Ni 14217 Saterdag 30 Juni, A®. 1906. (gourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit VIER Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. In de Stedelijke Werkinrichting. FEUILLETON. U© ggeslotoft LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT! Vaoi Lddn po mt 9 Oentii pu S mundea t f L10, Bulten Lelden, pa loopei en nu agentes gereitigd rijn J 1.30. Prance pej poel L65. PRIJS DER ADYERTENTIENi Van 16 regels /"L06. Iedere regol meer /0.17J. Grooter® letters n&&r plaatsruimte. Kleine advertentiën ran 30 woorden 40 Gents oontant j olk tiental woorden meer 10 Gents.-Voor hot boasaeeren wordt/"0.05 berekend. Oplaten van vliegers. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien art. 35bis der Verordening op do Stnaatpoliti© van den lsten April 1897 (Gemeenteblad No. 6) lar stelijk gewij zigd bij de verordening van den 7den Juni 1908 (Gemeenteblad No. 24), luidende: ,,Heü is verboden op den openbaren weg elders vliegers op to laten, dan op p1 nat ion, door Burgemeester en Wethouders daartoe aangewezen." Brengen ter algemeen© kennis, dat ala plaatsen, waar het, mot uitzondering van andere, geoorloofd zal zijn op den open baren weg vliegers op to laten, zijn aan gewezen: de Nieuwe Beestenmarkt, de Lammer markt, do Haarlemmer weg tussohen do Raaii.stra.at en den Spoorweg, het Galgcwa- ter zijde Noordeinde, do Kronensteinkado en do Roodenburgerstraat, doRijndijkstiaat, liet Utrechlsch Jaagpad, de Zuidsingel, do Minnebroeregracht, do Kijfgraeht en de Havenkade van de Kijfgraeht tot het einde. Burgemeester en Wethouders voornoemd, HE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris, Leiden, 28 Juni 1906. Hoogere Burgerschool voor Meisjes. Burgemeester cn Wethouders van Leidon, Gezien artikel 20 der Verordening van 'den 7den Mei 1890 (Gemeenteblad No. 5); Brengen ter algemcene kennis, dat het eerste toelatingsexamen voor de Hoogere Burgerschool voor Meisjes dit jaar zal aan- yangen op Donderdag 12 Juli a-s., des voor middags te 9 uren> in het sohoolgebouw aan de Garenmarkt. Burgemeester en Wethouders vöo-aoomd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 9 Juni 1906. Hoogere Burgerschool voor Jougeus. Burgemeester cn Wethouders van Leidon, Gezien artikel 20 der Verordening van den 3den September 1895 (Gemeenteblad No. 6); Brengen ter algemeen© kennis, dat hot eerste toelatingsexamen voor de Hoogere Burgerschool voor Jongens dit jaar zal plaats hebben op Dinsdag 10 Juli a.s. en de drie volgende dagen en het tweede op 3, 4 en 5 September a.s., in het schoolgebouw aan d© Picterskerkgracht aldaar. Burgemeester ©n Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. (Leiden, 9 Juni 1906. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gelet op do artt. 12 en 37 der Drank wet; Brengen ter algemeen© kennis, dat door M. SIRAG, wonende te Leiden een ver zoekschrift is ingediend om' verlof voov den verkoop van alcoholvrijen drank, voor go bruik ter plaatse van verkoop, in het per ceel Oranjegracht No. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. ^VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 30 Juni 1906. Over con curieus achteraf pleintje, met merkwaardig ouden met gras begroeiden muur, (overblijfsels van de „Onze Lieve Vrouwekerk") langs e-. n. straatje waar middenin een geit aan een touw blèrt, komen we aan do bescheiden blauwe deur poort, waar met witte letters boogsgewijs op 6taat: „Stedelijke Werkinrichting''. W© bellen aan en worden onmiddellijk opengedaan d~ .r een witgekielden portier, die o?n den hoek op wacht blijkt to zit ten, gaan lar^s «.'c keukens, waar een reuk van ^©smolten rundvet uitgeurt en treden het gebow binnen. Een gunstig verschijnsel is, dat, waar in d© oprichtingsjaren, toen Leiden van be delaars overstroomd was, d© nirichting een achthonderd mannen en vrouwen her bergde, successievelijk dat aantal tot honderd des winters c:i een zeventigtal des zomers is afgedaald. Nu vindt men, daar de Leidsch© fa brieken alle goed© werkkrachten opslor pen, hier alleen, lied ouden van dagen cn mannen en vrouwen, die om een of an dere reden niet gosch^-t zijn elders hun kostje op te halen. Ge-n werkeloozen als vroeger. In de groote mannenzaal, belangwek kend doordat Boerhaave hier vroeger zijn colleges gar, wordt nu college gehouden in het koffioboonen schiften; een paar mannetjes^ geestelijk schaar^ bedeeld, wicn dat inderdaad te hoog gaat, houden zioh met tor pluizen onledig. Maar de ijver en do toewijding, waarmee naar do Europeescho vermaardheid geluisterd werd, kan niet grooter geweest zijn dan waarmee hier woiüt geSboonenschifb"' en „getouwpluisd." De (meest •ul-teenloopende ty'pen zitten o>m de lange tafel geschaard: 'n enkele jonge man, één, een opperman, die door de werkstaking der timmerlui zijn congé kreeg; maar meest ouwe mannetjes, door hun ongegeneerde lange grijze lokken iets professoraals omdragend, die over den afgegleden bril liera voor ccn ooger-hlik de boonen boonen laten en de bezoekers met een aandacht monsteren alsof het boonen waren, om dan weer ijverig met vlugge handbeweging door te gaan met grabbelen. Of er in dit gezelschap weinig geboren causeurs zijn, of alle stof door een langdu rig samenzijn al behandeld is en men el- kaars opinie al te goed van nabij kent, dan wel of de praatbronnen gaan verdrogen mot den ouderdom, conversatie is hier niet. En zoo kan het in deze heele groote zaal met de zoo geruischlooze bezigheid eigen aardig stil zijn en als men de rij ern stige, in zichzelf gokccrdo oude-mannetjes- koppen langs kijkt, gaat men het in Boer- baave's vertrek zelfs drukkend' vinden. Ho© heel anders is hot in het vrouwen verblijf! Gekakel, gelach of geznng hoort men al bij hot naderen. Stilte heersolit hier nooit, wel oplevingen van tempera- men^ waar de directeur soms aan te pas moet komen. Di© kan er staat op maken dat, „als ter wat is", „hot bij de vrouwen is." Maar, dit moet ook gezegd, als ze goed met mekander zijn, geen vuiltje aan do lucht, dan is het hier gezelliger. Hier ziet men nog is een koffiepot, hier hebben allen wat lo vertollen, of altijd één wat te vertellen. De botsingen komen dan ook alleen, houd ik er voor, als er nieta praat-baars meer is. Maar als er geen kijk op binnenlandsche verdeeldheid is, paix en vree regecreu cu de Mumming bijzonder geanimeerd wordt, dan raakt di© meestal vlot cn heft jong en oud eenstemmig een gezang aan. Te midden ven kleine kibbelarijen, waarvan zo dikwijl3 d© onschuldige oor zaken zijn te midden van zakken boonen, waarvan ze af mogen blijven, met niets om zich mee bozig te houden dan met hun eigen tevredenheid, scharrelden hier een paar kindertjes rond, arme, beklagens waardigo stumperds. Eén kindje was ziek Do moeder had het in haar arm, terwijl zo met de andere hand doorging met boo nen schiften (want men kan wel een ziek kind hebben, maai géén tijd om zich er mee to bemoeien). Over het andere kleintje ontfermt zioh do heelo vergadering, zich om beurten moederrechten en moeder plichten toccigenend en af en toe de moe derweelde door 't tttumperd op hour schoot 's aan to halen. We begaven ons nu naar boven, In een groote zaal, vroeger door tien tallen gebruikt, vindt men nu in diep© stilt©, een eenzamen tabakswerker en een ©ven eenzamen mattcnvlochteiv Met hun tweeën werken zo hier dag in dag uit, do een© tabaksblaren rispend van de stelen, de ander© gevlochten kokosdraden verwer kend tot rouzenmatten, zooals men ze hior in do scholen ziet liggen. Levendiger gaat het toe in do zaal waar de wovers aan het werk zijn. Do wie len snorren, de weefgetouwen kraken. Hier werken ook vader en moeder van het kind dat beneden was. Bij hen is een ander vijfjarig, 'n idiootje, dat niet grooter is dan een éénjarige, 't zit in een hobbel paardje, hobbelt met do energi© van een door 'n idee fixo bezetene, mischien ook door d© aldoor draaiend© wielen om hem heen, tot zenuwachtig© navolging opge wekt. Soms ook gaat hij slapen in de groote zaal er naast, waar een afgekapt bovenstuk van een wagen hem tot wiegje dient. Maar meest klaagt hij, al paardrij dend, zaoht huilend, zijn kinderleed uit, do knagingen, di© in zijn idiot© hersentjes woelen, al het wee dat hem verteert, wio zal het zeggen, en met iederen dag dien hij daar slijt wordt hij lichter, blceker, maar rijdt op het paardje aldoor op en neor, mee met do wielen die snorren, met do treeplanken die wippen, als een er bij tolioorendo beweging, voortgedreven door onbegrijpelijke energie, door onbegrijpelij ke physieko kracht o-k. In deze omgeving werken vader, moeder en kind van 's ochtends acht tot 's avonds zeven. Te hopen is 't dat het kindje gauw het werk zal gaan staken om deze zaal, waar alles beweegt en rumoert, in te wisselen voor rust en groen, weelde-artikelen die hij bij zijn leven niet heeft gekend. Er was dien ochtend iets buitengewoons op do zaal. Brammetje, een tachtigjarige, was gisteren ziek geweest, dc dokter was er Aan te pas gekomen cn had gezegd, dat hij naai" het Ziekenhuis toe moest, maar toen liet ziekenwAgentje voorkwam, hal hij cr niet in gewild cn den volgenden mengen stond hij voor het huis". „Nou meneer, hoe vin u 't van Bramme tje?" werd den directeur gevraagd. ,,'n Kraan van 'n vent I" zei do direc teur. „Maar waarom wilde je toch niet, Bram metje 1" vroeg ik. En de kleine oogjes vec-lbeteokenqnd naar me toedraaiend met nadruk: ,,"k Heb der mijn vader en een nichic gehad, maar dio wazze gauw weg. En bovendien l»en 'k opperbest, alleen kon 'k gistermorgen in cone nie meer loopen en zoo licht wor ik tel kens in me hoof, maar anders ben 'k best 1" en ineens met een schor stemmetje en ccnigszins komieke branie: „wat mol te ze in 't huis met een gezonde kcrivl doen?" En 11a een paar keer zijn spoel heen en weer gegooid te hebben: „maar 't is toch niet mooi, dat me vrouw zei, da'k meneigo ziek hiel. Een tweede vrouw is 'n groot verschil bij 'n eerste", voegde bij cr philosophisch aan toe: „dezo vin mijn to oud „Gisteren lee die in de koors en ze riep maar aldoor: „vooruit naAr het huis; viel een zaaldame hem bij. „Ja, ze is nie goed voor mijn." zei Brammetje plechtig, „cn ik heb zoo'n goeie eerste in hot graf. Drie kaste haddj me, één hang, één kleere en nog één en een kleed oppo vloer." Maar niet lang bleef hij bij dezen ge lukkigen tijd staan cn nvet zijn ooi ijk ge zichtje, oogenknippend, bluft© hij: „der waaz© wel duizend mens© op de Brec- straat toen 'k trouwde met m'u tweede, verleden jaar." „En hoo oud wag je bruidje?" „Zes en zestig, meneer!" „Nou, maar ie hèt plesder van z'n biuid- je," spot-siste do buurvrouw, die zelf geloof ik, 't ouwe baasj© nog wol had willen heb ben. Een witgekield ouwetje, 'n tijdgenoot, stond af on too goedig al deze kroniek to bevestigen. Dat was de meesterkneeb een taai© eon en tachtiger, die hier al een der tig jaren is. Met een vergrootglas en aller stevigste fok, houdt hij zijn administratie bij on die is, dat moet gezegd, allerkeurigst in orde. Verleden jaar heeft hij ccn engo- luk gehad, waardoor zijn „gezicht cr niet op is verbeterd. „Ik liep naar huis." ver telde hij, „en ik liep regelrecht de TTccrc- gracht in, in eene finaal der onder, geluk kig da 'k nog een beetje zwemmen kon, want 't was op verdrinken af. 'k Hal net een nieuw© pet op en weg; dat moet dan net zoo ongelukkig treffen! En me gezicht is na di© tijd ook minder, 't licht i:< der uit geslago „Dug do ouderdom heeft er nieti mee to maken?" „Kan u denken, geen sprake van „Je Iveb zeker al een heel nageslacht?" „Oppe kleinkindors kan ik netuurlijk geen oog houen, maai* vijf kinders heb ik, of vier lievor, want één is der dood, r.j) ik heb een hecle beste vrouw gehad „Ja, zei de directeur, „oen knappe, net to vrouw heeft i© gehad." Nu, netjes zag hij er nóg uit, en, zoo als ik al zei, zijn boekhouding van netto regel matige lettere en rondo, ordelijk© ij fors is om een puntje aan te zuigen voor menig- eon, die de helft of het vierde van zijn leeftijd telt. W© passeerden nog een wever, die maar het gebruik van één voet heeft cn met da hem resteerende, beide treeplanken bedicut., We doorliepen het gebouw, doorliepen ook in gedacht© do geschiedenis van dit oudo huis, dat in don loop der ccuwon tot allerlei vcischillendo doeleinden heeft ge diend. Oorspronkelijk klooster, (in 1159 waarschijnlijk reeds), later Pest- en dolhuis daarna Sts-Cecilia-gasthuis cn nu sinda 1852 geopend voor Leidsche wcrkoloozen,. dio hier al werkende hun kostj© verdiener» en dit in den moest letterlijken zin, want ze krijgen er den kost en naar gelang van productiviteit een heel gering loon, zoodat ccn betrekkelijk kleine gemeentolijko bij drage maar noodig is om al dezo werk-' krachten, dio werken willen, maar dikwijl» niet gevraagd worden op de arbeidsmarkt, toch in staat te stellen hun nederig arbeid zaam rolletje to spelen. Een nuttigo uitste kend mcnschliovcndo stichting die Stedelijk© Werkinrichting." Leiden, 30 Juni. De hoor H. Ringcrsma, ondenv ijzer aan de Chr. School t© Oenkerk, heeft zijn benoeming tot onderwijzer aan do Chr. School P ie te rekerk gracht alhier, aangeno men. Benoemd is tot hoofd der Christelijke school to Leimuiden dc heer R. A. den Ouden, t© Rotterdam. Do Commissaris cler Koningin in do provincie Zuid-Holland lieeft benoemd tot lid van de Gezondheidscommissie te Alfcn, wiens Aftreding volgens den rooster zal plaats hebben op 1 Juli 1907, don lieer P. de Graaf, arts t© Alfcn; aangewezen tot voorzitter van de Gezondlieidscommissio to Alfcn het lid dr. A. G. Metzlar, te Satsen- heim. Aan den Gemeenteraad van Amster dam is een adres gezonden, voorzien van 1536 handteekeningen, uitsluitend van win- kelieT9, waarin den Raad verzocht wordt d© concept-verordeningen op het sluitings uur van winkels cn magazijnen spoedig in behandeling to nemen, opdat zij nog inct het aanstaande stille seizoen in werking kunnen tredo-r en hot sluitingsuur voor allo werkdagen op 9 uren to bepalen, uit gezonderd des Zaterdags. Een twaalftal onderwijzeressen t© lthenen hebben aan do Koningin verzoekt haar goedke ring te onthouden aan heb Raadsbesluit, waarbij aan onderwijzeres- sen do verplichting wordt opgelegd om ontslag te vragen op den dag van haar huwelijk. Als het ,,N. v. d. D." goed is inge licht, zal het beeld op den Dam to Am sterdam bezwijken voor do sinds jaien er tegen gevoerde oppositie, in den lnat- ten tijd gesteund door kennelijko ouder domsgebreken. De Maagd zou door een bronzen statuette worden vervangen. Gistermiddag kwainon 10 officieren van het huzarenregimont uit Crcfold t© Knldcn- kirchen aan, onder bevel van luitenant- kolonel v. Storck. Zij werden aan d© gron» ontvangen door kolono] Westenberg, com- 26) Op het oogenblik had zij echter geen reden zich iets te ontzeggen. Hij leek een geheel ander mensch, steods even vriendelijk en huiselijker dan hij ooit in do tweo jaar van hun huwelijk geweest was. Bij dit eer ste uitstapje had Thea verklaard, dat zij zoo'n ritje verrukkelijk vond. Daarom kwam in het vervolg bijna iederen dag de equi page voor en doordien Ronsberg verzekerde, dat d© dokter deze ontspanning niet alleen aan Carola toestond, maar haar zelfs voor geschreven had, sprak het vanzelf, dat haar vriendin Thea haar vergezelde. Meestal schikt© het zich echtor zoo, dat Ronsberg ook van d© partij was, Was hij echter een enkelo maal door „arbeid" verhinderd, dan kwam hij geregeld slechts enkelo minuten na het rijtuig op zijn volbloedpaard aan het 'doel van den rit. Heerlijko uren volgden dan in do frissohe buiteniuchb en op den terugrit reed hij| naast het rijtuig en onderhield hij zich le vendig met do dames. De klein© oplettendheden, dio hij voor haar over had, verdeelde hij eerlijk tusschen beiden. Evenals voor zijn vrouw lag ook voor Thea iederen keer een ruikertje op haar zitplaats en Carola kon er verzekerd yan zijn, dat geen van haai- wenschcn on vervuld bleef. Toch bemerkte zij spoedig, dat hier ver andering in kwam. Het gesprek v erd in hoofdzaak gevoerd door Eugen en Thea. Het eerst luisterde hij naar hetgeen Thea zei, haar voorstellen volgde hij op en haar genoegen te doen was zijn eenig streven. Hij veronachtzaamde zijn vrouw wel niet, zooals hij het de laatste maanden gedaan had, maar hij hield zich slechts voor den vorm' mot haar bezig, terwijl zijn blikken en zijn belangstelling Thea golden. Soms bewonderd© hij openlijk haar schoonheid en sedert hij wiet, dat „Thea" een verkor ting was van „Therese", veranderd© hij dezen naam in „theeroos". Deze bloem werd van nu aan zijn lievelingsbloem en steeds droeg hij er een in het knoopsgat. In hot begin had Carola om' dit spel gelachen; nu begon het haar te vervelen. Voor haar nam hij de bouquetten van tafel, voor Thea wer den zo besteld. Soms waren er moeilijk theerozen te krijgen; dan gaf hij de bood schap, dat hij etr op stond z© t© hebben. Bijna met een gevoel van afgunst zag Carola ho© Thea overal de aandacht trok en dit was nog sterker, wanneer zij zich in gezelschap van Ronsberg vertoonde. Het viel niet te loochenen, dat zij eenigszins op elkaar geleken. Dezelfde slank© gestalte, dezelfde trotsche houding on hetzelfde donkerblonde, dichte golvende haar. Aller oogen waren steeds op het paar gericht. Overal hoorde men fluisteren en vragen, waardoor do ijdelhcid van Ronsberg ge streeld werd, terwijl Carola's ontstemming toenam, wanneer zij zag, met hoeveel ge noegen hij zich die bewondering liet wel gevallen. Het vorige jaar had men haar zoo nagekeken en de trots, die toen op Eugen's gelaat lag, gold zijn mooie vrouw, die nu met liaar bleeke wangen en haar moede oogen slechts dienst deed om do schoonheid der andere nog meer te doeD uitkomen. Zij verweet zichzelf dez© klein geestigheid en streed met kracht togen do jaloezie, zonder dez© echter te overwinnen. Haar gelukkige stemming, veroorzaakt door zijn vriendelijkheid, was geheel ver dwenen. Scherp luisterde zij naar ieder woord, lette zij op iederen blik, dien de. twee mot elkaar wisselde^ en vaak beefde zij van drift. En in het eerst had rij het nog wel pret tig gevonden, dat Eugen gaarne in Thea s gezelschap was, zoodat haar aanwezigheid hem m'cer thuis hieldMet welk een vreug de had zij niet die uitstapjes begroet, waar in hij plotseling weer lust had 1 Het maakt© haai' gelukkig, dat zij haar vriendin, die zooveel moest ontberen, van dat alles kon doen genieten. Nu was haar genoegen ech ter vergald. Zonder morren' zou zij weer teruggekeerd zijn tot haar vroegere een zaamheid, indien zij daardoor slechts had kunnen bereiken, dat Eugen en Thea ©lkaar niet meer ontmoetten. Maar de zoraerva- cantie was begonnen, waardoor Thea meer vrij had, cn iederen dag verzon Ronsberg een ander pretje, waarmee hij zijn vrouw en haar vriendin verraste, echter zonder zich in het minst t© hekommeren om de wenschen ran zijn vrouw, of haar ooit te vragen of zij er wel lust in had. Indien zij het waagde or slechts even op te zin spelen, dat zij zich niet sterk genoeg ge voelde, trok zijn voorhoofd in de somber ste rimpels samon, en uit vrees haar ge moedsstemming te verraden, zweeg zij. Maar zij ergerde zich aan do vroolijklicid van haar levenslustige vriendin, en haar jubelend lachen, waarmede hij st®eds ir- sternde, deed haar pijn. Dag cn nacht dacht zij er over na, ho© zij hierin verandering kou breng©-, zonder Thea te verliezen. Eindelijk greep zij naar het minst geschikte middel, doordien zij zich aanbood alleen met Thea uit rijden t© gaan, opdat hij niet to veel uit zijn work gehaald word. Tot voor eenige weken had hij, wanneer zij eens haar verlangen naar de een of an dere verstrooiing uitsprak, slechts één antwoord gehad: „Ik heb geen tijd;'' nu vond hij haar voorstel verbazend grappig en maakt© hij aardigheden over liaar „tcc- dere zorgen". Ook een poging, om haar uitnoodigingen aan Thea te beperken, had slechts tot ge volg, dat zij tot de ontdekking kwam, dat haar man er niet tegen op zag zelf <ie vier steile trappen naar liaar woning op tc klim men, wanneer zijn vrouw een boodschap voor haar vriendin had. Natuurlijk diende dit slechts om haar jaloezie te vermeerde ren. Moest zij zich zonder eenig verzet zijn hart laten ontrooven'? Moest zij geduldig toekijken, terwijl een ander meer en meer daarin de plaats veroverde, dio liaar toe behoorde? Waar was haar moed gebleven, dio haar eens deed' zeggen: „Yoor een ge sloten poort blijf ik niet staan; zij moet open Zij had haar geluk zelf moeten ver overen, moest zij het nu zonder strijd la ten verloren gaan. Maar misschien deed zij hem onrecht. Misschien dacht hij in zijn hart aan geen ontrouw cn hield hij zich alleen zoo druk met Thea bezig, om zijn jonge vrouw ccn genoegen te doen cn haar den moeilijken tijd, die komend© was, door to helpen. Sidderend van opwinding zag zij liet rij tuig voorkomen, zag zij Eugen, beladen met bloemen, confituren cn andere vcr- frisschingon, uitstappen cn in stilte zond zij een gebed op, dat liet alleen-zijn met hom baar do vroegere zielerust zou terug geven. Maar, indien zij dit ondanks alles nog gehoopt had, dan werd deze illusio haar spoedig genoog ontnomen. Nauwelijks was hij in dc kamer, of hij 1 keek zoekend rond' cn had voor haar geen ander woord over dan: „Waar is juffrouw Thea?" Zij stamelde zoo iets van een onverwacht te verhindering, van haar wensch om wo- gens haar zwakt© vandaag eens alleen met hem uit rijden to gaan. Hij keek haar verbaasd aan, als ver stond hij haar niet, daarna begreep hij plotseling wat zij zeide en woedend met don voetstampend, stormdo hij zonder, eenig antwoord te geven d'o trap op naar de woning van mevrouw Rübert. Vijf minuten daarna wa3 hij weer beno den. Thea was een kwartier geleden uit gegaan om boodschappen te doen, die zij, zooals hoor grootmoeder zei, zeker wel uit gesteld zou hebben, als zij van dit uitstapje had geweten. Hij schuimbekte van woede en hield zich ook in het minst niet in. Carola deinsde verschrikt terug voor dc driftige uitvallen, waarmede hij haar haar grilligheid cn om- dankbaarheid verweet. Daarna greep zijn hoed cn dreunend de deur in het slot gooiend, rende hij dc straat op. (W«.-rdt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 1