Uit de «Staatscourant."
Tweede Kamer.
Uit de ReehtzaaL
Dr. L. Bleekrode, in leven leeraar aan
do H. B.-S. met drie-jarigen cursus to
's-Gravcnhage heeft, naar men zich hcrin-
noron zal, aan do Holl. Mij. der Weten-
«ehappen to Haarlem een som van 40,00(J
vermaakt, om daarvoor te 's-Gravenhagc
een standbeeld op te richten voor Ghrie-
tiaan Huygens. Directeuren dor Mij., aan
wie dr. Bleekrode do uitvoering van het
denkbeeld opdroeg, stellen als punt voor
do plaatsing van het standbeeld voor, het
Tournooiveld, en wel in het midden van de
beide woonhuizen, die den hoek vormen
van den Langen Vijverberg cn de Hoogo
Nieuwsfcraat. Do voorzijde van het stand
beeld zou naar den ingang van het Bosch
moeten gekeerd zijn.
Het stoomschip „Koning Willem II"
van Batavia naar Amsterdam, vertrok 13
Juni van P'ort-Said; de „Rijndam", 13 Juni
van Nieuw-York naar Rotterdam vertrok
ken, heeft aan boord 224 1ste klasso, 150 2d©
klasse en 350 3do klasse passagiers; do
„Ecmland", van Amsterdam naar Buenos-
Ayres, vertrok 14 Juni van Hlul; de „Rijn
land'' arriveerde 13 Juni van Amsterdam
to Buonos-Ayresde „Hessen" arriveerde
13 Juni van Amsterdam te Padang; do
Offenbach", van Java naar Amsterdam,
passeerde 11 Juni Dungeness; de „Sach-
Ben", van Penang naar Amsterdam, arriv.
14 Juni te Southampton; do „Solo', vaD
Batavia naar Rotterdam, vertrok 14 Juni
van Marseille; de „Wilis", van Batavia
naar Rotterdam, vertrok 14 Juni van Perim;
do „Ixion" vertrok 10 Juni van Batavia
naar Amsterdam; de „Koning Willem III",
van Amsterdam naar Batavia, vertrok 14
Juni van Genua; do „Madura", van Batavia
naar Amsterdam, arriveerde 14 Juni to
Suez; de „Feldmarschall" (uitreis) vertrok
11 Juni van Napels; de „Herzog" (uitreis)
vertrok 14 Juni van Antwerpen; de „Offen
bach" arriveerde 14 Juni van Java te IJ-
muiden de „Praesident" (thuisreis) vertrok
12 Juni van Beira; de „Sigmaringen", van
Amsterdam naar Java en Australië, vertrok
14 Juni van Antwerpen.
Alfon. Gisteren hebben do kinderen der
Zondagsschool van den heer Yan Wijk en
do leerlingen der Christelijko school voor
M. U. L. O., hoofd do heer J W. Engol-
kes, onder leiding van onderwijzers en eeni-
ge genoodigden, een pleizierreisje naar
Katwijk gemaakt.
Des morgens vroeg waren grooten en klei.
nen reeds in do weer, en wèl gemoed begon
men den tocht. Hoewel het weder niet erg
uitlokkend was, zoo was het toch droog,
zoodat het een aangename dag beloofde.
En die verwachting werd ook niet bedro
gen, want er is volop genoten! In tweo
booten, één van de „Volharding" en één
van „Carsjens" vónden de ruim 450 kinde
ren een zitpl ats en onder het zingen van
vroolijko versjes, was de reis, die des mor
gens om halfzeven een aanvang had geno
men, spoedig volbracht. Om ruim tien uren
arriveerde men aan het strand en dd&r be
gon de pret pas Ba 4en, heuvels maken,
schelpen zoeken, ieder kind was druk be
zig. Velen ook zagen aan het strand hun
ouders weer, hetgeen hun genoegen niet
weinig verhoogde.
In de duinen teruggetrokken, werd een
ieder ruim voorzien van krentenbrood en
andero versnaperingen, om daarna ver
kwikt woder opnieuw naai' hartelust te dar
telen. Toen de klok vier geslagen had, ging
men wéér in optocht naar do gereed liggendo
booten.
Had men de reis iets vroeger aanvaard,
om niet voor d> spoorbrug behoeven to
wachten, thans moest men woder voor een
andere brug blijven liggen, zocd'at men des
avonds omstreeks h'alfacht do Alfembhe
brug weer gewaar weixl. Door een groote me
nigte werden de roolijk huiswaarts keeren-
do kinderen begroot.
Eon woord van dank aan hen, die don
kinderen zulk genot verschaften, is niet mis
plaatst.
Zaterdagavond vorvoegdo zich bij den
heer J. H., horlogctmakcr, aan dé Lage
Zijde alhier, een militair om een horloge en
ketting. Vier zilveren dameshorloges en 3
dito kettingen werden meegegeven voor het
adres van „Van Beieren", bruggeman to
's Molenaars. D ar genoemd persoon een
cliënt van H. was, gaf hij alles mede. Toen
evenwel niets werd teruggebracht kreeg
men achterdocht en stelde H. do politie
met de zaak in ..ermis. Dadelijk werd een
nauwkeurig onderzoek ingesteld en aan hat
flink en moedig optreden van den wakke
ren brigade-commandant, J. van Raad al
hier, is het te danken, dat men reeds gis
teren den dader in handen kreeg.
Het bleek de militair Vis to zijn. Hij lag
in het hospitaal te Leiden mot een verstuik
ten voet. Drie horloges en twee kettingen
werden in beslag genomenéén horlogo on
ketting had hij aan zijn meisje cadeau ge
daan.
Hilleffom. Aangezien tot hedon nog wei
nig deoincmers zich voor het voorbereidend
militair onderricht hebben aangemeld, en
dit wordt toegeschreven, dat het meeren-
dcel der belanghebbenden niet heeft gelet
op don vervroegden termijn van aangifte,
is doze termijn van aangifte, die den ledon
zou wonden gesloten, door den burgemeester
verlengd met vier dagen, zoodat do gelegen
heid tot aangifte open blijft gesteld tot en
met 20 Juni a. s.
Liaac. De collecte voor het fonds tot
aanmoediging en ondersteuning van den ge-
wapenden dienst in Nederland, zal in deze
gemeente gehouden worden op Maandag 18
Juni n- s.
RÜnsburg. Maandag a. s 18 Juni zal
ook liier langs de huizen der ingezetenen
een collecte worden gehouden voor den go-
wapenden dienst in de Nederlanden.
Sassonhoim. De coll ;to voor den ge-
wapenden dienst heeft hier opgebracht
14.73 gld.
Oogstgeost. De collecte voor den gewa-
pendeu dienst in de Nederlanden zal in
dezo gomcontc gehouden worden in do weck
van 17 tot 2-1 dezer.
Bij Koninklijk besluit van 13 dezer ia,
met ingang van 1 Juli, benoemd tot burge
meester van de gemeente Dordrecht, H.
J. Wichers, met toekenning van gelijktij
dig eervol entslag als burgemeester der
gemeente Winschoten.
Jihr. Th. C. M. van Rijckevorscl benoemd
tot burgemeester der gemeente St.-Mi
chielsgestel en D. Boerema tot burgemees
ter der gemeente Delfzijl.
Met ingang van 1 dezer, opnieuw be
noemd tot leden van het College voor de
Zpovissckerlj, de heeren J. J. Slis, H. J.
CaJkoen, J. M. Kakebeeke, G. A. ten
Houten en L. H. Dijkhuis.
Benoemd tot Ridder in de Orde van den
Ncderlandschen Leeuw, de majoor der
genie van het leger in Ned.-Indië G. P.
J. Caspersz.
Bevorderd tot commies bij het Departe
ment van Koloniën, de adjunct-commies
met den titulairen rang van commies, jhr.
L. C. van Panhuys en do adjunct-com
miezen H. W. Meyboora cn J. J. Meetor.
Vervolg der zitting van Donderdag-nam.
Arbeidscontract.
Bij do behandeling van verdere artikelen
lichtte do heer V a n V e e n een amendement
toe, om de loonvorderingen van arbeiders,
wier loon telkens na hoogstens een kwar
taal moet worden uitbetaald, to doen ver
jaren na n jaar, van andere arbeiders
na twee jaren, terwijl in het ontwerp
ie gesteld resp. tweo en vijf jaren.
De Minister nam bet amendement
over.
Bij de afdeeling betrekkelijk wijziging in
hot Wetboek van Rechtsvordering lichtto de
heer Schaper een amendement toe, om
voor de berechting van arbeidsgeschillen
den kantonrechter te doen bijstaan door
een permanente college van vier personeu,
voor de helft arbeiders.
Dit college zal den kantonrechter, aan
wien do beslissing blijft, kunnen voor
lichten.
De heer Janssen bestreed het amen
dement, dat z. i. neerkomt op een surrogaat
van leckenrechtspraak.
De heer a 8 8 e v a n IJ s se 1 t was het
hiermede eens en oordeelde eveneens, dat
door het voorstel van den neer Schaper de
rechtspraak riet verbeterd, maar verslech
terd zou worden. Beido sprekers betoogden
bovendien, dat de kantonrechter, indien hij
niet voldoende op de hoogte van de zaak
is, het oordeel van deskundigen kan inwin
nen. Daarbij spreekt het amendement wel
van een Commissio van Bijstand voor den
kantonrechter, maar hoe zal het in hooger
beroep moeten gaan?
Heden behandeling van het wetsontwerp
betrekkelijk den Bathpoldor.
Regeling van werkzaam
heden.
Do her Pi er son stelde voor om vóór
het reces niet meer het Indische Regccrings-
reglement, doch wèl het ontwerp betreffende
de wijziging van de Porsoneele Belasting te
behandéleu:
De heer Lobman meende, dat noch voor
het eene, noch voor het andero ontwerp ge
noegzame tijd over is, en stelt daarom voor
het voorstel te splitsen.
Do V oora it ter meende, dat inderdaad
tusschen de tweo zaken zal moeten gekozen
worden, want beide kunnen vóór het
zomerrecès toch niet afgedaan worden. Per
soonlijk zou hij ook in overweging geven
om hot wetsontwerp betrekkelijk het Per
soneel thans den voorrang te geven.
De Kamer besloot zonder hoofdelijke
stemming om het wetsontwerp betrekkelijk
heb Indisch Regeeringsreglement van de
agenda af te voeren.
Het voorstel om in do plaats daarvan op
de agend v to plaatsen hel; wetsontwerp tot
herziening van het Personeel werd ver
worpen met 39 tegen 32 stemmen.
Tegen de rechterzijde, do leden van de
sociaal-democratische partij en de heer Van
der Zwaag.
Vóór de liberalen en de vrijzinnig-demo
craten.
Haagsche Rechtbank.
De geheele namiddagzitting der Haagsche
rechtbank, kamer voor strafzaken, was gis
teren gewijd aan wat men kan noemen „stu
dentenzaken". Groot was de belangstelling
van de zijde van Leidscho studenten cn oud-
studenten der Leidsche universiteit, die nu
reeds meermalen als verdedigers van be
klaagden zijn opgetreden.
De cersto der beide zaken stond op het
bulletin aangegeven als:
Huisvr odebreuk én vernie
ling t Voorschoten.
Beklaagd hieraan zich te hebben schuldig
gemaakt, stonden terecht de hoeren A. F.
T., 21 jaar, F'. G. L. M. van S., 19 jaar,
jhr. 0. W. F., 21 jaar, en L. B. de H., 18
jaar, allen'wonende te Leiden.
In den nacht van 16 op 17 Februari j 1.te
gen vijf uren, kwamen deze herren op het erf
van het instituut „Noorfchey", deel uitma
kend o van het buiten „Groot Stadwijk", te
Voorschoten. Langs het ijzeren afsluithek
moeten zij er gekomen zijn. De directeur van
het instituut, eigendom (het instituut n.l.)
der vennootschap „Noorthey", de heer dr.
J. W. Lely, werd uit den slaap gewekt door
het rumoer, dat de heeren maakten, en
stond op, ook om mede-bewoners, leeraren,
te wekken, en te gaan zien wat er aan do
hand was Er werd heftig gebonsd tegen
de luiken, vooral op de koepelkamer had
men het gemunt en er werden ook ruiten
verbrijzeld.
De heer Lely deelde nu de rechtbank
mode, dat hij den heor T. had gegrepen en
dat men na eon wijle rust ten tweeden male
was teruggekomen. Het was niet de eerste
keer, dat zijn instituut aan dergelijke aan
vallen blootstond; maar hij meende, dat er
nu een eind aan moest gemaakt worden, in
de overtuiging, dat men per slot van reke
ning daartegen met geweld moet optreden,
wil men gevrijwaard blijven voor ernstig©
gevolgen, welke zouden kunnen worden te
voorsohijn geroepen door brandende fakkels,
voetzoekers, enz. Bovendien is hij de verde
diger van zijn huis en heeft hij de zorg voot
do leerlingen, aan zijn hoede toevertrouwd.
En dan worden er later wel verontschul
digingen door de levenmakers aangeboden,
maar als dat gaat in grappigen vorm, door
de belofte bijv., dat men zal komen met
hooge hoeden op, v itte dassen voor en met
een rijtuig met de vier, dan hecht men daar
aan niet veel va arde meer en grijpt men
in.
Allo heeren erkenden het feit van het be
treden van het erf, de heer B. de H. er
kende het vernielen van ruiten. Eenstemmig
verklaarden zij, dat zij eigenlijk niet veel
nagoclaoht hadden over hetgeen zij gingen
doen; het kwam opeens bij hen opzij war
ren in vroolijke stemming. Zij werden tot
do daad gedreven door het denkbeeld den
leerlingen eens een genoeglijk moment le
bezorgen. Den heer F., oud-leerling van het
instituut, waren vroeger door anderen wel
eens van die gozelligheidjes bezorgd; den
tegenwoordigen leerlingen zag hij deze niet
g-aarne onthouden. De heer B. de H. wist
niet, hoeveel ruiten hij had vernieldwel
wist hij, dat hij ze niet allo had gebroken
een der heeren wist wel, dat hij op een
drempel had gcstaaD, maar niet, dat hij in
een kamer was geweest.
Een leeraar kwam nu nog bevestigen,
wat de directeur had medegedeeld.
Vcor alle beklaagden eisckto het O. M.
een geldboete van vijftig gulden, subs,
twintig dagen hechtenis.
De verdediging voor het berouwvolle
viertal nam ccn hunner, de heer A. F.
T., op zich. Hij begen met do verzekering,
dat do verontschuldigingen aan dr. Lely
welgemeend waren geweest; dat na de
daad deze hun dé grootste zorg Iiad ge-
baard; dat zij niet gedacht hadden, dat
deze zulke groote afmetingen zou aangeno-
mon hebbendat het hun doel niet was
geweest met ruwe balddadigheid te werk
tc gaandat zij enkel de jenge instituut-
bewoners hadden willen amnseeren. De
heer T. bracht echter meer te berde. Uit
den aard der afsluiting leidde hij af, clat
hier geen sprake kon zijn van een beslo
ten erf, verwijzende daarbij, tot staving
van zijn beweren, naar een arrest van het
Haagsehc Gerechtshof. Hij betwistte dus
de geldigheid der dagvaarding op dit punt
en vroeg voor allen vrijspraak.
Nadat dr. Lely nc'g cenige inlichtingen
had moeten geven aangaande den aard der
afsluiting, konden deze vier heeren gaan,
om plaats te ariaken voor een drietal ande
re in de zaak, welke stond aangegeven
als:
Opzettelijk niet voldoen aan
p o 1 i t i o b e ve 1 e n, enz,, art. 18 4
Wetboek van Strafrecht, te
Leiden.
Voor deze aangelegenheid scheven ach
tereenvolgens in het deugnictenbankje de
heeren A. H. G. B., 23 jaar, H. H. R.,
23 jaar, en jhr. E. N. do J., ook 23 jaar,
allen wonende en kennis verzamelende in
de oudste Academiestad. Evenals hun voor.
gangers, die nu achter in de zaal als tc'e-
hoorders zaten, zagen zij er hoogst ern
stig en als zeer bedaarde, bezadigde men-
sohen uit.
De historicus kan cïntrent hen het volgen
de boeken:
Op Woensdag 28 Februari j.l. verhuis
den Leidsche studenten, nieteleden van het
Corps, van de „Harmonie" naar ,,De
iPoort van Oleef", van het ecno eind van
dc Breestraat naar het andere, van den
eenen kant naar den tegenoverliggcnden.
Maar zij namen niet den kortsten weg.
Verkuisbocdel hadden zij niet te vervoe
ren, het was een verhuizing van menschen,
cn daarom z(Ai een eindje om gegaan wor
den. Het werd een optocht van veertien
rijtuigen, met fakkels, met muziek, met
voor- en achterhoede, mot vleugeladjudan
ten, met politie. Tiet werd haast een echte
ommegang, maar van... nief-leden van het
Loidsoh Studentencorps
Eenige corpsleden, die pas lustig gedi
neerd hadden, .wilden cp hun wijze den
vorhuizendon naar hun nieuwe sociëteit
eer bewijzen. Fluks bestelden zij, zes man
sterk, Manége-paarden, gingen op de
dieren zitten zoo goed en zoo kwaad als
het ging on begeleidden den stoet, nu er
vóór, dan er tussahen, dan weer er naast,
nu zacht, dan minder zacht rijdende.
Tot zoover de boeking vc'or den historie
schrijver.
Nu de verklaringen der di-ie politie
agenten, die drie van do zes heeren lastig
hadden gevonden en hen verbaliscordon.
Do stoet der verhuizers was samenge
steld als gezegd is. Zij waren gerequircerd
om hem t© begeleiden en opi de orde te
handhaven. Het was bepaald een optocht
met toestemming van den burgemeester,
al was him dit niet woordelijk door den
inspecteur, die hun bevelen gaf, gezegd.
Maar in die bevelen lag opgesloten h. i.
de vergunning. De heeren wilden bepaald
con relletje hebben. Herhaaldelijk wend
den zij hun rossen met de koppen tegen
den optocht in, cf reden door dezen. Den
heelen langen weg langs ging do stoet on
geregeld, door do heeren. De niet-leden
klaagden wel niet, maar af on toe moesten
de agenten de dieren der leden bij den
teugel nemen als niet gauw genoeg voldaan
werd aan een verzoek cm met de paarden
voort te rijden. De agenten deden hun
plicht.
Eén der heeren maakte het zóó bar,
dat hij op de Haarlemmerstraat van het
paard moest gelicht worden, want het
volk was niet best over hem te spreken.
Toen sloeg hij eon agent en bij zijn over
brenging naar het bureel van politie, scheld
hij tegen een politie-man. Een enkele
maal hardden de paarden een tikje moeten
hebben met den gummi-stok. A£ en toe
steigerden zo, zeer gevaarlijk voor de men
schen.
De heeren spraken in dezen geest:
Het lag niet in hun bedoeling den Boel
in de war te sturen; zij handelden alleen
om ziohzelven en anderen te amuseeron.
Hun herinneringsvermogen had inderdaad
wel .wat geleden door den maaltijd, maar
het meeste was -hun nog helder. Eén paard
was geschrikt, een ander paard was ge
slagen; zij wilden zoo dicht mogelijk bij
den stoet wezen, daarom reden zij niet
hardhet was hun er om te doen een soort
van eerewacht te vermen, vooral bij de
„Poort"; zoodra er een een helm rag,
ging hij er van door; G. B. .was geslagen
met een gummi-stok, had den agent niet
g--slagen, wel gescholden; een ander had
niet gesproken in de taal, die wellicht de
taal van den agent is, enz., enz.
Op verzoek van den verdediger werd
nog gehoord de Manége-knecht P. A. v.
d. H., die evenwel niet gezien had of alle
heeren voorzien waren van een rijknecht,
ofschoon de Manége geen paarden levert
zonder geleiders; die enkel dienst deed bij
den heer G. B., het beter had gevonden
als de politie dezen had laten afstijgen in
stede van hem uit den zadel te lichten,
toen de stoet aankwam, cn die zijn paard
had weggeleid.
De Bub8t..-officier van justitie, mr. A.
Maclaine Pont, wilde nog van de agenten
weten of zij wisten of niet of de burge
meester toestemming tot den Cptocht had
gegeven. In hun ambtseedig proces-verbaal
hadden zij gezet, dat die toestemming ge.
geven was. Zij bleven bij hun eerstafgel eg
de verklaringen.
Zeer begrijpelijk: een agent vraagt niet
aan een superieur om een bewijs van toe-
steirfming voor een optocht, en een in
specteur acht het niet nc'odig dit den agen
ten plechtig te leveren
Daarop verzocht de subst.-officier of
do rechtbank hem dan alsnog in de gele
genheid wilde stellen dienaangaande heb
bewijs over te leggen, nadat hij cr om
zou gevraagd hebben.
Toen eischte het O. M. tegen den eer
sten beklaagde 75 gulden bceto, en tegen
do beide andere beklaagden 50 gulden,
alle boeten te vervangen doof- twintig da
gen hechtenis.
Dc verdediger, mr. J. C. van der Lip,
van Leiden, wees eerst even op de art.
42 en 85 der Leidsche Politieverordening;
het eerste artikel kan niet dienen als basis,
zoolang de officier niet is in het bezit van
het bewijs der bewuste toestemming van
den burgemeester van Leiden; art. 85 is
te beschouwen als een speciale bepaling
van art. 184 Wetboek van Strafrecht; do
straf, op overtreding van art. 85, is gesteld
op 5 gulden.
Verder noemde pleiter deze zaak er een
van weinig beteqkenis en hij geloofde dan
ook, dat een lichte straf zou volgen. Hoert
pleiter vroeger gespreken van oen „stu
dentengrap" en were hem dit toen zeer
kwalijk gcnomeD door dezen officier, wan
neer hij er nu in dit geval weer van spreekt,
zal dc officier hem zeker de hand reiken.
Oude menschen mogen zeggen van dingen
als deze: Dab gaat niet aan; wij leven in
een vrij land, indertijd is er tachtig jaren
voor die vrijheid gevechten; wat hier ge
beurd is, kaD niet als een wonder be
schouwd worden. Een concurreerend Corps
gaat ook een sociëteit op do Breestraat
betrekkenhet aloude, illustere Corps, dat
zich toekent "het monopolio van te zijn
het studentenleven, wordt daardoor ge
prikkeld, het Corpsbloed gaat gisten. Het
Corps protesteert tegen doleantie.
Zoo ging het ook in andere steden,
waar naast een Corps een Bond, een Ver-
ceniging of hoe zoo'n ding mag heeten,
werd opgericht.
Benijdenswaardig: de studenten zoeken
den grappigen kant er van op.
De heeren G. B. en Do J. konden niet
paardrijden en nu trad de politie al
maakt pleiter er haar geen verwijt van,
want haar taak is moeilijk tamelijk
hardhandig op. Rechts moesten zij met
hun paard, links, vooruit. Maar hoe kun
je rechts, hoe kun je links, hoe kun
je vooruit, als je niet kunt paardrijden en
het zoo vol is Daarenbovener werden
studenten geslagen. G. B. was opgewonden,
maar werd ongemotiveerd uit den zadel
gelicht. Het gaat toch niet aan, om, als
heb volk rumoerig dreigt te worden, te
zeggen: „Hoidaar, kom jij eens van jo
paard af 1"
De geëisckte straf vond pleitei*, in vcr-
golijking met die in de vorig© zaak, te
zwaar. Hij vroeg een lichtere.
Do officier zei niets. Of hij het gebeurde
nti een grap acht?
Daarop werd de zaak geschorst tot
over een week, om alsnog den subst.-offi
cier in de gelegenheid te stellen het be
wijs van toestemming van den burgemees
ter van Leiden tot het houden van den
optocht over te leggen.
Uitspraak in do eerste zaak, evenals in
de gisteren vermelde zaken, op 25 Juni.
Haarlemsche Rechtbank.
Do ïïillegomsche brooder-
twist.
Do namiddagzitting van de Haarlemsche
Rechtbank werd gisteren geheel in beslag
genomen door de behandeling van 4 zaken,
waarin de gebroeders K., allen ó'e zonen
van een bekende bloembollcn-kwcokersfa-
nvilio, achtereenvolgens als beklaagden op
het bankje plaats namen.
Op al de aanwezigen maakte het een
pijnlijken indruk zonen uit hetzelfde huis
sJg vijanden tegenover elkaar te zien
et aan.
Uit de behandeling der zaken bleek, dat
de zonen vroeger met den vader een geschil
hebben gekregen over de verdeeling van
de eigendommen, welke hun te zamen toe
kwamen. Er heeft toen een dading
plaats gehad' en nu, betrekkelijk korten
tijd er na, zijn dc vier zoons met elkaar
gaan krakeelen over de eigendommen. Do
firma werd eerst door de oudste twee zo-,
nen overgenomen, maar later zijn de jong
ste twee ook in het vak gegaan, nvn^-r d<ï.
beide eersten wenschten de twee anderea
niet als hun mede-firmanten te beschou
wen, ook kwamen er geschilpunten om
trent de toewijzing van stukken bollen
land en wonder is het niet, dat civiele pro
cessen zijn begonnen, waarin de beicte
oudsten wenden vertegenwoordigd door
Bijvoet te Haarlem, de andere twee
door mr. Van Gigch te Amsterdam. Deze
proceseen zijn thans bij het Hof te Amster
dam in behandeling.
Na lezing van hot bovenstaande zal he$
den lezer niet geheel iTeemd meer voorko
men, dat de oneenigheid der gebroeders
zelfs nog. tot handtastelijkheden, ja, tot
vrij ernstige mishandelingen konden lei
den.
In de maand Mei is het hiertoe geko
men.
Het geschil over den eigendom van een
paar stukken bollenland was er de oorzaak
van. Do beide oudste broers wilden met
werkvolk naar hun bollen en de jongste
stonden „als leeuwen'' voor het hek om ze
te weren. Dit was op 21 Mei. Op 4 Mei
was er al een dergelijk voorspel afge
speeld.
Gistermiddag nu stond Huigbcrtus te
recht wegens mishandeling van Gcrardus.
Dc eisch luidde in deze zaak 3 weken ge
vangenisstraf. Een zelfde straf word go-
cischt 'tegen Jacob wegens mishandeling
van zijn broer Cornells.
Tegen Gerardus werd, wegens mishande
ling van zijn broer Jacobus 3 maanden en
tegen Cornelis, die deèen broeder ook
had geslagen, 5 maanden gevangenisstraf
geëischt.
De eerste twee (de oudste) broeders wer
den verdedigd door mr. Bijvoet, do anderen
door mr. Thors, (plaatsvervanger van mr.
Van Gigch te Amsterdam.) Beide verdedi
gers drongen aan op vrijspraak, snbs. op
legging een er geringe geldboete.
Do uitspraak in deze zaken heeft plaatT
21 Juni a s.
RECfAMES,
h 40 ContB per regel.
6141 11
6324 7
l/er!c!irWclijle aanvsring. „Pie! Dein" en „Meuse"
Omtrent de aan v.-ring van Hr. Ms. pant
serschip „Piet Hein" èn het Belgische
stoomschip „Meusc" wordt aan „De Tel."
uit Nieuwediep nader gemeld:
Over do bijzonderheden van do ramp won
nen wij inlichtingen in aan boord van do
„iFiet Hein", waar de geredden van da
„Mouse" toen nog vertoefden. Aan de hand
van wat ons wermeegedeeld, kunnen wij i
het volgende melden:
Het liep tegen middernacht, toen, nog
op grooten afstand, een groen vuur werd
gezien. Volgens de voorschriften ter voor*
koming van aanvaringen, moet het groene
vuur achter het schip, dat ccn rood vuur
toont, omstoomen. Het zien van het gToeno
vu ui- was voor het pantserschip „Piet
Hein", welks rr"~d vuur door het anderé
schip moest zijn waargenomen, dus geen
reden om van koers te veranderen. Ver
wacht werd, dat het schip mcc het groene»
vuur strafs een anderen koers zou nemen
on ms>o een 12-mijls vaart werd doorge
stoomd. Het groene vuur bleef steeds zicht
baar, meer en meer naderbij komende, tot'
het om vijf minuten na middernacht zóó
nabij was, dat men aan boord van do
„Piet Hein" tot de ervaring kwam, dat o
iets gebeurde, dat niet in den haak was.
Wij kunnen nog .we) voor het roode vuur
langs, meende uien blijkbaar aan boord van
het Belgische stoomschip, maar het bleek,
dat dit niet kon.
Toen het groene vuur zóó dichtbij kwam,
dat eon ongeluk onvermijdelijk scheen, werd
order gegeven de „Piet Hein" achteruit
te doen stoomen; maar het schip liep, zoo
als gezegd is, met ern 12-mijls vaart en dua
luisterde het niet zoo dadelijk naar da
terugwerkende macbino.
Het volgende oogenbük had do aanvaring
plaats. De ram van de „Piet Hein" drong
met kracht in het Belgische stoomschip,,
dat ter hoogte van do commandobrug werd,
ingeloopen. De „Mouse" bleef op den ram;
van de „Piet Hein" hangen, doch steeds*
achteruit stoomende, werkte de „Piet Hein",
zich los cq hoogstens drie minuten na het!
treffen verdween he-t Belgische schip in do.
diepte, met het achterschip omhoég.
Onmiddellijk liet de commandant van do
„Piet ITcin" drie sloepen bemannen en7
uitzetten, tot redding van do in nood ver-^
keerende equipage, terwijl do zoeklichten'/
van het pantserschip direct de plaats van"
d© ramp beschenen, om het reddingswerk)
te vergemakkelijken.
Het moet vreeselijk zijn geweest, heti.'
hulpgeschrei van do in de hooge golven mebj
den dood worstelende menschen aan te hoo-
ren. De redders in de sloepen deden at
hun best hen te naderen, waarin zij echteift
door de hooge zeo zeer werden bemoeilijkt.,
De commandant van de „Piet Hein" is;
vol lof over zijn mannen, die een barrel 1