Nö. 14327 Dinsdag O November. A°. 1906. $6ze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieeie Kennisgeving. HA ZEFEPER. FEUILLETON. 13e arme iiiclit. hi)- PRIJS DEZER COURANT: Toot Ltldts pel weoi 9 Oectat pet 3 maanden I I 2 f 1.10. Buiten Leiden, per looper en vaar agenten gevestigd eijn 1.30. Franco per post1.63. PRIJS DER ADVERTENTIENt Van 18 regela ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Kleine advortentiën ran 30 woorden 40 Oentscontant] elk tiental woorden meer 10 Gents. Voor het inoasseeren wordt/"0.05 berekond. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien een adres van J. KOOKEMAN, ht udende verzoek om vergunniDg tot hot oprichten van eon bewaarplaats van lompen en 1 senöoren in het poreeel Langestraat No. la, kadastraal bekend onder Sectie C No. 613; Gelefc op do artt. en 7 der Hinderwet; Oeven bij deze kenuia aan hot publiek, dat genoemd verzoek, nut de uijlageu op de Secretarie dozer gemeente tor visie ge- egd is; alsmede dat op Dinsdag 20 Novomber aaost. des voormiddags te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven oen bezwaren tegen dit verzoek in te bren Ten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYT Secretaris. Leiden, 6 November 1906 Tot dc onderwerpen, die bij het jaarlijks terugkcersnd onderzoek der Staatebegroo- ting stoods to berde komen, behoort ook de Jachtwet. Voordurend worden dezelfde klachten vernomen over de schade, door het wild aan den landbouw toegebracht en, on rechtmatig zijn die klachten niet. Het be treft echter geen gemakkelijk onderwerp, want, zooals wij zullen aantooncn, met een bloot» intrekking van de Jachtwet is deze zaak niet te regelen. Evenwel nu wij de tienden gaan afschaf fen, zal ook wel iets gedaan moeten worden aan de heerlijke jachtrechten cn, in verband daarmede, aan dc Jachtwet zelve. Bescherming van den landbouw is natuur lijk een zeer gewonschte zaak en zoogenaam de heerlijke rechten behooren in onzen tijd minder thuis. Men meet echter iedere zaak steeds van alle zijden bezien. Er bestaan tegen do intrekking der jachtwet schijnbe zwaren doch er zijn ook werkelijke. Vooreerst zou die intrekking den staat jaarlijks op veel meer dan een ton te staan komen. Intusschen zulke geringe bedragea zijn wel op andere wijze te vinden on bo vendien is het landbouwbelang zulk ccn som wel waavd. Dc intrekking zou noodzakelijk moeten ge- p" xrd gaan met afkoop der heerlijke jacht rechten. Ieder grondeigenaar zou dan dea eigenaar van dat recht kunnen noodzaken om er van af te zien tegen vergoeding van zn matig be'drag. Vanneer dit was geschied of op andere wijze aan 1 -t heerlijke recht een einde ge maakt, zou iedor bevoogd wezen zich het wild op zijn eigen grond too te eigenen, zonder daarvoor rechten aan den Staat ver schuldigd te zijn. Waarom heeft mer. eigenlijk in 1857 do Jachtwet gemaakt? Dit geschiedde met het dubbele doel om don Staat ccnig voordeel te bezorgen en tevens het wild in stand to doen blijven. Tegemoetkoming aan de weu- schen der jachtliefhebbers is aan do tot stand-koming dier Wet niet vreemd ge weest. Eigenlijk was die Wet een beperking van het eigendomsrecht, daar men immers het recht om op zijn eigen, grond zich het wild toe te eigenen, feitelijk slechts kan uitoefenen tegen betaling van hooge rech ten aan den Staat. De bedoeling om den wildstand te hand haven, blijkt duidelijk uit verschillende be palingen, zooals het sluiten der jacht ge durende het grootste gedeelte van het jaar, hot verbod van oen aantal hulpmiddelen, later nog vermeerderd. Bij gebreke van der gelijke maatregelen vreesde men voor uit roeiing. Het haas zelf was nu beveiligd; voor uitroeiing wel to verstaan; maar nu begonnen de klachten van schade, aan land en tuinvruchten toegebracht. Hoe groot die schade is, dit is zelfs bij benadering niet te bepalen. Stellig is zo groot genoeg om aanleiding tot klachten te geren. Is men daarvan overtuigd, dan moet ook naai* maatregelen worden gezocht ora belanghebbenden zooveel doenlijk te vrij waren. Maatregelen, welko uitroeiing van den wildstand ten gevolge zouden hebban, zou den door bovengemelde omstandigheid echter niet gerechtvaardigd zijn. Het schijnt toch in strijd met het algemeen belang om zich te ontdoen van een voedings middel, al beteekent liet betrekkelijk weinig. In zeker opzicht is het zelfs cc>n zeer goed voedingsmiddel, waartegen de bezwaren van een vegetariër nauwelijks bestand zijn Immers wij fokken heb wild niet opzettelijk op om het daarna te dooden en te eten. Het wild vermenigvuldigt zichzelf cn wel bui tengewoon sterk aoodat, wanneer er weinig of niets aan gedaan weid, spoedig een geheel onhoudbare toestand zou ontslaan. Alles zou worden vernield en het einde zou wezen, dat men gedwongen was om tot het een ol ander over te gaan. Maar dan zou hetzelfde gebeuren wat gebeuren zal, indien men eenvoudig do Jachtwet intrekt. Er zal een geweldige massa wild worden gevangen; maar dat zal betrekkelijk zeer kort duren en daarna zal er bijna niets meer zijn. Met zulke paardenmiddelen verbetert men den toestand niet, of liever, bevordert men slechts één belang, wat altijd ccn sleohte politiek is. Men vorgete ook niet, dat het aan grooto bezwaren onderhevig zou zijn, dc volledige vrijheid te geven, om maar steeds en door alle middelen het wild op te sporen en to vangen. Dit zou geheel in strijd wezen met de algemeone veiligheid. Dit bezwaar is gewichtiger dan het schijnt. De afschaffing der jachtakten zou het aantal jagers zeer doen toenemen, vooral ook het getal van hen, die daarvan ccn gewoon beroep of bedrijf maken. Ecnïge jaren geleden heeft men eens een statistiek opgemaakt, waaruit bleek, dat bijna twaalf honderd menschcn in het jagen hun bedrijf vinden. Hocvele duizenden zouden er dan bij introkking der Wet niet komen? Zeker, dat zou maar heel kort duren. Waarschijn lijk zou een algomeene moord volgen, maar korten tijd daarna zouden al dio lieden broodeloos zijn, terwijl de Staat een bron van inkomsten, het land een voedingsmiddel zou verloren hebben. Om zulke negatieve resultaten moet het, dunkt ons, niet te doen zijn. Het best zouden wij ons daarom kunnen vereonigen met een wijziging der Jachtwet voorafgegaan door afkoopbaarstellijg of afschaffing der heerlijke rechten" ten einde de voornaamste bezwaren weg te ne men, door den landbouw ingebracht. De strekking der tegenwoordige Jachtwet is: kunstmatige bescherming van het wild, en juist dit kunstmatige zouden wij wil len zien verdwijnen. Wat de afschaffing der heerlijke rechten betreft, ten slotte nog de opmerking, dat dezo rechten werken als allo andere lasten op den grond, welks waarde zij verminde ren; waardoor zij tevens strekken tot bena deeling der belangen van den handel in vaste goederen. W. Leiden, 6 November. Heden brachten de burgemoesler en twoo wethouders der gemeente Groningen het aangekondigde bezoek aan onze gemeente en bozichtigden het Raadhuis, waar si) door den burgemeester werden ontvangen en omtrent verschillende zaken worden Ingelicht. Het Strijkorkest „Euterpo" hield gis teravond zijn jaarvergadering in „In den vergulden Turk/'. Nb. vooriczing van do notulen, welko onveranderd worden goedge keurd, las de sec rotaria hot jaarverslag over het afgeloopen vcreenigingsjaar voor. Daaruit bleek, dat „Euterpo" in bloei toeneemt cn thans 21 werkende en 40 on dersteunende leden telt; dat „Euterpo dit jaar drie concerten gegeven had, waar van een te Noordwijk aan Zee vcfar de badgasten. Vervolgens gaf do penningmeester zijn financieel verslag te hooren. Do Ciu vncieele toestand ma;; gunstig genoom'd worden, de kas sloot met een voordeclig saldo. Van do aftredonde bestuursleden werden herkozen do keeren L. M Woyl cn W. Ver- hoy, respectievelijk ala voorzitter en com missaris, terwijl als penningmeester cn se cretaris respectievelijk werden herbenoemd do heer en H. Holswilder en W. F. Koster, allen met algomeene stemmen. Den heer G. Verhey Jr. werd heb cere- lidmaatscuap der Vereeniging aangeboden en ten slotte aan den directeur een woord van dank gebracht voor zijn uitnemende leiding. Gisteravond hield do heer F. G. Gcerling, lid van de „Sociétó Astrono- miquo de Franoo", uit Amsterdam, in de Grooto Stadszaal een voor zoover het onderwerp zich er 1 o leende populaire lozing, die hij noemde „een uitstapje in Jo wereldruimte en iete over de wonderen der voorwereld." Er was in de zaal een vrij talrijk en daaronder ontwikkeld publiek aanwezig, benevons eon aantal leerlingen van on- dorwijfcin r ich tu n g e n Na eerst do plaats der aarde in do wereldruimte te uebben bepaald, 3D do theorio van Kant en Le Place omtrent haar ontstaan te hebben medegedeeld, werden achtereenvolgens de zon, de j-iaau en de verdere planeten aan een beschou wing onderworpen en eindelijk do kometen cn de velschillende sterrenbeelden be sproken. Een aantal lichtbeelden in het gekeeJ 95 vulde het gesprokene op voortref felijke wijze aan. Deze lezing werd met groote belangstel ling gevolgd en verdiende dit ook inder daad. We konden bij het uitgaan do opmerking maken, of het niet mogelijk zou zijn, dat dergelijke populair wetenschappelijke lezingen, dio blijkbaar zoo groote belang stelling wekken, ook niet konden worden gegeven door de geleerden uit Leiden zolf en of hot nu heusck noodig was, dat daarvoor iemand v'an buiten moest over komen. Benoem! is tot ambtenaar ter Secre tarie alhier de heer H. Bellstra, thans fcweedo commies aan de docrotfario te Hoorn. Ds. G. Wisse Jr., van Driobergon, zal Dinsdag 27 November as. in con openbaro samenkomst optreden in do zaal Noordein de, alhier, voor do Yoreeniging „Christelij ke Belangen." De niouw gekozon afgovaardigde van Leiden, dr. De Visser, zal in do vergader zaal d(?r Tweedo Kanoer niet do plaats van zijn voorganger mr. Van dor Vlugt inne men, omdat dions zetel aan do linkerzijde inmiddels bezot is door dr. Blooker. De heer Lely. die wegens plaatsgebrek op de linkerbanken tot dusver rechte zat, is nu naar de overzijde op do doqi* dr. Bloo ker opengemaakte plaats verhuisd. Men deelt ons medo dat het bericht van het „Vad.", als zouden er pogingen worden gedaan om hier een nieuwe vrijzin nige kiesvereeniging op te richten, allen grond mist. Bij Koninklijk besluit zijn benoemd tot reserve tweeden luitenant bij het vierde regiment infanterie do vaandrigs B. F. Krantz, J. Smit, G. Hovens Grévo on IJ. Hanneman, allen van het «.orps. Do officier van gezondheid 2de klasse P. H- E. Vorberno wordt 2 Januari a-a. overgeplaatst van het hospitaal te Vcnloo naar dat te Leiden. Remon stran tscho Broederschap. Tweetal te Nieuwkoop (vac. ds. O. L. de Jong): J. L. la Gro, proponent te Gronin gen, en A. Klaver, proponent cn waarne mend predikant to Hoögcvcon. Gistermiddag was er vergadering van den Ministerraad dus een buitengewone Hr. Ms. gezant te Konstantinopel, graaf Van Bylandt, heeft wegens gezond heidsredenen eenigen tijd zijn post aldaar moeten verlaten. Door den Staatsraad jhr. mr. I. F. Humalda van Eysmga zl)n aan de Koriinkiyko Natlonalo Zangschool te 's Qravenbago twee groote verguld zilveren medailles gosehonken voor den Jn September 1907 aldaar te houden Natlonalen Zangwedstryd voor mannon- en gemengde koren. By do Tweedo Kamer la ingediond een wetsontwerp houdende regeling betreffende de toelating als schippor op koopvaardyschepen. Z. K. H. de Prins wordt Donderdag avond van Het Loo in do Rosldontie ver wacht tol Zaterdag. Met het oog op do waarschijnlijke samenkomst der Vredesconferentie in het aanstaande jaar to 's-Gravcnhagc, heeft Frankrijk a's zijn vertegenwoordigers aan- gewezen dezelfuo gedelegeerden als in 1899 die opdra at ha'idtn, te weten do hecren Bourgeois, oud-minister; d' Estournolles d° Constant, lid der Kamer van Afgevaar digden; prof. Louis Reuault en Albert Decrais. Do Haagscho briefschrijver van do „Arnh. Courant" ven-ekert, dat het be richt als zou jhr. Van Kamebcck naar Schotland zijn geweest om aan den heer Carnegie te vragen om een nieuwe gift voor don bouw vun het Vredespaleis on juist is. Na do terugkomst van H. M. de Ko ningin hier te lande, zal H. M. in den loop van dit jaar vier nieuw benoemde gezanten ter overhandiging van hun geloofsbrieven hebben te onvangen, te' weten die van Frankrijk, den heer Pellet; van Japan; van het sedert gevormde koninkrijk Noor wegen, don heer Hagerup, en van Italië, Hertog do Salis Latour, die laatstelijk don post van consul-generaal te Boecharest be kleedde*. Aangenomen is het beroep naar do Nod.-Hcrv. Gem. to Brummen door ds. J. C. E. van Herwerden to Heemso. Bedankt is voor het beroep naar die Ge meente te Utrecht door ds. A. J. Montijn, te Haarlem. Het hoekhuis Tornooiveld aan do Lan ge Houtstraat te 's-Graveuhago, eigendom van on laatstelijk bewoond door den minis ter van staat, nu*. Asser, is dezer dagen aan het Rijk verhuurd met recht van koop, •wanneer do wotgevendo macht dien zal heb ben goedgekeurd Voorloopig zal een der afdeolingen van het ministerie van land bouw, nijverheid cn handel in het perceel gevestigd worden. Naar wij vernemen heeft mr, P. J. G van Diggelen, tc Zwolle, tegen 1 Jan. om ge)Kondheidsredcn/m ontslag gevraagd als vice-president bij do arrondissementsrecht bank aldaar. („Zw. Ct.") Do l8te luitenant L A. Vogel, vap het 4do regiment infanterie to Delft, wordt op zijn aanvrage met ingang van 16 dezer op non-activiteit gesteld zonder bezwaar der schatkist. De voor don dienst in Indiö bestemde officier van gezondheid 2de klasse A. J. J. C. Niks moot 15 December a.s. zijn bestom" ming naar Batavia volgen. De 1ste luit. der inf. W. Jontink, van het legov in Ned.-Indië, zal 17 November a.8. mot hot stoomschip „Prinses Sophio" naar Indiö torugkccren. De gewone audiëntie van de minister van marine cn (lie van den minister van koloniën zullen op Vrijdag 9 November niet plaate hebben. Hët stoomschip „Flores", van Am sterdam naar Batavia, is -1 Nov. Dungeness gepass.; de „Koning Willem I", van Am sterdam naar Batavia, arriveerde *1 Nov. te Southampton; do „Koning Willem II", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 4 Nov. van Genua; de „Lawoe" arriveerde? 4 Nov. van Rotterdam tc Padang; de „Sin- doro", van Rotterdam naar Batavia, is 4 Nov. Perim gepasseerd; do „Solo", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 5 Nov. van Porim; do „Noordam", van Rol ter- dam naar Nëw-York, passeerde 4 Nov. Wight; do „Eemland", van Amsterdam naar Bucnos-Ayres, is 4 Nov St -Vincent gcpasscoHl; de „Rijnland", van Amsterdam naar Buenos-Ayros, is 4 Nov. Madera go- passeerd; de „Prins der Nederlanden", BI) Arnold was linksch en grof, maar toen do eorstc bedeesdheid verdwenen was, viel hij nogal mcc. Marie eindelij - scheen iets van Anna en Margaretha beiden te hebben: zij t-oonde reeds practische neigin gen, maar had soms ook enthusiast» ont boezemd "en van verhevenheid en droef geestigheid. Movrouw Opberger wist, dat de vacantic m-ar kort duurde en verdroeg de invallen van haar kinderen daarom geduldig. Geheel de vroolijko bende was soms bezig aan het vorstoppertje-spelen; er werden pannekoo- ken gebakken en rcuzonvlaos; de drie rij tuigen werden ingespannen om naar Lan- gasnou te gaan, en onderweg werd men niet moe met het zingen van alle liederen, die Lucien maar in het geheugen kwamen. Ja, men zocht een anderen dag op zolder oude kleederen op van oen lang vervlogen tijdperk, gekleurd zijden japonnen on door de motton geëerbiedigde pruiken, en er werden dan optochten gehouden en spelle tjes gespeeld, waarbij Lucie met het groot ste plcizier meedeed. Aan het verblijf dor „verbannenen", zoo als zij zichzelven noemden, had zij het to danken, dat zij mejuffrouw Van Gaaste ren weer eens zag; maar hoe zou zij een wrioig vertrouwon ondervinden te midden dier rumoerige bende? Zij kon niet opnieuw niet Amelia spreken over hun vroeger go- liprek cn kon maar weinig vertollen over haar nieuwe vrienden. „Mevrouw Vallier iB beminnelijk en vol gratie", zei mejuffrouw Van Gaas teren. „Haar ontbreekt slechts een diepe grond, ei zij schijnt mij voor u meer een vriende lijke buur dan een vriendin toe. „O, ik zoek ook in haar niet, wat ik in u heb gevondonriep Lucie uit, maar zij spreekt een taal, welke ik altijd heb ge hoord, en zij schijnt van mij te houdou. Dat lijkt me zoo heerlijk toe!" „Zij is een zeer goede moeder; men zegt evenwel, dat haar zoon niet beantwoordt aan haar zorgen." Lucie wilde juist antwoorden, toen me vrouw Opberger, die iets aan mejuffrouw Van Gaasteren vroeg, bij deze kwam zit ten en haar gedurende de rest van het ge sprek geheel in beslag nam. Den vooravond van het vertrek der „ban nelingen" werd er op „Werkhoven'' een groote feestmaaltijd gegeven, waarbij gas ten waren de pastoor en do kapelaan van het dorp, eenigo buren en Henri van Gaas teren. Het was Zondag. Ofschoon den vorigen dag reeds veel was gereed gemaakt, wer den de keukenvuren geweldig gestookt. Lucie had haar vriendinnen geholpen het mooie oude familiezilver te poetsen, en do servetten te vouwen, zooals in de jeugd van haar tante mode was, want deze zou geen begrip van een diner hebben gehad als deze bijzonderefd was verzuimd. Zij gaf aanwijzingen voor het schikken van het fruit op tafel, bracht bloemen aan, en toen zij uit ging om ter kerke te gaan, boocl do tafel een schitterenden aanblik aan. Zij was met Paula en George gegaan. Maar toen zij de kerk verliet, zag zij Henri^ van Gaasteren van do koorfcrap komen. „Waarom zijt gij niot in onze bank komen zitten?" vroeg George, terwijl hij zijn neef krachtig de hand schudde. „Omdat ik juist op het laatste oogenblik in de kerk kwam cn niemand last wilde veroorzaken. Heeft de pastoor geen orga nist?" „Neen, en daar heeft hij veel spijt van." „Gij doet immers aan muziek, juffrouw Lucie?'» vroeg Henri plotseling, terwijl hij zich richtte tot het meisje, dat iemand scheen te zoeken. „Ja," zeide zij verstrooid. George, die haar verstrooiden blik zag, voegde haar met een weinig scherpte toe: „Als gc soms de lui van „Eikcnhcuvel" zoekt, er is niemand dan de knechts. Me vrouw Vallier gaat altijd naar Argentoau, waar om acht uren kerk is, cn het duurt hier tc lang voor de devotie van den mooicn Marcel, die al reeds vóór dc preek zou inslapen en dat is ook wel te begrij pen", voegde hij er binnensmonds bij. Lucie hoorde het niet. Zij had dc kame nier van mevrouw Vallier bemerkt cn zij ging naar dezo toe om haar te verzoeken aan haar meesteres te zeggen, dat zij dien dag niet op „EikenheuveT' kon komen. Toen zij weder bij de beide jongelieden kwam, dio op haar hadden gewaoht, vatte Henri het onderwerp van het afgebroken gesprek weder op. „Speelt g'j orgel?" vroeg hij opnieuw. „Ach, een weinig, oefening ontbreekt me." „Zoudt gij u niet willen bekwamen om den reer grooten dienst te kunnen bewijzen des Zondags het orgel te bespelen „Dat zou mij hoogst aangenaam zijn, maar ik zou eenige lessen noodig hebbon." „Mijn tante heeft een vriendin, dio zo u gaarne zal govon." „Dat zou een heerlijke afleiding voor mij zijn; maar hoe kom ik in Argcnteau?" „Anna gaat iedere week naar do markt, ga met ons mede", zei George. „Zou tante het toestaan?" George keek zijn neef bcdrempeld aan. „Dat zal Henri wel in ordo maken", zei „Wat zal ik u daarvoor dankbaar zijn f' riep Lucie uit, zich tot den joDgen dokter wendend. „En zoo gij eens wist, hoe het vooruitzicht, uw tant» eens te zien, mij verblijdt". „Zij houdt veel van u." Lucie's wangen kleurn bij bet hooren van dio woorden. „Het lijkt me zoo, ef men volmaakt zou worden, als men bij hadr leefde." Henri begon te lachen. „Ik leef bij haar en ik ben niot volmaakt. Maar rij heeft mij beter gemaakt, geloof ik; men kan haar niet nadcron zonder do warmte te gevoelen, die van haar uitgaat". Eenigen tijd gingen zij etil naast elkan der voort en kwamen eindelijk in do lain. Do diepe sporen stonden vol watermoo moest dus zorgvuldig een pad uitkiezen en Lucie, dio evenals haar nichten maar tot het dragen van klompen was overge gaan, kwam niet zonder moeite op dit zwa re en ongemakkelijke schoeisel voort. Pau la ging het vlugger af cn liep met haar broer vooruit; Henri bleef bij Lucie on beschermde haar onder zijn parapluio tegen den beginnenoen re~en. Het diner van vaivlaag berooft u van uw geliefkoosde verstrooiing," zeide hij in- „Bedoelt gij do muziek qp „Eikcnlteu- vel?" „Ja, maar ook liet gezellige onderhoud; mevrouw Vallier ontbreekt het niet aan geest." „Zij on haar zoon zijn gezelligzc:cio Lucie levendig, dio, om een zekere ko id- heid in Honri'e woordeD, meende ver plicht to zijn, haar vriendin te verdedigen. „Het spijt me", voegdo zij er bij, „dat mon op „Werkhoven" niet de minste sym pathie voor hen heeft." Henri zeide niete. „En toch zou het zeer natuurlijk zijn, dat zo elkander dikwijls zagen; ze zijn zulke naaste buren", vervolgdo Lucie mot dezelfde levendigheid. -„Mevrouw Val lier steekt wol hoog boven tante uit, maa? zij zou haar toch gaarne ontvangen, heelt ze me gezegd. George is even- oud als mijn heer Marcel". „Maar zij hebben niet dcnzelfdcn smaak", antwoorddo Henri met ccn ge dwongen glimlach. „Uw smaak is oneindig fijner dao die van mijn neef en toch zijt gij vertrouwelijk met elkander." Henri glimlachte nieuw. „Al brengen onze smaken ons niet si- men, er is ten minste niete in onze ge woonten, dat ons scheidt", antwoordde hij., Lucie wilde hem juist een vorklaring van die woorden vragen, toen de neven kwa men aanstormen, en hen met groot gejuich en gejoel binnenhaalden. (Wordt vervolgd-)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 1