N£. 14259. Derde Blad. 18 Augustus 1906. Van eon villa en een antomobieL Célertin Biroteau, handelsbediende, zou zoo juist aan tafel gaan met zijn vrouw, zijn schoonmoeder en zijn vier kinderen, drie jonge meisjes en een kleinen jongen, toen een net gekleed heer zich aanmeldde om hem te spreken. „Duizendmaal verschooning," zeide hij, zich buigend tot bijna op den grond, „vóór ik mij de vrijheid veroorloof u te komen storen." Biroteau zag hem verwonderd aan. „Mijnheer", hernam de onbekende, „ik ben gezonden door „Do Wolk", een staat kundig en een letterkundig dagblad; u zult wel weten, dat dit blad geschenken •uitlooft aan zijn lezers, waar die ook ge vonden worden: op de straat, in het kof fiehuis, in het bad, in den omnibus, in den trein, op het rijwiel, in auis, bij den kapper, bij den voetarts". „Zoo gebeurt het tegenwoordig", merk te mevrouw Biroteau op. „Mag ia u vragen of u het laatste num mer er van hebt?" „Ja," antwoordde mevrouw Biroteau, „hier is het; ik kocht het zoo juisc, toen ik van de tram stapte; ik had geen pa pier om mijn varkensribbetje in te doen." Zij ontvouwde het stuk papier, nog geheel ien al vet. „Ja, dat ié ons blad, hetwelk wij dage lijks lezen," voegde zij er bij met nadruk. „Dan wej'-ch ik u dubbel geluk," zei de aetgekleede heer, „wan>t men heeft mij gelast u een ontvangbewijs te overhandi gen voor een villa.'' „Een villa?" zeide Biroteau. „Wat een geluk!" riepen de kinderen. „Mijnheer wil zeker schertsen," liet de schoonmoeder hooren, die altijd door twij fel werd aangegrepen, als haar schoonzoon een geluk moest overkomen. „Ik zou niet durven schertsen," hernam de heer; „ziehierbden omslag, waarin het nummer is; u behoeft morgen u slechts te vertoonen op het bureau v.an het dag blad om uw premie te ontvangen." „Mijnheer, het is de Hemel, die u zendt!" riep de vrouw des huizee. „Eenvoudig toeval." „Een toeval, dat wij allen zegenen." .fEen landgoed, gelegen in Bagnolet," zeide de gezonaene, „een bezitting, ge schat op een waarde van vijf en dertig duizend franken." „Dat is een fortuin riep Biroteau. „Is er een tuin bij?" vroeg mevrouw Bi roteau. „Een groote tuin omgeeft het huis: daarbij verhoogt een fontein de schoonheid ei' van.." „Wat zal dat prettig zijn voor de kin deren." „Wij zullen er gaan wonen," zeide Bi roteau. „Je bent er nog niet," liet de schoon moeder bits hooren. „U, u blijft te Parijs," zeide Biroteau daarop. „Hier is de omslag," zei do heer. Hij haalde uit een brieventasch een ge len omslag, dien bij Biroteau ter hand stelde. „De prijs kon niet beter gevallen zijn," voegde hij er hoffelijk bij, „Ten zeerste dankbaar, mijnheer", liet deze er op volgen. ,,U blijft bij ons dineeren," zeide Biro teau, Na een weinig tegenstribbelen nam mijn heer het aanbod aan. Mevrouw Biroteau ging snel naar een banketbakker; haar man dook in den kel der en kwam naar boven met champagne. De gelukkige gebeurtenis werd in vreugde gevierd. Voordat de gast het huis verliet vroeg hem Biroteau onder vier oogen: „Wat mag ik u aanbieden?" „Voor een prijs van deze waardo is het mij geoorloofd een klein aandenken mee to nemen," antwoordde de gezondene be scheiden. Biroteau liet in zijn hand glijden een bankbriefje van vijfhonderd franken'. De gezondene ging opgetogen weg. De Biroteaus bleven tot laat in den avond plannen maken voor de toekomst. De kinderen konden niet slapen. Den volgenden morgen bestelde Biroteau een rijtuig, waarin heel do familie plaats nam, ook de schoonmoeder, en in vollen draf reed men naar het bureau van het dag blad. Het plan tfas, dat men terstond naar Bagnolet zou rijden, nadat het bewijs van eigendom in hun bezit zou zijn. Het feest maal zou later gehouden worden; de lijst Van ue gasten was Teeds opgemaakt. Het Bureau van „De Wolk" was op de eerste verdieping. Biroteau ging naar bo ven. Hij kwam in de voorkamer. „Wat wilt u?" vroeg een bediende. „Ik kom het eigendomsbewijs voor mijn premie halen," zeido hij. „Welke premie?" „Het langui is van Bagnolet".. De bediende zetto groote oogen op. „Ja," hernam Biioteau, „de premie van gisteren." „Gisteren," zeide de bediende, „was er geen landhuis; de premies waren toiletar tikelen, zeep, geurtjes, borstels, enz." Biroteau haalde r jn omslag te voorschijn. „Ziehier wat de man van het blad mij gegeven heeft. De bediende versche :rdc den omslag; er was een wit papier in. „U is bedrogen", zeide hij. „Bedrogen I" riep Biroteau. „Onmoge lijk!" „Een lag grappenmaker heeft u beet genomen, "v „Zeg liever een' dief!' schreeuwde Biro teau. ,,0, die schurk! Ik gaf hem vijfhon derd iranken'! En heel mijn huisgezin zit beneden op mij te v. achten Al de bedienden waren komen aanloo- Fan; zij verwrongen zich van het inhou den. Biroteau i .do ni:: naar beneden gaan, en toch moest hij wel het ontzettende nieuws aan de zijnen bekend maken. De, ontsteltenis was onbeschrijfelijk; de kinde ren begonne to huilen. „Had ik het niet gezegd?" bracht de schoonmoeder in het mi-aden. „Maar ik werd niet gel .ofd." Biroteau zond het rijtuig weg. Hij waé .woedend. Zijn schoonmoeder zegevierde luidruchy tig en verweet hem zijn lichtgeloovigbeid. Een maand ging voorbij. Op een Zondag, yuist toen Biroteau op het punt was met geheel zijn gezin uit te gaan, vroeg een net gekleed heer om hem te spresken. Bi roteau liet a.em Linnën komen. „Mijnheer", zeido hij beleefd, „ik kom yan het dagblad „De Eend"." „0,. zoo!" zeide Biroteau, hem schuin aankijkend. ,,Ik kom u viagen of u de goedheid wilt' hebben mij te K-eggen} of dl het laatste nummer van ons dagblad bezit." „Ja," zeide Biroteau, een oogje knip pend tegen zijn vrouw, „wij hebben hét: „De Eend" vinden wij allen prachtig." „Dan," hernam de bediende, „heb ik' het genoegen u aan te kondigen, dat u de grootste premie zult ontvangen, die he den aan de lezers geschonken wordt." J „Zeker een villa... te Bagnolet." „Neen, mijnheer, vandaag wordt er geen, villa gegevenwij geven een automobiel, met zes zitplaatsen, zeventien duizend franken waard." „Zeventien duizënK franken", zeide Bi roteau; „uw dagblad doet zijn zaken goed; dat is een mooie prijs voor eon „Eend." Niettegenstaande de tijding van heb goc> de nieuws, bleef de heer Biroteau toch on verschillig evenals zijn kinderen. ,,U wilt zeker een klein aandenkéni meenemen?" vroeg Biroteau ondeugend. „Och, mijnheer,'' antwoordde de gezon dene weerstrevend, „wij nemen nooit ieta aan." „Toch, toch, dat verdient een belooning; dat is een gewoonte." Biroteau ging naar de keuken en haal de een tang. „Hier is het aandenken," zeide hij en sloeg dapper op den afgezant. „Help 1 Help! Moord T' schreeuwde deze, wegvluchtend. Biroteau achtervolg de hem tot op de straat, altijd slaande. „Dat is voor joul schurk, schelm 1" riep hij. Spoedig was er veel volk bij elkaar, de agenten kwamen toeloopcD, de man van het dagblad viel halfdood in hun armen. Beiden werden naar het politie-bureau gebracht. De man, dien Biroteau voor een bedrieger had aangezien, was waarlijk ge zonden door „De Eend". Dezen keer was zijn aanbod ernstig. Doch Biroteau, ver volgd wegens slagen en verwondingen, werd a eroordeeld tot een groote schade loosstelling van zijn slachtoffer. De automobiel ging zijn neus voorbij.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 11