Onze voeten en ons schoeisel Ondanks dead hoar are kosten van ge bruik is de motorwagen voorueeliger ge bleken, daar hij ongeveer het dubbele ge- praesteerd heelt van den paardewagen. Een goederenvervoer-maa.t8cha.ppij, die na verschillende vergelijkende proeven de voorkeur schonk aan den electrise hen wa gen, schrijft: „De zelfbeweger dcet twee maal het werk van den paardewagen en over zeer lange afstanden zelfs driemaal zooveel. Onze reparatierekening is niet bijzonder gjroott geweest. De edectrioiteit kost ons ongeveer 40 Am. cent per dag. Het schoonmaken van do batterij, dat 'driemia&l per jaar moet gebeuren, kost 'ongeveer 25 dollar per wagen, plus 10 a 15 dollars aan reparatie. Het kostbaarst z-ijn de banden. Toch kan men met één stel meer dan een j aar toe. Zij kosten 340 dollars voor een wagen van drie ton -en 450 dollars voor een wagen van 6 ton. D© firma Montgomery en Ward, te Chi cago, gebruikt nu bijna drie jaren zes electrisohe wagens. Zij meldt, dat zij over het gebruik zeer tevreden is en dat elke motorwagen het dubbele doet van den vorigen wagen met paardebespanning. Zij gebruikt geheel gc~ ulde banden, die 135 dollars per stuk kosten en ongeveer een jaar dienst doen. Ook do batterijen moe ten na een jatr vernieuwd worden. Deze kosten 600 k 900 dollars per stuk. De fir ma heeft een eigen electrisohe installatie, zoodat vulling der batterijen wednig kost en des nachts geschiedt. Deze firma waarschuwt, dat men eerst leergeld' moet ootalen. Do motorwagens moeten, legt zij, „good worden behan deld", doch dit is niet zoo eenvoudig als het schijnt en veroorzaakt in den beginne onnoodige verliezen. Een eerste fout b de wagens te zwaar te belasten. Men denkt; Nu er geen paar den voor staan, moet er ook maar alles ineens op. Dit is niet alleen nadeelig voor do machine, maar vooral voor de ban den. Dan worden de electrisohe batterijen dikwijls door gebrek aan kennis verkeerd behandeld. Ook vereïscht hot voorzichtig aanzet ten, stoppen en sturen eenige ervaring en men zal dan ook goed doen den chauf feurs de machine uit te leggen en te wij zen op hetgeen gedaan nagelaten moet worden. Als men een drietal wagens heeft loopen, loont het zelf reeds do kosten een afzonderlijken man aan te stéllen voor de zor^ der batterijen. Het gebruik van één enkelen wagen wordt dikwijls buiten sporig kostbaar, omdat de batterijen door de chauffeurs onachtzaam worden behan deld of omdat reparateurs te veel reke nen; men zie dan ook, dat gebruikers van cén enkelen w; _cn zich vereenigen om voor gezamenlijke rekening een garage te onderhouden. Als bijkomstige voordeelen van den mo torwagen w reten nog opgegeven, dat on gunstig weer, regen, sneeuw, gladheid wei nig invloed hebben op don dienst van den zelfbeweger; dat het telkens stoppen en aanzetten, zoo schadelijk -v >or paarden, de automobiel weinig deert, en dat men eerder een knecht kan uitsparen bij eon zelf be wegen den vrachtwagen dan bij paarden, die voortdurend' toezioht ver- eischen. Als wensohen voor de toekomst worden nier uit de antwoorden nog opgeteekend voor de beUzmewagenseenvoudiger con structie, en voo- de electrisohe wagens: lichtere batterijen, gïooter arbeidsvermo gen en minder 'krachtsVerlies. Winterpostelein en Winterspinazie. Dé eerste is een smakelijke groente voor het voorjaar, in smaak veel met postelein overeenkomend, en daar ze weinig eischen stolt, verdient ze meer bekend en ge kweekt te worden. Men kan ze in Juli zaaien, maar ook nog later, in Augustus en September, van welke late zaaiing men dan in Maart kan beginnen te eten, en wanneer men er eenige zorg aan besteden wil, roede in Februari, wanneer ir het bed met een raam, steunende op vier aan de hoeken geplaatsts bloempotten, bedekt. Yan zulk een bed kan men lang snij den. In het zomerseizoen is de groente minder aanbevelenswaardig, ze schiet dan licht en heeft dan ook veel yan haar malschheid verloren. De planten worden uitgedund op een onderlingen afstand van 1015 c.M., het uitdunsel kan worden genuttigd; later snijdt men de groen to af. Winter postelein houdt van een tamelijk vruchtbaren, vochtigen grond. De Engelsche winterspinazie of patiën tie levert eveneens een malsche voorj aars- groente, waarvan de c.rste blaadjes in Februari reeds uitloopen. Deze „overblij vende spinazie", zooals ze ook wel ge noemd wordt, is eigenlijk een soort zuring, welke dan ook later in den tijd door haar zuurachtigen smaak minder begeerd wordt. Men kan ze zaaien in April, maar ook in Augustus en doe uit bij voorkeur op een beschaduwden, vochtigen grond. De zaai ing zij dun, daar de plantjes op 15 c.M. moeten worden uitgedund. Yelen ruimen na den oogst het bed op; dit is wellioht het beste, dewijl hot schijnt, dat het gebruik van overjarige patiëntie ongesteldheid kan veroorzaken. De arts Th. Moinat deelt mede een door hem waargenomen vergiftigingsgeval na, het gebruik van Engelsche winterspinazie, waaraan acht personen geleden hebben, die echter allen na melküiëet en rust her stelden. In dit vergiftigingsgeval was de twee-jarige plant gegeten, dio de bewoner toevallig in rijn tuin «-oor een vorigen huurder achtergelaten had gevonden. Toe vallig hoorde do schrijver van éen anderen collega, dat deze zelf ook het slachtoffer van deze zelfde vergiftiging was geweest, en het bleek, dat ook dozo vergiftiging aan de twee-jarige plant te wijten was. Yan het gebruik van eenjarige patiëntie hoorde men nooit van vergiftiging. Overtuigend zftn deze gevallen wel niet, maar voorzichtigheid zij tooh aanbevolen. Wij willon hier nog melding maken van een derde groente: de Nieuw-Zee- landsche spinazie, niet omdat ook deze voor den winter of het vroege voorj aar is bestemd, maar omdat do herfst de beste zaaitijd is. Zij heeft niets met onze spina zie gemeen, doch kan deze in den zomer uitstekend vervangen. Zij is zeer gevoe'jg voor vorst, moet dan ook goed tegen de koude women beschermd, maar beloont dia zorg ruimschoots, wanneer men bovendien den grond flink bemest. Zij groeit weel derig, schiet niet door en krimpt bij het kokten minder in dan spinazie. Ook half Mei kan men uitzaaien, of in April in een broeibak je, om dan eerst de plantjes in potjes te zetten, welke nog in het broei- bakje blijven, tot ze, langzaam aan de bui tenlucht gewend, in den grond kunnen ge bracht worden op een onderlingen afstand van minstens een halven meter, daar de plant haar takken naar alle kanten uit spreidt. Bekijk oens den voet van een antiek beeld, schrijft de geneeskundige meewerker van „Het Nieuwe." Wij zullen nog niet spreken over mooi en leelijk, maar alleen trachten uit te visschen wat normaal en wat abnor maal moet zijn, Want werkelijk, die onder scheiding, toch noodig om tot een gezonden stand van zaken te komen, zijn wy, waar het onze voeten betreft, absoluut kwijt. Wijs mij naast dien mooien, antieken voet, waarbij de groote teen in het ver lengde ligt van den binnenrand der voet zool en tusschen grooten en tweeden teen een behoorlijke vrije ruimte is opengelaten, één modernen voet zonder likdoren; wijs mij één twintigste-eeuw6chen voet, die niet met een of anderen verkromden teen prijkt! Gij hebt moeilik zoeken, en ware het nl dat uw likdoren u helsche pijn doet, gij udt in staat zijn, een rijkbelikdorend steunvl&k voor het meest normale té hon den. Maar wat doet het er toe, zult gij vragen, als wij, behoudens de pijn van likdorens en eeltknobbeLs, van al die vervormingen geen laat hebben? Gij leeft in volei agon misverstand. Een normale, goed gebouwde en goed function- neerende voet is een hoogst belangrijk en onmisbaar orgaan, dat voor een goede Wer king van het geheel niet kan worden go- mist, Als een plekje van de huid van den voet onophoudelijk is blootgesteld aan de wrij ving van het leer, gaat de opperhuid daar ter plaatse verdikkende likdoren is in aanleg tot stand gekomen. Op doorsnede ziet een volwassen likdoren er uit als een spijker, die met de punt omlaag m do huid is gedreven. Onder den druk van die punt verdwijnt daar een der heuveltjes, die de scheidende laag tusschen opperhuid en le- dorhuid vormen. In elk van dio heuveltjes liggen bloedvaten en con zenuwstammetje. Ook dit laatste wordt gedrukt en zal ver dwijnen; maar niet dan nadat het met de allerverschrikkelijkste pijnen afscheid geno men heeft. De pedicuur of een of andere eelt-oplos- sende tinctuur blijkt in staat, den marte lenden doren met wortel en al te verwijde ren maar nog is de ellende niet uit. Ik* spreek niet van nieuwe likdorens, die Cnt- staan zoolang het schoeisel niet wordt veranderd; het gevaar schuilt elders. Vaak ligt in do nabijheid van den doren een kleine slijmbeurs, die met de gewrichts holte tusschen de kootjes van een der tee- nen in verband staat. Niets is meer voor infectie vatbaar dan zulk een holte, en nergens is, ook bij den zindelijksten mensch, de gelegenheid tot infectie zoo gioct als aan den voet. Geen wonder, dat likdtetren-ofleraties heel, dikwijls odndbjgen met heftige ontstekingen en stijf-worden van een of meer voetgewrichten. Voor het mortelend steken van den lik doren zoekt uw teen een schuilplaats; hij bedankt voor de pijnigen do aanraking van het harde, meedoogenloos wringende leer van uw schoen. Behendig glijdt uw teen ondei', achter rijn buurman en ligt er veilig, tct hij, door vergroeiing van een der ge wrichten, niet meer van zijn plaats kan. Kromme, misvormde, onder en over elkaar groeiende teenen zijn aan de orde van den dag. De voiöt is een meesterstuk van architec tuur; op het voetgewelf steunt de geheele lichaamszwaarte. Zakt dat gewelf in, ont staat dus de platvoet, dan heeft dit voor het geheel© statische orgaan: beenen, bek ken, wervelkolom en de daar zich aan hechtende spieren, noodlottige gevolgen. Iemand met een platvoet wordt afgekeurd voor den „dienst" zoo worden 3 k 4 pOt. der recruten afgekeurd eu kan de overfcuigihg meenemen, dat hij niet alleen voor den militairen dienst, maar ook in den Btrijd cm het bestaan minder waard is dan een normaal individu. Slechts zeer ten deole is hot gebrek te verhelpen door in den schoen een valsch zooltje te dragen, dat het noimale voetgewelf eenigsrins nabootst. Zulk een zooltje is niet, als one voetgewelf, veerkrachtig en voor tijdelijke vervorming vatbaar. Door verandering van richting van den grooten teen verliest do binnenste pijler van het voetgewelf aan steun en wordt het ontstaan van een platvoet gemakkelijker gemaakt. Het voetje van hot pasgeboren kind heeft al die misvormingen niet, maar toont zich nog in zijn magnifieken bcuw; de tee nen zijn nog vrij beweeglijk en geven bij de gewrichten dezelfde fijne lijnenteekening te zien ads de vingers. Maar weldra heeft het rijk der schoonheid' uitgediendhet voetje wordt voorgoed weggemoffeld in het uit den eersten den besten schoenenwinkel betrokken laarsje, In hoofdzaak wordt ge keken naar modieuzen vorm en fraaie kleur, want de uiterlijke eigenschappen dicteerenj nu immers de wet. Hoe de voet er van bmten uitziet, niet wat in den schoen verborgen zit heeft recht yan meespreken 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 13