LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG iO OCTOBER. - TWEEDE BLAD.
No. 14304.
Anno 19 CO.
PERSOVERZICHT.
Onder het hoofd; Een Löidsch
profeet zegt „De Nederlan
der":
Prof Jelgc rsma, hoogleeraar te
loeiden, lieeft cen Open Brief geschreven
aan zijn collega prof. Bolland, waarin
fel wordt geprotostceid tegen de aanmati
gende, de wijsheid in pacht hebbende wijze,
waarop laatstgenoemd© hoogleeraar op
treedt. Do bedoeling van den Brief is voor
namelijk den Lcidschen studenten voor te
lichten en hen te behoeden, tegen het
„geestelijk bederf", dat van Bollan'dë3 ahso-
lutismo ritgaa\
Ter karaktcriseerin;: van den toon, dio
tufischen dezo hooggeleerden heerscht,
neemt het blad daarna eenige regelen uit
den „Brief" over, om dan aldus voort to
gaan:
Merkwaardig in den Open Brief is, dat
prof. Jelgersma, telkens als hij het eens
héél kras zeggen wil, zijn ambtgenoot Dij
een dommen Schriftgeloovige vergelijkt,
die óók meent do absolute waarheid te be
zitten en daardoor zich even belachelijk
maakt.
Merkwaardig in niet mindere mat©
is, dat blijkens dr. Jelgersma'6 brochure
de invloe.l van prof. Bolland op zijn stu
denten lang niet gering is, een feit, dat
'trouwens ook uit andere gegevens reeds be
kend was.
Van aar dit zonderling verschijnsel?
iWat rr.j wel do oorzaak zijn, dat de man
nen der „verlichting", die eerst den Zcon
Gods tot den profeet van Nazareth maak
ten en later ook dien profeet als zoodanig
disqualificeerden, thans langs andereD weg
toch weer last van ..profeten" en „aposte
len" beginnen to krijgend--Wat ook is de re
den van de verregaande zwakheid dier Leid-
echc -.udonten, die, in vrij denken ge
traind cn dominees-uitspraken verfoei
end, i.i opeens door den Hegeliaanschen
dominee bekeerd worden
Een kleine aanwijzing voor de oplossing
van liet raadsel ligt misschien in de over
schatting waaraan de „vrije wetenschap"
een in zichzelf eigenlijk onbestaanbaar
ding zich heeft 6chuldig gemaakt De
zelfde professor Bolland, die in deze bro
chure wordt aangevallen, heeft daarover m
1896, in zijn inaugureel© rede te Leiden,
ccnigc treffend© opmerkingen gemaakt. Na
het onbevredigende betoogd to hebben van
die „van het leven afgewende scholastiek,
waarin men bij straffe van belachelijkheid
de alleenzaligmakende heerlijkheid van ob-
jectievo wetenschap en de nietigheid van
wetaphysische overtuigingen heeft te de-
monstrceren", ging hij aldus voort;
„Het waarlijk naar wijsheid strevend ge
moed tracht er naar, zich boven de toe
valligheid van zulk een naïeve partijleu^o
des cogenbliks te verheffen, en versmaadt
het, reine wetenschappelijkheid voor ie
wenden in een ereld, waar in den waar
achtige.: zia des woorJs zoo weinig van be
lang tc weten valt. Ik voor mij ten minste
geef er do \oorkeur aan, van meet aan
op to treden met do erkentenis, dat, ren
spijt van al wat onderzocht is cn gevon
den, len spijt ook van wat nog gevonden
staat te worden, cen wezenlijke en eigen
lijke wetenschap van menschen in het ge
heel niet bestaat, en wij bij allies wat wij
doen en denkon hebben te beginnen en lo
eindigen met geloof. Dit is de echte zin der
waarheid, dat geen wetenschap het zonder
„hypotheson" vermag te stellen: onvermij
delijk moet het betrekkelijke weten hangen
tusscken uitersten, die zelf geen weten zijn.
Schromen wij dan niet te zeggen waar het
op staat; erkennen wij, dat al ons zoeken
en vinden, al ons handelen en kennen on
ontkoombaar gehuld blijft in cen alomslui-
tend Medium, dat ons weten verre te bui
ten gaat, Joch ons bij ingeving en intuit'e
blijft rechtigen lot de oude, hoewel in ons
toch ook weer niouwo leuze: „G r e d a-
m u s
Aldus :p..\. deze hoogleeraar, die niet
door kerkgeloof bebeerscht werd t.i dio dan
ook begon to verklaren, dat liet hem speet
tot dit resultaat to moeten komen. ,,Ik
FEU1L L E T O N.
Eerste liefde.
32)
Dc boer van de „Zonnchoeve" verstom
de van verbazing. Met open mond en
oogen bleef hij voor zich uit staren, terwijl
cen uitdrukking van doodelijken schrik
zich op zijn gerimpeld gelaat vertoonde.
„Giooto, genadige Hemel," mompelde hij
halfluid, „de arme jongen, d© arme jongen,
hij is bohekst.''
Schuw cn angstig zag hij om zich heen
alsof hij vreesde, dat de jonge man, dio
daar voor hem stond, het volgende oogen-
blik een aanval van woede zou krijgen.
„Groot© genade, hij is behekst," herhaalde
hij en verschanst© zich voorzichtig achter
ccn tafel.
Doch aan Valentin was niets bijzonders
te bemerken. Hij haalde een portefeuille
uit den zak, waaruit hij een fotografie
nam, die hij voor zijn vader neerlegde.
„Dat is het portret van mevrouw von
Hagcr. Zij is weduwe, vier en twintig jaar
oud, heeft geen kinderen en veel geld.
Maar dat laatste beteeken fc voor mij niets,
want ik trouw niet om haar geld cn nie
mand in de wereld kan iets op haar aan te
merken hebben."
Hij zweeg en zag zijn vader met een blik
vol verwachting aan. Doch dez© was het
nog niet met zichzelf over de zaak eens.
Dat alentin hem een portret liet zien en
eweerde, dat de dame, wier beeltenis dit
.was, zijn bruid was, kon wel een kwajon
gensstreek zijn. Maar met behekst© men-
relf, begrijpt mij niet verkeerd, had liever
wat meerder weten."
Voor wie dc juistheid van het boven
staande beseft, is het allerminst zonderling,
dat er, Lij verwerping van het geloof der
Schriften, altijd weer profeten opstaan, die
hun eigen aprioristischc dogma's in de
plaats van dat geloof stellen, noch zonder
ling, dat deze profeten gehoor vinden óók.
De wetenschap hangt tusschen d© uiter
sten, clio zelf geen weten zijn.
Dit is juist uitgedrukt, en tevens het
standpunt der geloovige wetenschap. Wan
neer gezegd wordt: „do vreeze des Heeren
is het beginsel der Wijsheid" (Spr. 9 10),
dan is daarmee een bcginpijler aangewezen,
waaraan dc geloovige wetensohap hangt;
maar dan lacht het rationalisme en zegt,
dat dez© wetenschap niet vrij ts, maar ge
bonden aan vooropgezette dogma's, dat zij
niet de vleugelen mag uitslaan waarheen
zij wil, en mag aanlanden, waarheen zij
geefcreven wordt, maar zich bewegen
moet binnen vooraf gestelde perken, per
ken, die niet gelegen zijn op het gebied
van het weten, maar op dat van het geloof.
Deze misvatting van do meustbelijko
natuur cn bestemming wordt ners^ns tref
fender bestraft dan in het opbloeien op
eigen rationalistisch terrein van philoso-
phieën als van Hegel, en ook van Marx en
anderen, die, zelf van onbewezen grond
stellingen uitgaand, d© waarheid in pacht
meenen to hebben; heel d© andersdenkende
wereld voor verdwaasd aanzien; en dc ba
zuin des profeten doen klinken zonder
zijn zalving.
D© „Nieuwe Rotterdamsche
Courant" besprak de bij de ontwerp
Indische begreoting voorgesteld© instel
ling van Id land sche officie
ren.
Na gewezen te hebben op do omstan
digheid, dat er reeds Inlandsche officieren
bestaan, namelijk bij de barizan op Ma-
doera cn het legioen van Mangko© Nega-
ro welke korpsen echter voor het leger
van weinig of geen waard© zijn en do
wenschelijkheid bepleit t© hebben of om de
officieren van het legioen een goede op
leidingsschool t© doen doorloopcn of an
ders het aan dit korps bcstedo geld lie
ver op meer doeltreffende wijze uit te
geven, betoogt het blad, dat het alleszins
wenschelij.k is Inlanders als officier in het
leger op te nemen, mits echter zij op zulk
een wijze worden opgeleid, dat zij voor
hun taak geheel berekend kunnen worden
geacht.
Wenscholijk acht het de instelling in dc
eersto plaats, omdat bet gchalto van het
Inlandsch. gedeelte van het leger er door
zal worden verbeterd.
„Dc opheffing van het gehalte is met
kleine middelen in geringe mate t© ver
krijgen en ook reeds verkregenmaar zoo
lang de soldatenrok, behalve voor enkelen,
die in den krijgsdienst cen roeping velgen,
beschouwd wordt als de Weeding voor
hem, die in de kampoeng of dessa geen
brood kan vinden, of die als onbezonnen
slachtoffer in do strikken van ronselaars
geloopen is, is geen ingrijpen do verbete
ring te bewerken. Om goede onderofficie
ren tc krijgen, moeten do best© leerlingen
der lager© scholen cen loopbaan in het
leger zookon. Dit is 6lechts to bereiken,
als van bovc-> a_ het voorbeeld gegeven
wordt. Geen dwang van onder, geen dwang
van bovenmaar een voorbeeld tot het
volgen van hcj in aanzien staand© rasge-
nootcn. Dit kan het instituut van inland
sche officieren bewerken. Maar om ook
den aljj onderofficier gewildcn inlander
den gang tot cn in het leger aanlokkelijk
en gemakkelijk te i^akcn zal de volgende
bcgrooting een opleidingsschool
voor i n 1 a i d s c h kader, aansluiten
de aan de doorloopen lagere school, moe
ten brengen."
In de tweede plaats ral de instelling, ge
lijk door de Regeering voorgesteld, nut
hebben, doordien op deze wijze een gun-
stigen invloed op do promo-tic van Euro
peanen tot de hoogere rangen kan worden
verkregen. Slechts luitenants- en kapiteins
plaatsen zullen door Inlanders worden in
genomen; minder Europeescho officieren
schen moet men voorzichtig omgaan, om
hen niet boos te maken. De oude boer nam
het portret en bezag het met klimmende
belangstelling, want de sohoonheid der jon
ge vrouw trof hem. Hij deed alsof hij te
vreden gesteld was, knikte en schoof voor
zichtig zijn zoon het portret weer toe.
Valentin ging voort:
Wanneer ik met mevrouw von Hagcr
trouw, kan ik natuurlijk do hoeve niet ge
bruiken. U kan daarmee doen wat u wilt,
vader. Het beste ia, dat u cen van Je ne
ven in huis neemt om hun een en ander te
leeren, totdat hij dc hoevo kan overne
men.''
Dc oude man begon luid te lachen, „j©
hebt alles goed bedacht, tc midden van je
krankzinnigheidriep hij uit, doch kromp
dadelijk daarop verschrikt ineen. Dat had
hij liever niet moeten zeggen.
Valentin scheen zich volstrekt niet daar
óm te bekommeren, zocht weer even in zijn
portefeuille en reikte zijn vader een keurig
briefje over, waarin met groot, duidelijk
schrift tc lezen stond:
„Mijn beste Valentin
Voordat ik vandaag vertrek, wilde ik jo
nog even zeggen, dat het goed zal zijn,
wanneer jo d© zaak zoo spoedig mogelijk
met je vader bespreekt. Ik geloof niet,
dat hij aan ons geluk hinderpalen in den
weg zal loggen. Dc zegen der ouders bouwt
het huis dor kinderen. Groet hem, hoewel
hij mij onbekend is, recht hartelijk voor
mij. Hij kan trotsch zijn op zijn zoon
Vandaag over vier weken ontmoeten we
dkaar in Mittenwald, waar we ons zullen
laten trouwen. De rest hebben we reeds
besproken. Wanneer je vader gezond is,
van dien rang zullen er dus noodig zijn
en de kans om hoofdofficier tc worden zal
voor deze naar evenredigheid grooter wor
den hetgeen den gee-A in het korps,
waaruit thans dc best© krachten wegvloeien
in plaats van het toe tc vloeien, zal ten
goede komen
Omtrent het gewichtigste in de derde
plaats genoemde punt, schrijft de „N ieu-
we Rotterdamsche Courant":
Wij staan aan de zijd© van hen, die de
overtuiging hebben, dat dc inlandsch© of
ficier ten volle gehikt kan lijn om de
hem toegedachte plaata in te nemen en
dat d© samenvoeging van Europeescho d©
inlandsche officieren liet leger cn daarmee
den Staat ten goed© kan komen. Kan,
maar dan -©ten 1 cm eisehen van be
kwaamheid en moreel gesteld worden, die
hem aanwijzen tot een volle kracht; dan
moet hij niet als maar halfg©6chikt toch ge
tolereerd worden.
Het is niet noodig daarom van hem de
zelfde kunde te vergen bij het betreden
der Militaire School of bij het treden in
het officierskorps als van den leerling t©
Breda of t© Kampen.
Immers, den cadet of höofdcursiaan
wordt niet alleen onderwezen wat hij noo
dig zal hebben voor de goedo vervulling
van zijn ambt in de eerste t© doorloopen
rangen, maar bij hem wordt ook al d©
grond gelegd voor d© meer uitgebreide,
verder gaande studie, die in het officiers
korps beoefening moet vinden, zonder door
allen beoefend te wordon, alsmede voor de
kennis, noodig om te kunnen voortschrij
den tot dc hoogere rangen. Zal men v el
licht eenmaal er toe komen, den inluud-
schen officier ook tot die speciale studie
uit te noodigen, hem ook te bekwame a
voor do hoogste rangen in liet leger, de
eerste stap tot zekere hoogte cen toet
sing van overtuiging a~n praefcijk .reet
niet terstond daarep gericht zijn, kan ook
niet terstond daarop gericht zijn f a u t e
de combattant s. De begrenzing
wijst zich aldus vanzelf aan. Uit het aan
de Kon. Mil. Academie en aan den Hoofd
cursus te doorloopen programma valle dat
gene weg, wat gemist zou kunnen worden
als alle leerlingen slechts bestemd waren
om het tot kapitein t© brengen. Meer be
hoeft do inlandscho off hier niet tc leeren,
maar minder mag hij ook niet weten,"
Zeer bruikbaar zal do Inlandscho officier
zijn, doordat hij zijn minderen door middel
hunner taal beter kan bereiden dan de Eu
ropeaan het vermag. Noodig is editor, dat
hij goed op do hoogte zij van dc Ncderland-
sch© taal, om gemakkelijk t© kunnen be
grijpen wat hem in onzo taal opgedragen
wordt.
Nog noemt het blad als voordeden de
stimulecrende kracht, die uit liet instituut
op de ontwakende weet- cn leergierigheid
der Inlandsche jongelingschap kan uit
gaan en de mogelijke bezuiniging, voort
vloeiende uit het uitsparen -.an bij Inlan
ders onnoodig© overtochtskanrten, verlof-
traktementen, enz.
Met het regceringsplan, om de aanstaan
de Inlandsche officieren bij voorkeur tc
trekken uit hen, dio het eind-diploma van
do eerste afdeeling eener opleidingsschool
van Inlandsche ambtenaren kunnen over
leggen, kan het blad zich moeilijk vereeni
gen. Waarom, vraagt het, deze voorkeur
boven hen, die een H. B.-S. bezocht heb
ben?
Ten slotte maakt liet dc opmerking, dat
de Memorie von Toelichting uitsluitend
van den maatrogel spreekt als van ccn be
wijs van vertrouwen 11 don Inlander,
maar de waarde er van voor het leger zoo
goed als onbesproken laat. Dit noemt het
blad eigenaardig en het besluit:
„Wanneer dc inlandscho luitenant en
kapitein door gebrek aan voldoende ken
nis als een onbeholpen mecloopcr in do ge
lederen treedt, zal hij als regel niet kun
nen geven wat van hem verwacht zal
moeten kunnen worden. Het besef zijner
minderwaardigheid zal hem drukken; hij
zal zich niet gelukkig, niet tevreden, niet
erkentelijk kunnen gevoelen. Niet bereikt
zal dan worden wat do Regeering zich
tot doel stelt: een inniger band aan het
Europcesch bestuur. Eer is verbittering
door ter-zijde-schuiving to verwachten.
mag hij op dien feestdag niet wegblijven
Ik zou het heel prettig vinden hem te lee
ren kennen. Vaarwel. Hartelijke groeten
van je innig liefhebbende
Johanna."
De boer las hot briefje, staarde met we
zcnloozen blik zijn zoon aan cn las nog
eens. Het blaadje papier ontgleed aar. zijn
bevende vingers en fladderde op den
grond De oude boor verbleekte, waukclde
en zou neergestort zijn, wanneer zijn zoon
hem niet in zijn sterke armen opgevangen
en in den leuningstoel gezet had, waarin
hij als een lijk, onbeweeglijk, bleef liggen.
Valentin schrikte van de uitwerking, die
dezo tijding op zijn vader gehad had.
Op zijn hulpgeroep kwam Kuni toesnel
len, die op haar praetischc manier niet
lang naar het hoe en waarom vroeg, maar
flink do handen uit de mouwen stak, het
voorhoofd van den ouden man met azijn
wreef en hem met koud water besprenkelde.
Slechte een enkel© blik van het meisje
trof den jongen, maar die wa3 dan ook vol
weemoed en verwijt, ©n ze scheen zich tc
verwonderen, dat Valentin wel verbaasd en
sprakeloos, maar niet ontdaan was. Na
ecnig© minuten sloeg do boer de oogen op
en zuchtte en steunde. Toen hij weer cenigs-
zins tot zichzelven was gekomen en Valen
tin bemerkte, di© met ccn troostelooze ge
laatsuitdrukking naast hem stond, strekte
hij zijn handen afwerend uit en riep, ver
schrikkelijk opgewonden: „Er uit, marsch
Ik wil j© niet meer zien
Valentin ging, om de opwinding van
zijn vader niet tc verergeren, diep bewogen,
doch zonder cen woord tc spreken, de ka
mer uit. Kuni zonk op de knieën naast
Het is mogelijk, dat wij do onvoldoende
gegevens der toelichting slecht leren, en
dat het dc bedoeling is den inlandsclien
officieren inderdaad alles to leoren, wat
een luitenant cn een kapitein moeten ken
nen om zichzelf als „vol" te kunnen be
schouwen en door anderen als „vol" be
schouwd te kunnen worden. Wij hopen, dat
zoo de bedoeling is; want dan alleen zou
den wij de vervanging van een zeer groot
aantal Europeescho officieren door inland
sche collega's kunnen goedkeuren, en dan
juichen wij haar zelfs met volheid van
overtuiging toe."
De redacteur van het „T ij d s c h r i f t
voor Sociale Hygiëne" is zeer te
vreden over de Troonrede.
Noom-cn wij in do eerste plaats de toe
gezegde belangrijk© vermindering van den
suikeraccijns, waardoor cen uitstekend mid
del voor do volksvoeding veel meer binnen
het bereik der gioote massa zal gobracht
wordon cn waardoor op Je meest rationeel©
wijzo een ©inde kan worden gemaakt aan
het voortdurend meer toenemend gebruik
van saccharine, die, zoo al niet schadelijk,
althans voor de volksvoeding waardeloos
is ©n nooit do suiker kan vervangen zonder
de volksvoeding to schaden.
In do tweed© plaats de verhooging van
den accijns op het gedistilleerd, waarvan
mag verwacht worden, dat, mits dc verheu
ging belangrijk zij, dc alcoholcousumptio
en het misbruik daarvan belangrijk zullou
verminderen, waardoor minder ziekte on
armoede, minder vvetschonnis cn misdaad
zullen voorkomen cn in het algemeen dc
volksgezondheid en volks v» rivaart zal wor
den gebaat.
Tegen do belasting op tabak is uit ce.i
gezondhoidsoogpunt ook niot veel in tc
brengen. Integendeel, wat minrier rocken
zal h©t zenuwloven, de hartswerking, de
spij&vertoring en het gezichtsvormogen van
monig Noderlander ten goede komen.
Voorts mogen wij van d© tariefsherziening
verwachten, dat de geheimo geneesmiddelen
door den fiscus zullen getroffen worden
een maatregel, die zekor ieder, dio do
schade cn cllcndo kent, door de geheime
geneesmiddelen aangericht, cn do schan
delijke wiisten bij den verkoop daarvan, op
grond van onware berichten en leugenach
tige beloften verkregen, met gcncegon zal
te gemoet zien.
Ook do toegezegde herziening der Wo
ningwet is met vreugd© vernomen, alsook
do belofte, dat dc strijd togen do tuber
culose van hot rundvee opnieuw krachtig
zal worden aangebonden. Do redactie slaakt
daarbij den vvensch, dat ook spoodig voor
de bestrijding van tuberculose onder men-
schen in Nederland belangrijk© financieelc
stoun van Rijkswege worde verkregen.
Hoewel niet veel uitweidend© over do
aangokonJigde sociale maatregelen (ouder-
ckftnsvcr zekering, aanvulling der ongeval
len vltzc kering, enz.), daar d© redactie
weet, dat vele harcr lezers over de noodzo-
kolijklicid dezer maatregelen cn omtrent
de grenzen der Staatsbemoeiing in dezen
zeer uiteenloopendc gedachten hebben,
wordt toch van ccn liygiönistisch stand
punt dc toezegging van den Minister
dankbaar aanvaard.
„Hct Centrum" zegt in een asterisk
,,'S t i<a f f o n"
In het tijdschrift „D e XXst c Ec u w"
heeft do bekende medicus dr. A Aletrino,
privaat-docent in dc crimineel© anthropolo
gic aan do Amsterdamsche Universiteit con
reeks artikelen geschreven tegen de celstraf.
Met veel nadruk laakt hij deze wijze v?l
straffen en bepleit hij de vervorming van
„onzo tegenwoordige onpractischo cn on-
menschkundig© gevangenissen" in refor
matories.
Had d© geleerde schrijver zich nu tot het
aanbevelen van ccn ander strafstelsel be
paald, men zou het in menig opzicht met
hem eens kunnen zijn.
Het ocl&traf-systeem toont inderdaad
grootc schaduwzijden, oefent ontegenzeg
lijk op velen van hen, dio het ondergaan,
een demoraliseerenden invloed uit.
Maar de heer Aletrino valt niet alleen eeD
den boer op den grond en nam zijn siddo-
rendo handen in de hare, hem met vrien
delijke woorden geruststellend. Toen werd
do boor van de „Zonnehoove" weck, zijn
hoofd zonk tot op het bruine haar van liet
joDgc meisje neer, terwijl hij steeds weer
herhaalde: „O, Kuni, Kuni. ik heb geeD
zoon meor. Waarom heeft Valentin mij dat
moeten aandoen?''
Toen dc boer weer kon opstaan, bracht
Kuni hem met behulp van cen knecht in
b©d cn gaf hem cen zenuwmiddel in. Van
zwakte cn vermoeidheid sliep hij kort daar
op
Kuni keerde in do kamer terug en vond
daar cen briefje op den grond liggen.
Zij las het. Nu wist ook zij alles.
Zware tranen biggelden langs haar wan
gen, haar mondhoeken trilden en zij ge.
voelde zich als had zij cen dierbaren
bloedverwant verloren.
Valentin was van het erf gegaan zonder
van zijn vader afscheid te kunnen nemen.
De oude man had zijn onbetamelijken
zoon niet meer willen zien.
Dat er op dc „Zonnehoeve" nog cen
Kuni was, dio hij eens meende to be
minnen, scheen do jongen geheel vergoten
te zijn. Zeker, zij had hem afgewezen,
maar waarom had zij het gedaan Had zij
het niet goed met hem gemeend, hem
niet willen terughouden van cen overijlde
daad, die niet meer goed te maken zou zijn'
Kuni echter begon berouw t© gevoelen
over haar moedeloosheid en d^ veel te
groote voorzichtigheid, die ze tegenover
den oude.i boer had b:tracht. Zij alleen
gevoelde zich schu dig, dat Valentin het
huis rijns vaders had verlaten en nu op
bepaald systeem aan, hij veroordeelt ook
het straf-bogrip zelf.
„Do tijd van straffen" 7.00 zegt hij
,,Ï8 voorbij. De gedacht© aan wraak, vor-
gelding en leej doen mogen niot meer van
onzen tijd zijn cn mogen cn kunnen niet
meer gehuldigd worden door hen, dio ook
maar eenig inzicht in do motieven der men
schel ijko daden en vooral in Je motieven
dor handclingon van den misdadiger
bobben."
Wij. hebbon allen eerbied voor d© kennis,,
wolko dr. Aletrino op dit gebied kan hebben
vergaderd.
Maar dat d© tijd van straffen voorbij
zou zijn, lijkt ons een stolling, die spot
met do rede, om nog tc zwijgen van het ze
delijk beginsel, Jat aan do straf ten grond
slag ligt.
Do tijd van straffen zal eerst voorbij zijn,
wanneer Jo tijd van misdaad-plegen voorbij
is, waaraan in deze zondige worcld een
voudig niet tc denken valt.
Strafwaardig zal altijd degeno zijn, die»
zich vergrijpt aan hot recht cn door ver
stand en wie meester is over zijn daden.
En nu geven wij gaarne toe, dat straf
niet slechts vergelding moet zijn, Joch
ook cen middel tot verbetering.
Maar die vergelding geheel t© verwerpen
en don misdadiger alleen to beschouwen als
oen patiënt-, is een dwaling, dio Jen men-
scholijkcn aard miskent, het vcrantwoordo-
lijkhoidsgevoel doodt, aan do geschonden
rechtsorde elke voldoening onthoudt y
door haar ontzenuwende werking all" ge
vaarlijkst is voor individu cn maatschappij.
Do lieer A. H. J. Engels had hot in bot
„Katholiek Sociaal Wook-
b 1 ad" over Katholieke vcroe ni-
g i n g s g b ouwe n, waarvan hij het
nut en do noodzakelijkheid uiteen zet, d.
w. z. van goede inrichtingen.
In het verleden zijn nogal eens fouten
begaan.
Do allergrootste is, zegt do heer En
gels dat het eigenlijko werk, de taa
eener arbeidsorganisatie, ongedaan blijft.
In plaats van d© vakbeweging aan te moe
digen mot allo kracht, zich onledig te hou
den met het bestudecren van coöporatieven
woningbouw, verzekeringswezen, sooialo
wetten, enz. verbeuzelt men zijn kostbaren
tijd, doet men niets liever dan feestverga-
deringen organiseeren, en laat do groot©
arbeidersbeweging kalm langa zich heen
gaan.
Men wordt zoo zachtjes aan menschen
met geen hooger opvattingen dan dio van
cen koffiehuishouder, dio vóór alles er op
bedacht is, de la van het buffet t© vul
len.
Men denkc niet, dat ik overdrijf.
O, neen, ik zeg nog lang niet alles.
Het is mij overkomen, dat ik op vorzock
van het bestuur mijn spreekbeurt in twee
gedeelten hiold, om ja, raad eens,in
d© pauze de menschen in stout tc stellen
nog oven te kunnen drinken. Nog geen uur
kon men zonder. Alles, wat cr verhandeld
werd, ging langs don voorzitter heen; het
cenige, waar hij met belangstelling naar in
formeerde, was, hoe het aan het buffet
ging.
Hij gedroeg zich volmaakt als een im-
pressano, die een vreemd iets liet zien,
mot geen andere bedoeling dan do zakken
van het publiek to lichten.
Ik wendde mij tot den ocrw. adviseur
om zijn oordeel eens tc hooren. Tot eer
van dien waarlijk edelen man moet ik zeg
gen, dat hij schaamrood word ©n zcide:
„Ook ik vind het verschrikkelijk. Lang
heb ik er tegen gevochten, maar ik sta
machteloos. Ik kan ©r niets aan doen."
Dc som, dio hij noemde, welk© jaarlijks
aan dat buffet in jenever cn bier verdron
ken werd, zal ik zwijgen.
Alleen zeg ik, dat het schandelijk was.
Blinde vogel».
Van bevoegde zijde wordt ons medege
deeld, dat bij do Regeering het voornemen
bestaat, bij cen nieuwe vogelwet hot bezit
ten, verkoopen, vervocron, tc koop aanbie
den, enz., van blinde vogels strafbaar to
stellen. (Avicultura.)
het punt stond cen in haar cogcn onmo
gelijk huwelijk aan to gaan.
Haar weiger id g had hem dc deur uit ge
dreven. Nu begreep zij opeens, dat ze hem
van kindsbeen af had liefgehad, dat zij
dat obiter nooit had willen zeggen of
zich durven bekennen, tot het voor haar
en voor licm tj laat was geworden.
„Valentin 1 Valentin!" kreet zo plotse-
ng uit met dc handen voor het gezicht.
X.
Dat was cen vreemdsoortig huwelijk ia
Mittenwald. Dee middags om twaalf uren
werd het voltrokken: Wie houdt nu ooit
een bruiloft op den middag, wanneer allo
menschen aan tafel zitten?
Dat was nog zoo erg niet geweest; dat
kon een buitenissigheid zijn, die men den
etadslieden niet s»o kwalijk kan nemen.
Maar niemand had daar vooraf iets van
geweten en dat ergerde de Mittcnwalders,
die even nieuwsgierig zijn als all© andcro
menschen cn nog veel meer kwal ijk-ne
mend.
Een deftige dame, mot een gezelschaps
juffrouw, was per eigen rijtuig des mor -
geus aangekomen cn in het hotel „Da
Post" afgestapt. Afgemeten naar d©
grootte en het aantal koffers, die zc bij
zich had, scheen zij den Mittcnwaldcra
■•buitengewoon voornaam toe.
(W^idt vervolgd.)