No. 11199.
LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 9 JUNI. - TWSEDE BLAD.
Anno 1906.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
ïn tL©t ls.amp.
Uit de RechtznaL
Bij ccn w ij z i g i n g van hel Regle
ment van Orde, voor do Tweede
Kamer, waarvan de geruchten gaan,
zou „D o Residentiebode" gaarne
het Adres van Antwoord op de
Troon rede behouden. Het zeggen van
Eommigo bladen dat de audiëntie, dooi
tie Koningin aan den heer Lobman ver
leend, volband zou houden met deze kwes
tie, acht het blad niet geheel onwaarschijn
lijk. ..Want de afgevaardigde uit Goes
staat bekend als de constitutioncclo rnan
bij uitnemendheid, dio als zoodanig niet
zou meewerken tot een wijziging, welke
aan het prestige of den invloed der Kroon
ook maar in het minst zou te kort doen.
Zeer natuurlijk achten wij liet daarom,
dat de heer Lohman over deze aangele
genheid door don Souvercin zou. geraad
pleegd zijn."
,,1) o Residentiebode" acht het
'debat, of althans de gelegenheid hot te
houden, allerminst overbodig," maar in
tegendeel hoogst gcwenscht, in sommi
go gevallen onmisbaar. Zoowel om
het prestig der Kroon als in liet belang
eencr goede samenwerking tusschen St-a-
tcn-Gcneraal en Itegeering. Niet, dat we
hiermede zeggen willen, terug te verlangen
Daar den tijd der eindeloozo Adres-
de bat ton van jaren geleden. Integen
deel, van die achten wij het veel beter,
dat dit Adres debat bij stilzwijgende
afspraak van alle partijen, gelijk dit jaar,
terwijl de Eerste Kamer er ook slechts écn
in on zo Tweede Kamer in één dag afloopt,
terwijl de Eerste Kamer er ook slechts één
kitting aan wijdde. Zelfs kon het debat
veeltijds nog korter verloopen. Yan harte
juichen, wij daarom het sinds ecnigc jaren
ingevoerde gebruik loc, het zoogenaamde
politieke d e b a t niet meer bij het
Ad ro sdeba t te houden, doch naar het
'Algemeen Debat, dat aan do behan
deling van Hoofdstuk 1 der Staatsbegroo-
ting pleegt vooraf te gaan, te verschuiven.
Maar toch, de vollo gelegenheid moet
'oi blijven bestaan en elk jaar geboden
geboden worden, om een A d r c s d o
bat te houden, om het even of van die
gelegenheid al dan niet wordt gebruik ge
maakt."
Vooreerst bepleit liet blad zulks uit de
lerentic voor de Kroon. Het aloud ge
bruik brengt mee, indien do Souvcreir.
persoonlijk het woord richt tot zijn
[Parlement, dit met ccn wederwoord te
Beantwoorden. Maar nog om een andere
roden ,,Een goede samenwerking tusschen
Iïegcering en Siaten-Goneraal kari in som
mige gevallen door een flink en openhar
tig gevoerd Adresdebat bevorderd of
hersteld worden. Dat zijn dio gevallen,
waarin do critiek, welke een Kamer of die
beide Kamers op hot Staatsbeleid willen
uitoefenen, niet zoozeer oen daad of liet
beleid van een der Ministers treffen wil,
doch waar die critiek zich tegen de gchce-
lo Itegeering richt. Bcgrootingen vcrwer
pen, om redenen daarbuiten, met het dool
dus daardoor oen minister of veeltijds een
geheel© Rcgccring het langer aanblijven
onmogelijk te maken, zulks is reeds lang
als constitutioncelc zonde veroordeeld,
'danr op die wijze do staatsmachine zou
gestremd worden en tot stilstand komen.
Verwerpen van wetten, op ziohzelf niet
verwerpelijk, mag al evenmin geschieden
ten cindo een Ministerie tot aftreding te
idwingen. Maar de Kamers behouden toch
Voorzeker het recht, haar inzichten om
trent den polilieken toestand of dien van
s Lands bestier bloot te leggen Daartoe
biedt het Adres van Antwoord een zeer
'gereed© gelegenheid, waarvan ook in ver
schillende gevallen gebruik is gemaakt
Het is een ongezochte en gcreede aanlei
ding om den Souverein op de meest offi-
cieele wijze in kennis te stellen met het
geen er omgaat in den boezem der Volks
vertegenwoordiging. Beter dan een, soms
van allerlei omstandigheden afhankelijke
Motie, schijnt ons liet Adres van Antwoord
i>p do Troonrede daartoe aangewezen. En
ion wij dit ongaamo zagen afgeschaft, dan
is het evenzeer om goede samenwerking te
i) -
,,Hct is wel alles heel mooi," zei Joe
Kynbrook, „dat wij hier zitten en elkaar
Jfrat voorliegen als buiteu dc wind door de
betomen fluit cn de regen de kuilen zoo
schoonveegt, dat onze verzamelbak zich
jnet goud vult, dat wij hier rooken on wach
ten, maar, jongens, ik wil jullio wat zeg
gen: Een tehuis is het nietl NeeD, een te
huis ia het nietl"
Dc spreker hield op, wierp ccn blik doói
'dc lichte, behaaglijke gelagkamer cn op
"don kring van vergenoegde gezichten voor
fle kachel, waartegen zijn eigen laarzen lus-
I 'tig dampten, haalde een glas whisky van
'den grond c'nder zijn stoel te voorschijn en
.nam ondanks zijn afkeurende opmerking
joel alle teckcnen van tevredenheid een
grooten slok van den brandewijn.
..Als gij bedoelt," antwoordde Cyrus
Brewster, „dat het niet het oiide farmhuis
is, zocvals wij dat als jonge bengels kenden,
"daarachter in de bosschcn, dan moet ik je
gelijk geven: ma:.r gij dient je te herinne
ren, dat om <1 i c farm geen velden met gc*ud
agon. Ware er zoo iets geweest, dan zou
den y. ij niet wcggcloopen zijn."
Dat bedoel ik niet", zcidc Joc Wyn-
brook, terwijl hij behaaglijk in zijn stoel
?ing leunen; „het is 'de huiselijke haard,
waarvan ik spreek. Het weldadige, begrijpt
Se; de netheid van het vrouwvolk."
„'Nu, wat hot weldadige betreft," merkt©
kastelein op, terwijl hij zijn ellebc'og
behouden tusschen Kroon cn Staten Gene
raal, als omdat wij traditiën, die het pres
tige der Kroon handhaven, met bijzondere
voorliefde in ecre houden."
De heer Mac Lood schrijft in „Het
Nieuws van de'n Dag" over het in
gediende wetsontwerp tot wijv.iging van
het zesido hoofdstuk der Staatebegroo-
ting voor 1906, beoogende wijzigingen te
brengen in het korps mariniers
Hij merkt op, dat de voorgenomen rcor
ganisatie hoofdzakelijk bestaat in vermin-
doring in getalsterkte en afschaffing van
de marine-officieren.
De schrijver is van mcening, dat het
korps mariniers niet anders moet zijn dan
een korps zeesoldaten, yoorziende in de
behoeften der zeemacht.
„Evenals minister Ellis," aldus schrijft
de heer Mac Lood, „zijn wij van oor
dcol, dat het goed is do bijzondere aan
wening voor de mariniers te behouden,
omdat dio goed gaat, maar wij wenschcn,
do mariniers ook gerecrutoerd to zien uit
de ala jongens in dienst komendo jeugdi
ge schepelingen. De mariniers behooren,
mot de korpsen matrozen, torpedisten, sto
kers, enz. een van de groepen te vormen,
waaruit de bemanning der oorlogsschepen
bestaat; zij moeten daartoe hun eigen on
derofficieren en eigen opleiding hebben.
Maar cr bestaat geen reden om hun korps
afzonderlijk te beheeren, evenmin als om
hun ccn uniform te laten dragen, geheel
anders dan die van d* overige schepelin
gen. Do tegenweordigo minister denkt er
blijkbaar anders over, want hij heeft nog
ctolangs voor do mariniers een n i e u w o
soldaten-uniform ingevoerd, die veel meer
overeenkomst met hun vorige heeft, dan
met dio van het overige scheepsvolk, cn
uit het behoud van artikel 37 in dc begroo-
tmg blijkt do bedoeling van ccn afzonder
lijk beheer, al .wórden odk cenige van
de kosten op andere artikelen overge
bracht.
Een en ander doet dit wetsontwerp, als
zooveel meer, dat in dc laatste jaren aan
het personeel der zeemacht gedaan is, weer
kennen als lapwerk.
Wij zullen dus volgens deze wijziging krij
gen een korps, dat een eigen bijzondere
uniform draagt, afzonderlijk beheerd wordt
cn geen eigen officieren heeft. Dit is een
ongerijmdheid. Of wij dan officieren zen
den willen behouden? Neen, dat niet, maar
wij zouden ook de afzonderlijke uniform
nlot willen behouden. In de Memorio van
Toelichting wordt gesproken vim „den
dienst van dc officieren bij het korps ma
riniers", zelfs in „de lioc'ger© rangen", en
van een „onmisbare tijdelijke kern.-" Dit
alles is overbodig, wanneer <Ie mariniers
eenvoudig een plaats innemen, overeenko
mende ,mct die van de andere korpsen der
zeemacht. Wanneer men zich niet kon los
maken van liet deukbeeld, dafc do mari
niers iets zijn buiten do zeemacht, dan
moest men ook hun officieren niet willen
afschaffen. Dat de mariniers l'n hun clicnst
hetzij op schepen, hetzij in een kazerne,
onder officieren moctc.; staan, spreekt van
zelf, maar hierbij kemen niet meer overwe
gingen tc pas dan bij den dienst van bij
voorbeeld dc torpedisten, die ook geen af
zonderlijk korps officieren hebben.
Do heer Mac Leod behandelt verder de
vraag, wat er gedaan moot worden mot de
nog bestaande marinier-officieren.
De betrekking van inspecteur van 'de
mariniers is, schrijft hij, op te dragen aan
den hc'ogsten in rang van do marine-offi
cieren, 'den tegenwooTdigon kolonel, en
later, bij opvolging aan de anderen. Op
den kolonel volgen thans drie luitenant-
kolcnels. Waren dezen er niet en woonden
dc mariniers, die niet varende zijn, in lo
gement-schepen, dan zouden deze schepen
door kapitein-luitenants-ter-zee gecomman
deerd kunnen worden, en hetzelfde zou ook
het geval kunnen zijn met kazernes, waar
in mariniers of ander volk zcu wonen. Do
ex-luitenant-ko!onel dor mariniers kunnen
dus zonder eenige bedenking hot bevel over
een logementschip of een kazerne voeren.
Do kapiteins mc'gen geacht worden do-
zclfdo bekwaamheden te bezitten als do
peinzend op de toonbank liet rusten, „voor
dat ik hier het uitgegravene in munt om
zette, had ik een winkel benevens een kroeg
daar achter in Missoeridaar lagen vijf
farmen van don ouden stempel bijeen. Ver-
wenscht zij mijn vel, als de manlui zich
toen niet in mijn winkel vertoonden, op
mijn tonnen zaten en hun gebruikelijken
borrel slurpten, veel vaker dan gij allen
hier, bij al deze moderne verbeteringen."
„Niemand van ulieden snapt hot," ant
woordde Wynbrook ongeduldig. „Als er
verder niets noodig was daD huizen to bou
wen cn families te vormen, dan moot ik
zeggen, dat uw kamp niets te wenschcn
overlaat en het niet aan meisjes ontbreekt,
maar daarmee zou men zich slechts een last
op den hals halen en een hoop praatzieke
vrouwen krijgen, die met elkaar babbelen
en onzo vriendschap ondermijnen. Neen,
heeren, wat ons, zooals wij hier bijeen zijn,
ontbreekt, dat is een goede, oude moeder 1
Niet zoo wat nieuwbakkens of nieuwmo
disch, neen, zoon echte moeder van de
oude soort, zooals wij die ais jongens had
den."
De spreker raakte een zeer afgesleten
snaar aan, een, die nauwelijks meer versle
ten kon worden en die eens tevergeefs had
geklonken, maar toch nog haar uitwerking
deed. De mannen bewaarden het stilzwij
gen. Aldus aangemoedigd, ging Wyn
brook voort. „Stelt jullie eens voor, dat gij
op een nacht aTs deze uit het rivierbed
thuiskomt en een oude moeder vindt, die op
jullio wacht- Dan behoeft gij niet rond te
taston naar lucifers, welke gij in het rivier
bed hebt geJatcn geen gevloek, omdat het
hout nat is of omdat gij vergeten hobt 't naar
naar bmuen te brengen; geen zoeken naar
luitenants ter zee der lste klasse, behalve
die, welke vercischt worden voor de zee
vaart en het torpedo-wezen, wclko laatsteu
zij zich echter door studie eigen kunnen
maken. Men kan dus de kapiteins plaatsen
in alle betrekkingen, waarin geen zeevaart
kunde wordt vercischt, en aangezien de
torpedodienst een speciaal vak is, behoeft
d© vraag, cf zij daarbij zouden kunnen ge
plaatst worden, niet te worden overwogen.
Het behoeft waarlijk geen moeite te kos
ten, om op de wacht-, instructie, en lc'ge-
mentschepen, benevens in do kazernes,
plaatsen te vinden, waarin de ex-kapiteins
der mariniers uitstekende diensten kimnen
bewijzen, terwijl ook nog op do groote va
rende schepen zeer goed een officier van
dien rang kan geplaatst worden, dio niet
in het bezit is van zeevaartkundige kennis.
Van do luitenants dor mariniers kan het
zelfde gezegd wetden.
Ten eindo misverstand to voorkomen,
dienen de tegenwoordige titels dor mari
nier-officieren vervangen te worden door
do gewone titels der zeeofficieren vnn ge
lijken rang.
Ton aanzien van do officieren van ad
ministratie zegt do schrijver:
Behcudens misschien oenigo afwikkeling
van tegenwoordige zaken, houdt do afzon
derlijk© administratie van het korps mari
niers op te bestaan. Voor de officieren dier
administratie moet. dus een andere werk
kring aangewezen werden. Voor den luiten
nant-koloncl-intcndant iB dio aan hot De
partement van Marine of bij een der di-
rectiën wel te vindon (wij denkon hier o. ft.
aan dc „intendance" voor oorlogstijd). Do
overige cfficieren-kwartiermeestcrs kunnen
ingelijfd worden in het korps der admini
stratie can de zeemacht, waaruit zij allen
afkomstig zijn. Naar hun datum van aan-
stolling in do ranglijst herplaats, zullen zij
echter boven do sterkte moeten gevoerd
worden, cpdat anderen niet in hun bevor
dering benadeeld worden.
Men zal misschien de opmerking maken,
dat voor deze regeling een afzonderlijke
wet („dio kan worden aangehaald als M a-
i4 i n i e r s w e t/'), vereiachb wordt. Wij
geven dat volgaarne tc'e, maar kunnen ook
do thans voorgedragen regeling moeilijk
als een eenvoudige begrotingswijziging
boschouwen.
Over het dezer dagen afgekondigdo Ko
ninklijk Besluit „lot vaststelling van
voorschriften voor on het verlecncn van
een Rij ksbijdrage aan gomccu-
t el ij k e en bijzondere kweek
scholen" spreekt „Hot Cent rum"
als >van ,,eeo formeel© oorlogsverklaring
der Rcgccring aan het bijzondere onder
wijs."
Men onthoude het toch good: In het
ontwerp-Kuyper werdon verschillende
oischen gesteld aan de Bijzondere Kweek
scholen, ongeveer dezelfde als in hot hier
besproken besluit, doch daartegenover
hiold het ontwerp-Kuyper in een bijdrage
van zeventig guldon per wekolijksch les
uur cn achthonderd gulden per behaalde
akte, alsmede het diplomeeringsrocht,
terwijl het thans uitgevaardigd besluit
geoft vijf en dertig guldon per wokelijkech
lesuur en vierhonderd tachtig gulden per
behaalde akte, en van diplomccringsrecht-
natuurlijk geen sprake is.
Wij zullen hier natuurlijk niet verder
in détails trodenniet nagaan de kleine,
varschillen tusschen de eischen van hot
ontwerp-Kuyper cn die van het besluit;
niet onderzoeken in hoeverre do juiste be
merkingen van hot Voorloopig Verslag
thans nog buiten rekening zijn gelaten.
Hoofdzaak is voor ons, hierop dc aan
dacht tc vestigen, dat waar hot vtorig Ka
binet op aandrang der Kamer zeide: „Wc
zullen de regeling zelve voorloopig laten
ruston, totdat het rapport der Staats
commissie cr is, maar, zoo noodig, u
voorloopig wat meer subsidie geven"
het huidig Kabinet precies andersom han
delt, en zegt: „De subsidie en het diplo-
meeringsreeht van het ontwcrp-Kuypor
krijgt gij niet, maar wjj leggen u wel al
dc lasten op, doch thans zonder eenige
compensatie."
uw droge klcercn, om eindelijk te ontdek
ken, dat gij o'es morgens vergeten hobt,
die te drogen; maar alles wacht kant
en klaar op jullie. En dan brengt zij
wellicht een paar pannekoeken, die
zij juist voor jullie heeft gebakken,
zooals slechts zij die kan hak
kel Neemt bijvoorbeeld Prossy Riggs hier
aan mijn groene zijdel Hij heeft toch de
beste vangst gehad en zet een groot hui8
tegen de helling. Bestl Laat het hem bou
wen en piekfijn inrichten met een Chl-
neeschcn kok en een biddy (Iersch dienst
meisje) en een Mexicaanschen vaquero om
naar zijn paard te kijken maar geen
móeder zal hem het huis in oroe houden.
Dat wil zeggen", verbeterde hij zichzclven
en wenddo zich tot zijn metgezel, „,gij hebt
ten minste nooit van uw aaoeder gesproken
daarom dacht ik, dat gij er evenmin als
wij een hebt,"
Do toegesproken jongo man bloosde ver
legen en knikto daarop links met zijn hoofd.
Hij had echter met een bijna kinderlijke
belangstelling cn met een eerbiedige be
wondering voor zijn kameraad naar diens
woorden geluisterd; eigenschappen, welke
hem, in verband mot een niet bijzonder
sohitterend begripsvermogen, afwisselend
tot het doelwit en tot den lieveling van het
kamp maakten. Inderdaad geloofd© men,
dat hij over die mate van eenvoud cn on
ervarenheid beschikte, welke volgons hot
bijgeloof der gouddelvers zijn eigenaar ge
luk aanbrengt. En dit werd ondubbelzinnig
daardoor bewezen, dat hij „do grootste
vangst" van het goheole jaar had gemaakt.
Joc Wynbrooks opwelling van gevoel, al
was die ook slochts van voor bijgaan den
aard en maar half ernstig gemeend, had
En dan vragen wij: Is het te billijken,
dat, wat in een wetsontwerp is belichaamd
geweest-, doch teruggenomen in afwachting
van oen rapport, thans opeens bij besluit
wordt geregeld, zonder ecnigon grond?
De „Prov. Gr on. Courant" be
spreekt het ongevraagd advies van het oo-
niitc uit de „Verecniging voor Vrouwen
kiesrecht" aan den minister van binnen-
landscho zaken betreffende dc regeling van
het kiesrooht.
Wel heeft dc Regcering het uitgesproken,
dat zij geen raad of voorlichting van dorden
behoeft of verlangt over de wijze van her
ziening der kiesrechtartikelen van de
Grondwet, maar toch meent do schrijver,
dat hot advies van genoemo' comité dat
een pleidooi mag heeten tegeD do voortdu-
rendo uitsluiting van do vrouw als zooda
nig van liet actieve eD passievo kiesrecht
indruk maken moet.
Het advies wordt door ae „Prov
G r o n. 0 o u ra n t geprezen om zijD so
berheid en ingetogenheid. Hot oude, reeds
bekende is lu©r in een friscli en aantrekke
lijk gewaad gestoken. En menige redeneo-
ring, dio to voren niet op deze wijs was
voorgedragen, pakt door haar onweerleg
baarheid. De schrijver wijst er vervolgens
op, dat de minister Rink aan do d^io da
mes, dio bij' hem haar opwachting zijn
komen maken ter aanbieding^van liet ad
vies; natuurlijk geen stelligp toezeggingen
heeft gedaan Dit zou geen enkelo minister
doen ton aanzien van een zoo belangrijk
vraagstuk als dit, zoolang niet ö'o Rcgcc
ring daaromtrent tot eenstemmigheid is
gekomen Wij zien, besluit do schrijver, den
wcnsch, in het adviog neergelegd, dat dc
Grondwet zelve vrouwenkiesrecht zal deerc-
teeren, niet zoo gemakkelijk in vervulling
gaaD. Het lijkt ons niet waarschijnlijk,
dat men oen wetgever, op hetzelfde
oogenblik, dat men hem van bestaande
banden bevrijdt, nieuwe zoude gaan aan
leggen. Maar dat uit de Grondwet do bo-
lemmeringon tegen het kiesrecht ©n do ver
kiesbaarheid der vrouw zullcu worden weg
genomen, is op zijn zachtst waarschijnlijk.
Kwam bet eerst zoover, de „Vereeniging
voor Vrouwenkiesrecht" zou tevreden mo
gen zijn. Want haar zaak is te 6terk oiu
or aan te twijfelen, dat zij voor do vior-
sehaar van do wet zal triumfeeren, als do
Grondwet niet langer dc dooddoener kan
zijn. En a'o vrees voor „intrekking van het
eenmaal geschonken©", wanneer niot de
Grondwet zelvo het vrouwenkiesrecht voor
anker legt, is toch waarlijk denkbeeldig.
Wio goede verwachting van de werking van
den maatregel hebben, boboeven die vrees
niet to koesteren. Het is do zwakke, oil
voorzichtige zijde van het advies haar tot
uiting te hebben gebracht. Maar er blijft
daarin sterks en veTstanaigs genoeg ovei
om de onderstelling te wettigen, dat hot
zal aanslaan cu de zaak van hot vrouwen
kiesrecht der oplossing nader brengen zal.
„Dc Nederland or" meent, dat het
wetsontworp t-ot invoering van een wette-
1 ij ken t ij d warrao toejuiching verdient.
Het cersto voordeel is, dat er éénheid van
tijd komt, maar hot tweede, haast nog
grootcr dan het cersto, is gelegen in do
keuzo van den M i d d cn-E u ro pco-
schon tijd. Men wijst cp de geografi
sche ligging van Nederland, waardoor het
meer tot dc West-Europceschc dan t-t
do Midden-Europeesche zóne behoort. Doch
zooals do Memorie van Toelichting bij het
ontwerp terecht betoogt, is dit bezwaar
grootendecls slochts van theoretische waar
de. Men wijst verder cp de handelsbetrek
kingen met België, maar vergeet, dat die
met Duitschland nog vet! uitgebreider zijn.
Hot groote argument voor don Midden-
Europeeschen tijd, waarvoor kleine beden
kingen, ook voor zoo^or die inderdaad be
staan, gemakkelijk over hot hetofd kunnen
wordon gezien, ia de economische en hygië
nische winst, welke invoering van dien
tijd aan het nationab leven zal brengen.
Zeer waarschijnlijk is liet, dat do meeste
aanvangsuren van scholen, kantoren, maal
tijden, enz. geen wijziging zullen ondergaan.
Maar dan komt invoering van den Middcn-
Eurcpeeschen tijd cr ook op neer, dat die
onbewust een snaar in f'rossy's eenvoudige
levensgeschiedenis aangeraakt en het blo
zen zijner wangen kwam niet uitsluitend'
uit. schuchterheid voort. Een tehuis cn
bloedverwanten, waarover zij zoo luchtig
spraken, had hij nooit gekend; hij was een
vondelingToen hij des nachts daarop wak
ker in bed lag, dacht hij aan do liefoadig-
heidsinritohting, welke zijn leeftijd als zui
geling had beschermd, aan den meester, hij
wien hij later onder dak was gebracht. Dat
was alles wat hij van zijn kinderjaren nf-
wist. In al zijn eenvoud had het een groe
ten indruk op hem gemaakt, dat zijn met
gezellen zoo aan don invloed van familio
hechtten, en hij had' hun overdrijvingen voor
geheel gel oofwaar dig opgenomen. Bij zijn
onwetendheid' en zijn gemis aan begrip voor
scherts had h'j niets onwaars in hun ge
voelsuitingen ontdekt. En een onbestemd
gevoel van verantwoordelijkheid, hetwelk
hij als dc gelukkigste onder hen en als de-
gecn, die het eerst een „huis" in het kamp
had gebouwd, gevoelde, begon hem te druk
ken. Hij lag met wijdgeopende oogen in
dc duisternis tc starenluisterde naar den
bergwind en voelde den warmen adem
daarvan door de roten van het blokhuis
over zijn gezicht strijken, terwijl hij aan
het nieuwe huis op den heuvel df>cht, dat
van latten voorzien, gewit en met riet ge
dekt zou worden cn toch nog niet zulk ccn
geheimzinnige „moeder" zou herbergenEn
opeens kwam in de eenzaamheid on dc duis
ternis een gedachte bij hem op, welke hem
in zijn bed rechtop deed' zitten
Een paar dagen later stond Prossy Riggs
in een door zand bestoven, door wind ge
teisterde voorstad' van San-Francisco voor
een groot gebouw, welks uiterlijk verkon-
klok eenvoudig 40 minuten zal worden
vöoruitgczet, nu a. w., dar heel het dage-
lijksch leven 40 minuten vroeger zal wor
den geleefd dan tot dusver. Invoering van
den Greenwicht-ijd daarentegen zou betce-
kenen, dat liet leven f.0 minuten soa wor
den verlaat. Een verschil alzc'o van ecu
uur. Veertig minuten opschuiving naar den
ochtendstond, 6f twintig minuten naar do
avondschemering. Voor wio bedenkt hoe,
vooral in dc steden, het leven reeds steeds
later geworden is, kan de keus tusschen de
beido stolsels in dit opzicht niet moeilijk
zijn.
Economisten van gezag hebben destij .s
uitvoerige berekeningen gemaakt van wat
zulk een wijziging aan dc natie zou bespa
ren aan duur kunstlicht, dat vervangen zou
worden door (gedurende den grootston
tijd van het jaar) k- teloos morgenlichte
En hygiënisten hebben zich daarbij aan
gesloten, ter uiteenzetting van de miudor
gemakkelijk clid?r cijfers te brengen winst
aan gezondheid.
Dczo oplossing van de tijdkwestie bo-
hoort lo worden aanvaard!. Een weinig geo
grafische dogmatiek kan daarvoor veilig
worden opgeofferd. De eenheid van tijd,
dio het Cntwerp brengt, is een good ding.
En dc ééno tijd, dien het brengt, is mis
schien nog beter
Eonoplichtster.
Voor do rechtbank to Utrecht stond gis
teren terecht de 46-jarige mevrouw A. M.
M. wegens ccn poging tot oplichting van
mevrouw R. V., te Zeist.
Do beklaagde leefde gescheiden van haaf'
man en moet zich langen tijd aan oplich
terijen van verachillcnklen aardj hebben
schuldig gemaakt. Als toelage ontving zij
van haar gewezen echtgenoot 75 gulden
per maand.
Door de Utrechtsche politie was rocdR
vóór het gebeurde tc Zeist tegen haar ge
waarschuwd. Vooral kamerverhuurder»
wist zij tot haar slachtoffers to mnkon.
's-Gravenhage, Utrecht, Amersfoort en
Zeist vormden haar operatieterrein. Door
liaar net voorkomen ton beschaafde ma
nieren gelukt© het haar zonder moeite het
vertrouwen t© winnen.
Deftig in het zwart gekleed, met hoed en
voile verscheen zij in de bank der bek laag-
oen.
Uit do behandoliug der zaak bleek, dat
zij onder een valseh voorwendsel getracht
heeft van mevrouw R. V. gold machtig te
worden. Het heette, dat haar dochter
zwaar ziek to Montrcux lag cn haar bij
stand hoog noodig liad. Het voor do reis
onmisbare geld ontbrak haar evenwel. Orn
het vertrouwen geheel to winnen toonde
zij ccn in het Duitsch aan haar gericht
telegram.
Mevrouw V. scheepte haar voorloopig af
cn ging nadere inlichtingen inwinnen. Op
dio wijze ontdekte zij, dat men haar had
willen bedriegen cn stelde de politie met
het geval in kennis. De ware 'toedracht der
zaak kwam nu weldra* aan het licht. Van
een zicko dochter was geen sprak© en het
zoogenaamdo telegram uit Montreux was
door haar zelf afgezonden te Utrecht aan
haar zelve to Zoist. D© plaats van afzen
ding was zeer nauwkeurig in Montrcux ver
anderd' Een bepaald bedrag is niet ge
vraagd.
Ter terechtzitting beweerde dc beklaagde,
dat het haar bedoeling was het gold op 1
Juni 'terug te geven en dit ook aan mevrouw
V. kenbaar gemaakt t© hebben. Dozo, als
getuige gehoord, stemdo toe, dat zij iets
van „teruggeven" had hooren mompelen,
Q'och overigens niets.
De beklaagde voerde verder aan, dat zij
he't geld terug had willen betalen van do
75 gulden, dio zij op 1 Juni bad in to vor
deren. Ook vertelde zij van haar nooddruft.
Zij had op dat oogenblik niets meer bozeten
on een nacht had zij reeds onder den bloo-
ton hemel doorgebracht.
Do verdediger, mr. P. G. H. Dop. wilde
weten of beklaagde ten huize van mevr. V.
niet eenigen tijd heeft moeten wachten. Do-
ze bcaamdo dit cn geloofde dat dit ongc-
digdo, dat bet een wcldadigheidsinrichting
was. Het was dan ook werkelijk een toe
vluchtsoord voor vele landverhuizers, dio
misleid waren en geen work hadden gevon
den. Toen Prosper voor de deur stond, be
kropen hom zekere oud© heriuncringcn t-an
een dergelijk toevluchtsoord en, vreemd, hij
voeldo zich gedrukt alsof hij voor zichzclven
een onderdak zocht. Het zweet stond op
zijn voorhoofd, toen hij do kamer van oen
directeur binnentrad.
Dozo beambte bezat echter gelukkig bo
novens groote menschenkonnis een goed
hart cn kwr.m zi;n bezoeker, nadat hij
diens schitterenden horlogeketting eerst in
oogenschouw genomen en zich overtuigd
had, dat deze geen persoonlijko ondorstcu-
ping behoefde, bij zijn stamelend geuit ver
langen te hulp.
„Als ik u goed begrijp, clan heeft u
iemand voor dr> huishouding noodig 1"
„Dat is hetI Iemand, die liefderijk voor
mij zorgt on voor mijn have en goed op
komt I" antwoordde Prosper zeer verlicht.
„Van welken leeftijd?" ging do directeur
voort, 'renvijl hij behoedzaam do jonge,
krachtige verschijning vóór hem en diens
goedhartig gelaat monster ie.
„Ik ben niet kieskeurig, als r.ij maar
oud is, begrijr u. Van den leeftijd, zoo
ongeveer tusschen u en mij, alsof zij mijn
eigen moeder ware."
Do directeur glimlach'bij zichzclven.
Een zekere graad van voorzichtigheid was
bij dezen jongeling van het land niet te
miskennen I
(Wordt vervolgd.)