K°. 14253
Zaterdag 11 Augustus.
A*. 1906.
<§eze Courant wordt dagelijksmet uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
VIER Bladen.
1
Eerste Blad.
Offieieeie Kennisgeving,
ïirsa^rins van t!cn Èemeentcraad van Leiden,
f? Boor tsgonsposd gelouterd.
rJ
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Cents; per 3 maanden 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd syn 1.30.
Franco per post 1.65.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 16 regels fl.05. Iedere regel moer f0.171. Grootero letters naar
plaatsruimte. Kleine advertontiën van 30 woorden 40 Cents contant; elk
tiental woorden meer 10 Cents.Voor het incasseoren wordt/"0.05 berekend.
op Donderdag 10 Aug. 1906, dos uamiddage
te twee uren.
T« behan delen onderwerpen:
lo. Verzoek van mej. M. J. Sparnaay
om eervol ontslag als leerarcs in de nuttige
handwerken aan de Kweekschool voor on
derwijzers en onderwijzeressen. (179)
2o. Benoeming van een leerares in hand-
teekenen en kunstgeschiedenis aan de Hoo-
gero Burgerschool voor Meisjes. (176)
3o. Benoeming van een leerares in de
•nuttige handwerken aan de Kweekschool
ivoor onderwijzers en onderwijzeressen.
(185)
4o. Benoeming van een onderwijzeres met
verplichte hoofdakte aan de openbare
!Bchool der 2de klasse voor meisjes. (183)
1 5o. Vaststelling eener opgave van perso-
toen ter benoeming tot zetter van 's Rijks
'directe belastingen. (191)
6o. Verzoek van J. de Groot om eervol
'ontslag als onderwijzer aan de openbare
BÓhoo'l oer derde klasse No. 6 (178)
l 7o. Verzoek van mej. A- M. Hoek om eervol
ontslag als onderwijzeres aan de openbare
school in de Heerenstraat. (178)
So. Verzoek van P. C- G. A- Wijkmans
'om' eervol ontslag als onderwijzer aan de
openbare school der 3de klasse No. 3. (192)
i 9o- Staat van af- en overschrijving op de
jbegrooting, dienst 1905, van het Roomsch-
Katholiek Wees- cn Oudeliedenhuïs. (195)
lOo. Rekening, dienst 1905, van de Stads-
bank van Leening. (197)
v llo. Jtekening, dienst 1905, van de Stede-
olijke Werkinrichting. (194)
v 12o. Suppletoir© staat van begrooting,
dienst 1S05, van het H. G.- of arme Wees- en
((Kinderhuis. (198)
13o. Staat van af- en overschrijving op
;'de begrooting dienst 1905 van het H. Geest-
f "of Arme Wees- en Kinderhuis- (198)
l4o. Voorstel tot wijziging van art. 12 der
Verordening van 25 Januari 1894, rege
lende de inwendige inrichting der scholen,
de toelating en het ontslag der leerlingen".
[Gem.-BLad No. 5- (1S4)
15o. .Verzoek van de Lcidsche Tuinders-
'Patroonsvereeniging om wijziging van de
.verordening, houdende aanwijzing van de
idagen, uren en plaatsen voor het houden
i van de verschillende markten en van vei-
riingen van groenten, ooft en aardappelen.
i<181)
16o. Voorstel tob verhoeging van de voor
."de uitvoering van de Woningwet toegestane
j gelden. (193 cn 199)
i l7o Voorstel tot aankoop van het perceel
Prinsen steeg No. 2. (180 en 190)
l ISo. Voorstel tot beschikbaarstelling van
geldon ten behoeve van de verbouwing van
Ihet Raadhuis. (182 en 190)
19o. VooTstel tot levering van gas aan de
i gemeente Voorschoten- (183)
20o. Voorstel tot overbrenging van het
'dienstjaar 1905 on dat van 1906 van de be-
noodigde gelden voor de voldoening van
ecnige onbetaald gebleven vorderingen cn
tot voldoening van die gelden uit den post
voor Onvoorziene Uitg&ven van 1906. (187 cn
190)
21o. Rekening van de ontvangsten en u;t-
gavcn der gemeente over het jaar 1905.
(189)
EEN KRUIS.
,,Hè, pa, wat is dat?"
Mijn kleine jongen van vijf jaar, in wien
sinds kort een geest van onderzoek is ge
varen, Leeft zich, in een onbewaakt oogen-
blik, meester gemaakt van zeker laatje in
mijn schrijftafel en er, onder meer voor
hem zeer aantrekkelijke snuisterijen, een
zeker bronskleurig voorwerp ontdekt, met.
een heel mooi blauw en oranjelint er aan
bevestigd.
,,Hè, pa, wat is dat?"
„Dat is grootpa's kruis, jongen."
„Wat voor kruis, pa; waarvoor; waar
maken ze dat?" enz., enz.
Aan die eindeloozo vragen van den dreu
mes ben ik al gewoon; ik doe er het zwij
gen toe en merk alleen op:
„Dat kruis heeft grootpa gekregen van
den Koning, toen er „oproer was en er
gevochten moest worden."
Natuurlijk volgt er een tweede serie van
vragen, die zeven wijzen niet zouden kun
nen beantwoorden.
„Maar, eensklaps is L verrukking van
den kleine ten top gestegen, daar hij een
tweede, heel klein kruis ontdekt heeft:
heel klein, met een heel Uein lint; maar
dat, overigens, op het groote gelijkt als
twee droppen water op elkander.
Na de derde serie van vragen tracht ik.
hem uit te leggen, dat Grootpa het kleino
kruis ook gekregen heeft voor trouw aan
den Koning en dat hij het dagelijks droeg:
het groote alleen bij plechtige gelegenhe
den. Daarop weet ik zijn gedachten af U
leiden door het kleino kruLs handig op do
kleine borst te spelden.
„Zie zoo, jongen, ga nu maar spelen nu
ben jo ook_ ridder, met een kruis voor
trouw."
Ik schrik over mijn eigen woorden en kan
op de vingors narekenen hoeveel vragen er
nu zullen komen over het ridderschap en
dergelijke.
Maar, vaderlijke beschouwingen falen
ook wel eens! Mijn jongen gevoelt heele-
maal niets v6or den ridderslag. Iets an
ders speelt he. i door de kleine hersens. Hii
draaft weg, draait een paar maal op do
hielen rond, komt dan" in draf terug en
roept vragend uit: „Pa-, is er een kloinc
trouw en e i groote trouw?"
Kleino en groote trouw men zou in
zekeren zin die vraag tot u kunnen rich
ten, laatst overgeblevenen uit dien droef-
glorievollen tijd van vóór vijf cn zeventig
jaren. G.j zijt, near wij mennen, nog slechte,
zeer goring id aantal, maar eens was dat
aantal groot en van velen uwer bewegen
zich kindoren en kindskinderen onderons
en stellen levendig belang in deze dingen.
De trouw van '30'31, de trouw, waar
voor heb „metalen kruis" gegeven werd,
cn als een heiligdom onder ons wordt be
schouwd, was, zoo men wil, slechts een
kleine trou Die mannen hebben weinig
gelegenheid gehad, zich door roemruchte
daden te kenmerken; stroomen bloed heb
ben zij i.'ot doen vloeienop de geschie
denis der wereld hebben zij geen invloed
geoefend; maar...... zij gloeiden van geest
drift voor Koning en Vaderland; de roep
stem des Konings eloctriseerde hen; als
het noodig was geweest, dan zouden ze gaar.
ne bloed en leven geofferd hebben. Gelukkig
is het niet noodig geweest, gelukkig is ec
slechts weinig bloed gevloeid voor do wan
hopige onderneming, om twee volken bil
elkander to houden, die schier niets ge
meens met elkander hadden en wier ver-
eemiging een ontzaglijke dwaling was ge
weest.
Als de groote trouw bestaan moet in
het leveren van groote veldslagen, in het
schitteren hij eclatante .feiten, dan hebben
de mannen van '30'31 slechts klein*
trouw aan den dag gelegddan hebben
wij, Nederlanders, sinds dien nooit meer
gelegenheid gehad' om onze trouw in het
groote te toonen, en zullen er, zoo wij ho
pen, nimmermeer toe in do gelegenheid
worden gesteld.
Wij, kinderen van onzen tijd, zullen Let
voortaan met de kleine trouw moeten doen.
Laat dan het woord: „wees getrouw in het
kleine" tot ons niet tevergeefs gesproken
worden 1
Ten oorlog gaan wij niet meer; maar wij
blijven zonen en dochteren van datzelfde
vaderland, waarvoor de mannen van 1830
hun leven wildon wagen. Wij kampen niet
meer tegen vijanden van buiten en in zoker
opzicht ook niet tegen de revolutie; maar wij
hebben toch te bekampen de buitensporig
heden van den tijdgeëst, den wassenden
geest van verzet, den geest van ontevreden
heid on ontbinding, die als een roode draad
door de geschiedenis van het heden loopt»
Ook daarin hebben wij ons te toonen vrien
den van orde, wet on gezag; ook daarin heb
ben wij te zijn, trouw aan Koningin en Va
derland. Voor de vrijheid, die de vaderen
bevochten, hebben wij niet meer te strijden;
maar wij hebben wel degelijk er voor te
waken, dat wij behouden wat wij hebben:
dó vrijheden, rechten en privileges, waar
voor het bloed der viyderen heeft gestroomd*
Wij hebben pal te staan, waar men valsche
begrippen van vrijheid verkondigt; waar
men rechtsbegrippen verdraait en alle voor
rechten voor zichzelf opeischt.
De nieuwe tijd plaatst ons meer op den
voorgrond als burgers van den Staat; ook
als zoodanig hebben wij wapenen te dragen,
al zijn die meer van zcdcliiken aard". Ook
als zoodanig kennen wij den ridderlijken
moed, do onbezweken trouw. Ook als zoo
danig hebben wij Vaderland en Gezag lief.
Ook als zoodanig kunnen wij dragen een
eere -toeken, dab ons het harte versiert.
Het kleine en het groote kruis liggen nu
weer naast elkaar in het laatje. Als mijn
jongen groot is geworden, hoop ik hem de
geschiedenissen te verhalen, die aan beid©
verbonden zijn. NEMO.
Leiden, II Augustus.
Tegen inwilliging van het verzoek van
den heer P. C. G. A. Wijkmans om, togen
19 Augustus a.s., wegens zijn benoeming
tot adjunct-inspecteur van politie, eervol
ontslag als onderwijzer aan de openbare
school der 3de klasse No. 3 bestaat bij B.
en Ws. en bet hoofd der school geen be
zwaar.
Naar B. en Ws. door deo wethouder
van fabricage werd medegedeeld, zal ten
behoeve van do administratie ter uitvoe
ring van de Woningwet alsnog gedurende
eenigen tijd van tijdelijke arbeidskrachten
moeten worden geBruik gemaakt.
Aangezien nu het voor dit doel onder
volgn. 117c uitgetrokken bedrag ad 200 gul
den ontoereikend is, geven zij den Raad in
overweging door vaststelling van den over-
golegden 'staat van af- cn overschrijving
het artikel met 500 gulden to verhoogen.
Op den post voor Onvoorziene Uitgaven
zijn thans nog 3295.621 gulden beschikbaar
Do Commissie van financiën heeft tegen
dezo voordracht geen bezwaar.
De Commissie van Financiën heeft te
gen do haar in handen gestold© rekening
van do Stedelijke Werkinrichting over het
jaar 1S05 geen bedenkingen en stelt voor
dio rekening goed te keuren in ontvangst
en in uitgaaf op 12287.92,
De heer Roimoringer, lid dezer Commis
sie, heeft aan het onderzoek geen deel ge
nomen
Ook tegen den door het Bestuur van
het R.-K. Wees- en Oude-licdenhuis inge-
dienden staat van af- en overschrijving op
de begroeting dier instelling, het dienst
jaar 1905 betreffende, heeft de Commissie
van Financiën geen bedenkingen.
Tegen do bcgrooting der dienstdoende
Schutterij voor het jaar 1907 noch tegen do
door Commissarissen der Stadsbank van
Leening ingediende rekening en verant
woording over het jaar 1905, blijkens welke
de exploitatie een nadeelig slot van 399.80
gulden heeft opgeleverd, noch tegen do in
gediende suppletoiren staat van begrooting
van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis
en den staat van af- en overschrijving op
de begrooting dier instelling, beide het
dienstjaar 1905 betreffende.
Ingevolgo do artt. 3 en 4 dor wet van
6 April 1870 moet vóór den lsten Septompor
a. s. door den Gemeenteraad aan den Commis
saris der Koningin eene opgave worden Inge
zonden voor de bonoemiDg van drio loden van
het college van zetters voor 's Ryka directe
belastingen, bestaande uit tweemaal zooveel
personen als er leden te benoemen zlJn.
Op den Jaatsten December van dit jaar moe
ten volgens den rooster aftrodende hoeren G.
van Driel, C. Wassenaar en D. J. Yan Am erom,
die evenwel dadelijk herbenoembaar zijn.
B. en Ws. geren den gemeenteraad dor-
halve in overweging tot de vaststelling van
de opgave over te gaan, waarvoor de volgondo
aanbeveling wordt aangeboden:
I. lo. Govert van Diiel, woonplaats Leiden,
geboren 11 September 1853, architect;
2o. Johan Peter Jacob van Ewijk, woonplaats
Leiden, geboren 14 Juli 1866, behanger.
II. lo. Cornelia Wassenaar, woonplaats
Leidon, geboren 21 Juli 1837, fabrikant;
2o. Barend Egbert Spijker P.Hz., woonplaats
Lelden, geboren 4 December 1859, winkelier.
III. lo. Dirk Jan van Ameron, woonplaats
Loiden, geboren 24 Januari 1848, huisschildor
2o. Willem Cornelia Mulder, woonplaats Leiden,
goboren 23 Februari 1850, architect.
Evenals vorige jaren zal op 31 Augs.
a.s. de verjaardag van H. M. d© Koning
in alhier op feestelijke wijze worden hor-
dacht door do leerlingen van hot zesde
leerjaar der openbare en bijzondere scho
len. De feestviering zal bestaan in voor
stellingen van een bioscope in de Stads-
zaal, afgewisseld met muziek cn onthaal.
Voorts zal een kleino optocht worden go
houden door een gedeelte der staddeze
optocht wordt opgoluisterd door een uni
forme 'hoofdversiering: voor de jongens
een loodspet; voor de meisjes een marine-
muts in oranje- cn nationale kleuren. Het
aantal kinderen van 23 scholen bedraagt
1250. Voorzitter de. Commissie, uitgenoo-
digd door Burgemeester en Wethouders, is
de heer H. C. van der Heyde, secretaris
do heer G. do Jongh Ezn.
Do heer A. van dor Harst heeft om ge
zondheidsredenen bedankt.
Do heer M. A. van Heuven, dio
toren t© 's-Gravenhage slaagde voor do
akte Handtoekenen L. O,, is leerling va»
de Leidsche Tcekenschool van den heer W.
C. A. Ridderhof, Oude Singel 160.
Door do Gereformeerde Schoolvercem-
ging alhier is dezer dagen aangekocht het
huis met tuin, thans bewoond door dr*
Meulemnn aan do "ooglandsche Kerk-
grackt alhier.
Naar wij vernemen bestaat het voorne
men om in dien tui een school te bouwer*
voor M. U. L. Onderwijs, zoodra de huur
van het perceel eindigt.
Do heor A. L. Verhoog, bouwkundige
alhier, is cnoemd tot gemeentc-opzichtec
van Sassenkeim.
orgen, 12 Augustus, zal het do dag
zijn, aarop, 75 jaar geleden, do Tien-
daagsche Veldtocht eindigde.
Voor het examen van apothekersbedien
de zijn te Amsterdam geslaagd de dames: J.
J. Koning, geb. te Hillegom, en R> Weill,
geb. te Amsterdam.
Do rekening der gemeente Haarlem
over 1905 heeft een batig slot van f 85,793.74.
De Bond van. Ncd. Ondier wij aers to
Haarlem heeft aan den gemeenteraad voor
allo onderwijzers negen twce-jaarlijkscko
verhoogingen verzocht van 100 en 100
voor de hoofdakte. Het dagelijksch bestuur,'
der gemeente adviseert afwijzend.
Beroepen is bij do Ncd.-Herv. Gcm-
t© Gencmuidcn dec G. H. Beekenkamp, ta
Huizen.
Het Museum van Kunstnijverheid ia
Haarlem, dat dagelijks, ook Zondags, ge
opend is van tien tot vier uren, zal echter
a,s. Maandag 13 Augustus gesloten zijn.
Do tmtoon stel ling van.de beeldhouw wer-j
ken van den Brussclsohen beeldhouwer Ju-
liaan Dillens, 1849—1904, die in de zalen
van genoemd Museum plaats heeft en zioblj
voortdurend in veel belangstelling maz
verheugen, blijft nog geopend tot 15 Sept.
De collectio is aangevuld met eenige fraala
bronzende catalogus, met zeer goed go*
slaagde reproducties, is aan den ingamc
bij den zaalwachter te verkrijgen.
De Bond van Nederlandsche Gemoento-
werklioden, afd. Don Haag, heeft zich tot den
Raad gewend met het verzoek om do boete-
gelden die aan do verschillendo takkon van
dionst gohevon worden, een bepaalde bestem
ming te geven en wol dit gold te bostemmen
om gemeentewerklieden, dio zelf do kosten
niet kunnen dragon en voor wfo een vorbllJf
ln een sanatorium noodzakelijk ie, daarheen
te sturen.
In don loop dor volgendo maand wordt
hier te lande een Italiaanscho Commissie*
verwacht, belast mot de bostudcering van d4
Nederlandsche waterwegen.
A FEUILLETON.
'6)
„Wij kunnen u in elk geval voorloopig
hier opnemen, cn u kunt dadelijk hier
blijven," zei de directeur op korten, hoe
pel niet onvriendelijken toon, „want hier
jipogcn wij menschcn uit alle deelcn vaD
het land opnemen. Later zal het u zelf
,waarschijnlijk liever zijn, als u naar het
"armenhuis van uw district wordt overge
bracht."
„Ach, neen," riep Esther pijnlijk aange
daan, „laat mij liever maar hier blijven."
ïlet docht haar ten toppunt van ellende,
hls haar armoede in haar geboorteplaats
-bekend moest worden. Ja, en dan bedacht
"zij zich ineens nog iet-s: bier -in Londen
kon zij toch altijd nog hopen, dat zij haar
man eens terug zou vinden. Zij had immers
'dadelijk na zijn verdwijnen allo inlichtin
gen aan de politie gegeven en men had
jhaar beloofd om haar dadelijk bericht te
Zenden, zoodra men een spoor van hem
"Ontdekte.
f Toen zij dit ia korte woorden aan oen
['directeur meedeelde, verzekerde hij haar,
dat hij zich met do politie in verbinding
p»u stellen en vroeg daarop of Esther nog
£het een of ander bezat als eigendom.
V „Dit is alles," zei zij z-acht, en haalde
i!een pakje bewijzen van beleening uit haar
sak, benevens andere kleinigheden, die zii
Jnee had gebracht. Allej wat geschreven
jWas, werd doorgelezen en zorgvuldig be
baard het veel gelezen Boek kreeg zij te
rug, met do opmerking, dat het zeker een
aandenken was. Daarna werd zij in het
register ingeschreven als nieuwe bewoon
ster van het armenhuis: „No. 247: Esther
Howard, drio en twintig jaar oud, geboren
te D., getrouwd, en No. 248: Elfrieda Ho
ward, zeven en een halve maand oud, wet
tig kind van No. 247-
Daarmee waren Esther en haar kind ge
scheiden van de wereld en bestonden zij
nog slechte als nommers in het armen-ver-
zorgings-systcem der wereldstad.
Nu trad oom Billy naar voren en stak
haar zijn grooto hand toe: „God behoede
u, juffrouw Howard; ik wensch u heel veel
Hij wilde zoggen „plezier",
maar hij bedacht zich nog net bijtijds, dat
dit hier niet gepast was, „heel spoedige
beterschap, en ik zal u wel eens komen
opzoeken." Daarop ging hij vlug heen.
haalde op het pleintje rijn grooten rooden
zakdo.k voor den dag, en snoot hevig zijn
neus.
Zoodra hij weer op straat was, liep hij
met groc';e stappen voort alsof hij zeven
mijlslaarzen aan hadzijn gezondheid
scheen er in dien korten tijd bijzonder op
te zijn vooruitgegaan, want hij dacht nu
niet meer over de tram, doch liep rustig
een uur lang door wind cn regen tot aan
de voorstad, waar hij in een der nieuwe
kleine arbeidershuisjes woonde. De goedo
man zuchtte diep; hij kon de arme Esther
niet uit rijn gedachten verbannen. Als
zijn huis maar wat groot er was geweest,
of als zijn zuster niet negen kinderen had
gehad, dan had die arme jonge vrcftiw
zeer zeker niet in het armenhuis behoeven
t© gaan.
Toen oom Billy, nog een jongen was,
maar het was hem alsof het pas gisteren
was gebeurd was op een dag zijn oudste
zuster, db lang geleden als een mooi,
jong, levenslustig meisje haar man naar
den vreemde gevolgd was, ellendig en met
gebroken hart in het ouderlijk huis terug
gekeerd. Do man, die haar liefde en
trouw had gezworen, had haar mishandeld
en verlaten, totdat rij, met haar zuigeling
bij zich, naar het ouderl.jk huis terug
moest koeren, bedelend, en daar spoedig
stierf. Juist zooals toen zijn geliefde zus
ter, zoo uitgeteerd, met zulke hollo oogen.
en juist zoo vig, had de beklaagae cr
uitgezien, die hij gisteren voor den reen
ter iiad zien staan. Oom Billy had altijd
een groot, ruim hart voor alle zwakken en
bedroefden, zooals men dat vaak vindt bii
sterko mannenmaar in dit geval was
hem het hart bijzonder warm geworden,
en reeds ter wille zijner arme zuster, zou
hij graag als een broeder voor de arme
Esther Howard hebben gezorgd, als hii
maar geweten had hoe.
III.
Esther was intusschen bij den huisdok
ter der inrichting, die er juist was, gebracht.
Toen deze haar en haar kind had onder
zocht, zeide hij, dat rij naar de ziekenzaal
moesten worden gebracht.
„Zij sobiint een binnenkoorts te hebben,
en bovendien door gebrek erg verzwakt,"
zei hij zacht tot de aanwezige AcrplcogsLer,
„en het zal wel lang duren. Op No. 4 heb
ben wij plaats, leg die vrouw daar dus
maar; het kind is ook heel zwak, dat kan
vooreerst ook op No. 4 blijven 1"
Daarop verdween hij en de verpleegster,
die dc kleine op haar arm droeg, vroeg
Esther om met haar mee te gaan. Deze
voelde nu, dat anderen de verantwoorde
lijkheid voor haar cn haar kind op zich had
den genomen, en daarmee eindigde ook de
onnatuurlijke overspanning harer zenu
wen, waarmee zij zich den laatsten tijd met
geweld had opgehouden. Toen zij van haar
stoel wild© opstaan, liep haar oen koude
rilling over den rug, het werd haar donker
voor de oogenzij hijgde naar adem, on
voordat do verpeegster haar te hulp kon
schieten, was zij bewusteloos. Het duurde
lang, voordat zij in zoover tot bezinning
kwam', dat zij wist, waar zij zich bevond,
en boe zij er gekomen was. Verscheidene
malen opende rij de oogen en trachtte al
les te bedenken, doch voortdurend zonk zij
weer in een half bewusteloozen toestand
terug. Langzamerhand echter merkte zjj,
dat zij zich in een ruime, grijs gekalkte
kamer bevond en in een eenvoudig, maar
zindelijk bed lag; de ramen waren door
blauw en wit geruite gordijnen bedekt, die
het daglicht onderschepten en die van de
zelfde stof waren als haar nachtjapon en
sloop. Er stonden nog drie bodden in de
zelfde kamer, die alle een bezitster schenen
te hebben; in den schóoreteen brandde een
vuurtje, en vlak daarbij stonden twee kin
derbedjes. Een lange houten tafel en een
paar stoelen stonden in het midden van de
kamer, en nog een ziekenstoel, dat was al
les. Het geheel zag er bijzonder zindelijk en
ordelijk uit, maar kaal en onsierlijk, zoo
als het nu eenmaal gewoonijk in armenhui
zen is.
Esther genoot van de diepe stilte rondom
haar en het warme bed, waar zij lag, deed
haar arm, pijnlijk hoofd weldadig aan; zij
besloot juist maar liever niet te bedenken
hoe zij toch eigenlijk hier kwam, toen haar
kind begon te huilen. Het was haar kleino,
Elfrieda, en toen wist zij ineens weer wat,
zij had doorleefd. Op hetzelfde ©ogenblik'
trad een oude vrouw met een groot linnen
schort voor, op haar toe; het was do ver
pleegster, die zij dien morgen reeds in do
spreekkamer van den dokter had gezien, j
Zij zeide
„Nietwaar, nu voelt u zich beter? Wcest
u maar niet langer bezorgd; u wordt hier
verpleegd, totdat u weer gezond zijt, en
uw kind is ook good verzorgd 1"
Zij liet Esther iets warms drinken, cn
ging toen weer naar andere zieken. Heb
kinrl was spoedig stil, en de arme moeder,
lag half slapend, half wakend, onrustig
droomend en met veel koorts, nog meni-1
gen nacht, nog menigen dag. Zooals dc dok-,
ter reeds had voorspeld, het werd een lang
ziekbed, waartegen haar zwakke levens-,
kracht slechts met moeite streed. Zij waë
in baar heldere oogen blikken dankbaar
voor de rust, die zij genoot; het leven ii(
de wereld was haar in den laatsten tijd
zoo moeilijk gevallen, dat rij het een zeer
weldadig iets vond om hier in een geheel
vreemde omgeving door niemand te worden
gezien cn te worden aangesproken; door
niemand ten minste, die iets van dc ellende
en de schande wist, die zij had doorleefd.
Zij scheen zichzelf bijna toe een geest toj
zijn, die nog slechts van verre op de nocdc^
dezer tijden terugblikt. J
(Wordt vervolgd).