f No. 14220.
LEID3CH DACSLAD, WOENSDAG 4 JULI. TWZEDE BLAD;
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
0© gg©sl©te3i aleasPo
men, indien zij om negen uur moeten slui
ten, moet volgens het „Soc. Week
blad" grootendecls verklaard worden,
,,dooidat zij geheel door den concurrentie-
angst beheerscht worden." „Hoe dikwijls is
het niet voorgekomen," zegt het, „dat zij
eerst na negen uur des avonds handgeld
hebben ontvangen en daardoor nog hun
i elen dag goed hebben gemaakt; dat zou
de wet hun beletten Zij, die zoo redenee
ren, beseffen niet, dat het publiek toch
moet komen koopen, dat alleen bij som
mige luxe-artikelen of lekkernijen het pu
bliek door de étalage verlokt wordt.
Zeker, vervroegde winkelsluiting kan
eenige verplaatsing van debiet ten gevolge
hebben; hoewel het nog de vraag is, of
dat geschieden zal; maar een zoodanig
tijdelijk verschijnsel mag de overheid niet
weerhouden om een gansche klasse van
menschen een blijvend voordeel te verzeke
ren. In vele gfroote steden is gebleken,
dat door het aanleggen van clectrischo
tramwagens naar de voorsteden en door
heb vaststellen van zeer lago tramtarieven
de winkels in do voorsteden ernstige schar
de hebben geleden; door de gemakkelijke
en goedkoope verbinding ging do bevolking
steeds in het centrum der stad zijn inkoo-
pen doen. Gelooft men du, dat deze be .ia-
deeling der winkeliers in de voorsteden
ooit een groot stadsbestuur zal weerhouden
om goedkoope electiische tramwagens rum
te leggen 1 Een tijdelijk nadeel moet wijken
voor een blijvend voordeel.
Maar, zeggen de tegenstanders van wet
telijke sluiting, ook wij willen helpen; wij
willen wel, dat de overheid ingrijpt; al
leen echter tot bescherming van het per
soneel. Laat de wet een maximum-werktijd
voor het personeel vaststellen, maar laat
de wet niet ingrijpen in den werktijd van
menschen, dio zelfstandig zijn en van dit
ingrijpen niets willen weten.
Ook wij zouden een beperking van den
arbeidsdag van het personeel, wel eens voor
een tijdje ingevoeld w.iilen zien, alleen
omdat dan al spoedig zou blijken, hoe on
uitvoerbaar die maatregel zonder winkel
sluiting zou zijn. De tegeahbaudets der
winkelsluiting wijzen steeds op de gioote
kosten van het vermeerderd politic, undent
bij een wettelijke sluiting; maar hoe be
langrijk moet men dat polifc^.toezieht wel
niet uitbreiden, als men den werktijd van
het personeel aan het oontroleeren gaat'?
Bovendien, het zij hier nog eens herhaald
de kleine winkeliers zijn evenmin zelfstan
dig als hun personeel. Zij hebben evengoed
wettelijke bescherming noodig tegen hun
meester, het publiek, dat meent, dat eeu
winkelier op ieder uur van den dag moet
klaar staan als het personeel tegenover
den winkelier.
Hoe dikwijls hebben de winkeliers niet
beproefd zelf met onderling overleg tot
een vervroegd sluitingsuur te komenzei
ven deden zij dan afstand van die zoo
geliefde vrijheid.
Is echter niet zoo goed als altijd door
toedoen van één enkele na eenigen tijd
deze gansche samenwerking mislukt'? Zoo
dra één concurrent zijn winkel langer
openhoudt, dan houden do meeste winke
liers hun winkeldeur niet meer gesloten
maar hun zaak eveneens langer open." De
ze laatste redeneering staaft het „S. W."
met enkele voorbeelden uit den laatsten
tijd.
„Is het wonder," woidt in het artikel
verder gevraagd, „dat er dientengevolge
velo winkeliers, z^; el grooto als kleine,
zijn die naar cm wettelijk© regeling ver
langen, omdat daardoor alleen te bereiken
is, wat zij zoozeer begecren: verkortirg
van den arbeidsduur?
Het zou kunnen zijn, dat er te Amster
dam nog een belangrijk percentage win
keliers is, dat op grond van vrees van
vermindering van debiet tegen vervroegde
sluiting is, maar is dat zoo, laat men dan
trachten hen beter in te lichten omtrent
dezo gevreesd© debietvermindering, maar
laat men hen niet in hun verzet stijven,
met dwaze argumenten als van „doodscho
winkelstraten", „hier in Amsterdam eten
de menschen zoo laat," ,,de vreemdelingen
koopen des avonds zooveel", enz. Bij
menschen, die zulko r-gumenten gebruiken
gaat men zelfs twijfelen of hun sociaal
gevoel (zie boven) wel ernstig gemeend is.
Waarlijk," zoo besluit het blad, „is het
te verwonderen, dat men ziende de hef
tige oppositie, dio een betrekkelijk zoo
eenvoudige maatregel als vervroegde win
kelsluiting heeft opgewekts een weinig ge-
desillusionneerd wordt? Niet maatregelen
als vervroegde winkelsluiting bevorderen
het socialisme, maar wel een oppositie, go-
lijk die thans in de Amsterdamsche pers
tegen dezen maatregel gevoerd wordt."
„De Nieuwe Courant" acht de
oprichting van den Bond van YrijeLi-
b e r a 1 e n niet meer dan de tot zelf ver
sterking, ja, zelfbehoud, noodige consolida
tie van een bes taanden toestand.
„Iets vijandigs tegenover cenige geest
verwante groep kan om.' dio reden dan ook
in de stichting van den Bond niet gelegen
zijn. Er zijn er nog in de Liberale TJnio'*,
die droomen van den terugkeer der in
1901 afgedoolde vrijzinnig-democraten in
Ih aar schoot een waanMaar de hoop,
de zg. „droite" der liberalen tot zich
te verzamelen, moet zelfs de meest volko
men „Unie"-idea3ist wel sedert tnl van
jaren hebben opgegeven. Samenwerking,
nauwe samenwerking zelfs, mot lien, bleek
meermalen mogelijk, fusie nimmer. Welnu,
aan de regelmatigheid en bepaaldheid van
zulk een samenwerking, indien zij, zooals
waarschijnlijk is, ook in de toekomót tij
delijk of meer duurzaam gewenscht blijkt,
kan do organisatie der rechtsvrijzinnige
groep niet anders dan ten goede komen.
Het is waar, dat deze bij onderhandeling
of overleg, daardoor tevens in sterkere
positie zal komen te staan, maar... hierbij
zal de wederpartij best doen zich zonder
klacht neer te leggen."
Het blad hoopt op een dusdanig cucccs,
dat voider© stappen op den weg der orga
nisatie weldra zullen kunnen volgen.
„Niet, dat wy ons den Bond ooit zou
den denken als een centralistisch ingericht
eng partijverband, dat regelen zou stellen,
welke vriigekozen Kamerleden op straffe
van uitsluiting of oensuur zouden hebben
te volgen, of welks „Congres" pobticke
besluiten of moties zou uitvaardigen, waar
voor een minderheid zwijgend liet hoofd
z< u hebben te buigen. Zoo iets ligt geheel
buiten een liberalen gedachtenkring eu als
een uiterlijk teeken, dat men dit onder
de oprichters v,an den Bond aldus begrijpt
mag geldon, dat het college, hetwelk inder
daad met de functies van een Bondsbestum
belast zal zijn, den overredend klinken der
naam' van commissie van advies behouden
heeft Maar hoewel dus de band, die onze
geestverwanten omvat, altijd een grootero
elasticiteit dan dio van andere partijen zal
behoeven om aan lnm aard en temperament
cn dus aan do bedoeling, waarmee hij werd
aangelegd, tc beantwoorden, do vorm' dor
organisatio zal, wil hij op den duur iets
bedui-den, van die van andere partijen
niet sterk kunnen afwijken. Hoe meer suc
ces de stichting van den Bond beeft, des
te eea-der zal dit blijken."
Het anti-rcvolutionnaire dagblad ,,D e
Rotterdammer" bespreekt in een
driestar dc „zelfstandige organisatie' der
vrije liberalen in de volgende bewoordin
gen:
„Eindelijk hebben dan nu de vrij© libera
len het besluit genomen over te gaan tot
het in het leven roepen van een zobftan-
dige organisatie.
Tot dusver beweerden, zo wel> dat zij
waarlijk niet van plan waax?n zich door do
radicalen en socialisten op sleeptouw te
laten nc-men, doch de „anti-clericalo" harts
tocht dréel hen practisch bij de stembus,
en wat meer zegt ook na do stombus, zeer
vaak den radicalen kant uit.
Dit Bohijnt hun to hebben verdroten.
Thans is opgericht de „Bond van Vrije
Liberalen."
Dezo mannen willen allerminst zijn „ker
kelijk" en evenmin sociaal-democratisch-
Maar voorts zijn ze van oordeel, do
vrijzinnigen zich moeten splitsen in twee
richtingen; de radicale en do mec-r be
houdende.
Deze splitsing achten zij zcor noodzake
lijk.
Waarom?
Hun voorzitter betoogde ter vergado-
ring;
„Op ons rust do plicht voor onze begin
selen een huis to bouwen, opdat onze
geest venvan ten noch bij do kerkdijken een
onderdak behoeven to zoeken noch afglijden
moeten naar do radicalen."
Eigenaardig is hier de tegenstelling tus-
schcn dit „behoeven" en '„moeten."
Bij de „kerkelijken" een „onderdak" to
vinden, daarvan zijn de „vrije" liberalen
wol huiverig, maar het kon vroeger toch
gebeuren, dat zij dit behoefden.
Doch zonder zelfstandigo organisatie
moeten ze, als zij bij de „kerkdijken"
geon onderdak believen, „afglijden naar
de radicalen."
Met rondo woorden woidt het erkend.
Hoe dit zij, zo zaïllen nu een oigen orga-
aoisatio vormen, die, zonder kerkelijk on
derdak, en zonder liefde voor de socialisten
en radicalen, thans een eigon koers zal
kiezen.
Het zal ons benieuwen, of er van 'V© zelf
standigheid der vrije liberalen veel za' le-
recht komen.
Gioens tegenstelling was altoos E v r< n-
g e 1 i e en Revolutie.
En do Revolutie is in haar karakter
consequent. Do behoudende elr men-
ten worden steeds dooi- do meer radicaal
gestemd© overheersoht
De Haagscbo kroniekschrijver der „N.
Groninger C r t." leidt zijn jongste
coiTespoaidenti© in met do volgende ont
boezeming
„Toen er in do dagen van het parlemen
tair- en perskabaai over do reis van den
Minister van Waterstaat, door mij op ge
wezen werd, dat do heor Kraus, al was
hem vijf maanden verlof verleend, vormoo-
dolijk wol in drio maanden zijn funotiën
hervatten zou, werd daarvan ongeveer geen
notitie genomen on waar men van dat
beweren al nota nam, heette het, dat het
maar een van do praatjes voor do vaak was,
van die bij geruchte door den Haagschcn
kroniekschrijver van de „N. Gron, O t,"
opgevangen bijzonderheden, waaraan men
niet te veel waaide mocht hechten.
Thans staat het vast, dat «do Micistcr
zijn missie in Chili reeds volbracht beeft
en in hot begin van Juli hier to lande te
rugkeert, om zeker niet later dan ló Juli
de werkzaamheden aan zijn Departement
le hei-vatten. En al do bladen, die hemel
en aardo bewogen hebben om op hot -schan
daal van oen bijna halfjarig© afwezigheid
van don Minister tc schimpen, vermelden
hot feit van zijn terugkeer na iets meer
dan twee maanden, zonder cenig commen
taar. Niemand denkt er aan om nu ridder
lijk te erkennen, dat er voor al hot gemaak
te rumoer eigenlijk geen reden is geweest;
niemand verklaart nu ridderlijk, dat do
afwezigheid' van den heer Kraus op don
gang van zaken hoegenaamd geen nadceli-
gon invloed gehad heeft cn ook wol voor
het vervolg niet hebbon zal, wijl do Mi
nister thans allo gelegenheid heeft
om zijn begrooting zelf nog in alle onder
dooien samen to stollen en zioh van allo
daarbij te pas komende aangelegenheden
ten vollo op de hoogte te stellen. Het
komt mij voor niet ongepast te zijn op do-
ze feiten evoia liet licht te laten va1 len,
niet enkel om do juistheid van mijn vroo-
goro inlichtingen te oonstateeren, maar
vooa'al om hot ongemotiveerde van dc venij
nig© oppositie nog eens to doen uitko
men.''
„Het Contru m" noemt dat victorie
kraaien, maar golooft, dat de schrijver be
ter gedaan zou hebbon met maar te zwij
gen.
Dat hij hot abnonnale geval van do reis
des ministers in de-zen vorm weer op den
voorgrond brengt, getuigt in elk geval niet
van fijn gevoel en grooten tact.
En den heer Kraus zeiven bewijst bij
daarmede alles behalve een dienst.
Of is het niet weinig vleiend voor den
minister te moeten vernemen, dat zijn af
wezigheid op den gang van zaken hoege
naamd geen nadeeligen invloed heeft ge
had, met andere woorden, dat Z. Exc.
best een tijdje gemist kon worden?
Werkelijk, aldus vervolgt „Het
Centrum" do Haagschc medewerker
Onder den titel ..Holland's dierbare vrij
heid" bespreekt het „Sociaal Week
blad" het vraagstuk der vervroegde win
kelsluiting, een onderwerp dat nu ook in
Leiden aan de orde van den dag is cn hier
reeds een adres-beweging heeft in het le
ven geroepen. Daarom verdient hier ook
wel aandacht wat het W." zegt. Eerst
.woidt een loopje genomen met „H e t H a n-
d e 1 s o 1 a d", dat, in een viertal artikelen
ido bij den Amsterdamsciien Gemeenteraad
ingediende ontwerp verordening heeft ge
wogen en te licht bevonden. Enkele con
clusies van het Amsterdamsche blad wor
den in het ,,S. W." afgeschreven o. a.dat
de verordening een ding is geheel in strijd
met Hollandsche begrippen van vrijheid en
dat, hetgeen de voorstellers van de ver
ordening willen, is het „socialisme in zijn
uiterste consequentien". Bij do laatste
tusschen aanhalingsteckens geplaatste
.woorden geeft het „S. W." zijn lezers den
welgemeenden raad, Diet te schrikken.
De lust tot ironie ontbreekt het blad
echter, het vindt de zaak er te treurig
voor.
„Want is het niet treurig," zoo vraagt
het, „dat nog in onzen tegenwoordigen
'tijd men tegen een zoo eenvoudigen en
heilzamen maatregel als vervroegde win
kelsluiting een zoo heftige oppositie voert?
Heb doel, dat de voorstanders der ver
ordening zich stellen: verkorting van den
wei'ktijd van een gansche klasse der be
volking, juicht men algemeen toe; na
tuurlijk, hoe kan dat ook anders in onzen
tegenwoordigen tijd, waarin iedereen zijn
dosis „sociaal gevoel" bezit. Men komt
ee.iter met een gansehen berg „principieel©
en practisch© bezwaren,"
Ziet, ik heb veel liever nog te doen mot
een lid van een langzaam uitstervend ras,
met iemand zonder sociaal gevoel, die het
lot van den vierden stand geheel koud laat,
dan met iemand met sociaal gevoel, maar
die telken maaJ, als men eens uiting wil
geven aan dat sociaal gevoel, met een berg
principieel© en practischo bezwaren komt
aandragen.
Want inderdaad, de bezwaren tegen de
vervroegde winkelsluiting zijn gezocht. Ib
het niet dwaas over d© heilige vrijheid van
een winkelier te spreken, die veertien uur
of langer per dag in zijn winkel bezig is?
Vijjo verkiezing, niet gedwongen door wet
of verordening, hoe fraai klinkt datNet
alsof alleen wet en verordening ons onze
vrijheid ontnemen kunnen, alsof een ty
rannies publiek en conciarrentiovrees daar
toe niet even goed in staat zijn
Het argument der tegenstanders: „Wie
harder dan een ander wil werken, moet
men daaa-to© de gelegenheid laten; indien
de een door zijn ijver vooruit wil komen,
mag men hem de gelegenheid daartoe niet
ontnomen," woadt vervolgens onder handen
genomen.
,,Ook wij gevoelen veel voor deze rede-
neei-ing," zoo lezen wij; „maar indien dat
harde werken der winkelieors zicb uit in
langer hun winkel openhouden en zij daar
door toch niet meer winst maken, dan
wannc-r zij korter werkten, is het dan
niet een dollemansboel, die men onder de
leus van de vrijheid bestendigt?
Do concurrentie drijft de mensehen steeds
verder; houdt do eene winkelier zijn win
kel een uur langer open, al spoedig doen
het meerderenten slotte allen en dan
zijn allen weer even ver, als waar zij vroe
ger waren; te zamen meer verkoopen doen
zij toch niet, indien het publiek niet ver
kiest meer te koopen.
Hierin zit het groot© verschil tusschen
heb winkelbedrijf en andere bedrijven: of
de winkels lang of kort openblijven, de
totale verkoop van alle winkeliers zal niet
zooveel verschillenhoeveel zij verkoopen,
wordt niet door den tijd van openblijven,
maar door do behoeften van het publiek
bepaald. Daarom juist kan men zoo ge
makkelijk bij het winkeliersbedrijf bereiken
wat in andere bedrijven voorloopig nog
een onmogelijkheid is."
De vrees, die sommige winkeliers heb-
ben, dat zij er slechter aan toe zullen ko-
30)
Tegenover niemand kon hij zijn wan
trouwen, zijn twijfel uitspreken, indien hij
Ronsberg niet benadeelen wilde. En alhoe
wel men met dien geen medelijden behoefde
te hebben, naast hem stond Carola. De
slag, die hem trof, trof ook haar. Daardoor
waren zijn handen gebonden. Het had hem
nu echter gocdgcd'aan, dat hij eens tegen
over iemand zijn hart had kunnen luchten,
en do geruststellende woorden, die me
vrouw Blume sprak, kwamen volkomen met
zijn eigen karakter overeen. Daardoor
oefenden zij een grooter invloed op hem
uit dan zijzelf verwacht had.
Nu zij dien invloed echter bespeurde,
drong zij er bij hem op aan, dat hij mee
zou gaan naar Hamburg. Daarom alleen
had' zij, zoo verklaarde zij, haar reis uit
gesteld tot Zaterdag, opdat hij den daar-
opvolgenden Zondag bij hen tot kalmte kon
komen en wat kon uitrusten. Het was bo
vendien do kleine vermoeienis van de reis
wel waard, om dat alles eens met Wernek
en Elizabeth le uunne a bespreken.
Dit laatste argument lacht© hem het
meeste toe. Hij wist hoe goed die twee
het met hem meenden en hoe zij bij het
geven van L i ï-aad alle gebeurlijkheden
in het oog zouden houden. Daarom besloot
hij het zichzelven te gunnen den last, al was
het voor slechts ccnig© uren, met anderen
te deelen.
Hij pakte dus zijn koffer voor d© reis
en des nachts, toen Carola, nog met een
traan in het oog, maar toch met nieuwe
hoop in het hart, insluimerde, zat men in
de huiskamer van Wernek nog bij elkaar
en waren aller gedachten gericht op het
jongste kind des huizes, dat zich van hen
had losgerukt, om, door het eigen hart
misleid, een valscheai schijn na te jagen,
dien zij voor een schitterende ster aan den
hemel hield, doch die ten slotte zou blijken
to zijn een dwaallichtje, dansend boven
een moeras.
XI.
Opnieuw waren weken verloopen. Op den
zomer was de herfst gevolgd. Carola schit-
terde weer in hernieuwde schoonheid der
jeugd en de liefde voor haar kleinen Frans,
de vreugde over zijn voorspoedig opgroeien
hielpen haar de teleurstelling dragen, dafc
haar verwachtingen niet verwezenlijkt wa
ren. Neen, de hoop, door mevrouw Blume
in haar gewekt, bleef onvervuld. Ook na
het vertrek van haai* gast had Ronsberg
zich even weinig aan vrouw en kind ge
legen laten zijn. Hij scheen er zelfs geen
oogenblik aan te denken, dat die ook ze
kere rechten op hem hadden.
Nu weer werd zijn tijd in beslag genomen
door de genoegens van den herfst, jacht,
wedrennen en dergelijke, zoodat hij vaak
in dagen geen uur tijd had om eens naar
vrouw en kind om te zien. Do kamers, die
hij naast zijn kantoor voor zich had laten
inrichten, had hij ook na het vertrek van
mevrouw Blume aangehouden en eerst in
den herfst, nu het koudere jaargetijde hem
het gemis van verschillende zaken, die hij
thuis vond, liet gevoelen, besloot hij op
nieuw t© verhuizen.
In een kamer, zoo ver mogelijk van zijn
vertrekken verwijderd, had Carola haar
kindje ingekwartierd, ©n daar zij zich niet
van hem scheiden wilde, leefden do beide
echtelieden wel onder één dak, maar ove
rigens toch even ver van elkaar verwijderd
als zij volgens hom karakter in werkelijk
heid waren, En toch zou het Ronsberg
weinig moeite gekost hebben, dit hart, dat
hem zoo hartstochtelijk had liefgohad, te
heroveren. Indien hij slechts getoond had
haar nog lief te hebben, dan was dit vol
doende geweest haar alles to doen vergeten
wat zij door hem gilxlen had. Zelfs nu
waren er ©ogenblikken, vooral wanneer zij
haar kind op haar schoot had, waarin zij
zich vooi-spiegelde, dat het nog eenmaal
anders zou kunnen worden. Het was im
mers onmogelijk, dat hij zich voortdurend
het geluk zou ontzeggen, dat hun was ge
schonken.
Haar kind was nu al meer dan twee
maanden; het groeide zoo voorspoedig
als men slechts wenschen kon. Carola was
er van overtuigd, dat hij haar reeds ken
de, dat hij haar onderscheidde van een
ander, en zij begreep ook volkomen do en
kele klanken, die nia en dan uit het kleine,
lieve mondje kwamen.
Nu on dan, wanneer da moederweelde
haar te machtig .werd, vergat zij, dat
Eugen niet de minste belangstelling in zijn
kind toonde; dan bracht zij het hem, in
do vaste overtuiging, dat het kleine, rozige
poppetje, met de schitterende oogjes en de
zijdeachtige haarlokjes, stormendea-hand
zijn liefde zou veroveren. Maar ofschoon
hij niet meer dien afkeer toonde, als in
het beginL zeker was het vaderlijk gevoel
nog weinig in hem ontwikkeld, want nooit
vroeg hij naar den kleine, of kwam bij eens
naar hom kijken, zoodat Carola steeds
zeldzamer een proef nam om op zijn ge
voel in te werken.
Een zeer regelmatig bezoeker van dc kin
derkamer was) kapelmeester Fabel gewor
den. Hij kwam altijd de achtertrap op, om
zoo onbemerkt in het heiligdom van Ca
rola een uurtje door te brengen, cn terwijl
hij naast dc wieg van het kind zat, bab
belde hij wat met de moeder. Hij was cr
echter tegen, dat zij hem weer eens, zooals
zij vroeger wel gedaan had, kwam opzoe
ken, ja hij verzette cr zich met kracht te
gen, toen zij lust toonde om eens te onder
zoeken of er voldoende voor hem gezorgd
werd. Evenzoo scheen hij angst te hebben
Ronsberg to ontmoeten en vóór hij weg
ging, luisterde hij steeds oplettend, of hij
ongezien de gang zou kunnen doorgaan.
Carola kende die menschenschuwheid nog
van vroeger en dus vond zij cr niets
vreemds in, dat deze zich op zoo'n bijzon
dere .wijze uitte.
Er was nu echter nog een vermeerdering
van Fransjes hofhouding in het zicht.
Thea, wier verblijf in Zwitserland langer
had geduurd dan men oorspronkelijk dacht,
had geschreven, dat zij thuis zou komen,
en de jonge vrouw zag met vreugde den
terugkeer van haar vriendin te gernoet.
Door de briefwisseling was Thea haar nog
nader gekomen. Haar hartelijke belang
stelling, haar medeleven met Carola's lot,
had deze vaak weldadig aangedaan. Heer
lijk vond zij het vooruitzicht binnenkort
weer met haar samen te zijn, haar geluk
over Fransje mot haar te deelen, te genie
ten van haar opwekkend gezelschap cn
dor „N. C r o n. C t." had wel wat ku schei
in zijn uitdrukkingen kunnen zijn 1
Te meer, daar gedurende de afwezigheid
van den minister toch wel liet een on an
der is voorgevallen, wat onder het departe
ment van Waterstaat ressorteerde.
Do vraag, of de heer Kraus tijdig terug
zou komen om' zelf zijn begrooting voor
het volgend jaar gereed te maken, was
trouwens niet do eenige, zelfs niet do
voornaamst© grief tegen do ministerieel©
excursie.
De Haagsche chroniqueur schijnt dl'; niet
meer te weten, en wij moeten dus zijn ge-
heugen wel oven opfrisschcn.
Wat rneaa vooral afkeurde was, dat een
raadsman der Kroon tijdelijk in vreemden
dienst overging, dat hij zijn portefeuillo
aan een aaader „in bewaring" gaf, om
ginds in ceil ander land een gesalar'-eerdo
betrekking te vervullen.
Men achtte dit cn terecht een be
denkelijk precedeaat cn niet in ovoi eenstem
ming mot de ministerieel© waardigheid.
Of de reis iets langer of kort-or zou du
ren, was een ovei*weging, die daarbij slechts
in de tweede plaats gold.
Dit werd ook ter Linkerzijde zeer goed
gevoeld
En do Haagsche chroniqueur der „NT Gr,
Crt." toont dan ook door zijn onhandig
geschrijf, dat hij van do heelo zaak al bitter
weinig begrepen heeft.
De verdediger van minister Kraus heeft
een goede gelegenheid laten voorbijgaan
omzijn mond te houden 1
In een polemiekj© met „Hot Volk'
maakt „De N o d o r 1 a nd e r" de vol
gendo opmerkingen:
„Nader is gebleken, dat do motie, in do
Rotterdamsche afdeeling van den Bond va:
Nederlandscho ouderwijzers voorgesteld,
waarvan wij onder bovenstaand opschrift
gewag maakten, niet door de afdceLing
is aangenomen.
Een foutief bericht in „Het Volk"
het blad hóeft do vergissing reeds hersteld
had ons op een dwaalspoor gebracht.
De iaaotic is door 21 leden voorgesteld,
maar met groot© oioccrderheid besloot de
vergadering, op voorstel van het bestuuur,
zo niet in behandeling te nemen.
Wij verheugen ons hierover zeer, en
„H e t V o 1 k" speelt al te zeer do rol
van den waard, dio ziju gasten ak zich
zelf vertrouwt, wanneer hot meent, dat
dit verbeterd bericht ons leed zal doen.
Niet wij volgen do tactiek om datgene,
wat wij bestrijden, gaarao zoo slecht mo
gelijk tc hebben, opdat wij er munt voor
onze stellingen uit kunnen slaan. Niet wij
hunkeren naar het zien van boosheid, opdat
daaruit het o. i. goede voorkomt. Niet
wij wrijven ons do handen van genoege i
bij het aanschouwen van ontaarding, dio
koren op onzen molen is. Dit laten wij aan
de sociaal- democratie over, met uame aan
„Het Volk", dat baadt in wellust bij
elke bank, dio springt; bij mijnrampen als
te Courrièros; bij vleeschschandalen als in
Amerika, cn welks politiek een droevig be
lang heeft bij alle menschel ijko zon do eu
ellendo."
Do lieer K. Rcyno. lid van dc Tweede Ka
mer, bespreekt in „Hot Vaderland'*
do instelling der Staatso ommissie
tot opdorzook Van don e'e-on*©-
raisohon toestand dor land
bouwers en der landarbeiders.
Hij keurt het af, dat het onderzoek zich
niet zal bepalen tot de landarbeiders, maar
dat, met terzijdestelling van dc onver
werkte vruchten dor vroegere onquête, het
gansche gebied van den landbouw binnen
hot werkterrein wordt betrokken, v, aarvan
het gevolg zal zijn, dat er tijden cn tijden
zullen voorbijgaan, alvorens meia iets zal
bespeuren van de arbeidsvruchtcn der inge
stelde commissie.
Naast dezen misgreep noemt de heer Roy-
no ook do samenstelling der commissie een
misgreep. Het geldt hier een onderzoek
naar de sociaal-economische verschijnselen
van het landbouwlevcn, cn nu zitten wel
knappe technici, maar geen sociaal-econo
men in de commissie cn die zijn toch in ons
land aahwezig.
zich door wisseling van gedachten op to
laten voeren naar de reine sferen der
kunst.
.rWel is waar dacht zij aan do donkere
wolk, die zich indertijd tusschen haar cn
Thea had geschovenmaar zij dacht cr nu
anders over dan toen. Het was natuurlijk
de schuld van hoar lichamelijke ongesteld
heid geweest, dat zij toen het mooie meis
je met nijd had gadegeslagen cn daardoor
dc woede van haar man had opgewekt.
Hij wilde haar straffen voor haar jaloezie;
haar toonen, dat hij zoo'n voogdijschap
niet duldde. Zij zou nu anders zijn; dan
zou hij zich zeker ook anders gedragen.
Het was toen slechts een scherts geweest,
maar nu zou hij dc moeder von zijn kind
al was zij er dan niet in geslaagd hem
te boeien zeker niet de schande aan
doen in haar huis met haar eigen vriendin
te flirten.
Met het kind op den arm stond zij in
blijde stemming voor het raam uit te kijken
naar het rijtaaig, dat Thea cn mevrouw
Rübert van het station thuis zou brengen,
maar haar goede voornemens werden reeds
dadelijk op een zware proof gesteld, toen
als derde Eugen uitsatpte. Hij, dio anders
nooit het kleinste pakje droeg, belastte z;ch
nu met do geheclo handbagage en volgde
daarmee do oude dame in haar woning,
terwijl Thea, geheel vervuld van de vreugd©
van het weerzien, op Carola tesneldc, dort
bouquet, wolken zij in do hand hield, op
den eersten den besten stoel neergoq'ido en
haar en haar kind 1 eer op keer in d©
armen sloot..
(Wordt vervolgd.),