Anno 1DCG Gemengd Nieuws. FEUILLETON. Door tegenspoed gelouterd. -a Nb. 14259. Brieven van een Leidens&r. CXLVIII. Twee jonge mannen, de een wat stil voor zich lioen en droomerig, 'de ander meer vroo ilij k en levenslustig, maar die door verschil lend karakter elkander aanvulden, maakten inde vacantie eens 'n reisje door ons land nn stonden, na daarvan heel wat gezien te hebben, op een goeden dag eens op een der heuvelen van ons schoon Gelderland. 'l'er- ,wijl zc daar zoo hun blik lieten gaan ov»r den wijden omtrek, kwamen ze oviretn bei den als helden uit een sprookje eens een wen&eh uit te sproken van wat zij het liefst yan alles zouden begeeren. Een zonderlinge inval ongetwijfeld, ver geeflijk echter voor hun jeugd en verklaar baar op een helderen zomerdag midden op een van Gelderlands heuvelen. De droomer mocht het eerst wenschen Hij liet zijn oog gaan naar het Noorden en het Zuiden, blikte Oost- en Westwaarts, en zeide toen: „Als ik het voor het wenschen had, zou van den Dollard tot de Schelde het niemand aan nooddruft ontbreken 1" Zijn vriend, die misschien gedacht had van liefde, eer, roem of geld te zullen hoo- ren, zag vreemd op, doch werd er zoo door getroffen, dat hij niet in staat was te uiten, yaar naar zijn hoogste begeeren uitging. Zij hebben over dezen wensch en over de mogelijkheid der vervulling er van nog hang geredeneerd, en kwamen tot de slot- ecm, dat deze mogelijkheid niet was uitgc 6loten en dat het inderdaad eenmaal zr-o ■ver kon eu moest komen. Nu daarvoor waren ze jong en idealist. Toen, ik dit verhaal dezer dagen las, her innerde ik mij zoo'n wensch ook. eens, zij het dan nog wat bescheidener en in stilte, te hebben uitgesproken. Het was op een gureu wintermiddag toen ik op uitnoodi- ging van het bestuur in het gebouw der St.-Vmeêntius-vereeniging aan den Middel weg de uitdeeling van de Vereeniging van Schoolkmdervoeding eens bijwoonde. 1 Bleek en kleunisch en hongerig kwamen de kinderen binnen, doch nadat ze hun goe de portie warme erwtensoep met grooten appetijt ter halverwege hadden genuttigd, kwam er gloed in de wangen, een trek van tevredenheid op het gelaat en toen de maag geheel was g-cvuld, sommigen waren niet gemakkelijk te verzadigen toen straal den dc magere gezichtjes van voldaanheid. Ik dacht aan mijn eigen kind, dat geluk kig nog nooit de echte ernstige botcekenis ,van het woord honger" had gevoeld, en de stille wensch rees bij mij op: ,,Ochi dat ieder kind in onze stad altijd zijn nooddruft kon genieten 1" „Elk kind," noemde ik alleen maar, om dat gebrek aan voeding bij het kind zich het bitterst laat gevoelen en het sterkste .wreekt. Ik zag, dat geen enkele dier kleine, have- looz© wezentjes tégen het eten opzag, al len smaakte het bord erwtensoep als was liet een koningsmaal. ,,Zijn dat nu a 1 de schoolkinderen, di© voor zulk oen maal in aanmerking zouden kunnen komen?" vroeg ik aan een onder wijzer, die bij dc voeding zijn hulp verleen de. ,,Och, neen," was het antwoord, „maar we zoeken er de meest behoeftigen uit, omdat ,we In onze middelen beperkt zijn." ,,En krijgen zo nu eiken dag zulk een versterkend maal?" Ook hierop werd ontkennend geant woord: Slechts driemaal per week gedu rende de vier wintermaanden, waarin liet gebrek in de arbeidersgezinnen bet meest nijpt, heeft deze kindervoeding plaats." .Meent de Commissie dan dat wie van daag behoefte heeft aan een versterkend maal, eerst overmorgen dc behoef te daartoe weer gevoelen zal? Dat is een method die aan Succl doet denken, doch zich niet verdraagt met een gejonde kin- dermaag", hernam ik met een tintje ironie- Do ondervrager gevoelde dit en gaf een beetje geraakt tot bescheid, oat de be stuursleden van Schoolkindervoeding wel gevoelden, dat de andersdaa-gscho voeding niet voldoende was en dat zij en de me dewerkers, do dames van de St.-Yincentius- verceuiging ingesloten, er gaarne een uurtje aan wilden geven, als ik maar zor gen wilde, dat het niet aan de noodigo geldmiddelen ontbrak. „Ik zal eens zien wat ik kan", was mijn antwoord, dat mij weer in den zin kwam, toen ik den edelen wensch van den idealis- tischen jongeman, waarvan ik boven sprak, onder de oogen kreeg. Er moest in den aanstaanden winter toch eens geen enkel schoolgaand kind honger behoeven te lijden in onze gemeente, dacht ik. De onderwijzers kunnen bet zoo goed waarnemen aan de kleine sohoolbuvgers als gebrek aan voedsel hen plaagt. Denzulken zullen ze graag een kaart voor de schoolvoeding verstrekken al was het uit geen andere beweegreden dan omdat een goed gevoed kind beter de leerstof kan opnemen, dan oen leerling, wien de hon ger plaagt, als ze er maar een te vergeven hebben. Nu komt het er maar op aan, dat daar voor geld is. Kindervrienden, die veel bezit ten; kindervrienden, die slechts van een ma tig inkomen moeten leven, bedenkt, dat er in den wintertijd' vooral oen groot aantal schoolkinderen thuis zeer onvoldoende ge voed worden, en met werkelijken honger naar school worden gezonden. Een deel er van do meest behceftigen ontvangt driemaal per week een bekoorlijko portie warm eten, de anderen ontvangen dit niet eens. De meest hongerigen en wie minder hongerig zijn, behooren eiken middag een middagmaal te hebben,. Do Vereeniging voor Schoollcindervocding" is daarvan innig overtuigd, dooii schiet om het te doen in haar geldmiddelen te kort. Gevoelt gij u niet zedelijk verplicht om daartoe bij de dragen, veel, al3 gij het ruim missen kunt-, minder als gij u moet beperken in uw uitgaven. Zeg nu niet, omdat de ouders dier kin deren zorgeloos zijn, verkwistend misschien en indien ze wilden zelvon in de nooddruft van hun kroost koncien voorzien, wil ik daarvoor niet offeren. Moet dan ook in dit opzicht de zonde der vaderen bezocht wor den aan de kinderen?" Die kinderen kunnen het toch niet hel pen, dat hunne ouders niet hun plicht kennen. Zij zijn daarom evenzeer of nog meer te beklagen, want behalve het noodi- ge vcelsol, zullen ze nog meer moeten der ven, dat alleen een waar vader en moeder het kind kan schenken: trouwe zorgt teero liefde, ©en goede opvoeding. En als dan ieder Leidsoh burger en bur geres heeft gegeven of toegezegd naar ver mogen, dan kan dc vereeniging haar be grooting opmaken 1 Zóóveel heeft ze nu. Een mooi bedrag, zegt ze. Daarbij telt ze op, wat ouder en goeder gewoonte clo Leidache werklieden en andere vereenigingen op hun jaarverga deringen voor dit doel plegen bijeen te brengen en wat er gewoonlijk aan bijzon dere giften jaarlijks binnenkomt. Dat kan en moet bijeengeteld een aardig bedrag zijn. Maar nog niet genoog om er door te voorkomen, dat elk schoolgaand kind, dat thuis niet voldoende gevoed wordt, iederon dag het daaraan ontbreken de van „Schoolkindervóeding" ontvangt. Voor het ontbrekende klopt de vereeniging bij de gemeente aan. Do gemeente heeft reeds den plicht om te helpen gevoeld door jaarlijks 500 gulden voor dit goede doel af te staan. Dat kan genoog zijn, maar het kan ook veel to weinig we»zcn, dat hangt af van de som door particulieren bijeengebracht. Men heeft al lang ingezien, dat de gemeente ook tot taak heeft bij/andere lichamen, die zich op eenigerlei wijze ten doel stellen loet algemeen belang te dienen, geldelijk to steunen. Zij geeft subsidie aan inrichtingen van onderwijs, dio het geestelijk wolrijn van een deel des volks beoogen; aan instellingen van zieken- cn wijkverpleging om daardoor dc gezondheidstoestand to bevorderen, aan vereenigingen, die willen zorgen, dat de menschen behoorlijk kunnen worden gehuis vest, ja, zelfs geelt ze subsidie ter bevorde ring van feestvieringen of van volks- of kindervermaken. Zou de gemeente aan ook niefc geroepen wezen om een vereeniging, die zich tot taak stelt het hongerlijdend volkskind to spijzigen te steunen, zoo noo- dig met een groot bedrag te steunen En nu moei men niet aanlcomen met het bezwaar, dat de gemeenschap hier komt op een gebied, dat ,,des ouders is", want hoe veel eerbied ik heb voor een beginsel en ook voor het beginsel, dat de vader en de moe der de natuurlijke verzorgers rijn der kin- dezen, ik wil om dat beginsel kinderen van ouders, dio hun taak uit nood of on wil verwaarloozen, geen,'honger laten lij den. Mocht mijn wc sch, da!t in Leiden dezen winter althans geen enÜcl schoolkind der nooddruft behoeft te deifvon, in vervulling komen. Laat Sehoolkmd-crvobding" zich daar voor maar eens inspannen en laten wij al len haar daarin helpen, particulieren cn gemeente, en laten wij intijds er mee begin nen. Wij zorgen immers nu ook reeds voor eigen winterprovisie. Uit minnenijd. Aan do Ge dempte Oude Gracht No. 182 te Haarlem is woonachtig J. Kleijn,. zuur- en cierhuis- houder. Daar heeft met do kermis in do zaak geassisteerd zekere juffrouw Cato S. Deze had verkeering met den bakkero- knecht H. G., maai- dezo bad gemerkt, dat zijn meisje liever de vcrkcering wilde af breken, om met een ander zich buiten dio gemeente t© kunnen begeven. Dinsdagavond, te ruim 10 uron, heeft G. zich toegang verschaft tot de woonkamer van Kleijn, alwaar het gezin aan tafel zat, en, vermoedende, dat zijn meisje aldaar voor hem werd verborgen gehouden, heeft bij een revolver voor don dag gehaald cn een schot in die kamer gelost zonder eolitsr iemand te raken. De kogel is in de zoldï- ring terecht gekomen. Onmiddellijk daarop heeft G. dio woning verlaten. De politie heeft de zaak in onderzoek G. wordt opgespoord. Do kogel is in be slag genomen. Woensdag heeft G. zich weder aan do woning van Kleijn vervoegd, dio hem de revolver, die nog in zijn bezit was, cn ge laden met 5 scherpe patronen, heeft af ge nomen en die aan de politie overhandigd. (,,H D.", Met het tloopon der Konink lijke fabriek van Waskaarsen te Amsterdam is een begin gemaakt. Het personeel, dat er nog werkte, is Dinsdagavond door do Directie ontslagen cn heeft toen het hun nog tovkomende loon, benevens het zie kengeld, uitbetaald gekregen. Verschillende werklieden werden hierna in de kamer van don directeur, den heer Kern, geroepen, en ontvingen gratificaties naar gelang van het aantal jaren, die zij in dienst der fabriek hadden doorgebracht. Naar het Huis van Bewaring te Arnhem is overgebracht zekere 0. A. IC., uit Beuningen, door do marechaussee uit •Nijmegen gearresteerd wegens- het toebron- gen van een achttal wondon met een mes aan een fietsrijder, dio hem bad aangere den on wiens toestand zeer ernstig is. Dinsdagavond had te Drach ten een ernstig ongeluk plaats. Iemand uit Franeker reed met de tram huiswaarts en had de onvoorzichtigheid zijn hoofd buiten den waggon te steken, terwijl dc tram in volle vaart reed. Doordat er boomen langs de trambaan stann, slingerde hij met zijn hoofd tegen een boom, daarna door een ruit van den waggon, viel toen uit het rijtuig en rolde in een droge sloot. Daaruit in een vreesolijjcen toestand opge nomen, werd hij in de woning van den tol gaarder Van den Berg gebracht. Dr, G. H, Kaiser, in allerijl ontboden, onderzocht den patiënt en constateerde, hoewel het ongeluk ernstig was, dat er geen ©ogenblikkelijk levensgevaar bestond. („L. Ct") Op de Schelde zijn nog steeds zeer veel zeehonden, welke ontzaglijk veel viseh verslinden. Een jager te Philippine, J. van Hurk genaamd, heeft deze weck in twee dagen tijds elf zeehonden bemachtigd en bovendien nog verscheiden gewond ,welko misschien later in andere handen zullen vallen. Gelijk bekend is, wordt voor eiken zeehond door het Kijk 3 gulden uit betaald. Ct.") Te Renkum is Donderdag- avond een vrouw, die van de stoomtram afstapte vóórdat deze stilstond, van het voorbalkon gevallen en door de volgende rijtuigen overreden. Eén been werd baar afgereden en het andere hoogst ernstig ge kwetst. Na ten huizo van een gencesheor verbonden te zijn, is zij ter verdere verplc- ving naar het St.-Elisabethsgcsticht te Arnhem overgebracht. Gistermorgen sloe-g bij een hevig onweer de bliksem in de bocrenhui- zinge in dc Wonserwoêren le Makkum, be woond door F. Bakker. In een oogenblik stond de schuur met den geheelcn voor raad hooi cn boerengereedschappen ia lich telaaie en kon men er alleen door den gun- stigen wind in slagen het woonhuis to be houden. Alles was verzekerd. Te Oudeshasko (Fr.) is b ij li c t uitspoelen van luiers do vrouw van L. voor over in de vaart gevallen en verdronken. L i c f 1 ij k l Uit de correspon- ticrubriek van „De Hollandschc Lelie" (Anna de Savornin Lobman): „Dat hot geklets in dc Tweede Kamer u zou tegenvallen, wist ik wel vooruit 1 Van die hoeren absoluut talentloos, zijn alleen maar in de Kamer getild op do schouders- van het domme kiezersvee, omdat zo zelf dat 'n prettig cn tot allerlei voorrechten cn eer en aanzien leidend baantje vinden. Hoe wilt ge nu, dat zulke mensehen u zul len imponeeren door mooi spreken of door mooie -denkbeelden to verkondigen Larie 1 Zo le-utcren er op los, of omdat zo wel moeten ter wille van hun kiezers dat zijn leden, die ééns per jaar het verplichte speechjo afratelen over hun speciaal onder worp of zc praten zonder ophouden, omdat zij zichzelf zoo ijselijk graag hooren mogen. En dat zijn dan gewoonlij' diege nen, naar wie niemand luistert-, cn onder wier leuterpraatjes do rest hun dagclijk- sche bezigheden verricht, van brieven schrij ven of couranten lezen, óók wel dutjes doon, of zich in dc koffiekamer met versnaperin gen volproppen!" Do storm, die Dinsdag in bet Wetten van Duitschland heeft gewoed, heeft te Remscheid een hcole laan van meer dan honderdjarige clonnen omvergeworpen. Er is bijna geen boom in die laan blijven staan. Ecnige dames, die i.i een rijtuig door do laan reden, werden gewonI. Een groot gevaar leverden -do allerwegen op straat neerhangende telefoondraden op, die met do leidingen voor electri&cbo kracht in aanraking kwamen. Do orkaan had in een paar minuten uitgewoed, en dc weg - en hij genomen heeft is aan do aangericht© vcrwoetting duidelijk waar te nemen. Onder de olifanten van do regeering in het Burmeesche district Kulha beeft eon pestkoolcpidemie gohecrscht, waaraan in onkclo 'Jagen tijds bijna 250 olifanten ter gezamenlijke waarde van 600,000 gulden bezweken zijn. De slachtoffer a van <lo ramp te Uccle zijn nog steeds niet gered. Onver droten wordt het reddingswerk voortgezet, maar tot dusverre zonder gevolg. Het schijnt echter wel zeker, dat de ongel ukki- gen cog in leven zijn, want volgcna de ver klaring van generaal De Heusoh aan een medewerker van do Petit Bleu" beantwoor den zij nog steeds de klopseinen dor redders. Een van de Vrijdag dadelijk na dc ramp opgehaalde arbeiders is gisteren in het zio ken huis overleden. Het „Handelsblad' van Antwerpen" ver neemt over de pogingen om do drie werk lieden uit den put te bevrijden, het vol gende Tot nu toe werkt men nog altijd vruoh- teloos om do drie bedolven werklieden te bevrijden. Do officieren en ingenieurs overtuigen zich beurtelings, door neer to dalen en signalen te laten hooren, dab do ongolukkigen nog leven cn de antwoorden zijn nog altijd duidelijk. Ongelukkiglijk zijn regenvlagen do reddingswerken komen be moeilijken. Vcrschillendo voorname perso nen, ondor andere de gouverneur, do pro cureur-generaal, enz., zijn ter plaatse ge weest. De minister van oorlog, dio ook zijn komst had aangekondigd, heeft die meet?» laten afzeggen. NLouwe stelsels van luchttoevoer ';n toe gepast en twee mijnwerkers zijn uit Char leroi ontboden om aan dc redding raco to arbeiden. Do laatste berichten meldden dat me a zeker vóór lieden de ongolukkigen niet zou kunnen bereikcu. Om twee uren gisternamiddog kwam heb volgende bericht: Te 2 uren, naderde kapitein commandant Thollen, de leden der pers cn zeido Wij zijn nogmaals verkeerd' toegekomen do werken, uitgevoerd om do slachtoffers te vinden onder dc tweede vloering van den ingestorte© put bewijzen dat deze insge lijks is ingestort. Het deel tusschen c^;i tweeden vloer is gedeeltelijk gevuld met ma terialen. Wij zullen al doen wat wij kunnen om oë slachtoffers te vinden. Te Miinsto r, b ij Kannstait, is gisteren brand uitgebroken in een suiker fabriek- Het vuur greep zoo snel om ziel» heen, dat het gcheele gebouw verwoest werd. Twee arbeiders kwamen in dc vlam men om, cn niet minder dau 23 arbeiders m<^cten vermist zijn. U i t h e t Jt ij n en M o e z c 1 d a 1 ko men sleohte berichten over den wijnoogst van dit jaar. De pcronospora heeft veel meer scliadc aangericht dan verleden jaar. Toon zijn alleen dc bergen aan, do Moezel geteisterd, terwijl do ziekte nu ook do beste wijnbergen langs den Itijn beeft aangetast. Do wijnstokkon hebben reeds zooveel golo- den dat do gevolgen zich ook in het komen de voorjaar wanneer dc nieuwe loten uibloo* pen moeten doen gevoelen. De wijnbouwers zien dé toekomst mot zorg te gemost. Al weer h c e f t te Milaan oen reusachtige brand gewoed, dc derde binnen korten tijd. Gisternacht zijn nl. de maga zijnen van een vcrffabrick afgebrand. Het gelukte dor brandweer de fabriok zelf io redden. Do schade bedraagt meer dan c. u half millioeai lire. D e „D o b a t s" v c rnoorat uit Tou lon, dat daar onder het gornizoen sedert eon half jaar vele gevallen van hersou- vUes-ruggemergsontsti'king zijn voorgeko men. Do zieken sterven meestal binnon tweo etmalen. In den laatsten tijd neemt het aantal slachtoffers schrikbarend too. Een spoorwegongeluk heeft cr dezer dagon op do Oaledonischo lijn bij Glasgow plaats goliad'. Een trein liet aan een station een goederenwagen achter cu vorvolgde do reis. Die wagen werd niet goed vastgezet cn begon nu langs dc lijn die stijl afliep, hoe langer hoe harder den trein tc volgen. Er werd van het station ge seind aan het volgendo, waar do trein zou stoppen, en van hier uit beduidde men den machinist, dat hij zoo hard mogelijk moest doorrijden tot hij een eind op het vlaak o deel van de lijn was gekomen. Een conduc teur, dio daarvan niet wist, zótte" echter bij het station do rem in werking en zoo kwam dc trein tot staan. Dadelijk daarop botste» do hollende goederenwagen mot vervaarlijk? kracht op den trein in. Gelukkig waren do achterste wagens ook goederenwagens; deze werden verbrij zxdd, on van de reizigers kre gen cr een dozijn kwetsuren. Aderlaten als volksmid'dol. In Konstantinopol hecht dc bevolking, voor al liet minder gegoede deel, nog sterk aan het aderlaten. Do kwakzalvers komen aan dio gehechtheid te gemoet en tap^.-n steeds aan ieder bloed af. In het voorjaar wordt dc methode in tiet groot in praktijk ge bracht, ook door gezonden. Do mensehen helpen dan veólal zich zelf, door middel van een scheermes, of, veiliger, van bloed zuigers, of zij gaan, in grooton getale naar menschen die van de operatie speciaal hun werk maken, maar dit veelal zoo zorgeloos en slordig doen, dat er al sterfgevallen door zijn voorgekomen. Men lieeffc nu de aandacht van dc overheid er op gevestigd, om deze te bewego.n het misbruik te koeren. Do Ncurenburgfiche tentoon- stelling zal met een tekort van omstreckö 1 millioen mark sluiten, waarvoor de borgen moeten bijpassen. 12) „Ach ja," klaagde Esther, „dat komt er yan, dat ik zoo lang ziek ben geweest en jk. beb er mij ook al bezorgd over ge maakt. Ik wasch te anders de kleine stuk ken beneden in juffr. uw Baxters wasch- hok, en gaf bot groot© goed mee aan een .waschvrouw, die elke week kwam, maar dio heelt zich al in lang niet meer ver toond, en de hecle reismand is vol vuil .waschgocd; mijn man zou morgen eens op een waschvrouw uitgaan." „Neen, neen, beste, dat behoeft niet," was het antwoord, „die Londenscha .waschvrouwen verlangen zooveel geld- Hier staat do oude juffrouw Robinsou, dat is juist degeen, die je hebben moet; in de Martinstraat werkt een oude vriendin ivan mij bij een stoomwasscherijArnold en Millner's stoomwasscherij, daar-hebt gii zeker wol van geboord? Daar kan elk© yrou\y haar wasch heenbrengen en zelf .wasschon. Hier op de plaats is let water mij niet helder genoeg, cn de lucht te rookerig; daar wil ik liever niet wav echen. Maar nu wilde u voorslaan, om uw goed te tellen en een lijstje te maken, dan breng i.i het er vandaag nog heen en over twee dagen krijgt gij alles prachtig «elder terug,' gevouwen en gestreken, zoo- uafc gij er pleizier in hebben zult. Neen. toeen, bedank mjj maar niofc, en pra>a*t- feaar niet over te veel moeite; ik ben ziek van het stil zitten, en een flinke wasch vind ik heerlijk." Wie was blijder dan Esther I Spoedig waren de tweo vrouwen, de een in het bed. do ander op den grond zittende, bezig met opschrijven en sortecren, waarop al les weer in de groot© reismand gepakt werd. „Ik kan het er in die mand het besta heendragen," vond de oudo vrouw. „Bax tersloopjongen helpt mij wel, als gij denkt dat zo voor mij te zwaar 'is. Ach, ik ben wel andore lasten gewoon, maar, hebt gii niets meer in uw koffers, dat nog mee moet worden gcwasschen Hot gaat dan in één© moeite door." „Ja," zei Esther nadenkend, „in den grooten koffer liggen nog een paar jurkjes van do kleine en Josephs boorden. Als n dio ook maar mee zoudt willen nemen?" „Zeker, zeker. Zieb gij, dan zal ik den koffer voor het bed zetten; neen, aan den sleutel kom ik niet. Gij moet hem zelf open maken. Hé, wat ligt ales netjes in den bak. Er is zeker geen tweede timmer mansvrouw van buiten, die zu'ko mooie dingen heeft, als gij, beste." Terwijl Esther nu met veel behulp van juffrouw Robinson alles opzocht, wat wa ter en zeep kon noodig hebben, toonde zii trofcsch haar kleine schatten, die zij nier v.ilig bewaarde. Een horlogo en een bro che, dat zij van haar man had gekregen, zos zilveren lepels, een zorgvuldig inge pakt theeservies, haar hosten mantel, ©n dergelijke kostbar ilieden, die zij met do bruiloft-, deels van haar meesteres, deels uit de pastorie laad gekregen, en de be wondering van juffrouw Robin&on kende geon grenzen* „Ziezoo, nu hebben wij alles bij elkaar, en moet ik mij haasten om aan het werk te gaan, anders is de dae kort. Maar nu eerst weer dien koffer in den boek wat is die zwaar. Hé, wij hebben verge ten hem to sluiten; wilt u mij den sleu tel geven? Waarom gaat hij niet toe? D© bak schijnt scheef te staan. Zoo, nu is het in orde, en hier is uw sleutel. In een vreemd huis moot men alles goed afsluiten, want schelmen zijn er overal. En nu, vaarwel voor lieden, u kunt zich gelukkig weer een dag alleen redden. Ziet gij, wij hebben twee wa-chlijston, de een ondereckcn ik nu, en houdt uorde en regel moet er zijn; het an dere lijstje neem ik mee, dit moet do op- zichteres van de wasscherij onderteekenen, als ik het goed in de droogkamer laat han gen; zoo kan or niets verloren gaan Esther wist niet hoe zij baar zou danken. „Laat clat toch, beste; ik doe het heusch graag. Daar hoor ik den loopjongen op de trap; nu vlug de mand er uit, dan kan hij mij helpen om zc naar beneden te dragen 1" Zij ging flink met haar mand de deur uit, cn verdween. Tegen den avond, toen Joseph on Esther oij elkaar zaten,, en hun zorgen bespraken, verscheen do oud© vriendin in den nood weer, cn gins hartelijk lachend voor het jonge paar staan; in de cene hand hield zij een kom met warm water, en in de andere hand het blad, waarop Esthers thee was. „Ja, zie nu eens, wat er niet met een mensch kan gebeuren Kijk mij eens aan!"- De oude vrouw droeg heden, in plaats van haar gewone, zeer eenvoudige japon met haar schortje, een kourïgnette steedsche japon, waarn men haar nauwelijks zou her kend hebben* „Wel, wat ziet u er mooi uitl U bent 'sedert gisteren ccn echte Londenachc dame geworden l" riep Joseph. „Wat denkt u wel van mij? Maar Licsbeth cn haar man hadden mij verleden weck dio dingen al gegeven; „moeder", zeiden zij, „je moet je boter kleeden, zoodat wij hier in de stad eer met je inleggen". En heden, juist toen ik uit de waschinrichting kwam, staat mijn dochter beneden voor dc huis deur. Zij \v;i, dat ik vanavond meega naar oen feest in hot Kristallen paleis, of hoe zo dat ding noemen. Eerst wilde ik niet, maar wat doet men al niet alles ter wille van zijn kindoren. Liesbeth zegt, dat rij geen plcizier heeft, als haar oude moeder or niet bij is. Daarom heb ik mij nu mooi gemaakt, en over een halfuur vinden wij elkaar bij do tram. Terwijl zij praatte, had zij Esthers avond maaltijd klaar gemaakt, het heet© water overgegoten cn het kindje opgenomen, om loet uit to kleeden en te wasschcn, zooals zij dat eiken avond deed. Maar de moeder wild© volstrekt niet, dat zij in haar mooio japon zoo iets deod. Neen, nadat zij den geheelcn dag zoo hard had gewerkt, mocht zij nu aan niets andei's denken dan aan hot genoegen, dat haar wachtte. „Als gij het dan bepaald wilt, besteIk had anders graag do kleine nog geholpen. Ja, één ding mag ik tcch niet vergeten: dc wasch is zoover klaar, on hangt veilig in' dc droog kamer. Ziet gij, hier is dc lijst, dio ik heb laten ondertcekenon: Margaretha Arnold, stoomwassohcrij, Martinstraat. Morgen ziet gij mij pas des middags terug, want ik ga er heel vroeg heen, als gij nog slaapt, om alles te vouwen en te strijken 1" Esther bedankt© haar nogmaals^ on vroeg haar spoodij een flinke rekening t© zenden, opdat rij haar schuld kon afdoen „Die rekening zal zoo hoog niet worden", lachte juffr. Robinson, „ik beu maar ccn eenvoudige waschvrouw van buiten en heb lage prijzen. En u, meneer Howard, kon ik morgen ook misschien goede berichten brengen; ik heb iets gehoord van een tim merman, die graag ccn f linken knecht wensch to te hebben, tegen goed loon; maar morgen kari ik u pas het adres geven. Ja, wat doet men al niet alles om zijn mede- menschen te helpen. Nu, goeden nacht, vrouwtje, gij ziet er heden bepaald beter uit; wij zijn nu door het ergste hoen; nog één kusje, engeltje, stoor je moeder van-, nacht maar nictl" Daarmede ging zij been, en liet do Ho wards achter, diep goroeixl door al haar vriendelijkheid. Nu was cr toch weer hoop, Den geheelcn volgenden dag bleef Jo-< seph bij zijn vrouw cn hielp haar heur kal mer netjes in orde to makon en schreef een brief aan een vriend in zijn dorpje, waarin bij meldde, dat zij cerfct beiden ziek waren geweest, maar nu was dat verdriet voorbij, en hoopte hij spoedig in Londen flink voor* uit ie komen. De arme man I Maar rils men jong is bekijkt men de «aken nu eenmaal van den bosten kant zoolang dat maar mo gelijk is. (Wordt vervolgd.) - ÜlS - HP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 17