f No. 14220. LEID3CH DACSLAD, WOENSDAG 4 JULI. TWZEDE BLAD; PERSOVERZICHT. FEUILLETON. 0© gg©sl©te3i aleasPo men, indien zij om negen uur moeten slui ten, moet volgens het „Soc. Week blad" grootendecls verklaard worden, ,,dooidat zij geheel door den concurrentie- angst beheerscht worden." „Hoe dikwijls is het niet voorgekomen," zegt het, „dat zij eerst na negen uur des avonds handgeld hebben ontvangen en daardoor nog hun i elen dag goed hebben gemaakt; dat zou de wet hun beletten Zij, die zoo redenee ren, beseffen niet, dat het publiek toch moet komen koopen, dat alleen bij som mige luxe-artikelen of lekkernijen het pu bliek door de étalage verlokt wordt. Zeker, vervroegde winkelsluiting kan eenige verplaatsing van debiet ten gevolge hebben; hoewel het nog de vraag is, of dat geschieden zal; maar een zoodanig tijdelijk verschijnsel mag de overheid niet weerhouden om een gansche klasse van menschen een blijvend voordeel te verzeke ren. In vele gfroote steden is gebleken, dat door het aanleggen van clectrischo tramwagens naar de voorsteden en door heb vaststellen van zeer lago tramtarieven de winkels in do voorsteden ernstige schar de hebben geleden; door de gemakkelijke en goedkoope verbinding ging do bevolking steeds in het centrum der stad zijn inkoo- pen doen. Gelooft men du, dat deze be .ia- deeling der winkeliers in de voorsteden ooit een groot stadsbestuur zal weerhouden om goedkoope electiische tramwagens rum te leggen 1 Een tijdelijk nadeel moet wijken voor een blijvend voordeel. Maar, zeggen de tegenstanders van wet telijke sluiting, ook wij willen helpen; wij willen wel, dat de overheid ingrijpt; al leen echter tot bescherming van het per soneel. Laat de wet een maximum-werktijd voor het personeel vaststellen, maar laat de wet niet ingrijpen in den werktijd van menschen, dio zelfstandig zijn en van dit ingrijpen niets willen weten. Ook wij zouden een beperking van den arbeidsdag van het personeel, wel eens voor een tijdje ingevoeld w.iilen zien, alleen omdat dan al spoedig zou blijken, hoe on uitvoerbaar die maatregel zonder winkel sluiting zou zijn. De tegeahbaudets der winkelsluiting wijzen steeds op de gioote kosten van het vermeerderd politic, undent bij een wettelijke sluiting; maar hoe be langrijk moet men dat polifc^.toezieht wel niet uitbreiden, als men den werktijd van het personeel aan het oontroleeren gaat'? Bovendien, het zij hier nog eens herhaald de kleine winkeliers zijn evenmin zelfstan dig als hun personeel. Zij hebben evengoed wettelijke bescherming noodig tegen hun meester, het publiek, dat meent, dat eeu winkelier op ieder uur van den dag moet klaar staan als het personeel tegenover den winkelier. Hoe dikwijls hebben de winkeliers niet beproefd zelf met onderling overleg tot een vervroegd sluitingsuur te komenzei ven deden zij dan afstand van die zoo geliefde vrijheid. Is echter niet zoo goed als altijd door toedoen van één enkele na eenigen tijd deze gansche samenwerking mislukt'? Zoo dra één concurrent zijn winkel langer openhoudt, dan houden do meeste winke liers hun winkeldeur niet meer gesloten maar hun zaak eveneens langer open." De ze laatste redeneering staaft het „S. W." met enkele voorbeelden uit den laatsten tijd. „Is het wonder," woidt in het artikel verder gevraagd, „dat er dientengevolge velo winkeliers, z^; el grooto als kleine, zijn die naar cm wettelijk© regeling ver langen, omdat daardoor alleen te bereiken is, wat zij zoozeer begecren: verkortirg van den arbeidsduur? Het zou kunnen zijn, dat er te Amster dam nog een belangrijk percentage win keliers is, dat op grond van vrees van vermindering van debiet tegen vervroegde sluiting is, maar is dat zoo, laat men dan trachten hen beter in te lichten omtrent dezo gevreesd© debietvermindering, maar laat men hen niet in hun verzet stijven, met dwaze argumenten als van „doodscho winkelstraten", „hier in Amsterdam eten de menschen zoo laat," ,,de vreemdelingen koopen des avonds zooveel", enz. Bij menschen, die zulko r-gumenten gebruiken gaat men zelfs twijfelen of hun sociaal gevoel (zie boven) wel ernstig gemeend is. Waarlijk," zoo besluit het blad, „is het te verwonderen, dat men ziende de hef tige oppositie, dio een betrekkelijk zoo eenvoudige maatregel als vervroegde win kelsluiting heeft opgewekts een weinig ge- desillusionneerd wordt? Niet maatregelen als vervroegde winkelsluiting bevorderen het socialisme, maar wel een oppositie, go- lijk die thans in de Amsterdamsche pers tegen dezen maatregel gevoerd wordt." „De Nieuwe Courant" acht de oprichting van den Bond van YrijeLi- b e r a 1 e n niet meer dan de tot zelf ver sterking, ja, zelfbehoud, noodige consolida tie van een bes taanden toestand. „Iets vijandigs tegenover cenige geest verwante groep kan om.' dio reden dan ook in de stichting van den Bond niet gelegen zijn. Er zijn er nog in de Liberale TJnio'*, die droomen van den terugkeer der in 1901 afgedoolde vrijzinnig-democraten in Ih aar schoot een waanMaar de hoop, de zg. „droite" der liberalen tot zich te verzamelen, moet zelfs de meest volko men „Unie"-idea3ist wel sedert tnl van jaren hebben opgegeven. Samenwerking, nauwe samenwerking zelfs, mot lien, bleek meermalen mogelijk, fusie nimmer. Welnu, aan de regelmatigheid en bepaaldheid van zulk een samenwerking, indien zij, zooals waarschijnlijk is, ook in de toekomót tij delijk of meer duurzaam gewenscht blijkt, kan do organisatie der rechtsvrijzinnige groep niet anders dan ten goede komen. Het is waar, dat deze bij onderhandeling of overleg, daardoor tevens in sterkere positie zal komen te staan, maar... hierbij zal de wederpartij best doen zich zonder klacht neer te leggen." Het blad hoopt op een dusdanig cucccs, dat voider© stappen op den weg der orga nisatie weldra zullen kunnen volgen. „Niet, dat wy ons den Bond ooit zou den denken als een centralistisch ingericht eng partijverband, dat regelen zou stellen, welke vriigekozen Kamerleden op straffe van uitsluiting of oensuur zouden hebben te volgen, of welks „Congres" pobticke besluiten of moties zou uitvaardigen, waar voor een minderheid zwijgend liet hoofd z< u hebben te buigen. Zoo iets ligt geheel buiten een liberalen gedachtenkring eu als een uiterlijk teeken, dat men dit onder de oprichters v,an den Bond aldus begrijpt mag geldon, dat het college, hetwelk inder daad met de functies van een Bondsbestum belast zal zijn, den overredend klinken der naam' van commissie van advies behouden heeft Maar hoewel dus de band, die onze geestverwanten omvat, altijd een grootero elasticiteit dan dio van andere partijen zal behoeven om aan lnm aard en temperament cn dus aan do bedoeling, waarmee hij werd aangelegd, tc beantwoorden, do vorm' dor organisatio zal, wil hij op den duur iets bedui-den, van die van andere partijen niet sterk kunnen afwijken. Hoe meer suc ces de stichting van den Bond beeft, des te eea-der zal dit blijken." Het anti-rcvolutionnaire dagblad ,,D e Rotterdammer" bespreekt in een driestar dc „zelfstandige organisatie' der vrije liberalen in de volgende bewoordin gen: „Eindelijk hebben dan nu de vrij© libera len het besluit genomen over te gaan tot het in het leven roepen van een zobftan- dige organisatie. Tot dusver beweerden, zo wel> dat zij waarlijk niet van plan waax?n zich door do radicalen en socialisten op sleeptouw te laten nc-men, doch de „anti-clericalo" harts tocht dréel hen practisch bij de stembus, en wat meer zegt ook na do stombus, zeer vaak den radicalen kant uit. Dit Bohijnt hun to hebben verdroten. Thans is opgericht de „Bond van Vrije Liberalen." Dezo mannen willen allerminst zijn „ker kelijk" en evenmin sociaal-democratisch- Maar voorts zijn ze van oordeel, do vrijzinnigen zich moeten splitsen in twee richtingen; de radicale en do mec-r be houdende. Deze splitsing achten zij zcor noodzake lijk. Waarom? Hun voorzitter betoogde ter vergado- ring; „Op ons rust do plicht voor onze begin selen een huis to bouwen, opdat onze geest venvan ten noch bij do kerkdijken een onderdak behoeven to zoeken noch afglijden moeten naar do radicalen." Eigenaardig is hier de tegenstelling tus- schcn dit „behoeven" en '„moeten." Bij de „kerkelijken" een „onderdak" to vinden, daarvan zijn de „vrije" liberalen wol huiverig, maar het kon vroeger toch gebeuren, dat zij dit behoefden. Doch zonder zelfstandigo organisatie moeten ze, als zij bij de „kerkdijken" geon onderdak believen, „afglijden naar de radicalen." Met rondo woorden woidt het erkend. Hoe dit zij, zo zaïllen nu een oigen orga- aoisatio vormen, die, zonder kerkelijk on derdak, en zonder liefde voor de socialisten en radicalen, thans een eigon koers zal kiezen. Het zal ons benieuwen, of er van 'V© zelf standigheid der vrije liberalen veel za' le- recht komen. Gioens tegenstelling was altoos E v r< n- g e 1 i e en Revolutie. En do Revolutie is in haar karakter consequent. Do behoudende elr men- ten worden steeds dooi- do meer radicaal gestemd© overheersoht De Haagscbo kroniekschrijver der „N. Groninger C r t." leidt zijn jongste coiTespoaidenti© in met do volgende ont boezeming „Toen er in do dagen van het parlemen tair- en perskabaai over do reis van den Minister van Waterstaat, door mij op ge wezen werd, dat do heor Kraus, al was hem vijf maanden verlof verleend, vormoo- dolijk wol in drio maanden zijn funotiën hervatten zou, werd daarvan ongeveer geen notitie genomen on waar men van dat beweren al nota nam, heette het, dat het maar een van do praatjes voor do vaak was, van die bij geruchte door den Haagschcn kroniekschrijver van de „N. Gron, O t," opgevangen bijzonderheden, waaraan men niet te veel waaide mocht hechten. Thans staat het vast, dat «do Micistcr zijn missie in Chili reeds volbracht beeft en in hot begin van Juli hier to lande te rugkeert, om zeker niet later dan ló Juli de werkzaamheden aan zijn Departement le hei-vatten. En al do bladen, die hemel en aardo bewogen hebben om op hot -schan daal van oen bijna halfjarig© afwezigheid van don Minister tc schimpen, vermelden hot feit van zijn terugkeer na iets meer dan twee maanden, zonder cenig commen taar. Niemand denkt er aan om nu ridder lijk te erkennen, dat er voor al hot gemaak te rumoer eigenlijk geen reden is geweest; niemand verklaart nu ridderlijk, dat do afwezigheid' van den heer Kraus op don gang van zaken hoegenaamd geen nadceli- gon invloed gehad heeft cn ook wol voor het vervolg niet hebbon zal, wijl do Mi nister thans allo gelegenheid heeft om zijn begrooting zelf nog in alle onder dooien samen to stollen en zioh van allo daarbij te pas komende aangelegenheden ten vollo op de hoogte te stellen. Het komt mij voor niet ongepast te zijn op do- ze feiten evoia liet licht te laten va1 len, niet enkel om do juistheid van mijn vroo- goro inlichtingen te oonstateeren, maar vooa'al om hot ongemotiveerde van dc venij nig© oppositie nog eens to doen uitko men.'' „Het Contru m" noemt dat victorie kraaien, maar golooft, dat de schrijver be ter gedaan zou hebbon met maar te zwij gen. Dat hij hot abnonnale geval van do reis des ministers in de-zen vorm weer op den voorgrond brengt, getuigt in elk geval niet van fijn gevoel en grooten tact. En den heer Kraus zeiven bewijst bij daarmede alles behalve een dienst. Of is het niet weinig vleiend voor den minister te moeten vernemen, dat zijn af wezigheid op den gang van zaken hoege naamd geen nadeeligen invloed heeft ge had, met andere woorden, dat Z. Exc. best een tijdje gemist kon worden? Werkelijk, aldus vervolgt „Het Centrum" do Haagschc medewerker Onder den titel ..Holland's dierbare vrij heid" bespreekt het „Sociaal Week blad" het vraagstuk der vervroegde win kelsluiting, een onderwerp dat nu ook in Leiden aan de orde van den dag is cn hier reeds een adres-beweging heeft in het le ven geroepen. Daarom verdient hier ook wel aandacht wat het W." zegt. Eerst .woidt een loopje genomen met „H e t H a n- d e 1 s o 1 a d", dat, in een viertal artikelen ido bij den Amsterdamsciien Gemeenteraad ingediende ontwerp verordening heeft ge wogen en te licht bevonden. Enkele con clusies van het Amsterdamsche blad wor den in het ,,S. W." afgeschreven o. a.dat de verordening een ding is geheel in strijd met Hollandsche begrippen van vrijheid en dat, hetgeen de voorstellers van de ver ordening willen, is het „socialisme in zijn uiterste consequentien". Bij do laatste tusschen aanhalingsteckens geplaatste .woorden geeft het „S. W." zijn lezers den welgemeenden raad, Diet te schrikken. De lust tot ironie ontbreekt het blad echter, het vindt de zaak er te treurig voor. „Want is het niet treurig," zoo vraagt het, „dat nog in onzen tegenwoordigen 'tijd men tegen een zoo eenvoudigen en heilzamen maatregel als vervroegde win kelsluiting een zoo heftige oppositie voert? Heb doel, dat de voorstanders der ver ordening zich stellen: verkorting van den wei'ktijd van een gansche klasse der be volking, juicht men algemeen toe; na tuurlijk, hoe kan dat ook anders in onzen tegenwoordigen tijd, waarin iedereen zijn dosis „sociaal gevoel" bezit. Men komt ee.iter met een gansehen berg „principieel© en practisch© bezwaren," Ziet, ik heb veel liever nog te doen mot een lid van een langzaam uitstervend ras, met iemand zonder sociaal gevoel, die het lot van den vierden stand geheel koud laat, dan met iemand met sociaal gevoel, maar die telken maaJ, als men eens uiting wil geven aan dat sociaal gevoel, met een berg principieel© en practischo bezwaren komt aandragen. Want inderdaad, de bezwaren tegen de vervroegde winkelsluiting zijn gezocht. Ib het niet dwaas over d© heilige vrijheid van een winkelier te spreken, die veertien uur of langer per dag in zijn winkel bezig is? Vijjo verkiezing, niet gedwongen door wet of verordening, hoe fraai klinkt datNet alsof alleen wet en verordening ons onze vrijheid ontnemen kunnen, alsof een ty rannies publiek en conciarrentiovrees daar toe niet even goed in staat zijn Het argument der tegenstanders: „Wie harder dan een ander wil werken, moet men daaa-to© de gelegenheid laten; indien de een door zijn ijver vooruit wil komen, mag men hem de gelegenheid daartoe niet ontnomen," woadt vervolgens onder handen genomen. ,,Ook wij gevoelen veel voor deze rede- neei-ing," zoo lezen wij; „maar indien dat harde werken der winkelieors zicb uit in langer hun winkel openhouden en zij daar door toch niet meer winst maken, dan wannc-r zij korter werkten, is het dan niet een dollemansboel, die men onder de leus van de vrijheid bestendigt? Do concurrentie drijft de mensehen steeds verder; houdt do eene winkelier zijn win kel een uur langer open, al spoedig doen het meerderenten slotte allen en dan zijn allen weer even ver, als waar zij vroe ger waren; te zamen meer verkoopen doen zij toch niet, indien het publiek niet ver kiest meer te koopen. Hierin zit het groot© verschil tusschen heb winkelbedrijf en andere bedrijven: of de winkels lang of kort openblijven, de totale verkoop van alle winkeliers zal niet zooveel verschillenhoeveel zij verkoopen, wordt niet door den tijd van openblijven, maar door do behoeften van het publiek bepaald. Daarom juist kan men zoo ge makkelijk bij het winkeliersbedrijf bereiken wat in andere bedrijven voorloopig nog een onmogelijkheid is." De vrees, die sommige winkeliers heb- ben, dat zij er slechter aan toe zullen ko- 30) Tegenover niemand kon hij zijn wan trouwen, zijn twijfel uitspreken, indien hij Ronsberg niet benadeelen wilde. En alhoe wel men met dien geen medelijden behoefde te hebben, naast hem stond Carola. De slag, die hem trof, trof ook haar. Daardoor waren zijn handen gebonden. Het had hem nu echter gocdgcd'aan, dat hij eens tegen over iemand zijn hart had kunnen luchten, en do geruststellende woorden, die me vrouw Blume sprak, kwamen volkomen met zijn eigen karakter overeen. Daardoor oefenden zij een grooter invloed op hem uit dan zijzelf verwacht had. Nu zij dien invloed echter bespeurde, drong zij er bij hem op aan, dat hij mee zou gaan naar Hamburg. Daarom alleen had' zij, zoo verklaarde zij, haar reis uit gesteld tot Zaterdag, opdat hij den daar- opvolgenden Zondag bij hen tot kalmte kon komen en wat kon uitrusten. Het was bo vendien do kleine vermoeienis van de reis wel waard, om dat alles eens met Wernek en Elizabeth le uunne a bespreken. Dit laatste argument lacht© hem het meeste toe. Hij wist hoe goed die twee het met hem meenden en hoe zij bij het geven van L i ï-aad alle gebeurlijkheden in het oog zouden houden. Daarom besloot hij het zichzelven te gunnen den last, al was het voor slechts ccnig© uren, met anderen te deelen. Hij pakte dus zijn koffer voor d© reis en des nachts, toen Carola, nog met een traan in het oog, maar toch met nieuwe hoop in het hart, insluimerde, zat men in de huiskamer van Wernek nog bij elkaar en waren aller gedachten gericht op het jongste kind des huizes, dat zich van hen had losgerukt, om, door het eigen hart misleid, een valscheai schijn na te jagen, dien zij voor een schitterende ster aan den hemel hield, doch die ten slotte zou blijken to zijn een dwaallichtje, dansend boven een moeras. XI. Opnieuw waren weken verloopen. Op den zomer was de herfst gevolgd. Carola schit- terde weer in hernieuwde schoonheid der jeugd en de liefde voor haar kleinen Frans, de vreugde over zijn voorspoedig opgroeien hielpen haar de teleurstelling dragen, dafc haar verwachtingen niet verwezenlijkt wa ren. Neen, de hoop, door mevrouw Blume in haar gewekt, bleef onvervuld. Ook na het vertrek van haai* gast had Ronsberg zich even weinig aan vrouw en kind ge legen laten zijn. Hij scheen er zelfs geen oogenblik aan te denken, dat die ook ze kere rechten op hem hadden. Nu weer werd zijn tijd in beslag genomen door de genoegens van den herfst, jacht, wedrennen en dergelijke, zoodat hij vaak in dagen geen uur tijd had om eens naar vrouw en kind om te zien. Do kamers, die hij naast zijn kantoor voor zich had laten inrichten, had hij ook na het vertrek van mevrouw Blume aangehouden en eerst in den herfst, nu het koudere jaargetijde hem het gemis van verschillende zaken, die hij thuis vond, liet gevoelen, besloot hij op nieuw t© verhuizen. In een kamer, zoo ver mogelijk van zijn vertrekken verwijderd, had Carola haar kindje ingekwartierd, ©n daar zij zich niet van hem scheiden wilde, leefden do beide echtelieden wel onder één dak, maar ove rigens toch even ver van elkaar verwijderd als zij volgens hom karakter in werkelijk heid waren, En toch zou het Ronsberg weinig moeite gekost hebben, dit hart, dat hem zoo hartstochtelijk had liefgohad, te heroveren. Indien hij slechts getoond had haar nog lief te hebben, dan was dit vol doende geweest haar alles to doen vergeten wat zij door hem gilxlen had. Zelfs nu waren er ©ogenblikken, vooral wanneer zij haar kind op haar schoot had, waarin zij zich vooi-spiegelde, dat het nog eenmaal anders zou kunnen worden. Het was im mers onmogelijk, dat hij zich voortdurend het geluk zou ontzeggen, dat hun was ge schonken. Haar kind was nu al meer dan twee maanden; het groeide zoo voorspoedig als men slechts wenschen kon. Carola was er van overtuigd, dat hij haar reeds ken de, dat hij haar onderscheidde van een ander, en zij begreep ook volkomen do en kele klanken, die nia en dan uit het kleine, lieve mondje kwamen. Nu on dan, wanneer da moederweelde haar te machtig .werd, vergat zij, dat Eugen niet de minste belangstelling in zijn kind toonde; dan bracht zij het hem, in do vaste overtuiging, dat het kleine, rozige poppetje, met de schitterende oogjes en de zijdeachtige haarlokjes, stormendea-hand zijn liefde zou veroveren. Maar ofschoon hij niet meer dien afkeer toonde, als in het beginL zeker was het vaderlijk gevoel nog weinig in hem ontwikkeld, want nooit vroeg hij naar den kleine, of kwam bij eens naar hom kijken, zoodat Carola steeds zeldzamer een proef nam om op zijn ge voel in te werken. Een zeer regelmatig bezoeker van dc kin derkamer was) kapelmeester Fabel gewor den. Hij kwam altijd de achtertrap op, om zoo onbemerkt in het heiligdom van Ca rola een uurtje door te brengen, cn terwijl hij naast dc wieg van het kind zat, bab belde hij wat met de moeder. Hij was cr echter tegen, dat zij hem weer eens, zooals zij vroeger wel gedaan had, kwam opzoe ken, ja hij verzette cr zich met kracht te gen, toen zij lust toonde om eens te onder zoeken of er voldoende voor hem gezorgd werd. Evenzoo scheen hij angst te hebben Ronsberg to ontmoeten en vóór hij weg ging, luisterde hij steeds oplettend, of hij ongezien de gang zou kunnen doorgaan. Carola kende die menschenschuwheid nog van vroeger en dus vond zij cr niets vreemds in, dat deze zich op zoo'n bijzon dere .wijze uitte. Er was nu echter nog een vermeerdering van Fransjes hofhouding in het zicht. Thea, wier verblijf in Zwitserland langer had geduurd dan men oorspronkelijk dacht, had geschreven, dat zij thuis zou komen, en de jonge vrouw zag met vreugde den terugkeer van haar vriendin te gernoet. Door de briefwisseling was Thea haar nog nader gekomen. Haar hartelijke belang stelling, haar medeleven met Carola's lot, had deze vaak weldadig aangedaan. Heer lijk vond zij het vooruitzicht binnenkort weer met haar samen te zijn, haar geluk over Fransje mot haar te deelen, te genie ten van haar opwekkend gezelschap cn dor „N. C r o n. C t." had wel wat ku schei in zijn uitdrukkingen kunnen zijn 1 Te meer, daar gedurende de afwezigheid van den minister toch wel liet een on an der is voorgevallen, wat onder het departe ment van Waterstaat ressorteerde. Do vraag, of de heer Kraus tijdig terug zou komen om' zelf zijn begrooting voor het volgend jaar gereed te maken, was trouwens niet do eenige, zelfs niet do voornaamst© grief tegen do ministerieel© excursie. De Haagsche chroniqueur schijnt dl'; niet meer te weten, en wij moeten dus zijn ge- heugen wel oven opfrisschcn. Wat rneaa vooral afkeurde was, dat een raadsman der Kroon tijdelijk in vreemden dienst overging, dat hij zijn portefeuillo aan een aaader „in bewaring" gaf, om ginds in ceil ander land een gesalar'-eerdo betrekking te vervullen. Men achtte dit cn terecht een be denkelijk precedeaat cn niet in ovoi eenstem ming mot de ministerieel© waardigheid. Of de reis iets langer of kort-or zou du ren, was een ovei*weging, die daarbij slechts in de tweede plaats gold. Dit werd ook ter Linkerzijde zeer goed gevoeld En do Haagsche chroniqueur der „NT Gr, Crt." toont dan ook door zijn onhandig geschrijf, dat hij van do heelo zaak al bitter weinig begrepen heeft. De verdediger van minister Kraus heeft een goede gelegenheid laten voorbijgaan omzijn mond te houden 1 In een polemiekj© met „Hot Volk' maakt „De N o d o r 1 a nd e r" de vol gendo opmerkingen: „Nader is gebleken, dat do motie, in do Rotterdamsche afdeeling van den Bond va: Nederlandscho ouderwijzers voorgesteld, waarvan wij onder bovenstaand opschrift gewag maakten, niet door de afdceLing is aangenomen. Een foutief bericht in „Het Volk" het blad hóeft do vergissing reeds hersteld had ons op een dwaalspoor gebracht. De iaaotic is door 21 leden voorgesteld, maar met groot© oioccrderheid besloot de vergadering, op voorstel van het bestuuur, zo niet in behandeling te nemen. Wij verheugen ons hierover zeer, en „H e t V o 1 k" speelt al te zeer do rol van den waard, dio ziju gasten ak zich zelf vertrouwt, wanneer hot meent, dat dit verbeterd bericht ons leed zal doen. Niet wij volgen do tactiek om datgene, wat wij bestrijden, gaarao zoo slecht mo gelijk tc hebben, opdat wij er munt voor onze stellingen uit kunnen slaan. Niet wij hunkeren naar het zien van boosheid, opdat daaruit het o. i. goede voorkomt. Niet wij wrijven ons do handen van genoege i bij het aanschouwen van ontaarding, dio koren op onzen molen is. Dit laten wij aan de sociaal- democratie over, met uame aan „Het Volk", dat baadt in wellust bij elke bank, dio springt; bij mijnrampen als te Courrièros; bij vleeschschandalen als in Amerika, cn welks politiek een droevig be lang heeft bij alle menschel ijko zon do eu ellendo." Do lieer K. Rcyno. lid van dc Tweede Ka mer, bespreekt in „Hot Vaderland'* do instelling der Staatso ommissie tot opdorzook Van don e'e-on*©- raisohon toestand dor land bouwers en der landarbeiders. Hij keurt het af, dat het onderzoek zich niet zal bepalen tot de landarbeiders, maar dat, met terzijdestelling van dc onver werkte vruchten dor vroegere onquête, het gansche gebied van den landbouw binnen hot werkterrein wordt betrokken, v, aarvan het gevolg zal zijn, dat er tijden cn tijden zullen voorbijgaan, alvorens meia iets zal bespeuren van de arbeidsvruchtcn der inge stelde commissie. Naast dezen misgreep noemt de heer Roy- no ook do samenstelling der commissie een misgreep. Het geldt hier een onderzoek naar de sociaal-economische verschijnselen van het landbouwlevcn, cn nu zitten wel knappe technici, maar geen sociaal-econo men in de commissie cn die zijn toch in ons land aahwezig. zich door wisseling van gedachten op to laten voeren naar de reine sferen der kunst. .rWel is waar dacht zij aan do donkere wolk, die zich indertijd tusschen haar cn Thea had geschovenmaar zij dacht cr nu anders over dan toen. Het was natuurlijk de schuld van hoar lichamelijke ongesteld heid geweest, dat zij toen het mooie meis je met nijd had gadegeslagen cn daardoor dc woede van haar man had opgewekt. Hij wilde haar straffen voor haar jaloezie; haar toonen, dat hij zoo'n voogdijschap niet duldde. Zij zou nu anders zijn; dan zou hij zich zeker ook anders gedragen. Het was toen slechts een scherts geweest, maar nu zou hij dc moeder von zijn kind al was zij er dan niet in geslaagd hem te boeien zeker niet de schande aan doen in haar huis met haar eigen vriendin te flirten. Met het kind op den arm stond zij in blijde stemming voor het raam uit te kijken naar het rijtaaig, dat Thea cn mevrouw Rübert van het station thuis zou brengen, maar haar goede voornemens werden reeds dadelijk op een zware proof gesteld, toen als derde Eugen uitsatpte. Hij, dio anders nooit het kleinste pakje droeg, belastte z;ch nu met do geheclo handbagage en volgde daarmee do oude dame in haar woning, terwijl Thea, geheel vervuld van de vreugd© van het weerzien, op Carola tesneldc, dort bouquet, wolken zij in do hand hield, op den eersten den besten stoel neergoq'ido en haar en haar kind 1 eer op keer in d© armen sloot.. (Wordt vervolgd.),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 5