Uit de „Staatscourant".
Ingezonden.
Aeademienieuws.
Buitenlandsch Overzieht.
het college van zettere voor 's Rijks directe
belastingen benoemd de lieeren J. v. Dam
en J. M. van der Voorn, beiden alhier.
Liefhebbers van lezen kunnen van af
Vrijdag as. en gedurende den winter tel
ken Vrijdagavond wederom profitceron
Do jongelingsvereeniging „Obadja", dio
verplaatst is naar net perceel naast H. (J.
Timmer, heeft alsdan haar bibliotheek voor
het leesgrage publiek opengesteld. In den
uit meer dan 000 nummers bestaan den cata
logus «al voorzeker voor ieder wel iets van
rijn gading to vinden zijn.
Zwammorduin. In de jongste, door het
reglement voorgeschreven najaarsvergade
ring van Patrimoniums Onderstandskas"
bleek uit do medcdcclingen van den pen
ningmeester, dat dit jaar reede 14 nieuwe
leden waren ingeschreven, t rwijl zes lo
den vertrokken of voor het lidmaatschap
bedankten.
Tot heden kwamen weinig ziektegeval
len voor. Het jaar 1006 belooft voor de
£os een goed jaar te worden.
Bij Kon. besluit is aan den luitenant ter
fceo 1ste klasse R. L. Dijkhuis, op zijn ver
zoek, met 1 November, eervol ontslag uit
'den zeedienst verleend.
Benoemd tot ridder in de orde van Oran-
je-Nassau, de kapelaan A. H. van Dijk,
directeur der Roomsch-Katholieke Militai
re Vcreeniging to Bergemop-Zoom..
Een nieuwe zaal In hel Museum van Gudlieden.
Gedurende den afgcloopen zomer is ook
ïn ons blad moor 'dan eens iets medegedeeld
over verschillende opgravingen vanwego
hot Rijksmuseum van Oudheden alhier ver-
rioht en nog laotstelij* bericht, dat hetgeen
in duinen to Katwijk werd gevonden, voor
bot Museum door don hoer Krom werd on
derzocht.
Het resultaat van deze verschillende op
gravingen is thans in eon daarvoor afzon
derlijk ingericht zaaltje in Het Museum van
Oudheden aan do Brcestraat bijeenge
bracht en wordt voor hot publiek Tentoon
gesteld. Y r ij d a g a.'ö. wordt deze zaal
geopend..
Wij waren heden in staat gestold een kijk-
jo te nemen en wo vermelden gaarno, wat
Wij er zoo al gezien hebben om onze stad-
genootcn, die belang stellon in oudheden,
op to wokken van do aangeboden gelegen
heid om ook een en ander to bezien, ge
bruik to maken.
In de eerste plaats ziet men er het zeer
Interessante model van het opgravingster
rein, waar bij Valkenburg (L.) dezen zomer
gedurende Vier weken aan het to voorschijn
brengen van *do resten ccner Romeinscho
boerenhoeve is gearbeid; men kan Cr een
zeer goed idee krijgen van do kiezelfunda-
menten en do resten van verbrande palisa
den.. Een groot aantal photografïccn ver
duidelijkt vorder do verschillende vondsten
terwijl overal bijschriften de noodige inlich
tingen geven. Verder vindt men hier ten
toongesteld eon keuzo uit do massa frag
menten van Romeinsch vaatwerk, dakpan
nen, ijzerwerk, enz., dio bij deze opgravin
gen gevonden werden. Dan staat in dit vor-
trek datgene, wat onlangs to Katwijk ge
vonden word. De overblijfselen van men-
echen worden slechts door een enkelen sche
del Vertegenwoordigd, daar do rest voor
anthropologisch onderzoek werd opge
zonden. Men ziet er echter een serio daar
gevondon vaatwork, dio zeer eigenaardig,
don duur der nederzetting aangeeft. Van af
'de Rom-éinsche terra sigillata uit do eerste
helft van de lsto eeuw tot de Merovingi-
Bcho scherven uit do 6do eeuw ongeveer,
liet men allerlei eoort fragmenten bijeen;
ook is hier tentoongesteld do kralensnoer
dio om den hals van con dor lijken govon-
'don werd, eveneons uit de ödo eeuw na
ChriBtus. Enkele resten van den hutten-
bouw, dio hier moet hebben geBtaan, zijn
eveneens aanwezig.
Tön slotte zagen wo hier een oollectio
moode photografieën van de opgravingen
jn Germaanscho grafheuvels door dr.- J.
H. Holworda bij Hoog Soeren gedaan. De
hier gevonden voorwerpen kon men na
tuurlijk niet tentoonstellen, aangezien ze
het eigendom zijn van H. M. do Koningin,
'op wier last die opgravingen plaats hadden
Een bezook aan deze actueels tentoonstel
ling zal zeker de moeite loonen.
10 October 1866
was in onro politieke geschiedenis een be
langrijke dag, dien het mr. R. li. Hal tink,
te Almeloo niet ongepast schijot, na veer
tig jaren, in herinnering te brengen
Hij doet dit met het volgend artikel in
„Het Vaderland":
Op dien dag ricl Lo Z. M. Koning Wil
lem III ccn allocutie tot Zijne Geliefde
Onderdanen in den vorm ccner proclama
tie, die met rooi- .it-blauweo rand ter
Landsdrukkerij gedrukt overal in het land
werd aangeplakt en aan de kiezers gc-
zondeu.
Wat gaf aanleiding daartoe?
Op 27 September 1866 had do Tweede
Kamer de motie-Keuchenius aangenomen,
waarbij naar aanleiding van de, benoeming
van den Minister van Koloniën Mijer tot
Gouverneur-Goneraal do gedragslijn van
bet Kabinet teu opzichte van diens u i t-
t r e d i n g was afgekeurd en richtte het
Ministerie een rapport aan den Koning,
dat onmiddellijk gevolgd werd door het
Koninklijk besluit tot Kamerontbinding,
do eerste onder het Ministerie-Heemskerk.
In do proolamtio, waarbij do Koning
persoonlijk optrad, maakte Hij er Zijn be
klag over, dat met de jongste samenstelling
van do Tweede Kamer de overeenstemming
en kamonwdrking tusschjon do Regeerdng
en de Volksvertegenwoordiging niet te
verkrijgen zijn en gaf in de zinsnede: ,,de
„gedurige verwisseling van Mijne verant-
„woordeiijko Raadslieden zou allengs scha
ndelijk worden voor de zedelijke en stof-
„fclijke belangen der Natie: „zij verlamt
„de kracht der Regering: bestendiging van
„rigting brengt daarentegen kracht val
„bestuur en van uitvoering mede", duidelijk
lucht aan den wensch, dat liet beroep op
het volk mocht leiden tot het behoud van
het toenmalige Ministerie.
En zoo dit nosr niet duidelijk gea'eg was,
werd daaraan in den brief vaa der. Mi
nister Heemskerk aan de Commissarissen
des Koninge de noodige klem bijgezet, die
vertrouwende, dat zij en de burgemeesters
niet zouden verruimen, waar het pas gaf,
op 'e Konings edele gezindheid tc wijzen,
aanried eene getrouwe opkomst der kie
zers te bevorderen; „daarvan verwacht de
„Koning blijkbaar de door Zijne Majesteit
gewen stilte verbetering in de za-
„menstelling der Vertegenwoordiging.1'
De proclamatie kwam voor in de Staats
courant van 10 October 1866 en vlak daar
onder e n besluit, gecontrasigneerd d^or
den genoemden Minister, ter publicatie van
de proclamatie, die als verkiezingsmanifest
dienst deed en waaronder op i n c o n s t i-
tufcioneelo wijze pressie cp de kie
zers werd uitgeoefend.
Terwijl in clo conservatieve pers het
grondwettige van de motie-Keucbeniue be
twist werd, verscheen denzelfden lOden Oc
tober een regtskundig advies van
tien hoogleer ar en in do rdchtejp, rails.
Vissering, Van Boncval Faurcs Goudsmit
en Buys, te Leiden, (1) Gratama cn Telle-
gen, te Groningen, Asser en Modderman,
to Amsterdam, Duymaer van Twist, te De
venter, cn Dc Bruyn Kops, tc Delft, waar
aan «ich den 11 den October d r o
Utrcchtsche hoogleeraren, mrs. Do Geer,
Fruin en Van Reos, aansloten, (2) ten be-
tooge, dat de Tweede Kamer hare grond
wettige bevoegdheid door de beoordeeling
der voormelde regceringshan deling niet was
to buiten gegaan, een advies, dat -veiuige
dagen later gevolgd werd door ceu bro
chure van prof. Buys; Het regt van
do Two, ej d o Kamqr.
Deze sloeg bij do kiezers goed in, die
zich door ,,'s Konings edele gezindheid''
niet lieten beetnemen, maar op hunn3 neu
zen pasten, zoodat er van de 39 vóórstem
mers voor de motie-Kouchonius 3ü herko
zen werden. De Overijselscho i :ezers toon
den zich voorstanders van de besten
diging van richting, door heb mandaat
van allo liboralo afgevaardigden te vernieu
wen: to Zwollo alleen werd een liberaal,
IJbscI de Schepper, door een oooserva-
tiof, Van Naamcn van Eomnes, vervangen,
terwijl daar do door het overhjdan van
"Wttwaal van Stoetwegen, dio tegen de
motio gestemd had, opengevallen «etel ver
vuld werd door den heer Stieltjes.
Waar deze Kamerontbinding zuivering
der Tweede Kamer bedooldo, leverde zij een
zeer schralen oogst op voor „het Ministerie
dor voorwendselen", zooals do ook herkozen
hcor Eeuchenius het betitelde bij de alge-
meone beraadslagingen over dc begrooting
in Februari 1867 toen hij voorspelde, dat de
geschiedenis oenmaal haar zegel zoude
drukken op dc stelling: „Het Ministerie
„Mijer zonder Mijer, onder voorwendsel
„van de rechten der Kroon te beschermen,
„heeft in verloochening van antecendenten
„cn verkorting van do grondwettigo regten
„en vrijheden der Vertegenwoordiging, le
vensverlenging gezocht.''
Al zeide Groen van Prinsterer van de
Koninklijke proclamatie: dat zij niet meer
was dan een opwekking, toch is zij
een corste, gelukkig niet herhaalde, schrede
geweest op den incon3titutioneelcn weg van
inmenging van 's Konings naam in do ver-
kiezingon
(1) Prof. De Wal, to Leiden, die niet
met zijn ambtgc ooten het advies onder-
teckend had, omdat hij zich als ambte
naar daartoe niet bevoegd achtte, besprak
de kwestie op een zijner colleges en achtte
ook do bevoegdheid der Kamer onbetwist
baar. Die quaestie was zoo elementair „dat
„een kwartier uurs tusschen twee colleges
„in voldoende waa om haar te beslissen".
(2) Dit advies is bekend als dat der
dertien proff., niet van twaalf, «oo-
aJs voorkomt in het opstel: „Volksvertegen
woordiging" in „Eene halve eeuw", blz. 76.
Steunt onze miliciens.
Bij het ten einde loopen der najaars-
oefeningen zullen er weer velen van onze
jongoliedcn, die, tot vervulling van hun
dienstplicht ondor de wapenen kwamen,
naar hun haardsteden teruggaan. Velen
zullen hun vrocgeren werkkring, dank zij de
welwillendheid hunner patroons, weer kun
nen hervatten, dooh er zijn helaas ook zeer
velen, die hun plaats bezet zullen vinden.
Het zijn deze laatste jongelieden, wier toe
komst met het oog op den a.a. winter er
allesbehalve rooskleurig uitziet. Onder hen
zijn cr die steoda tot groote tevredenheid
van hun officieren hun plichten hebben ver
vuld; er tzijn er, die het in dien korten
oöfoningstijd zelfs tot rang van korporaal
of onderofficier wisten to brengen; doch
wat zal er nu van deze echte Hollandsdie
jongens terecht komen, wanneer zij niet
door hun medeburgers in dc maatsohappij
een handje geholpen worden? Velen hebben
daarbij nog bolioeftige ouders, wion zij niet
ten laste kunnen blijven, integendeel wier
ouden dag zij moeten vellichten. Onder deze
miliciens bevinden zich zelfs gehuwden, 't
Zijn toch juist deae lieden, waarop wij in
tijden van nood moeten rekenen, en wat
hebben wij nu, eenmaal do nood aan den
man zijnde, aan vermagerdo en door ar
moede zwak geworden mannen tot verdedi
ging van ona dierbaar vaderland en vor
stenhuis I Velen heeren werkgevers, wier
namen ik hier zal verzwijgen^ ofschoon ten
volle waard genoemd te worden, betuig ik
mijn dank voor do hulp, die zij ons zoo
menigmaal gaven, dooh nog vele werkgevers
betoonden uit onbekendheid met ons stre
ven, nog geen belangstelling.
De in 1903 te Amsterdam opgerichte „Na
tionale Verceniging tot Steun aan Mili
ciens", goedgekeurd bij Kon. besluit van
31 Mei 1904 No. 30, heeft thans reeds ver
schillende afdeolingen in ons land geves
tigd. Het ledental breidt zich meer en meer
uit: wel een bewij3 hoe het nut van deze ver-
ecniging wordt ingezien. Wij zijn daar
dankbaar voor, daar dit behalve financiee-
len steun ook een zeer groots moreele kracht
aan deze vcreeniging geeft. Het ligt niet
in de bedoeling dezer vcreeniging om zie
kelijke jongelieden te kv/eeken. Onze mili
cien moet op eigen beenen kunnen staan,
hij moet zelf aanpakken; wij verbete
ren niet zijn maatschappelijke positie,
doch wij 8 t e u n e n hem, en wel eerst
dan, wanneer wij de overtuiging hebben dat
hij met alle middelen getracht heeft, zijn
vroegoren werkkring te hervatten.
Daarom heeren werkgevers, hebt gij be
trouwbare werkkrachten noo-
dig, wendt u tot ons. Er gaan hier vele
milicions met groot verlof; do aanvragen
zijn hier zeer talrijk. Zonder uw medewer
king kan de steun der vcreeniging slechts
gering zijn. Alleen zij worden door on3 ge
holpen, die hun pliont hebben gedaan en
getoond hebben ons aller vertrouwen waar
dig tc zijn.
U, Mijnheer de Redacteur, mijn dank
voor do plaatsing, anderen bladen zal ik
dankbaar rijn, wanneer zij déze regelen wil
len overnemen.
W. baron SNOUCKAERT VAN
SCHAUBURG.
Secretaris der afd. 's-Gravenhage der Na
tionale Vereeniging tot Steun aan
Milioiens.
Bovenstaand schrijven heeft ook betrek
king op Leiden, waar oveneens een af dee
ling is gevestigd; wij maken daarom heeren
•werkgevers attent op dc in dit blad geplaat
ste advertentie.
Mijnheer de Redacteur!
Ik verzoek u beleefd het volgende te
willen plaatsen. Bij voorbaat mijn dank.
In het gemengd nieuws eerste blad van
Vrijdag 5 October 1906 komt een bericht
voor over een koopman in flc&3chen, die
zig-zag gmg rijden toen er een auto aan
kwam,
Mijnheer de Redacteur, dit schrijven is
dienende tot opheldering. Een auto, die
de heerlijke rijkswegen onveilig maakt, niet
tegenstaande rijkBbcpaJmgen om 12 k 13
kilometer in het uur te mogen rijden, toch
die wegen van Den Haag, Leidschen
straatweg en omgekeerd, beslist onbegaan
baar maakt Toch is jl. Donderdag een aubo
met een verbazende snelheid, wat niot mag,
komen aanrijden. Een koopman in fle©-
sdhen, dio auto in wild-wocste vaart op dien
smullen weg ziendo naderen cn zeer zeker
van hemel en aarde af wetende die heel goed
van die onbezonnen berijders alles afweet,
komt het hem onbegrijpelijk voor, ais men
niet to diep in het glaasje, maar diep in
den weg kijkt, hoe of een auto bestuurder
of aandringers vragen wie of tic 6chuld
had gekregen, als die man het leven er hij
ingeschoten had. Het bewijst voldoende
dat or woest werd gereden als ir br.rJ ge
remd moest worden door die onbezonnen
auto-berijders, die te diep in hun auto kij
ken, en niet opletten wat op deu weg ver
keert. Aan dien zoude de schuld zijn ge
weest en aan niemand anders on dat bewij
zen ook voldoende de proces sen-verbaal.
Maar, Mijnheer de Redacteur, daar bedoel
de Rijkswegen niet alleen voor auto, maar
ook voor andere vervoermiddelen begaan
baar zijn, is het toch jammer, ja zelfs tc
betreuren, dat een auto bedeelde wegen
niet voor zich cu de rijnon alleen kan be
houden. Gesteld, Mijnheer do Redacteur,
een klein man, lager onderwijs genoten
hebbende, wordt door auto-berijdora aango-
reden, hoogcr onderwijs genoten hebbondo.
De gevolgon zijn een proces. De man met
zijn lagero ontwikkeling delft het onderspit,
omdat hij alleen zijn beweringen tegenover
de inzittenden niet kan staven. Daarom do
schuld aan dien man, dio aangereden werd,
dus hot reo'ht aan den sterkste. Gemeld ge-
mongd bericht van 6 October ia om hem,
die langzaam rijn weg vervolgt, verdacht
te maken.
Een koopman in flesschen.
Lei don. Geslaagd zijn: voor het pro-
paedeutisoh examen in de geneeskunde de
heer J. Ph. Tuijt en mejuffrouw E. A. van
Teutem.
Heden is alhier bevorderd tot doctor in
de rechtswetenschap na het verdedigen van
Stellingen, de heer A. J Hanires DrieJsma,
geboren te Sappemeer.
Amsterdam, Bevorderd tot doctor in
do rechtswetenschap op Stellingen de heer
G. 0. A Oskam, geb. te 's-Gravenhage.
Het cescliil In hel bouwbedrijf Ie lelden.
Uit Velzon kwam een bericht, dat twee
timmerlieden naar Leiden zouden komen.
Bij het bekend worden van dat bericht
werden direct twee man naar Velzon ge
zonden om op onderzoek uit te gaan. En
kele gegevens waren bekend, n.l. een van
hen had, toen ze in Leiden geweest w aren,
een zieke in het Ziekenhuis bezocht. Mee
die wetenschap ging men op stap, en ver-
zokordo zich te Velzen spoedig van de hulp
van don voorzitter der af deeling Velzon
der Landelijke Federatie van Timmerlie
den. Spoedig was een timmerman gevon
den, die in het Ziekenhuis te Leiden op be
zoek was gefweeet. Do twee Leioenaars gin
gen hem opzoeken, en deden zioh voor als
werkloozen, die bij hem kwamen om in
lichtingen of er te Leiden ook werk voor
hen zou zijn. Na eenige besprokingen
bleek dat daar geen onderkruiper woonde.
Daarna werd een andor, waarvan bleek,
dat hij ook in Leiden waa geweest, op der
zelf do manier bewerkt, die spoedig door
de mand viel. Jlij was om werk geweest
bij een bouwer te Leiden, en hij verwacht
te ieder oogenblik een berioht van den pa
troon, dat hij naar Leiden komen moest.
Na die wetenschap den rechten man te
pakken te hebben, werd de zaak in handen
gegeven van zijn stadgenooten, dio hem
met een bezoek vereerden, met het gevolg,
dat hij spoedig overtuigd werd van de min
der mooio rol, die hij van plan was te Lei
den te gaan spelen, en hij beloofde in geen
geval naar Leiden te zullen gaan, zoolang
dc staking duurde.
Advertentiën in de daar verschijnende
bladen tot wering van onderkruipers, zul
len zoo spoedig mogelijk goplaatst wor
den.
Uit Rotterdam kwam in van iemand 16
gulden.
De toestand der staking is dezelfde.
Voor do stakendo timmerlieden:
H. BINK, Voorzitter.
A. P. HOUPS, Secretaris.
Mijnheer de Redacteur!
Mag ik u een plaatsje verzoeken in uw
Blad, om een bericht, dat onder „het ge
schil in do bouwbedrijven te Leiden" in
het „Leidsch Dagblad.'' van gisteravond
voorkwam, wat tc verduidelijken. Daartoe
mork ik het volgende op:
lo. Dat de oproeping, waartegen door
den Bond van Chr. Timmerlieden in Ne
derland welrd gewaarschuwd, geschiedde
omdat de tegenwoordige meesterknecht
sinds acht dagen geleden zich metterwoon
te Zwolle als patroon vestigde.
2o. Dat hier dus alleen sprake is een
plaats te vervullen, die, gelijk ook in de
oproeping stond vermeld, om bovenge
noemde roden geheel buiten de staking
om was opengokomen.
3o. Dat niettegenstaande bovengenoemde
waarschuwing zich tot heden moer dan
30 sollicitanten hebben aangemeld.
Of de bond, die zich in genoemde waar
schuwing onder den naam van „Christe
lijk" aandient, wel op dien naam aan
spraak mag maken, beoordeel ik thans
niet. Het is mijn bedoeling alleen om aan
te toonen:
lo. Dat deze zoogenaamde Christelijke
Bond zijn vrees voor ondorkruiperij wel
wat erg ver uitstrekt;
2o. dat zijn waarschuwing in de oogen
der timmerlieden blijkens het groot getal
sollicitanten al zeer weinig zedelijke waar-
do schijnt te hebben.
Met dank voor de plaatsing,
Hoogachtend,
A. L. VERHOOG.
Leiden, 10 October 1906.
Bet zijn niet enkel de vleeachprijzeri,
maar het is ook de melkprijs, welke
onrustbarend stijgt in Duitschland.
De oorzaak daarvan ligt in de te weinige
productie en invoer daarvan.
Te weinige productie, omdat de dure
vcevoederprijzen van vóór twee jaren en
de vleeschduurte van de beide laatste jaren
er toe hebben geleid, veel melkvee van dc
hand te doen en ook zelfs veel kalveren
aan de slachtbank te offeren. Vóór dat de
kalfjes groot zijn geworden en melk geven,
gaat er natuurlijk een tijdje heen.
Te weinig invoer, omdat de zuivellandon
in de buurt, Holland en Denemarken, voor
boter goede prijken kunnen maken. En
dus de molk liever hiertoe benutten dan
zich al de moeite op den hals te halen,
die verknocht is aan het in et groot
leveren van aan de tegenwoordig gestelde
oischen van hygiëne voldoende melk.
Oplossing: Grenzen open, Duitschland!
De gezondheid van den minister van
landbouw von Podbielski moet
veel te wenschcn overlaten. Dc minister is,
pa een kort oponthoud te Berlijn, naar zijn
landgoed Dallmin teruggekeerd, en hij
lijdt daar nu hevige pijnen.
Reeds toen do Keizer hem, gelijk andere
jaren, uitnoodigdc te Rominten to komen
jagen, was de Ministor niet wèl, maar hij
gaf toch gevolg aan do uitnoodiging van zijn
keizerlijken meester. Hij bleef echter slechts
korten tijd in het gevolg van den Monarch,
zeker ook wegens zijn gezondheidstoestand.
Toch hoopt de Minister, nog in den loop
dezer week voor eenigen tijd naar Berlijn
to kunnen gaan.
Niet de jongste zoon Alexander, die in
„Ueber Land und Meer" het dagboek
van Hohenlohe begon openbaar tc
maken, maar de oudste zoon Filip ontving
do telegrafische berisping van den Keizer
Filip seinde terug; „Heb van dc openbaar
making volstrekt niets geweten. De ge
denkschriften zijn het eigendom van mijn
broeder Alexander en worden door Cur-
tius, te Straatsburg, uitgegeven."
Hij, Filip, had van den inhoud geen ken
nis gedragen en op de openbaarmaking
geen invloed uitgeoefend. Hij wist, dat tot
latere openbaarmaking plan bestond, maar
was ontsteld, dat juist dit deel thans ge
publiceerd werd. Hij moet «eggen, dat do
Keizer over deze openbaarmaking met
recht misnoegd was.
Op 31 Maart 1690 schrijft Hohenlohe in
rijn dagboek: „Bismarck wildo Oostenrijk
in den steek laten, de Keizer wil met
Oostenrijk medegjaan, op gevaar af, met
laisland en Frankrijk in ooriog te gera
ken. Daaruit verklaar ik Bismarcks zeg
gen, dat do Keizer de staatkunde leidde
op de wijs va Friedrioh Wilhelm IV. Dat
is het zwarte punt voor do toekomst."
Dé Bismarckiaansche „Hamburger Nach-
richten'' tracht dc bewering in Hohenlohe's
gedenksohriften, dat Bismarck tegenover
keizer Wilhelm If en den groothertog van
Baden in eerbied to kort is geschoten, te
ontzenuwen. Bismarck was, volgens zijn
oude lijfblad, veel te goed royalist, om
zioh onhebbelijk togen een vorst te ge
dragen. Het blad erkent echter, dat do
Keizer telkens met zijn kanselier over do
Russische aangelegenheden van meening
verschilde en dat do Keizer dan van groo-
te ontstemming blijk gaf. Op zekeren dag,
toen beiden in een rijtuig naar liet palcis
van Bismarck reden en de Russische zaken
weer aanleiding tot - verschil van meening
gaven, liet de Keizer plotseling het rijtuig
stilhouden en Bismarck uitstappen.
Of Bismarck toen niet in eerbied te korf
geschoten was
De gezondheid van den keizer van
Oostenrijk fs weer minder goed. De
aanjdoening djer luchtpijpen schijnJt van
ern8tigen aard te zijn. De patiënt moet'
zijn kamer houden.
Aartshertog Otto van Oostenrijk,
neef van keizer Frans Jozef, is ernstig ziek
aan longontsteking.
Deze, ziekte wekt ongerustheid, aange
zien, gelijk uit Weenen gemeld wordt, 'de
hertog sedert een operatie aan het strot
tenhoofd door een buisje moet ademhalen.
De Petersburgsche oornespondent van
'de Matin" meldt, dat tal van inh ech
ten i snomingon plaats hebben gehad
te Peterhof, o.a, van een student, zoon van
oen bediende in het keizerlijk paleis.
Het landgoed van den minister van jusv
titie, in het gouvernement Mohilef gelegen,
is door de boeren verwoest, 's Ministers
zoon is gisteravond naar Mohilef vertrok
ken.
Verscheidene zemstwo's hebben een bé-
roöp gedaan op het volk, om toch belasting
te betalen. Ook de gouverneur van Orel
tracht op het gemoed van de belasting
schuldigen to wei ken.
Volgens den correspondent van de „Ti
mes" te St.-Petersburg zijn de staatkundi
ge misdaden in het binnenland weer zeer
talrijk geworden, den laatsten tijd; de ro-
volutionnaire comités schijnen hun veld
tocht hervat te hebben.
Aan het Russische ministerie van spoor
wegen moeten verduisteringen
zijn ontdekt tot het niet geringe bedrag
van 57 millioen Toebels.
Een telegram uit Havanna aan de
New-Yorksche „Sun" zegt, dat de eerste
wanordelijkheden van eenig belang sedert
dd inmenging der Vereenigde Sta ton,
Zondagnacht plaats gehad hebben te Gui-
nes, op 50 K. M. ten zuidoosten van Ha
vanna.
Een afdeel in g van generaal Asbert's troe
pen rukte de stad binnen, en vond daar
een troep gewapende opstandelingen, onder
konolel Estrampes. Generaal Asbert wildo
dezb mannen ontwapenen, maar daarbij
werden 4 Amerikaansche soldaten door de
verwoede Cubatfen ernstig gekwetst met
machetes Eén van de gewonden zal wol
sterven. Amerikaansche mariniers kwamea
tu8schonbeide en maakten een eind aan het
gevecht.
Uit Havanna wordt voorts gemeld, dat
daar 500 man Amerikaansche infanterie en
350 man genie aan land zijn gezet. Gene
raal Fnnston, de militaire commandant vah
de Amerikaansche troepen, heeft zijn hoofd
kwartier opgeslagenook de marinier»
staaJn onder zijn commando. Het oUtrwa>-
penen van beide kampen gaafc zeer lang
zaam, daar men zeer wantrouwend is. Do
gewercn van de liberalen, die zijn ingele
verd, vormen een niet-onvermakelijke col
lectie oudhedenop de 250 stuks waren
slechts 2 of 3 Mausers, meest .waren het
oude Remmingtons, dio afgezaagd waren
tot do lengte van een karabijn.
Het trok de aandacht, dat de gelande
troepen niet de „Stars- and Stripes"-vlag
hebben ontplooid, en slechts met een klein
vlaggetje do plaats van het hoofdkwartier
wordt aangeduid. Dit is ook het geval bij
het paleis on bij do mariniers, dio in de
zuidelijke steden zijn ingekwartierd. Men
wil daarmefae het voorloopige karakter vaff
het Amerikaanscho bewind doen uitkomen.,
Vragen en Antwoorden.
Vraag. Is een pro dco toegi/oegd ad
vocaat verplicht do zaak van een hulpbe
hoevenden vader, die naar aanleiding van
do artt. 375—379 B. W. onderstand van rijn
eenigen gloed bemiddelden zoon verlangt,
voor de rechtbank te brengen
Antwoord. Heel duidelijk is dezo
vraag ons niet. Bij toewijzing van den
eisch om kosteloos te proccdceren, wordt
den verzoeker een advooaat-procureur
toegevoegd, indien hij daarvan niet reeds
voorzien is, ten einde hem kosteloos bij te
staan. Do «aak is dan rcedc. bij de recht
bank en wordt natuurlijk door dien advo
caat- procureur verder behandeld.
Vraag. Moeten bij een faillissement
schoolgelden aan den curator worden op
gegeven? Of behooren schoolgelden, belas
tingen tot de preferente schulden?
Antwoord. Het schoolgeld is een be
lasting en behoort dus bij de preferenté
schulden. Zie art. 46 der Wet op het lage*
onderwijs, in verband met de artt. 232
236 cn 258262 der Gemeentewet.
Agenda var? de week
Woensdag: Leidscho Schouwburg. Optredon
Biondgeest .Taptoe" Drama. 8 uren. Pieters
kerk, Orgel-CoBCOrt ten bate herstolling dier
kerk. S uren. Nutsgebouw. Alg. Vergadering
Bevordering bouw Werkmanawomngon. 's Mid
dags 5 uren.
Vrijdag: Leidaobe Schouwburg, late abonnem.-
Conceit Brodsky-kwartet. 8 uren.
Zaterdag: Da Nord. Uilvoering L. T.-V. ,0ns
Genoegen".
Zondag: Leidache Schouwburg. Soleer en Hesse.
Dagelijks: Leidoche Kunstvereeniging. Ten-
toonstelling Schilderijou enz. der club: ,ÜeTien
12—4 uren. Leidsche Volkshuis. Tentoon- i
stelliug Herfstbloemen. 7—10 uron-
Telegrafisch weerberieht.
Daar waarnemingen in don morgen van 10 Oct.,
medegeaeeld door bet Kon. Nod. Meteor.In-titnif
ie De BilL
Hoogste barometerstand 776.1 te Neu<
fahrwasser; laagste 755.2 te Scilly.
Verwachting tot den avond van 11 Oct.;
Matige zuidoostelijke wind. Toenemende
bewolking met- kaDs op regen »n het zui
den. Bewolkte lucht. Droog weer. Mogelijk
j nachtvorst in heb noorden.