Cheviot Broeken.
VERTALINGEN
Het Bijbeisch Museurn
The Berlitz School,
TEEKENSCHOOL,
Je Stad iaastrichf
J. P. VERGOUWEN,
Effecten, Wissels, Hypotheken, Assurantiën.
F. J. BLEIJS, v/h. firma Burner Co., Leiden.
H. ROOS,
LEI DSC H DAGBLAD, DONDERDAG 23 AUGUSTUS. TWEEDE BLAD.
Anno 1906.
Rubriek voor de Jeugd.
hertrouwen.
Bicky's gezang*.
Vervolg Advertentiën.
Dir. lil. fi. A. RIDDESHÖF,
Haarlemmerstraat 130,
Voorhanden voor illuminatie:
HaaH.sfraat 122. J. G. SCDiHT.
Leidseiie OSashandeB.
8 Turfmarkt 8.
iVo. 14263.
Zou men mij gelooven, dat volgens de
opgaven van het departement der „Onbe
stelbare brieven" in Amerika, er, in de
nieuw© wereld alleen, per jaar niet minder
dan twintigduizend epistels worden gericht
aan...... Sint-Nicolaas? De adressen zijn
zeer verschillend. Elk der jonge schrijvers
houdt er zijn eigenaardige overtuigingen
op ua, omtrent de woonplaatö van den
grooten kindervriend en, aangezien deze
brieven onder stipte geheimhouding wor
den geschreven, waagden zij het ook niet
óm--nadere inlichtingen aan hun ouders te
vragen.
Ziehier enkele dier merkwaardige op
schriften
„Mijnheer Santa Claw, 2de Meik-straat
bij *de hemelpoort." ..Mijnheer S. Klaws,
Iceberg Avenue te Ncw-Tork" Mijnheer
Sint-Nicolaas in den schoorsteen to Haar
lem." Tal van Europeesche kindereD schij
nen te meen en, dat hij in Amerika woont,
maar de woonplaats, welke hem het meest
.wordt toegeschreven, is de Noordpool.
Sommigen schrijven „In d© Poolstreek";
andereD „In IJsland", wederom andereu:
,,In Snceuwland".
Niet- lang geleden opende en las de post
directeur van Brooklyn het volgende brief
je van een klein meisje:
„Lieve Santa Claus, mijn vader is dood
en mijn moesje heeft geen geld, maar ik
zou heel gelukkig zijn, als u mij een si
naasappel, een trew-je druiveo en een
kwartje zond."
Een ander kind vroeg om „een half
volle kou6 met lekkers". Een derde ver
zocht wat lekkers te eten, maar breng als
het u blieft wat ve.l mee. want er zijn
nog zes broertjes en zusjes"
„Teen ik gisteravond bad ".schreef een
knaapje: „heb ik den lieven Heer verzocht
U te vragen mij een hobbelpaard te bren
gen, maar bet is1 eigenlijk geen hobbelpaard,
uet is een heusoh legend paard dat ik
wcnsch. Mama zcide, dat ik er niet om
moest vragen, omdat we toch geen plaats
hebben om het 'dier te bergen. Maar ik
ken een man, die het wel op stal zou nemen
als ik er ccd kreeg. Ik dacht, dat U dat
graag zou weten.
Uw liefhebbende John.
•P. en het zou voldoende zijn.
P. P. S, Ik zou liever een hobbelpaard
hebben dan in het geheel niets I
Een aardig schrijven is 'dat van een arm
meisje: „Alsjeblief breng mij een pop. En
alsjeblief, mijnheer Sint-Nicolaas, breng
haar voor de kachel en niet door den
schoorsteen, anders verbranden haar
haartjes."
Wat kan roerender zijn dan de volgende
brief
„Lievo oude bisschip, Ik zou u zoo dank
baar zijn, alt u mij jaar een cadeautje
bracht Ik ben juist zes jaar oud en heb
nooit een presentje gekregen, sedert papa
door een paard overreden werd. En wij zijn
zoo arm, dat mama zegt, dat zij zelfs geen
stukje suikergoed voor mij zal kunnen
koopen Vergeet dus, als het u belieft, niet
een klein meisje, dat alle jaar haar kous
ophangt, maar er nooit iets in vindt. Ik
zal do kous nu bij cle keukenkachel hangen,
dan valt zij u zeker in het cog".
Een klem meisje, dat den postdirecteur
kende ec dat kliertering had, vroeg om een
naaidoos met een schaar en een vingerhoed
er in. Men kocht fcleie voorwerpen voor
haar en, toen zij ze-vol verrukking had be
keken, legde zij de does op haar borst en
verzocht haar moeder die mede naar den
hemel te mogen nemen. Zij stierf denzelf-
den nacht
„Er is iets, dat hapert aan mijn rug",
schreef een kleine jongen in ecD hospitaal
„en mijn beenen kan ik ook oict gebrui
ken, maar de erom slaan, dat ken ik.
„Ik ben een kler.rlingetje", zoo luidde
de brief eener kleiue negerin „en ik wenscb
een blanke pop met gouden haar en oog,
die zich sluiten. En een rood jurkje, alt' het
u belieft."
Een jongen verzocht om een klourdcos.
„Als u mij die geeft, beloof ik u te zorgen
dat baby niet aan de verf likt".
Zoo zouden wij er zeker nog twintig kun
nen verhalen, maar dc plaats ontbreekt
ons cn uit hetgeen wij hier overschreven
ral reedg genoegzaam het liefste en roe-
rendste kunnen opmerken wat een kinder
hart ervullen kan: vertrouwen. 01
gij allen die dit leest, vertrouwt onvoor
waardelijk en gq zult zelden worden be
schaamd. Gij zult mij antwoorden, dat al
deze kinderen wel degelijk bedrogen uit
kwamen. Misgeraden Op een of twee dui
zend na, die vergaten hun adres op te
geven, bleef geen hunner onbevredigd, al
kregen zij geen levende paarden. Dezelfde
postdirecteur was zbo geroerd door wat hij
las, dat hij door het heele land een roep
stem deed weerklinken ten voordeel© van
die kleine briefschrijvers. En sedert zenden
rijke lieden jaarlijks aan de directie der
posterijen te "Washington tallcozo geschen
ken, die met groote zorg en liefde opge
stuurd worden aan de adressen, opgegeven
in die onbestelbare brieven.
Carlo, do groote hond des huizes, blaf
te onstuimig, want zijn meesteres was
thuisgekomen en hij kon nauwelijks wachten
tot ii en de voordeur voor haar geopend
bad.
Ook de zwarte poes was dolblij haar stem
te hooren en streek zich iiefkoozend tegen
haar aan, om, toen Carlo de kat zocht w
verdringen, op den schouder van haar
meesteres te springen en te gaan spinncu
aan haar oor.
Ook Dicky hield veel van haar; maar hij
zat in zijn kooi opgesloten, zoodat hij wach
ten moest tot zij bij hem kwam en toen zij
dat deed, toonde hij zijn vreugde door vroo-
lijk op en neer te huppelen en zijn mooiste
liedje aan te heffen. „Wat zingt Dicky
toch mooi V' zeide zjjn meesteres, hem een
klontje tuiker gevende: ,,Lief vogeltje 1 Hij
houdt ook van mij.
„Zeker dat doe ik P' zong Dicky: „ik
wilde maar dat ik iets kon doen, om het u
te bewijzen."
,,Wat zou jij kunnen, domoor? vroeg
mevrouw Kat minachtend: „Je kunt geen
muizen vangen zooals ik."
„Maar zij heeft niet graag, dat je mui
zen vangt," zei Dicky: „dat maakt haar
bedroefd."
„Ja, antwoordde mevrouw de Kat: dat
is het cenige, waar zij dom in is; ik zou
wel eens willen we.cn waar muizen toe üic-
non, als het niet i& om gevangen te worden.
Ma r ik kan nog wel andere dingen doen;
ik kan haar aan het lachen maken door
rond te springen en te spelen met een bal.
Het is waar, dat ik er niet meer zooveel
van houdt als vroeger, maai- ik doe het om
haar te vermaken. En Carlo zorgt voor
haar op de wandeling, al kan hij ook niet,
zooals ik, op haar schoot liggen."
„Jij kunt het huis niet beschermen, me-
vrouw Do Kat", sprak Carlo deftig, „ik
wel. Als er dieven kwamen, zou ik blaffen
en bijten en ze op de vlucht jagen; dat
is het nuttigst van al".
„Ik kan zingen", waagde Dicky het te
-cgjen.
„Zingen I Het is onzin 1 Waar dient dat
toe?" riepen Carlo en mevrouw De Kat
gelijktijdig, „je maakt van tijd tot tijd een
.cot spektakel, dat is alles."
„Daar roept de meesteres; zij gaat den
tuin in", zeide Carlo, „ik ga mee".
„En ik ook", verzekerde mevrouw De
Kat, „maar jij, domoor, moet in je kooi
blijven zitten."
De arme Dicky bleef doodstil achter; hij
gevoelde waarlijk heel nutteloos te zijn en
kromp ineen op zijn stokje. Hij keek niet
meer naar het klontje suiker om. Misschien
hebben Carlo en de poes wel gelijk, dacht
hij,
Op een morgen verscheen de meesteres
niet, als naar gewoonte, afin 'tontbijt. Men
holde de trappen op cj neer en alles scheen
in rep en roer te wezen. Van uit zijn kooi
voor het venster, zag Dicky een. rijtuig voor
de deur stilhouden. Er steeg een man uit,
die het huis binnen ging. .Na vérloop van
een poosje keerde hij met zeer ernstige uit
drukking naar het rijtuig terug en reed weg.
Wat later zag Dickv alweer een vreemde,
ditmaal een dame. Zij droeg een langen
mantel, een zwarten gesloten hoed en een
langen sluier op den rug. Dicky had nooit
iemand zoo geklee» gezien; hij begreep er
niets van. Niemand kwam hem te eten ge
ven zijn fonteintje was half leeg en hij
had bijna al het zaad opgegeten. Wat was
er geworden van zijn lieve, kleine mees
teres?
Plotseling werd da déur geopend en duwde
iemand Carlo en mevrouw De Kat naar
binnen. „Blijft daar, vervelende dieren 1"
zerde een stem en de deur ging weer dicht.
„Wat is er toch gebeurd?" riep Dicky
verontrust.
„Dat behoef je mij niet te vragen ant
woordde mevrouw De Kat, blazend van
toovn. „Het ia een tohanaaai zooais ik
behandeld werd en nog wel yoor niets. Ik
ging alleen maar als naar gewoonte naar
haar kamer en sprong op haar bedik ge
loof dat zij sliep; maar ik had geen tijd te
kijken; want een groote heks, in een witte
muts en schort, pakte mij op cn smeet mij
de kamer uit en, alsof daf nog niet genoeg
was, duwde de keukenmeid mij in deze ka
mer. En mevrouw de Kat begon haar op
gestreken haren weer glad te likken.
„Zij heeft net zoo leclijk gehandeld met
mij," bromde Carlo: „ik krabde maar zoo
als altijd aan de Aieur; maar de meesteres
liet mij niet binnen; dat spook met de wit
te muts en schort kwam cn trachtte mij
weg te jagen. Nu, ik héb haar mijn tanden
getoond en toen werd zy bang en riep de
keukenmeid, die met eon heerlijk been
kwam aanloopen en mij hierheen lokte
maar zij nam het bot weer mee. Zoo echt
valschl"
„Maar one meerteresje, waarom komt zij
niet?"vroeg Dicky.
„Ik weet het niet," zeide Carlo: „maar
ik wilde, dat zij kwam Alles is pas in orde
als zij er is." -
Er verliepen echter dagen, zonder dat zij
zich vertoonde. Carlo liep rond met den
staart- tussohen de pootenmevrouw de
Kat zat in een hoekje te pruilen en de ar
me kleine Dicky ineengedoken op zijn
stokje. Hij kon thans niet zingen.
„Zij is hoel ziok," zuchtte Carlo: „ik
hoorde het zeggen en rneD maakt zich heel
bang. Ocb 1 Och 1"
Zoo 'duurde het geruimen tijd, totdat
Carlo op een dag kwispelstaartend kwam
binnenstormen.
„Hoera 1" riep hij uit: „de meesteres ia
beter, ik heb haar gezien, zij Gel mij roe
pen en zeide: „Carlo, lievo Carlo 1" Zij is
neol wit en mager, maar zij is beter, zij zal
gauw weer de oude zijn 1" En Carlo rolde
over den vloer van vreugde.
„Wat ben ik blij I" riep Dicky: „en wat
ben je gelukkig, "dat je bij haar mocht ko
men, Carlo I"
„Ik heb haar ooi: gezien," zeide me
vrouw do Kat: „ik zag vanmorgcD eeo heele
poos op haar bed."
„Vroeg zij niet naar mij?" sprak Dicky
aarzelend.
„Neen, dat heb ik niet gehoord/' ver
klaarde de poes.
„Zij heeft mij vergeten," mompelde 'de
arme Dicky: „ik ben maar een dom vogel
tje en toch houd ik zooveel van haar."
Op een mooien miiKlag was men heel
druk bezig in de eetkamer. Men plaatste
een grooten leuningstoel vol kussens bij
het raam Dicky begreep wat dit beduid
de dc kleine meesteres zou eindelijk ko
men. Hoe heerlijk I Wat zou hij zingen, óm
haar plezier te doen I Hij zond reeds een
paar zachte trillers omhoog.
„Daar begint dat lastige dier weer!" zei
de iemand: „hij heeft zich stilgehouden
zoolang het lieve kind ziek was. Werp een
doek over de kooi, of hij zal haar nog
hoofdpijn geven I"
Alle vreugde verdween uit Dicky's hart.
Hij hoorde zijn meesteres aankomen, maar
kon haar niet zien. Hij kon slechts zingen
en dat gaf haar hoofdpijn, zeide men. Ar
me Dicky was diep bedroefd.
Daar trad zij binnen 1 Carlo wierp zich
aan baar voeten cn mevrouw de Kat
sprong op haar schoot cn spinde.
„Lieveling, zullen zij jo niet vermoei
en/" vroeg een teedere stem-
„Neen, moesje; zij zijn zoo blij mij te
zien. Maar waarom is Dioky dichtgodckt.
Neem, als het u belieft, dien doek weg; ik
zou Lem zoo gaarne hooren zingen."
Vol verrukking zag Dicky het wreed©
ding wegtrekken Hij kroop dicht tegen
de tralies aan, om het kind te zien. „Zing,
lieve Dicky," zeide zij. En hij gehoorzaam
de, hij zong zooals hij nog nooit gezongen
had, al zijn liefde in zijn lied leggende.
Wat was dat schoon I Maar opeens weid
hij duizelig, scheen zijn keeltje droog en
stijf te worden en viel hij neer.
„O! moesje, hij sterft, geef hem mijl"
riep het kind weenend.
En tUsschen haar handjes tjilpte hij nog
voor het laatst van vreugde; want zijn lied
was zijn krachten te boven gegaan; zijn
trouw hartje was van vreugde gebroken.
Een verhaal, op tweeërlei
wijze verteld.
Laat ons een kasteel bouwen met dien
stapel baksteenen achter do schuur, zeide
Claude.
Ja, dat is prachtig 1 riep Brian, e«i
wij zullen raijn blokkendoos gebruiken, om.
de torens en de wallen te maken.
Brian en Claude waron even oud, wat
het heel prettig maakte met eikand r te
te spelen. Claudo woonde buiten cn als
Brian logeeren kwam, was hij altijd over
gelukkig. Zij rekenden beiden heel het
jaar door op die vreugde, want Brian cn
zijn moeder brachten geregeld een gedeelte
van den zomer in Claude's ouderlijk huis
door.
Mijn twee doozen van witte en zwar
te dominosteencn zoillen precies geschikt
zijn voor den weg om het kasteel I riep
Brian.
Ja, zeide Claude, en dat zijden vlag
getje, dat ik van mijn auster kreeg, zal
heel mooi zijn, als wij het op een langen
vlaggestok zetten.
Zij holden naar den grooten, lommen-ij
ken tuin en gingen flink aan het werk*
Eerst moest do grond vlak gemaakt wor
den, toen de fondamenten gelegd, daarna
het kasteel gebouwd en eindelijk groeven
zij er een diepe gracht omheen.
Het is een slot uit oud© tijden, zcidc
Claude, dus moet het ccn ophaalbrug
hebben.
Zij maakten daarom een mooie brug van
karton en Brian droeg gieters vol water
aan, waarmee zij do gracht vulden co zij
bevestigden de brug met touwen, zooilat
zij op en neer kon worden getrokkeu, al
naar zij dat vcrkoi*en.
Als iemand" er overheen wij, inocc liij
op dén horen blazen, zeide Claudo. Is liet
een vriend, dari laten wij hem binneo, maar
eiken vijand zullen wij over do gracht heen
bevechten.
Een van ons beiden kan do slotheer
zijn en dc ander dc vijand, sprak Brian,
toen het kasteel gereed was en zijn vlag
dapper in den wind wapperde Er volgde
cod diepe stilte, want do beide knapen
wenschten _i het zeerst do meester van
den burcht te zijn.
Nu, zeide Claudo ten slotte, jij zult
het zijn, omdat jo onze gast bent.
Neen, antwoordde 3rian, jij moet het
eerst wezen, omdat j© op den inval bene
gekomon het te bouwen.
Bestl verklaardo Claude.
Zij bekleedden dio waardigheid dus om
beurten en telkens slaagde de slotheer er
in den vijand te verdrijven en rijn eigen
dom t© verdedigen. Het was heerlijk op
een stokpaard te komen aanrennen en den
hoorn te blazen, (een trompet, door Sint-
Nicolaas gebracht). Dan kwam de verde
diger van het kasteel naar buiten stormen
en volgde cr zulk een verwoed gevecht,
dat al heel spoedig de beide partijen op
den grond rolden Maar in heb heetst van
deo strijd lieten do worstelendo vijanden
zich geen enkel onheusch woord ontvallen*;
Zij behandelden clkauder met heel do hof-s
lelijkheid van vervlogen tijden hat!dcii«
cr niet minder pleiziór om.
Toen zij binnen werdeu genoepoa voor
het middagmaal, hadden zij zulk oen kon-
ger, dat do goede groenten cn het vlees oil
bijna even heerlijk smaakteu als de daarop
volgendo kersentaart. En na het eten gin
gen alle huisgenootcn het kasteel bekijken/,
dat b:.de partijen zorg hadden gedngea,
niet te vernielen door liet gevecht, zooaaL.
zij er den volgenden dag weer mede kon-,
den spelen.
D© familieleden waren verbaasd over
hun arbeid. Men hoorde slechts uitroepen
als: „Hoe prachtig 1" en „Hoe heb jullie
toch zulk een mo r.o gra t kunnen graven
cn zulk oen goede ophaalbrug gemaakt?"
Het kleine slot was dagon achtcrccu ct>o
bron van gen .gen voor h n.
De andere manier.
Laat ons een kasteel bouwen uit dieu
hoop steenen, zcide Brian, wij kunnen jou
blokken gebruiken voor do torens en wal
len en jc dominospellen zijn. juist geschikt
voor zwarte en wiui© steenen te maken.
Neen, ik dank je feetteGjk, antwoordde
Claude, jo zult mijne dominosteencn niet
hebben, of wel je moet ook iets aanbrengen^
Nu, zcide Brian, als jc zoo akelig
bent, zal ik mijn nicuwo vlag geven, om
boven op het kasteel to wapperen.
Zij ouw-den het slot en groeven de gracht*
daarnu zeide Brian:
Ga nu water halen, om do grncht t®
vullen.
Dat doe ik niet, antwoordde Giuudo*
Ik ben moo en wil niet in de warme zon
naar de pomp loepen Ga zelf maar.
Brian -iet zich door doze bedreiging over
halen, maar begaf zich heel langzaam en
boos- op weg. Hij ging een gieter halen en
vulde dien.
Geef maar hier, zeide Claude, ik wil
de gracht vullen.
Neen, dat gebeurt niet, .wat denk jo
wel? riep Brian. Ik bracht het water on
zal het zelf doen.
Claude poogde den gieter vast te grijpen
cn al worstelendo gooiden zij den inhoud
over hunno nicuwo linnen pakken cn ovoc
den grond
Dat zal ik jo betaald zetten I schreeuw*
do Claude. Ik zal je leelijke vlag aan stuk
ken scheuren cn een oogenblik later lung
do mooio zijden vlag aan flarden.
Brian opende den mond om luidkeels t©
gillen, maar herinnerde zich nog bijtijds^
dat zijne moeder hot niet moeit hooren,
omdat zij dan zou toesnellen en zijne nat
te kleeren zien. Dus vergenoegde hij zich
met zacht te snikken en zcide:
Ik zal jo daar-,-oor laten boeten, j®
zul t het zien 1
Claude was verschrikt over zijn eigen
daad en trachtte dus te verkrijgen dat
Brian, niet klikken zou.
Iedereen zou jo papkind denken, zcida
hij, dat jo over zulk ren klein stuk cpeol-
goed huilt. Kom, laat ons spelen. Het
kasteel is klaar. Jij zult do vijanTl zijn on
ik ben 3c burchtheer.
Neen, ik wil do burchtheer zijn, vor*
klaarde Brian, ik heb cr allo recht op„
omdat ik er het eerst aan gedacht heb het
to bouwen.
Dat wil ik volstrekt niet, antwoordde
Claude. Ik ben de heer!
Neen, ik wil het zijn gilde Brian.
I'.n hij duwde zijn vriend weg, om hom
t© verhinderen over do gracht heen te stap
pen Ook Claudo bracht hom ccn stoot toa
en aangezien deze bei^e heb evenwicht deed
-erhezen, rolden zij een oogwenk later op
hun bouwwerk en viel hot gansche kasteel
ineen!
Daar lag het nu als een puinhoop in
plaats van don trotscben burcht, dien zij
c;gericht baddou.
D© twee knapen stonden hijgend op, do
een met een snede over heb gelaat, hem door
een dier scherpe stcenhoeken toegebracht,
dc ander met een ontveld been. Zij blikten
elkander, door een nevel van tranen, vuil
bloed en modder, verward aan.
Daarna, zonder meer een woord Fe wisse-1
OUSE SBfflGEL 160.
Aanvang der lessen 3 Sept.
Aanmelding nieuwe leerlingen
dagelijks, behalve Maandag en
Donderdag. 8989 II
Leeraar M. 0.
MASAZIJH
LEIDEN.
Meterdraad, Instekers, Han
gers, Ballons, Lantaarns, Kaar
sen, ledige Glazen, Vetblokjes
EN
Elszen, getreild met Vet,
3, 4, 5, uren brandend,
ALSMEDB 8818 22
een groote collectie huishou
delijke en luxe-voorwerpen,
als prezen voor wedstrijden.
7161 20 Donkersteen 3.
üassier en Oommissionnair in Effecten,
Pieterskerkstraat 4,
IN
971 30
Spiegel- en Vensterglas, Deurplaten, Reclame
platen van groen en zwart marmerglas.
Kantoor en Magazijn: Pelikaanstraat 27, Koordeinde 43 en
Galgewater 16. Intercomm. Telefoonn. 646.
Aanbevelend:
6256 26
Sluitingstijd 7 uren.
Ruim voorzien van STOOF,
KOOK- en JBAKPALING en
GEROOKTE PALING togen
concurroeronde prijzen. 9015 20
Haarlemmerstr. 58,
tegenovor het Volkshuis,
VISC'iHUISJE AALMARKT, over de Waag.
Tclef. 4gi>.
Wegens vertrek naar elders, uit
te hand te koop: een licclit en
sterk, kortelings geleden gebouwd
^ooiBhaaiSy
prachtig uitzicht, gel. Rapenburg
n/b. Koordeinde, alhier, bevat
benedenGang, Voorkamer en Keuken,
lste étage: Voor- en Achterkamer,
2de étage: Voor en Achterkamer;
verder beschoten Zolder met 2 royale
Slaapkamers, Stookplaatsen, Kasten,
Gas, Water, enz. Alles ln den besten
welstand. Koopsom /*60öö. Huur
opbrengst /*415 zncfc vrij Water.
ïjf8ÉT Het pand kan ook zonder
verhuring geleverd worden.
Fr. Br. lott. li aan BENDER Co's
Woninggids, Nleuwsteeg 26, Leiden.
8989 19
IN EN UIT
Duitsch,
Fransch,
Engelsch,
Italiaansch,
Spaausch,
enz.
Onderwijs in nevensstaande
Talen door Buitenlandsche
Leeraren. 8571 40
van wijlen Ds. SCHOUTEN zal, vóór het vertrek naar het Buitenland,
kunnen worden bezichtigd in
De Graanbeurs, ingang Burcht, te Leiden,
op Maandag 27 (aanvang 6.30 «urn.in.), Dinsdag 28, Woens
dag 29 on Donderdag 30 Angn««UM.
De Directie heelt, om voor do vele ueJaiineioiibiideii een geregeld bezoek
mogelijk te maken, 6 bezichtiging-stijden por dag, voor een bepaald
aantal personen toegankelijk, moeten vaststellen, 8.30 10 (alleon voor
scheien), 10-12, 1-8, 3-5, 6.30-8.30 on 3 30-10.30 uur.
Toegangsprijs (geldig voor één '.ermUnj 30 Ccnta.
Van don Tabernakel en enkele andere stukken wordt oen beknopt#
bUbelsche verklaring gegeven. Gereducèorde prijs (na tijdige bespreking aan
het Bureau): voor scholen 15 Gents per leerling, voor Voroenlglngen
£0 Cents per persoon, 9045 4(1