Hos Japan zijn soldaten vormt
Een huwelijksmarkt.
deur, boog zich voorover, drukte haar oog
voor het sleutelgat en toen, toen kwam het
fluisterend over haar lappen: Hen...drik
ben... jij... dat, pst... Ik.,, ben het, jou...
jou vrouw... Hendrik... zal ik jou helpen...
jou... boord los to maken, draai den sleutel
maar om, doe do deur maar open, lie...
lieve man 1"
Zijn vloek werd binnensmonds verder ge
mompeld, de sloutel werd omgedraaid
Gonne strekte haar armen uit en baar
man viel haar om den hals.
,,Ik... ik wou de Jansens bezoeken,
maar... ze waren... nog... niet thuis", stot
terde hij verlegen. Zij knikte aanmoedi
gend met het hoofd.
„Ik weet het wel... zij waren... naar den
schouwburg." Toen kleurden zrij bedden.:
„Maar, Gonne, wat heb jij een onderne
mingsgeest."
„Jij ook! Jij wou stilletjes me verlaten?*'
fluisterde zij hem in het oor, terwijl ze den
boord losmaakte. Het zooeven nog verge
noegde gezicht van hem vertrok.
„Alleen uit misplaatst eergevoel, vrouw
tje. Ik zei: „Ga dan
En weer drukte hij haar tegen zich aan,
terwijl hij dacht: „Nu blijven wij maar
wat dagen in het mooie Berlijn. Als men
in zoo'n stemming is, moet men daarvan
profiteeren."
Toon het zich in 1868 democratiseerde,
behield het jeugdige Japan van den ouden
adel, dien het verstooten had, de oorlog
zuchtige neiging, of zoo men aan een meer
moderno uitdrukking de voorkeur geeft:
de militaristische richting. Op de „gochi"'
en op do „samouraïs" van den ouden tijd,
die twee degens aan den gordel droegen,
zijn geslachten gevolgd, welke het Mauser-
geweer hanteeren. Op do school reeds
worden de jonge Nippons opgeleid in do
phy&ieke oefeningen; en zoo de schoolor
ganisatie van het keizerrijk van den Mika
do is een nabootsing van de Europeesche
systemen, heeft Japan, wat betreft de
'gymnastiek, zijn voorbeelden overtroffen
In de Japanscho 6cholen wordt oog meer
aan sport gedaan dan in de onderwijsin
richtingen van Engeland of van Amerika,
doch met dit verschil, dat de Anglo-
•Sak&ers het vermaak trachten te vinden in
(de sport, terwijl de Nippons, een ras, dol
op phy&ieke kracht, vooral bij do lichaams
oefeningen eischeo: storkte en volharding.
En niet zonder verbazing constateeren ae
vreemdelingen, dat deze uitkomst over het
algemeen bereikt wordt, wanneer zij in do
gelegenheid zijn kinderen, schier alleen,
geladen wagens te zien voorttrekken, of
„kowramayas" in vollen tred, gansche da
gen de „djirinckehaus" of kleine handrij
tuigjes voortduweu, het cenige equivalent
van de fiacres in Europa, wat Japan be
zit.
Te Yokohama hebben de scholen, even
als de kazernen, haar speelterrein, dat
men eer geneigd zou zijn te noemen een
exercitieterrein. Want de scholieren ver
schijnen er in uniform, samengesteld uit
compagnieën, of uit bataljons, zooals ech
te soldaten, hetgeen zij later zullen zijn.
Somtijds ziet men tot vijf duizend van
die kleine, witte uniformen op de uitge
strekte vlakte van de scholen van Yokoha
ma. Professoren in de gymnastiek onder
richten aan geheel dit jeugdige geslacht
do bewegingen van hygiënische kunst, waar
'alles wordt afhankelijk gemaakt van de to
venverven practische uitkomst. Aan beval
ligheden wordt weinig ten offer gebracht.
De verschillende leermeesters komen on
derling overeen gelijktijdig dezelfde beve
len uit te vaardigen, zoodat men de dui
zenden op de vlakte gerangschikte scholie
ren te gelijk dezelfde bewegingen ziet uit
voeren: daarin herkent men deD methodi-
echen geest der Japanners.
Hetgeen de militaristische vooringeno
menheid in die kinderlijke oefeningen
openbaart, dat zijn de in rotten staande
kleine geweren, in onberispelijke regel
maat geplaatst, welke men op verschillen
de punten van de vlakte bemerkt. Die klei-
no school bataljons zijn gewapénd, en dank
aan die vroegtijdige oefeningen, kennen zij
het hanteeren van den stok en van het
geweer al lang vóór en aleer zij zich om
het vaandel 6charen.
D© meest afwisselende athletische oefe
ningen volgen elkaar op, op de met groen
omgeven grasperken, welke de speelvlak
ten uitmaken voor de scholieren te Yoko
hama; na gymnastische bewegingen hou
den zij wedloopen; exercitie met het ge
weer en vooral wedloopen met de beeneo
aan elkaar gebonden; een oefening, die,
volgens het advies van de geneesheeren,
dengene, welke zich daaraan overgeeft,
noodzaakt gehet zijn spierstelsel op spel
te zetten, van ar de beenspieren tot de
armspieren, mot inbegrip van de borsthol
te.
De mededingers, met kluisters aan de
voeten, komen mat springen vooruit naar
het aangewezen doel: het heen en te
rug is in don afstand begrepen; in die
vreemdsoortige wedloopen ziet men niets
dan armen ai in d8 lucht heen en weer
slaande en uitgezette, vooruitgestoken
borstkassen. De overwinnaar wordt uit
bundig toegejuicht.
Doch wanneer de stem des meesters
aankondigt -ct einde van de oefening, het
Japanscho equivalent van het „Ingerukt"
van onze kazernen, ziex men den Ooster-
schen invloed weer t© voorschijn komen:
alvorens zich te verwijderen van hun on
derrichter, kornet «'e scholieren, trouw ge
bleven aan het uitgebreid ceremonieel,
door hun voorzaten hun achtergelaten,
diep tot aan den grond voor hem buigen.
Te Kioto en in tal van Japansch© ste
den, bestaan gymnastiek en wapenschol en,
daarginds geheetun „Boutokouden" of pa
leis der martiale deugden: daar wordt be
oefend do Japansche worstelstrijd, geheel
verschillend van den worstelstrijd, zooals
de Westerlingen dien opvatten. De Japan
scho worstelaar tracht yóór alles zijn te
genstander te verzwakken of buiten gevecht
to stollen, door hem voortdurend de zenu
wen of de spieren te forceeren.
Een andere Japansche exercitie is de
ken-djitsou, een soort van schermen, waar
bij men zich bedient van bamboestokken.
De meester en de leerlingen, die daaraan
deelnemen, dragen ijzeren maskers, clas-
trons en metalen handschoenenhet is re
gel gedurende deze scherm partij, onder de
Samourai herleefd, de afschuwelijkste kre
ten uit te stooten. De overwinnaar is de
gene, die er in slaagt zijn tegenstanders het
masker af te slaan, en de overwonnene
moet hem groeten tot aan den grond en
hem zijn bamboe-degen bij de punt aan
bieden.
Dit zijn de exercitiën, waarmede de Nip
pons hun kinderen leeren hetgeen zij noe
men het „Yaniato damato damachi", dien
Japansehen geest, waarvan het devies
schijnt te zijn „Daï Nippon Banzaï 1", wat
letterlijk vertaald beteekent: „Duizend
levens aan heb groöte Japan."
De Westindisclie Slang.
Kronkelend tusschen het dichte struikge
was of de waterplanten, zoekt de Water-
aboma een geschikte plaats, van waar zij
ongemerkt op haar prooi kan loeren. En
instinctmatig kiest zij zulke plekken, waar
andere dieren gewoon zijn te komen
drinken. Daarom beklimt zij een boom cn
strekt zich in do lengte op een lagen tak
uit, terwijl de van een beenachtigen haak
voorziene staart loodrecht naar beneden
hangt,
Jonge Anaconda's hebben geen haak
aan den staart, maar beloeren toch haar
prooi op dezelfde wijze.
Heeft de Wateraboma zich eenmaal op
den tak vastgezet, dan begint zij terstond
haar aanlokkingsmiddelen in practijk te
brengen. Nu eens blatend als een hert,
dan weer brullend als een jaguar, laat zij
allerlei geluiden booren. Maar gelijk zij
haar listen weet te gebruiken, zoo kent
ook het slachtoffer instinctmatig behoed
zaamheid, en zoo gebeurt het 'lat het
monster weken of zelfs maanden Tuchte
loos rondtrekt van do eene naar de andere
drinkplaats.
De juiste tijd, die een Wateraboma zon
der voedsel kan doorbrengen, laat zich
moeilijk bepalen. Verscheidene personen
in Suriname hebben Aboma's gehad, die
wel een jaar zonder voedsel bleven, en in
het museum te Georgetown was, eenigen
tijd geleden, een Anaconda, die bijna twee
jaar gevast had, maar er toch nog erven
plomp en rond uitzag.
Volwassen zoogdieren laten zich niet ge
makkelijk door de Wateraboma verschal
ken. De onervaren jongen daarentegen, nog
onnekend met de listen en gevaren van
hun wisselvallig bestaan, moeten het ge
woonlijk ontgelden.
Alle boschdieren hebben min of meer de
gewoonte onder Let loopen vlak voor zich
uit te kijken, en wenden den kop zeer
zelden rechts of links en nog zeldzamer
naar boven.
Deze eigenschappen nu stellen de Wa
teraboma in staat haar prooi te bemach
tigen.
Wanneer nu een onvoorzichtig dier tot
vlak bij de schuilplaats der Wateraboma
gekomen is, zwaait deze den afhangenden
staart en kronkelt zich onder vreeselijk sis-
sen om het door den schrik reeds half ver
lamd slachtoffer.
Nu tracht r'j met haar tanden en het
haakvormig uitgroeisel aan het staartuit
einde een houvast of steun aan het lichaam
van het slachtoffer te krijgen. Hierdoor
is zij in staat zichzelf in te krimpen of
samen te trekken, met het gevolg, de,
beenderen van het slachtoffer gebroken of
ineengedrukt —orden, ofwel zij omklemt het
zóó stijf, dat het weldra door verstikking
sterft.
En niet aanstonds laat zij dan nog los,
neonhet geringste backen van terugkeer
tot het leven is haar voldoende om de
omklemming nog vaster te maken.
Na op deze wijze haar prooi geworgd
te hebben, kruipt de slang er eenigo malen'
omheeD. Dan verbrijzelt zij de beenderen
voorgoed én verwerkt het geheele lichaam
tot een vormloozen, met speeksel bedekten
yleesch klomp.
Hiermede gereed zijnde, begint zij hem.
naar binnen te slikken, hetgeen dikwijls
geruimen tijd duurt.
Zij vangt doorgaans aan met den kop
van het gedood© dier; zij grijpt dit binnen
de sterk uitgezette gewricht© banden en
werkt het langzaam naar binnen.
Gewoonlijk is de prooi grooter dan het
lichaam der slang. Doch geen nood, want
de kaken van het reptiel zijn elastisch, en
ook de tanden naar binnen gekromd, zoo
dat ze als weerhaken dienst doen. Duin
voor duim slikt dan de Wateraboma haar
prooi in.
Eerst schuift zij een kaak een weinig
vooruit, zoodat de tanden een weinig ver-1
der in het vleesch der prooi dringen. Dan
brengt zij de andere kaak naar voren. Dit
gaat zoo voort tot eindelijk het geheeld
lichaam naar binnen gewerkt is.
Deze slang kan een lengte van 10 M be
reiken.
In de opera van Flo tow „Martha" maakt
het publiek kennis met een vrijster3markt
en men denkt er allerminst aan, dat, wat
hier op het tooneel gebeurt, in onzen tijd.
ook in werkelijkheid nog zou kunnen voor
komen.
Toch is dit het geval; er bestaat een vrij-,
siersmarkt, waarop niet alleen als in de
opera jonge pachters zich van dienstmeis-,
jes voorzien, die zij later tot hun vrouwen
maken, maar die geheel Is huwelijksbu-'
reau dienst doet. Die markt wordt gehouden'
te Ecaussines-Lalaing, in de Belgische pro
vincie Hneegouwen, op 2den Pinksterdag,
en een correspondent van de „Koln. Zei-
tung", die het vermakelijke geval heeft'
bijgewoond, verhaalt er ons van.
Nergens in de geheele wereld, zegt hij,
vinden onbekende reizigers een vriendelijker
onthaal dan iD dit romantische vlek. Het