Cheviot Broeken.
Sehoolkonsen
J. C. KORT.
'Nó. U2S9.
LËBDSCH DAGBLAD, DONDERDAG 26 JULI. TWEEDE BLAD.
Do Bloemenstakmg*.
Rubriek voor de Jeugd.
KXJÏ^ÏSIN".
Hei Moestersloi.
GEWIJZIGDE DIENST OP DE STOOMTRAMLIJN:
's-Gravenhage Voorburg—"Wijkerbrug—Veur (Leid schend am) Voorschoten De Vink—Leiden,
op Zaterdag 23 Juli 1905, ter gelegenheid van de Paardenmarkt te Voorschoten (Amsterdamsohe tijd).
Donkerstee^ 3.
Haarl.siraaf 122. J. Q. KORT.
Eenig adres der Echt® EngeSsch©
HaarLstraat 122.
Donkersteeg 3.
Airno l'JCG.
-- **v
Jg
begrafenis geven, dio hij echter niet bij-'
woonde, want reeds den volgenden morgeu
verliet hij Nieuw-York met zijn meester-'
werk.
Men beweert, dat, toen hij stierf, hij
hot slot aan zijn doodkist liet bevestigen."
Hij had zijn medeburgers verzocht haas)
niet dioht te schroeven, maar enkel dicht
to laten vallen. Dit geschiedde dan ook.*
Met zwaren slag viel de lijkkist dicht, en
geen men6chenkind, dio hem ooit wede?
zal ontsluiten. 1
Wij hebben nieuwe buren gekregen l
De vorigen waren stille, ordentelijke lie
den, rijk geworden bakkers, die na har
den arbeid hun ideaal bereikt hadden: een
huisje met balkon en tuin te bewonen, de^
morgens uit te kunnen slapen van een
kwarteeuw vroeg opstaan en zich verheug
den in hot bezit van een hond cn een pa
pegaai.
Lorretje's gezang-deod wel niet aan de
gtem van Adeline Patti denken, maar hin
derde ons toch niet.
Maar zijn bravo eigenaars haddeD geen
verstand van Deurszaken. Zij lieten zich
bepraten daar eens een slag te wagendio
ig nam al hun spaarduitjes mede en er
bleef hun niets over dan andermaal het
menschdom" van brood te voorzien. Met
tranen in de oogen verlieten zij dus het
buisjo minner droomen. Terwijl zij weder
om voor dag en dauw aan den oven ston
den, bleef de kleino woning ledig staan,
totdat ik op eeD naeht met een hartklop
ping ontwaakte. Wat was dat voor een ru
moer in het leego huis? Zouden dieven er
binnen rijn geslopen? Maar neen, want dio
liceren zijn gewoonllijk fcec/r bescheiden1, bij
bun bezoeken, koesteren diepen eerbied voor
den slaap van hun evenmens oh cn geven
ook de voorkeur aan gemeubelde panden.
Landloopers dan, arme dakloozen, ver
lokt door het vooruitzicht op logies, waar
zooveel ongebruikte plaats was?. O.kal
niet. Zwervelingen zijn zoo uitgeput, dat
zij geen. nachtrumoer maken, als zij einde
lijk een plekje vinden, om het moede
hoofd neer te leggen.
Neen, er bleef slechts eene mogelijkheid
over. Er moe:brand zijn I Misschien had
de eigenaar laat op den a vend zijn pand
nog bezocht, wis hij onvoorzichtig geweckt
met zijn pijp en sloeg dj vlam thans uit,
nadat het vuu- la..g gesmuld had-
Die gedachte joeg mij het bed uit, ik
snelde naar het venster en meende dat het
vreesolijke waar was, want een vloed van
licht stroomde door de openstaande ven-
store naar buitenmaar ook dat kon het
niet wezenimmers op straat, door het
licht beschenen, stond cene jonge vrouw
met eene grooto uitdrukking van verveling
op het gelaat, niet naar binnen maar naar
den weg te> kijken en op eens helderden
haar trekken op en kwam cr een grooto
verhuiswagen aanrollen, die voor do deur
etilhield'.
Het raadsel was opgelost: wij kregen
nieuwe buren en... zij namen om half tweo
in den-nacht i.unrie waning in bezit!
Heb gedruisch dat er volgde, laat zich
niet beschrijven. Ik koesterde moorddadi
ge plannen die r ïmoerigo lieden den vol
genden dag aan te klagen als nachtrust-
verstoorders maar dommelde tegen drie
uur toch in. Daar opeens werd ik weder
Wakker door een nieuw geluid. Muziek l
Ja, waarlijk, de verhuiswagen rolde weg
en de buren waren zander twijfel zoo ver
heugd ,/over te zijn", dat zij een triomf-
marsch op de piano speelden, neen sloe
gen. Het moet ecu quatrc-mains zijn ge
weest. Tweo handen zijn buiten staat zul
ke hamerslagen op de toetsen too tc bren
gen.
Sedert... Ik leb de rustverstoorders
niet aangekia Zulke boozo gedachten
zijn alleen werken der duiïsternis; het
vriendelijke daglicht jaact zo op de vlucht;
maar och dat heb dit ook met onzo nieu
we buren haddc gedaan Want den volgen
den dag volgde een altijd gillen .1 kind de
meubels cn was het voorgoed uit mot on
ze rust. Een twaalfjarige knaap rukte zoo
hevig aan het klimop der schutting, dat
'deze onder daverend gekraak naar omlaag
kwam en onzen tuin bloot legde voor hun
ne blikken. Zijn elfjarig zusje heeft eeno
voorliefde op den Tand van het balkon te
gaan zitten, met de beenen naar buiten en
terwijl ik zit te werken, hoor ik angstige
oorbijgangers roepen: Jongejuffrouw, p
zult doodvallen op straat," wat mijn kin-
derlievend hart alle rust ontneemt. Aid
Göthe's Margaretha kan ik van ochtend
tot avond verklaren: ,,Mijn rust is weg."
Mijn vreeselijke buren, wier wandaden
ik onmogelijk opsommen kan, deden mij
denken aan u, mijn jonge lezers, zoowel
als aan alle kinderen en volwassenen. Im
mers, wij zijn allen buren van elkander;
geen huishuren, maar aardburen. O, la
ten wij iet bedenken, dat wij het anderen
even goed gemakkelijk al9 lastig kunnen
maken. Laat ons niet rumoerig, niet zelf
zuchtig, niet gedachteloos in het leven t-e
werk gaan, om niemand te hinderen. Wij
kunnen dat doen met leclijke uitdrukkin
gen, slecht humeur, onbeschaafde manie
ren, slordigheid. Wij kunnen daartegen
zulke lieve buren worden, door kleine op
lettendheden, medelijden, behulpzaamheid.
Wij hebben het in onzo macht het leven
schooner of .droeviger voor anderen te ma
ken. Herinnert u, dat slechts dag aan dag
en ik ben zeker, dat gij allen goede boren
zult willen zijn.
Reeds Lang, zeer lang geleden leefde er
te Boston een beroemd slotenmaker, een
kunstenaar in zijn vak. Zijn bekwaamheid
word zoozeer geprezen, dat hij steeds meer
te doen kreeg en eindigde met een aardig
vermogen bijeen te garen. Ofschoon hij tal
van knechts en leerlingen had, was nog
geen hunner bij hem tot den meestergraad
opgeklommen. Hij had do gelofte afgelegd
alleen diengeno onder zijn gezellen
meesterschap te verleenen, die er in slagen
zou hem een slot to brongen, dat zelfs
hij niet zou kunnen openen.
Langen tijd slaagde niemand er in den
ouden kunstenaar te overtreffen, maar op
zekeren dag toonde een zijner leerlingen,
een stille, in zichzelf gekeerde knaap hem
een klein onaanzienlijk slot. Glimlachend
nam de meester heb op. Verbeeldde zulk
een domoor zich misschien knapper te zijn
dan hij Elj probeerdo er al zijn sleutels
op, het ging niet open. Daarop greep hij
zijn tangen en vijlen, maar zelfs voor ge
weld wilde het niet wijken. Drie volle
uren beproefde do oude man van alles;
doch tevergeefs. Groote zweetdroppels
parelden op zijn voorhoofd, cn terwijl hij
vol woede dacht: „Zou die knaap mij be
schamen, slagen, waar nog allen schip
breuk leden?" stond de jongeling rustig
voor hem, zijn vruchtelooze pogingen gade
tc slaan.
„Gij kunt het slot niet openen,'' sprak
hij eindelijk: „niemand kan dat, voordat
ik hem het middel aanwijs."
Do grijsaard was overwonnen; maar hij
moest zichzelf geweld aandoen alvorens Ie
kunnen antwoorden
„Het is zoo Ik slaag cr niet in. Van
heden af zij tl giji meester en van avond
zal ik u het getuigschrift geven. Maai",'"
voegde hij cr langzaam bij, eer^t moet
gij toonen hoe dat ellendige slot open
gaat".
„Dat kan ik niet doen, meester," sprak
de jongeling bedaard: „Het moet mijn ge
heim blijven".
Dit o-eviel den grijsaard volstrekt niet.
Hij verklaarde, dat hij hem het bewijs van
meesterschap niet zou afleveren, alvorens
het geheim te kennen.
„Dan breekt gij uw woord," zeidc de
jongeling rustig: „en dat zal u berouwen."
„Loop heen, deugniet," riep de meester
buiten zichzelven van toorn: „ik geef u
geen getuigenis, voordat gij mij bewijst mii
waarlijk den loef af te hebben gestoken."
„Welnu, het zij dus zoo, meester," sprak
de leerling. „Ik zal het doen, maar vooraf
moet gij zweren nooit dit slot zelf tc ont
sluiten, als het u weer onder do oogen
komt. Wilt gij dien eed afleggen, dan open
ik het voor u".
„Wacht even. Indien gij uw voorwaar
den stelt, dan heb ik ook do mijne. Be
loof mij onder cede, dat gij u nooit te
Boston, vestigen zult. Dat zou mij onaan
genaam wezen."
De sluwe grijsaard had zijn redenen
voor dit verzoek. Hij zag thans in, dat de
schijnbaar zoo onbeduidende knaap het nog
ver in zijn vak zou orengen en hem andere
overvleugelen zou.
Do knaap legde gewillig den eed af, de
meester zwoer op zijn beurt, niet aan het
slot te raken cn daarna greep de leerling
het geheimzinnige kunstwerk, drukte op
een bijna onzichtbaar knopje aan do ach
terzijde daarvan en het sprong open.
Dienzelfden avond verkreeg hij zijn getuig
schrift on den volgenden morgen voor dag
en dauw trok de jongeling reeds do stads
poorten uit.
Er waren sedert verscheidene jaren ver-
loopen. Do oude slotenmaker had nooit
meer van den knaap gehoord, tot op ze
keren dag een van 's grijsaards vriend©»
uit Niouw-York terugkeerde en hem ver
telde van een kunstenaar in het vak, dio
met een koffer rondreisde, dien niemand
kon ontsluiten. Do jonge man trok daar
mede naar alio groote steden. Alle sloten
makers en leerlingen beproefden er hun
kunst op, maar het slot wilde niet toege
ven, en aangezien de vervaardiger steeds
om een flinko som wedde, dat het hem
niet gelukken zou, was hij reeds een rijk
man geworden.
Dib bericht trof den wangunstigo ala
een messteek. Dus had de sluwo knaap het
dan zóó ver gebracht. Hij werd rijk door
middel van óén enkel slot, terwijl hijzelf.
Boston'8 grootste slotenmeester, zich nog:
jaar in jaar uit moest uitputten cn ar
beiden in liet zweet zijns aansehijns. Maar
dat zou hij niet langer dulden. Hij was
immers in staat den tooversluier, die liet
slot omhulde, met een enkelen wenk ta
verscheuren, alsals
Maar nu verhief zich do stem van zün
geweten on ving do tweestrijd tusschen
goed cn kwaad in zijn binnenste aan. Al
spoedig poogde hij zich diets t-o maken,
dat hot toch zoo erg niet was, als hij zijn
eed zou breken. Geen levend wezen, be
halve de gehate jongeling, wist er immers
vanwaarom zou hij het niet doen Hij
kon immers eon groote som bij de wed
denschap verdienen on knapper schijnen
dan a 1 do meesters uit het land...... Ten
laatste was zijn besluit genomen.
Hopende, dat do knaap hem niet zou
herkennen, liet hij zijn langen baard af
schoren en met twintig duizend dollars in
den zak trok hij naar Nieuw-York.
Do oude meester had zich niet vergist
Het was inderdaad zijn vroegere leerling,
die in enkele jaren tijds een rijkdom had
verworven. Hij gevoelde zich gelukkig,
waar hij kwam, wekte hij bewondering od.
Zijn bekwaamste vakgenooten beschouwde»
hem als een groot man. Niemand had ziin
goheim kunnen doorgronden en toch kwam
men van heinde en ver om het te beproe
ven. Men werd* daartoe niet alleen verleid
door do uitgeloofde &om, maar ook doov
den roem, die d i bij te behalen zou zijn.
Slaagde men niet, welnu, dan deelde men
zijn nederlaag nog altijd met zooveel an
deren, dat er geen schande in lag.
Merkwaardig was, dat zelfs zij, dio hun
geld aan hem verloren, hem daarom geen
kwaad hart toedroegen. De jonge kunste
naar nam allen voor zich in door zijn goed
heid.
Er waren tal van leerlingen, dio al wat
zij bezaten, op hot 6pel zetten in do hoop
het slot te kunnen openen, cn na de mis
lukte proef doodarm huiswaarts hadden
moeten keer en Dit wilde hij echter niet
toelaten. Onbomerkt drukte hij hun het
verloren geld weer in de hand, on voor
dat de beweldadigde een woord van dank
had kunnen uitbrengen, was hij reeds ver
dwenen.
Ook de armen werden niet door hem ver
geten. Hij herinnerde zich den tijd, toen
hij zelf al6 een ouderlooze knaap geen dak
of goed bezat, on deelde daarom rijkelijk
van zijn geld aan armen en behoeftige»
mede, vooral arme smidsgezellen voorthel
pende in hun vak.
Op een dag, hij wist zelf niet waar
door, rees cr een plotselinge vrees bij hem
op. Hij dacht aan zijn voormaligen mees
ter. Tot daartoe had hij zorgvuldig ver
meden naar Boston te gaan. Maar zijn
naam moest zeker tot den grijsaard zijn
doorgedrongen, en van dat oogenblik ken
de luj rust noch duur. Indien do man eens
op zou dagen om zijn geheim te vertol
len? Zoo hij het eens aan oen an
der verkocht Maar noen, dat kon niet
zijn; de oude was immers door een eed
gebonden. En toch 1
Ten laatste kwam hij op een inval. Ecu
ganschen dag arbeidde hij met do grootsta
inspanning aan het slot en voortaan was
hij geheel zeker van zijn zaak. Thans mocht
de meester uit Boston komen I
Kort daarop zou het slot andermaal be
proefd worden in een groote zaal vol toc-
sohouwers. Twee bekende knappe meester»
in het vak haddon reeds tevergeefs hun
pogingen aangewend, toen er nog oen der
de mededinger kwam opdagen. Hij zag er
erg grappig uit; want ofschoon hij reeds
oud moest zijn had hij zijn haar gitzwart
geverfd en de kleeding van een jongeling
aangetrokken; maar in zijn blikken lag eou
.uitdrukking van groote vastberaden beid.
„Hier zijn twintig duizend dollars!" rieo
hij uit: „ik wed bij dezen som, dat ik do
kist zal openen I"
„Moester 1" sprak hij met sidderende*
stem: „Om Gods wil, geef dat voornemen
op. Het zou u geen geluk aanbrengen
De grijsaard aarzelde een oogenblik,
maar toch wilde hij volhouden,
„Gij kunt u nog terugtrekken fluister
de de jongeling smeekond: Op mijn oerc-
woord, het zcu u in het verderf storten.
Ga heenzeg dat het niet raat. Ik wil zelfs
uw geld niet hebben."
Eon oogenblik vroeg do meester zich af
of hij niet toegeven zou. Zijn vroegere leer
ling sc-hecn het zoo ernstig te mecnen l
Maar neen, het wat slechts zijn vrees, dat
hij zijn goheim openbaren zou l
„Waarom wilt gij mij beletten het slot
to openen?" vroeg hij hooghartig, en zich
tot do toeschouwers wendende, ging hij
voort:
„Ik meen toch, hccrcn, dat. ieder hier
hot recht had zijn kunst te beproeven. Zoo
niet, dan vorwijdeT ik mij."
Er ging een gemompel van toestemming
onder hot publiek op.
„Meester, ik bezweer ubad do jonge
man voor het Laatst.
„Een mooio geschiedenis!'' lachte dc
grijsaard bitter. „Gij zoudt liever uw ge
heim voor uzelf bewaren on hot geld van
anderen blijven opsteken T'
„En ik waarschuw u ten gehoore vau
allo aanwezigen 1" riep de kunstenaar met
luide 6tom: „roer het slot niet aan!"
„Waarom niet, knaap? Zijt gij soms ban»
dat ik u beschamen zal?"
„Ik bang?" en dc jongeling slaakte co»
lach, die ieder door merg en been drong.
„Ik vrees God alleenmaar ik roep u nog
eenmaal toe, laat het slot met rust of het
zal u den dood brengen
„Gelooft gij mij schrik aan to zullen
jagen met holle woorden?'' vroeg do oudr
minachtend. „Mij maakt gij niet bang. D»
dood? Weet gij wat hier sterven zal? Uw
eer; uw roem; anders niets."
„Gij hebt het gehoord, broederscn do
stem van den kunstenaar weergalmde doo°
do ganscho zaal. „Tevergeefs heb ik ge
smeekt en gedreigd. Het zij dan zoo. Laat
hem het slot openen en sterven
Ook thans bleef do grijsaard onwrikbaar.
Hij boog zich over do kist, drukto op een
onzichtbaar knoj jo.cn er volgdo een
ontzettende knal. Do ongelukkige lag roer
loos op den grond, (het hart doorboord
door drio kogels, en het deksel viel weer
dicht.
Men wierp zich thans op den jongeling,
om hem aan het gerecht over to leveren
maar hij schudde zich los, sprong op tl»
kist cn verhaalde naar waarheid alles wat
er eenmaal tusschen hem en den bedrieger
was voorgevallendo menigte was wel ge
dwongen to erkennen, dat do trouwelooz©
meeseer zijn lot had verdiend.
Do twintig duizend dollars verdeelde '.1»
kunstenaar onder arme» leerlingen. Aan
zijn vroegeren meester liet hij een deftige
Er was door do zonnebloem, als hoofcl
van don bloemenstaat een grooto vergade
ring afgekondigd, vaar p allo bloemen ver
schijnen moesten.
Des nachts op een groote weide, bij hel
deren maneschijn, kwamen zij in grootou
getalo bijeen, van af hot nederige mado-
liofjo tot trotscho gladiolus Ue.
Do zonnebloem, omstuwd door papa vore
van allerlei kleur stak hoog boven alle an
dere bloome:, i '_t.
„Wij hebben u," zoo sprak zij, „hier bij
eengeroepen cn to trachten een grooto
staking tot sta.nl te Lrongen.
Wij voelen ons zoozeer geminacht cn vcr-
sux>teu do do menseden, die zich zelf»
niet ontzien mot 1 «n plompo voeten op
onzo gebloemd© hoofden to treden, dat wij
beslot-en hobbo*\ u vo r b stellen niet meer
voor die ondankbaren to bloeien cn beu
niet meor te laton genieten van odzo sciioo-
no kleuren, noch van onzo heerlijke geuren.
Wanneer ze straks dan inzien, dat alles
daardoor doodsoh wordt, dat allé poezio
mot ons verdwijnt, dan zullen zij vanzelf
ons smook en, hen weder to doen genieten
van onzo geuren cn dan kunnen wij onzo
eisohen daartegenover stollen; in do ccralo
plaats meor eerbied, meer dankbaarheid
voor alles, wat wij hun t-n besto geven.
Fier Kcok do zonnebloem na haar redo
in hot rond; do bloemen bogen bijwijze
van instemming, terwijl do lisch bloemen
hun gespeerdo hoefden strijdlustig op
staken.
Alleen het \'orgcet-mij-nietjo scliuddo
afkeurend haar kopje.
Maar als wij niet bloeien, sprak zij, hoo
kunnen wij ons dan voortplanten, wat zul
len cn*o geslachten dan uitsterven cn ver
minderen en
Maar do anderen lieten haar niet ccn9
uitsproken en riepen: Wat zou dat boteoke-
non, al sterven er ook duizenden uit, zoo
veel te meer zullen dio hardvochtige raen-
sohen ons gemis betreuren.
Maar hoo klein ook het Vergcetrmij-nictjo
was, zij was niet to bewegen aan do sta
king meo to doen en bleef onverzettelijk.
Toen word do zonnebloem toornig en
tot straf word haar aangezegd, dab zij
voortaan slechts in het verborgen bloeien
mocht, cn dadelijk werd zij nuar den wa
terkant verbannen, terwijl do lischbbemen
met hun speren bij haar do wacht hioldoa*
In dien zomer liepen een kuaap cn eer*
meisje door do weide. Het meisjo was
diep bedroefd, want hij, dio bij haar was,
moost een lange, moeilijk© reis ondernemen,
waarover zij zich beangst maakte.
Wees niet bedroefd, zcido hij, terwijl hij
haar kuste, ik zal u een bloem plukken, dio
gij bewaren moet tot ik terug ben gekeerd.
En hij bukte zioh cn plukte voor haar het
bloodo Vergoet-mij-niotjc.
Toon het meisjo thuiskwam, lcgdo zij do
bloom in een boek, en ziet, op do bladzijde,
waarop do bloom lag, stonden do woorden:
„Gelukkig zijn do nederigen en tevredenen
van gemoed, want hun zal wel gedaan
worden ten allen tijde."
En donzelfd- i oog kwam in de weido een
maaier on sloeg met zijn zeis den trofschen
lischbloomen onbarmhartig dc hoofden af.
Vertrek van 's-Gravenhage 1 l
n Voorburg
0 Wijkerbrug
n g Veur (Leidschendam)
Aankomst te Voorschoten
Vertrek van Voorschoten 1
9 Kon. Ned. Zilverfdbr. Van Kempen
de Vink
Aankomst te Leiden
3.50
3.57
4.05
4.30
4.35
4.44
4.53
5.35
5.44
5.53
6.35
6.44
6.53
7.-
6.30
6.45
6.52
7.-
7.25
7.35
7.44
7.53
7.30
7.45
7.52
8.-
8.25
8.35
8.44
8.53
8.35
8.50
8.67
9.05
9.30
9.35
9.44
9.53
10.
9.05
9.20
9.30
9.45
9.52
10.-
10.25
10.35
10.60
10.57
11.05
11.30
10.35 11.35
10.44111.44
10.53 11.53
11.-12.-
11.30 12.35
11.45 12.50
11.52 12.57
12.-
12.25
12.35
12.44
12.53
1.-
1.05
1.30
1.85
1.44
1.53
2.-
1.30
1.45
1.52
2.-
2.25
2.35
2.44
2.53
3.-
2.80
2.45
2.52
3.-
3.25
3.35
3.44
3.53
4.-
3.30
3.45
3.52
4.-
4.26
4.35
4.44
4.68
5.-
4.25
4.32
4.40
4.55
5.04
5.10
5.35
5.35
5.44
5.53
5.-
5.15
5.40
5.55
6.04
6.10
6.30
6 30
0.42
6.52
7.-
6.15
6.30
6.30
6.45
6.54
7.-
7.25
7.25
7.34
7.43
7.50
7.05
7.20
7.80
7.45
7.54
8.—
8.25
8.26
8.84
8.43
8.50
8.05
8.20
8.30 9.05
8.45 1 9.20
8.54
J.25
9.25
9.84
9.43
9.50
9.30
9.45
9.54
10.-
10.20
10.20
10.32
10.42
10.50
10.05
10.20
10.30
10.40
10.54
11.45
12,—
Vertrek van Leiden 1
B n de Vink
9 Kon. Ned. Zilverfabr. Van Kempen
Aankomst te Voorschoten
Vertrek van Voorschoten 1 n. T
0 p Veur (Leidschendam)
B Wijkerbrug.
Voorburg
Aankomst te 's-Gravenhage.
5.07
5.16
5.25
6.-
6.15
6.07
6.16
6.25
7.-
7.15
7.-
7.07
7.16
7.25
7.35
8.-
8.08
8.15
8.30
8.35
8.50
8.07
8.16
8.25
8.30
8.50
8.58
9.05
9.20
9.-
9.07
9.16
9.25
9.35
10.-
10.08
10.15
10.30
10.-
10.07
10.16
10.25
10.30
10.50
10.58
11.05
11.20
11.-
11.07
11.16
11.25
11.35
12.-
12.08
12.15
12.30
12.-
12.07
12.16
12.25
12.30
12.50
12.58
1.05
1.20
1.-
1.07
1.16
1.25
1.35
2.-
2.08
2.15
2.30
2.-
2.07
2.16
2.25
2.35
3.-
3.0B
3.15
3.30
3.-
3.07
3.16
3.25
8.35
4.-
4.08
4.15
4,30
4.33
4.40
4.55
4.10
4.17
4.26
4.86
4.35
5.-
5.06
5.15
5.80
5.40
5.55
5.10
5.17
5.26
5.35
6.85
6.-
6.06
6.15
6.30
6.30
6.45
6.07
6.16
6 25
6.30
6.60
0.56
7.05
7.20
7.30
7.45
7.-
7.07
7.16
7.25
7.26
7.60
7.66
8.06
8.20
8.07
8.16
8.25
8.25
8.60
8.56
9.06
9.20
9.30
9.45
9.55 10.60
10.02 10.67
10.11 11.06
10.20 11.15
).2ö 10.20 11.15
).50 10.45 11.40
9.56110.53 11.40
11.66
10.05j11.06
10.2011.20
7161 20
Verschonen:
ONSJES
Geïllustreerd WeeJcblad voor Amaieur^Tuiniers.
Pbijs per jaar f&.50. Per kwartaal /"0.65.
De eerste nummers van dit Weekblad worden op aanvraag gaarne tor
kennismaking toegezonden.
Abonnementen gelieve men op te geven bjj don AgentG. L. VAN
DEN BERG, Adriani'a Boekhandel, Rapenburg 87, Leiden. 7392 20
$ab-Agenten voor de omgeving gevraagd
7162 20