No. 14280. Anno I5GG PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Ontrouw trossw. zou staan een officier met den rang van generaal. l)at in iedere provincie een officier met den rang van kolonel kot bevel zou moeten voeren. Dat verder ieder gewest zou worden ver deeld in districten mee een majoor aan het hoofd, en dat aan het hoofd van do politie in een gemeento een kapitein of een luite nant zal staan naar gelang van de greotto der plaats. In zeer kleine gemeenten kan een ser geant of een korporaal het bevel voeren. Ik meen, dat men op die wijze een uit stekenden politiedienst zou kunnen ver krijgen, waarin zoowel voor de bereden als voor de onbereden wapens een plaats zou zijn, en waardoor bij plaatselijke beroerïn- gende manschappen gemakkelijker zouden kunnen worden geconcentreerd. Het leger zou, dunkt mij, daarvan goede vruchten plukken, wijl langs dien weg soldaten, onderofficieren en officieren een fatsoenlijke retraite zou verzekerd zijn."' Om niet in hetzelfde euvol te vervallen als het capitulantenstelsol, zou de Mid d. Courant", bij eventueelo verwezenlij king van hot denkbeeld, in overweging wil len geven, ook een zeker percentage der betrekkingen bij do politie open te laten voor burgers. „Wat de schrijver in overweging geeft ten opzichte van hot blijven in de militaire gelederen van do meest valide elementen, dit heeft een bedenkelijke zijde. Bij de po litie mag men toch zeker zich niet tevre den stellen met minder goede krachten. Ook zou het blad niet wonschcn, dat de invloed van den burgemeester op politie zaken geheel verdween. Die invloed komt het noodig voor, omdat bij een rijkspolitie dienst het publiek zoo licht bloot staat aan maatregelen van willekeur, adres aan Duitsohland, waar 'nogal eens geklaagd wordt over den militairen geest van do politic-agenten, die vaak veel te streng op treden, vooral door hun gemis van voeling met de bevolking. En dan do financieele zijde van het plan. Wordt de politie rijkszaak, dan zou 's lands budget aanmerkol jk stijgen en de grooto steden zouden naar evenredigheid veel meer ontlast worden dan de kleine, die betrek kelijk luttele uitgaven voor hun politie heb ben te dragen. In het weekblad „D e Nederland- sche Jager" wordt er de aandacht op gevestigd, dat tegenwoordig zooveel g c- 6? troop t wordt door landweer- plichtigen, die met verlof zijn. De zen hebben hiertoe een mooie gelegenheid, omdat zij hun geweer mee naar huis krij gen. In het begin meende men, dat ha- gelpatronen niet op Rijksgeweren gebruikt konden werden. To Zutfen worden nu ch- ter hagelpatronen voor deze geweren ver kocht, waarmee zeer veel wild gestroopt wordt. Naar aanleiding van dezo mededeel ing merkt men aan dc ,,N ieuwe Rotter- cfamscko Courant" op, dat het ver anderen van losse patronen in hagelpatro nen zeer eenvoudig gaat. De houten kogel wordt afgenomende huls met hagel ge vuld ca dezo met een prop vastgezet. Een geweermaker te Arnhem verklaardo den schrijver, dat hem jaarlijks na afloop der Versoh.illeude manoeuvres groot© hoeveel heden losse patronen to koop worden aan geboden, en dat dit ook aan anderen geschiedt; deze patronen worden dan ge- wijz'gd en als hagelpatronen in den !un- del gebracht. Dat is echter zoo eenvoudig dat verscheidene landweermannen het zolf doen. Men kan dus hagel schieten uit het ïn- fanteriegeweer. Natuurlijk zal het een eonigszins onregelmatig verspreid schot ge ven door do misvorming van den hagel op en tegen de scherp© kanten der velden (liet gedeelte van den loop tussehen de trekken), en zal bij veelvuldig schieten en gebruik maken van geharden hagel (chilled shot) do loop beschadigd worden op do kanten der velden en voor het kogclsohot worden bedorven. Ook is bij gebruik van groven hagel misschien een vastraken van dc ha- gelmassa door do vervorming van den ha gel on door do trekken niet uitgesloten. De schrijver wijst er nu op, dat geweren, bestemd om den vijand van ons grondge bied te weren, op deze wijze voor het kogekc.:ot worden bedorven. De geweren werden door het schieten met hagel on bruikbaar gemaakt voor het kogolschot en dus voor liet doel, waarvoor zij vervaardigd werden. Om dit te voorkomen, beveelt do schrijver het volgende aan: Het meest afdoende middel zou zeker bettaan in het bouwen van magazijnen, waarin districtsgewijzo zoowel dc geweren als de patronen voor do landweer opgelegd konden worden. Zeker zijn hieraan kos ten verbonden; doch dan was de zaak ook op afdoende wijze geregeld Meet echter de bezuinigingswoede, die het steeds op da Hoofdstukken VI en VIII der be grooting heeft gemunt, ook hier het laatste woord spreken, dan verdient wellicht lier volgende overweging Bij mobilisatie kan do landweerman zijn geweer niet gebruiken, omdat hij geen pa tronen heeft; deze moeten hem nan wor den uitgereikt. Zouden er nu beswaren te gen zijn, om, als do landweerman zijn ge weer medeneemt, dit onbruikbaar te ma ken door den grendel er uit te nemec en dit stuk te gelijk met dc patro ion hem weer uit te reiken? Men zal hicr'ogen in brengen, dat elke grendel bij een bepaald geweer behoort, maar hot is nog de vraag óf geweren en grendels niet door elkander kunnen worden gebruikt. Moet dezo vraag bepaald ontkennend worden bcautwoord, dan is dit zeker een groot bezwaar, dat echter mijns inziens wel overwonnen kan worden. Dwaal ik hierin, dan is het bou wen van magazijnen een onafwijsbare eischwant u t. het hierboven besprokene blijkt duidelijk, dat de toestand niet kan blijven zooals hij op liet oogonblik if. De Haagschc correspondent van de ,,Zu t- phenscho Courant" heeft enkele opmerkingen gemaakt naar aanleiding van liet wetsontwerp tot w ij 7. i g i n g van dowot op do Rijkspostspaar- b a n k. Het wetsontwerp wil „hun, die dc Rijks postspaarbank wonschcn to gebruiken om hun kleine kapitalen rontcgcvend te beleg gen, gelegenheid geven ook bedragen van meer dan 1200 gulden tegen genot van ren te aan dio spaarbank toe te vertrouwen, alsmede om, zoodra zij een bedrag van circa 50 gulden bijeen hebben, een meerdere ren te te genieten, dan op de gewone spaar bankboekjes kan worden uitgekeerd." Daartoe is het in België populaire stel sel der „Carnets de rente" gekozen. De inlegger kan c-lke 50 gulden tegoed van zijn spaarbankboekje deen- overschrij ven op een staatsschuldbockjc, d.i. een be wijs, dat hij tot oen nominaal bedrag van 50 gl'd. (of een veelvoud daarvan, tot C000 gld. toe) aandeel hoeft in ceri fonds van drio-peroents nationale schuld, ingeschro ven ten name der bank, dat telkens naar behoefte wordt aangevuld. Bij den tegen woord igen koerj maakt de inlegger dus meer dan 3 pCt van zijn op gespaard geld, doch heeft hij de slechte kansen van koersachteruitgang to dragen. De bank moet zorg dragen steeds voor het volle bedrag der uitgegeven staats schuldboekjes een inschrijving te bezitten. De Rijkspostspaarbank zal dus daardoor een nieuwen kring van bezitters tot zich trekken: de houders van kleine vermogens. Hoeveel er beneden do 6000 gulden in Ne derland bestaan is niet te bepalen, slechte zeer ruw te taxeeren. Doch een schatting van 50 a 70 duizend lijkt niet te hoog, in dien men weet, dat alleen in het jaar 190-1 van 1190 kapitalen beneden 7500 gul den successiebelasting werd betaald. Nog minder laat zich vaststellen welk bedrag daarvan in fondsen, welk in vaste eigen dommen of anders is belegd, doch zeker is, dat de maatregel, wordt hij ingevoerd, do werking der spaarbank over een groot deel der bevolking zal uitbreiden. Immers, do kloino kapitalisten verkrijgen een behoor lijke rente, zekerheid en ontslag van allo moeilijkheden aan administratie en bewa ring van effecten verbonden, terwijl zelfs verlies van het op naam staande boekjo hun geen nadeel kan berokkenen. Voor hou alles voordeel. Het is dan ook te begrijpen, dat in hetzelfde jaar, waarover onze cijfers loopen, in België re.eds voor een totaal van 324 millioen franken op do „Carnets ito rento" uitstond. Öbk de Staat heeft een niet te miskennen belang er bijde economische band tus- schcn hem cn zijn burgers wordt cr door Versterkt en... do 3 pCt. nationale schuld zal door de vermeerderde vraag vermoe delijk in waarde stijgen. Aan den anderen kant noemt het voor- loopig verslag terecht als een der nadcelin: dat de invoering der staatsechuldbockjes bevordert do onttrekking van kleine kapi talen „aan de naaste omgeving der spaar ders, waar zij vcor doeleinden van kanwel, nijverheid of landbouw, of voor den bouw van goed0 woningen zoo nuttig zouden kunnen worden aangewend." In Belgic bestaat dit bezwaar in geringer mate, omdat de spaarbank cr vrijer is in de boLgging der haa.' zelf toevertrouwd golden. De Rcgccring maakt zich wel gemakke lijk er vaii af: zij wijst cr op, dat de Staat, .Indien hij in de toekomst voomchottcn ingevolge de Woningwet meet verstrekken, toch weer heb geld voor dc aangegeven doeleinden gebruiken zal en dat door do der Rijkspostspaarbank gegeven bevoegd heid om haar gelden in leeningen van ge meenten en waterschappen to beleggen, een deel der spaarpenningen weer naar hot platteland terugvloei':. Bevredigend is dit antwoord slechts in geringe mate. Doch 1: vfc ons hopen, dat do ministers Krans en De Meester, dio het ontwerp ondcrteckendcn, inderdaad te ge legener ure dc benutting der spaarbankgcl- den ernstig zullen overwegen en dat zij cr toe zullen kunnen besluiten de Rijkspost spaarbank tot een hefboom der welvaart in dubbel opzioht te herschoppen. Miildenstajulftkapierfl. Naar wij vernemen, is do heer J. S. Mcuw&en, voorzitter van den Ned. Bond van vcrccnigingen van den handeldrijvcn- den cn indtiLtrieelen middenstand, giste ren naar Duitschland vertrokken, tot het maken van een studicreif, in verband met do voorgenomen reorganisatie \an onze Kamera van Koophandel en Fabrieken Gelijk men weet, zal bij dezo reorgani satie plaats worden ingeruimd voor een tpecialo vertegenwoordiging van den mid denstand, in den vorm van Middenstandi- kamerf. De lieer Meuwsen gaat nu ie Berlijn en Hamb-irg do inrichting bostiidoeren der Handels- und Gcwerbekammern, cn zal daaromtrent aan het bestuur van genoom- don Bond rapport uitbrengen. Dit, gevoegd bij do vele, rce< 3 uitge brachte adviezen van bij den Middenstand aangesloten vcrcenigingen uit den lan ie, zal, naar men van betrokken zijdo verwacht voldoende materiaal vormen om tc komen tot do beste, do meest practischo verte genwoordiging van den Nederland: chen handeldrijvcnden en industricclcn midden- stond. (Tel Eon rij bows ju ingetrokken. Dc minister van waterstaat brengt ter kennis, dat bij vonni3 van het kantonge recht tc Dordrecht, dd. 11 Juli jl aan Abraham Laarman, oud 21 jaar, van be roep teekojnaar, wonendo te Dordrecht, Noordondijk 72d, aan wicn is uitgereikt een rijbewijs onder jaarnummer 1253, we gens overtreding van art- 15 der Motor en Itij-wielwet 1905, de bevoegdheid is ont zegd tot het besturen van motorrijtuigen, gedurende don termijn van zes maanden, welke termijn is ingegaan op 7 Aug. jl. D«':e bekendmaking door den Minister geschiedt op grond van art. 20 van boven genoemde Motor- cn Rijwiclwet. („St.-Ct.") In een driester over het blijvend gedeelte zegt „De Standaard": Minister Staal wil, naar de berichten luiden, het zoogenaamd blijvend gedeelte, speciaal van de bereden troepen, prijsge ven. Hoe daarover te oordcelen? Zeker is het, dat het „blijvend gedeelte" de Militie-wet niet stempelt tot een volks leger, maar eigenlijk op verkapte wijze de loting en daardoor de bevoorrechting van heb kapitaal weer invoert. We beJiooren toch eeD Militie-wet te hebben, waarin geen blijvend gedeelte noo dig was. Met andere woorden: zoodanige-in deeling van de militie, dat er ten allen tij de één gedeelte voldoende afgericht is, om desnoods dienst te kunnen doen tegen den vijand, terwijl het andere gedeelte nog niet zoo ver gevorderd is. Dit ware zeer wel uitvoerbaar door niet alle miliciens van een lichting to laten opkomen op hetzelfde tijd stip, maar in twee of drie groepen met een tusschcnruimte van drie maanden. Doch heel anders staan we er thans voor. De Minister laat de bestaande wet een voudig onveranderd, volgens welke alle mi liciens, met uitzondering van de vier- maanders, gelijktijdig opkomen in Maart. De geheele lichting is dan afgericht en be hoorde dus ook naar huis te kunnen gaan tegen December; maar... dan zouden er van December tot Juni geen voldoend afgerich te manschappen zijn. Bij het naar-huia-zenden van het zooge naamd blijvend gedeelte zijn er alzoo, van December tot de nieuwe lijhting in Maart opkomt, bijna in het geheel geen man schappen in dc kazerne. Waar moet het dan heen, indien er weer opstootjes dreigen al3 bij de staking in 1903? De Minister maakt het zichzelf wijs, wat hij vroeger in zoo scherpe bewoordingen bij anderen heeft afgekeurd, dat, als do geest in Amsteixlam niet te best- is en op storm staat, het juist in Amersfoort en Leiden mooi weer zal zijn. Alzoo: dreigt er staking in Amsterdam, dan '"unnen er troe pen komen uit Leiden en Amersfoort. Doch hij vergeet, dat, wanneer do geest des ver- zets eens vaardig wordt in Amsterdnjs, wel gezorgd zai zijn, dat er ook in Amersfoort cn Leiden wat te doen valt. Dit geldt vanzelf de onbereden troepen* En wat nu betreft de bereden wapenen, in het bijzonder de cavalerie, om der kosten wille in haar getalsterkte reeds gereduceerd tot een minimum. Bij dc laatste Legerwet werd ze wel eenigszins uitgebreid, maar ze bleef toch bedenkelijk zwak. De organisatie schrijft thans voor 20 veld'eskadrons van 120 sabels ieder. Dat; is eigenlijk reeds veel to zwak; doch or is op gerekend, dat de eskadrons ten allen tijde sterk genoeg onder do wapenen zouden zijn alreeds vóór de mobilisatie was afgeloopen, en aan dc grenzen to zijn met de gansche cavalerie op volle sterkte. Door den maatregel, thans door den Mi nister ingevoerd met volkomen afwijking van de legerorganisatie, wordt dc sterkte der eskadrons tot de helft teruggebracht, wat betreft de manschappen. Met andere, woordenindien met October moet gemobiliseerd worden zal men hebben in plaats van 120 sabels-eskadrons sleokis 60. En het gekst© is, dat intusschen de zeel" dure-organisatie van paarden en kader en officieren blijft. Om de anti-militaristen te believen, al thans in de hoop levensverlenging van hen te mogen verwachten, deinst de Minister er niet voor terug om op het allergevaarlijkst oogonblik, n.L de eerste paar dagen van do mobilisatie, onze weerstandsmacht aan de grens met 50 percent te verminderen. Een nationale fout van in tuchteloosheid ©v.'erelcande vrijheidszucht schrijft „Heb Vaderland" is een erfstuk dat niet met één ruk is af te. schudden een kwaad als drankmisbruik, dat bij de baldadigheid zich helpend aansluit, des- 10, Id die treurige dagen van afwezigheid van haar echtgenoot trachtte de jonge vrouw troost te vinden in de verzorging van haar kind, dat zij zoo innig liefhad; en daarbij wist zij, dat behalve het bescher mend oog barer naaste betrekkingen, nog ieuiand vcor haar veiligheid' en die van haar schat waakte, en wel hij de makker uit d© jeugd van haar echtvriend. Dit alles saamgenomen bracht haar gedurende Pie- tro's afwezigheid tot kalmte. Deze toch liad, alvorens te vertrekken, Atanasio glimla chende toegevoegd: „Ik beveel jo mijn vrouw aan, houd een „waakzaam oog op haar." Den werkman lachte zulk een zeldzaam .vertrouwen ton zeerste toe. In do hoop haar niet tc ontmoeten, bewoog hij zich op die uren van den dag, waarbij hij meende haar niet te zullen aantreffen, in den om trek der woning tot juist© opname van de paden en wegen, daarop uitkomende, in verband met het snocdc plan, dat al meer en meer m zijn binnenste tot ontwikkeling kwam. Braoht evenwel het toeval hem on verhoeds met haar in aanraking, dan wist hij het te doen voorkomen alsof de plicht hem dc aanwezigheid' aldaar "oplegde en bezat hij den tact do gesprekken, doorgaans over vervlogen tijden, over do heerlijke wo ning en over meer dergelijke onderwerpen loopende, zoodanig te 'ciden, dat de jonge vrouw het meestentijds somber en knorrig gelaat van den werkman daardoor zag op- gelijks. Uitroeien tot op den wortel is hier noodzakelijk een werk van ongemeen lan gen adem. Wat geen reden mag zijn om niet aan het werk te tijgen. En om niet aan te pakken bij het beginbij d© jeugd. De taak van den onderwijzer-paedagoog ligt hier duidelijk aangewezen, Deze overtuiging, die wol allen gemeen zal zijn: dat jong© hoornen nog wel recht zijn te buigen, brengt tevens de vraag naar doeltreffend© repressie op het tapijt. Uit baldadig© straatjongens gi<oeien misdadige mannen op. Onderdrukking van jongenskwaad kan voorkoming zijn van mannen vergrijp Zijn wij nu hier niet jammerlijk ten achter'? Hoe lief een onderwijzer zijn schoolkind heeft, de roede moet hij spa ren; niemand weet dit beter dan wie dub bel en dwars de roe verdiont! En het ge zag op straat, de politie-agsnt Ook waar men zich in voldoende politie-m acht verheugen kan, is daar tevens reden tot roemen in politie-g ©zag? Te worden „opgebracht" schrikt meni- gen kwajen snuiter af. Maar och, wat valt, eens doorleefd, deze operatie meeHet is al vrij ernstig als weken, zoo niet maan den, na dato, het boefje in des kanton rechters handen valt. En nu willen .wij bijv. van do kanton rechterlijke „berisping" geen kwaad zeggen. Een ernstig woord van een ernstig man kan zeer véél uit werken. Indien maar de berisping onmid dellijk volgde op het berispelijk feitHier wringt de schoen der gerechtigheid aller pijnlijkst t. w. voor de maatschappij, die bescherming behoeft tegen do boosdoe- •nertjïes-rn-fwasdom; 'die ©naken tzetvoor komen er veel te gemakkei ijs af. Snel recht, hardhandig recht desnoods, dat spreekt den straatbengel toe in een taal, die hij verstaat; hijzelf weet van geen wekenlang beramen, hij is een kind van den dag, van het uur van het oogenblik. Tegenover hem heeft Justitia haar deftig heid en haar bedachtzaamheid aan den den kapstok te hangen; zij moet toegrij pen om begrepen t© worden. Wie brengt ons den p o 1 i t i e-r e 0 h- t e r of den tuchtmeeste r-p o 1 i- ti c-ag ent? In d© „M i d d. Courant" deed een lezer het denkbeeld van één algcmee- no rijkspolitie aan de hand. Bij de politie toch zijn vele, zoo niet alle diensten bijzonder geschikt om door mi litairen te worden waargenomen. Op dit oogenblik bestaat in Nederland zeer weinig eenheid in den politiedienst. Daar is rijkspolitie en daar is gemeente politie. Tot de eerst© behooren d© marechaussee en d© rijksveldwacht; de gemeente-politie is in bijna iedere gemeente verschillend ingericht. „Ik acht" zoo schrijft deze Vlissinger „het wenschelijk, dat in Nederland één rijkspolitia word© ingesteld, ongeveer in gericht als het korps marechaussee, en dat do gemeenten worden ontheven van de verplichting, er een eigjen politie op na to houden. Ik meen, dat hieraan de volgend© voor- deelen zouden verbonden zijn: lo. Er zou meer eenheid komen in den politiedienst, waarvan vooral do kleiner© gemeenten en het platteland zouden profi- teeren. 2o. Door het invoeren van dio rijkspoli tie zou een prachtig débouché worden ge opend voor het leger, zoodat daarin zouden kunnen blijven alleen de meest valid© sol daten, onderofficieren cn officieren., Bo vendien zou de opklimming in rang der of ficieren spoediger kunnen plaats hebben, zoodat men bijv. kapiteins van 30, majoors van 35 en kolonels van 40 jaar zou kunnen krijgen. 3o. Zou men d© gemeente ontheffen van d© kosten der politie, waardoor dan reeds een stap zou gedaan zijn op den weg van een beter© regeling van Rijks- en gemeen telijke financiën. Wat de organisatie van de nieuwe rijks politie betreft, stol ik mij voor: Dat aan het hoofd van het geheele korps helderen en zij volkomen begreep hoe goed zulk gekeuvel hem aandeed, waartoe zij zich op zoo vriendelijk© wijze leende. Dooh met al haar ©delmoedigheid en lief devolle goedheid kon zij niet vermoeden welke vreeselijke voornemens in het hart van dien man sluimerden; het was haar gaheel en aJ onbekend, dat achter die go- waan do plichtsbetrachting zich niets aan een boosaardige bedoeling schuil hield. Was Pietro evenwel weer teruggekeerd, dan sloot Atanasio zich andermaal in zijn een- zarno afzondering op ter overweging van dat plan, waarvan d© gedachte aan het welslagen hem als een voldongen feit toe scheen en hem met helsche vreugde vervuld©. Terwijl d© rampzalige man aldus in de hoogst© spanning voortleefde, in afwach ting van de ecne of andere geschikt© gele genheid, om zijn slag waar t© nemen, wild© juist het toeval, dat Pietro andermaal voor een vier- of vijftal dagen op reis moest tot het bekomen van een nieuw scort brandstof, waarmede hij proefnemingen wild© doen op een oven, volgens de laatst© vinding samen gesteld. Het spand© met de werkzaamhe den: vóór het eind' van de week moest een hoogst aanzienlijk© en belangrijke hoeveel heid metaal gegoten worden, waarvoor men reeds langen tijd bezig was de vormen te stellen, de benoodigdheden daartoe in orde te brengen, de andere ovens in te.richten. Alvorens echter to vertrekken, richtte de principaal zich tot Atanasio cn zeide hem: „Juist op het gewichtigst oogenblik, waarop mijn tegenwoordigheid' in de gie terij het meest noodig, ja haast onmisbaar is, moet ik mij voor cenigcn tijd verwijde ren; ik heb het zoolang mogelijk uitgesteld, dooh d© zaak is t© dringend, en een ander in mijn plaats zenden gaat ten eenenmalo niet. Ik stel jou dus hier in mijn plaats aan in de gieterij, waartoe je, naar mij be- bekend is, alle bekwaamheid bezit en ook alle vertrouwen rechtmatig verdient; dus op jou, mijn waarden Atanasio, rust de geheele zaak tot Zaterdag. Zonder mankecren keer ik Vrijdagavond terug; ik wil alles gereed vin den om Zaterdagochtend "rocg met het gie ten een aanvang tc nemen. Zorg alles goed in gereedheid te brengen; van uitvluchten cn verontschuldigingen wil ik niets hooren. Heb je begrepen?" „Ja, mijnheer." „Dus ik reken op je. Vergeet het niet. Tot Vrijdagavond." Do heer Frangia vertrok. Atanasio ge voeld© zich opgelucht; geen andere ge dacht© behcerscht© i.em thans dan van die gunstige gelegenheid gebruik t© maken, door aan zijn nu geheel tot rijpheid ge komen plan uitvoering t© geven. De opgewondenheid van Atanasio, nu het uur van wraakneming zoo nabij was, had haar toppunt bereikt. Zijn besluit was onwrikbaar. Hij zou naar Lucietta gaan, haar to sproken vragen, haar het kind onder kaar oogfrn weg rooven, er mee vluchten, heel ver, of zoo het noodig moest zijn, haar, het kind en ook zichzelf dooden. Nog drie dagen en haar echtge noot zou teng", Jjf'jn; ©n ditmaal, ojlvo- rons hij wederkeerde, moest het een of ander verschrikkelijke feit plaats hebben gehadhij ha 1 het zichzelf gez-worenhij herhaalde het zich duizendmaal per dag; hij zeid© het in zichzelf om zich moed in to pompenzich nog meer daartoo aan t© zettenhij zou een lafaard geweest zijn, indien Pietro bij zijn terugkeer den toestand hao teruggevonden zooals hij dien verlaten had, cn dat hij, Atanasio, voort durend met een wraakneming in het hart z-ou moeten rondloonciL En terwijl dusdanige strijd liom dcor den geest woedde, bleef hij kalm, stilzwij gend en beredderde alles met ccn koel heid, alsof hij de bcdaardste mensch tor wereld ware, opdat dc orders van zijn patroon tot in ue uleinst© bijzonderheden zouden worden opgevolgd. Nog slechts twee dagen bleven er over, welke de thuiskomst van dc 1 patroon voor afgingen. „Morgen" zeide Atanasio in zichzelf, toen hij toevalligerwijze Lucietta mot haar kind ontmoette, die hem van uit de verte met een vriendelijk gebaar groette, dat hij ©venwel met een vreemden blik beant woordde. Morgen, morgen is het met jc geluk gedaan" Door Azor gevolgd, dwaalde hij tot laat in den avond over de vlakte. Na midder nacht ©venwel begaf hij zich n-.ar de her berg, waar hij tegen de deur begon te bon zen. Nadat hem was opengedaan, trad hij opgewonden naar binnen, en gaf order hem in het bekende vertrekje cenige flesechen, tabak eu kcht t© bezorgen en hem verder alleen to later». Aldaar sloot hij zich op mot rijn hond. Daar zat hij den ganschon nacht zijn vrczjclijk plan overwegen, waarvan niets hem meer deed afzien Teen de ochtend was aangebroken, verliet hij - i© plaats weer evenals de vorige keeren, doch ditmaal met een flesch, gevuld met cognac, bij zich. Hij arbeidde den ganscfen dag alsof er niets zou gebeuren. Pietro moest donzelfdcn avond thuis komen en zou alles volgens zijn bevelen in orde hebben bevonden. Het metaal in den smeltkroes begon hier en daar door dc een of andere verbinding heen vurige stralen uit to werpen, als wachtt© het met ongeduld o~i los to harsten on zich in do openingen uit tc storten, tus- schen do uithollingen aangebracht. Een helsoho warmte stroomde uit dat witgloei end© brandpunt, waarin het ijzer vloeibaar was als water. Atanasio onderzocht alles met do grootst© nauwgezetheid en gaf de laatste orders', Vervolgens, teen het oogenblik was aan gebroken om de werkzaamheden t© staken, floot hij even naar zijn hond, welke zich voorzichtigheidshalve op een verren afstand van dio hel had gehouden, om zich daarna op zijn gemak naar zijn .woning to bege ven. Het was zet. uur; de trein, waarmee!© zijn patroon moost tcrugkceren, kwam niet vóór tien uur aan; al do werklieden wa ren op dat uur te saam geroepen ten cin- do de verdere bevelen to ontvangen. Ata nasio had vier vollo uren voor zich. Hij trad zijn woning binnen, ontdeed zich van 2ijn werkpak cn trok zijn beste klcercn aan. Hij neuriede iets binnensmond; maar toch scheen er zich een trek van inwendige onrust op zijn gelaat af tc teekenenAzor althans, in een hoek van het vertrek terug getrokken, keek hem met strnkken, rusto- loozcri blik aan en volgd© hem met zijn ver standige oogen in al zijn bewegingen. (Worclt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 5