No. 1I2ÖS.
LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 16 JU ft I. - TWEEDE BLAD.
Anno IGOG
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
13© gesl©t©si sfew.
Wij vonden in „De T ij d" volgend ar-
fcikel^ ingezonden door iemand, dien do re
dactie van dat bLad betrouwbaar en ge
loofwaardig acht.
Het handelt over
het landweerkamp.
Do optimistisch© berichten over do tevre
denheid van minister Staal met de oefe
ningen der landweermannetjes eenerzijcfe
en do particuliere mededeelingen, mij an
derzijds verstrekt over de bende, die het
in do kampen is, hebben me bewogen zelf
eens op kondschap uit te gaan. Hot kamp
te Katwijk, gemakkelijk met de stoomtram
van Leiden te bereiken, trok me het mees
te aan. Het is schilderachtig gelegen aan
don duin voet tusschen Katwijk-Binnen en
3e zee. Do witte tenten aJs ik goed ge
leld heb, 10 rijen van 8 tenten, welke ieder
gemiddeld 10 man herbergen levoren
een vroolijkcn aanblik op. De officiers-
tenten staan afzonderlijk, van de overige
gesoheiden door drie houten keukens, ter
wijl het geheel is omringd door geïmpro
viseerde schilderhuisjes.
Toen ik er was, (schrijver bezocht het
kamp een der Pinksterdagen) waren er het
28ste en 32ste landweerhataljon gelogeerd,
terwijl de inwendige dienst en de bewaking
waren toevertrouwd aan hulptroepen van
het 4de regiment, afkomstig uit Leiden,
Delft en Gouda.
Het 28ste en 32ste landweerbataljon be
staat uit mannen van do lichtingen van
'95, "96 en '97, afkomstig uit Den Haag en
omstreken en Leiden en omstreken. De
leeftijd der mannen is dus ongeveer dertig
jaren.
Meer dan naar deze technische bijzonder
heden was ik benieuwd naar
don geest dor manschappen.
Wat ik daaromtrent vernam, lijkt me
geen grond voor optimisme op te levoren.
De discipline ontbreekt bijna geheel en al.
Het is zoo ongeveer als bij de roegere
schutterij. Hoe kan het anders De offi
cieren en het kader hebben weinig over de
mannen te zeggen, het militaire uit de mi-
lioiensjaren is er uit. Toen enkele korpo
raals en onderofficieren van ,,het vierde"
het zaakjo anders wilden aanpakken, wis
ten de mannen den kapitein tot wegzen
ding van dezen te bewegen. Toch gaat het
betrekkelijk goed, omdat de meerderen bun
eigenaardige positie inzien. Bijv., om lialf-
tien des avonds, is het zoogenaamd avond
appèl en moet het kamp in rust zijn. Ja
wel, de vroolijke klanten, die niet al te
moe zijn, hebben nog geen trek in slapen
en zingende troepjes trekken nog lang
daarna door do kampstraten". Ofwel zij
vermaken zich in de tenten Wei i3 er,
naar hot heet, geen sterken drank verkrijg
baar, maar aan emmers bier en potten oude
klare (geen overdrijfing, mijn berichtge
vers lende ik persoonlijk) is geen gebrek.
Ik herhaal, alles wordt oogluikend toe
gelaten en de officieren bemoeien er zich
niet mede. Dat dit nog maar de beste weg
is, bleek Vrijdagavond. Een jong sergeant
van ,,liot vierdo" was wachtcommandant".
Hij zou zijn gezag eens laten gelden en liet
door ,,do wacht" (ook miliciëns) enkele
belhamels inpikken en in voorloopig ar
rest'' brengen. Ook een tcntcommandant
(een korporaal, die in iedere tent heb be
vel voert) werd gesommeerd om' buiten te
verschijnen. Dat was echter den solidairen
waponbi oeders to veel. Zij maakten alarm
en, in minder dan geen tijd, vormden twcc-
driehonderd man om den sergeant een
dreigenden kring, welke op niet zeer par
lementaire wijze den commandant som
meerde zijn gevangenen los te laten.
Doze, hiertoe aanvankelijk niet geneigd,
liet do wacht de geweren laden en zond
boodschappers naar de officieren. Deze
laats ten daagden ecliter niet op cn het
z, g. geweerladen maakten ook geen indruk,
omdat men wist dat het maar een schijn
beweging" was. Patronen waren immers
niet in de fcassohen der mannen aanwezig.
Daar de mannen steeds meer opdrongen,
voldeed de sergeant aan de sommatie cn
liet zijn govangenen loopen. Hiermede
niet voldaan, eischte de bende, dat hij de
betreffende blaadjes uit zijn rapportboekje
zou scheuren on ook hieraan voldeed do
angstige bevelhebber. Ten slotte moest hij
nog r-p zijn eerewoord beloven er geen mel
ding van te maken.
Wat er met zulk een geest van do oefe
ningen terecht komt, laat zich denken. D6
vraag mag dan ook gedaan worden of het
geld niet grootendeels nutteloos besteed
wordt.
De dienst
bestaat uit het herhalen der z- g. handgre
pen en maroheeren. De hooggeroemde
schietoefeningen. Bij de eerste werden op
100 M. staande en geknield telkens 3 pa
tronen verschoten, terwijl bij de tweede
5 patronen op 300 M. liggende werden af
gevuurd. In het geheel dus 11, zegge elf
patronen.
Op Vrijdag werd zoo iets als een
manoeuvre gehouden, welke hierin bestond,
dat de -vijand, die bij Noordwijk ergens
was geland en optrok naar Katwijk, moest
verjaagd worden. De andere helft der troe
pen had natuurlijk de tegenovergestelde
taak. Een ernstige legeroefening kan men
ait inderdaad niet noemen, als men hoort,
hoe het er naar toe ging. Die ik sprak,
wisten dan ook niet eens, hoo heb afgeJoo-
pen was.
Geen wonder, dat de mannetjes er dan
ook een lolletje van maken. Bij die gele
genheid is de Minister in het kamp ge-
wees^ waar hij met veel manschappen heeft
gesproken. Z.Exo. was in generaalsuniform
en zijn grootc gemoedelijkheid maakte een
goeden indruk. Hij zal wel heel wat klach
ten in ontvangst hebben moeten nemen
over
de menage.
Het voedsel was wel van goede kwali
teit, maar de bereiding liet alles te wen-
sohen over. Do soep, die des morgens werd
uitgereikt, was van beter gehalte. Geluk
kig zorgden twee particuliere cantines,
dat er voldoende mondvoorraad was. De
hecren ondernemors zullen zioli zeker over
hun zaken niet beklagen. Of de gemoede
lijk© Katwijkers echter over hun tijdelijke
buren ook zoo goed te spreken zijn, durf
ik betwijfelen. Ik vernam in dat dorp nog
al van baldadigheden, welke evenwel
meer door de vorige kampccronden dan
door die van verleden week moeten bedre
ven zijn. Ten slotte nog een enkel woord
over een m. i.
verkeerden maatregel.
De Minister heeft indertijd de bezwaren
van diegenen der Kamerleden, die waren
tegen het mede naar huis geven der gewe
ien, trachten te ontzenuwen. Het was noo-
dig -voor oventueele „mobilisatie la mi
nute" Of daarop echter wel zooveel kans
bestaat, als op een niet onmogelijk ver
keerd gebruik der schietwapenen, durf ik
betwijfelen. Ik vind bet althans zeer ge
waagd, gezien de ongunstige elementen,
welke er in onze huidige samenleving in
grooten getale voorhanden zijn. Zoo er voor
hen, die op het platteland wonen, mis
schien veel moeite aan verbonden moge
zijn, om hun wapenen eerst aan eenig cen-
traal-magazijn te gaan afhalen, dit be
zwaar bestaat voor stedelingen absoluut
niet. Zoo do Minister dus niet kan beslui
ten, zou ik Z.Exc. toch eerbiedig in over
weging willen geven, dit alsnog wM te
doon voor hen, die in steden of grootere
dorpen wonen.
Afgezien van het feit, dat hot onderhoud
der geweren veel zal to wensclien overla
ten (wel werd den manschappen op het
hart gedrukt, goed voor hun wapen to
zorgen en het op te hangen „tegen een dro
gen houten wand"; maai* komt daar maar
eens om bij den woningtoestand van het
mcerendeel der landweermannen), afgezien
hiervan dus, lijkt er mij een niet te onder
schatten gevaar in gelegen, dat honderden
en honderden der men'schen in onze ste
den zulk een gevaarlijk middel van aanval
en verweer onder hun bereik hebben.
Moge op het platteland do „spuit" mis
schien al eens voor gelegenheidsstroopen
als anderszins worden gebezigd, in onze
groote centna kan zij wel eens voor wat er-
gers dienstig blijken. Ik hoorde verluiden,
pagandisb, dat het personeel van spoor en
tram doe? Hij zegt in slecht Hollandsch,
„dat do productie der Pers voornamelijk
verspreid wordt door Spoor - en Tram
personeel". Dit is onjuist, ter loops gezegd.
Maar wat wil Z.Exc. de propagandist,
dat het personeel nu doen zal? Een werk
staking? Weigering om die slechte lectuur
te vervoeren? Moeten de spoorwegambte
naren voor de verspreiding van Roomsche
bladen zorgen, door ze langs de wagens
te gaan venten Zoo niet, hoe wil „do
drager van het hoogste gezag" dan, dat
conducteurs cn machinisten propaganda
maken voor do Roomsche bladen?
Z.Exc. de propagandist, gouvorneur van
Limburg, moet werkelijk eens ernstig over
wegen, welke do plichten on verantwoor
delijkheid zijn van den vertegenwoordiger
van H. M. aan het hoofd van oen provin-
ciol
„Do Nederlander'' zegt, dat do
gevolgtrekkingen die het „Handols-
blad»v maakt uit do toespraak, sldchtsj
met een groote dosis kwaaddenkendheid
,uit de woorden van den heer Ruys do Bce-
renbrouok kunnen gehaald worden.
„Wanneer een vergadering van spoorweg
personeel een bespreking aan den invloed
der Pers wijdt, cn een dorde heeft daar
een kort woord van belangstelling te spre
ken, wat is dan natuurlijker, dan dat
hij cenig verband zoekt tusschen het be
roep dier mcnschon en het onderwerp der
vergadering on zegt: Gij, die zooveel pers
producten to vervoeren hebt, gij moogt
wel dubbel indachtig zijn aan don plicht,
dien gij evenals anderen hebt om in uw ei
gen kring do verspreiding van goede lec
tuur te bevorderen.
3 t is een onschuldig oratorisch bloemp-
jo. Niemand, die heb met eenvoudig oog
leest, kan het anders opvatten. De zinsne
de: „Welnu, ook gij kunt daaraan mede
werken," zegt ten dezo genoeg. Niet in
hun ambt maar als particulieren worden
do spoorwegmannen opgewekt de lezing
van goede lectuur te bevorderen.
Hoewel het optreden van don Commissa
ris in dezo vergadering althans naar nict-
Limburgscho begrippen, niet va.i beden
king vrij is, geeft het toch allerminst recht
tob zulke onbillijke kwaadsprekerij."
„D e T ij d,' schrijft over deze zaak het
volgende
Vooreerst zij Cpgcmcrkt, dat wij hier te
doen hebben met een verslag on dat het
derhalve allerminst vaststaat, in welke be
woordingen juist jhr. Ruys zijn toehoorders
heeft toegesproken. Twijfel omtrbnt de
volkomen correctheid van het verslag wordt
reeds hierdoor gewekt, dat Z. E. do uit
spraak wordt in den mond'gelegd dat het
spocTwfegpcrreonecl te' zorgen hoeft voor
de verspreiding der kranton-lectuur ter
wijl toch iodereon weet, dat dit do taak
is van den boekhandel en van do kranten
jongens
Maar afgezien daarvan, lijkt ons de gro
ve uitval van het „Hxtfndelsblad'' gehcol
ongomotivcord cn misplaatst. Wanneei
de Commissaris der Koningin in Lipiburg
op katholieken-dagen verschijnt, dan is het,
omdat hij van oordeel is, dat do hoogste
vertog-i.woordiger van het burgerlijk ge
zag in een uitsluitend katholieke provincie
niet buiten de grenzen van dc door zijn
ambt voOrgcsohncven partijdigheid gaat,
door, .waar het pas geeft, er cpcnlijk voor
uit te komen, dat een katholieke bevol
king naar dokath. beginselen moet leven
on handelen, c'vcral en altijd. Zich wel be
wust, dat hij als vertegenwoordiger van hefc
gezag, behalve de stoffelijke, ook de zede
lijke en godsdienstige belangen van die be
volking, voer zoover zijn ambt dit mee
brengt cn toelaat, te bevorderen heeft, kan
jhr. Ruys moeilijk een andere opvatting
van zijn taak hebben
Uit deze opvatting nu vloeit vanzelf
vcOrt, dat Z. E. op een actie-vergadering
van katholieke bondsleden, waar over den
steun der katholieke pers beraadslaagd
wordt, tot zijn toehc'ordcra een bemoedi
gend woord, ten gunste van dit edel stre
ven, richt. Dit mag op een vergadering van
R, K Spoorwegpersoneel oren goed als op
die van onderwijzers <jf landbouwers, juist)
omdat do taak, den spoor wegmannen doon
de Maatschappijen of den Staat opgelegd,
niet is lectuur, welke dan ook, te versprei-,
den.
Ware dit wol het govaJ, dan moest „de
vertegenwoordiger van het hoogste gezag"
ziok neutraal houdennu kan hij, zonde?
partijdig te worden, in don ongunstigen
zin van 't woord, gerust verzekeren, dat
katholieke lectuur voor de Katholieken
„goede" lectuur is en de leden van het
spoorwegpersoneel, die meer dan veel an
deren in staat zijn om de verspreiding van
katholieko bladen in do hand te werken,
aansporen om in die richting te doea wat
ze kunnen.
Wanneer' het R.-K. spoorwegpersoneel
den wenk van Limburgs Gouverneur op
volgt., zal do liberale pers, wat haar ver
spreiding betreft, niet bij de katholieko ten
achter komen te staan, maar alleen iets
inboeten van haar in het oog vallende be
voorrechte positie, die zij dankt aan de
ijverige propaganda van haar talrijk ver
knochte geestverwanten, ook onder het
spoorwegpersoneel.
Wie „praitto" hier „onnadenkend cn on
bezonnen"? Jhr. Ruys blijkbaar niet.
Een inzender in bet „Handola-
b 1 a d" besprak de invoering van den
Middcn-Europde3ch.cn t ij d uit
handolsoogpunt en betoogt de
wcnschelijkhoid met het oog op den o f-
f e.cto nh'an dol, den g o o d r o n-
h a n d o 1, het fabriek sw e-
zencn de algemoono handels
beweging.
Voor don effectenhandel zal een ver
vroegde opening der Beurs geen nadeel
brengen aan handelaren, aangezien aLlo go-
gevons reeds in hun bezit zijn, zolfs, in
dien de aanvang een vol uur vroeger ge
steld werd.
Wat den goederenhandel aangaat, wordt
het voordcel gebaseerd op het feit, dat
onze handel sterk met dien van Duitsch-
land verbonden is.
Voor de fabrieken „zal minder te lotton
zijn op het commcrcieele gedeelte, maar
wel op do vraag, die verband houdt mot
den arbeidsduur en het verbruik van meer
of minder kunstlicht." „Zelfs in don winter
zal men, bij vaak voorkomende gevallen
van kortoren arbeidsduur, een besparing
verkrijgen."
Do algemccno handelsbeweging ton slotte
zal een uur vervroegd .worden, maar tevens
gelegenheid krijgen tot langer werkon, in
dien zulks noodig mooht blijkon te zijn, en
dit laatste is geenszins te verwerpen voor
de expediteurs on hou, die vocV en in do
tabak werken.
Aan vervroegde winkelsluiting kan ge
makkelijker wordon tegemootgekomon, cn
dit veroorlooft den in dit bedrijf werkza-
raon personen langer van de zomeravonden
te genieten.
In den winter daarentegen zal men door
vervroeging van tijd gcon nadeel ondervin
den en zich ook vroeger ter rusto begeven.
Het gebruik van vroegtreinen in aanslui
ting met Duitschland cn België zal gemak
kelijker kunnen geschieden, tot groöt gerief
van het reizend publiek.
Tegenstandster van de ontworpen regeling
toont zich do „Oprechte Haarlem-
soh e C o uran t".
Na herinnerd te hebben, dat dc aardop
pervlakte dotT do 24 meridianen in 24 ge
lijke strooken verdeeld wordt, gaat zij
vetert:
Elko strook heeft haar eigen tijd, cn wel
zoo, dat het daar juist 12 uur op den mid
dag is, als do zon zich in hot midden dor
strook bevindt. De tijd van een uur, dien
de zon noodig heeft cm over een strook
heen te gaan, is dus voor elke strook van
lU tot 12£ uur. Verlaat-do zon een strook
om 12£ uur, dan treedt zij in de volgende
8trc'ok, waar dc klok op datzelfde oogen-
blik lil aanwijst. Op éénzelfde oogenblik
wijzen alle groote wijzers van dc uurwor-
ken over dc gansch© aarde naar dezelfde
4)
Hij werd bepaald handig in het vinden
van allerlei argumenten, die zijn aanwe
zigheid in Friedrichsliagen noodig maak
ten, cn wanneer hij zich dan losgemaakt
had en de breedgekroonde linden zich aan
zijn oog vertoonden of een bloesempjo van
een appelboom hem tegenwoei, dan sloeg
zijn hart plotseling zoo vroolijk cn opge
wekt, als het sinds zijn jeugd niet gedaan
had.
Dan zat men l*j elkaar cn babbelde;
uiterlijk was dat altijd hetzelfde. Maar
hoo heerlijk waren die uren voor heml Ver
geleken bij het stille leven der vrouwen,
was zijn leven rijk aan afwisseling; veel
had hij altijd te vertellen, en wanneer hij
dan Oarola's blikken met zoo groote be
langstelling op zich gericht zag, dan deed
hij zijn best telkens weer wat interessants
te vinden, cm haar te zien meeleven. Zijn
verhouding tot Elizabeth was, zooals die
steeds geweest was zusterlijk, hartelijk.
In het andere werelddeel, waar het gelief
de vaderland zich in haar brieven beli
chaamde, had het hem toegeschenen, dat
zij meer voor hem was. Wellicht wanneer
hij in do eerste uren van het wederzien
aan die gevoelens uitdrukking had kunnen
geven, zouden zij aan kracht gowonnea
hebben. Nu nam hij haar Toewijding en
zorgen voor hem weer aan als iets van-
zelfs sprekend; als iets, waarvan hij zeker
was, cok dan, wanneer het eenig©, waar
mee men zoo iets beloonen kan, ontbreekt.
Zij was het al lang met zichzelf eens
en zoodoende was dan ook de warmere
toon in haar brieven en haar ongekunstel
de vreugde bij het wederzien niet voldoen
de geweest, om in haar cpnieuw een ver
wachting te doen ontstaan, die al lang tot
het verledeno behoorde en die zijzelf nu
ook in het geheel niet meer passend bij
haar leeftijd vond.
Zijn levendige belangstelling in het
ouderlijke huis deed haar innig genoegen,
want voor zijn rijk gemoed vend hij in het
opgewekte, vriendschappelijke familiele
ven genoegdoening, en hem het leven thuis
steeds behaaglijk en prettig te maken, was
haar een zeldzaam genot.
Dat Carola de magneet was, die hem
aantrok, zag zij zeer wel, zonder toch zui
ver dit gevoel te kunnen analyseeren. Zij
was zijn beschermeling, wie jaren lang zijn
werken on inspanning gegolden hadden.
Was het niet natuurlijk, dat hij zich aan
haar ontwikkeling, haar groot-worden ge
legen liet zijn, cn dat de toovemacht van
dit bloeiende mcnschonleven ook hem aan
trok
De omgang tusschen voogd en pupil was
spoedig weer als vroeger. Zij lachten,
maakten gekheid en phile'sopheordon met
elkaar, al naarmate Carola er zin in had.
Zij vertelde hem precies wat zij in zijn af
wezigheid gedacht en gedaan had. Zij
vertrouwde hem haar wensclien en ver
wachtingen toe, vroeg naar zijn meening
over elk boek, dat zij las, en vroeg uit
leg, wanneer zij iets niet begreep. En dat
alles deed zij zoo onbevangen, als meende
zij, dat zij het tegenover hem haar Teven
lang zou kunnen doen.
dat passende patronen in den handel ver
krijgbaar zijn, maar al was dit niet het
geval, wio zal beletten ze voor oventueele
gevallen te doen aanmaken?
Ernstige overweging lijkt n«© alsnog niet
overbodig.
Resumeerende,
geloof ik, dat het resultaat der landweer-
oefeningen niet van dien aard zal zijn, als
optimistische militairiston er zich mis
schien van hebben voorgestelddat do mi
litaire geest al even ver zeek is bij de
landweer als indertijd bij dc schutterij; dat
aan do discipline veel ontbreekt; dat l.et
geld voor eeu deel vrijwel nutteloos werdt
besteed; dat ten slotto de thuishangci.da
geweren een niet te onderschatten gevaar,
zeker, althans voor dc stedelingen ten
overbodige weelde zijn. Mijn onderviuJing,
misschien nog aan te willen mot die van
anderen, kan wellicht bij dc bohande'ing
der noodig© kredieten tc pas komen
Nu „De T ij d" tot openbaarmaking van
zijn bevindingen omtrent de landweer over
ging, wil het „Utr echts ch Dag
blad" ook niet langer terughouden, wat
het voor eenigen tijd vernam omtrent de
toestanaon in het kampbij Zeist.
Ook wij staan, zegt hot blad, na persoon
lijke ondervraging, voor do betrouwbaarheid
en eerlijkheid onzer bron in.
En wat het blad vernam is ook erg treu
rig.
Hot „Handelsblad' zegt, dat jlir.
mr. G. L. M. H. Ruys do Bccrenbroucfc,
'Commissaris der Koningin in
Limburg, weinig besef toont te
hebben van het zelfbedwang on do
strikfco onpartijdigheid, waar
door een ver begon woordiger van H. M. zich
moet kenmerken.
Op den Limburgschen Katholiekendag te
Echt, heeft hij, volgens „Do Limbur
ger Koerier", het volgende gezegd tot
het 6poor- en tramwegpersoneel:
„Gij, Mijue Heeren, zijt in Echt bijccu
gekomen ter bespreking van een der be
langrijkste punton van den dag, n.l. den
invloed van de Katholieke Pers.
Wanneer ook het R.-K. Secretariaat van
Spoorweg- cn Tramwegpersoneel dit punt
op zijn program heeft gebracht, dan is
zulks van do grootste beteekenis. Do pro
ductie der Pers immers wordt" juist voor
namelijk verspreid door het Spoor- en
Tramwegpersoneel. Wij allen weton en
hooren, dat nagenoeg aan alle stations bla
den als „Nieuwe Rotterdamse lie
Co uran t", „Handolebla d",
„N ieuwe Oouran t", enz. tc koop
wordon aangeboden en dat men daar van
de Katholieke bladen, zooals „Do Tijd",
„Centrum" en andere, weinig of niets
hoort. Van belang is het dus propaganda
te maken voor goede lectuur. Welnu, ook
gij kunfc daaraan medewerken. Laten wij
hopen, dat hefc di© richting uitgaat ©n dat
de verspreiding van Katholieke lectuur in
uw kring bevorderd worde."
De voorzitter had daarna de vergadering
uitgenoodigd om gezamenlijk voor den
drager van het hoogst© gezag in Limburg
het „Wien Ncenlandsch Bloed" aan to hef
fen. En na een driewerf „Leve de gouver
neur!" verwijderde zich do Commissaris.
Hot „Handelsblad" schrijft nu:
Het schijnt ons toe, dat „de drager van
het hoogste gezag in Limburg" onnaden
kend en onbezonnen er maar op los heeft
gepraatwat aan een Commissaris
der Koningin misstaat!
Dat liij bekend maakt hoo er in do sta
tions in Limburg vraag is naar „N i ou
we Rotterdamsche Couran t",
„H a n d e 1 s b 1 a d" en „N ieuwe Cou
ran t", terwijl men er van d© Katholieke
bladen „weinig of niets hoort", kan ons
niet ongevallig rijn... al ligt het niet op het
terrein van „een drager van hot hoogste
gezag" dit bekend te maken.
Maar dat hij het op zich neemt mede tc
deelon, hij, die boven de partijen behoort
te staandat alleen Katholieke bladen
„goede lectuur" zijn cn dat ambtenaren
propaganda moeten maken voor Roomscho
krantendit is een ernstige misgreep
En wat ter wereld wil Z.Exc., de prc-
A1 deed die volkomen toewijding en dat
innige vertrouwen hem weldadig aan, van
tijd tot tijd leed hij er onder. Zag zij dan
in hem alleen een „oom", ook nu nog, nu
rij toch vc'or hem een andere geworden
was? Haar onschuld en reinheid dwongen
hem voortdurend voorzichtig te zijn', tor-
wijl haar bekoorlijkheid hem soms tot lief
kozingen verleidde. En zoo verdween met
den dag meer, hoo hij er (Jok tegen streed,
de vaderlijke toon, waartoe hij zich in den
beginne gedwongen had, en kwam do
„cavalier" voor den dag, die zijn plicht
vervult door een schoone jonge dame van
dienst te rijn.
Maar toch schrok hij, wanneer Elizabeth
bij een vriendelijk woord, dat hij tot Ca
rola zoidc, ophoorde. Dat hij iederen wensch
van haar vervulde, scheen haar billijk. Zij
was een zoo beminnelijk schepseltje, haar
wensclien bleven altijd zoo binnen de be
scheiden grenzen en haar bedelen cm iets
en haar vreugde, wanneer het gebeurde,
waren dan ook onweerstaanbaar. Maar dat
hij, die er steeds op gesteld was geweest
dat zij tegenover hem dien eerbied in het
oog hield, die tegenover den voogd past,
nu ineens den galanten ridder ging uithan
gen, dat was haar onbegrijpelijk.
Zij dacht cr verder maar niet aan en ook
niet aan de conclusie, die zij bij zichzelf wel
eens trok. Zij kon en wilde het niet geloo-
ven, dat hij, die tot dusverre het ideaal van
rijn jeugd zoo trouw bewaard had, die bijna
fanatiek de herinnering aan de te vroeg
gestorvene, die hij met rijn jongensachtige
liefde bemind had, was blijven vereeren, dat
hij op rijperen leeftijd op haar dochter ver
liefd zou worden. En dande doode had zij
zijn hart gegund, al had hij het hare beze
ten, zoolang het sloeg. Maar te moeten
erkennen, dat het tot nu toe maar aan do
ware oorzaak ontbroken had, om het op
nieuw te doen opleven; dat hij zich aan een
ander gaf, die met zijn liefde speelde, zon
der ook maar in het minst dc waaido cr
van te begrijpen; neen, dat kon ze niet
zonder dat daardoor haar eigenliefde ten
zeerste gekwetst werd.
Oi hij iets verbloedde van haar gedach
ten, of zijn fijngevoeligheid hot hem verbood
anderen een blik in zijn hart te gunnen,
hoo meer hij zich zijn gevoel voor Carola
bewust werd, dat hem in banden sloeg,
des te voorzichtiger bewaakte hij zioli in
tegenwoordigheid der beide dames en bracht
haar daardoor meermalen in verwarring.
Zoo liep de zomer op zijn einde. Tot in
October had do warme zonneschijn, de weel
derige plantengroei do gedachte aan den
zomer doen beiwaren. Nu werd het plotseling
koel. De bladeren dor boonien vielen plot
seling in groote massa, zoodat men de
paden in den tuin niet meer kon vrij houden;
en zelfs 's middags, wanneer de zon scheen,
was or reeds iet-s van don verkillendcn
adem van het najaar te hespeuren.
Onder een dergelijke stemming leed ook
de kleine kring, die vandaag nog eenmaal
verzameld was onder den bijna ontblader
den lindeboom. De laatste regendagen, de
lange donkere avonden hadden hun al een
voorproefje van den winter gegeven. Reuter
zocht nog naar redenen, die ook in de
komend© maanden rijn dagelijkscho aanwe
zigheid liier mogelijk zouden maken, en
Carola zag zeer op tegen het eentonige
leven, dat haai wachtte. Het was zoo
gezellig geweest, dat oom thans de laatste
maanden zoo iederen dag hier was geko
men, dat wandel, fiets, en rijtochten on
dernomen waren. Nu liet weer dit alles
verhinderde, zouden ook rijn bezoeken op
houden cn wat bleef er dan over om do
verveling van den winter door te komen?
Na een lange pauze in hot gesprek, waar
in Reuter haar om haar lang stilzwijgen al
onrustig liad aangezien, uitte zij dio ge
dachte plotseling. Het was toch treurig,
dat zo niet rijk was, cn dat ze dat, wat zo
het liefst doen wou4 laten moest. Eliza
beth had haar verleden jaar al gezegd, dat
de piano- on tcekenlesscn, die zo in Bei
lijn gaarne wilde nemen, veel le duur war
ren, cn zij had oom Hans al lang willeu
vragen of de klein© erfenis, die ze uit
Nieuw-York had gekregen, niet toereikend
zou zijn.
„Maar, Carola," zeide hij mot iets vcr-
wijtends in zijn stem, zou dan niet ondor
allo omstandigheden een wensch als dezo
van jou ingewilligd worden?"
„Zou het daarvoor voldoende zijn, oom
Hans?" vroeg zij dringender, en hij koek
haar in het opgewonden gezichtje on knik
te lachend, en zeide:
„Daar kunnen wc nog wel meer van doen.
Wensch nog maar wat, Carola; ik zie he4
aan ie oogen; cr komt nog een klein na
spel."
(Wiudl vervolgd-)1