Nö. 14327 Dinsdag O November. A°. 1906.
$6ze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieeie Kennisgeving.
HA ZEFEPER.
FEUILLETON.
13e arme iiiclit.
hi)-
PRIJS DEZER COURANT:
Toot Ltldts pel weoi 9 Oectat pet 3 maanden I I 2 f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en vaar agenten gevestigd eijn 1.30.
Franco per post1.63.
PRIJS DER ADVERTENTIENt
Van 18 regela ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere letters naar
plaatsruimte. Kleine advortentiën ran 30 woorden 40 Oentscontant] elk
tiental woorden meer 10 Gents. Voor het inoasseeren wordt/"0.05 berekond.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien een adres van J. KOOKEMAN,
ht udende verzoek om vergunniDg tot hot
oprichten van eon bewaarplaats van lompen
en 1 senöoren in het poreeel Langestraat No. la,
kadastraal bekend onder Sectie C No. 613;
Gelefc op do artt. en 7 der Hinderwet;
Oeven bij deze kenuia aan hot publiek,
dat genoemd verzoek, nut de uijlageu op de
Secretarie dozer gemeente tor visie ge-
egd is; alsmede dat op Dinsdag 20 Novomber
aaost. des voormiddags te elf uren, op het
Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven
oen bezwaren tegen dit verzoek in te bren
Ten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYT Secretaris.
Leiden, 6 November 1906
Tot dc onderwerpen, die bij het jaarlijks
terugkcersnd onderzoek der Staatebegroo-
ting stoods to berde komen, behoort ook de
Jachtwet. Voordurend worden dezelfde
klachten vernomen over de schade, door het
wild aan den landbouw toegebracht en, on
rechtmatig zijn die klachten niet. Het be
treft echter geen gemakkelijk onderwerp,
want, zooals wij zullen aantooncn, met een
bloot» intrekking van de Jachtwet is deze
zaak niet te regelen.
Evenwel nu wij de tienden gaan afschaf
fen, zal ook wel iets gedaan moeten worden
aan de heerlijke jachtrechten cn, in verband
daarmede, aan dc Jachtwet zelve.
Bescherming van den landbouw is natuur
lijk een zeer gewonschte zaak en zoogenaam
de heerlijke rechten behooren in onzen tijd
minder thuis. Men meet echter iedere zaak
steeds van alle zijden bezien. Er bestaan
tegen do intrekking der jachtwet schijnbe
zwaren doch er zijn ook werkelijke.
Vooreerst zou die intrekking den staat
jaarlijks op veel meer dan een ton te staan
komen. Intusschen zulke geringe bedragea
zijn wel op andere wijze te vinden on bo
vendien is het landbouwbelang zulk ccn som
wel waavd.
Dc intrekking zou noodzakelijk moeten ge-
p" xrd gaan met afkoop der heerlijke jacht
rechten. Ieder grondeigenaar zou dan dea
eigenaar van dat recht kunnen noodzaken
om er van af te zien tegen vergoeding van
zn matig be'drag.
Vanneer dit was geschied of op andere
wijze aan 1 -t heerlijke recht een einde ge
maakt, zou iedor bevoogd wezen zich het
wild op zijn eigen grond too te eigenen,
zonder daarvoor rechten aan den Staat ver
schuldigd te zijn.
Waarom heeft mer. eigenlijk in 1857 do
Jachtwet gemaakt? Dit geschiedde met het
dubbele doel om don Staat ccnig voordeel
te bezorgen en tevens het wild in stand to
doen blijven. Tegemoetkoming aan de weu-
schen der jachtliefhebbers is aan do tot
stand-koming dier Wet niet vreemd ge
weest. Eigenlijk was die Wet een beperking
van het eigendomsrecht, daar men immers
het recht om op zijn eigen, grond zich het
wild toe te eigenen, feitelijk slechts kan
uitoefenen tegen betaling van hooge rech
ten aan den Staat.
De bedoeling om den wildstand te hand
haven, blijkt duidelijk uit verschillende be
palingen, zooals het sluiten der jacht ge
durende het grootste gedeelte van het jaar,
hot verbod van oen aantal hulpmiddelen,
later nog vermeerderd. Bij gebreke van der
gelijke maatregelen vreesde men voor uit
roeiing. Het haas zelf was nu beveiligd;
voor uitroeiing wel to verstaan; maar nu
begonnen de klachten van schade, aan land
en tuinvruchten toegebracht.
Hoe groot die schade is, dit is zelfs bij
benadering niet te bepalen. Stellig is zo
groot genoeg om aanleiding tot klachten te
geren. Is men daarvan overtuigd, dan moet
ook naai* maatregelen worden gezocht ora
belanghebbenden zooveel doenlijk te vrij
waren.
Maatregelen, welko uitroeiing van den
wildstand ten gevolge zouden hebban, zou
den door bovengemelde omstandigheid
echter niet gerechtvaardigd zijn.
Het schijnt toch in strijd met het algemeen
belang om zich te ontdoen van een voedings
middel, al beteekent liet betrekkelijk weinig.
In zeker opzicht is het zelfs cc>n zeer goed
voedingsmiddel, waartegen de bezwaren
van een vegetariër nauwelijks bestand zijn
Immers wij fokken heb wild niet opzettelijk
op om het daarna te dooden en te eten. Het
wild vermenigvuldigt zichzelf cn wel bui
tengewoon sterk aoodat, wanneer er weinig
of niets aan gedaan weid, spoedig een geheel
onhoudbare toestand zou ontslaan. Alles
zou worden vernield en het einde zou wezen,
dat men gedwongen was om tot het een ol
ander over te gaan. Maar dan zou hetzelfde
gebeuren wat gebeuren zal, indien men
eenvoudig do Jachtwet intrekt. Er zal een
geweldige massa wild worden gevangen;
maar dat zal betrekkelijk zeer kort duren en
daarna zal er bijna niets meer zijn.
Met zulke paardenmiddelen verbetert men
den toestand niet, of liever, bevordert men
slechts één belang, wat altijd ccn sleohte
politiek is.
Men vorgete ook niet, dat het aan grooto
bezwaren onderhevig zou zijn, dc volledige
vrijheid te geven, om maar steeds en door
alle middelen het wild op te sporen en to
vangen. Dit zou geheel in strijd wezen met
de algemeone veiligheid.
Dit bezwaar is gewichtiger dan het
schijnt. De afschaffing der jachtakten zou
het aantal jagers zeer doen toenemen,
vooral ook het getal van hen, die daarvan
ccn gewoon beroep of bedrijf maken. Ecnïge
jaren geleden heeft men eens een statistiek
opgemaakt, waaruit bleek, dat bijna twaalf
honderd menschcn in het jagen hun bedrijf
vinden. Hocvele duizenden zouden er dan
bij introkking der Wet niet komen? Zeker,
dat zou maar heel kort duren. Waarschijn
lijk zou een algomeene moord volgen, maar
korten tijd daarna zouden al dio lieden
broodeloos zijn, terwijl de Staat een bron
van inkomsten, het land een voedingsmiddel
zou verloren hebben.
Om zulke negatieve resultaten moet het,
dunkt ons, niet te doen zijn.
Het best zouden wij ons daarom kunnen
vereonigen met een wijziging der Jachtwet
voorafgegaan door afkoopbaarstellijg
of afschaffing der heerlijke rechten" ten
einde de voornaamste bezwaren weg te ne
men, door den landbouw ingebracht. De
strekking der tegenwoordige Jachtwet is:
kunstmatige bescherming van het wild, en
juist dit kunstmatige zouden wij wil
len zien verdwijnen.
Wat de afschaffing der heerlijke rechten
betreft, ten slotte nog de opmerking, dat
dezo rechten werken als allo andere lasten
op den grond, welks waarde zij verminde
ren; waardoor zij tevens strekken tot bena
deeling der belangen van den handel in
vaste goederen. W.
Leiden, 6 November.
Heden brachten de burgemoesler en
twoo wethouders der gemeente Groningen het
aangekondigde bezoek aan onze gemeente en
bozichtigden het Raadhuis, waar si) door den
burgemeester werden ontvangen en omtrent
verschillende zaken worden Ingelicht.
Het Strijkorkest „Euterpo" hield gis
teravond zijn jaarvergadering in „In den
vergulden Turk/'. Nb. vooriczing van do
notulen, welko onveranderd worden goedge
keurd, las de sec rotaria hot jaarverslag
over het afgeloopen vcreenigingsjaar voor.
Daaruit bleek, dat „Euterpo" in bloei
toeneemt cn thans 21 werkende en 40 on
dersteunende leden telt; dat „Euterpo
dit jaar drie concerten gegeven had, waar
van een te Noordwijk aan Zee vcfar de
badgasten.
Vervolgens gaf do penningmeester zijn
financieel verslag te hooren. Do Ciu vncieele
toestand ma;; gunstig genoom'd worden, de
kas sloot met een voordeclig saldo.
Van do aftredonde bestuursleden werden
herkozen do keeren L. M Woyl cn W. Ver-
hoy, respectievelijk ala voorzitter en com
missaris, terwijl als penningmeester cn se
cretaris respectievelijk werden herbenoemd
do heer en H. Holswilder en W. F. Koster,
allen met algomeene stemmen.
Den heer G. Verhey Jr. werd heb cere-
lidmaatscuap der Vereeniging aangeboden
en ten slotte aan den directeur een woord
van dank gebracht voor zijn uitnemende
leiding.
Gisteravond hield do heer F. G.
Gcerling, lid van de „Sociétó Astrono-
miquo de Franoo", uit Amsterdam, in de
Grooto Stadszaal een voor zoover het
onderwerp zich er 1 o leende populaire
lozing, die hij noemde „een uitstapje in Jo
wereldruimte en iete over de wonderen
der voorwereld."
Er was in de zaal een vrij talrijk en
daaronder ontwikkeld publiek aanwezig,
benevons eon aantal leerlingen van on-
dorwijfcin r ich tu n g e n
Na eerst do plaats der aarde in do
wereldruimte te uebben bepaald, 3D do
theorio van Kant en Le Place omtrent
haar ontstaan te hebben medegedeeld,
werden achtereenvolgens de zon, de j-iaau
en de verdere planeten aan een beschou
wing onderworpen en eindelijk do kometen
cn de velschillende sterrenbeelden be
sproken.
Een aantal lichtbeelden in het gekeeJ
95 vulde het gesprokene op voortref
felijke wijze aan.
Deze lezing werd met groote belangstel
ling gevolgd en verdiende dit ook inder
daad.
We konden bij het uitgaan do opmerking
maken, of het niet mogelijk zou zijn, dat
dergelijke populair wetenschappelijke
lezingen, dio blijkbaar zoo groote belang
stelling wekken, ook niet konden worden
gegeven door de geleerden uit Leiden zolf
en of hot nu heusck noodig was, dat
daarvoor iemand v'an buiten moest over
komen.
Benoem! is tot ambtenaar ter Secre
tarie alhier de heer H. Bellstra, thans
fcweedo commies aan de docrotfario te
Hoorn.
Ds. G. Wisse Jr., van Driobergon, zal
Dinsdag 27 November as. in con openbaro
samenkomst optreden in do zaal Noordein
de, alhier, voor do Yoreeniging „Christelij
ke Belangen."
De niouw gekozon afgovaardigde van
Leiden, dr. De Visser, zal in do vergader
zaal d(?r Tweedo Kanoer niet do plaats van
zijn voorganger mr. Van dor Vlugt inne
men, omdat dions zetel aan do linkerzijde
inmiddels bezot is door dr. Blooker.
De heer Lely. die wegens plaatsgebrek op
de linkerbanken tot dusver rechte zat, is
nu naar de overzijde op do doqi* dr. Bloo
ker opengemaakte plaats verhuisd.
Men deelt ons medo dat het bericht
van het „Vad.", als zouden er pogingen
worden gedaan om hier een nieuwe vrijzin
nige kiesvereeniging op te richten, allen
grond mist.
Bij Koninklijk besluit zijn benoemd
tot reserve tweeden luitenant bij het vierde
regiment infanterie do vaandrigs B. F.
Krantz, J. Smit, G. Hovens Grévo on IJ.
Hanneman, allen van het «.orps.
Do officier van gezondheid 2de klasse
P. H- E. Vorberno wordt 2 Januari a-a.
overgeplaatst van het hospitaal te Vcnloo
naar dat te Leiden.
Remon stran tscho Broederschap.
Tweetal te Nieuwkoop (vac. ds. O. L. de
Jong): J. L. la Gro, proponent te Gronin
gen, en A. Klaver, proponent cn waarne
mend predikant to Hoögcvcon.
Gistermiddag was er vergadering van
den Ministerraad dus een buitengewone
Hr. Ms. gezant te Konstantinopel,
graaf Van Bylandt, heeft wegens gezond
heidsredenen eenigen tijd zijn post aldaar
moeten verlaten.
Door den Staatsraad jhr. mr. I. F.
Humalda van Eysmga zl)n aan de Koriinkiyko
Natlonalo Zangschool te 's Qravenbago twee
groote verguld zilveren medailles gosehonken
voor den Jn September 1907 aldaar te houden
Natlonalen Zangwedstryd voor mannon- en
gemengde koren.
By do Tweedo Kamer la ingediond een
wetsontwerp houdende regeling betreffende de
toelating als schippor op koopvaardyschepen.
Z. K. H. de Prins wordt Donderdag
avond van Het Loo in do Rosldontie ver
wacht tol Zaterdag.
Met het oog op do waarschijnlijke
samenkomst der Vredesconferentie in het
aanstaande jaar to 's-Gravcnhagc, heeft
Frankrijk a's zijn vertegenwoordigers aan-
gewezen dezelfuo gedelegeerden als in 1899
die opdra at ha'idtn, te weten do hecren
Bourgeois, oud-minister; d' Estournolles
d° Constant, lid der Kamer van Afgevaar
digden; prof. Louis Reuault en Albert
Decrais.
Do Haagscho briefschrijver van do
„Arnh. Courant" ven-ekert, dat het be
richt als zou jhr. Van Kamebcck naar
Schotland zijn geweest om aan den heer
Carnegie te vragen om een nieuwe gift
voor don bouw vun het Vredespaleis on
juist is.
Na do terugkomst van H. M. de Ko
ningin hier te lande, zal H. M. in den loop
van dit jaar vier nieuw benoemde gezanten
ter overhandiging van hun geloofsbrieven
hebben te onvangen, te' weten die van
Frankrijk, den heer Pellet; van Japan;
van het sedert gevormde koninkrijk Noor
wegen, don heer Hagerup, en van Italië,
Hertog do Salis Latour, die laatstelijk don
post van consul-generaal te Boecharest be
kleedde*.
Aangenomen is het beroep naar do
Nod.-Hcrv. Gem. to Brummen door ds. J.
C. E. van Herwerden to Heemso.
Bedankt is voor het beroep naar die Ge
meente te Utrecht door ds. A. J. Montijn,
te Haarlem.
Het hoekhuis Tornooiveld aan do Lan
ge Houtstraat te 's-Graveuhago, eigendom
van on laatstelijk bewoond door den minis
ter van staat, nu*. Asser, is dezer dagen
aan het Rijk verhuurd met recht van koop,
•wanneer do wotgevendo macht dien zal heb
ben goedgekeurd Voorloopig zal een der
afdeolingen van het ministerie van land
bouw, nijverheid cn handel in het perceel
gevestigd worden.
Naar wij vernemen heeft mr, P. J. G
van Diggelen, tc Zwolle, tegen 1 Jan. om
ge)Kondheidsredcn/m ontslag gevraagd als
vice-president bij do arrondissementsrecht
bank aldaar. („Zw. Ct.")
Do l8te luitenant L A. Vogel, vap het
4do regiment infanterie to Delft, wordt op
zijn aanvrage met ingang van 16 dezer op
non-activiteit gesteld zonder bezwaar der
schatkist.
De voor don dienst in Indiö bestemde
officier van gezondheid 2de klasse A. J. J.
C. Niks moot 15 December a.s. zijn bestom"
ming naar Batavia volgen.
De 1ste luit. der inf. W. Jontink, van
het legov in Ned.-Indië, zal 17 November
a.8. mot hot stoomschip „Prinses Sophio"
naar Indiö torugkccren.
De gewone audiëntie van de minister
van marine cn (lie van den minister van
koloniën zullen op Vrijdag 9 November
niet plaate hebben.
Hët stoomschip „Flores", van Am
sterdam naar Batavia, is -1 Nov. Dungeness
gepass.; de „Koning Willem I", van Am
sterdam naar Batavia, arriveerde *1 Nov.
te Southampton; do „Koning Willem II",
van Batavia naar Amsterdam, vertrok 4
Nov. van Genua; de „Lawoe" arriveerde?
4 Nov. van Rotterdam tc Padang; de „Sin-
doro", van Rotterdam naar Batavia, is 4
Nov. Perim gepasseerd; do „Solo", van
Batavia naar Rotterdam, vertrok 5 Nov.
van Porim; do „Noordam", van Rol ter-
dam naar Nëw-York, passeerde 4 Nov.
Wight; do „Eemland", van Amsterdam
naar Bucnos-Ayres, is 4 Nov St -Vincent
gcpasscoHl; de „Rijnland", van Amsterdam
naar Buenos-Ayros, is 4 Nov. Madera go-
passeerd; de „Prins der Nederlanden",
BI)
Arnold was linksch en grof, maar toen
do eorstc bedeesdheid verdwenen was, viel
hij nogal mcc. Marie eindelij - scheen
iets van Anna en Margaretha beiden te
hebben: zij t-oonde reeds practische neigin
gen, maar had soms ook enthusiast» ont
boezemd "en van verhevenheid en droef
geestigheid.
Movrouw Opberger wist, dat de vacantic
m-ar kort duurde en verdroeg de invallen
van haar kinderen daarom geduldig. Geheel
de vroolijko bende was soms bezig aan het
vorstoppertje-spelen; er werden pannekoo-
ken gebakken en rcuzonvlaos; de drie rij
tuigen werden ingespannen om naar Lan-
gasnou te gaan, en onderweg werd men
niet moe met het zingen van alle liederen,
die Lucien maar in het geheugen kwamen.
Ja, men zocht een anderen dag op zolder
oude kleederen op van oen lang vervlogen
tijdperk, gekleurd zijden japonnen on door
de motton geëerbiedigde pruiken, en er
werden dan optochten gehouden en spelle
tjes gespeeld, waarbij Lucie met het groot
ste plcizier meedeed.
Aan het verblijf dor „verbannenen", zoo
als zij zichzelven noemden, had zij het to
danken, dat zij mejuffrouw Van Gaaste
ren weer eens zag; maar hoe zou zij een
wrioig vertrouwon ondervinden te midden
dier rumoerige bende? Zij kon niet opnieuw
niet Amelia spreken over hun vroeger go-
liprek cn kon maar weinig vertollen over
haar nieuwe vrienden.
„Mevrouw Vallier iB beminnelijk en vol
gratie", zei mejuffrouw Van Gaas teren.
„Haar ontbreekt slechts een diepe grond,
ei zij schijnt mij voor u meer een vriende
lijke buur dan een vriendin toe.
„O, ik zoek ook in haar niet, wat ik in
u heb gevondonriep Lucie uit, maar zij
spreekt een taal, welke ik altijd heb ge
hoord, en zij schijnt van mij te houdou.
Dat lijkt me zoo heerlijk toe!"
„Zij is een zeer goede moeder; men zegt
evenwel, dat haar zoon niet beantwoordt
aan haar zorgen."
Lucie wilde juist antwoorden, toen me
vrouw Opberger, die iets aan mejuffrouw
Van Gaasteren vroeg, bij deze kwam zit
ten en haar gedurende de rest van het ge
sprek geheel in beslag nam.
Den vooravond van het vertrek der „ban
nelingen" werd er op „Werkhoven'' een
groote feestmaaltijd gegeven, waarbij gas
ten waren de pastoor en do kapelaan van
het dorp, eenigo buren en Henri van Gaas
teren.
Het was Zondag. Ofschoon den vorigen
dag reeds veel was gereed gemaakt, wer
den de keukenvuren geweldig gestookt.
Lucie had haar vriendinnen geholpen het
mooie oude familiezilver te poetsen, en do
servetten te vouwen, zooals in de jeugd
van haar tante mode was, want deze zou
geen begrip van een diner hebben gehad
als deze bijzonderefd was verzuimd. Zij
gaf aanwijzingen voor het schikken van het
fruit op tafel, bracht bloemen aan, en toen
zij uit ging om ter kerke te gaan, boocl do
tafel een schitterenden aanblik aan.
Zij was met Paula en George gegaan.
Maar toen zij de kerk verliet, zag zij Henri^
van Gaasteren van do koorfcrap komen.
„Waarom zijt gij niot in onze bank
komen zitten?" vroeg George, terwijl hij
zijn neef krachtig de hand schudde.
„Omdat ik juist op het laatste oogenblik
in de kerk kwam cn niemand last wilde
veroorzaken. Heeft de pastoor geen orga
nist?"
„Neen, en daar heeft hij veel spijt van."
„Gij doet immers aan muziek, juffrouw
Lucie?'» vroeg Henri plotseling, terwijl hij
zich richtte tot het meisje, dat iemand
scheen te zoeken.
„Ja," zeide zij verstrooid.
George, die haar verstrooiden blik zag,
voegde haar met een weinig scherpte toe:
„Als gc soms de lui van „Eikcnhcuvel"
zoekt, er is niemand dan de knechts. Me
vrouw Vallier gaat altijd naar Argentoau,
waar om acht uren kerk is, cn het duurt
hier tc lang voor de devotie van den
mooicn Marcel, die al reeds vóór dc preek
zou inslapen en dat is ook wel te begrij
pen", voegde hij er binnensmonds bij.
Lucie hoorde het niet. Zij had dc kame
nier van mevrouw Vallier bemerkt cn zij
ging naar dezo toe om haar te verzoeken
aan haar meesteres te zeggen, dat zij dien
dag niet op „EikenheuveT' kon komen.
Toen zij weder bij de beide jongelieden
kwam, dio op haar hadden gewaoht, vatte
Henri het onderwerp van het afgebroken
gesprek weder op.
„Speelt g'j orgel?" vroeg hij opnieuw.
„Ach, een weinig, oefening ontbreekt
me."
„Zoudt gij u niet willen bekwamen om
den reer grooten dienst te kunnen bewijzen
des Zondags het orgel te bespelen
„Dat zou mij hoogst aangenaam zijn,
maar ik zou eenige lessen noodig hebbon."
„Mijn tante heeft een vriendin, dio zo u
gaarne zal govon."
„Dat zou een heerlijke afleiding voor mij
zijn; maar hoe kom ik in Argcnteau?"
„Anna gaat iedere week naar do markt,
ga met ons mede", zei George.
„Zou tante het toestaan?"
George keek zijn neef bcdrempeld aan.
„Dat zal Henri wel in ordo maken", zei
„Wat zal ik u daarvoor dankbaar zijn f'
riep Lucie uit, zich tot den joDgen dokter
wendend. „En zoo gij eens wist, hoe het
vooruitzicht, uw tant» eens te zien, mij
verblijdt".
„Zij houdt veel van u."
Lucie's wangen kleurn bij bet hooren
van dio woorden.
„Het lijkt me zoo, ef men volmaakt zou
worden, als men bij hadr leefde."
Henri begon te lachen.
„Ik leef bij haar en ik ben niot volmaakt.
Maar rij heeft mij beter gemaakt, geloof
ik; men kan haar niet nadcron zonder do
warmte te gevoelen, die van haar uitgaat".
Eenigen tijd gingen zij etil naast elkan
der voort en kwamen eindelijk in do lain.
Do diepe sporen stonden vol watermoo
moest dus zorgvuldig een pad uitkiezen
en Lucie, dio evenals haar nichten maar
tot het dragen van klompen was overge
gaan, kwam niet zonder moeite op dit zwa
re en ongemakkelijke schoeisel voort. Pau
la ging het vlugger af cn liep met haar
broer vooruit; Henri bleef bij Lucie on
beschermde haar onder zijn parapluio tegen
den beginnenoen re~en.
Het diner van vaivlaag berooft u van
uw geliefkoosde verstrooiing," zeide hij in-
„Bedoelt gij do muziek qp „Eikcnlteu-
vel?"
„Ja, maar ook liet gezellige onderhoud;
mevrouw Vallier ontbreekt het niet aan
geest."
„Zij on haar zoon zijn gezelligzc:cio
Lucie levendig, dio, om een zekere ko id-
heid in Honri'e woordeD, meende ver
plicht to zijn, haar vriendin te verdedigen.
„Het spijt me", voegdo zij er bij, „dat
mon op „Werkhoven" niet de minste sym
pathie voor hen heeft."
Henri zeide niete.
„En toch zou het zeer natuurlijk zijn,
dat zo elkander dikwijls zagen; ze zijn
zulke naaste buren", vervolgdo Lucie mot
dezelfde levendigheid. -„Mevrouw Val
lier steekt wol hoog boven tante uit, maa?
zij zou haar toch gaarne ontvangen, heelt
ze me gezegd. George is even- oud als mijn
heer Marcel".
„Maar zij hebben niet dcnzelfdcn
smaak", antwoorddo Henri met ccn ge
dwongen glimlach.
„Uw smaak is oneindig fijner dao die
van mijn neef en toch zijt gij vertrouwelijk
met elkander."
Henri glimlachte nieuw.
„Al brengen onze smaken ons niet si-
men, er is ten minste niete in onze ge
woonten, dat ons scheidt", antwoordde hij.,
Lucie wilde hem juist een vorklaring van
die woorden vragen, toen de neven kwa
men aanstormen, en hen met groot gejuich
en gejoel binnenhaalden.
(Wordt vervolgd-)