No. 1I2ÖS. LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 16 JU ft I. - TWEEDE BLAD. Anno IGOG PERSOVERZICHT. FEUILLETON. 13© gesl©t©si sfew. Wij vonden in „De T ij d" volgend ar- fcikel^ ingezonden door iemand, dien do re dactie van dat bLad betrouwbaar en ge loofwaardig acht. Het handelt over het landweerkamp. Do optimistisch© berichten over do tevre denheid van minister Staal met de oefe ningen der landweermannetjes eenerzijcfe en do particuliere mededeelingen, mij an derzijds verstrekt over de bende, die het in do kampen is, hebben me bewogen zelf eens op kondschap uit te gaan. Hot kamp te Katwijk, gemakkelijk met de stoomtram van Leiden te bereiken, trok me het mees te aan. Het is schilderachtig gelegen aan don duin voet tusschen Katwijk-Binnen en 3e zee. Do witte tenten aJs ik goed ge leld heb, 10 rijen van 8 tenten, welke ieder gemiddeld 10 man herbergen levoren een vroolijkcn aanblik op. De officiers- tenten staan afzonderlijk, van de overige gesoheiden door drie houten keukens, ter wijl het geheel is omringd door geïmpro viseerde schilderhuisjes. Toen ik er was, (schrijver bezocht het kamp een der Pinksterdagen) waren er het 28ste en 32ste landweerhataljon gelogeerd, terwijl de inwendige dienst en de bewaking waren toevertrouwd aan hulptroepen van het 4de regiment, afkomstig uit Leiden, Delft en Gouda. Het 28ste en 32ste landweerbataljon be staat uit mannen van do lichtingen van '95, "96 en '97, afkomstig uit Den Haag en omstreken en Leiden en omstreken. De leeftijd der mannen is dus ongeveer dertig jaren. Meer dan naar deze technische bijzonder heden was ik benieuwd naar don geest dor manschappen. Wat ik daaromtrent vernam, lijkt me geen grond voor optimisme op te levoren. De discipline ontbreekt bijna geheel en al. Het is zoo ongeveer als bij de roegere schutterij. Hoe kan het anders De offi cieren en het kader hebben weinig over de mannen te zeggen, het militaire uit de mi- lioiensjaren is er uit. Toen enkele korpo raals en onderofficieren van ,,het vierde" het zaakjo anders wilden aanpakken, wis ten de mannen den kapitein tot wegzen ding van dezen te bewegen. Toch gaat het betrekkelijk goed, omdat de meerderen bun eigenaardige positie inzien. Bijv., om lialf- tien des avonds, is het zoogenaamd avond appèl en moet het kamp in rust zijn. Ja wel, de vroolijke klanten, die niet al te moe zijn, hebben nog geen trek in slapen en zingende troepjes trekken nog lang daarna door do kampstraten". Ofwel zij vermaken zich in de tenten Wei i3 er, naar hot heet, geen sterken drank verkrijg baar, maar aan emmers bier en potten oude klare (geen overdrijfing, mijn berichtge vers lende ik persoonlijk) is geen gebrek. Ik herhaal, alles wordt oogluikend toe gelaten en de officieren bemoeien er zich niet mede. Dat dit nog maar de beste weg is, bleek Vrijdagavond. Een jong sergeant van ,,liot vierdo" was wachtcommandant". Hij zou zijn gezag eens laten gelden en liet door ,,do wacht" (ook miliciëns) enkele belhamels inpikken en in voorloopig ar rest'' brengen. Ook een tcntcommandant (een korporaal, die in iedere tent heb be vel voert) werd gesommeerd om' buiten te verschijnen. Dat was echter den solidairen waponbi oeders to veel. Zij maakten alarm en, in minder dan geen tijd, vormden twcc- driehonderd man om den sergeant een dreigenden kring, welke op niet zeer par lementaire wijze den commandant som meerde zijn gevangenen los te laten. Doze, hiertoe aanvankelijk niet geneigd, liet do wacht de geweren laden en zond boodschappers naar de officieren. Deze laats ten daagden ecliter niet op cn het z, g. geweerladen maakten ook geen indruk, omdat men wist dat het maar een schijn beweging" was. Patronen waren immers niet in de fcassohen der mannen aanwezig. Daar de mannen steeds meer opdrongen, voldeed de sergeant aan de sommatie cn liet zijn govangenen loopen. Hiermede niet voldaan, eischte de bende, dat hij de betreffende blaadjes uit zijn rapportboekje zou scheuren on ook hieraan voldeed do angstige bevelhebber. Ten slotte moest hij nog r-p zijn eerewoord beloven er geen mel ding van te maken. Wat er met zulk een geest van do oefe ningen terecht komt, laat zich denken. D6 vraag mag dan ook gedaan worden of het geld niet grootendeels nutteloos besteed wordt. De dienst bestaat uit het herhalen der z- g. handgre pen en maroheeren. De hooggeroemde schietoefeningen. Bij de eerste werden op 100 M. staande en geknield telkens 3 pa tronen verschoten, terwijl bij de tweede 5 patronen op 300 M. liggende werden af gevuurd. In het geheel dus 11, zegge elf patronen. Op Vrijdag werd zoo iets als een manoeuvre gehouden, welke hierin bestond, dat de -vijand, die bij Noordwijk ergens was geland en optrok naar Katwijk, moest verjaagd worden. De andere helft der troe pen had natuurlijk de tegenovergestelde taak. Een ernstige legeroefening kan men ait inderdaad niet noemen, als men hoort, hoe het er naar toe ging. Die ik sprak, wisten dan ook niet eens, hoo heb afgeJoo- pen was. Geen wonder, dat de mannetjes er dan ook een lolletje van maken. Bij die gele genheid is de Minister in het kamp ge- wees^ waar hij met veel manschappen heeft gesproken. Z.Exo. was in generaalsuniform en zijn grootc gemoedelijkheid maakte een goeden indruk. Hij zal wel heel wat klach ten in ontvangst hebben moeten nemen over de menage. Het voedsel was wel van goede kwali teit, maar de bereiding liet alles te wen- sohen over. Do soep, die des morgens werd uitgereikt, was van beter gehalte. Geluk kig zorgden twee particuliere cantines, dat er voldoende mondvoorraad was. De hecren ondernemors zullen zioli zeker over hun zaken niet beklagen. Of de gemoede lijk© Katwijkers echter over hun tijdelijke buren ook zoo goed te spreken zijn, durf ik betwijfelen. Ik vernam in dat dorp nog al van baldadigheden, welke evenwel meer door de vorige kampccronden dan door die van verleden week moeten bedre ven zijn. Ten slotte nog een enkel woord over een m. i. verkeerden maatregel. De Minister heeft indertijd de bezwaren van diegenen der Kamerleden, die waren tegen het mede naar huis geven der gewe ien, trachten te ontzenuwen. Het was noo- dig -voor oventueele „mobilisatie la mi nute" Of daarop echter wel zooveel kans bestaat, als op een niet onmogelijk ver keerd gebruik der schietwapenen, durf ik betwijfelen. Ik vind bet althans zeer ge waagd, gezien de ongunstige elementen, welke er in onze huidige samenleving in grooten getale voorhanden zijn. Zoo er voor hen, die op het platteland wonen, mis schien veel moeite aan verbonden moge zijn, om hun wapenen eerst aan eenig cen- traal-magazijn te gaan afhalen, dit be zwaar bestaat voor stedelingen absoluut niet. Zoo do Minister dus niet kan beslui ten, zou ik Z.Exc. toch eerbiedig in over weging willen geven, dit alsnog wM te doon voor hen, die in steden of grootere dorpen wonen. Afgezien van het feit, dat hot onderhoud der geweren veel zal to wensclien overla ten (wel werd den manschappen op het hart gedrukt, goed voor hun wapen to zorgen en het op te hangen „tegen een dro gen houten wand"; maai* komt daar maar eens om bij den woningtoestand van het mcerendeel der landweermannen), afgezien hiervan dus, lijkt er mij een niet te onder schatten gevaar in gelegen, dat honderden en honderden der men'schen in onze ste den zulk een gevaarlijk middel van aanval en verweer onder hun bereik hebben. Moge op het platteland do „spuit" mis schien al eens voor gelegenheidsstroopen als anderszins worden gebezigd, in onze groote centna kan zij wel eens voor wat er- gers dienstig blijken. Ik hoorde verluiden, pagandisb, dat het personeel van spoor en tram doe? Hij zegt in slecht Hollandsch, „dat do productie der Pers voornamelijk verspreid wordt door Spoor - en Tram personeel". Dit is onjuist, ter loops gezegd. Maar wat wil Z.Exc. de propagandist, dat het personeel nu doen zal? Een werk staking? Weigering om die slechte lectuur te vervoeren? Moeten de spoorwegambte naren voor de verspreiding van Roomsche bladen zorgen, door ze langs de wagens te gaan venten Zoo niet, hoe wil „do drager van het hoogste gezag" dan, dat conducteurs cn machinisten propaganda maken voor do Roomsche bladen? Z.Exc. de propagandist, gouvorneur van Limburg, moet werkelijk eens ernstig over wegen, welke do plichten on verantwoor delijkheid zijn van den vertegenwoordiger van H. M. aan het hoofd van oen provin- ciol „Do Nederlander'' zegt, dat do gevolgtrekkingen die het „Handols- blad»v maakt uit do toespraak, sldchtsj met een groote dosis kwaaddenkendheid ,uit de woorden van den heer Ruys do Bce- renbrouok kunnen gehaald worden. „Wanneer een vergadering van spoorweg personeel een bespreking aan den invloed der Pers wijdt, cn een dorde heeft daar een kort woord van belangstelling te spre ken, wat is dan natuurlijker, dan dat hij cenig verband zoekt tusschen het be roep dier mcnschon en het onderwerp der vergadering on zegt: Gij, die zooveel pers producten to vervoeren hebt, gij moogt wel dubbel indachtig zijn aan don plicht, dien gij evenals anderen hebt om in uw ei gen kring do verspreiding van goede lec tuur te bevorderen. 3 t is een onschuldig oratorisch bloemp- jo. Niemand, die heb met eenvoudig oog leest, kan het anders opvatten. De zinsne de: „Welnu, ook gij kunt daaraan mede werken," zegt ten dezo genoeg. Niet in hun ambt maar als particulieren worden do spoorwegmannen opgewekt de lezing van goede lectuur te bevorderen. Hoewel het optreden van don Commissa ris in dezo vergadering althans naar nict- Limburgscho begrippen, niet va.i beden king vrij is, geeft het toch allerminst recht tob zulke onbillijke kwaadsprekerij." „D e T ij d,' schrijft over deze zaak het volgende Vooreerst zij Cpgcmcrkt, dat wij hier te doen hebben met een verslag on dat het derhalve allerminst vaststaat, in welke be woordingen juist jhr. Ruys zijn toehoorders heeft toegesproken. Twijfel omtrbnt de volkomen correctheid van het verslag wordt reeds hierdoor gewekt, dat Z. E. do uit spraak wordt in den mond'gelegd dat het spocTwfegpcrreonecl te' zorgen hoeft voor de verspreiding der kranton-lectuur ter wijl toch iodereon weet, dat dit do taak is van den boekhandel en van do kranten jongens Maar afgezien daarvan, lijkt ons de gro ve uitval van het „Hxtfndelsblad'' gehcol ongomotivcord cn misplaatst. Wanneei de Commissaris der Koningin in Lipiburg op katholieken-dagen verschijnt, dan is het, omdat hij van oordeel is, dat do hoogste vertog-i.woordiger van het burgerlijk ge zag in een uitsluitend katholieke provincie niet buiten de grenzen van dc door zijn ambt voOrgcsohncven partijdigheid gaat, door, .waar het pas geeft, er cpcnlijk voor uit te komen, dat een katholieke bevol king naar dokath. beginselen moet leven on handelen, c'vcral en altijd. Zich wel be wust, dat hij als vertegenwoordiger van hefc gezag, behalve de stoffelijke, ook de zede lijke en godsdienstige belangen van die be volking, voer zoover zijn ambt dit mee brengt cn toelaat, te bevorderen heeft, kan jhr. Ruys moeilijk een andere opvatting van zijn taak hebben Uit deze opvatting nu vloeit vanzelf vcOrt, dat Z. E. op een actie-vergadering van katholieke bondsleden, waar over den steun der katholieke pers beraadslaagd wordt, tot zijn toehc'ordcra een bemoedi gend woord, ten gunste van dit edel stre ven, richt. Dit mag op een vergadering van R, K Spoorwegpersoneel oren goed als op die van onderwijzers <jf landbouwers, juist) omdat do taak, den spoor wegmannen doon de Maatschappijen of den Staat opgelegd, niet is lectuur, welke dan ook, te versprei-, den. Ware dit wol het govaJ, dan moest „de vertegenwoordiger van het hoogste gezag" ziok neutraal houdennu kan hij, zonde? partijdig te worden, in don ongunstigen zin van 't woord, gerust verzekeren, dat katholieke lectuur voor de Katholieken „goede" lectuur is en de leden van het spoorwegpersoneel, die meer dan veel an deren in staat zijn om de verspreiding van katholieko bladen in do hand te werken, aansporen om in die richting te doea wat ze kunnen. Wanneer' het R.-K. spoorwegpersoneel den wenk van Limburgs Gouverneur op volgt., zal do liberale pers, wat haar ver spreiding betreft, niet bij de katholieko ten achter komen te staan, maar alleen iets inboeten van haar in het oog vallende be voorrechte positie, die zij dankt aan de ijverige propaganda van haar talrijk ver knochte geestverwanten, ook onder het spoorwegpersoneel. Wie „praitto" hier „onnadenkend cn on bezonnen"? Jhr. Ruys blijkbaar niet. Een inzender in bet „Handola- b 1 a d" besprak de invoering van den Middcn-Europde3ch.cn t ij d uit handolsoogpunt en betoogt de wcnschelijkhoid met het oog op den o f- f e.cto nh'an dol, den g o o d r o n- h a n d o 1, het fabriek sw e- zencn de algemoono handels beweging. Voor don effectenhandel zal een ver vroegde opening der Beurs geen nadeel brengen aan handelaren, aangezien aLlo go- gevons reeds in hun bezit zijn, zolfs, in dien de aanvang een vol uur vroeger ge steld werd. Wat den goederenhandel aangaat, wordt het voordcel gebaseerd op het feit, dat onze handel sterk met dien van Duitsch- land verbonden is. Voor de fabrieken „zal minder te lotton zijn op het commcrcieele gedeelte, maar wel op do vraag, die verband houdt mot den arbeidsduur en het verbruik van meer of minder kunstlicht." „Zelfs in don winter zal men, bij vaak voorkomende gevallen van kortoren arbeidsduur, een besparing verkrijgen." Do algemccno handelsbeweging ton slotte zal een uur vervroegd .worden, maar tevens gelegenheid krijgen tot langer werkon, in dien zulks noodig mooht blijkon te zijn, en dit laatste is geenszins te verwerpen voor de expediteurs on hou, die vocV en in do tabak werken. Aan vervroegde winkelsluiting kan ge makkelijker wordon tegemootgekomon, cn dit veroorlooft den in dit bedrijf werkza- raon personen langer van de zomeravonden te genieten. In den winter daarentegen zal men door vervroeging van tijd gcon nadeel ondervin den en zich ook vroeger ter rusto begeven. Het gebruik van vroegtreinen in aanslui ting met Duitschland cn België zal gemak kelijker kunnen geschieden, tot groöt gerief van het reizend publiek. Tegenstandster van de ontworpen regeling toont zich do „Oprechte Haarlem- soh e C o uran t". Na herinnerd te hebben, dat dc aardop pervlakte dotT do 24 meridianen in 24 ge lijke strooken verdeeld wordt, gaat zij vetert: Elko strook heeft haar eigen tijd, cn wel zoo, dat het daar juist 12 uur op den mid dag is, als do zon zich in hot midden dor strook bevindt. De tijd van een uur, dien de zon noodig heeft cm over een strook heen te gaan, is dus voor elke strook van lU tot 12£ uur. Verlaat-do zon een strook om 12£ uur, dan treedt zij in de volgende 8trc'ok, waar dc klok op datzelfde oogen- blik lil aanwijst. Op éénzelfde oogenblik wijzen alle groote wijzers van dc uurwor- ken over dc gansch© aarde naar dezelfde 4) Hij werd bepaald handig in het vinden van allerlei argumenten, die zijn aanwe zigheid in Friedrichsliagen noodig maak ten, cn wanneer hij zich dan losgemaakt had en de breedgekroonde linden zich aan zijn oog vertoonden of een bloesempjo van een appelboom hem tegenwoei, dan sloeg zijn hart plotseling zoo vroolijk cn opge wekt, als het sinds zijn jeugd niet gedaan had. Dan zat men l*j elkaar cn babbelde; uiterlijk was dat altijd hetzelfde. Maar hoo heerlijk waren die uren voor heml Ver geleken bij het stille leven der vrouwen, was zijn leven rijk aan afwisseling; veel had hij altijd te vertellen, en wanneer hij dan Oarola's blikken met zoo groote be langstelling op zich gericht zag, dan deed hij zijn best telkens weer wat interessants te vinden, cm haar te zien meeleven. Zijn verhouding tot Elizabeth was, zooals die steeds geweest was zusterlijk, hartelijk. In het andere werelddeel, waar het gelief de vaderland zich in haar brieven beli chaamde, had het hem toegeschenen, dat zij meer voor hem was. Wellicht wanneer hij in do eerste uren van het wederzien aan die gevoelens uitdrukking had kunnen geven, zouden zij aan kracht gowonnea hebben. Nu nam hij haar Toewijding en zorgen voor hem weer aan als iets van- zelfs sprekend; als iets, waarvan hij zeker was, cok dan, wanneer het eenig©, waar mee men zoo iets beloonen kan, ontbreekt. Zij was het al lang met zichzelf eens en zoodoende was dan ook de warmere toon in haar brieven en haar ongekunstel de vreugde bij het wederzien niet voldoen de geweest, om in haar cpnieuw een ver wachting te doen ontstaan, die al lang tot het verledeno behoorde en die zijzelf nu ook in het geheel niet meer passend bij haar leeftijd vond. Zijn levendige belangstelling in het ouderlijke huis deed haar innig genoegen, want voor zijn rijk gemoed vend hij in het opgewekte, vriendschappelijke familiele ven genoegdoening, en hem het leven thuis steeds behaaglijk en prettig te maken, was haar een zeldzaam genot. Dat Carola de magneet was, die hem aantrok, zag zij zeer wel, zonder toch zui ver dit gevoel te kunnen analyseeren. Zij was zijn beschermeling, wie jaren lang zijn werken on inspanning gegolden hadden. Was het niet natuurlijk, dat hij zich aan haar ontwikkeling, haar groot-worden ge legen liet zijn, cn dat de toovemacht van dit bloeiende mcnschonleven ook hem aan trok De omgang tusschen voogd en pupil was spoedig weer als vroeger. Zij lachten, maakten gekheid en phile'sopheordon met elkaar, al naarmate Carola er zin in had. Zij vertelde hem precies wat zij in zijn af wezigheid gedacht en gedaan had. Zij vertrouwde hem haar wensclien en ver wachtingen toe, vroeg naar zijn meening over elk boek, dat zij las, en vroeg uit leg, wanneer zij iets niet begreep. En dat alles deed zij zoo onbevangen, als meende zij, dat zij het tegenover hem haar Teven lang zou kunnen doen. dat passende patronen in den handel ver krijgbaar zijn, maar al was dit niet het geval, wio zal beletten ze voor oventueele gevallen te doen aanmaken? Ernstige overweging lijkt n«© alsnog niet overbodig. Resumeerende, geloof ik, dat het resultaat der landweer- oefeningen niet van dien aard zal zijn, als optimistische militairiston er zich mis schien van hebben voorgestelddat do mi litaire geest al even ver zeek is bij de landweer als indertijd bij dc schutterij; dat aan do discipline veel ontbreekt; dat l.et geld voor eeu deel vrijwel nutteloos werdt besteed; dat ten slotto de thuishangci.da geweren een niet te onderschatten gevaar, zeker, althans voor dc stedelingen ten overbodige weelde zijn. Mijn onderviuJing, misschien nog aan te willen mot die van anderen, kan wellicht bij dc bohande'ing der noodig© kredieten tc pas komen Nu „De T ij d" tot openbaarmaking van zijn bevindingen omtrent de landweer over ging, wil het „Utr echts ch Dag blad" ook niet langer terughouden, wat het voor eenigen tijd vernam omtrent de toestanaon in het kampbij Zeist. Ook wij staan, zegt hot blad, na persoon lijke ondervraging, voor do betrouwbaarheid en eerlijkheid onzer bron in. En wat het blad vernam is ook erg treu rig. Hot „Handelsblad' zegt, dat jlir. mr. G. L. M. H. Ruys do Bccrenbroucfc, 'Commissaris der Koningin in Limburg, weinig besef toont te hebben van het zelfbedwang on do strikfco onpartijdigheid, waar door een ver begon woordiger van H. M. zich moet kenmerken. Op den Limburgschen Katholiekendag te Echt, heeft hij, volgens „Do Limbur ger Koerier", het volgende gezegd tot het 6poor- en tramwegpersoneel: „Gij, Mijue Heeren, zijt in Echt bijccu gekomen ter bespreking van een der be langrijkste punton van den dag, n.l. den invloed van de Katholieke Pers. Wanneer ook het R.-K. Secretariaat van Spoorweg- cn Tramwegpersoneel dit punt op zijn program heeft gebracht, dan is zulks van do grootste beteekenis. Do pro ductie der Pers immers wordt" juist voor namelijk verspreid door het Spoor- en Tramwegpersoneel. Wij allen weton en hooren, dat nagenoeg aan alle stations bla den als „Nieuwe Rotterdamse lie Co uran t", „Handolebla d", „N ieuwe Oouran t", enz. tc koop wordon aangeboden en dat men daar van de Katholieke bladen, zooals „Do Tijd", „Centrum" en andere, weinig of niets hoort. Van belang is het dus propaganda te maken voor goede lectuur. Welnu, ook gij kunfc daaraan medewerken. Laten wij hopen, dat hefc di© richting uitgaat ©n dat de verspreiding van Katholieke lectuur in uw kring bevorderd worde." De voorzitter had daarna de vergadering uitgenoodigd om gezamenlijk voor den drager van het hoogst© gezag in Limburg het „Wien Ncenlandsch Bloed" aan to hef fen. En na een driewerf „Leve de gouver neur!" verwijderde zich do Commissaris. Hot „Handelsblad" schrijft nu: Het schijnt ons toe, dat „de drager van het hoogste gezag in Limburg" onnaden kend en onbezonnen er maar op los heeft gepraatwat aan een Commissaris der Koningin misstaat! Dat liij bekend maakt hoo er in do sta tions in Limburg vraag is naar „N i ou we Rotterdamsche Couran t", „H a n d e 1 s b 1 a d" en „N ieuwe Cou ran t", terwijl men er van d© Katholieke bladen „weinig of niets hoort", kan ons niet ongevallig rijn... al ligt het niet op het terrein van „een drager van hot hoogste gezag" dit bekend te maken. Maar dat hij het op zich neemt mede tc deelon, hij, die boven de partijen behoort te staandat alleen Katholieke bladen „goede lectuur" zijn cn dat ambtenaren propaganda moeten maken voor Roomscho krantendit is een ernstige misgreep En wat ter wereld wil Z.Exc., de prc- A1 deed die volkomen toewijding en dat innige vertrouwen hem weldadig aan, van tijd tot tijd leed hij er onder. Zag zij dan in hem alleen een „oom", ook nu nog, nu rij toch vc'or hem een andere geworden was? Haar onschuld en reinheid dwongen hem voortdurend voorzichtig te zijn', tor- wijl haar bekoorlijkheid hem soms tot lief kozingen verleidde. En zoo verdween met den dag meer, hoo hij er (Jok tegen streed, de vaderlijke toon, waartoe hij zich in den beginne gedwongen had, en kwam do „cavalier" voor den dag, die zijn plicht vervult door een schoone jonge dame van dienst te rijn. Maar toch schrok hij, wanneer Elizabeth bij een vriendelijk woord, dat hij tot Ca rola zoidc, ophoorde. Dat hij iederen wensch van haar vervulde, scheen haar billijk. Zij was een zoo beminnelijk schepseltje, haar wensclien bleven altijd zoo binnen de be scheiden grenzen en haar bedelen cm iets en haar vreugde, wanneer het gebeurde, waren dan ook onweerstaanbaar. Maar dat hij, die er steeds op gesteld was geweest dat zij tegenover hem dien eerbied in het oog hield, die tegenover den voogd past, nu ineens den galanten ridder ging uithan gen, dat was haar onbegrijpelijk. Zij dacht cr verder maar niet aan en ook niet aan de conclusie, die zij bij zichzelf wel eens trok. Zij kon en wilde het niet geloo- ven, dat hij, die tot dusverre het ideaal van rijn jeugd zoo trouw bewaard had, die bijna fanatiek de herinnering aan de te vroeg gestorvene, die hij met rijn jongensachtige liefde bemind had, was blijven vereeren, dat hij op rijperen leeftijd op haar dochter ver liefd zou worden. En dande doode had zij zijn hart gegund, al had hij het hare beze ten, zoolang het sloeg. Maar te moeten erkennen, dat het tot nu toe maar aan do ware oorzaak ontbroken had, om het op nieuw te doen opleven; dat hij zich aan een ander gaf, die met zijn liefde speelde, zon der ook maar in het minst dc waaido cr van te begrijpen; neen, dat kon ze niet zonder dat daardoor haar eigenliefde ten zeerste gekwetst werd. Oi hij iets verbloedde van haar gedach ten, of zijn fijngevoeligheid hot hem verbood anderen een blik in zijn hart te gunnen, hoo meer hij zich zijn gevoel voor Carola bewust werd, dat hem in banden sloeg, des te voorzichtiger bewaakte hij zioli in tegenwoordigheid der beide dames en bracht haar daardoor meermalen in verwarring. Zoo liep de zomer op zijn einde. Tot in October had do warme zonneschijn, de weel derige plantengroei do gedachte aan den zomer doen beiwaren. Nu werd het plotseling koel. De bladeren dor boonien vielen plot seling in groote massa, zoodat men de paden in den tuin niet meer kon vrij houden; en zelfs 's middags, wanneer de zon scheen, was or reeds iet-s van don verkillendcn adem van het najaar te hespeuren. Onder een dergelijke stemming leed ook de kleine kring, die vandaag nog eenmaal verzameld was onder den bijna ontblader den lindeboom. De laatste regendagen, de lange donkere avonden hadden hun al een voorproefje van den winter gegeven. Reuter zocht nog naar redenen, die ook in de komend© maanden rijn dagelijkscho aanwe zigheid liier mogelijk zouden maken, en Carola zag zeer op tegen het eentonige leven, dat haai wachtte. Het was zoo gezellig geweest, dat oom thans de laatste maanden zoo iederen dag hier was geko men, dat wandel, fiets, en rijtochten on dernomen waren. Nu liet weer dit alles verhinderde, zouden ook rijn bezoeken op houden cn wat bleef er dan over om do verveling van den winter door te komen? Na een lange pauze in hot gesprek, waar in Reuter haar om haar lang stilzwijgen al onrustig liad aangezien, uitte zij dio ge dachte plotseling. Het was toch treurig, dat zo niet rijk was, cn dat ze dat, wat zo het liefst doen wou4 laten moest. Eliza beth had haar verleden jaar al gezegd, dat de piano- on tcekenlesscn, die zo in Bei lijn gaarne wilde nemen, veel le duur war ren, cn zij had oom Hans al lang willeu vragen of de klein© erfenis, die ze uit Nieuw-York had gekregen, niet toereikend zou zijn. „Maar, Carola," zeide hij mot iets vcr- wijtends in zijn stem, zou dan niet ondor allo omstandigheden een wensch als dezo van jou ingewilligd worden?" „Zou het daarvoor voldoende zijn, oom Hans?" vroeg zij dringender, en hij koek haar in het opgewonden gezichtje on knik te lachend, en zeide: „Daar kunnen wc nog wel meer van doen. Wensch nog maar wat, Carola; ik zie he4 aan ie oogen; cr komt nog een klein na spel." (Wiudl vervolgd-)1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 5