Cheviot Broeken. Sehoolkonsen J. C. KORT. 'Nó. U2S9. LËBDSCH DAGBLAD, DONDERDAG 26 JULI. TWEEDE BLAD. Do Bloemenstakmg*. Rubriek voor de Jeugd. KXJÏ^ÏSIN". Hei Moestersloi. GEWIJZIGDE DIENST OP DE STOOMTRAMLIJN: 's-Gravenhage Voorburg—"Wijkerbrug—Veur (Leid schend am) Voorschoten De Vink—Leiden, op Zaterdag 23 Juli 1905, ter gelegenheid van de Paardenmarkt te Voorschoten (Amsterdamsohe tijd). Donkerstee^ 3. Haarl.siraaf 122. J. Q. KORT. Eenig adres der Echt® EngeSsch© HaarLstraat 122. Donkersteeg 3. Airno l'JCG. -- **v Jg begrafenis geven, dio hij echter niet bij-' woonde, want reeds den volgenden morgeu verliet hij Nieuw-York met zijn meester-' werk. Men beweert, dat, toen hij stierf, hij hot slot aan zijn doodkist liet bevestigen." Hij had zijn medeburgers verzocht haas) niet dioht te schroeven, maar enkel dicht to laten vallen. Dit geschiedde dan ook.* Met zwaren slag viel de lijkkist dicht, en geen men6chenkind, dio hem ooit wede? zal ontsluiten. 1 Wij hebben nieuwe buren gekregen l De vorigen waren stille, ordentelijke lie den, rijk geworden bakkers, die na har den arbeid hun ideaal bereikt hadden: een huisje met balkon en tuin te bewonen, de^ morgens uit te kunnen slapen van een kwarteeuw vroeg opstaan en zich verheug den in hot bezit van een hond cn een pa pegaai. Lorretje's gezang-deod wel niet aan de gtem van Adeline Patti denken, maar hin derde ons toch niet. Maar zijn bravo eigenaars haddeD geen verstand van Deurszaken. Zij lieten zich bepraten daar eens een slag te wagendio ig nam al hun spaarduitjes mede en er bleef hun niets over dan andermaal het menschdom" van brood te voorzien. Met tranen in de oogen verlieten zij dus het buisjo minner droomen. Terwijl zij weder om voor dag en dauw aan den oven ston den, bleef de kleino woning ledig staan, totdat ik op eeD naeht met een hartklop ping ontwaakte. Wat was dat voor een ru moer in het leego huis? Zouden dieven er binnen rijn geslopen? Maar neen, want dio liceren zijn gewoonllijk fcec/r bescheiden1, bij bun bezoeken, koesteren diepen eerbied voor den slaap van hun evenmens oh cn geven ook de voorkeur aan gemeubelde panden. Landloopers dan, arme dakloozen, ver lokt door het vooruitzicht op logies, waar zooveel ongebruikte plaats was?. O.kal niet. Zwervelingen zijn zoo uitgeput, dat zij geen. nachtrumoer maken, als zij einde lijk een plekje vinden, om het moede hoofd neer te leggen. Neen, er bleef slechts eene mogelijkheid over. Er moe:brand zijn I Misschien had de eigenaar laat op den a vend zijn pand nog bezocht, wis hij onvoorzichtig geweckt met zijn pijp en sloeg dj vlam thans uit, nadat het vuu- la..g gesmuld had- Die gedachte joeg mij het bed uit, ik snelde naar het venster en meende dat het vreesolijke waar was, want een vloed van licht stroomde door de openstaande ven- store naar buitenmaar ook dat kon het niet wezenimmers op straat, door het licht beschenen, stond cene jonge vrouw met eene grooto uitdrukking van verveling op het gelaat, niet naar binnen maar naar den weg te> kijken en op eens helderden haar trekken op en kwam cr een grooto verhuiswagen aanrollen, die voor do deur etilhield'. Het raadsel was opgelost: wij kregen nieuwe buren en... zij namen om half tweo in den-nacht i.unrie waning in bezit! Heb gedruisch dat er volgde, laat zich niet beschrijven. Ik koesterde moorddadi ge plannen die r ïmoerigo lieden den vol genden dag aan te klagen als nachtrust- verstoorders maar dommelde tegen drie uur toch in. Daar opeens werd ik weder Wakker door een nieuw geluid. Muziek l Ja, waarlijk, de verhuiswagen rolde weg en de buren waren zander twijfel zoo ver heugd ,/over te zijn", dat zij een triomf- marsch op de piano speelden, neen sloe gen. Het moet ecu quatrc-mains zijn ge weest. Tweo handen zijn buiten staat zul ke hamerslagen op de toetsen too tc bren gen. Sedert... Ik leb de rustverstoorders niet aangekia Zulke boozo gedachten zijn alleen werken der duiïsternis; het vriendelijke daglicht jaact zo op de vlucht; maar och dat heb dit ook met onzo nieu we buren haddc gedaan Want den volgen den dag volgde een altijd gillen .1 kind de meubels cn was het voorgoed uit mot on ze rust. Een twaalfjarige knaap rukte zoo hevig aan het klimop der schutting, dat 'deze onder daverend gekraak naar omlaag kwam en onzen tuin bloot legde voor hun ne blikken. Zijn elfjarig zusje heeft eeno voorliefde op den Tand van het balkon te gaan zitten, met de beenen naar buiten en terwijl ik zit te werken, hoor ik angstige oorbijgangers roepen: Jongejuffrouw, p zult doodvallen op straat," wat mijn kin- derlievend hart alle rust ontneemt. Aid Göthe's Margaretha kan ik van ochtend tot avond verklaren: ,,Mijn rust is weg." Mijn vreeselijke buren, wier wandaden ik onmogelijk opsommen kan, deden mij denken aan u, mijn jonge lezers, zoowel als aan alle kinderen en volwassenen. Im mers, wij zijn allen buren van elkander; geen huishuren, maar aardburen. O, la ten wij iet bedenken, dat wij het anderen even goed gemakkelijk al9 lastig kunnen maken. Laat ons niet rumoerig, niet zelf zuchtig, niet gedachteloos in het leven t-e werk gaan, om niemand te hinderen. Wij kunnen dat doen met leclijke uitdrukkin gen, slecht humeur, onbeschaafde manie ren, slordigheid. Wij kunnen daartegen zulke lieve buren worden, door kleine op lettendheden, medelijden, behulpzaamheid. Wij hebben het in onzo macht het leven schooner of .droeviger voor anderen te ma ken. Herinnert u, dat slechts dag aan dag en ik ben zeker, dat gij allen goede boren zult willen zijn. Reeds Lang, zeer lang geleden leefde er te Boston een beroemd slotenmaker, een kunstenaar in zijn vak. Zijn bekwaamheid word zoozeer geprezen, dat hij steeds meer te doen kreeg en eindigde met een aardig vermogen bijeen te garen. Ofschoon hij tal van knechts en leerlingen had, was nog geen hunner bij hem tot den meestergraad opgeklommen. Hij had do gelofte afgelegd alleen diengeno onder zijn gezellen meesterschap te verleenen, die er in slagen zou hem een slot to brongen, dat zelfs hij niet zou kunnen openen. Langen tijd slaagde niemand er in den ouden kunstenaar te overtreffen, maar op zekeren dag toonde een zijner leerlingen, een stille, in zichzelf gekeerde knaap hem een klein onaanzienlijk slot. Glimlachend nam de meester heb op. Verbeeldde zulk een domoor zich misschien knapper te zijn dan hij Elj probeerdo er al zijn sleutels op, het ging niet open. Daarop greep hij zijn tangen en vijlen, maar zelfs voor ge weld wilde het niet wijken. Drie volle uren beproefde do oude man van alles; doch tevergeefs. Groote zweetdroppels parelden op zijn voorhoofd, cn terwijl hij vol woede dacht: „Zou die knaap mij be schamen, slagen, waar nog allen schip breuk leden?" stond de jongeling rustig voor hem, zijn vruchtelooze pogingen gade tc slaan. „Gij kunt het slot niet openen,'' sprak hij eindelijk: „niemand kan dat, voordat ik hem het middel aanwijs." Do grijsaard was overwonnen; maar hij moest zichzelf geweld aandoen alvorens Ie kunnen antwoorden „Het is zoo Ik slaag cr niet in. Van heden af zij tl giji meester en van avond zal ik u het getuigschrift geven. Maai",'" voegde hij cr langzaam bij, eer^t moet gij toonen hoe dat ellendige slot open gaat". „Dat kan ik niet doen, meester," sprak de jongeling bedaard: „Het moet mijn ge heim blijven". Dit o-eviel den grijsaard volstrekt niet. Hij verklaarde, dat hij hem het bewijs van meesterschap niet zou afleveren, alvorens het geheim te kennen. „Dan breekt gij uw woord," zeidc de jongeling rustig: „en dat zal u berouwen." „Loop heen, deugniet," riep de meester buiten zichzelven van toorn: „ik geef u geen getuigenis, voordat gij mij bewijst mii waarlijk den loef af te hebben gestoken." „Welnu, het zij dus zoo, meester," sprak de leerling. „Ik zal het doen, maar vooraf moet gij zweren nooit dit slot zelf tc ont sluiten, als het u weer onder do oogen komt. Wilt gij dien eed afleggen, dan open ik het voor u". „Wacht even. Indien gij uw voorwaar den stelt, dan heb ik ook do mijne. Be loof mij onder cede, dat gij u nooit te Boston, vestigen zult. Dat zou mij onaan genaam wezen." De sluwe grijsaard had zijn redenen voor dit verzoek. Hij zag thans in, dat de schijnbaar zoo onbeduidende knaap het nog ver in zijn vak zou orengen en hem andere overvleugelen zou. Do knaap legde gewillig den eed af, de meester zwoer op zijn beurt, niet aan het slot te raken cn daarna greep de leerling het geheimzinnige kunstwerk, drukte op een bijna onzichtbaar knopje aan do ach terzijde daarvan en het sprong open. Dienzelfden avond verkreeg hij zijn getuig schrift on den volgenden morgen voor dag en dauw trok de jongeling reeds do stads poorten uit. Er waren sedert verscheidene jaren ver- loopen. Do oude slotenmaker had nooit meer van den knaap gehoord, tot op ze keren dag een van 's grijsaards vriend©» uit Niouw-York terugkeerde en hem ver telde van een kunstenaar in het vak, dio met een koffer rondreisde, dien niemand kon ontsluiten. Do jonge man trok daar mede naar alio groote steden. Alle sloten makers en leerlingen beproefden er hun kunst op, maar het slot wilde niet toege ven, en aangezien de vervaardiger steeds om een flinko som wedde, dat het hem niet gelukken zou, was hij reeds een rijk man geworden. Dib bericht trof den wangunstigo ala een messteek. Dus had de sluwo knaap het dan zóó ver gebracht. Hij werd rijk door middel van óén enkel slot, terwijl hijzelf. Boston'8 grootste slotenmeester, zich nog: jaar in jaar uit moest uitputten cn ar beiden in liet zweet zijns aansehijns. Maar dat zou hij niet langer dulden. Hij was immers in staat den tooversluier, die liet slot omhulde, met een enkelen wenk ta verscheuren, alsals Maar nu verhief zich do stem van zün geweten on ving do tweestrijd tusschen goed cn kwaad in zijn binnenste aan. Al spoedig poogde hij zich diets t-o maken, dat hot toch zoo erg niet was, als hij zijn eed zou breken. Geen levend wezen, be halve de gehate jongeling, wist er immers vanwaarom zou hij het niet doen Hij kon immers eon groote som bij de wed denschap verdienen on knapper schijnen dan a 1 do meesters uit het land...... Ten laatste was zijn besluit genomen. Hopende, dat do knaap hem niet zou herkennen, liet hij zijn langen baard af schoren en met twintig duizend dollars in den zak trok hij naar Nieuw-York. Do oude meester had zich niet vergist Het was inderdaad zijn vroegere leerling, die in enkele jaren tijds een rijkdom had verworven. Hij gevoelde zich gelukkig, waar hij kwam, wekte hij bewondering od. Zijn bekwaamste vakgenooten beschouwde» hem als een groot man. Niemand had ziin goheim kunnen doorgronden en toch kwam men van heinde en ver om het te beproe ven. Men werd* daartoe niet alleen verleid door do uitgeloofde &om, maar ook doov den roem, die d i bij te behalen zou zijn. Slaagde men niet, welnu, dan deelde men zijn nederlaag nog altijd met zooveel an deren, dat er geen schande in lag. Merkwaardig was, dat zelfs zij, dio hun geld aan hem verloren, hem daarom geen kwaad hart toedroegen. De jonge kunste naar nam allen voor zich in door zijn goed heid. Er waren tal van leerlingen, dio al wat zij bezaten, op hot 6pel zetten in do hoop het slot te kunnen openen, cn na de mis lukte proef doodarm huiswaarts hadden moeten keer en Dit wilde hij echter niet toelaten. Onbomerkt drukte hij hun het verloren geld weer in de hand, on voor dat de beweldadigde een woord van dank had kunnen uitbrengen, was hij reeds ver dwenen. Ook de armen werden niet door hem ver geten. Hij herinnerde zich den tijd, toen hij zelf al6 een ouderlooze knaap geen dak of goed bezat, on deelde daarom rijkelijk van zijn geld aan armen en behoeftige» mede, vooral arme smidsgezellen voorthel pende in hun vak. Op een dag, hij wist zelf niet waar door, rees cr een plotselinge vrees bij hem op. Hij dacht aan zijn voormaligen mees ter. Tot daartoe had hij zorgvuldig ver meden naar Boston te gaan. Maar zijn naam moest zeker tot den grijsaard zijn doorgedrongen, en van dat oogenblik ken de luj rust noch duur. Indien do man eens op zou dagen om zijn geheim te vertol len? Zoo hij het eens aan oen an der verkocht Maar noen, dat kon niet zijn; de oude was immers door een eed gebonden. En toch 1 Ten laatste kwam hij op een inval. Ecu ganschen dag arbeidde hij met do grootsta inspanning aan het slot en voortaan was hij geheel zeker van zijn zaak. Thans mocht de meester uit Boston komen I Kort daarop zou het slot andermaal be proefd worden in een groote zaal vol toc- sohouwers. Twee bekende knappe meester» in het vak haddon reeds tevergeefs hun pogingen aangewend, toen er nog oen der de mededinger kwam opdagen. Hij zag er erg grappig uit; want ofschoon hij reeds oud moest zijn had hij zijn haar gitzwart geverfd en de kleeding van een jongeling aangetrokken; maar in zijn blikken lag eou .uitdrukking van groote vastberaden beid. „Hier zijn twintig duizend dollars!" rieo hij uit: „ik wed bij dezen som, dat ik do kist zal openen I" „Moester 1" sprak hij met sidderende* stem: „Om Gods wil, geef dat voornemen op. Het zou u geen geluk aanbrengen De grijsaard aarzelde een oogenblik, maar toch wilde hij volhouden, „Gij kunt u nog terugtrekken fluister de de jongeling smeekond: Op mijn oerc- woord, het zcu u in het verderf storten. Ga heenzeg dat het niet raat. Ik wil zelfs uw geld niet hebben." Eon oogenblik vroeg do meester zich af of hij niet toegeven zou. Zijn vroegere leer ling sc-hecn het zoo ernstig te mecnen l Maar neen, het wat slechts zijn vrees, dat hij zijn goheim openbaren zou l „Waarom wilt gij mij beletten het slot to openen?" vroeg hij hooghartig, en zich tot do toeschouwers wendende, ging hij voort: „Ik meen toch, hccrcn, dat. ieder hier hot recht had zijn kunst te beproeven. Zoo niet, dan vorwijdeT ik mij." Er ging een gemompel van toestemming onder hot publiek op. „Meester, ik bezweer ubad do jonge man voor het Laatst. „Een mooio geschiedenis!'' lachte dc grijsaard bitter. „Gij zoudt liever uw ge heim voor uzelf bewaren on hot geld van anderen blijven opsteken T' „En ik waarschuw u ten gehoore vau allo aanwezigen 1" riep de kunstenaar met luide 6tom: „roer het slot niet aan!" „Waarom niet, knaap? Zijt gij soms ban» dat ik u beschamen zal?" „Ik bang?" en dc jongeling slaakte co» lach, die ieder door merg en been drong. „Ik vrees God alleenmaar ik roep u nog eenmaal toe, laat het slot met rust of het zal u den dood brengen „Gelooft gij mij schrik aan to zullen jagen met holle woorden?'' vroeg do oudr minachtend. „Mij maakt gij niet bang. D» dood? Weet gij wat hier sterven zal? Uw eer; uw roem; anders niets." „Gij hebt het gehoord, broederscn do stem van den kunstenaar weergalmde doo° do ganscho zaal. „Tevergeefs heb ik ge smeekt en gedreigd. Het zij dan zoo. Laat hem het slot openen en sterven Ook thans bleef do grijsaard onwrikbaar. Hij boog zich over do kist, drukto op een onzichtbaar knoj jo.cn er volgdo een ontzettende knal. Do ongelukkige lag roer loos op den grond, (het hart doorboord door drio kogels, en het deksel viel weer dicht. Men wierp zich thans op den jongeling, om hem aan het gerecht over to leveren maar hij schudde zich los, sprong op tl» kist cn verhaalde naar waarheid alles wat er eenmaal tusschen hem en den bedrieger was voorgevallendo menigte was wel ge dwongen to erkennen, dat do trouwelooz© meeseer zijn lot had verdiend. Do twintig duizend dollars verdeelde '.1» kunstenaar onder arme» leerlingen. Aan zijn vroegeren meester liet hij een deftige Er was door do zonnebloem, als hoofcl van don bloemenstaat een grooto vergade ring afgekondigd, vaar p allo bloemen ver schijnen moesten. Des nachts op een groote weide, bij hel deren maneschijn, kwamen zij in grootou getalo bijeen, van af hot nederige mado- liofjo tot trotscho gladiolus Ue. Do zonnebloem, omstuwd door papa vore van allerlei kleur stak hoog boven alle an dere bloome:, i '_t. „Wij hebben u," zoo sprak zij, „hier bij eengeroepen cn to trachten een grooto staking tot sta.nl te Lrongen. Wij voelen ons zoozeer geminacht cn vcr- sux>teu do do menseden, die zich zelf» niet ontzien mot 1 «n plompo voeten op onzo gebloemd© hoofden to treden, dat wij beslot-en hobbo*\ u vo r b stellen niet meer voor die ondankbaren to bloeien cn beu niet meor te laton genieten van odzo sciioo- no kleuren, noch van onzo heerlijke geuren. Wanneer ze straks dan inzien, dat alles daardoor doodsoh wordt, dat allé poezio mot ons verdwijnt, dan zullen zij vanzelf ons smook en, hen weder to doen genieten van onzo geuren cn dan kunnen wij onzo eisohen daartegenover stollen; in do ccralo plaats meor eerbied, meer dankbaarheid voor alles, wat wij hun t-n besto geven. Fier Kcok do zonnebloem na haar redo in hot rond; do bloemen bogen bijwijze van instemming, terwijl do lisch bloemen hun gespeerdo hoefden strijdlustig op staken. Alleen het \'orgcet-mij-nietjo scliuddo afkeurend haar kopje. Maar als wij niet bloeien, sprak zij, hoo kunnen wij ons dan voortplanten, wat zul len cn*o geslachten dan uitsterven cn ver minderen en Maar do anderen lieten haar niet ccn9 uitsproken en riepen: Wat zou dat boteoke- non, al sterven er ook duizenden uit, zoo veel te meer zullen dio hardvochtige raen- sohen ons gemis betreuren. Maar hoo klein ook het Vergcetrmij-nictjo was, zij was niet to bewegen aan do sta king meo to doen en bleef onverzettelijk. Toen word do zonnebloem toornig en tot straf word haar aangezegd, dab zij voortaan slechts in het verborgen bloeien mocht, cn dadelijk werd zij nuar den wa terkant verbannen, terwijl do lischbbemen met hun speren bij haar do wacht hioldoa* In dien zomer liepen een kuaap cn eer* meisje door do weide. Het meisjo was diep bedroefd, want hij, dio bij haar was, moost een lange, moeilijk© reis ondernemen, waarover zij zich beangst maakte. Wees niet bedroefd, zcido hij, terwijl hij haar kuste, ik zal u een bloem plukken, dio gij bewaren moet tot ik terug ben gekeerd. En hij bukte zioh cn plukte voor haar het bloodo Vergoet-mij-niotjc. Toon het meisjo thuiskwam, lcgdo zij do bloom in een boek, en ziet, op do bladzijde, waarop do bloom lag, stonden do woorden: „Gelukkig zijn do nederigen en tevredenen van gemoed, want hun zal wel gedaan worden ten allen tijde." En donzelfd- i oog kwam in de weido een maaier on sloeg met zijn zeis den trofschen lischbloomen onbarmhartig dc hoofden af. Vertrek van 's-Gravenhage 1 l n Voorburg 0 Wijkerbrug n g Veur (Leidschendam) Aankomst te Voorschoten Vertrek van Voorschoten 1 9 Kon. Ned. Zilverfdbr. Van Kempen de Vink Aankomst te Leiden 3.50 3.57 4.05 4.30 4.35 4.44 4.53 5.35 5.44 5.53 6.35 6.44 6.53 7.- 6.30 6.45 6.52 7.- 7.25 7.35 7.44 7.53 7.30 7.45 7.52 8.- 8.25 8.35 8.44 8.53 8.35 8.50 8.67 9.05 9.30 9.35 9.44 9.53 10. 9.05 9.20 9.30 9.45 9.52 10.- 10.25 10.35 10.60 10.57 11.05 11.30 10.35 11.35 10.44111.44 10.53 11.53 11.-12.- 11.30 12.35 11.45 12.50 11.52 12.57 12.- 12.25 12.35 12.44 12.53 1.- 1.05 1.30 1.85 1.44 1.53 2.- 1.30 1.45 1.52 2.- 2.25 2.35 2.44 2.53 3.- 2.80 2.45 2.52 3.- 3.25 3.35 3.44 3.53 4.- 3.30 3.45 3.52 4.- 4.26 4.35 4.44 4.68 5.- 4.25 4.32 4.40 4.55 5.04 5.10 5.35 5.35 5.44 5.53 5.- 5.15 5.40 5.55 6.04 6.10 6.30 6 30 0.42 6.52 7.- 6.15 6.30 6.30 6.45 6.54 7.- 7.25 7.25 7.34 7.43 7.50 7.05 7.20 7.80 7.45 7.54 8.— 8.25 8.26 8.84 8.43 8.50 8.05 8.20 8.30 9.05 8.45 1 9.20 8.54 J.25 9.25 9.84 9.43 9.50 9.30 9.45 9.54 10.- 10.20 10.20 10.32 10.42 10.50 10.05 10.20 10.30 10.40 10.54 11.45 12,— Vertrek van Leiden 1 B n de Vink 9 Kon. Ned. Zilverfabr. Van Kempen Aankomst te Voorschoten Vertrek van Voorschoten 1 n. T 0 p Veur (Leidschendam) B Wijkerbrug. Voorburg Aankomst te 's-Gravenhage. 5.07 5.16 5.25 6.- 6.15 6.07 6.16 6.25 7.- 7.15 7.- 7.07 7.16 7.25 7.35 8.- 8.08 8.15 8.30 8.35 8.50 8.07 8.16 8.25 8.30 8.50 8.58 9.05 9.20 9.- 9.07 9.16 9.25 9.35 10.- 10.08 10.15 10.30 10.- 10.07 10.16 10.25 10.30 10.50 10.58 11.05 11.20 11.- 11.07 11.16 11.25 11.35 12.- 12.08 12.15 12.30 12.- 12.07 12.16 12.25 12.30 12.50 12.58 1.05 1.20 1.- 1.07 1.16 1.25 1.35 2.- 2.08 2.15 2.30 2.- 2.07 2.16 2.25 2.35 3.- 3.0B 3.15 3.30 3.- 3.07 3.16 3.25 8.35 4.- 4.08 4.15 4,30 4.33 4.40 4.55 4.10 4.17 4.26 4.86 4.35 5.- 5.06 5.15 5.80 5.40 5.55 5.10 5.17 5.26 5.35 6.85 6.- 6.06 6.15 6.30 6.30 6.45 6.07 6.16 6 25 6.30 6.60 0.56 7.05 7.20 7.30 7.45 7.- 7.07 7.16 7.25 7.26 7.60 7.66 8.06 8.20 8.07 8.16 8.25 8.25 8.60 8.56 9.06 9.20 9.30 9.45 9.55 10.60 10.02 10.67 10.11 11.06 10.20 11.15 ).2ö 10.20 11.15 ).50 10.45 11.40 9.56110.53 11.40 11.66 10.05j11.06 10.2011.20 7161 20 Verschonen: ONSJES Geïllustreerd WeeJcblad voor Amaieur^Tuiniers. Pbijs per jaar f&.50. Per kwartaal /"0.65. De eerste nummers van dit Weekblad worden op aanvraag gaarne tor kennismaking toegezonden. Abonnementen gelieve men op te geven bjj don AgentG. L. VAN DEN BERG, Adriani'a Boekhandel, Rapenburg 87, Leiden. 7392 20 $ab-Agenten voor de omgeving gevraagd 7162 20

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 5