No. 14280.
Anno I5GG
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Ontrouw trossw.
zou staan een officier met den rang van
generaal.
l)at in iedere provincie een officier met
den rang van kolonel kot bevel zou moeten
voeren.
Dat verder ieder gewest zou worden ver
deeld in districten mee een majoor aan het
hoofd, en dat aan het hoofd van do politie
in een gemeento een kapitein of een luite
nant zal staan naar gelang van de greotto
der plaats.
In zeer kleine gemeenten kan een ser
geant of een korporaal het bevel voeren.
Ik meen, dat men op die wijze een uit
stekenden politiedienst zou kunnen ver
krijgen, waarin zoowel voor de bereden als
voor de onbereden wapens een plaats zou
zijn, en waardoor bij plaatselijke beroerïn-
gende manschappen gemakkelijker zouden
kunnen worden geconcentreerd.
Het leger zou, dunkt mij, daarvan goede
vruchten plukken, wijl langs dien weg
soldaten, onderofficieren en officieren een
fatsoenlijke retraite zou verzekerd zijn."'
Om niet in hetzelfde euvol te vervallen
als het capitulantenstelsol, zou de Mid d.
Courant", bij eventueelo verwezenlij
king van hot denkbeeld, in overweging wil
len geven, ook een zeker percentage der
betrekkingen bij do politie open te laten
voor burgers.
„Wat de schrijver in overweging geeft
ten opzichte van hot blijven in de militaire
gelederen van do meest valide elementen,
dit heeft een bedenkelijke zijde. Bij de po
litie mag men toch zeker zich niet tevre
den stellen met minder goede krachten.
Ook zou het blad niet wonschcn, dat de
invloed van den burgemeester op politie
zaken geheel verdween. Die invloed komt
het noodig voor, omdat bij een rijkspolitie
dienst het publiek zoo licht bloot staat aan
maatregelen van willekeur, adres aan
Duitsohland, waar 'nogal eens geklaagd
wordt over den militairen geest van do
politic-agenten, die vaak veel te streng op
treden, vooral door hun gemis van voeling
met de bevolking.
En dan do financieele zijde van het plan.
Wordt de politie rijkszaak, dan zou 's lands
budget aanmerkol jk stijgen en de grooto
steden zouden naar evenredigheid veel meer
ontlast worden dan de kleine, die betrek
kelijk luttele uitgaven voor hun politie heb
ben te dragen.
In het weekblad „D e Nederland-
sche Jager" wordt er de aandacht op
gevestigd, dat tegenwoordig zooveel g c-
6? troop t wordt door landweer-
plichtigen, die met verlof zijn. De
zen hebben hiertoe een mooie gelegenheid,
omdat zij hun geweer mee naar huis krij
gen. In het begin meende men, dat ha-
gelpatronen niet op Rijksgeweren gebruikt
konden werden. To Zutfen worden nu ch-
ter hagelpatronen voor deze geweren ver
kocht, waarmee zeer veel wild gestroopt
wordt.
Naar aanleiding van dezo mededeel ing
merkt men aan dc ,,N ieuwe Rotter-
cfamscko Courant" op, dat het ver
anderen van losse patronen in hagelpatro
nen zeer eenvoudig gaat. De houten kogel
wordt afgenomende huls met hagel ge
vuld ca dezo met een prop vastgezet. Een
geweermaker te Arnhem verklaardo den
schrijver, dat hem jaarlijks na afloop der
Versoh.illeude manoeuvres groot© hoeveel
heden losse patronen to koop worden aan
geboden, en dat dit ook aan anderen
geschiedt; deze patronen worden dan ge-
wijz'gd en als hagelpatronen in den !un-
del gebracht. Dat is echter zoo eenvoudig
dat verscheidene landweermannen het zolf
doen.
Men kan dus hagel schieten uit het ïn-
fanteriegeweer. Natuurlijk zal het een
eonigszins onregelmatig verspreid schot ge
ven door do misvorming van den hagel op
en tegen de scherp© kanten der velden (liet
gedeelte van den loop tussehen de trekken),
en zal bij veelvuldig schieten en gebruik
maken van geharden hagel (chilled shot)
do loop beschadigd worden op do kanten
der velden en voor het kogclsohot worden
bedorven. Ook is bij gebruik van groven
hagel misschien een vastraken van dc ha-
gelmassa door do vervorming van den ha
gel on door do trekken niet uitgesloten.
De schrijver wijst er nu op, dat geweren,
bestemd om den vijand van ons grondge
bied te weren, op deze wijze voor het
kogekc.:ot worden bedorven. De geweren
werden door het schieten met hagel on
bruikbaar gemaakt voor het kogolschot en
dus voor liet doel, waarvoor zij vervaardigd
werden. Om dit te voorkomen, beveelt do
schrijver het volgende aan:
Het meest afdoende middel zou zeker
bettaan in het bouwen van magazijnen,
waarin districtsgewijzo zoowel dc geweren
als de patronen voor do landweer opgelegd
konden worden. Zeker zijn hieraan kos
ten verbonden; doch dan was de zaak
ook op afdoende wijze geregeld Meet
echter de bezuinigingswoede, die het steeds
op da Hoofdstukken VI en VIII der be
grooting heeft gemunt, ook hier het laatste
woord spreken, dan verdient wellicht lier
volgende overweging
Bij mobilisatie kan do landweerman zijn
geweer niet gebruiken, omdat hij geen pa
tronen heeft; deze moeten hem nan wor
den uitgereikt. Zouden er nu beswaren te
gen zijn, om, als do landweerman zijn ge
weer medeneemt, dit onbruikbaar te ma
ken door den grendel er uit te nemec en
dit stuk te gelijk met dc patro ion hem
weer uit te reiken? Men zal hicr'ogen in
brengen, dat elke grendel bij een bepaald
geweer behoort, maar hot is nog de vraag
óf geweren en grendels niet door elkander
kunnen worden gebruikt. Moet dezo vraag
bepaald ontkennend worden bcautwoord,
dan is dit zeker een groot bezwaar, dat
echter mijns inziens wel overwonnen kan
worden. Dwaal ik hierin, dan is het bou
wen van magazijnen een onafwijsbare
eischwant u t. het hierboven besprokene
blijkt duidelijk, dat de toestand niet kan
blijven zooals hij op liet oogonblik if.
De Haagschc correspondent van de ,,Zu t-
phenscho Courant" heeft enkele
opmerkingen gemaakt naar aanleiding van
liet wetsontwerp tot w ij 7. i g i n g van
dowot op do Rijkspostspaar-
b a n k.
Het wetsontwerp wil „hun, die dc Rijks
postspaarbank wonschcn to gebruiken om
hun kleine kapitalen rontcgcvend te beleg
gen, gelegenheid geven ook bedragen van
meer dan 1200 gulden tegen genot van ren
te aan dio spaarbank toe te vertrouwen,
alsmede om, zoodra zij een bedrag van circa
50 gulden bijeen hebben, een meerdere ren
te te genieten, dan op de gewone spaar
bankboekjes kan worden uitgekeerd."
Daartoe is het in België populaire stel
sel der „Carnets de rente" gekozen.
De inlegger kan c-lke 50 gulden tegoed
van zijn spaarbankboekje deen- overschrij
ven op een staatsschuldbockjc, d.i. een be
wijs, dat hij tot oen nominaal bedrag van
50 gl'd. (of een veelvoud daarvan, tot C000
gld. toe) aandeel hoeft in ceri fonds van
drio-peroents nationale schuld, ingeschro
ven ten name der bank, dat telkens naar
behoefte wordt aangevuld.
Bij den tegen woord igen koerj maakt de
inlegger dus meer dan 3 pCt van zijn op
gespaard geld, doch heeft hij de slechte
kansen van koersachteruitgang to dragen.
De bank moet zorg dragen steeds voor
het volle bedrag der uitgegeven staats
schuldboekjes een inschrijving te bezitten.
De Rijkspostspaarbank zal dus daardoor
een nieuwen kring van bezitters tot zich
trekken: de houders van kleine vermogens.
Hoeveel er beneden do 6000 gulden in Ne
derland bestaan is niet te bepalen, slechte
zeer ruw te taxeeren. Doch een schatting
van 50 a 70 duizend lijkt niet te hoog, in
dien men weet, dat alleen in het jaar
190-1 van 1190 kapitalen beneden 7500 gul
den successiebelasting werd betaald. Nog
minder laat zich vaststellen welk bedrag
daarvan in fondsen, welk in vaste eigen
dommen of anders is belegd, doch zeker is,
dat de maatregel, wordt hij ingevoerd, do
werking der spaarbank over een groot deel
der bevolking zal uitbreiden. Immers, do
kloino kapitalisten verkrijgen een behoor
lijke rente, zekerheid en ontslag van allo
moeilijkheden aan administratie en bewa
ring van effecten verbonden, terwijl zelfs
verlies van het op naam staande boekjo
hun geen nadeel kan berokkenen. Voor hou
alles voordeel. Het is dan ook te begrijpen,
dat in hetzelfde jaar, waarover onze cijfers
loopen, in België re.eds voor een totaal van
324 millioen franken op do „Carnets ito
rento" uitstond.
Öbk de Staat heeft een niet te miskennen
belang er bijde economische band tus-
schcn hem cn zijn burgers wordt cr door
Versterkt en... do 3 pCt. nationale schuld
zal door de vermeerderde vraag vermoe
delijk in waarde stijgen.
Aan den anderen kant noemt het voor-
loopig verslag terecht als een der nadcelin:
dat de invoering der staatsechuldbockjes
bevordert do onttrekking van kleine kapi
talen „aan de naaste omgeving der spaar
ders, waar zij vcor doeleinden van kanwel,
nijverheid of landbouw, of voor den bouw
van goed0 woningen zoo nuttig zouden
kunnen worden aangewend."
In Belgic bestaat dit bezwaar in geringer
mate, omdat de spaarbank cr vrijer is in
de boLgging der haa.' zelf toevertrouwd
golden.
De Rcgccring maakt zich wel gemakke
lijk er vaii af: zij wijst cr op, dat de Staat,
.Indien hij in de toekomst voomchottcn
ingevolge de Woningwet meet verstrekken,
toch weer heb geld voor dc aangegeven
doeleinden gebruiken zal en dat door do
der Rijkspostspaarbank gegeven bevoegd
heid om haar gelden in leeningen van ge
meenten en waterschappen to beleggen, een
deel der spaarpenningen weer naar hot
platteland terugvloei':.
Bevredigend is dit antwoord slechts in
geringe mate. Doch 1: vfc ons hopen, dat do
ministers Krans en De Meester, dio het
ontwerp ondcrteckendcn, inderdaad te ge
legener ure dc benutting der spaarbankgcl-
den ernstig zullen overwegen en dat zij cr
toe zullen kunnen besluiten de Rijkspost
spaarbank tot een hefboom der welvaart in
dubbel opzioht te herschoppen.
Miildenstajulftkapierfl.
Naar wij vernemen, is do heer J. S.
Mcuw&en, voorzitter van den Ned. Bond
van vcrccnigingen van den handeldrijvcn-
den cn indtiLtrieelen middenstand, giste
ren naar Duitschland vertrokken, tot het
maken van een studicreif, in verband met
do voorgenomen reorganisatie \an onze
Kamera van Koophandel en Fabrieken
Gelijk men weet, zal bij dezo reorgani
satie plaats worden ingeruimd voor een
tpecialo vertegenwoordiging van den mid
denstand, in den vorm van Middenstandi-
kamerf.
De lieer Meuwsen gaat nu ie Berlijn en
Hamb-irg do inrichting bostiidoeren der
Handels- und Gcwerbekammern, cn zal
daaromtrent aan het bestuur van genoom-
don Bond rapport uitbrengen.
Dit, gevoegd bij do vele, rce< 3 uitge
brachte adviezen van bij den Middenstand
aangesloten vcrcenigingen uit den lan ie,
zal, naar men van betrokken zijdo verwacht
voldoende materiaal vormen om tc komen
tot do beste, do meest practischo verte
genwoordiging van den Nederland: chen
handeldrijvcnden en industricclcn midden-
stond. (Tel
Eon rij bows ju ingetrokken.
Dc minister van waterstaat brengt ter
kennis, dat bij vonni3 van het kantonge
recht tc Dordrecht, dd. 11 Juli jl aan
Abraham Laarman, oud 21 jaar, van be
roep teekojnaar, wonendo te Dordrecht,
Noordondijk 72d, aan wicn is uitgereikt
een rijbewijs onder jaarnummer 1253, we
gens overtreding van art- 15 der Motor
en Itij-wielwet 1905, de bevoegdheid is ont
zegd tot het besturen van motorrijtuigen,
gedurende don termijn van zes maanden,
welke termijn is ingegaan op 7 Aug. jl.
D«':e bekendmaking door den Minister
geschiedt op grond van art. 20 van boven
genoemde Motor- cn Rijwiclwet.
(„St.-Ct.")
In een driester over het blijvend
gedeelte zegt „De Standaard":
Minister Staal wil, naar de berichten
luiden, het zoogenaamd blijvend gedeelte,
speciaal van de bereden troepen, prijsge
ven.
Hoe daarover te oordcelen?
Zeker is het, dat het „blijvend gedeelte"
de Militie-wet niet stempelt tot een volks
leger, maar eigenlijk op verkapte wijze de
loting en daardoor de bevoorrechting van
heb kapitaal weer invoert.
We beJiooren toch eeD Militie-wet te
hebben, waarin geen blijvend gedeelte noo
dig was. Met andere woorden: zoodanige-in
deeling van de militie, dat er ten allen tij
de één gedeelte voldoende afgericht is, om
desnoods dienst te kunnen doen tegen den
vijand, terwijl het andere gedeelte nog niet
zoo ver gevorderd is. Dit ware zeer wel
uitvoerbaar door niet alle miliciens van een
lichting to laten opkomen op hetzelfde tijd
stip, maar in twee of drie groepen met een
tusschcnruimte van drie maanden.
Doch heel anders staan we er thans voor.
De Minister laat de bestaande wet een
voudig onveranderd, volgens welke alle mi
liciens, met uitzondering van de vier-
maanders, gelijktijdig opkomen in Maart.
De geheele lichting is dan afgericht en be
hoorde dus ook naar huis te kunnen gaan
tegen December; maar... dan zouden er van
December tot Juni geen voldoend afgerich
te manschappen zijn.
Bij het naar-huia-zenden van het zooge
naamd blijvend gedeelte zijn er alzoo, van
December tot de nieuwe lijhting in Maart
opkomt, bijna in het geheel geen man
schappen in dc kazerne.
Waar moet het dan heen, indien er weer
opstootjes dreigen al3 bij de staking in
1903?
De Minister maakt het zichzelf wijs, wat
hij vroeger in zoo scherpe bewoordingen bij
anderen heeft afgekeurd, dat, als do
geest in Amsteixlam niet te best- is en op
storm staat, het juist in Amersfoort en
Leiden mooi weer zal zijn. Alzoo: dreigt er
staking in Amsterdam, dan '"unnen er troe
pen komen uit Leiden en Amersfoort. Doch
hij vergeet, dat, wanneer do geest des ver-
zets eens vaardig wordt in Amsterdnjs, wel
gezorgd zai zijn, dat er ook in Amersfoort
cn Leiden wat te doen valt.
Dit geldt vanzelf de onbereden troepen*
En wat nu betreft de bereden wapenen, in
het bijzonder de cavalerie, om der kosten
wille in haar getalsterkte reeds gereduceerd
tot een minimum.
Bij dc laatste Legerwet werd ze wel
eenigszins uitgebreid, maar ze bleef toch
bedenkelijk zwak.
De organisatie schrijft thans voor 20
veld'eskadrons van 120 sabels ieder. Dat; is
eigenlijk reeds veel to zwak; doch or is op
gerekend, dat de eskadrons ten allen tijde
sterk genoeg onder do wapenen zouden zijn
alreeds vóór de mobilisatie was afgeloopen,
en aan dc grenzen to zijn met de gansche
cavalerie op volle sterkte.
Door den maatregel, thans door den Mi
nister ingevoerd met volkomen afwijking
van de legerorganisatie, wordt dc sterkte
der eskadrons tot de helft teruggebracht,
wat betreft de manschappen.
Met andere, woordenindien met October
moet gemobiliseerd worden zal men hebben
in plaats van 120 sabels-eskadrons sleokis
60. En het gekst© is, dat intusschen de zeel"
dure-organisatie van paarden en kader en
officieren blijft.
Om de anti-militaristen te believen, al
thans in de hoop levensverlenging van hen
te mogen verwachten, deinst de Minister er
niet voor terug om op het allergevaarlijkst
oogonblik, n.L de eerste paar dagen van do
mobilisatie, onze weerstandsmacht aan de
grens met 50 percent te verminderen.
Een nationale fout van in tuchteloosheid
©v.'erelcande vrijheidszucht schrijft
„Heb Vaderland" is een erfstuk
dat niet met één ruk is af te. schudden
een kwaad als drankmisbruik, dat bij de
baldadigheid zich helpend aansluit, des-
10,
Id die treurige dagen van afwezigheid
van haar echtgenoot trachtte de jonge
vrouw troost te vinden in de verzorging van
haar kind, dat zij zoo innig liefhad; en
daarbij wist zij, dat behalve het bescher
mend oog barer naaste betrekkingen, nog
ieuiand vcor haar veiligheid' en die van
haar schat waakte, en wel hij de makker
uit d© jeugd van haar echtvriend. Dit alles
saamgenomen bracht haar gedurende Pie-
tro's afwezigheid tot kalmte. Deze toch liad,
alvorens te vertrekken, Atanasio glimla
chende toegevoegd:
„Ik beveel jo mijn vrouw aan, houd een
„waakzaam oog op haar."
Den werkman lachte zulk een zeldzaam
.vertrouwen ton zeerste toe. In do hoop
haar niet tc ontmoeten, bewoog hij zich op
die uren van den dag, waarbij hij meende
haar niet te zullen aantreffen, in den om
trek der woning tot juist© opname van de
paden en wegen, daarop uitkomende, in
verband met het snocdc plan, dat al meer
en meer m zijn binnenste tot ontwikkeling
kwam. Braoht evenwel het toeval hem on
verhoeds met haar in aanraking, dan wist
hij het te doen voorkomen alsof de plicht
hem dc aanwezigheid' aldaar "oplegde en
bezat hij den tact do gesprekken, doorgaans
over vervlogen tijden, over do heerlijke wo
ning en over meer dergelijke onderwerpen
loopende, zoodanig te 'ciden, dat de jonge
vrouw het meestentijds somber en knorrig
gelaat van den werkman daardoor zag op-
gelijks. Uitroeien tot op den wortel is hier
noodzakelijk een werk van ongemeen lan
gen adem. Wat geen reden mag zijn om
niet aan het werk te tijgen. En om niet
aan te pakken bij het beginbij d© jeugd.
De taak van den onderwijzer-paedagoog
ligt hier duidelijk aangewezen,
Deze overtuiging, die wol allen gemeen
zal zijn: dat jong© hoornen nog wel recht
zijn te buigen, brengt tevens de vraag
naar doeltreffend© repressie op het tapijt.
Uit baldadig© straatjongens gi<oeien
misdadige mannen op. Onderdrukking van
jongenskwaad kan voorkoming zijn van
mannen vergrijp
Zijn wij nu hier niet jammerlijk ten
achter'? Hoe lief een onderwijzer zijn
schoolkind heeft, de roede moet hij spa
ren; niemand weet dit beter dan wie dub
bel en dwars de roe verdiont! En het ge
zag op straat, de politie-agsnt Ook waar
men zich in voldoende politie-m acht
verheugen kan, is daar tevens reden tot
roemen in politie-g ©zag?
Te worden „opgebracht" schrikt meni-
gen kwajen snuiter af. Maar och, wat valt,
eens doorleefd, deze operatie meeHet is
al vrij ernstig als weken, zoo niet maan
den, na dato, het boefje in des kanton
rechters handen valt. En nu willen .wij bijv.
van do kanton rechterlijke „berisping"
geen kwaad zeggen. Een ernstig woord
van een ernstig man kan zeer véél uit
werken. Indien maar de berisping onmid
dellijk volgde op het berispelijk feitHier
wringt de schoen der gerechtigheid aller
pijnlijkst t. w. voor de maatschappij,
die bescherming behoeft tegen do boosdoe-
•nertjïes-rn-fwasdom; 'die ©naken tzetvoor
komen er veel te gemakkei ijs af.
Snel recht, hardhandig recht desnoods,
dat spreekt den straatbengel toe in een
taal, die hij verstaat; hijzelf weet van geen
wekenlang beramen, hij is een kind van
den dag, van het uur van het oogenblik.
Tegenover hem heeft Justitia haar deftig
heid en haar bedachtzaamheid aan den
den kapstok te hangen; zij moet toegrij
pen om begrepen t© worden.
Wie brengt ons den p o 1 i t i e-r e 0 h-
t e r of den tuchtmeeste r-p o 1 i-
ti c-ag ent?
In d© „M i d d. Courant" deed een
lezer het denkbeeld van één algcmee-
no rijkspolitie aan de hand.
Bij de politie toch zijn vele, zoo niet alle
diensten bijzonder geschikt om door mi
litairen te worden waargenomen.
Op dit oogenblik bestaat in Nederland
zeer weinig eenheid in den politiedienst.
Daar is rijkspolitie en daar is gemeente
politie.
Tot de eerst© behooren d© marechaussee
en d© rijksveldwacht; de gemeente-politie
is in bijna iedere gemeente verschillend
ingericht.
„Ik acht" zoo schrijft deze Vlissinger
„het wenschelijk, dat in Nederland één
rijkspolitia word© ingesteld, ongeveer in
gericht als het korps marechaussee, en dat
do gemeenten worden ontheven van de
verplichting, er een eigjen politie op na
to houden.
Ik meen, dat hieraan de volgend© voor-
deelen zouden verbonden zijn:
lo. Er zou meer eenheid komen in den
politiedienst, waarvan vooral do kleiner©
gemeenten en het platteland zouden profi-
teeren.
2o. Door het invoeren van dio rijkspoli
tie zou een prachtig débouché worden ge
opend voor het leger, zoodat daarin zouden
kunnen blijven alleen de meest valid© sol
daten, onderofficieren cn officieren., Bo
vendien zou de opklimming in rang der of
ficieren spoediger kunnen plaats hebben,
zoodat men bijv. kapiteins van 30, majoors
van 35 en kolonels van 40 jaar zou kunnen
krijgen.
3o. Zou men d© gemeente ontheffen van
d© kosten der politie, waardoor dan reeds
een stap zou gedaan zijn op den weg van
een beter© regeling van Rijks- en gemeen
telijke financiën.
Wat de organisatie van de nieuwe rijks
politie betreft, stol ik mij voor:
Dat aan het hoofd van het geheele korps
helderen en zij volkomen begreep hoe goed
zulk gekeuvel hem aandeed, waartoe zij zich
op zoo vriendelijk© wijze leende.
Dooh met al haar ©delmoedigheid en lief
devolle goedheid kon zij niet vermoeden
welke vreeselijke voornemens in het hart
van dien man sluimerden; het was haar
gaheel en aJ onbekend, dat achter die go-
waan do plichtsbetrachting zich niets aan
een boosaardige bedoeling schuil hield. Was
Pietro evenwel weer teruggekeerd, dan
sloot Atanasio zich andermaal in zijn een-
zarno afzondering op ter overweging van
dat plan, waarvan d© gedachte aan het
welslagen hem als een voldongen feit toe
scheen en hem met helsche vreugde vervuld©.
Terwijl d© rampzalige man aldus in de
hoogst© spanning voortleefde, in afwach
ting van de ecne of andere geschikt© gele
genheid, om zijn slag waar t© nemen, wild©
juist het toeval, dat Pietro andermaal voor
een vier- of vijftal dagen op reis moest tot
het bekomen van een nieuw scort brandstof,
waarmede hij proefnemingen wild© doen op
een oven, volgens de laatst© vinding samen
gesteld. Het spand© met de werkzaamhe
den: vóór het eind' van de week moest een
hoogst aanzienlijk© en belangrijke hoeveel
heid metaal gegoten worden, waarvoor men
reeds langen tijd bezig was de vormen te
stellen, de benoodigdheden daartoe in orde
te brengen, de andere ovens in te.richten.
Alvorens echter to vertrekken, richtte de
principaal zich tot Atanasio cn zeide hem:
„Juist op het gewichtigst oogenblik,
waarop mijn tegenwoordigheid' in de gie
terij het meest noodig, ja haast onmisbaar
is, moet ik mij voor cenigcn tijd verwijde
ren; ik heb het zoolang mogelijk uitgesteld,
dooh d© zaak is t© dringend, en een ander
in mijn plaats zenden gaat ten eenenmalo
niet. Ik stel jou dus hier in mijn plaats
aan in de gieterij, waartoe je, naar mij be-
bekend is, alle bekwaamheid bezit en ook alle
vertrouwen rechtmatig verdient; dus op jou,
mijn waarden Atanasio, rust de geheele zaak
tot Zaterdag. Zonder mankecren keer ik
Vrijdagavond terug; ik wil alles gereed vin
den om Zaterdagochtend "rocg met het gie
ten een aanvang tc nemen. Zorg alles goed in
gereedheid te brengen; van uitvluchten cn
verontschuldigingen wil ik niets hooren.
Heb je begrepen?"
„Ja, mijnheer."
„Dus ik reken op je. Vergeet het niet.
Tot Vrijdagavond."
Do heer Frangia vertrok. Atanasio ge
voeld© zich opgelucht; geen andere ge
dacht© behcerscht© i.em thans dan van die
gunstige gelegenheid gebruik t© maken,
door aan zijn nu geheel tot rijpheid ge
komen plan uitvoering t© geven.
De opgewondenheid van Atanasio, nu
het uur van wraakneming zoo nabij was,
had haar toppunt bereikt. Zijn besluit
was onwrikbaar. Hij zou naar Lucietta
gaan, haar to sproken vragen, haar het
kind onder kaar oogfrn weg rooven, er
mee vluchten, heel ver, of zoo het noodig
moest zijn, haar, het kind en ook zichzelf
dooden. Nog drie dagen en haar echtge
noot zou teng", Jjf'jn; ©n ditmaal, ojlvo-
rons hij wederkeerde, moest het een of
ander verschrikkelijke feit plaats hebben
gehadhij ha 1 het zichzelf gez-worenhij
herhaalde het zich duizendmaal per dag;
hij zeid© het in zichzelf om zich moed
in to pompenzich nog meer daartoo aan
t© zettenhij zou een lafaard geweest
zijn, indien Pietro bij zijn terugkeer den
toestand hao teruggevonden zooals hij dien
verlaten had, cn dat hij, Atanasio, voort
durend met een wraakneming in het hart
z-ou moeten rondloonciL
En terwijl dusdanige strijd liom dcor
den geest woedde, bleef hij kalm, stilzwij
gend en beredderde alles met ccn koel
heid, alsof hij de bcdaardste mensch tor
wereld ware, opdat dc orders van zijn
patroon tot in ue uleinst© bijzonderheden
zouden worden opgevolgd.
Nog slechts twee dagen bleven er over,
welke de thuiskomst van dc 1 patroon voor
afgingen.
„Morgen" zeide Atanasio in zichzelf,
toen hij toevalligerwijze Lucietta mot haar
kind ontmoette, die hem van uit de verte
met een vriendelijk gebaar groette, dat hij
©venwel met een vreemden blik beant
woordde. Morgen, morgen is het met jc
geluk gedaan"
Door Azor gevolgd, dwaalde hij tot laat
in den avond over de vlakte. Na midder
nacht ©venwel begaf hij zich n-.ar de her
berg, waar hij tegen de deur begon te bon
zen. Nadat hem was opengedaan, trad hij
opgewonden naar binnen, en gaf order hem
in het bekende vertrekje cenige flesechen,
tabak eu kcht t© bezorgen en hem verder
alleen to later». Aldaar sloot hij zich op
mot rijn hond. Daar zat hij den ganschon
nacht zijn vrczjclijk plan overwegen,
waarvan niets hem meer deed afzien Teen
de ochtend was aangebroken, verliet hij
- i© plaats weer evenals de vorige keeren,
doch ditmaal met een flesch, gevuld met
cognac, bij zich.
Hij arbeidde den ganscfen dag alsof er
niets zou gebeuren. Pietro moest donzelfdcn
avond thuis komen en zou alles volgens
zijn bevelen in orde hebben bevonden. Het
metaal in den smeltkroes begon hier en
daar door dc een of andere verbinding heen
vurige stralen uit to werpen, als wachtt©
het met ongeduld o~i los to harsten on
zich in do openingen uit tc storten, tus-
schen do uithollingen aangebracht. Een
helsoho warmte stroomde uit dat witgloei
end© brandpunt, waarin het ijzer vloeibaar
was als water. Atanasio onderzocht alles
met do grootst© nauwgezetheid en gaf de
laatste orders',
Vervolgens, teen het oogenblik was aan
gebroken om de werkzaamheden t© staken,
floot hij even naar zijn hond, welke zich
voorzichtigheidshalve op een verren afstand
van dio hel had gehouden, om zich daarna
op zijn gemak naar zijn .woning to bege
ven. Het was zet. uur; de trein, waarmee!©
zijn patroon moost tcrugkceren, kwam niet
vóór tien uur aan; al do werklieden wa
ren op dat uur te saam geroepen ten cin-
do de verdere bevelen to ontvangen. Ata
nasio had vier vollo uren voor zich.
Hij trad zijn woning binnen, ontdeed zich
van 2ijn werkpak cn trok zijn beste klcercn
aan. Hij neuriede iets binnensmond; maar
toch scheen er zich een trek van inwendige
onrust op zijn gelaat af tc teekenenAzor
althans, in een hoek van het vertrek terug
getrokken, keek hem met strnkken, rusto-
loozcri blik aan en volgd© hem met zijn ver
standige oogen in al zijn bewegingen.
(Worclt vervolgd.)