Uit de „Staatscourant". Ingezonden. Aeademienieuws. Buitenlandsch Overzieht. het college van zettere voor 's Rijks directe belastingen benoemd de lieeren J. v. Dam en J. M. van der Voorn, beiden alhier. Liefhebbers van lezen kunnen van af Vrijdag as. en gedurende den winter tel ken Vrijdagavond wederom profitceron Do jongelingsvereeniging „Obadja", dio verplaatst is naar net perceel naast H. (J. Timmer, heeft alsdan haar bibliotheek voor het leesgrage publiek opengesteld. In den uit meer dan 000 nummers bestaan den cata logus «al voorzeker voor ieder wel iets van rijn gading to vinden zijn. Zwammorduin. In de jongste, door het reglement voorgeschreven najaarsvergade ring van Patrimoniums Onderstandskas" bleek uit do medcdcclingen van den pen ningmeester, dat dit jaar reede 14 nieuwe leden waren ingeschreven, t rwijl zes lo den vertrokken of voor het lidmaatschap bedankten. Tot heden kwamen weinig ziektegeval len voor. Het jaar 1006 belooft voor de £os een goed jaar te worden. Bij Kon. besluit is aan den luitenant ter fceo 1ste klasse R. L. Dijkhuis, op zijn ver zoek, met 1 November, eervol ontslag uit 'den zeedienst verleend. Benoemd tot ridder in de orde van Oran- je-Nassau, de kapelaan A. H. van Dijk, directeur der Roomsch-Katholieke Militai re Vcreeniging to Bergemop-Zoom.. Een nieuwe zaal In hel Museum van Gudlieden. Gedurende den afgcloopen zomer is ook ïn ons blad moor 'dan eens iets medegedeeld over verschillende opgravingen vanwego hot Rijksmuseum van Oudheden alhier ver- rioht en nog laotstelij* bericht, dat hetgeen in duinen to Katwijk werd gevonden, voor bot Museum door don hoer Krom werd on derzocht. Het resultaat van deze verschillende op gravingen is thans in eon daarvoor afzon derlijk ingericht zaaltje in Het Museum van Oudheden aan do Brcestraat bijeenge bracht en wordt voor hot publiek Tentoon gesteld. Y r ij d a g a.'ö. wordt deze zaal geopend.. Wij waren heden in staat gestold een kijk- jo te nemen en wo vermelden gaarno, wat Wij er zoo al gezien hebben om onze stad- genootcn, die belang stellon in oudheden, op to wokken van do aangeboden gelegen heid om ook een en ander to bezien, ge bruik to maken. In de eerste plaats ziet men er het zeer Interessante model van het opgravingster rein, waar bij Valkenburg (L.) dezen zomer gedurende Vier weken aan het to voorschijn brengen van *do resten ccner Romeinscho boerenhoeve is gearbeid; men kan Cr een zeer goed idee krijgen van do kiezelfunda- menten en do resten van verbrande palisa den.. Een groot aantal photografïccn ver duidelijkt vorder do verschillende vondsten terwijl overal bijschriften de noodige inlich tingen geven. Verder vindt men hier ten toongesteld eon keuzo uit do massa frag menten van Romeinsch vaatwerk, dakpan nen, ijzerwerk, enz., dio bij deze opgravin gen gevonden werden. Dan staat in dit vor- trek datgene, wat onlangs to Katwijk ge vonden word. De overblijfselen van men- echen worden slechts door een enkelen sche del Vertegenwoordigd, daar do rest voor anthropologisch onderzoek werd opge zonden. Men ziet er echter een serio daar gevondon vaatwork, dio zeer eigenaardig, don duur der nederzetting aangeeft. Van af 'de Rom-éinsche terra sigillata uit do eerste helft van de lsto eeuw tot de Merovingi- Bcho scherven uit do 6do eeuw ongeveer, liet men allerlei eoort fragmenten bijeen; ook is hier tentoongesteld do kralensnoer dio om den hals van con dor lijken govon- 'don werd, eveneons uit de ödo eeuw na ChriBtus. Enkele resten van den hutten- bouw, dio hier moet hebben geBtaan, zijn eveneens aanwezig. Tön slotte zagen wo hier een oollectio moode photografieën van de opgravingen jn Germaanscho grafheuvels door dr.- J. H. Holworda bij Hoog Soeren gedaan. De hier gevonden voorwerpen kon men na tuurlijk niet tentoonstellen, aangezien ze het eigendom zijn van H. M. do Koningin, 'op wier last die opgravingen plaats hadden Een bezook aan deze actueels tentoonstel ling zal zeker de moeite loonen. 10 October 1866 was in onro politieke geschiedenis een be langrijke dag, dien het mr. R. li. Hal tink, te Almeloo niet ongepast schijot, na veer tig jaren, in herinnering te brengen Hij doet dit met het volgend artikel in „Het Vaderland": Op dien dag ricl Lo Z. M. Koning Wil lem III ccn allocutie tot Zijne Geliefde Onderdanen in den vorm ccner proclama tie, die met rooi- .it-blauweo rand ter Landsdrukkerij gedrukt overal in het land werd aangeplakt en aan de kiezers gc- zondeu. Wat gaf aanleiding daartoe? Op 27 September 1866 had do Tweede Kamer de motie-Keuchenius aangenomen, waarbij naar aanleiding van de, benoeming van den Minister van Koloniën Mijer tot Gouverneur-Goneraal do gedragslijn van bet Kabinet teu opzichte van diens u i t- t r e d i n g was afgekeurd en richtte het Ministerie een rapport aan den Koning, dat onmiddellijk gevolgd werd door het Koninklijk besluit tot Kamerontbinding, do eerste onder het Ministerie-Heemskerk. In do proolamtio, waarbij do Koning persoonlijk optrad, maakte Hij er Zijn be klag over, dat met de jongste samenstelling van do Tweede Kamer de overeenstemming en kamonwdrking tusschjon do Regeerdng en de Volksvertegenwoordiging niet te verkrijgen zijn en gaf in de zinsnede: ,,de „gedurige verwisseling van Mijne verant- „woordeiijko Raadslieden zou allengs scha ndelijk worden voor de zedelijke en stof- „fclijke belangen der Natie: „zij verlamt „de kracht der Regering: bestendiging van „rigting brengt daarentegen kracht val „bestuur en van uitvoering mede", duidelijk lucht aan den wensch, dat liet beroep op het volk mocht leiden tot het behoud van het toenmalige Ministerie. En zoo dit nosr niet duidelijk gea'eg was, werd daaraan in den brief vaa der. Mi nister Heemskerk aan de Commissarissen des Koninge de noodige klem bijgezet, die vertrouwende, dat zij en de burgemeesters niet zouden verruimen, waar het pas gaf, op 'e Konings edele gezindheid tc wijzen, aanried eene getrouwe opkomst der kie zers te bevorderen; „daarvan verwacht de „Koning blijkbaar de door Zijne Majesteit gewen stilte verbetering in de za- „menstelling der Vertegenwoordiging.1' De proclamatie kwam voor in de Staats courant van 10 October 1866 en vlak daar onder e n besluit, gecontrasigneerd d^or den genoemden Minister, ter publicatie van de proclamatie, die als verkiezingsmanifest dienst deed en waaronder op i n c o n s t i- tufcioneelo wijze pressie cp de kie zers werd uitgeoefend. Terwijl in clo conservatieve pers het grondwettige van de motie-Keucbeniue be twist werd, verscheen denzelfden lOden Oc tober een regtskundig advies van tien hoogleer ar en in do rdchtejp, rails. Vissering, Van Boncval Faurcs Goudsmit en Buys, te Leiden, (1) Gratama cn Telle- gen, te Groningen, Asser en Modderman, to Amsterdam, Duymaer van Twist, te De venter, cn Dc Bruyn Kops, tc Delft, waar aan «ich den 11 den October d r o Utrcchtsche hoogleeraren, mrs. Do Geer, Fruin en Van Reos, aansloten, (2) ten be- tooge, dat de Tweede Kamer hare grond wettige bevoegdheid door de beoordeeling der voormelde regceringshan deling niet was to buiten gegaan, een advies, dat -veiuige dagen later gevolgd werd door ceu bro chure van prof. Buys; Het regt van do Two, ej d o Kamqr. Deze sloeg bij do kiezers goed in, die zich door ,,'s Konings edele gezindheid'' niet lieten beetnemen, maar op hunn3 neu zen pasten, zoodat er van de 39 vóórstem mers voor de motie-Kouchonius 3ü herko zen werden. De Overijselscho i :ezers toon den zich voorstanders van de besten diging van richting, door heb mandaat van allo liboralo afgevaardigden te vernieu wen: to Zwollo alleen werd een liberaal, IJbscI de Schepper, door een oooserva- tiof, Van Naamcn van Eomnes, vervangen, terwijl daar do door het overhjdan van "Wttwaal van Stoetwegen, dio tegen de motio gestemd had, opengevallen «etel ver vuld werd door den heer Stieltjes. Waar deze Kamerontbinding zuivering der Tweede Kamer bedooldo, leverde zij een zeer schralen oogst op voor „het Ministerie dor voorwendselen", zooals do ook herkozen hcor Eeuchenius het betitelde bij de alge- meone beraadslagingen over dc begrooting in Februari 1867 toen hij voorspelde, dat de geschiedenis oenmaal haar zegel zoude drukken op dc stelling: „Het Ministerie „Mijer zonder Mijer, onder voorwendsel „van de rechten der Kroon te beschermen, „heeft in verloochening van antecendenten „cn verkorting van do grondwettigo regten „en vrijheden der Vertegenwoordiging, le vensverlenging gezocht.'' Al zeide Groen van Prinsterer van de Koninklijke proclamatie: dat zij niet meer was dan een opwekking, toch is zij een corste, gelukkig niet herhaalde, schrede geweest op den incon3titutioneelcn weg van inmenging van 's Konings naam in do ver- kiezingon (1) Prof. De Wal, to Leiden, die niet met zijn ambtgc ooten het advies onder- teckend had, omdat hij zich als ambte naar daartoe niet bevoegd achtte, besprak de kwestie op een zijner colleges en achtte ook do bevoegdheid der Kamer onbetwist baar. Die quaestie was zoo elementair „dat „een kwartier uurs tusschen twee colleges „in voldoende waa om haar te beslissen". (2) Dit advies is bekend als dat der dertien proff., niet van twaalf, «oo- aJs voorkomt in het opstel: „Volksvertegen woordiging" in „Eene halve eeuw", blz. 76. Steunt onze miliciens. Bij het ten einde loopen der najaars- oefeningen zullen er weer velen van onze jongoliedcn, die, tot vervulling van hun dienstplicht ondor de wapenen kwamen, naar hun haardsteden teruggaan. Velen zullen hun vrocgeren werkkring, dank zij de welwillendheid hunner patroons, weer kun nen hervatten, dooh er zijn helaas ook zeer velen, die hun plaats bezet zullen vinden. Het zijn deze laatste jongelieden, wier toe komst met het oog op den a.a. winter er allesbehalve rooskleurig uitziet. Onder hen zijn cr die steoda tot groote tevredenheid van hun officieren hun plichten hebben ver vuld; er tzijn er, die het in dien korten oöfoningstijd zelfs tot rang van korporaal of onderofficier wisten to brengen; doch wat zal er nu van deze echte Hollandsdie jongens terecht komen, wanneer zij niet door hun medeburgers in dc maatsohappij een handje geholpen worden? Velen hebben daarbij nog bolioeftige ouders, wion zij niet ten laste kunnen blijven, integendeel wier ouden dag zij moeten vellichten. Onder deze miliciens bevinden zich zelfs gehuwden, 't Zijn toch juist deae lieden, waarop wij in tijden van nood moeten rekenen, en wat hebben wij nu, eenmaal do nood aan den man zijnde, aan vermagerdo en door ar moede zwak geworden mannen tot verdedi ging van ona dierbaar vaderland en vor stenhuis I Velen heeren werkgevers, wier namen ik hier zal verzwijgen^ ofschoon ten volle waard genoemd te worden, betuig ik mijn dank voor do hulp, die zij ons zoo menigmaal gaven, dooh nog vele werkgevers betoonden uit onbekendheid met ons stre ven, nog geen belangstelling. De in 1903 te Amsterdam opgerichte „Na tionale Verceniging tot Steun aan Mili ciens", goedgekeurd bij Kon. besluit van 31 Mei 1904 No. 30, heeft thans reeds ver schillende afdeolingen in ons land geves tigd. Het ledental breidt zich meer en meer uit: wel een bewij3 hoe het nut van deze ver- ecniging wordt ingezien. Wij zijn daar dankbaar voor, daar dit behalve financiee- len steun ook een zeer groots moreele kracht aan deze vcreeniging geeft. Het ligt niet in de bedoeling dezer vcreeniging om zie kelijke jongelieden te kv/eeken. Onze mili cien moet op eigen beenen kunnen staan, hij moet zelf aanpakken; wij verbete ren niet zijn maatschappelijke positie, doch wij 8 t e u n e n hem, en wel eerst dan, wanneer wij de overtuiging hebben dat hij met alle middelen getracht heeft, zijn vroegoren werkkring te hervatten. Daarom heeren werkgevers, hebt gij be trouwbare werkkrachten noo- dig, wendt u tot ons. Er gaan hier vele milicions met groot verlof; do aanvragen zijn hier zeer talrijk. Zonder uw medewer king kan de steun der vcreeniging slechts gering zijn. Alleen zij worden door on3 ge holpen, die hun pliont hebben gedaan en getoond hebben ons aller vertrouwen waar dig tc zijn. U, Mijnheer de Redacteur, mijn dank voor do plaatsing, anderen bladen zal ik dankbaar rijn, wanneer zij déze regelen wil len overnemen. W. baron SNOUCKAERT VAN SCHAUBURG. Secretaris der afd. 's-Gravenhage der Na tionale Vereeniging tot Steun aan Milioiens. Bovenstaand schrijven heeft ook betrek king op Leiden, waar oveneens een af dee ling is gevestigd; wij maken daarom heeren •werkgevers attent op dc in dit blad geplaat ste advertentie. Mijnheer de Redacteur! Ik verzoek u beleefd het volgende te willen plaatsen. Bij voorbaat mijn dank. In het gemengd nieuws eerste blad van Vrijdag 5 October 1906 komt een bericht voor over een koopman in flc&3chen, die zig-zag gmg rijden toen er een auto aan kwam, Mijnheer de Redacteur, dit schrijven is dienende tot opheldering. Een auto, die de heerlijke rijkswegen onveilig maakt, niet tegenstaande rijkBbcpaJmgen om 12 k 13 kilometer in het uur te mogen rijden, toch die wegen van Den Haag, Leidschen straatweg en omgekeerd, beslist onbegaan baar maakt Toch is jl. Donderdag een aubo met een verbazende snelheid, wat niot mag, komen aanrijden. Een koopman in fle©- sdhen, dio auto in wild-wocste vaart op dien smullen weg ziendo naderen cn zeer zeker van hemel en aarde af wetende die heel goed van die onbezonnen berijders alles afweet, komt het hem onbegrijpelijk voor, ais men niet to diep in het glaasje, maar diep in den weg kijkt, hoe of een auto bestuurder of aandringers vragen wie of tic 6chuld had gekregen, als die man het leven er hij ingeschoten had. Het bewijst voldoende dat or woest werd gereden als ir br.rJ ge remd moest worden door die onbezonnen auto-berijders, die te diep in hun auto kij ken, en niet opletten wat op deu weg ver keert. Aan dien zoude de schuld zijn ge weest en aan niemand anders on dat bewij zen ook voldoende de proces sen-verbaal. Maar, Mijnheer de Redacteur, daar bedoel de Rijkswegen niet alleen voor auto, maar ook voor andere vervoermiddelen begaan baar zijn, is het toch jammer, ja zelfs tc betreuren, dat een auto bedeelde wegen niet voor zich cu de rijnon alleen kan be houden. Gesteld, Mijnheer do Redacteur, een klein man, lager onderwijs genoten hebbende, wordt door auto-berijdora aango- reden, hoogcr onderwijs genoten hebbondo. De gevolgon zijn een proces. De man met zijn lagero ontwikkeling delft het onderspit, omdat hij alleen zijn beweringen tegenover de inzittenden niet kan staven. Daarom do schuld aan dien man, dio aangereden werd, dus hot reo'ht aan den sterkste. Gemeld ge- mongd bericht van 6 October ia om hem, die langzaam rijn weg vervolgt, verdacht te maken. Een koopman in flesschen. Lei don. Geslaagd zijn: voor het pro- paedeutisoh examen in de geneeskunde de heer J. Ph. Tuijt en mejuffrouw E. A. van Teutem. Heden is alhier bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap na het verdedigen van Stellingen, de heer A. J Hanires DrieJsma, geboren te Sappemeer. Amsterdam, Bevorderd tot doctor in do rechtswetenschap op Stellingen de heer G. 0. A Oskam, geb. te 's-Gravenhage. Het cescliil In hel bouwbedrijf Ie lelden. Uit Velzon kwam een bericht, dat twee timmerlieden naar Leiden zouden komen. Bij het bekend worden van dat bericht werden direct twee man naar Velzon ge zonden om op onderzoek uit te gaan. En kele gegevens waren bekend, n.l. een van hen had, toen ze in Leiden geweest w aren, een zieke in het Ziekenhuis bezocht. Mee die wetenschap ging men op stap, en ver- zokordo zich te Velzen spoedig van de hulp van don voorzitter der af deeling Velzon der Landelijke Federatie van Timmerlie den. Spoedig was een timmerman gevon den, die in het Ziekenhuis te Leiden op be zoek was gefweeet. Do twee Leioenaars gin gen hem opzoeken, en deden zioh voor als werkloozen, die bij hem kwamen om in lichtingen of er te Leiden ook werk voor hen zou zijn. Na eenige besprokingen bleek dat daar geen onderkruiper woonde. Daarna werd een andor, waarvan bleek, dat hij ook in Leiden waa geweest, op der zelf do manier bewerkt, die spoedig door de mand viel. Jlij was om werk geweest bij een bouwer te Leiden, en hij verwacht te ieder oogenblik een berioht van den pa troon, dat hij naar Leiden komen moest. Na die wetenschap den rechten man te pakken te hebben, werd de zaak in handen gegeven van zijn stadgenooten, dio hem met een bezoek vereerden, met het gevolg, dat hij spoedig overtuigd werd van de min der mooio rol, die hij van plan was te Lei den te gaan spelen, en hij beloofde in geen geval naar Leiden te zullen gaan, zoolang dc staking duurde. Advertentiën in de daar verschijnende bladen tot wering van onderkruipers, zul len zoo spoedig mogelijk goplaatst wor den. Uit Rotterdam kwam in van iemand 16 gulden. De toestand der staking is dezelfde. Voor do stakendo timmerlieden: H. BINK, Voorzitter. A. P. HOUPS, Secretaris. Mijnheer de Redacteur! Mag ik u een plaatsje verzoeken in uw Blad, om een bericht, dat onder „het ge schil in do bouwbedrijven te Leiden" in het „Leidsch Dagblad.'' van gisteravond voorkwam, wat tc verduidelijken. Daartoe mork ik het volgende op: lo. Dat de oproeping, waartegen door den Bond van Chr. Timmerlieden in Ne derland welrd gewaarschuwd, geschiedde omdat de tegenwoordige meesterknecht sinds acht dagen geleden zich metterwoon te Zwolle als patroon vestigde. 2o. Dat hier dus alleen sprake is een plaats te vervullen, die, gelijk ook in de oproeping stond vermeld, om bovenge noemde roden geheel buiten de staking om was opengokomen. 3o. Dat niettegenstaande bovengenoemde waarschuwing zich tot heden moer dan 30 sollicitanten hebben aangemeld. Of de bond, die zich in genoemde waar schuwing onder den naam van „Christe lijk" aandient, wel op dien naam aan spraak mag maken, beoordeel ik thans niet. Het is mijn bedoeling alleen om aan te toonen: lo. Dat deze zoogenaamde Christelijke Bond zijn vrees voor ondorkruiperij wel wat erg ver uitstrekt; 2o. dat zijn waarschuwing in de oogen der timmerlieden blijkens het groot getal sollicitanten al zeer weinig zedelijke waar- do schijnt te hebben. Met dank voor de plaatsing, Hoogachtend, A. L. VERHOOG. Leiden, 10 October 1906. Bet zijn niet enkel de vleeachprijzeri, maar het is ook de melkprijs, welke onrustbarend stijgt in Duitschland. De oorzaak daarvan ligt in de te weinige productie en invoer daarvan. Te weinige productie, omdat de dure vcevoederprijzen van vóór twee jaren en de vleeschduurte van de beide laatste jaren er toe hebben geleid, veel melkvee van dc hand te doen en ook zelfs veel kalveren aan de slachtbank te offeren. Vóór dat de kalfjes groot zijn geworden en melk geven, gaat er natuurlijk een tijdje heen. Te weinig invoer, omdat de zuivellandon in de buurt, Holland en Denemarken, voor boter goede prijken kunnen maken. En dus de molk liever hiertoe benutten dan zich al de moeite op den hals te halen, die verknocht is aan het in et groot leveren van aan de tegenwoordig gestelde oischen van hygiëne voldoende melk. Oplossing: Grenzen open, Duitschland! De gezondheid van den minister van landbouw von Podbielski moet veel te wenschcn overlaten. Dc minister is, pa een kort oponthoud te Berlijn, naar zijn landgoed Dallmin teruggekeerd, en hij lijdt daar nu hevige pijnen. Reeds toen do Keizer hem, gelijk andere jaren, uitnoodigdc te Rominten to komen jagen, was de Ministor niet wèl, maar hij gaf toch gevolg aan do uitnoodiging van zijn keizerlijken meester. Hij bleef echter slechts korten tijd in het gevolg van den Monarch, zeker ook wegens zijn gezondheidstoestand. Toch hoopt de Minister, nog in den loop dezer week voor eenigen tijd naar Berlijn to kunnen gaan. Niet de jongste zoon Alexander, die in „Ueber Land und Meer" het dagboek van Hohenlohe begon openbaar tc maken, maar de oudste zoon Filip ontving do telegrafische berisping van den Keizer Filip seinde terug; „Heb van dc openbaar making volstrekt niets geweten. De ge denkschriften zijn het eigendom van mijn broeder Alexander en worden door Cur- tius, te Straatsburg, uitgegeven." Hij, Filip, had van den inhoud geen ken nis gedragen en op de openbaarmaking geen invloed uitgeoefend. Hij wist, dat tot latere openbaarmaking plan bestond, maar was ontsteld, dat juist dit deel thans ge publiceerd werd. Hij moet «eggen, dat do Keizer over deze openbaarmaking met recht misnoegd was. Op 31 Maart 1690 schrijft Hohenlohe in rijn dagboek: „Bismarck wildo Oostenrijk in den steek laten, de Keizer wil met Oostenrijk medegjaan, op gevaar af, met laisland en Frankrijk in ooriog te gera ken. Daaruit verklaar ik Bismarcks zeg gen, dat do Keizer de staatkunde leidde op de wijs va Friedrioh Wilhelm IV. Dat is het zwarte punt voor do toekomst." Dé Bismarckiaansche „Hamburger Nach- richten'' tracht dc bewering in Hohenlohe's gedenksohriften, dat Bismarck tegenover keizer Wilhelm If en den groothertog van Baden in eerbied to kort is geschoten, te ontzenuwen. Bismarck was, volgens zijn oude lijfblad, veel te goed royalist, om zioh onhebbelijk togen een vorst te ge dragen. Het blad erkent echter, dat do Keizer telkens met zijn kanselier over do Russische aangelegenheden van meening verschilde en dat do Keizer dan van groo- te ontstemming blijk gaf. Op zekeren dag, toen beiden in een rijtuig naar liet palcis van Bismarck reden en de Russische zaken weer aanleiding tot - verschil van meening gaven, liet de Keizer plotseling het rijtuig stilhouden en Bismarck uitstappen. Of Bismarck toen niet in eerbied te korf geschoten was De gezondheid van den keizer van Oostenrijk fs weer minder goed. De aanjdoening djer luchtpijpen schijnJt van ern8tigen aard te zijn. De patiënt moet' zijn kamer houden. Aartshertog Otto van Oostenrijk, neef van keizer Frans Jozef, is ernstig ziek aan longontsteking. Deze, ziekte wekt ongerustheid, aange zien, gelijk uit Weenen gemeld wordt, 'de hertog sedert een operatie aan het strot tenhoofd door een buisje moet ademhalen. De Petersburgsche oornespondent van 'de Matin" meldt, dat tal van inh ech ten i snomingon plaats hebben gehad te Peterhof, o.a, van een student, zoon van oen bediende in het keizerlijk paleis. Het landgoed van den minister van jusv titie, in het gouvernement Mohilef gelegen, is door de boeren verwoest, 's Ministers zoon is gisteravond naar Mohilef vertrok ken. Verscheidene zemstwo's hebben een bé- roöp gedaan op het volk, om toch belasting te betalen. Ook de gouverneur van Orel tracht op het gemoed van de belasting schuldigen to wei ken. Volgens den correspondent van de „Ti mes" te St.-Petersburg zijn de staatkundi ge misdaden in het binnenland weer zeer talrijk geworden, den laatsten tijd; de ro- volutionnaire comités schijnen hun veld tocht hervat te hebben. Aan het Russische ministerie van spoor wegen moeten verduisteringen zijn ontdekt tot het niet geringe bedrag van 57 millioen Toebels. Een telegram uit Havanna aan de New-Yorksche „Sun" zegt, dat de eerste wanordelijkheden van eenig belang sedert dd inmenging der Vereenigde Sta ton, Zondagnacht plaats gehad hebben te Gui- nes, op 50 K. M. ten zuidoosten van Ha vanna. Een afdeel in g van generaal Asbert's troe pen rukte de stad binnen, en vond daar een troep gewapende opstandelingen, onder konolel Estrampes. Generaal Asbert wildo dezb mannen ontwapenen, maar daarbij werden 4 Amerikaansche soldaten door de verwoede Cubatfen ernstig gekwetst met machetes Eén van de gewonden zal wol sterven. Amerikaansche mariniers kwamea tu8schonbeide en maakten een eind aan het gevecht. Uit Havanna wordt voorts gemeld, dat daar 500 man Amerikaansche infanterie en 350 man genie aan land zijn gezet. Gene raal Fnnston, de militaire commandant vah de Amerikaansche troepen, heeft zijn hoofd kwartier opgeslagenook de marinier» staaJn onder zijn commando. Het oUtrwa>- penen van beide kampen gaafc zeer lang zaam, daar men zeer wantrouwend is. Do gewercn van de liberalen, die zijn ingele verd, vormen een niet-onvermakelijke col lectie oudhedenop de 250 stuks waren slechts 2 of 3 Mausers, meest .waren het oude Remmingtons, dio afgezaagd waren tot do lengte van een karabijn. Het trok de aandacht, dat de gelande troepen niet de „Stars- and Stripes"-vlag hebben ontplooid, en slechts met een klein vlaggetje do plaats van het hoofdkwartier wordt aangeduid. Dit is ook het geval bij het paleis on bij do mariniers, dio in de zuidelijke steden zijn ingekwartierd. Men wil daarmefae het voorloopige karakter vaff het Amerikaanscho bewind doen uitkomen., Vragen en Antwoorden. Vraag. Is een pro dco toegi/oegd ad vocaat verplicht do zaak van een hulpbe hoevenden vader, die naar aanleiding van do artt. 375—379 B. W. onderstand van rijn eenigen gloed bemiddelden zoon verlangt, voor de rechtbank te brengen Antwoord. Heel duidelijk is dezo vraag ons niet. Bij toewijzing van den eisch om kosteloos te proccdceren, wordt den verzoeker een advooaat-procureur toegevoegd, indien hij daarvan niet reeds voorzien is, ten einde hem kosteloos bij te staan. Do «aak is dan rcedc. bij de recht bank en wordt natuurlijk door dien advo caat- procureur verder behandeld. Vraag. Moeten bij een faillissement schoolgelden aan den curator worden op gegeven? Of behooren schoolgelden, belas tingen tot de preferente schulden? Antwoord. Het schoolgeld is een be lasting en behoort dus bij de preferenté schulden. Zie art. 46 der Wet op het lage* onderwijs, in verband met de artt. 232 236 cn 258262 der Gemeentewet. Agenda var? de week Woensdag: Leidscho Schouwburg. Optredon Biondgeest .Taptoe" Drama. 8 uren. Pieters kerk, Orgel-CoBCOrt ten bate herstolling dier kerk. S uren. Nutsgebouw. Alg. Vergadering Bevordering bouw Werkmanawomngon. 's Mid dags 5 uren. Vrijdag: Leidaobe Schouwburg, late abonnem.- Conceit Brodsky-kwartet. 8 uren. Zaterdag: Da Nord. Uilvoering L. T.-V. ,0ns Genoegen". Zondag: Leidache Schouwburg. Soleer en Hesse. Dagelijks: Leidoche Kunstvereeniging. Ten- toonstelling Schilderijou enz. der club: ,ÜeTien 12—4 uren. Leidsche Volkshuis. Tentoon- i stelliug Herfstbloemen. 7—10 uron- Telegrafisch weerberieht. Daar waarnemingen in don morgen van 10 Oct., medegeaeeld door bet Kon. Nod. Meteor.In-titnif ie De BilL Hoogste barometerstand 776.1 te Neu< fahrwasser; laagste 755.2 te Scilly. Verwachting tot den avond van 11 Oct.; Matige zuidoostelijke wind. Toenemende bewolking met- kaDs op regen »n het zui den. Bewolkte lucht. Droog weer. Mogelijk j nachtvorst in heb noorden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 2