeelte, nl. het antwoord van B. on Ws. In zako do tollon op den RUnsburgerweg en aan het Haagecho Schouw om zyne inconsoquentlo. Het plan om die tollen op te heffen heeft de volle sympathie van B. on Ws., maar ik -zoude B. en Ws. willen raden „herzie u zelf," en begin eerst met don tol aan do Haarlom- mertrekvaart, Loidordorp en aan de Zyi op te heffen, dan zyt gy ten minste consequent, daar deze tollon door do gemeente zelf worden geheven. Hoogachtend Uw. Dienstwillige dienaar. Wiedt eerst uw eigen tuintje schoon. Cegstgeest, Nov. 1906. [lomand, die tot levensmotto heeft gekozen „Wiedt eerst uw eigeu luinljo schoon", en intusschen de spa zet in o<ms anders land, is wel te beneden, 't Bewijst Immers dat b[) met zichzelf geheel in 't reine is. Dat is eon felicitatie waaid. Wat do zaak zelve betreft, inderdaad de gemeento hoeft bodoelde lollen, die ochter voor 't publiek verkeer niet zoo hinderlijk zijn als die aan don Rynsburgerweg en de Haa^scho Schouw. Vandaar dat zy in de vergadering dor L'rov. Staten noch in hot adres van den A. N. W.-B. worden genoemd. Doch dit daaigolaten; wie zegt den inzender dat do gemeente n i o t bereid zal zUn afsiand van" haar recht to doen togen biliyke ver goeding? En eer hy dit niet weet, mist hy bet recht B. en Ws. hun sympathie k.vaiy'k te neuion. Hot ligt immers ook in do bedooling de rechlhobbonden aan den Rynsburgerweg en do Haag6ehe Schouw schadeloos te stellen. Kzn Mijnheer de Redacteurl Naar aanlekling van heb schrijven over Rijnsburg, verzoek ik U beleefd opname van het volgende in Uw geoord blad. Toen ik en meer burgers van ltijnHburg in Uw blad van Zaterdag 17 Nov. aan don kop van. liet eerst© blad met groote letters Rijnsburg zagen staan, dachion we, wat zou dat zijn, want men leest toch graag iets uit zijn eigen gemeente, vooral wan neer er groot.e zaken hangend© zijn, maar och, wat viel dat voor oen groot doel tegen. Bij het begin hadden we zelfs moeite, om het voor ernst aan te nemen, want -wie denkt nu, dat er aan Rijnsburg in den niot-bollcn-tijcl nog moois is. Een van bei den: óf men moet aan het mooi gewoon ra ken, of men is geen kenner er van, cn dan zullen w© dat schrijven over ltijnsburgs mooi maar voor ernst aannemen, hoewel er con zekere durf voor moet bestaan. Maar het verdere schrijven was voor óns wel kenners toch een waar gescharrel. Wo voel den, dat hier iemand aan het woord waB, die op dat terrein maar half thuis was, ja, vreden zijn, als gij bij ons blijft, maar dis gij weigert, zal niemand uw roden begrij pen. Men zou u eer van zelftucht of vau zwakheid beschuldigtn." Daarop gaf mevrouw Lucio haar blaker en liet haar dc vrijheid, t© gaan nadenken in haar kamer over c!e nieuwe positio, welko haar bijzonder rijk aan aangename ontmoetingen en wederwaardigheden toe scheen. XXII. Eoröt tegen den morgen sliep Lucio in, na een vurig gebed, dat God haar mocht ingoveD, wat zij moest doen. Zoodra zij otffcv.aaklkwani dio. raad reeds in den vorm van een brief, di© door een bood schapper uit Argcnteau word gebracht ca dien zij haastig openbrak, om al spoedig het schrift van mejuffrouw Van Gaastcrcn tc herkennen. Dio brief luidde: „Ik ben zóó overtuigd, mijn beste vrien din, dat dc voorstollen van tante An netto u in verwarring zullen brengen, dat ik behoefte gevoel u to komen geruststellen en zelfs u een beslisten raad te geveu, cn die is: den voorslag aannemen. Henri ©n ik hebben gisteravond! bijge woond in onze gedachten, wat op „Werk hoven'' gisteravond -is gesproken. Uw tan te, die goed cn rechtvaardig is, heeft u bepaald en toch met het beste inzicht ter wereld, harde dingen gezegd; zij heeft u zonder twijfel min of raecr belecdigd in uw gsvoeleus, onvrijwillig natuurlijk, ©u u het vertrek zooals het blijven even moei lijk gemaakt. smeek u dus alles, wat zij u gezegd uceft, tc vergeten cn alleen t© letten op wat ik u zal zeggen. zelfs bezig was zijn eigen een kool te sto ven, welker lucht ten minste wel zoo sterk was, als die hij heeft geroken huis aau huis tc Rijnsburg. Aan hot einde Van zijn schrijvon daarin .waren w© het zonder twijfel met hem eens, cn wel ten 1ste, dat de Rijnsburgcnaren meer met kool ophebben dan met Spinoza zijn huis of dak. Ton 2de, dat er tc Rijns burg zoo'n groot-stadsche handelsgeest vaar* dig is (maar vergeet dan vooral niot den geest van den kleinen koop- of groenten- man, die dagelijks Leiden, 's-Gravenhago en andere steden met groenten (zeg kooi) bedient) en ten 3de, dat we zoo'n mooicn, ouden toren hebbon, die van vrocgoro eeuwen dagteekent. (Jammer, dat, wanneer het doorgaat dat die gerestaureerd wordt, voor onr. niet-kenners er van, hij leelijkor wordt, juist als hem deskundigen nog mooier gaan vinden Zoo, M. d© R., blijft er altijd verschil van smaak; wat de een mooi vindt, noemt een ander Ieelijk cn wanneer dc wegen en straten niet om tc gaan zijn van dc glibbe rige boom- eu koolbladen, zijn er toch monschen, di© spreken van garneersel. Wo laten het aan dc in de huppelende tram zittende reizigers zelf over of zo door .wil len zwaaien of dat zo willen stoppen ora zich te overtuigen. Ik ioor mij vind net in dozen natten Novcmbertijd wel ge-zellig druk, maar allesbehalve mooi in nu'ju ge boorteplaats. M, de R., dankend voor do nfgcs'ano plaatsruimte, tcckeu ik mij, nations velen, v. d. G. Rijnsburg, 23 Nov. 1906. Centraal Comité van Vrijziniilgcn. Men meldt uit Leeuwarden aan do „Haorl. Ct.": Ter behartiging van de algcnieeno gods dienstige cn kerkelijke belangen van do vrijz. leden der Nederlandsch-Hcrv Kerk is een Centraal Comité van Vrijzinnig© Hervormden in Noderland gevormd. Heb bestaat uit vertegenwoordigers van do vorecnigingen van Vrijzinnige Hervormden in do onderscheidcL3 provinciën. Fries land is vertegenwoordigd door do heeren dr. C. J. Niemeijer tc Bolsward cn T. S van der Lcij te Rauwcrd, Groningen door prof. W. Mallinckrodt tc Groningen cn W. H. Rooibol te Vcendam, Nooid-Holland door W. Schuurman to Hauwert en A. J. Adriani to Warincnliiiizen, Zuid-Holland door prof. dr. L. Knappcit to Leiden, Drent© door H. Cannegieter t© Borger, ca Gelderland door dr. P. A. Riedel 10 Lochcni. Tot voorzitter is gekozen dr. O. J. Nic- meijor, tot secretaris A. J. Adriani, tot penningmeester W. H. Rooóol. Hiermede is tusschen d© Provincial© Verecnigingen een band gelegd, waardoor samenwerking kan wordon- verkregen Daarbij staat op den voorgrond, dat do Provinciale Vorecnigingen volkomen zelf standig blijven. PrijHkanip houwknnst 190G. Do jury, benoemd door do commissi© van toezicht op do Rijks-acad nic van Beeldende Kunsten to Amsterdam, heeft verslag uitgebracht aangaande den in 1906 gehouden prijskamp in do schoon© bouw kunst. Zij heelt iu' algcmecnc stemmon beslo ten de gouden medaille toe t© kennen aan' den heer J. M. van der Mey, geboren l© Delftshaven. De conimissio van toezicht zegt, dat zij uit genoemd verslag cn uit do bcschou- wing van dc door uen bekroonde ingelever de teekeningon do overtuiging heeft ge kregen, dat de heer Van der Mcy een kun stenaar van groot talent cn van buiten gewonen aanleg is. Zij geeft in overwe ging t© bevorderen,^at hem het jaargeld/ wordo toegekend. Bij Kon. besluit is aan J. M. van der Mey toegekertd do gouden eereponning cn is hem voorts voor het tijdvak van i De cember 1906 tot 30 November 1907, ton jaargeld verleend van 1200 gulden, be stemd om hem in do gelegenheid te stellen zich in do schoonc bouwkunst to volmaken. („bts.-C't.") Het behaagt u niet op „Werkhoven." Gij weet, gij er ontvangen zijt, om dat men niet wel anders kon. De omge ving komt niet overeen met uw smaak en do hersenschim van Anna maakt uw po sitie nog moeilijker. Het is duidelijk, dat, als gij voldoende inkomsten hodt of meer derjarig waart, men u zou zoggen in vriendschap, dut het peter was, dat i.-dor op zichzelf was. Ik herinner u dit alles, niet om u bedroefd lc maken, dat is .nut teloos werA, maar omdat cr een besluit moet genomen worden. „Gij beklaagt u, dat gij niets" te do&n bebt: men ...^ut u nu aan een zieke op t© passen. Gij beklaagt u, dat gij genood zaakt zijt op „Werkhoven" een wijkplaats te zoeken, cn nu roept men u naar elders., Ik ken u to goed, om 'niet een reden t© voorzien, die u zou kunnen doen besluiten to weigeren, cn bovendien, mijn neef heeft mij meegedeeld, wat cr tusschen uw tanta en hem gczc-gd is. Zij was voornemens, u vierkant tc wijzen op do stoffelijke voor dcelen, die tot besluit konden en moecten hebben, dat gij zoudt toestemmen bij ta^t© Annette te kon.;n. Zij zal u hebben ver schrikt en nu zijt gij, daar ben ik zeker van, aan twijfeling ten prooi. Als gij weigert, la t het dan niet zijn door de vrees, verkeerd beoordeeld t© wor den. Het is zwakheid, to groote waarde te hfcbten ar.u do meening vau anderen* (Wordt vcivolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 21