LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG iO OCTOBER. - TWEEDE BLAD. No. 14304. Anno 19 CO. PERSOVERZICHT. Onder het hoofd; Een Löidsch profeet zegt „De Nederlan der": Prof Jelgc rsma, hoogleeraar te loeiden, lieeft cen Open Brief geschreven aan zijn collega prof. Bolland, waarin fel wordt geprotostceid tegen de aanmati gende, de wijsheid in pacht hebbende wijze, waarop laatstgenoemd© hoogleeraar op treedt. Do bedoeling van den Brief is voor namelijk den Lcidschen studenten voor te lichten en hen te behoeden, tegen het „geestelijk bederf", dat van Bollan'dë3 ahso- lutismo ritgaa\ Ter karaktcriseerin;: van den toon, dio tufischen dezo hooggeleerden heerscht, neemt het blad daarna eenige regelen uit den „Brief" over, om dan aldus voort to gaan: Merkwaardig in den Open Brief is, dat prof. Jelgersma, telkens als hij het eens héél kras zeggen wil, zijn ambtgenoot Dij een dommen Schriftgeloovige vergelijkt, die óók meent do absolute waarheid te be zitten en daardoor zich even belachelijk maakt. Merkwaardig in niet mindere mat© is, dat blijkens dr. Jelgersma'6 brochure de invloe.l van prof. Bolland op zijn stu denten lang niet gering is, een feit, dat 'trouwens ook uit andere gegevens reeds be kend was. Van aar dit zonderling verschijnsel? iWat rr.j wel do oorzaak zijn, dat de man nen der „verlichting", die eerst den Zcon Gods tot den profeet van Nazareth maak ten en later ook dien profeet als zoodanig disqualificeerden, thans langs andereD weg toch weer last van ..profeten" en „aposte len" beginnen to krijgend--Wat ook is de re den van de verregaande zwakheid dier Leid- echc -.udonten, die, in vrij denken ge traind cn dominees-uitspraken verfoei end, i.i opeens door den Hegeliaanschen dominee bekeerd worden Een kleine aanwijzing voor de oplossing van liet raadsel ligt misschien in de over schatting waaraan de „vrije wetenschap" een in zichzelf eigenlijk onbestaanbaar ding zich heeft 6chuldig gemaakt De zelfde professor Bolland, die in deze bro chure wordt aangevallen, heeft daarover m 1896, in zijn inaugureel© rede te Leiden, ccnigc treffend© opmerkingen gemaakt. Na het onbevredigende betoogd to hebben van die „van het leven afgewende scholastiek, waarin men bij straffe van belachelijkheid de alleenzaligmakende heerlijkheid van ob- jectievo wetenschap en de nietigheid van wetaphysische overtuigingen heeft te de- monstrceren", ging hij aldus voort; „Het waarlijk naar wijsheid strevend ge moed tracht er naar, zich boven de toe valligheid van zulk een naïeve partijleu^o des cogenbliks te verheffen, en versmaadt het, reine wetenschappelijkheid voor ie wenden in een ereld, waar in den waar achtige.: zia des woorJs zoo weinig van be lang tc weten valt. Ik voor mij ten minste geef er do \oorkeur aan, van meet aan op to treden met do erkentenis, dat, ren spijt van al wat onderzocht is cn gevon den, len spijt ook van wat nog gevonden staat te worden, cen wezenlijke en eigen lijke wetenschap van menschen in het ge heel niet bestaat, en wij bij allies wat wij doen en denkon hebben te beginnen en lo eindigen met geloof. Dit is de echte zin der waarheid, dat geen wetenschap het zonder „hypotheson" vermag te stellen: onvermij delijk moet het betrekkelijke weten hangen tusscken uitersten, die zelf geen weten zijn. Schromen wij dan niet te zeggen waar het op staat; erkennen wij, dat al ons zoeken en vinden, al ons handelen en kennen on ontkoombaar gehuld blijft in cen alomslui- tend Medium, dat ons weten verre te bui ten gaat, Joch ons bij ingeving en intuit'e blijft rechtigen lot de oude, hoewel in ons toch ook weer niouwo leuze: „G r e d a- m u s Aldus :p..\. deze hoogleeraar, die niet door kerkgeloof bebeerscht werd t.i dio dan ook begon to verklaren, dat liet hem speet tot dit resultaat to moeten komen. ,,Ik FEU1L L E T O N. Eerste liefde. 32) Dc boer van de „Zonnchoeve" verstom de van verbazing. Met open mond en oogen bleef hij voor zich uit staren, terwijl cen uitdrukking van doodelijken schrik zich op zijn gerimpeld gelaat vertoonde. „Giooto, genadige Hemel," mompelde hij halfluid, „de arme jongen, d© arme jongen, hij is bohekst.'' Schuw cn angstig zag hij om zich heen alsof hij vreesde, dat de jonge man, dio daar voor hem stond, het volgende oogen- blik een aanval van woede zou krijgen. „Groot© genade, hij is behekst," herhaalde hij en verschanst© zich voorzichtig achter ccn tafel. Doch aan Valentin was niets bijzonders te bemerken. Hij haalde een portefeuille uit den zak, waaruit hij een fotografie nam, die hij voor zijn vader neerlegde. „Dat is het portret van mevrouw von Hagcr. Zij is weduwe, vier en twintig jaar oud, heeft geen kinderen en veel geld. Maar dat laatste beteeken fc voor mij niets, want ik trouw niet om haar geld cn nie mand in de wereld kan iets op haar aan te merken hebben." Hij zweeg en zag zijn vader met een blik vol verwachting aan. Doch dez© was het nog niet met zichzelf over de zaak eens. Dat alentin hem een portret liet zien en eweerde, dat de dame, wier beeltenis dit .was, zijn bruid was, kon wel een kwajon gensstreek zijn. Maar met behekst© men- relf, begrijpt mij niet verkeerd, had liever wat meerder weten." Voor wie dc juistheid van het boven staande beseft, is het allerminst zonderling, dat er, Lij verwerping van het geloof der Schriften, altijd weer profeten opstaan, die hun eigen aprioristischc dogma's in de plaats van dat geloof stellen, noch zonder ling, dat deze profeten gehoor vinden óók. De wetenschap hangt tusschen d© uiter sten, clio zelf geen weten zijn. Dit is juist uitgedrukt, en tevens het standpunt der geloovige wetenschap. Wan neer gezegd wordt: „do vreeze des Heeren is het beginsel der Wijsheid" (Spr. 9 10), dan is daarmee een bcginpijler aangewezen, waaraan dc geloovige wetensohap hangt; maar dan lacht het rationalisme en zegt, dat dez© wetenschap niet vrij ts, maar ge bonden aan vooropgezette dogma's, dat zij niet de vleugelen mag uitslaan waarheen zij wil, en mag aanlanden, waarheen zij geefcreven wordt, maar zich bewegen moet binnen vooraf gestelde perken, per ken, die niet gelegen zijn op het gebied van het weten, maar op dat van het geloof. Deze misvatting van do meustbelijko natuur cn bestemming wordt ners^ns tref fender bestraft dan in het opbloeien op eigen rationalistisch terrein van philoso- phieën als van Hegel, en ook van Marx en anderen, die, zelf van onbewezen grond stellingen uitgaand, d© waarheid in pacht meenen to hebben; heel d© andersdenkende wereld voor verdwaasd aanzien; en dc ba zuin des profeten doen klinken zonder zijn zalving. D© „Nieuwe Rotterdamsche Courant" besprak de bij de ontwerp Indische begreoting voorgesteld© instel ling van Id land sche officie ren. Na gewezen te hebben op do omstan digheid, dat er reeds Inlandsche officieren bestaan, namelijk bij de barizan op Ma- doera cn het legioen van Mangko© Nega- ro welke korpsen echter voor het leger van weinig of geen waard© zijn en do wenschelijkheid bepleit t© hebben of om de officieren van het legioen een goede op leidingsschool t© doen doorloopcn of an ders het aan dit korps bcstedo geld lie ver op meer doeltreffende wijze uit te geven, betoogt het blad, dat het alleszins wenschelij.k is Inlanders als officier in het leger op te nemen, mits echter zij op zulk een wijze worden opgeleid, dat zij voor hun taak geheel berekend kunnen worden geacht. Wenscholijk acht het de instelling in dc eersto plaats, omdat bet gchalto van het Inlandsch. gedeelte van het leger er door zal worden verbeterd. „Dc opheffing van het gehalte is met kleine middelen in geringe mate t© ver krijgen en ook reeds verkregenmaar zoo lang de soldatenrok, behalve voor enkelen, die in den krijgsdienst cen roeping velgen, beschouwd wordt als de Weeding voor hem, die in de kampoeng of dessa geen brood kan vinden, of die als onbezonnen slachtoffer in do strikken van ronselaars geloopen is, is geen ingrijpen do verbete ring te bewerken. Om goede onderofficie ren tc krijgen, moeten do best© leerlingen der lager© scholen cen loopbaan in het leger zookon. Dit is 6lechts to bereiken, als van bovc-> a_ het voorbeeld gegeven wordt. Geen dwang van onder, geen dwang van bovenmaar een voorbeeld tot het volgen van hcj in aanzien staand© rasge- nootcn. Dit kan het instituut van inland sche officieren bewerken. Maar om ook den aljj onderofficier gewildcn inlander den gang tot cn in het leger aanlokkelijk en gemakkelijk te i^akcn zal de volgende bcgrooting een opleidingsschool voor i n 1 a i d s c h kader, aansluiten de aan de doorloopen lagere school, moe ten brengen." In de tweede plaats ral de instelling, ge lijk door de Regeering voorgesteld, nut hebben, doordien op deze wijze een gun- stigen invloed op do promo-tic van Euro peanen tot de hoogere rangen kan worden verkregen. Slechts luitenants- en kapiteins plaatsen zullen door Inlanders worden in genomen; minder Europeescho officieren schen moet men voorzichtig omgaan, om hen niet boos te maken. De oude boer nam het portret en bezag het met klimmende belangstelling, want de sohoonheid der jon ge vrouw trof hem. Hij deed alsof hij te vreden gesteld was, knikte en schoof voor zichtig zijn zoon het portret weer toe. Valentin ging voort: Wanneer ik met mevrouw von Hagcr trouw, kan ik natuurlijk do hoeve niet ge bruiken. U kan daarmee doen wat u wilt, vader. Het beste ia, dat u cen van Je ne ven in huis neemt om hun een en ander te leeren, totdat hij dc hoevo kan overne men.'' Dc oude man begon luid te lachen, „j© hebt alles goed bedacht, tc midden van je krankzinnigheidriep hij uit, doch kromp dadelijk daarop verschrikt ineen. Dat had hij liever niet moeten zeggen. Valentin scheen zich volstrekt niet daar óm te bekommeren, zocht weer even in zijn portefeuille en reikte zijn vader een keurig briefje over, waarin met groot, duidelijk schrift tc lezen stond: „Mijn beste Valentin Voordat ik vandaag vertrek, wilde ik jo nog even zeggen, dat het goed zal zijn, wanneer jo d© zaak zoo spoedig mogelijk met je vader bespreekt. Ik geloof niet, dat hij aan ons geluk hinderpalen in den weg zal loggen. Dc zegen der ouders bouwt het huis dor kinderen. Groet hem, hoewel hij mij onbekend is, recht hartelijk voor mij. Hij kan trotsch zijn op zijn zoon Vandaag over vier weken ontmoeten we dkaar in Mittenwald, waar we ons zullen laten trouwen. De rest hebben we reeds besproken. Wanneer je vader gezond is, van dien rang zullen er dus noodig zijn en de kans om hoofdofficier tc worden zal voor deze naar evenredigheid grooter wor den hetgeen den gee-A in het korps, waaruit thans dc best© krachten wegvloeien in plaats van het toe tc vloeien, zal ten goede komen Omtrent het gewichtigste in de derde plaats genoemde punt, schrijft de „N ieu- we Rotterdamsche Courant": Wij staan aan de zijd© van hen, die de overtuiging hebben, dat dc inlandsch© of ficier ten volle gehikt kan lijn om de hem toegedachte plaata in te nemen en dat d© samenvoeging van Europeescho d© inlandsche officieren liet leger cn daarmee den Staat ten goed© kan komen. Kan, maar dan -©ten 1 cm eisehen van be kwaamheid en moreel gesteld worden, die hem aanwijzen tot een volle kracht; dan moet hij niet als maar halfg©6chikt toch ge tolereerd worden. Het is niet noodig daarom van hem de zelfde kunde te vergen bij het betreden der Militaire School of bij het treden in het officierskorps als van den leerling t© Breda of t© Kampen. Immers, den cadet of höofdcursiaan wordt niet alleen onderwezen wat hij noo dig zal hebben voor de goedo vervulling van zijn ambt in de eerste t© doorloopen rangen, maar bij hem wordt ook al d© grond gelegd voor d© meer uitgebreide, verder gaande studie, die in het officiers korps beoefening moet vinden, zonder door allen beoefend te wordon, alsmede voor de kennis, noodig om te kunnen voortschrij den tot dc hoogere rangen. Zal men v el licht eenmaal er toe komen, den inluud- schen officier ook tot die speciale studie uit te noodigen, hem ook te bekwame a voor do hoogste rangen in liet leger, de eerste stap tot zekere hoogte cen toet sing van overtuiging a~n praefcijk .reet niet terstond daarep gericht zijn, kan ook niet terstond daarop gericht zijn f a u t e de combattant s. De begrenzing wijst zich aldus vanzelf aan. Uit het aan de Kon. Mil. Academie en aan den Hoofd cursus te doorloopen programma valle dat gene weg, wat gemist zou kunnen worden als alle leerlingen slechts bestemd waren om het tot kapitein t© brengen. Meer be hoeft do inlandscho off hier niet tc leeren, maar minder mag hij ook niet weten," Zeer bruikbaar zal do Inlandscho officier zijn, doordat hij zijn minderen door middel hunner taal beter kan bereiden dan de Eu ropeaan het vermag. Noodig is editor, dat hij goed op do hoogte zij van dc Ncderland- sch© taal, om gemakkelijk t© kunnen be grijpen wat hem in onzo taal opgedragen wordt. Nog noemt het blad als voordeden de stimulecrende kracht, die uit liet instituut op de ontwakende weet- cn leergierigheid der Inlandsche jongelingschap kan uit gaan en de mogelijke bezuiniging, voort vloeiende uit het uitsparen -.an bij Inlan ders onnoodig© overtochtskanrten, verlof- traktementen, enz. Met het regceringsplan, om de aanstaan de Inlandsche officieren bij voorkeur tc trekken uit hen, dio het eind-diploma van do eerste afdeeling eener opleidingsschool van Inlandsche ambtenaren kunnen over leggen, kan het blad zich moeilijk vereeni gen. Waarom, vraagt het, deze voorkeur boven hen, die een H. B.-S. bezocht heb ben? Ten slotte maakt liet dc opmerking, dat de Memorie von Toelichting uitsluitend van den maatrogel spreekt als van ccn be wijs van vertrouwen 11 don Inlander, maar de waarde er van voor het leger zoo goed als onbesproken laat. Dit noemt het blad eigenaardig en het besluit: „Wanneer dc inlandscho luitenant en kapitein door gebrek aan voldoende ken nis als een onbeholpen mecloopcr in do ge lederen treedt, zal hij als regel niet kun nen geven wat van hem verwacht zal moeten kunnen worden. Het besef zijner minderwaardigheid zal hem drukken; hij zal zich niet gelukkig, niet tevreden, niet erkentelijk kunnen gevoelen. Niet bereikt zal dan worden wat do Regeering zich tot doel stelt: een inniger band aan het Europcesch bestuur. Eer is verbittering door ter-zijde-schuiving to verwachten. mag hij op dien feestdag niet wegblijven Ik zou het heel prettig vinden hem te lee ren kennen. Vaarwel. Hartelijke groeten van je innig liefhebbende Johanna." De boer las hot briefje, staarde met we zcnloozen blik zijn zoon aan cn las nog eens. Het blaadje papier ontgleed aar. zijn bevende vingers en fladderde op den grond De oude boor verbleekte, waukclde en zou neergestort zijn, wanneer zijn zoon hem niet in zijn sterke armen opgevangen en in den leuningstoel gezet had, waarin hij als een lijk, onbeweeglijk, bleef liggen. Valentin schrikte van de uitwerking, die dezo tijding op zijn vader gehad had. Op zijn hulpgeroep kwam Kuni toesnel len, die op haar praetischc manier niet lang naar het hoe en waarom vroeg, maar flink do handen uit de mouwen stak, het voorhoofd van den ouden man met azijn wreef en hem met koud water besprenkelde. Slechte een enkel© blik van het meisje trof den jongen, maar die wa3 dan ook vol weemoed en verwijt, ©n ze scheen zich tc verwonderen, dat Valentin wel verbaasd en sprakeloos, maar niet ontdaan was. Na ecnig© minuten sloeg do boer de oogen op en zuchtte en steunde. Toen hij weer cenigs- zins tot zichzelven was gekomen en Valen tin bemerkte, di© met ccn troostelooze ge laatsuitdrukking naast hem stond, strekte hij zijn handen afwerend uit en riep, ver schrikkelijk opgewonden: „Er uit, marsch Ik wil j© niet meer zien Valentin ging, om de opwinding van zijn vader niet tc verergeren, diep bewogen, doch zonder cen woord tc spreken, de ka mer uit. Kuni zonk op de knieën naast Het is mogelijk, dat wij do onvoldoende gegevens der toelichting slecht leren, en dat het dc bedoeling is den inlandsclien officieren inderdaad alles to leoren, wat een luitenant cn een kapitein moeten ken nen om zichzelf als „vol" te kunnen be schouwen en door anderen als „vol" be schouwd te kunnen worden. Wij hopen, dat zoo de bedoeling is; want dan alleen zou den wij de vervanging van een zeer groot aantal Europeescho officieren door inland sche collega's kunnen goedkeuren, en dan juichen wij haar zelfs met volheid van overtuiging toe." De redacteur van het „T ij d s c h r i f t voor Sociale Hygiëne" is zeer te vreden over de Troonrede. Noom-cn wij in do eerste plaats de toe gezegde belangrijk© vermindering van den suikeraccijns, waardoor cen uitstekend mid del voor do volksvoeding veel meer binnen het bereik der gioote massa zal gobracht wordon cn waardoor op Je meest rationeel© wijzo een ©inde kan worden gemaakt aan het voortdurend meer toenemend gebruik van saccharine, die, zoo al niet schadelijk, althans voor de volksvoeding waardeloos is ©n nooit do suiker kan vervangen zonder de volksvoeding to schaden. In do tweed© plaats de verhooging van den accijns op het gedistilleerd, waarvan mag verwacht worden, dat, mits dc verheu ging belangrijk zij, dc alcoholcousumptio en het misbruik daarvan belangrijk zullou verminderen, waardoor minder ziekte on armoede, minder vvetschonnis cn misdaad zullen voorkomen cn in het algemeen dc volksgezondheid en volks v» rivaart zal wor den gebaat. Tegen do belasting op tabak is uit ce.i gezondhoidsoogpunt ook niot veel in tc brengen. Integendeel, wat minrier rocken zal h©t zenuwloven, de hartswerking, de spij&vertoring en het gezichtsvormogen van monig Noderlander ten goede komen. Voorts mogen wij van d© tariefsherziening verwachten, dat de geheimo geneesmiddelen door den fiscus zullen getroffen worden een maatregel, die zekor ieder, dio do schade cn cllcndo kent, door de geheime geneesmiddelen aangericht, cn do schan delijke wiisten bij den verkoop daarvan, op grond van onware berichten en leugenach tige beloften verkregen, met gcncegon zal te gemoet zien. Ook do toegezegde herziening der Wo ningwet is met vreugd© vernomen, alsook do belofte, dat dc strijd togen do tuber culose van hot rundvee opnieuw krachtig zal worden aangebonden. Do redactie slaakt daarbij den vvensch, dat ook spoodig voor de bestrijding van tuberculose onder men- schen in Nederland belangrijk© financieelc stoun van Rijkswege worde verkregen. Hoewel niet veel uitweidend© over do aangokonJigde sociale maatregelen (ouder- ckftnsvcr zekering, aanvulling der ongeval len vltzc kering, enz.), daar d© redactie weet, dat vele harcr lezers over de noodzo- kolijklicid dezer maatregelen cn omtrent de grenzen der Staatsbemoeiing in dezen zeer uiteenloopendc gedachten hebben, wordt toch van ccn liygiönistisch stand punt dc toezegging van den Minister dankbaar aanvaard. „Hct Centrum" zegt in een asterisk ,,'S t i<a f f o n" In het tijdschrift „D e XXst c Ec u w" heeft do bekende medicus dr. A Aletrino, privaat-docent in dc crimineel© anthropolo gic aan do Amsterdamsche Universiteit con reeks artikelen geschreven tegen de celstraf. Met veel nadruk laakt hij deze wijze v?l straffen en bepleit hij de vervorming van „onzo tegenwoordige onpractischo cn on- menschkundig© gevangenissen" in refor matories. Had d© geleerde schrijver zich nu tot het aanbevelen van ccn ander strafstelsel be paald, men zou het in menig opzicht met hem eens kunnen zijn. Het ocl&traf-systeem toont inderdaad grootc schaduwzijden, oefent ontegenzeg lijk op velen van hen, dio het ondergaan, een demoraliseerenden invloed uit. Maar de heer Aletrino valt niet alleen eeD den boer op den grond en nam zijn siddo- rendo handen in de hare, hem met vrien delijke woorden geruststellend. Toen werd do boor van de „Zonnehoove" weck, zijn hoofd zonk tot op het bruine haar van liet joDgc meisje neer, terwijl hij steeds weer herhaalde: „O, Kuni, Kuni. ik heb geeD zoon meor. Waarom heeft Valentin mij dat moeten aandoen?'' Toen dc boer weer kon opstaan, bracht Kuni hem met behulp van cen knecht in b©d cn gaf hem cen zenuwmiddel in. Van zwakte cn vermoeidheid sliep hij kort daar op Kuni keerde in do kamer terug en vond daar cen briefje op den grond liggen. Zij las het. Nu wist ook zij alles. Zware tranen biggelden langs haar wan gen, haar mondhoeken trilden en zij ge. voelde zich als had zij cen dierbaren bloedverwant verloren. Valentin was van het erf gegaan zonder van zijn vader afscheid te kunnen nemen. De oude man had zijn onbetamelijken zoon niet meer willen zien. Dat er op dc „Zonnehoeve" nog cen Kuni was, dio hij eens meende to be minnen, scheen do jongen geheel vergoten te zijn. Zeker, zij had hem afgewezen, maar waarom had zij het gedaan Had zij het niet goed met hem gemeend, hem niet willen terughouden van cen overijlde daad, die niet meer goed te maken zou zijn' Kuni echter begon berouw t© gevoelen over haar moedeloosheid en d^ veel te groote voorzichtigheid, die ze tegenover den oude.i boer had b:tracht. Zij alleen gevoelde zich schu dig, dat Valentin het huis rijns vaders had verlaten en nu op bepaald systeem aan, hij veroordeelt ook het straf-bogrip zelf. „Do tijd van straffen" 7.00 zegt hij ,,Ï8 voorbij. De gedacht© aan wraak, vor- gelding en leej doen mogen niot meer van onzen tijd zijn cn mogen cn kunnen niet meer gehuldigd worden door hen, dio ook maar eenig inzicht in do motieven der men schel ijko daden en vooral in Je motieven dor handclingon van den misdadiger bobben." Wij. hebbon allen eerbied voor d© kennis,, wolko dr. Aletrino op dit gebied kan hebben vergaderd. Maar dat d© tijd van straffen voorbij zou zijn, lijkt ons een stolling, die spot met do rede, om nog tc zwijgen van het ze delijk beginsel, Jat aan do straf ten grond slag ligt. Do tijd van straffen zal eerst voorbij zijn, wanneer Jo tijd van misdaad-plegen voorbij is, waaraan in deze zondige worcld een voudig niet tc denken valt. Strafwaardig zal altijd degeno zijn, die» zich vergrijpt aan hot recht cn door ver stand en wie meester is over zijn daden. En nu geven wij gaarne toe, dat straf niet slechts vergelding moet zijn, Joch ook cen middel tot verbetering. Maar die vergelding geheel t© verwerpen en don misdadiger alleen to beschouwen als oen patiënt-, is een dwaling, dio Jen men- scholijkcn aard miskent, het vcrantwoordo- lijkhoidsgevoel doodt, aan do geschonden rechtsorde elke voldoening onthoudt y door haar ontzenuwende werking all" ge vaarlijkst is voor individu cn maatschappij. Do lieer A. H. J. Engels had hot in bot „Katholiek Sociaal Wook- b 1 ad" over Katholieke vcroe ni- g i n g s g b ouwe n, waarvan hij het nut en do noodzakelijkheid uiteen zet, d. w. z. van goede inrichtingen. In het verleden zijn nogal eens fouten begaan. Do allergrootste is, zegt do heer En gels dat het eigenlijko werk, de taa eener arbeidsorganisatie, ongedaan blijft. In plaats van d© vakbeweging aan te moe digen mot allo kracht, zich onledig te hou den met het bestudecren van coöporatieven woningbouw, verzekeringswezen, sooialo wetten, enz. verbeuzelt men zijn kostbaren tijd, doet men niets liever dan feestverga- deringen organiseeren, en laat do groot© arbeidersbeweging kalm langa zich heen gaan. Men wordt zoo zachtjes aan menschen met geen hooger opvattingen dan dio van cen koffiehuishouder, dio vóór alles er op bedacht is, de la van het buffet t© vul len. Men denkc niet, dat ik overdrijf. O, neen, ik zeg nog lang niet alles. Het is mij overkomen, dat ik op vorzock van het bestuur mijn spreekbeurt in twee gedeelten hiold, om ja, raad eens,in d© pauze de menschen in stout tc stellen nog oven te kunnen drinken. Nog geen uur kon men zonder. Alles, wat cr verhandeld werd, ging langs don voorzitter heen; het cenige, waar hij met belangstelling naar in formeerde, was, hoe het aan het buffet ging. Hij gedroeg zich volmaakt als een im- pressano, die een vreemd iets liet zien, mot geen andere bedoeling dan do zakken van het publiek to lichten. Ik wendde mij tot den ocrw. adviseur om zijn oordeel eens tc hooren. Tot eer van dien waarlijk edelen man moet ik zeg gen, dat hij schaamrood word ©n zcide: „Ook ik vind het verschrikkelijk. Lang heb ik er tegen gevochten, maar ik sta machteloos. Ik kan ©r niets aan doen." Dc som, dio hij noemde, welk© jaarlijks aan dat buffet in jenever cn bier verdron ken werd, zal ik zwijgen. Alleen zeg ik, dat het schandelijk was. Blinde vogel». Van bevoegde zijde wordt ons medege deeld, dat bij do Regeering het voornemen bestaat, bij cen nieuwe vogelwet hot bezit ten, verkoopen, vervocron, tc koop aanbie den, enz., van blinde vogels strafbaar to stellen. (Avicultura.) het punt stond cen in haar cogcn onmo gelijk huwelijk aan to gaan. Haar weiger id g had hem dc deur uit ge dreven. Nu begreep zij opeens, dat ze hem van kindsbeen af had liefgehad, dat zij dat obiter nooit had willen zeggen of zich durven bekennen, tot het voor haar en voor licm tj laat was geworden. „Valentin 1 Valentin!" kreet zo plotse- ng uit met dc handen voor het gezicht. X. Dat was cen vreemdsoortig huwelijk ia Mittenwald. Dee middags om twaalf uren werd het voltrokken: Wie houdt nu ooit een bruiloft op den middag, wanneer allo menschen aan tafel zitten? Dat was nog zoo erg niet geweest; dat kon een buitenissigheid zijn, die men den etadslieden niet s»o kwalijk kan nemen. Maar niemand had daar vooraf iets van geweten en dat ergerde de Mittcnwalders, die even nieuwsgierig zijn als all© andcro menschen cn nog veel meer kwal ijk-ne mend. Een deftige dame, mot een gezelschaps juffrouw, was per eigen rijtuig des mor - geus aangekomen cn in het hotel „Da Post" afgestapt. Afgemeten naar d© grootte en het aantal koffers, die zc bij zich had, scheen zij den Mittcnwaldcra ■•buitengewoon voornaam toe. (W^idt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 5