Anno 1DCG
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
Door tegenspoed gelouterd.
-a
Nb. 14259.
Brieven van een Leidens&r.
CXLVIII.
Twee jonge mannen, de een wat stil voor
zich lioen en droomerig, 'de ander meer vroo
ilij k en levenslustig, maar die door verschil
lend karakter elkander aanvulden, maakten
inde vacantie eens 'n reisje door ons land
nn stonden, na daarvan heel wat gezien te
hebben, op een goeden dag eens op een der
heuvelen van ons schoon Gelderland. 'l'er-
,wijl zc daar zoo hun blik lieten gaan ov»r
den wijden omtrek, kwamen ze oviretn bei
den als helden uit een sprookje eens een
wen&eh uit te sproken van wat zij het liefst
yan alles zouden begeeren.
Een zonderlinge inval ongetwijfeld, ver
geeflijk echter voor hun jeugd en verklaar
baar op een helderen zomerdag midden op
een van Gelderlands heuvelen.
De droomer mocht het eerst wenschen
Hij liet zijn oog gaan naar het Noorden en
het Zuiden, blikte Oost- en Westwaarts,
en zeide toen: „Als ik het voor het wenschen
had, zou van den Dollard tot de Schelde
het niemand aan nooddruft ontbreken 1"
Zijn vriend, die misschien gedacht had
van liefde, eer, roem of geld te zullen hoo-
ren, zag vreemd op, doch werd er zoo door
getroffen, dat hij niet in staat was te uiten,
yaar naar zijn hoogste begeeren uitging.
Zij hebben over dezen wensch en over de
mogelijkheid der vervulling er van nog
hang geredeneerd, en kwamen tot de slot-
ecm, dat deze mogelijkheid niet was uitgc
6loten en dat het inderdaad eenmaal zr-o
■ver kon eu moest komen.
Nu daarvoor waren ze jong en idealist.
Toen, ik dit verhaal dezer dagen las, her
innerde ik mij zoo'n wensch ook. eens, zij
het dan nog wat bescheidener en in stilte,
te hebben uitgesproken. Het was op een
gureu wintermiddag toen ik op uitnoodi-
ging van het bestuur in het gebouw der
St.-Vmeêntius-vereeniging aan den Middel
weg de uitdeeling van de Vereeniging van
Schoolkmdervoeding eens bijwoonde.
1 Bleek en kleunisch en hongerig kwamen
de kinderen binnen, doch nadat ze hun goe
de portie warme erwtensoep met grooten
appetijt ter halverwege hadden genuttigd,
kwam er gloed in de wangen, een trek van
tevredenheid op het gelaat en toen de maag
geheel was g-cvuld, sommigen waren niet
gemakkelijk te verzadigen toen straal
den dc magere gezichtjes van voldaanheid.
Ik dacht aan mijn eigen kind, dat geluk
kig nog nooit de echte ernstige botcekenis
,van het woord honger" had gevoeld, en
de stille wensch rees bij mij op: ,,Ochi dat
ieder kind in onze stad altijd zijn nooddruft
kon genieten 1"
„Elk kind," noemde ik alleen maar, om
dat gebrek aan voeding bij het kind zich
het bitterst laat gevoelen en het sterkste
.wreekt.
Ik zag, dat geen enkele dier kleine, have-
looz© wezentjes tégen het eten opzag, al
len smaakte het bord erwtensoep als was
liet een koningsmaal.
,,Zijn dat nu a 1 de schoolkinderen, di©
voor zulk oen maal in aanmerking zouden
kunnen komen?" vroeg ik aan een onder
wijzer, die bij dc voeding zijn hulp verleen
de.
,,Och, neen," was het antwoord, „maar we
zoeken er de meest behoeftigen uit, omdat
,we In onze middelen beperkt zijn."
,,En krijgen zo nu eiken dag zulk een
versterkend maal?"
Ook hierop werd ontkennend geant
woord: Slechts driemaal per week gedu
rende de vier wintermaanden, waarin liet
gebrek in de arbeidersgezinnen bet meest
nijpt, heeft deze kindervoeding plaats."
.Meent de Commissie dan dat wie van
daag behoefte heeft aan een versterkend
maal, eerst overmorgen dc behoef
te daartoe weer gevoelen zal? Dat is een
method die aan Succl doet denken, doch
zich niet verdraagt met een gejonde kin-
dermaag", hernam ik met een tintje ironie-
Do ondervrager gevoelde dit en gaf een
beetje geraakt tot bescheid, oat de be
stuursleden van Schoolkindervoeding wel
gevoelden, dat de andersdaa-gscho voeding
niet voldoende was en dat zij en de me
dewerkers, do dames van de St.-Yincentius-
verceuiging ingesloten, er gaarne een
uurtje aan wilden geven, als ik maar zor
gen wilde, dat het niet aan de noodigo
geldmiddelen ontbrak.
„Ik zal eens zien wat ik kan", was mijn
antwoord, dat mij weer in den zin kwam,
toen ik den edelen wensch van den idealis-
tischen jongeman, waarvan ik boven
sprak, onder de oogen kreeg.
Er moest in den aanstaanden winter
toch eens geen enkel schoolgaand kind
honger behoeven te lijden in onze gemeente,
dacht ik.
De onderwijzers kunnen bet zoo goed
waarnemen aan de kleine sohoolbuvgers
als gebrek aan voedsel hen plaagt.
Denzulken zullen ze graag een kaart voor
de schoolvoeding verstrekken al was het
uit geen andere beweegreden dan omdat
een goed gevoed kind beter de leerstof kan
opnemen, dan oen leerling, wien de hon
ger plaagt, als ze er maar een te vergeven
hebben.
Nu komt het er maar op aan, dat daar
voor geld is. Kindervrienden, die veel bezit
ten; kindervrienden, die slechts van een ma
tig inkomen moeten leven, bedenkt, dat er
in den wintertijd' vooral oen groot aantal
schoolkinderen thuis zeer onvoldoende ge
voed worden, en met werkelijken honger
naar school worden gezonden. Een deel er
van do meest behceftigen ontvangt
driemaal per week een bekoorlijko portie
warm eten, de anderen ontvangen dit niet
eens. De meest hongerigen en wie minder
hongerig zijn, behooren eiken middag een
middagmaal te hebben,. Do Vereeniging
voor Schoollcindervocding" is daarvan innig
overtuigd, dooii schiet om het te doen in
haar geldmiddelen te kort.
Gevoelt gij u niet zedelijk verplicht om
daartoe bij de dragen, veel, al3 gij het
ruim missen kunt-, minder als gij u moet
beperken in uw uitgaven.
Zeg nu niet, omdat de ouders dier kin
deren zorgeloos zijn, verkwistend misschien
en indien ze wilden zelvon in de nooddruft
van hun kroost koncien voorzien, wil ik
daarvoor niet offeren. Moet dan ook in dit
opzicht de zonde der vaderen bezocht wor
den aan de kinderen?"
Die kinderen kunnen het toch niet hel
pen, dat hunne ouders niet hun plicht
kennen. Zij zijn daarom evenzeer of nog
meer te beklagen, want behalve het noodi-
ge vcelsol, zullen ze nog meer moeten der
ven, dat alleen een waar vader en moeder
het kind kan schenken: trouwe zorgt teero
liefde, ©en goede opvoeding.
En als dan ieder Leidsoh burger en bur
geres heeft gegeven of toegezegd naar ver
mogen, dan kan dc vereeniging haar be
grooting opmaken 1
Zóóveel heeft ze nu. Een mooi bedrag,
zegt ze. Daarbij telt ze op, wat ouder en
goeder gewoonte clo Leidache werklieden
en andere vereenigingen op hun jaarverga
deringen voor dit doel plegen bijeen te
brengen en wat er gewoonlijk aan bijzon
dere giften jaarlijks binnenkomt.
Dat kan en moet bijeengeteld een aardig
bedrag zijn. Maar nog niet genoog om er
door te voorkomen, dat elk schoolgaand
kind, dat thuis niet voldoende gevoed
wordt, iederon dag het daaraan ontbreken
de van „Schoolkindervóeding" ontvangt.
Voor het ontbrekende klopt de vereeniging
bij de gemeente aan. Do gemeente heeft
reeds den plicht om te helpen gevoeld
door jaarlijks 500 gulden voor dit goede
doel af te staan.
Dat kan genoog zijn, maar het kan ook
veel to weinig we»zcn, dat hangt af van de
som door particulieren bijeengebracht.
Men heeft al lang ingezien, dat de gemeente
ook tot taak heeft bij/andere lichamen, die
zich op eenigerlei wijze ten doel stellen
loet algemeen belang te dienen, geldelijk
to steunen.
Zij geeft subsidie aan inrichtingen van
onderwijs, dio het geestelijk wolrijn van
een deel des volks beoogen; aan instellingen
van zieken- cn wijkverpleging om daardoor
dc gezondheidstoestand to bevorderen, aan
vereenigingen, die willen zorgen, dat de
menschen behoorlijk kunnen worden gehuis
vest, ja, zelfs geelt ze subsidie ter bevorde
ring van feestvieringen of van volks- of
kindervermaken. Zou de gemeente aan ook
niefc geroepen wezen om een vereeniging,
die zich tot taak stelt het hongerlijdend
volkskind to spijzigen te steunen, zoo noo-
dig met een groot bedrag te steunen
En nu moei men niet aanlcomen met het
bezwaar, dat de gemeenschap hier komt op
een gebied, dat ,,des ouders is", want hoe
veel eerbied ik heb voor een beginsel en ook
voor het beginsel, dat de vader en de moe
der de natuurlijke verzorgers rijn der kin-
dezen, ik wil om dat beginsel kinderen
van ouders, dio hun taak uit nood of on
wil verwaarloozen, geen,'honger laten lij
den.
Mocht mijn wc sch, da!t in Leiden dezen
winter althans geen enÜcl schoolkind der
nooddruft behoeft te deifvon, in vervulling
komen.
Laat Sehoolkmd-crvobding" zich daar
voor maar eens inspannen en laten wij al
len haar daarin helpen, particulieren cn
gemeente, en laten wij intijds er mee begin
nen. Wij zorgen immers nu ook reeds voor
eigen winterprovisie.
Uit minnenijd. Aan do Ge
dempte Oude Gracht No. 182 te Haarlem
is woonachtig J. Kleijn,. zuur- en cierhuis-
houder. Daar heeft met do kermis in do
zaak geassisteerd zekere juffrouw Cato S.
Deze had verkeering met den bakkero-
knecht H. G., maai- dezo bad gemerkt, dat
zijn meisje liever de vcrkcering wilde af
breken, om met een ander zich buiten dio
gemeente t© kunnen begeven.
Dinsdagavond, te ruim 10 uron, heeft G.
zich toegang verschaft tot de woonkamer
van Kleijn, alwaar het gezin aan tafel zat,
en, vermoedende, dat zijn meisje aldaar
voor hem werd verborgen gehouden, heeft
bij een revolver voor don dag gehaald cn
een schot in die kamer gelost zonder eolitsr
iemand te raken. De kogel is in de zoldï-
ring terecht gekomen. Onmiddellijk daarop
heeft G. dio woning verlaten.
De politie heeft de zaak in onderzoek
G. wordt opgespoord. Do kogel is in be
slag genomen.
Woensdag heeft G. zich weder aan do
woning van Kleijn vervoegd, dio hem de
revolver, die nog in zijn bezit was, cn ge
laden met 5 scherpe patronen, heeft af ge
nomen en die aan de politie overhandigd.
(,,H D.",
Met het tloopon der Konink
lijke fabriek van Waskaarsen te Amsterdam
is een begin gemaakt. Het personeel, dat
er nog werkte, is Dinsdagavond door do
Directie ontslagen cn heeft toen het hun
nog tovkomende loon, benevens het zie
kengeld, uitbetaald gekregen.
Verschillende werklieden werden hierna
in de kamer van don directeur, den heer
Kern, geroepen, en ontvingen gratificaties
naar gelang van het aantal jaren, die zij
in dienst der fabriek hadden doorgebracht.
Naar het Huis van Bewaring
te Arnhem is overgebracht zekere 0. A. IC.,
uit Beuningen, door do marechaussee uit
•Nijmegen gearresteerd wegens- het toebron-
gen van een achttal wondon met een mes
aan een fietsrijder, dio hem bad aangere
den on wiens toestand zeer ernstig is.
Dinsdagavond had te Drach
ten een ernstig ongeluk plaats. Iemand uit
Franeker reed met de tram huiswaarts en
had de onvoorzichtigheid zijn hoofd buiten
den waggon te steken, terwijl dc tram in
volle vaart reed.
Doordat er boomen langs de trambaan
stann, slingerde hij met zijn hoofd tegen
een boom, daarna door een ruit van den
waggon, viel toen uit het rijtuig en rolde in
een droge sloot.
Daaruit in een vreesolijjcen toestand opge
nomen, werd hij in de woning van den tol
gaarder Van den Berg gebracht.
Dr, G. H, Kaiser, in allerijl ontboden,
onderzocht den patiënt en constateerde,
hoewel het ongeluk ernstig was, dat er geen
©ogenblikkelijk levensgevaar bestond.
(„L. Ct")
Op de Schelde zijn nog steeds
zeer veel zeehonden, welke ontzaglijk veel
viseh verslinden. Een jager te Philippine,
J. van Hurk genaamd, heeft deze weck in
twee dagen tijds elf zeehonden bemachtigd
en bovendien nog verscheiden gewond
,welko misschien later in andere handen
zullen vallen. Gelijk bekend is, wordt voor
eiken zeehond door het Kijk 3 gulden uit
betaald. Ct.")
Te Renkum is Donderdag-
avond een vrouw, die van de stoomtram
afstapte vóórdat deze stilstond, van het
voorbalkon gevallen en door de volgende
rijtuigen overreden. Eén been werd baar
afgereden en het andere hoogst ernstig ge
kwetst. Na ten huizo van een gencesheor
verbonden te zijn, is zij ter verdere verplc-
ving naar het St.-Elisabethsgcsticht te
Arnhem overgebracht.
Gistermorgen sloe-g bij een
hevig onweer de bliksem in de bocrenhui-
zinge in dc Wonserwoêren le Makkum, be
woond door F. Bakker. In een oogenblik
stond de schuur met den geheelcn voor
raad hooi cn boerengereedschappen ia lich
telaaie en kon men er alleen door den gun-
stigen wind in slagen het woonhuis to be
houden. Alles was verzekerd.
Te Oudeshasko (Fr.) is b ij li c t
uitspoelen van luiers do vrouw van L. voor
over in de vaart gevallen en verdronken.
L i c f 1 ij k l Uit de correspon-
ticrubriek van „De Hollandschc Lelie"
(Anna de Savornin Lobman):
„Dat hot geklets in dc Tweede Kamer u
zou tegenvallen, wist ik wel vooruit 1 Van
die hoeren absoluut talentloos, zijn alleen
maar in de Kamer getild op do schouders-
van het domme kiezersvee, omdat zo zelf
dat 'n prettig cn tot allerlei voorrechten
cn eer en aanzien leidend baantje vinden.
Hoe wilt ge nu, dat zulke mensehen u zul
len imponeeren door mooi spreken of door
mooie -denkbeelden to verkondigen Larie 1
Zo le-utcren er op los, of omdat zo wel
moeten ter wille van hun kiezers dat
zijn leden, die ééns per jaar het verplichte
speechjo afratelen over hun speciaal onder
worp of zc praten zonder ophouden,
omdat zij zichzelf zoo ijselijk graag hooren
mogen. En dat zijn dan gewoonlij' diege
nen, naar wie niemand luistert-, cn onder
wier leuterpraatjes do rest hun dagclijk-
sche bezigheden verricht, van brieven schrij
ven of couranten lezen, óók wel dutjes doon,
of zich in dc koffiekamer met versnaperin
gen volproppen!"
Do storm, die Dinsdag in bet
Wetten van Duitschland heeft gewoed, heeft
te Remscheid een hcole laan van meer dan
honderdjarige clonnen omvergeworpen. Er
is bijna geen boom in die laan blijven staan.
Ecnige dames, die i.i een rijtuig door do
laan reden, werden gewonI.
Een groot gevaar leverden -do allerwegen
op straat neerhangende telefoondraden op,
die met do leidingen voor electri&cbo kracht
in aanraking kwamen. Do orkaan had in
een paar minuten uitgewoed, en dc weg - en
hij genomen heeft is aan do aangericht©
vcrwoetting duidelijk waar te nemen.
Onder de olifanten van do
regeering in het Burmeesche district Kulha
beeft eon pestkoolcpidemie gohecrscht,
waaraan in onkclo 'Jagen tijds bijna 250
olifanten ter gezamenlijke waarde van
600,000 gulden bezweken zijn.
De slachtoffer a van <lo ramp
te Uccle zijn nog steeds niet gered. Onver
droten wordt het reddingswerk voortgezet,
maar tot dusverre zonder gevolg. Het
schijnt echter wel zeker, dat de ongel ukki-
gen cog in leven zijn, want volgcna de ver
klaring van generaal De Heusoh aan een
medewerker van do Petit Bleu" beantwoor
den zij nog steeds de klopseinen dor redders.
Een van de Vrijdag dadelijk na dc ramp
opgehaalde arbeiders is gisteren in het zio
ken huis overleden.
Het „Handelsblad' van Antwerpen" ver
neemt over de pogingen om do drie werk
lieden uit den put te bevrijden, het vol
gende
Tot nu toe werkt men nog altijd vruoh-
teloos om do drie bedolven werklieden te
bevrijden. Do officieren en ingenieurs
overtuigen zich beurtelings, door neer to
dalen en signalen te laten hooren, dab do
ongolukkigen nog leven cn de antwoorden
zijn nog altijd duidelijk. Ongelukkiglijk zijn
regenvlagen do reddingswerken komen be
moeilijken. Vcrschillendo voorname perso
nen, ondor andere de gouverneur, do pro
cureur-generaal, enz., zijn ter plaatse ge
weest. De minister van oorlog, dio ook zijn
komst had aangekondigd, heeft die meet?»
laten afzeggen.
NLouwe stelsels van luchttoevoer ';n toe
gepast en twee mijnwerkers zijn uit Char
leroi ontboden om aan dc redding raco to
arbeiden.
Do laatste berichten meldden dat me a
zeker vóór lieden de ongolukkigen niet zou
kunnen bereikcu.
Om twee uren gisternamiddog kwam heb
volgende bericht:
Te 2 uren, naderde kapitein commandant
Thollen, de leden der pers cn zeido
Wij zijn nogmaals verkeerd' toegekomen
do werken, uitgevoerd om do slachtoffers te
vinden onder dc tweede vloering van den
ingestorte© put bewijzen dat deze insge
lijks is ingestort. Het deel tusschen c^;i
tweeden vloer is gedeeltelijk gevuld met ma
terialen. Wij zullen al doen wat wij kunnen
om oë slachtoffers te vinden.
Te Miinsto r, b ij Kannstait, is
gisteren brand uitgebroken in een suiker
fabriek- Het vuur greep zoo snel om ziel»
heen, dat het gcheele gebouw verwoest
werd. Twee arbeiders kwamen in dc vlam
men om, cn niet minder dau 23 arbeiders
m<^cten vermist zijn.
U i t h e t Jt ij n en M o e z c 1 d a 1 ko
men sleohte berichten over den wijnoogst
van dit jaar. De pcronospora heeft veel
meer scliadc aangericht dan verleden jaar.
Toon zijn alleen dc bergen aan, do Moezel
geteisterd, terwijl do ziekte nu ook do beste
wijnbergen langs den Itijn beeft aangetast.
Do wijnstokkon hebben reeds zooveel golo-
den dat do gevolgen zich ook in het komen
de voorjaar wanneer dc nieuwe loten uibloo*
pen moeten doen gevoelen. De wijnbouwers
zien dé toekomst mot zorg te gemost.
Al weer h c e f t te Milaan oen
reusachtige brand gewoed, dc derde binnen
korten tijd. Gisternacht zijn nl. de maga
zijnen van een vcrffabrick afgebrand. Het
gelukte dor brandweer de fabriok zelf io
redden. Do schade bedraagt meer dan c. u
half millioeai lire.
D e „D o b a t s" v c rnoorat uit Tou
lon, dat daar onder het gornizoen sedert
eon half jaar vele gevallen van hersou-
vUes-ruggemergsontsti'king zijn voorgeko
men. Do zieken sterven meestal binnon
tweo etmalen. In den laatsten tijd neemt
het aantal slachtoffers schrikbarend too.
Een spoorwegongeluk heeft
cr dezer dagon op do Oaledonischo lijn bij
Glasgow plaats goliad'. Een trein liet aan
een station een goederenwagen achter cu
vorvolgde do reis. Die wagen werd niet
goed vastgezet cn begon nu langs dc lijn
die stijl afliep, hoe langer hoe harder den
trein tc volgen. Er werd van het station ge
seind aan het volgendo, waar do trein zou
stoppen, en van hier uit beduidde men den
machinist, dat hij zoo hard mogelijk moest
doorrijden tot hij een eind op het vlaak o
deel van de lijn was gekomen. Een conduc
teur, dio daarvan niet wist, zótte" echter bij
het station do rem in werking en zoo kwam
dc trein tot staan. Dadelijk daarop botste»
do hollende goederenwagen mot vervaarlijk?
kracht op den trein in. Gelukkig waren do
achterste wagens ook goederenwagens; deze
werden verbrij zxdd, on van de reizigers kre
gen cr een dozijn kwetsuren.
Aderlaten als volksmid'dol.
In Konstantinopol hecht dc bevolking, voor
al liet minder gegoede deel, nog sterk aan
het aderlaten. Do kwakzalvers komen aan
dio gehechtheid te gemoet en tap^.-n steeds
aan ieder bloed af. In het voorjaar wordt
dc methode in tiet groot in praktijk ge
bracht, ook door gezonden. Do mensehen
helpen dan veólal zich zelf, door middel
van een scheermes, of, veiliger, van bloed
zuigers, of zij gaan, in grooton getale naar
menschen die van de operatie speciaal hun
werk maken, maar dit veelal zoo zorgeloos
en slordig doen, dat er al sterfgevallen door
zijn voorgekomen. Men lieeffc nu de aandacht
van dc overheid er op gevestigd, om deze te
bewego.n het misbruik te koeren.
Do Ncurenburgfiche tentoon-
stelling zal met een tekort van omstreckö
1 millioen mark sluiten, waarvoor de borgen
moeten bijpassen.
12)
„Ach ja," klaagde Esther, „dat komt er
yan, dat ik zoo lang ziek ben geweest en
jk. beb er mij ook al bezorgd over ge
maakt. Ik wasch te anders de kleine stuk
ken beneden in juffr. uw Baxters wasch-
hok, en gaf bot groot© goed mee aan een
.waschvrouw, die elke week kwam, maar
dio heelt zich al in lang niet meer ver
toond, en de hecle reismand is vol vuil
.waschgocd; mijn man zou morgen eens
op een waschvrouw uitgaan."
„Neen, neen, beste, dat behoeft niet,"
was het antwoord, „die Londenscha
.waschvrouwen verlangen zooveel geld-
Hier staat do oude juffrouw Robinsou, dat
is juist degeen, die je hebben moet; in
de Martinstraat werkt een oude vriendin
ivan mij bij een stoomwasscherijArnold
en Millner's stoomwasscherij, daar-hebt gii
zeker wol van geboord? Daar kan elk©
yrou\y haar wasch heenbrengen en zelf
.wasschon. Hier op de plaats is let water
mij niet helder genoeg, cn de lucht te
rookerig; daar wil ik liever niet wav
echen. Maar nu wilde u voorslaan, om
uw goed te tellen en een lijstje te maken,
dan breng i.i het er vandaag nog heen en
over twee dagen krijgt gij alles prachtig
«elder terug,' gevouwen en gestreken, zoo-
uafc gij er pleizier in hebben zult. Neen.
toeen, bedank mjj maar niofc, en pra>a*t-
feaar niet over te veel moeite; ik ben ziek
van het stil zitten, en een flinke wasch
vind ik heerlijk."
Wie was blijder dan Esther I Spoedig
waren de tweo vrouwen, de een in het bed.
do ander op den grond zittende, bezig
met opschrijven en sortecren, waarop al
les weer in de groot© reismand gepakt
werd.
„Ik kan het er in die mand het besta
heendragen," vond de oudo vrouw. „Bax
tersloopjongen helpt mij wel, als gij denkt
dat zo voor mij te zwaar 'is. Ach, ik ben
wel andore lasten gewoon, maar, hebt gii
niets meer in uw koffers, dat nog mee moet
worden gcwasschen Hot gaat dan in één©
moeite door."
„Ja," zei Esther nadenkend, „in den
grooten koffer liggen nog een paar jurkjes
van do kleine en Josephs boorden. Als n
dio ook maar mee zoudt willen nemen?"
„Zeker, zeker. Zieb gij, dan zal ik den
koffer voor het bed zetten; neen, aan
den sleutel kom ik niet. Gij moet hem zelf
open maken. Hé, wat ligt ales netjes in
den bak. Er is zeker geen tweede timmer
mansvrouw van buiten, die zu'ko mooie
dingen heeft, als gij, beste."
Terwijl Esther nu met veel behulp van
juffrouw Robinson alles opzocht, wat wa
ter en zeep kon noodig hebben, toonde zii
trofcsch haar kleine schatten, die zij nier
v.ilig bewaarde. Een horlogo en een bro
che, dat zij van haar man had gekregen,
zos zilveren lepels, een zorgvuldig inge
pakt theeservies, haar hosten mantel, ©n
dergelijke kostbar ilieden, die zij met do
bruiloft-, deels van haar meesteres, deels
uit de pastorie laad gekregen, en de be
wondering van juffrouw Robin&on kende
geon grenzen*
„Ziezoo, nu hebben wij alles bij elkaar,
en moet ik mij haasten om aan het werk
te gaan, anders is de dae kort. Maar
nu eerst weer dien koffer in den boek
wat is die zwaar. Hé, wij hebben verge
ten hem to sluiten; wilt u mij den sleu
tel geven? Waarom gaat hij niet toe? D©
bak schijnt scheef te staan. Zoo, nu is het
in orde, en hier is uw sleutel. In een vreemd
huis moot men alles goed afsluiten, want
schelmen zijn er overal. En nu, vaarwel
voor lieden, u kunt zich gelukkig weer een
dag alleen redden. Ziet gij, wij hebben twee
wa-chlijston, de een ondereckcn ik nu, en
houdt uorde en regel moet er zijn; het an
dere lijstje neem ik mee, dit moet do op-
zichteres van de wasscherij onderteekenen,
als ik het goed in de droogkamer laat han
gen; zoo kan or niets verloren gaan
Esther wist niet hoe zij baar zou danken.
„Laat clat toch, beste; ik doe het heusch
graag. Daar hoor ik den loopjongen op de
trap; nu vlug de mand er uit, dan kan hij
mij helpen om zc naar beneden te dragen 1"
Zij ging flink met haar mand de deur
uit, cn verdween. Tegen den avond, toen
Joseph on Esther oij elkaar zaten,, en hun
zorgen bespraken, verscheen do oud©
vriendin in den nood weer, cn gins
hartelijk lachend voor het jonge paar staan;
in de cene hand hield zij een kom met warm
water, en in de andere hand het blad,
waarop Esthers thee was. „Ja, zie nu eens,
wat er niet met een mensch kan gebeuren
Kijk mij eens aan!"-
De oude vrouw droeg heden, in plaats van
haar gewone, zeer eenvoudige japon met
haar schortje, een kourïgnette steedsche
japon, waarn men haar nauwelijks zou her
kend hebben*
„Wel, wat ziet u er mooi uitl U bent
'sedert gisteren ccn echte Londenachc dame
geworden l" riep Joseph.
„Wat denkt u wel van mij? Maar Licsbeth
cn haar man hadden mij verleden weck dio
dingen al gegeven; „moeder", zeiden zij,
„je moet je boter kleeden, zoodat wij hier
in de stad eer met je inleggen". En heden,
juist toen ik uit de waschinrichting kwam,
staat mijn dochter beneden voor dc huis
deur. Zij \v;i, dat ik vanavond meega naar
oen feest in hot Kristallen paleis, of hoe
zo dat ding noemen. Eerst wilde ik niet,
maar wat doet men al niet alles ter wille
van zijn kindoren. Liesbeth zegt, dat rij
geen plcizier heeft, als haar oude moeder
or niet bij is. Daarom heb ik mij nu mooi
gemaakt, en over een halfuur vinden wij
elkaar bij do tram.
Terwijl zij praatte, had zij Esthers avond
maaltijd klaar gemaakt, het heet© water
overgegoten cn het kindje opgenomen, om
loet uit to kleeden en te wasschcn, zooals
zij dat eiken avond deed. Maar de moeder
wild© volstrekt niet, dat zij in haar mooio
japon zoo iets deod. Neen, nadat zij den
geheelcn dag zoo hard had gewerkt, mocht
zij nu aan niets andei's denken dan aan
hot genoegen, dat haar wachtte. „Als gij het
dan bepaald wilt, besteIk had anders
graag do kleine nog geholpen. Ja, één ding
mag ik tcch niet vergeten: dc wasch is
zoover klaar, on hangt veilig in' dc droog
kamer. Ziet gij, hier is dc lijst, dio ik heb
laten ondertcekenon: Margaretha Arnold,
stoomwassohcrij, Martinstraat. Morgen
ziet gij mij pas des middags terug, want ik
ga er heel vroeg heen, als gij nog slaapt,
om alles te vouwen en te strijken 1"
Esther bedankt© haar nogmaals^ on
vroeg haar spoodij een flinke rekening t©
zenden, opdat rij haar schuld kon afdoen
„Die rekening zal zoo hoog niet worden",
lachte juffr. Robinson, „ik beu maar ccn
eenvoudige waschvrouw van buiten en heb
lage prijzen. En u, meneer Howard, kon ik
morgen ook misschien goede berichten
brengen; ik heb iets gehoord van een tim
merman, die graag ccn f linken knecht
wensch to te hebben, tegen goed loon; maar
morgen kari ik u pas het adres geven. Ja,
wat doet men al niet alles om zijn mede-
menschen te helpen. Nu, goeden nacht,
vrouwtje, gij ziet er heden bepaald beter
uit; wij zijn nu door het ergste hoen; nog
één kusje, engeltje, stoor je moeder van-,
nacht maar nictl"
Daarmede ging zij been, en liet do Ho
wards achter, diep goroeixl door al haar
vriendelijkheid. Nu was cr toch weer hoop,
Den geheelcn volgenden dag bleef Jo-<
seph bij zijn vrouw cn hielp haar heur kal
mer netjes in orde to makon en schreef een
brief aan een vriend in zijn dorpje, waarin
bij meldde, dat zij cerfct beiden ziek waren
geweest, maar nu was dat verdriet voorbij,
en hoopte hij spoedig in Londen flink voor*
uit ie komen. De arme man I Maar rils men
jong is bekijkt men de «aken nu eenmaal
van den bosten kant zoolang dat maar mo
gelijk is.
(Wordt vervolgd.)
- ÜlS - HP