rij'speelde niet met de laaggeborenen, doch
net do aanzienlijken, doodde vorsten en
de geslachten der edelen. De Tower is de
pla-ats, waar de grootst© misdrijven ge
pleegd werden. Door do lage poort sollie
den Buckingham en Strafford, Jane Gray,
Prinses Elizabeth on Anna Bolcyn, Wil
liam Wallace en Raleigh, allen den dood
toegewijd. Hier werd Hendrik VI ver
moord en werden op bevel van diehard III
do jonge Koning Eduard en de Hertc-g van
York in den slaap verworgd; hier eindigde
Margaretha van Salisbury haar tragisch le
ven.
Grauw en somber, „doorgroefd van gewe-
tensknagingen", staat do Tower in Londen.
In het midden tussohon vel© rondo torens
staat het machtige, vierkante gebouw, hot
voormalige woonhuis der Engohche Konin
gen, Het staat daar onversierd als een
vesting. Hier waren do eigen vertrekker
van den Koning, goed afgesloten togen in
dringers <en nauwelijks te vinden, langs la
byrintische gangen. Hier was ook een to
renkerker voor ^ig:n gebruik des Konings.
Niemand had or zich mee te bemoeien, als
hij in -'©zen kerker liet sluiten wie hem
niet behaagde. Want in doze ruimte wa.v
hij alleen meester; hier kon hij 'oen wat
hij wilde. Het was een vreeselijk recht, dat
niet alleen in de tijden der middeleouwen
den Koning was verleend, maar nog lang
in den nieuwen tijd bleef voortbestaan.
Maar deze Koningen waren niet tevreden
met den kerker alleennaast de kapel,
voor welker altaar Hendrik VI doorstoken
werd, hadden zij het scherprechter&blok la
ten oprichtenen hoe velen zullen daar het
leven geJaten hebben, over wier dood de
wereld later niets gehoord heeft. In deze
gebouwen schéén alles wel op moord te zijn
ingericht. De geschiedenis van den Tower
beweegt zich over een uitgestrekte graven-
reeks. AL' wij do Engelsche koningsgeschie
denis inzien, bemerken wij, dat sedert het
jaar 10(36 de vorstenhuizen vijfmaal veran
derd zijn. Ieder geslacht heeft natuurlijk
v."ï met moeite verworven rechten met allo
kracht willen vasthouden, tot een machti
ger kwam, dat nog bloediger middelen ge
vonden had om den mededinger van den
troon te stooten
Wat het hoofdgebouw niet kon bergen
aan fctaatsgevangenen, word ondergebracht
in do tallooze nevengebouwen en torens,
die het omringen. Ook hier was men zeker
van de gevangenen, zonder dat ze door de
koninklijke hellebaardiers bewaakt behoef
den te worden. Want deze muren rijn drie
meter dik. Ieder der torens draagt zijn
eigen beruchten naam. De torens vormen
als het ware een vesting om den konings
burcht. Zij huisvestten het garnizoen en
uit hun schietgaten werden later kanonnen
afgevuurd. Deze bolwerken vormden den
buitensten ring, die vcor het volk niet
zco hermetisch was afgesloten als de bin
nenste ring, welks middelpunt de konink
lijke verblijfplaats vormle.
De gevangenissen war02 over dc verschil
lende torens- verdeeld. Het was aan de ge
nade des Konings overgelaten de gevange
nen in de dompige, vochtige, dcor ratten
en ongedierte afschuwelijk gemaakte gewel
ven te laten versmachten of in ruimten
boven de aarde te ketenen. Dikwijls behoef
den zij ook niet gehooid te worden, en
Walter Raleigh heeft zijn eel zelfs in een
studeerkamer laten omscheppen, waarin hij
zijn groot werk „De Wereldgeschiedenis"'
schreef. Maar dergelijke veraangenamingen
kon zioh slechts veroorloven, wie het kon
betale*1. Want men rit niet op staatskos
ten in den Tower. Wie geen vermogen bc-
,Z"at, had ook geen recht, in den Tower te
•worden opgesloten. Als iemand veroordeeld
.was, nam het gerecht zijn goederen tot
zich „ten vcordeele van den Koning'' en
de schatkamer zorgde dan edelmoedig en
vooral lettende op eigen voordeel, voor het
onderhoud van d:n veroordeelde. Voor
een hertog oetaalde men in den regel zes
tig gulden per week; voor een graaf vier
en twintig, voor een baron twaalf en voor
een ridder zet gulden. Dat was niet veel,
Zelfs al nemen wij aan, dat het geld toen
vijfmaal zooveel waard was als tegenwoor
dig. Later betaalde men iets meer. Onder
de regecring van Maria stond men voor do
verpleging van Jane Gray wekelijks acht
en veertig guldeD toe, met nog zeven gul
den tachtig vcor hout, kolen en licht. Dat
geld werd gegeven aan den onstabel, die
voor allee te rorgen had en natuurlijk niet
al te angstvallig er mee omging. Ook alles,
wat de familie der gevangenen voer een be
tere verzorging bij d roe kwam grooten-
deeis in den zak van den gouverneur te
recht. D© Hertog vaD Norfolk moest den
oppasser omkoopen mn ecu beter laken to
erlangen, eu Raleign, voor wien jaarlijks
naar onze tegenwoordige geldswaarde
12,000 betaald werd, moest hetzelfde doen
om eetbare levensr...ddelen fco krijgen. Do
gevangenen leden koude cn honger en de
Staal en do konstabels maakten goede za
ken.
Do oorsprong van den Towcr verliest
zich in nevelachtige veTten. Men vindt er
tporon van Romoinsche bouworde aan, en
in do kronieken uit den Saksen tijd wordt
er al over gesproken. Onder de Normap-
discho Koningen ontstond nu en dan een
gedeelte. Europa heeft geen gebouw aan te
wijzen, dat hierbij vergeleken kan worden.
Bij den Tow©r van Londen en zijn geschie
denis fcchijnen alle ander© staat^vestingeD
en koninklijke paleizen jong. Het oudste
overblijfsel van een Europeeseh paleis, een
deol van de Westzij van den Burcht to
Weenen, stamt uit de dertiende eeuw, het
Kremlin te Moekou cn het Dogenpalois te
Ven©tië uit de veertiende eeuw.
BE ZAKDOEK
Men behoeft slechts ëen paar tientallen
jaren terug te gaan, om tot do wetenschap
to komen, dat zelfs het dragen van den
zakdoek, zoowel door dames als door hee-
ren, aan de mode is onderworpen.
Twintig jaar ongeveer geleden, toen de
geheel© dameswerold verliefd was geraakt
op den „Cul do Paris", droeg men den
doek voor do sierlijke neusjes in een zak,
diio En de achterst© irokplooien was ver-
oorgen. Toen do Cul daarop van de vlakte
verdween, verhuisden de zakdoeken njfiar
zakken, die in de breed© voorbaan van den
rok waren gezet en dezen maar onnutte
dikte en hobbeligheid bezorgden. Met de
mode der reformklecdïng zonk de zakdoek
diep naar omlaag, bijna tot in den stroolc
van den onderrok, ©n mot de mode der
nauwö kleedij, die de lichaamsvormen in
sierlijk© lijnen wilde doen uitkomen, raakte
hij zelfs den zak kwijt cn werd hij onder
den zoom der nauwaansluiteno© taille of
onder de ceintuur geperst. In dien tijd
kwamen d© „pompadours" weer op do
proppen. Zij worden echter vrij spoedig
door de kleine goud- en zilvertaschjes ver
drongen.
En thans draagt iedere dame in de hand
een vrij groote, lederen tasch, waarin zij
den zakdoek met velerlei andere dingen
bewaart. Alleen bij het dragon van gede
colleteerde japonnen niet. Dan vindt hot
sierlijke zakdoekje een plaatsj© in het dé
colleté.
Nog grooter© veranderingen heeft do ber
ging van den zakdoek bij de hecren doorge
maakt. Lang geleden, toea dc vertegen
woordigers van het sterko geslacht nog kan
ten jabots droegon en aan een hoogen stok
zelfbewust voortschreden, hielden zij den
zakdoek elegant cn netjes in de hand. Dat
was in verband met liet gebruikelijk voort
durend snuiven heel gemakkelijk. Later
word de kniebroek langer en de wandel
stok korter en de zakdoek kwam torecht in
den broekzak, waar menschon, die zich
niet aan do mode storen, hora ook tegen
woordig nog dragen. Toen de rok daarop
van de straat verdween en do heerenjasseu
langere panden kregen, verhuisde de zak
doek naar den echter jaszak. Niet tot iedors
tevredenheid, want men wist nooit, of hij
er niet met een punt verraderlijk uitkeek.
Dan kwamen de colberts in de mode; de
zakdoek verhuisde r\..ar do gemakkelijke
zijzakken. Daar bedien" hij hot model van
de jas en hij steeg due hooger naar het
I
buitenste borstzakje. Hier handhaafde hijj
zioh tamelijk lang, maar het er uithangend
puntje werd plotseling als te vrouwelijk'
koket ocschouwd en do zakdoek moest zich
in den binnenzak v-i do jas verbergen.
Sedert twee jaren echter bergen buitenge-
wooh modieuze he eren hem nog maar
uitsluitend in do linkormanchet. Daar
scheen hij voorloopig rust te zullen vinden.
Do dag van den jongstcn „Grand Prix" to
Parijs echtor heeft hem weer van zijn plaats
verjaagd. Want daar verschenen de
grands élégants" met een fijngegraveer-
de, met zijde gevoerd© zilveren beurs, die
aan een langen ketting hing en den zijden
zakdoek bevatte.
Hei getal zeven.
Yan oudsher is aan het getal 7 bijzonde
re waarde gehecht. Telkens treffen wij het
aan.
In het Oude Testament lezen wij de ver
ordening van 7 dagen. No ach nam van het
rein© vee 7 stuks mee in de ark. Farao
droomde van 7 koeion. De kandelaar in het
heilige van den tempel had 7 lampen. In
het Bock Daniël treedt bet getal 7 op den
voorgrond. Binnen 7-maal 10 jaar weken
zou do Messias komen (Daniël 9 24).
Om do 7 jaron viel het Sabbatsjaar bij
Israël in en om de 7-maal 7 jaren hot Ju
beljaar. In heb Nieuwe Testament, met
name in hot Book d<>r Openbaring, treedt
bot getal 7 bijzonder op den voorgrond.
Tot 7 gemeenten van Klein-Azië wordt het
woord gericht, enz. Zeven beden zijn er
in hot Onze Vader. D© kruiswoorden zijn 7,
in getal.. D© Saddueeën komen tot Jezus
met een vraag aangaande 7 broeders, die
achtereenvolgens met eenzelfde vrouw ge
huwd waren. Jezus zond 10-maol"7 discipe
len uit.
Rome had rijn 7 koningen en was ge
bouwd op 7 heuvelen. Engeland had 7 ko
ningen over 7 koninkrijken, die in E27 ver-,
cenigd werden. Alva hield or zijn 7-stui-
vcra-lioden op na (verspieders). In Hol
land bestond eertijds het zeven tuig (recht
spraak).
In Dnitschland het „Siebengericht." Be
kend is voorts, wat van de 7 slapers de
zoogenaamd© broeders van Efeze wordt
verhaald, welke volgens d© overlevering
onder keizer Deciils in ©en spelonk in slaap
gevallen, en ingemetseld iwaren (250) en
eorst onder Theodosius ontwaakten (pl. m.
380).
Voorts-worden er genoemd 7 hemelsfe
ren, 7 wijzen van Griekenland, en 7 wijze
meesters, die do opvoeders van Diocletio-
nus waren (pl. m.. 300), In de aardrijkskun
de zijn bekend: Zevenbergen (Hong.); Ze
venhoven en Zevenhuizen (Z.-H.); Zeven-
wcude (F.).
Voorts draagt ©en sterrenbeeld den naam
van Zevengesternte; de regenboog heeft.
7 kleuren
Maar waar zcu het ©inde rijn van het
opnoemen van al 'dio zevens? Dio lust heeft
zoeko er meer l
LUCHTBALLONS.
Dc lucht?-heepvaart lijkt voorloopig nog
hoofdzakelijk ©en broodwinning voor be*
roeps-b dlonniston, voor zoovor het dc ge
wone ballons betreft, terwijl do bestuurba
re ballons hot speelgoed blijven voo* rail-
lionnairs, die met hun tijd, hun g^ld cn
irnn leven geen raad weten.
Zoolang dc door Jules Verno r ?ode ge
signaleerde strijd tusschen „lichter d;u de
lucht" en „zwaarder dan de lucht" nog
niet ten gunste van het laatste beslist is,
zoolang dus het luchtschip een luchtball-m
blijft, is er voor do maatschappij geen nut
van to wachten. Dc al te tecre, al te om
vangrijke ballons zijn cn blijven trots
allen verbeteringen gevaarlijke cn onhan
delbare sujetten. Toch is er één deel van
de hedendnagsch© samenleving dat zij
het dan niet alles zeer veel verwacht van
den ballon, zelfs in den tegen woo rdigen
toestand, dat is het moderne leger.