K°. 14253 Zaterdag 11 Augustus. A*. 1906. <§eze Courant wordt dagelijksmet uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit VIER Bladen. 1 Eerste Blad. Offieieeie Kennisgeving, ïirsa^rins van t!cn Èemeentcraad van Leiden, f? Boor tsgonsposd gelouterd. rJ PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Cents; per 3 maanden 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd syn 1.30. Franco per post 1.65. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels fl.05. Iedere regel moer f0.171. Grootero letters naar plaatsruimte. Kleine advertontiën van 30 woorden 40 Cents contant; elk tiental woorden meer 10 Cents.Voor het incasseoren wordt/"0.05 berekend. op Donderdag 10 Aug. 1906, dos uamiddage te twee uren. T« behan delen onderwerpen: lo. Verzoek van mej. M. J. Sparnaay om eervol ontslag als leerarcs in de nuttige handwerken aan de Kweekschool voor on derwijzers en onderwijzeressen. (179) 2o. Benoeming van een leerares in hand- teekenen en kunstgeschiedenis aan de Hoo- gero Burgerschool voor Meisjes. (176) 3o. Benoeming van een leerares in de •nuttige handwerken aan de Kweekschool ivoor onderwijzers en onderwijzeressen. (185) 4o. Benoeming van een onderwijzeres met verplichte hoofdakte aan de openbare !Bchool der 2de klasse voor meisjes. (183) 1 5o. Vaststelling eener opgave van perso- toen ter benoeming tot zetter van 's Rijks 'directe belastingen. (191) 6o. Verzoek van J. de Groot om eervol 'ontslag als onderwijzer aan de openbare BÓhoo'l oer derde klasse No. 6 (178) l 7o. Verzoek van mej. A- M. Hoek om eervol ontslag als onderwijzeres aan de openbare school in de Heerenstraat. (178) So. Verzoek van P. C- G. A- Wijkmans 'om' eervol ontslag als onderwijzer aan de openbare school der 3de klasse No. 3. (192) i 9o- Staat van af- en overschrijving op de jbegrooting, dienst 1905, van het Roomsch- Katholiek Wees- cn Oudeliedenhuïs. (195) lOo. Rekening, dienst 1905, van de Stads- bank van Leening. (197) v llo. Jtekening, dienst 1905, van de Stede- olijke Werkinrichting. (194) v 12o. Suppletoir© staat van begrooting, dienst 1S05, van het H. G.- of arme Wees- en ((Kinderhuis. (198) 13o. Staat van af- en overschrijving op ;'de begrooting dienst 1905 van het H. Geest- f "of Arme Wees- en Kinderhuis- (198) l4o. Voorstel tot wijziging van art. 12 der Verordening van 25 Januari 1894, rege lende de inwendige inrichting der scholen, de toelating en het ontslag der leerlingen". [Gem.-BLad No. 5- (1S4) 15o. .Verzoek van de Lcidsche Tuinders- 'Patroonsvereeniging om wijziging van de .verordening, houdende aanwijzing van de idagen, uren en plaatsen voor het houden i van de verschillende markten en van vei- riingen van groenten, ooft en aardappelen. i<181) 16o. Voorstel tob verhoeging van de voor ."de uitvoering van de Woningwet toegestane j gelden. (193 cn 199) i l7o Voorstel tot aankoop van het perceel Prinsen steeg No. 2. (180 en 190) l ISo. Voorstel tot beschikbaarstelling van geldon ten behoeve van de verbouwing van Ihet Raadhuis. (182 en 190) 19o. VooTstel tot levering van gas aan de i gemeente Voorschoten- (183) 20o. Voorstel tot overbrenging van het 'dienstjaar 1905 on dat van 1906 van de be- noodigde gelden voor de voldoening van ecnige onbetaald gebleven vorderingen cn tot voldoening van die gelden uit den post voor Onvoorziene Uitg&ven van 1906. (187 cn 190) 21o. Rekening van de ontvangsten en u;t- gavcn der gemeente over het jaar 1905. (189) EEN KRUIS. ,,Hè, pa, wat is dat?" Mijn kleine jongen van vijf jaar, in wien sinds kort een geest van onderzoek is ge varen, Leeft zich, in een onbewaakt oogen- blik, meester gemaakt van zeker laatje in mijn schrijftafel en er, onder meer voor hem zeer aantrekkelijke snuisterijen, een zeker bronskleurig voorwerp ontdekt, met. een heel mooi blauw en oranjelint er aan bevestigd. ,,Hè, pa, wat is dat?" „Dat is grootpa's kruis, jongen." „Wat voor kruis, pa; waarvoor; waar maken ze dat?" enz., enz. Aan die eindeloozo vragen van den dreu mes ben ik al gewoon; ik doe er het zwij gen toe en merk alleen op: „Dat kruis heeft grootpa gekregen van den Koning, toen er „oproer was en er gevochten moest worden." Natuurlijk volgt er een tweede serie van vragen, die zeven wijzen niet zouden kun nen beantwoorden. „Maar, eensklaps is L verrukking van den kleine ten top gestegen, daar hij een tweede, heel klein kruis ontdekt heeft: heel klein, met een heel Uein lint; maar dat, overigens, op het groote gelijkt als twee droppen water op elkander. Na de derde serie van vragen tracht ik. hem uit te leggen, dat Grootpa het kleino kruis ook gekregen heeft voor trouw aan den Koning en dat hij het dagelijks droeg: het groote alleen bij plechtige gelegenhe den. Daarop weet ik zijn gedachten af U leiden door het kleino kruLs handig op do kleine borst te spelden. „Zie zoo, jongen, ga nu maar spelen nu ben jo ook_ ridder, met een kruis voor trouw." Ik schrik over mijn eigen woorden en kan op de vingors narekenen hoeveel vragen er nu zullen komen over het ridderschap en dergelijke. Maar, vaderlijke beschouwingen falen ook wel eens! Mijn jongen gevoelt heele- maal niets v6or den ridderslag. Iets an ders speelt he. i door de kleine hersens. Hii draaft weg, draait een paar maal op do hielen rond, komt dan" in draf terug en roept vragend uit: „Pa-, is er een kloinc trouw en e i groote trouw?" Kleino en groote trouw men zou in zekeren zin die vraag tot u kunnen rich ten, laatst overgeblevenen uit dien droef- glorievollen tijd van vóór vijf cn zeventig jaren. G.j zijt, near wij mennen, nog slechte, zeer goring id aantal, maar eens was dat aantal groot en van velen uwer bewegen zich kindoren en kindskinderen onderons en stellen levendig belang in deze dingen. De trouw van '30'31, de trouw, waar voor heb „metalen kruis" gegeven werd, cn als een heiligdom onder ons wordt be schouwd, was, zoo men wil, slechts een kleine trou Die mannen hebben weinig gelegenheid gehad, zich door roemruchte daden te kenmerken; stroomen bloed heb ben zij i.'ot doen vloeienop de geschie denis der wereld hebben zij geen invloed geoefend; maar...... zij gloeiden van geest drift voor Koning en Vaderland; de roep stem des Konings eloctriseerde hen; als het noodig was geweest, dan zouden ze gaar. ne bloed en leven geofferd hebben. Gelukkig is het niet noodig geweest, gelukkig is ec slechts weinig bloed gevloeid voor do wan hopige onderneming, om twee volken bil elkander to houden, die schier niets ge meens met elkander hadden en wier ver- eemiging een ontzaglijke dwaling was ge weest. Als de groote trouw bestaan moet in het leveren van groote veldslagen, in het schitteren hij eclatante .feiten, dan hebben de mannen van '30'31 slechts klein* trouw aan den dag gelegddan hebben wij, Nederlanders, sinds dien nooit meer gelegenheid gehad' om onze trouw in het groote te toonen, en zullen er, zoo wij ho pen, nimmermeer toe in do gelegenheid worden gesteld. Wij, kinderen van onzen tijd, zullen Let voortaan met de kleine trouw moeten doen. Laat dan het woord: „wees getrouw in het kleine" tot ons niet tevergeefs gesproken worden 1 Ten oorlog gaan wij niet meer; maar wij blijven zonen en dochteren van datzelfde vaderland, waarvoor de mannen van 1830 hun leven wildon wagen. Wij kampen niet meer tegen vijanden van buiten en in zoker opzicht ook niet tegen de revolutie; maar wij hebben toch te bekampen de buitensporig heden van den tijdgeëst, den wassenden geest van verzet, den geest van ontevreden heid on ontbinding, die als een roode draad door de geschiedenis van het heden loopt» Ook daarin hebben wij ons te toonen vrien den van orde, wet on gezag; ook daarin heb ben wij te zijn, trouw aan Koningin en Va derland. Voor de vrijheid, die de vaderen bevochten, hebben wij niet meer te strijden; maar wij hebben wel degelijk er voor te waken, dat wij behouden wat wij hebben: dó vrijheden, rechten en privileges, waar voor het bloed der viyderen heeft gestroomd* Wij hebben pal te staan, waar men valsche begrippen van vrijheid verkondigt; waar men rechtsbegrippen verdraait en alle voor rechten voor zichzelf opeischt. De nieuwe tijd plaatst ons meer op den voorgrond als burgers van den Staat; ook als zoodanig hebben wij wapenen te dragen, al zijn die meer van zcdcliiken aard". Ook als zoodanig kennen wij den ridderlijken moed, do onbezweken trouw. Ook als zoo danig hebben wij Vaderland en Gezag lief. Ook als zoodanig kunnen wij dragen een eere -toeken, dab ons het harte versiert. Het kleine en het groote kruis liggen nu weer naast elkaar in het laatje. Als mijn jongen groot is geworden, hoop ik hem de geschiedenissen te verhalen, die aan beid© verbonden zijn. NEMO. Leiden, II Augustus. Tegen inwilliging van het verzoek van den heer P. C. G. A. Wijkmans om, togen 19 Augustus a.s., wegens zijn benoeming tot adjunct-inspecteur van politie, eervol ontslag als onderwijzer aan de openbare school der 3de klasse No. 3 bestaat bij B. en Ws. en bet hoofd der school geen be zwaar. Naar B. en Ws. door deo wethouder van fabricage werd medegedeeld, zal ten behoeve van do administratie ter uitvoe ring van de Woningwet alsnog gedurende eenigen tijd van tijdelijke arbeidskrachten moeten worden geBruik gemaakt. Aangezien nu het voor dit doel onder volgn. 117c uitgetrokken bedrag ad 200 gul den ontoereikend is, geven zij den Raad in overweging door vaststelling van den over- golegden 'staat van af- cn overschrijving het artikel met 500 gulden to verhoogen. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog 3295.621 gulden beschikbaar Do Commissie van financiën heeft tegen dezo voordracht geen bezwaar. De Commissie van Financiën heeft te gen do haar in handen gestold© rekening van do Stedelijke Werkinrichting over het jaar 1S05 geen bedenkingen en stelt voor dio rekening goed te keuren in ontvangst en in uitgaaf op 12287.92, De heer Roimoringer, lid dezer Commis sie, heeft aan het onderzoek geen deel ge nomen Ook tegen den door het Bestuur van het R.-K. Wees- en Oude-licdenhuis inge- dienden staat van af- en overschrijving op de begroeting dier instelling, het dienst jaar 1905 betreffende, heeft de Commissie van Financiën geen bedenkingen. Tegen do bcgrooting der dienstdoende Schutterij voor het jaar 1907 noch tegen do door Commissarissen der Stadsbank van Leening ingediende rekening en verant woording over het jaar 1905, blijkens welke de exploitatie een nadeelig slot van 399.80 gulden heeft opgeleverd, noch tegen do in gediende suppletoiren staat van begrooting van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis en den staat van af- en overschrijving op de begrooting dier instelling, beide het dienstjaar 1905 betreffende. Ingevolgo do artt. 3 en 4 dor wet van 6 April 1870 moet vóór den lsten Septompor a. s. door den Gemeenteraad aan den Commis saris der Koningin eene opgave worden Inge zonden voor de bonoemiDg van drio loden van het college van zetters voor 's Ryka directe belastingen, bestaande uit tweemaal zooveel personen als er leden te benoemen zlJn. Op den Jaatsten December van dit jaar moe ten volgens den rooster aftrodende hoeren G. van Driel, C. Wassenaar en D. J. Yan Am erom, die evenwel dadelijk herbenoembaar zijn. B. en Ws. geren den gemeenteraad dor- halve in overweging tot de vaststelling van de opgave over te gaan, waarvoor de volgondo aanbeveling wordt aangeboden: I. lo. Govert van Diiel, woonplaats Leiden, geboren 11 September 1853, architect; 2o. Johan Peter Jacob van Ewijk, woonplaats Leiden, geboren 14 Juli 1866, behanger. II. lo. Cornelia Wassenaar, woonplaats Leidon, geboren 21 Juli 1837, fabrikant; 2o. Barend Egbert Spijker P.Hz., woonplaats Lelden, geboren 4 December 1859, winkelier. III. lo. Dirk Jan van Ameron, woonplaats Loiden, geboren 24 Januari 1848, huisschildor 2o. Willem Cornelia Mulder, woonplaats Leiden, goboren 23 Februari 1850, architect. Evenals vorige jaren zal op 31 Augs. a.s. de verjaardag van H. M. d© Koning in alhier op feestelijke wijze worden hor- dacht door do leerlingen van hot zesde leerjaar der openbare en bijzondere scho len. De feestviering zal bestaan in voor stellingen van een bioscope in de Stads- zaal, afgewisseld met muziek cn onthaal. Voorts zal een kleino optocht worden go houden door een gedeelte der staddeze optocht wordt opgoluisterd door een uni forme 'hoofdversiering: voor de jongens een loodspet; voor de meisjes een marine- muts in oranje- cn nationale kleuren. Het aantal kinderen van 23 scholen bedraagt 1250. Voorzitter de. Commissie, uitgenoo- digd door Burgemeester en Wethouders, is de heer H. C. van der Heyde, secretaris do heer G. do Jongh Ezn. Do heer A. van dor Harst heeft om ge zondheidsredenen bedankt. Do heer M. A. van Heuven, dio toren t© 's-Gravenhage slaagde voor do akte Handtoekenen L. O,, is leerling va» de Leidsche Tcekenschool van den heer W. C. A. Ridderhof, Oude Singel 160. Door do Gereformeerde Schoolvercem- ging alhier is dezer dagen aangekocht het huis met tuin, thans bewoond door dr* Meulemnn aan do "ooglandsche Kerk- grackt alhier. Naar wij vernemen bestaat het voorne men om in dien tui een school te bouwer* voor M. U. L. Onderwijs, zoodra de huur van het perceel eindigt. Do heor A. L. Verhoog, bouwkundige alhier, is cnoemd tot gemeentc-opzichtec van Sassenkeim. orgen, 12 Augustus, zal het do dag zijn, aarop, 75 jaar geleden, do Tien- daagsche Veldtocht eindigde. Voor het examen van apothekersbedien de zijn te Amsterdam geslaagd de dames: J. J. Koning, geb. te Hillegom, en R> Weill, geb. te Amsterdam. Do rekening der gemeente Haarlem over 1905 heeft een batig slot van f 85,793.74. De Bond van. Ncd. Ondier wij aers to Haarlem heeft aan den gemeenteraad voor allo onderwijzers negen twce-jaarlijkscko verhoogingen verzocht van 100 en 100 voor de hoofdakte. Het dagelijksch bestuur,' der gemeente adviseert afwijzend. Beroepen is bij do Ncd.-Herv. Gcm- t© Gencmuidcn dec G. H. Beekenkamp, ta Huizen. Het Museum van Kunstnijverheid ia Haarlem, dat dagelijks, ook Zondags, ge opend is van tien tot vier uren, zal echter a,s. Maandag 13 Augustus gesloten zijn. Do tmtoon stel ling van.de beeldhouw wer-j ken van den Brussclsohen beeldhouwer Ju- liaan Dillens, 1849—1904, die in de zalen van genoemd Museum plaats heeft en zioblj voortdurend in veel belangstelling maz verheugen, blijft nog geopend tot 15 Sept. De collectio is aangevuld met eenige fraala bronzende catalogus, met zeer goed go* slaagde reproducties, is aan den ingamc bij den zaalwachter te verkrijgen. De Bond van Nederlandsche Gemoento- werklioden, afd. Don Haag, heeft zich tot den Raad gewend met het verzoek om do boete- gelden die aan do verschillendo takkon van dionst gohevon worden, een bepaalde bestem ming te geven en wol dit gold te bostemmen om gemeentewerklieden, dio zelf do kosten niet kunnen dragon en voor wfo een vorbllJf ln een sanatorium noodzakelijk ie, daarheen te sturen. In don loop dor volgendo maand wordt hier te lande een Italiaanscho Commissie* verwacht, belast mot de bostudcering van d4 Nederlandsche waterwegen. A FEUILLETON. '6) „Wij kunnen u in elk geval voorloopig hier opnemen, cn u kunt dadelijk hier blijven," zei de directeur op korten, hoe pel niet onvriendelijken toon, „want hier jipogcn wij menschcn uit alle deelcn vaD het land opnemen. Later zal het u zelf ,waarschijnlijk liever zijn, als u naar het "armenhuis van uw district wordt overge bracht." „Ach, neen," riep Esther pijnlijk aange daan, „laat mij liever maar hier blijven." ïlet docht haar ten toppunt van ellende, hls haar armoede in haar geboorteplaats -bekend moest worden. Ja, en dan bedacht "zij zich ineens nog iet-s: bier -in Londen kon zij toch altijd nog hopen, dat zij haar man eens terug zou vinden. Zij had immers 'dadelijk na zijn verdwijnen allo inlichtin gen aan de politie gegeven en men had jhaar beloofd om haar dadelijk bericht te Zenden, zoodra men een spoor van hem "Ontdekte. f Toen zij dit ia korte woorden aan oen ['directeur meedeelde, verzekerde hij haar, dat hij zich met do politie in verbinding p»u stellen en vroeg daarop of Esther nog £het een of ander bezat als eigendom. V „Dit is alles," zei zij z-acht, en haalde i!een pakje bewijzen van beleening uit haar sak, benevens andere kleinigheden, die zii Jnee had gebracht. Allej wat geschreven jWas, werd doorgelezen en zorgvuldig be baard het veel gelezen Boek kreeg zij te rug, met do opmerking, dat het zeker een aandenken was. Daarna werd zij in het register ingeschreven als nieuwe bewoon ster van het armenhuis: „No. 247: Esther Howard, drio en twintig jaar oud, geboren te D., getrouwd, en No. 248: Elfrieda Ho ward, zeven en een halve maand oud, wet tig kind van No. 247- Daarmee waren Esther en haar kind ge scheiden van de wereld en bestonden zij nog slechte als nommers in het armen-ver- zorgings-systcem der wereldstad. Nu trad oom Billy naar voren en stak haar zijn grooto hand toe: „God behoede u, juffrouw Howard; ik wensch u heel veel Hij wilde zoggen „plezier", maar hij bedacht zich nog net bijtijds, dat dit hier niet gepast was, „heel spoedige beterschap, en ik zal u wel eens komen opzoeken." Daarop ging hij vlug heen. haalde op het pleintje rijn grooten rooden zakdo.k voor den dag, en snoot hevig zijn neus. Zoodra hij weer op straat was, liep hij met groc';e stappen voort alsof hij zeven mijlslaarzen aan hadzijn gezondheid scheen er in dien korten tijd bijzonder op te zijn vooruitgegaan, want hij dacht nu niet meer over de tram, doch liep rustig een uur lang door wind cn regen tot aan de voorstad, waar hij in een der nieuwe kleine arbeidershuisjes woonde. De goedo man zuchtte diep; hij kon de arme Esther niet uit rijn gedachten verbannen. Als zijn huis maar wat groot er was geweest, of als zijn zuster niet negen kinderen had gehad, dan had die arme jonge vrcftiw zeer zeker niet in het armenhuis behoeven t© gaan. Toen oom Billy, nog een jongen was, maar het was hem alsof het pas gisteren was gebeurd was op een dag zijn oudste zuster, db lang geleden als een mooi, jong, levenslustig meisje haar man naar den vreemde gevolgd was, ellendig en met gebroken hart in het ouderlijk huis terug gekeerd. Do man, die haar liefde en trouw had gezworen, had haar mishandeld en verlaten, totdat rij, met haar zuigeling bij zich, naar het ouderl.jk huis terug moest koeren, bedelend, en daar spoedig stierf. Juist zooals toen zijn geliefde zus ter, zoo uitgeteerd, met zulke hollo oogen. en juist zoo vig, had de beklaagae cr uitgezien, die hij gisteren voor den reen ter iiad zien staan. Oom Billy had altijd een groot, ruim hart voor alle zwakken en bedroefden, zooals men dat vaak vindt bii sterko mannenmaar in dit geval was hem het hart bijzonder warm geworden, en reeds ter wille zijner arme zuster, zou hij graag als een broeder voor de arme Esther Howard hebben gezorgd, als hii maar geweten had hoe. III. Esther was intusschen bij den huisdok ter der inrichting, die er juist was, gebracht. Toen deze haar en haar kind had onder zocht, zeide hij, dat rij naar de ziekenzaal moesten worden gebracht. „Zij sobiint een binnenkoorts te hebben, en bovendien door gebrek erg verzwakt," zei hij zacht tot de aanwezige AcrplcogsLer, „en het zal wel lang duren. Op No. 4 heb ben wij plaats, leg die vrouw daar dus maar; het kind is ook heel zwak, dat kan vooreerst ook op No. 4 blijven 1" Daarop verdween hij en de verpleegster, die dc kleine op haar arm droeg, vroeg Esther om met haar mee te gaan. Deze voelde nu, dat anderen de verantwoorde lijkheid voor haar cn haar kind op zich had den genomen, en daarmee eindigde ook de onnatuurlijke overspanning harer zenu wen, waarmee zij zich den laatsten tijd met geweld had opgehouden. Toen zij van haar stoel wild© opstaan, liep haar oen koude rilling over den rug, het werd haar donker voor de oogenzij hijgde naar adem, on voordat do verpeegster haar te hulp kon schieten, was zij bewusteloos. Het duurde lang, voordat zij in zoover tot bezinning kwam', dat zij wist, waar zij zich bevond, en boe zij er gekomen was. Verscheidene malen opende rij de oogen en trachtte al les te bedenken, doch voortdurend zonk zij weer in een half bewusteloozen toestand terug. Langzamerhand echter merkte zjj, dat zij zich in een ruime, grijs gekalkte kamer bevond en in een eenvoudig, maar zindelijk bed lag; de ramen waren door blauw en wit geruite gordijnen bedekt, die het daglicht onderschepten en die van de zelfde stof waren als haar nachtjapon en sloop. Er stonden nog drie bodden in de zelfde kamer, die alle een bezitster schenen te hebben; in den schóoreteen brandde een vuurtje, en vlak daarbij stonden twee kin derbedjes. Een lange houten tafel en een paar stoelen stonden in het midden van de kamer, en nog een ziekenstoel, dat was al les. Het geheel zag er bijzonder zindelijk en ordelijk uit, maar kaal en onsierlijk, zoo als het nu eenmaal gewoonijk in armenhui zen is. Esther genoot van de diepe stilte rondom haar en het warme bed, waar zij lag, deed haar arm, pijnlijk hoofd weldadig aan; zij besloot juist maar liever niet te bedenken hoe zij toch eigenlijk hier kwam, toen haar kind begon te huilen. Het was haar kleino, Elfrieda, en toen wist zij ineens weer wat, zij had doorleefd. Op hetzelfde ©ogenblik' trad een oude vrouw met een groot linnen schort voor, op haar toe; het was do ver pleegster, die zij dien morgen reeds in do spreekkamer van den dokter had gezien, j Zij zeide „Nietwaar, nu voelt u zich beter? Wcest u maar niet langer bezorgd; u wordt hier verpleegd, totdat u weer gezond zijt, en uw kind is ook good verzorgd 1" Zij liet Esther iets warms drinken, cn ging toen weer naar andere zieken. Heb kinrl was spoedig stil, en de arme moeder, lag half slapend, half wakend, onrustig droomend en met veel koorts, nog meni-1 gen nacht, nog menigen dag. Zooals dc dok-, ter reeds had voorspeld, het werd een lang ziekbed, waartegen haar zwakke levens-, kracht slechts met moeite streed. Zij waë in baar heldere oogen blikken dankbaar voor de rust, die zij genoot; het leven ii( de wereld was haar in den laatsten tijd zoo moeilijk gevallen, dat rij het een zeer weldadig iets vond om hier in een geheel vreemde omgeving door niemand te worden gezien cn te worden aangesproken; door niemand ten minste, die iets van dc ellende en de schande wist, die zij had doorleefd. Zij scheen zichzelf bijna toe een geest toj zijn, die nog slechts van verre op de nocdc^ dezer tijden terugblikt. J (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 1