No. 142G8. LEIDSCH DAGBLAD, WÖ2HSDAC 29 AUCIT3TU3, TWEEDE BLAD, Anno rö06. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Door tegenspoed gelouterd. Uefc besluit van do Algemeen© lynode der i. d.-H c' r v. Kerk be seffende het lidmaatschap der Tweed© Kamer, door predikan- e n te vervullen, een besluit, dat, zoo- Ja gemeld, nog nader moet worden be machtigd geoft ,,H o u o n Trouw" tanleiding om over „dominees in do poli- ick" te spreken. In 1887, merkt do redactie op, is uit over nacht van vrijzinnigheid uit d© Grondwet le bepaling weggenomen, dat ,,een gees te- ij ko of bedi naar van den godsdienst, als ïoodanig werkelijk dienst doende," geen id van d© Kamer kou zijn. Misschien voor een deel ten gevolg© van iet niet meer bestaan van deze bepaling, ;ckcr ook voor een deel ten gevolge van iet doorheen haspelen van godsdienst en lolitiek is het aantal politiseerende do- ainees toegenomen. De bezwaren tegen dezen toestand wor- len van verschilcndc rijden onder de logen gezien. |Er kan natuurlijk niets tegen zijn, dat ern predikant, di© zich tot de politiek roeit aangetrokken, zijn ambt in den steek aat en Kamerlid wordt. Wanneer hij neent, het vaderland op deze manier jrooter diensten te kunnen bewijzen, kan nen het zelfs als zijn plicht beschouwen. Yan waar dan hot verzet tegen het po itiseeren der deminee Yan verschillende ijden, in de eerste plaats van orthodoxen iant, is beweerd, dat het ambt van den geestelijke t^ hoog staat, om te worden bezoedeld met politiek slijk; minder heftig uitgedrukt: zij vrcezen, dat de waarneming yan het herdersambt zou lijden onder de deelneming aan het politieke leven. Yan vrijzinnige zijde vooral is liet ba- zwaar tegen de dominees in db politiok 'dit, dat het clericalismo in de hand wordt gewerkt. De geloovigen hechten veel waarde ook aan de politieke woorden uit 'den mond van den voorganger die hun kort van te voren woorden van heilig geloof verkondigde. Dit maakt, dat zij ook diens politieko jdtingen voor do absolute waarheid! hou den en belet hen in den vollen zin heb „boor en wederhoor" toe te passen. Er zit foor ons iets weerzinwekkends in dit misbruik maken van den invloed, dien de geestelijkheid heeft op haar volgelingen. „Men zou het niet hebben verwacht: de kerkelijke organisatie zelf is bezig te met to doen, wat de grondwetgever van 1S?7 heeft verricht," zoo besluit ,H o u en Trouw" haar beschouwing. „In do Iler- jYormd'e Kerk zelf is 'o weerzin vegen bei politisceren der dominees er waren, meenen wij, ongeveer 30 dominees-candi- daat-Kamerleden in 1905 zoodanig toc- g-enomcin, dat in do Synode het voorstel in 1905 en in 1806 is aangenomen om de yerceniging van do betrekkingen van do minee en Kamerlid te verbieden. Waar schijnlijk zal dit voorstel weldra bindende kracht krijgen. Na het bovenstaande behoeft het nauwe lijks gezegd, dat wij ons zullen verh ïugoi over zulk een beslissing." Bijzonder trof ons zegt do „Arn hemse he C o ii r a n t" onderstaand Btukje in het „Ut. recht ach Dag blad" onder den titel: Doodstraf. In zake do doodstraf schreef Edoua^d Drumont onlangs mooi artikel, waar in hij er op wees, hoe volken, die d© dood straf afschaften, dikwijls veel wreeder 'straf daarvoor stelden i d© plaate. Hij liet on-, zien, hoe de Italiaansch© koningsmoordenaar Bresci werd geplaatst in een cel, waarin de duisternis elk et maal met verfijnde zorg werd! gegradu eerd- Elke bezigheid was hem onmogelijk, spreken verbodeD, lézen of schrijven vol strekt uitgesloten. Eq zoo kropen voor den veroordeelde traag de minuten, minuten, .minuten voort, de uren, uren, ureneen jaar lang, tot hij krankzinnig werd en stierf. Wanneer wij do beschrijving lezen van de ter-dood-brengin^ van Ravaiilac, vraagt Drumont, welke straf noemen wij dan de meest wreede, die van Ravaiilac of li© van Bresci? Gesteld eens, zoo vraagt hij verder, dat Bèccaria, do vader van do gradatie der straffen, in Bresci's cel was verschenen en hem gezegd had: „Ik ben het, aan wien gij de afschaffing der doodstraf te danken hebt," zou Brcsci, zoo hij nog eenige kracht bezeten had, dan niet zijn opgevlogen en den philanthroop hebben geoorvijgd t En zoo aan do deur der cel versohen<jo was de beul, naar oude traditie met ge maskerd gelaat, geheel in het rood gekleed, het vreeselijko slagzwaard in d© hand, zou Bresci de armen niet hebben uitgebreid en liebbon geroepen: „Ik dank u, broeder, dat gij mij komt verlossen." En dan zegt d© „Arnhemsch© Courant": Het is natuurlijk een kwestie van smaak zulke melodramatische ontboezemin gen „mooi" te noemen; wij voor ons zien in zulk ziekelijk sentimenteel gebazel niet alleen niets moois, maar achten het ook bo(vendien onwaar en misleidend. Gesteld, het ware alleen uit overwegin gen van humaniteit, dat in enkele lanoen do doodstraf is afgeschaft of op het punt staat afgeschaft to worden, dan zou toch haar vervanging hier en daar door veel wreeder straffen nog geen argument zijn kunnen, om nu uit pure humaniteit maar weer tot do doodstraf terug te keeren, maar behoort, uitgaande van hetzelfde beginsel, aan de geraffineerd wreed© 8traffon, gelijk op Bresci en ook elders wel in gewijzigden vorm op anderen zijn of worden toegepast, ten spoedigste een einde gemaakt te worden. Doch de doodstraf ia niet afgeschaft allereerst uit medelijden met de misdadi gers, maar vc r een groot deel heeft men daarin te zien de erkenning van d'e feil baarheid des rechters: do doodstraf is on herstelbaar en daarom reeds alleen is zij als straf verwerpelijk. Dit vergeet de ra dactie van het „Ut rechtsch Dag blad" geheel, als zij bij haar lezers het dwaalbegrip holpt ingang vinden, alsotf over vraagstukken van zulk een ernstige beteekenis het gevoel zou mogen beslissen, terwijl hieromtrent toch alleen de weten schap en heb gezond verstand uitspraak hebben t© doen. De „Nieuwe Provinciale Groninge r", anti-rev. orgaan, schrijft: Het ,,H andol.sblad" houdt, naar men weet, niet van de d r a n kw e t, al is dc opzet ook van liberaal maaksel. Dat bleek nu onlangs weer. Doordat enkele inrichtingen in Amsterdam niet gezorgd h/adden Ivoor het tijdig voldoen aan wet telijke voorschriften, die overigens duide lijk genoeg zijn, volgden er natuurlijk eenigo bekeuring© j. Het „Handelsblad'' bevatte toen een teckening met als onderschrift een versje, naar do wijze van het beroemd© lied „Do Bezem''; Do drankwet, d© drankwet, Wat doet men ©r mee, wat doet men er mee Men plaagt er mee, men plaagt er mee Ons volk, ons volk. Op dio wijze zou natuurlijk ook ieder wel kunnen zingen van alle wetten, waar mee hij door verzuim of overtreding in minder pleizierigo aanraking kwam. Heb „H andolsblad" lieeft, in zijn ijver om zekeren staatsman te treffen, daar zeker niet aan gedacht. Meu behoeft echter geen groot bewonde raar to zijn van de drankwet, om te er - kennen, dat zij in vele opzichten goed© gevolgen heeft. Zoo meldt men ons uit de gemeente Kantens: „Het getal gelegenheden, waarin sterk© drlank- In liet klein wordt verkocht-, is onder do werking der drankwet in d©z© gjeoneent© sterk verminderd. Bedroeg dit. in 1881 nog 34, thans is het aantal geslon ken tot 17. Het maximum-aantal, dat vol gens d© wet in deze gemeente mag aanwe zig zijn, is 8." Men ziet Meruit wel, dat door de wer king der wet, cn stellig vooral na de laat ste wijziging, do vrucht niet zoó gering is. Het aantal gelegenheden is gehalveerd. En de weg tot gestadig© vermindering, tot liet maximum bereikt is, dua voor een groot deel afgelegd. Al zouden wij het daarom ook niet wa gen een loflied op de wijze van „Do Be zem" te zingen, die Mer een groot aantal vergunningen wegvaagt het goede ge volg van do drankwet moet toch dankbaar erkend. Onder het opschrift: Niet b ij ster aantrekkbïij k schrijft „P a ti m, o- ni u m" „Degenen, die bij voorkeur alles van den Staat begeeren, poseeren gaarne als vo-'bj vrienden. Doch waar hun eigen streven op uit is, heeft voor ons, dank zij de tegenwoordige ervaring, geen bijzondere aantrekkelijk heid." Zoo vernemen wij thans uit do nieuws bladen, wat het beheer der fondsen van uitkeering kost aan het Rijk in Duitschland, De administratie van de ziekteverzeke ring in Duitschland kostte in het jaar 1885 3.6 millioen Mark en in het jaar 1901 niet minder dan 11 millioen. De ongevallenverzekering cischte uit dien hoofde in 1885 slechts 984,754 Mark en in het jaar 1C01 ïneer t vn 16£ millioen. Daar blijft liet niet bij, wanneer men nog let op de volgende cijfers. Toen de invalidenverzokering in werking trad, beliepen do administratiekosten on geveer vier millioen Mark en in 1901 wa ren zij gestegen tot bijna 12 millioen. Voor de drie taikken te z$men wa3 dus in 1901 alleen aan administratiekosten noocb'g ruim 39 millioen Mark- Onze lecers bemerken hieruit, dat alles, wat door den Staat geschiedt, peperduur is. Als de toekomst eens mocht komen, laat het zich aanzien, dat die op de flesch moet, want op die wijzo ia het onmogelijk een maatschappij in stand te houden. „De Nieuwe Courant" komt op tegen dc door don Minister bepaalde a f- schaffing van het b lij v c n d g'e- deelt bij do bereden wapens. Het blad zegt, dat, naar de loopend© geruchten, de inspecteurs der cavalerie en der artille rie en de commandant der bereden artillerie, zoomede al 'de 9 daarbij betrokken regi ments- of korpscommandanten de afschaf fing hebben ontraden, hetzij voorgoed, hetzij onder de bestaande omstandigheden. En naar „D e Nieuwo Oo'urant" ver neemt, heeft de Minister de aangevoerde argumenten niet weerlegd, nog minder ze ontzenuwd, maar ze eenvoudig doodge zwegen. Het blad herinnort aan de geheel andere houding, door den Minister bij de openbaro behandeling van zijn begrooting tegenover ■de kwestie van het blijvend gedeelte aan genomen, cn zegt ten slotte: „Heeft, zoo mag gevraagd worden, de Minister, dio zich in December zoo schrap stelde tegen do afschaffing of vermindering van het blijvend gedeelte, inmiddels do cm. tandigheden zoo weten te wijzigen, dat van die afschaffing bij de bereden wapens do nadeelen minder zullen worden gevoeld'! Heeft men bijv. maatregelen genomen om bij de bereden wapens een vrijwillig langer verblijf der militie in de hand te werken (Men weet, dat nu reeds een zeer groot per centage der daarbij ingedeolden, dit bij vrije keus doet in weerwil van den lango ren diensttijd.) Heeft men bij do vold-ar. tilleric een scheiding ontworpen in do op leiding tusschen stukrijders en kanonniers, zoodat do laatsten korter kunnen dienen'! Heeft men een andere organisatie der veld artillerie op het oog met normaal kleinere gevechtseenheden dan thans? Zijn in eenig ander opzicht de omstandigheden thans anders dan in December? Het antwoord moet beslist ontkennend luiden. Of, wat de cavalerie betreft, heeft de landweer bewezen, dat men zonder aarzelen aan deze taak der mobilisatie-dekking kan opdragen? Is het vertrouwen van den Mi nister op de landweer thans gevestigd? "Wij kunnen dit moeilijk overeenbrengen /met het door denzelfden Minister bevolen on- derzoek naar de afgeloopen oefeningen, nu nog daargelaten of een bevredigende uit slag tot ontwrichting van heb wapen der cavalerie zou mogen leiden. Zijn er maatregelen genomen tot locali- seering van vie militie der bereden wapens 1 Wij zouden nog vele diergelijke vragqn kunnen stellen en altijd zou hot antwoord moeten luiden: Alies is bij hetzelfde geble ven. De Minister heeft niets, letterlijk niets gedaan om do gevolgen van het uitgevaar digde decreet te neutraliseeren. Aan de vaardigheid der bereden wapens wordt een geweldige slag toegebracht. Het doet ons leed dezen Minister het brcekijzer to zienkantoeren, terwijl van den troffel nog zoo weinig te bemerken was. Wij kunnen d© gedachte aan beweegrede nen van uitsluitend politieken aard hierbij niot van ons afzetten: de politiek van het lage eindcijfer quand-même. Maar, daarme de gepaard, bekruipt ons dan tevens een gevoel van wantrouwen wantrouwen aan des Ministers „ernst" bij de behartiging der hem toevertrouwde belangen." Vredes-Conferentic. Het hoofdbestuur van den Algemeenon Ncderlandschen Bond „Yrode door Recht" beeft een adres gericht tob H. H. de Ko ningin, waarin het zegt: dat het diep teleurgesteld is, dat de Russische regeering, blijkens het gepubli ceerde concept-program, de werkzaamhe den van dc tweede vredesconferentie, welke ©oïflang te VGravenhago zal gehouden worden, in hoofdzaak wil beperken tot maatregelen om do rechten en verplichtin gen van oorlogvoerende partijen ook te genover andere Staten boter te omschrij ven en eenige verbeteringen te brengen in de facultatieve internationale rechtspraak; dab het de hoop had gekoesterd en nog koestert, dat, zoo het onmogelijk mocht blijken verplichte arbitrage reeds voor alle geschillen toe te passen^ door de bo venbedoelde conferentie internationale Rechtspraak althans zou verplichtend wor den verklaard voor bepaalde, door haar aan te wijzen geschillen, bijv. voor dezulke, als opgenoemd waren in artikel 10 van het oorspronkelijk door het redac tie-comité der eerste vredos-conferontio gedane voorstel, welk artikel toenmaals bij tweede lezing is weggevallen; redenen, waarom het hoofdbestuur oen vurigen wensch uitspreekt, dat op aandrang van Hr. Ms. Regeering het programma dor tweede vredesconferentie alsnog in dien zin worde aangevuld, dat oaarop als hoofd zaak komo te staando aanwijzing van dio soorte-u van geschillen, waarfvoor da in ternational© arbitrage voor allo toegetre den Staten verplicht zal zijn. Gemeenteraad van Ter-Aar. Voorzitter: de burgemeester. Afwezig: do heer Visser Notulen na voorlezing goedgekeurd Mededeelingona- dat de heer Visser ken nis heeft gegeven verhinderd te zijn do verga/dering heden bij Ie wonen; b. Een dankbetuiging van J. G. Baas, alhier voor de benoeming zijner echtgenoot© als onbezoldigd waarnemend telefoniste; c. dat aan deze gemeente volgens artikel 1 der wet van 24 Mei 1897, Staatsblad No. 156, zal worden uitgekeerd een bedrag van 3596.25^ gulden over het loopendc jaar; d. dat is goedgekeurd lo. het Raadsbesluit tot beschikking ov<yj- den post van onvoor ziene uitgaven, bedragende 101 gulden; ca 2o. Eet kohier van den hoofdei ijken om slag 1903. Yareingenoemde mededoeliageti zijn voor kennisgeving aangenomen. Vervolgens wordt aangeboden do begroe ting van de inkomsten en uitgaven dezer gemeente voor den dienst 1907, Do voorzitter stelt voor evenals het vo rige jaar een oommissie van onderzoek te benoemen, die in een volgende vergadering rapport zal uitbrengen. Miertoo wordt bo- sloten en in die commissio worden bij vol strekte meerderheid van stemmen benoemd dc heeren Van Zwieten, Hoogcrvorst en v. d. Hoorn, dio zich dio benoeming lieten welgevallen. Ia aan de orde: lo. voorstel verhooging gemeente-opcentcn personeel e belasting Door don voorzitter wordt te kennen ge geven, dat met liet oog op de aflossing en rente der in dit jaar aangegane geld- leening, noodzakelijk is, dat do gewon© inkomsten moeten worden verhoogd en het Dagclijksch Bestuur gemeend heeft do op centen op de hoofdsom personeel© belast, met 15 te vermeerderen Cn to breTigen op 35. Do heer Van Zwieten zoude liever een andere bron tot dekking zien en stelde voor invoering eener belasting op do honden of verruiming van den hoofdelijke» omslag. De hoer Kroon zegt, dat ook in dit geval ten goede komen kan do oanslagon der personen, dio nader zouden worden nage gaan en" waarvan door hem in do vorigo vergaderig is gesproken. De heer Hoo- gervorst oordeelt, dat men het niet bij do mindere klasse l>choeft tb zoekenover het algemeen is een gi-oot bedrag botor lo vinden. De heer Kroft zegt, dat het niet bedui dend zal zijn het totaal bedrag van do nog niet aangeslagenen in dén H. Omslag. Do heer Kroon kan zich wel vereonigea mét liet denkbeeld van den heer Van Zwieten om ook een hondenbelasting in te voeren en 8telt naar aanleiding daarvan voor. do opcenten personeilo belasting met 10 lo verhoogen cn to scheppen eon belasting op de honden. Do Raad vereenigdo zich met dat voorstel en besloot met algemeeno stemmen to heffen 30 opcenten op do hoofdsom der personeel© belasting cn in to voeren c.n hondenbelasting, een en an der te rekenen met 1 Januari 1907. Een nadere regeling omtrent deze laatste be lasting zal in een volgend© vergadering plaats hebben. 2o. Voorloopig© vaststelling gemeente-re kening 1805. Komt ter tafel do in de Raadsvergade ring van 7 Augustus jl. aangeboden e' gedurende veertien dagen ter inzago gek gen hebbende rekening van inkomsten er- uitgaven dezer gemeente over het dienstjaa< 1905. De lieer Van der Hoorn, lid der com missie van onderzoek dier Tokening, breng* op verzoek van den voorzitter verslag uit cn verklaart, dat zij ton opzicht© van den post in uitgaaf „het aansteken der lan tarens am den Aardam" begrepen onder volgnummer 61 bezwaar heeft gemaakt ea een bedrag van 15 daarvoor te hoog acht. Do commissie heeft gemeend dit onder den aandacht van den Rand to moeten bren gen. Overigens zijn geen bemerkingen ten opzichte der rekening in te brengen. Naar aanleiding van dat rapport stelt de voorzitter voor do rekening voorloopig vast te stellen in ontvangst op 10,288.89 in uitgaaf op 9816.00, batig saldo 472.83. Niemand overigens het woord verlan gende, wordt do rekening met algemeeno stemmen, uitgezonderd der tegenwoordig zijnde wethouders, die zich van stemming onthouden, voorloopig vastgesteld in ont vangst en uitgaaf hierbovengenoemd, over* eenkomstig het overgelegd concept-besluit* 3o. Begrooting schutterij. Wordt meege deeld, dat is ingekomen do begrooting van het derde bataljon rustondo schutterij dienst 1907 en m toelichting met algemee no stemmen voorloopig vatsgesteld in ont vangst en uitgaaf op 372.80. Niets meor aan do orde zijndo, wordt door den voorzitter voorts in overweging gegeven aan Gedeputeerde Staten ter be- stomder tijd voor te stellen des Maandags en des Donderdags van do weck de gele genheid te geven, dat hij voor do inge zetenen zal zijn te spreken en zulks in verband met de to verwachten toestemming om te Leiden te mogen blijven wonen. Do vergadering besloot, bij eventueel ad vies aaa Gedeputeerde Staten genoemde dagen voor to stellen. Hierna wordt de vergadering gesloten. 29) „Ja, zoo zyn do menschen nu", zei de directrice, zeer geërgerd; „deze Howard en haar kind waren den hongerdood na bij, toen zij hier werden opgenomen, en wij hebben alles voor hen gedaan om ze weer gezond te maken, en nu het kind door do goede verzorging gezond en flink is gewor den, vindt de juffrouw oris huis niet goed genoeg meer en wil kooger op. Hoogmoed en armoede passen echter slecht bij elkan der, zou ik denken, om nog niet eens te spreken van de ondankbaarheid, die ons treft!'' „A<jh, neemt u het niet zóó op", zei zus tor Elizabeth op zachten toon; „iedereen T. eet, das in een goed armenhuis, zooals dit, velen uit den nood en uit doodsgevaar wor den gered, en ik ben er zeker van, dat juf frouw Ho waad altijd dankbaar zal erken nen, wat u Voor haar en haar kind hebt ge daan. Maar u kent onze inrichtingen ook en weet daarom, dat wij, met onze vele relaties en ruim© middelen, meer voor de opvoeding en de toekomst van arme kinde ren kunnen doen dan de beste openbare in richting vermag. Daarom nemen wij graag van de armenhuizen zooveel kinderen over, als wij kunnen. Ik geloof, dat wij vriende lijk hand in hand kunnen gaan bij het werk; indien u de verdienste toekomt menig kind uit de diepste ellende op te halen, zijt u toch zeker met ons verheugd, als het Later JT^hikkiger cn onder betere levensvoorwaar den zijn leven begint dan het armenhuis ilicni kan verschaffen." „Een zacht antwoord keert de grimmig heid af", zeido de wijze Salomo; de direc teur cn zijn vrouw werden stiller, en gaven graag toe, dat de opvoeding in een armen huis voor de toekomst veel tegen zich had, en nadat zuster Elizabeth do wettelijke ver klaring, noodig voor de opname van het kind, had onderteekend, en Esther Howard nh haar, gingen beiden heen om bevel te geven No. 248 te kleeden in de kleertjes, di© de goede zuster had meegebracht, opdat dan daarna dat nummer aan de zuster kon worden overhandigd. De directeur veront schuldigde zich daarop wegens groote drukte en verdween, zoodat Esther alleen met de zuster achterbleef, die haar vroeg naast haar te komen zitten, en dadelijk heel vriendelijk met haar begon te praten. Over het kind moest zij zich nu vooral niet meer bezorgd maken, zei hij, al zou zij het ook in lang niet meer zien; de zusters besteden namelijk de kleintjes tot hun derde jaar buiten bij verschillende families uit, omdat buitenlucht en moederlijke zorg van een ervaren vrouw hun op dien leeftijd beter voorkwam dan de meest zorgzuldigo verpleging in een inrichting. Er kwamen slechts één of tWée kinderen bij één fami lie, en zij werden elke maand door zuster Elizabeth bezocht; zij maakte het allen uitstekend cn de kindertjes waren, heel dik flink in dc eigenlijke inrichtingen. „Dus troost u nu maar over uw kleine", herhaalde de goede zuster, „maar wat moet er nu van u yorden, juffrouw Ho ward? U zijt jong en tot werken in staat; is het eigenlijk voor u ook niet jammer, dat u hier in heb armenhuis zoudt blijven? Juffrouw Sullivan heeft mij met zooveel liefde over u gesproken en wij zouden gaarne bereid zijn, u voor een poosje bij ons een toevluchtsoord te verschaffen; als wij u dan wat beter kennen, konden wij u gemakkelijk een betrekking bezorgen, waar u uw eigen brood kunt verdienen. Hoo denkt u daarover. Het bloed vloog Esther naar het gelaat; alles draaide haar voor de oogen; weder vrij te zijn, evenals andere menschen, in baar eigen onderhoud te voorzien, verlost to zijn van dio andere armenhuis-bewoon sters en het vreeeeijke eentonig© van dit leven; waarlijk het was verlokkend genoeg Maar toen bedacht zij, dat zij nu Gods we gen wilde gaan en Zijn rechtvaardigheid haar zeker ter boetedoening in dit huis ge bracht had; zij had deze aanbieding van de zuster slechts te danken aan haar eigen klachten onlangs bij" de Billly's. Voor het kind mocht zij het aannemenheb kind was onschuldig; maar zij zelf, neen, voor voor haar was er slechts één weg: zich te buigen onder Gods hand en te lijden wat zij verdiend had. De zuster dacht ook na tuurlijk veel te goed over haar; als zij al1 les wist, zou zij zeker niet mét haar te ma ken willen hebben. Eindelijk verbrak zus ter Elizabeth Esthers schreien, door te her halen „Nu juffrouw Howard, wat denkt u van mijn voorslag?'» „Ik dank u met mijn geheele hart" was het zachte antwoord, „maar ik moet liier blijven; het is goed zoo; het is zeer zeker bet beste, dat ik hier blijf Do zuster voelde, ondanks haar verba zing, dat gewichtige, zij het ook haar on bekend© redenen moesten bestaan en drong niet vorder aan. „Zooals u wilt," antwoordde zij vriende lijk, „doch mocht u er ooit anders over J denken, schrijf u mij dan, hier is mijn adres; ach, daar komt u kleintje al! Wat een allerliefst gezichtje." Elfrieda zag er werkelijk in het Schot- sch© jurkje en hot warme wintermanteltjo met do witte kaper heel aardig uit, toen do oppasseres haar, achter de directrice aan, binnenbracht. Maar zij wendde zich weenend van do zuster af. „Ach, dat is waar, onze zwarte klecding schrikt alle kinderen eerst af, maar zij wennen er spoedig aan," zei zuster Eliza beth, en naar de deur loopend, riep zij „Minimie! Mimmie!'» Een geeond, keurig gekleed meisje van ongeveer vijftien ja ren, dat in de spreekkamer gewacht had, trad binnen. „Ziet u, juffrouw Howard, dat is nu een van onze kinderen, Mimrno was ook heel klein, toen wij haar opnamen, en was ook eerst bij dezelfde pleegmoeder, waar uw kind heden naar toe gaat, zij is zoo goed heden met mij mee te gaan, om mij onder weg met uw kleintje te helpen En waarlijk, zoodra Mimmie glimlachend baar handen naar het kind uitstrekte, glimlachte dit ook, en liet zich door haar opnemen. Vlug werd nu nog een warme doek om haar beentjes geslagen, en haar tot tijdverdrijf ee.i beschuitje in de hand gegeven, daarna troostte zuster Elizabeth de schreiende moeder nogmaals met do belofte spoedig eens bericht te zullen zen den; een laatste kus op het gezichtje van haar kind en het was voorbij; E-th-r gv-.g alleen het armenhuis weer i.i. Maar haar tranqn vloeiden even rijkelijk van blijd- sohap als van verdriet, haar kind was nu veilig geborgen; wat kon haar haar eigen lot schelen 1 Oom Billy had dc eerste week na Kerstmis zijn zuster, die toch eigenlijk voor dc huis houding verantwoordelijk was, veel minder gold gegeven dan anders. Hij had zeker, zooals wel eens meer gebeurd was, kleine uitgaven gehad op in dc haven liggende schepen met zijn oude kameraden, dacht Polly, cn op zoo'n manier weinig verdiend. Nu, als het niet te vaak voorkwam, zei zij er niet graag wat vanhij was toch eigen lijk ever het algemeen een trouwe verzorger van de geheels familie. Maar eindelijk kwam het uit wat hij go- daan had: hij liad menig uurtje zoek ge bracht om een sipoor t© vinden var. een timmerman, di© Joseph Howard heette en had nu ook uitgevonden, dat de vermiste in April van dat jaar op do „Sidonia" naar Australië was gegaan; verder had hij u;t- gevonden, dat de „Sidonia" na een lang oponthoud in de nieuwe wereld weer in de -Lomdenscho dokken teruggekomen was, zonder Joseph Howard, en het stond bij den goeden Billy nu vast, dat de verdwe nen© met opzet er van door was gegaan ea de arm© vrouw schandelijk had laten zitten. (Wordt v«.1- 1).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 5