No. 11199. LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 9 JUNI. - TWSEDE BLAD. Anno 1906. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. ïn tL©t ls.amp. Uit de RechtznaL Bij ccn w ij z i g i n g van hel Regle ment van Orde, voor do Tweede Kamer, waarvan de geruchten gaan, zou „D o Residentiebode" gaarne het Adres van Antwoord op de Troon rede behouden. Het zeggen van Eommigo bladen dat de audiëntie, dooi tie Koningin aan den heer Lobman ver leend, volband zou houden met deze kwes tie, acht het blad niet geheel onwaarschijn lijk. ..Want de afgevaardigde uit Goes staat bekend als de constitutioncclo rnan bij uitnemendheid, dio als zoodanig niet zou meewerken tot een wijziging, welke aan het prestige of den invloed der Kroon ook maar in het minst zou te kort doen. Zeer natuurlijk achten wij liet daarom, dat de heer Lohman over deze aangele genheid door don Souvercin zou. geraad pleegd zijn." ,,1) o Residentiebode" acht het 'debat, of althans de gelegenheid hot te houden, allerminst overbodig," maar in tegendeel hoogst gcwenscht, in sommi go gevallen onmisbaar. Zoowel om het prestig der Kroon als in liet belang eencr goede samenwerking tusschen St-a- tcn-Gcneraal en Itegeering. Niet, dat we hiermede zeggen willen, terug te verlangen Daar den tijd der eindeloozo Adres- de bat ton van jaren geleden. Integen deel, van die achten wij het veel beter, dat dit Adres debat bij stilzwijgende afspraak van alle partijen, gelijk dit jaar, terwijl de Eerste Kamer er ook slechts écn in on zo Tweede Kamer in één dag afloopt, terwijl de Eerste Kamer er ook slechts één kitting aan wijdde. Zelfs kon het debat veeltijds nog korter verloopen. Yan harte juichen, wij daarom het sinds ecnigc jaren ingevoerde gebruik loc, het zoogenaamde politieke d e b a t niet meer bij het Ad ro sdeba t te houden, doch naar het 'Algemeen Debat, dat aan do behan deling van Hoofdstuk 1 der Staatsbegroo- ting pleegt vooraf te gaan, te verschuiven. Maar toch, de vollo gelegenheid moet 'oi blijven bestaan en elk jaar geboden geboden worden, om een A d r c s d o bat te houden, om het even of van die gelegenheid al dan niet wordt gebruik ge maakt." Vooreerst bepleit liet blad zulks uit de lerentic voor de Kroon. Het aloud ge bruik brengt mee, indien do Souvcreir. persoonlijk het woord richt tot zijn [Parlement, dit met ccn wederwoord te Beantwoorden. Maar nog om een andere roden ,,Een goede samenwerking tusschen Iïegcering en Siaten-Goneraal kari in som mige gevallen door een flink en openhar tig gevoerd Adresdebat bevorderd of hersteld worden. Dat zijn dio gevallen, waarin do critiek, welke een Kamer of die beide Kamers op hot Staatsbeleid willen uitoefenen, niet zoozeer oen daad of liet beleid van een der Ministers treffen wil, doch waar die critiek zich tegen de gchce- lo Itegeering richt. Bcgrootingen vcrwer pen, om redenen daarbuiten, met het dool dus daardoor oen minister of veeltijds een geheel© Rcgccring het langer aanblijven onmogelijk te maken, zulks is reeds lang als constitutioncelc zonde veroordeeld, 'danr op die wijze do staatsmachine zou gestremd worden en tot stilstand komen. Verwerpen van wetten, op ziohzelf niet verwerpelijk, mag al evenmin geschieden ten cindo een Ministerie tot aftreding te idwingen. Maar de Kamers behouden toch Voorzeker het recht, haar inzichten om trent den polilieken toestand of dien van s Lands bestier bloot te leggen Daartoe biedt het Adres van Antwoord een zeer 'gereed© gelegenheid, waarvan ook in ver schillende gevallen gebruik is gemaakt Het is een ongezochte en gcreede aanlei ding om den Souverein op de meest offi- cieele wijze in kennis te stellen met het geen er omgaat in den boezem der Volks vertegenwoordiging. Beter dan een, soms van allerlei omstandigheden afhankelijke Motie, schijnt ons liet Adres van Antwoord i>p do Troonrede daartoe aangewezen. En ion wij dit ongaamo zagen afgeschaft, dan is het evenzeer om goede samenwerking te i) - ,,Hct is wel alles heel mooi," zei Joe Kynbrook, „dat wij hier zitten en elkaar Jfrat voorliegen als buiteu dc wind door de betomen fluit cn de regen de kuilen zoo schoonveegt, dat onze verzamelbak zich jnet goud vult, dat wij hier rooken on wach ten, maar, jongens, ik wil jullio wat zeg gen: Een tehuis is het nietl NeeD, een te huis ia het nietl" Dc spreker hield op, wierp ccn blik doói 'dc lichte, behaaglijke gelagkamer cn op "don kring van vergenoegde gezichten voor fle kachel, waartegen zijn eigen laarzen lus- I 'tig dampten, haalde een glas whisky van 'den grond c'nder zijn stoel te voorschijn en .nam ondanks zijn afkeurende opmerking joel alle teckcnen van tevredenheid een grooten slok van den brandewijn. ..Als gij bedoelt," antwoordde Cyrus Brewster, „dat het niet het oiide farmhuis is, zocvals wij dat als jonge bengels kenden, "daarachter in de bosschcn, dan moet ik je gelijk geven: ma:.r gij dient je te herinne ren, dat om <1 i c farm geen velden met gc*ud agon. Ware er zoo iets geweest, dan zou den y. ij niet wcggcloopen zijn." Dat bedoel ik niet", zcidc Joc Wyn- brook, terwijl hij behaaglijk in zijn stoel ?ing leunen; „het is 'de huiselijke haard, waarvan ik spreek. Het weldadige, begrijpt Se; de netheid van het vrouwvolk." „'Nu, wat hot weldadige betreft," merkt© kastelein op, terwijl hij zijn ellebc'og behouden tusschen Kroon cn Staten Gene raal, als omdat wij traditiën, die het pres tige der Kroon handhaven, met bijzondere voorliefde in ecre houden." De heer Mac Lood schrijft in „Het Nieuws van de'n Dag" over het in gediende wetsontwerp tot wijv.iging van het zesido hoofdstuk der Staatebegroo- ting voor 1906, beoogende wijzigingen te brengen in het korps mariniers Hij merkt op, dat de voorgenomen rcor ganisatie hoofdzakelijk bestaat in vermin- doring in getalsterkte en afschaffing van de marine-officieren. De schrijver is van mcening, dat het korps mariniers niet anders moet zijn dan een korps zeesoldaten, yoorziende in de behoeften der zeemacht. „Evenals minister Ellis," aldus schrijft de heer Mac Lood, „zijn wij van oor dcol, dat het goed is do bijzondere aan wening voor de mariniers te behouden, omdat dio goed gaat, maar wij wenschcn, do mariniers ook gerecrutoerd to zien uit de ala jongens in dienst komendo jeugdi ge schepelingen. De mariniers behooren, mot de korpsen matrozen, torpedisten, sto kers, enz. een van de groepen te vormen, waaruit de bemanning der oorlogsschepen bestaat; zij moeten daartoe hun eigen on derofficieren en eigen opleiding hebben. Maar cr bestaat geen reden om hun korps afzonderlijk te beheeren, evenmin als om hun ccn uniform te laten dragen, geheel anders dan die van d* overige schepelin gen. Do tegenweordigo minister denkt er blijkbaar anders over, want hij heeft nog ctolangs voor do mariniers een n i e u w o soldaten-uniform ingevoerd, die veel meer overeenkomst met hun vorige heeft, dan met dio van het overige scheepsvolk, cn uit het behoud van artikel 37 in dc begroo- tmg blijkt do bedoeling van ccn afzonder lijk beheer, al .wórden odk cenige van de kosten op andere artikelen overge bracht. Een en ander doet dit wetsontwerp, als zooveel meer, dat in dc laatste jaren aan het personeel der zeemacht gedaan is, weer kennen als lapwerk. Wij zullen dus volgens deze wijziging krij gen een korps, dat een eigen bijzondere uniform draagt, afzonderlijk beheerd wordt cn geen eigen officieren heeft. Dit is een ongerijmdheid. Of wij dan officieren zen den willen behouden? Neen, dat niet, maar wij zouden ook de afzonderlijke uniform nlot willen behouden. In de Memorio van Toelichting wordt gesproken vim „den dienst van dc officieren bij het korps ma riniers", zelfs in „de lioc'ger© rangen", en van een „onmisbare tijdelijke kern.-" Dit alles is overbodig, wanneer <Ie mariniers eenvoudig een plaats innemen, overeenko mende ,mct die van de andere korpsen der zeemacht. Wanneer men zich niet kon los maken van liet deukbeeld, dafc do mari niers iets zijn buiten do zeemacht, dan moest men ook hun officieren niet willen afschaffen. Dat de mariniers l'n hun clicnst hetzij op schepen, hetzij in een kazerne, onder officieren moctc.; staan, spreekt van zelf, maar hierbij kemen niet meer overwe gingen tc pas dan bij den dienst van bij voorbeeld dc torpedisten, die ook geen af zonderlijk korps officieren hebben. Do heer Mac Leod behandelt verder de vraag, wat er gedaan moot worden mot de nog bestaande marinier-officieren. De betrekking van inspecteur van 'de mariniers is, schrijft hij, op te dragen aan den hc'ogsten in rang van do marine-offi cieren, 'den tegenwooTdigon kolonel, en later, bij opvolging aan de anderen. Op den kolonel volgen thans drie luitenant- kolcnels. Waren dezen er niet en woonden dc mariniers, die niet varende zijn, in lo gement-schepen, dan zouden deze schepen door kapitein-luitenants-ter-zee gecomman deerd kunnen worden, en hetzelfde zou ook het geval kunnen zijn met kazernes, waar in mariniers of ander volk zcu wonen. Do ex-luitenant-ko!onel dor mariniers kunnen dus zonder eenige bedenking hot bevel over een logementschip of een kazerne voeren. Do kapiteins mc'gen geacht worden do- zclfdo bekwaamheden te bezitten als do peinzend op de toonbank liet rusten, „voor dat ik hier het uitgegravene in munt om zette, had ik een winkel benevens een kroeg daar achter in Missoeridaar lagen vijf farmen van don ouden stempel bijeen. Ver- wenscht zij mijn vel, als de manlui zich toen niet in mijn winkel vertoonden, op mijn tonnen zaten en hun gebruikelijken borrel slurpten, veel vaker dan gij allen hier, bij al deze moderne verbeteringen." „Niemand van ulieden snapt hot," ant woordde Wynbrook ongeduldig. „Als er verder niets noodig was daD huizen to bou wen cn families te vormen, dan moot ik zeggen, dat uw kamp niets te wenschcn overlaat en het niet aan meisjes ontbreekt, maar daarmee zou men zich slechts een last op den hals halen en een hoop praatzieke vrouwen krijgen, die met elkaar babbelen en onzo vriendschap ondermijnen. Neen, heeren, wat ons, zooals wij hier bijeen zijn, ontbreekt, dat is een goede, oude moeder 1 Niet zoo wat nieuwbakkens of nieuwmo disch, neen, zoon echte moeder van de oude soort, zooals wij die ais jongens had den." De spreker raakte een zeer afgesleten snaar aan, een, die nauwelijks meer versle ten kon worden en die eens tevergeefs had geklonken, maar toch nog haar uitwerking deed. De mannen bewaarden het stilzwij gen. Aldus aangemoedigd, ging Wyn brook voort. „Stelt jullie eens voor, dat gij op een nacht aTs deze uit het rivierbed thuiskomt en een oude moeder vindt, die op jullio wacht- Dan behoeft gij niet rond te taston naar lucifers, welke gij in het rivier bed hebt geJatcn geen gevloek, omdat het hout nat is of omdat gij vergeten hobt 't naar naar bmuen te brengen; geen zoeken naar luitenants ter zee der lste klasse, behalve die, welke vercischt worden voor de zee vaart en het torpedo-wezen, wclko laatsteu zij zich echter door studie eigen kunnen maken. Men kan dus de kapiteins plaatsen in alle betrekkingen, waarin geen zeevaart kunde wordt vercischt, en aangezien de torpedodienst een speciaal vak is, behoeft d© vraag, cf zij daarbij zouden kunnen ge plaatst worden, niet te worden overwogen. Het behoeft waarlijk geen moeite te kos ten, om op de wacht-, instructie, en lc'ge- mentschepen, benevens in do kazernes, plaatsen te vinden, waarin de ex-kapiteins der mariniers uitstekende diensten kimnen bewijzen, terwijl ook nog op do groote va rende schepen zeer goed een officier van dien rang kan geplaatst worden, dio niet in het bezit is van zeevaartkundige kennis. Van do luitenants dor mariniers kan het zelfde gezegd wetden. Ten eindo misverstand to voorkomen, dienen de tegenwoordige titels dor mari nier-officieren vervangen te worden door do gewone titels der zeeofficieren vnn ge lijken rang. Ton aanzien van do officieren van ad ministratie zegt do schrijver: Behcudens misschien oenigo afwikkeling van tegenwoordige zaken, houdt do afzon derlijk© administratie van het korps mari niers op te bestaan. Voor de officieren dier administratie moet. dus een andere werk kring aangewezen werden. Voor den luiten nant-koloncl-intcndant iB dio aan hot De partement van Marine of bij een der di- rectiën wel te vindon (wij denkon hier o. ft. aan dc „intendance" voor oorlogstijd). Do overige cfficieren-kwartiermeestcrs kunnen ingelijfd worden in het korps der admini stratie can de zeemacht, waaruit zij allen afkomstig zijn. Naar hun datum van aan- stolling in do ranglijst herplaats, zullen zij echter boven do sterkte moeten gevoerd worden, cpdat anderen niet in hun bevor dering benadeeld worden. Men zal misschien de opmerking maken, dat voor deze regeling een afzonderlijke wet („dio kan worden aangehaald als M a- i4 i n i e r s w e t/'), vereiachb wordt. Wij geven dat volgaarne tc'e, maar kunnen ook do thans voorgedragen regeling moeilijk als een eenvoudige begrotingswijziging boschouwen. Over het dezer dagen afgekondigdo Ko ninklijk Besluit „lot vaststelling van voorschriften voor on het verlecncn van een Rij ksbijdrage aan gomccu- t el ij k e en bijzondere kweek scholen" spreekt „Hot Cent rum" als >van ,,eeo formeel© oorlogsverklaring der Rcgccring aan het bijzondere onder wijs." Men onthoude het toch good: In het ontwerp-Kuyper werdon verschillende oischen gesteld aan de Bijzondere Kweek scholen, ongeveer dezelfde als in hot hier besproken besluit, doch daartegenover hiold het ontwerp-Kuyper in een bijdrage van zeventig guldon per wekolijksch les uur cn achthonderd gulden per behaalde akte, alsmede het diplomeeringsrocht, terwijl het thans uitgevaardigd besluit geoft vijf en dertig guldon per wokelijkech lesuur en vierhonderd tachtig gulden per behaalde akte, en van diplomccringsrecht- natuurlijk geen sprake is. Wij zullen hier natuurlijk niet verder in détails trodenniet nagaan de kleine, varschillen tusschen de eischen van hot ontwerp-Kuyper cn die van het besluit; niet onderzoeken in hoeverre do juiste be merkingen van hot Voorloopig Verslag thans nog buiten rekening zijn gelaten. Hoofdzaak is voor ons, hierop dc aan dacht tc vestigen, dat waar hot vtorig Ka binet op aandrang der Kamer zeide: „Wc zullen de regeling zelve voorloopig laten ruston, totdat het rapport der Staats commissie cr is, maar, zoo noodig, u voorloopig wat meer subsidie geven" het huidig Kabinet precies andersom han delt, en zegt: „De subsidie en het diplo- meeringsreeht van het ontwcrp-Kuypor krijgt gij niet, maar wjj leggen u wel al dc lasten op, doch thans zonder eenige compensatie." uw droge klcercn, om eindelijk te ontdek ken, dat gij o'es morgens vergeten hobt, die te drogen; maar alles wacht kant en klaar op jullie. En dan brengt zij wellicht een paar pannekoeken, die zij juist voor jullie heeft gebakken, zooals slechts zij die kan hak kel Neemt bijvoorbeeld Prossy Riggs hier aan mijn groene zijdel Hij heeft toch de beste vangst gehad en zet een groot hui8 tegen de helling. Bestl Laat het hem bou wen en piekfijn inrichten met een Chl- neeschcn kok en een biddy (Iersch dienst meisje) en een Mexicaanschen vaquero om naar zijn paard te kijken maar geen móeder zal hem het huis in oroe houden. Dat wil zeggen", verbeterde hij zichzclven en wenddo zich tot zijn metgezel, „,gij hebt ten minste nooit van uw aaoeder gesproken daarom dacht ik, dat gij er evenmin als wij een hebt," Do toegesproken jongo man bloosde ver legen en knikto daarop links met zijn hoofd. Hij had echter met een bijna kinderlijke belangstelling cn met een eerbiedige be wondering voor zijn kameraad naar diens woorden geluisterd; eigenschappen, welke hem, in verband mot een niet bijzonder sohitterend begripsvermogen, afwisselend tot het doelwit en tot den lieveling van het kamp maakten. Inderdaad geloofd© men, dat hij over die mate van eenvoud cn on ervarenheid beschikte, welke volgons hot bijgeloof der gouddelvers zijn eigenaar ge luk aanbrengt. En dit werd ondubbelzinnig daardoor bewezen, dat hij „do grootste vangst" van het goheole jaar had gemaakt. Joc Wynbrooks opwelling van gevoel, al was die ook slochts van voor bijgaan den aard en maar half ernstig gemeend, had En dan vragen wij: Is het te billijken, dat, wat in een wetsontwerp is belichaamd geweest-, doch teruggenomen in afwachting van oen rapport, thans opeens bij besluit wordt geregeld, zonder ecnigon grond? De „Prov. Gr on. Courant" be spreekt het ongevraagd advies van het oo- niitc uit de „Verecniging voor Vrouwen kiesrecht" aan den minister van binnen- landscho zaken betreffende dc regeling van het kiesrooht. Wel heeft dc Regcering het uitgesproken, dat zij geen raad of voorlichting van dorden behoeft of verlangt over de wijze van her ziening der kiesrechtartikelen van de Grondwet, maar toch meent do schrijver, dat hot advies van genoemo' comité dat een pleidooi mag heeten tegeD do voortdu- rendo uitsluiting van do vrouw als zooda nig van liet actieve eD passievo kiesrecht indruk maken moet. Het advies wordt door ae „Prov G r o n. 0 o u ra n t geprezen om zijD so berheid en ingetogenheid. Hot oude, reeds bekende is lu©r in een friscli en aantrekke lijk gewaad gestoken. En menige redeneo- ring, dio to voren niet op deze wijs was voorgedragen, pakt door haar onweerleg baarheid. De schrijver wijst er vervolgens op, dat de minister Rink aan do d^io da mes, dio bij' hem haar opwachting zijn komen maken ter aanbieding^van liet ad vies; natuurlijk geen stelligp toezeggingen heeft gedaan Dit zou geen enkelo minister doen ton aanzien van een zoo belangrijk vraagstuk als dit, zoolang niet ö'o Rcgcc ring daaromtrent tot eenstemmigheid is gekomen Wij zien, besluit do schrijver, den wcnsch, in het adviog neergelegd, dat dc Grondwet zelve vrouwenkiesrecht zal deerc- teeren, niet zoo gemakkelijk in vervulling gaaD. Het lijkt ons niet waarschijnlijk, dat men oen wetgever, op hetzelfde oogenblik, dat men hem van bestaande banden bevrijdt, nieuwe zoude gaan aan leggen. Maar dat uit de Grondwet do bo- lemmeringon tegen het kiesrecht ©n do ver kiesbaarheid der vrouw zullcu worden weg genomen, is op zijn zachtst waarschijnlijk. Kwam bet eerst zoover, de „Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht" zou tevreden mo gen zijn. Want haar zaak is te 6terk oiu or aan te twijfelen, dat zij voor do vior- sehaar van do wet zal triumfeeren, als do Grondwet niet langer dc dooddoener kan zijn. En a'o vrees voor „intrekking van het eenmaal geschonken©", wanneer niot de Grondwet zelvo het vrouwenkiesrecht voor anker legt, is toch waarlijk denkbeeldig. Wio goede verwachting van de werking van den maatregel hebben, boboeven die vrees niet to koesteren. Het is do zwakke, oil voorzichtige zijde van het advies haar tot uiting te hebben gebracht. Maar er blijft daarin sterks en veTstanaigs genoeg ovei om de onderstelling te wettigen, dat hot zal aanslaan cu de zaak van hot vrouwen kiesrecht der oplossing nader brengen zal. „Dc Nederland or" meent, dat het wetsontworp t-ot invoering van een wette- 1 ij ken t ij d warrao toejuiching verdient. Het cersto voordeel is, dat er éénheid van tijd komt, maar hot tweede, haast nog grootcr dan het cersto, is gelegen in do keuzo van den M i d d cn-E u ro pco- schon tijd. Men wijst cp de geografi sche ligging van Nederland, waardoor het meer tot dc West-Europceschc dan t-t do Midden-Europeesche zóne behoort. Doch zooals do Memorie van Toelichting bij het ontwerp terecht betoogt, is dit bezwaar grootendecls slochts van theoretische waar de. Men wijst verder cp de handelsbetrek kingen met België, maar vergeet, dat die met Duitschland nog vet! uitgebreider zijn. Hot groote argument voor don Midden- Europeeschen tijd, waarvoor kleine beden kingen, ook voor zoo^or die inderdaad be staan, gemakkelijk over hot hetofd kunnen wordon gezien, ia de economische en hygië nische winst, welke invoering van dien tijd aan het nationab leven zal brengen. Zeer waarschijnlijk is liet, dat do meeste aanvangsuren van scholen, kantoren, maal tijden, enz. geen wijziging zullen ondergaan. Maar dan komt invoering van den Middcn- Eurcpeeschen tijd cr ook op neer, dat die onbewust een snaar in f'rossy's eenvoudige levensgeschiedenis aangeraakt en het blo zen zijner wangen kwam niet uitsluitend' uit. schuchterheid voort. Een tehuis cn bloedverwanten, waarover zij zoo luchtig spraken, had hij nooit gekend; hij was een vondelingToen hij des nachts daarop wak ker in bed lag, dacht hij aan do liefoadig- heidsinritohting, welke zijn leeftijd als zui geling had beschermd, aan den meester, hij wien hij later onder dak was gebracht. Dat was alles wat hij van zijn kinderjaren nf- wist. In al zijn eenvoud had het een groe ten indruk op hem gemaakt, dat zijn met gezellen zoo aan don invloed van familio hechtten, en hij had' hun overdrijvingen voor geheel gel oofwaar dig opgenomen. Bij zijn onwetendheid' en zijn gemis aan begrip voor scherts had h'j niets onwaars in hun ge voelsuitingen ontdekt. En een onbestemd gevoel van verantwoordelijkheid, hetwelk hij als dc gelukkigste onder hen en als de- gecn, die het eerst een „huis" in het kamp had gebouwd, gevoelde, begon hem te druk ken. Hij lag met wijdgeopende oogen in dc duisternis tc starenluisterde naar den bergwind en voelde den warmen adem daarvan door de roten van het blokhuis over zijn gezicht strijken, terwijl hij aan het nieuwe huis op den heuvel df>cht, dat van latten voorzien, gewit en met riet ge dekt zou worden cn toch nog niet zulk ccn geheimzinnige „moeder" zou herbergenEn opeens kwam in de eenzaamheid on dc duis ternis een gedachte bij hem op, welke hem in zijn bed rechtop deed' zitten Een paar dagen later stond Prossy Riggs in een door zand bestoven, door wind ge teisterde voorstad' van San-Francisco voor een groot gebouw, welks uiterlijk verkon- klok eenvoudig 40 minuten zal worden vöoruitgczet, nu a. w., dar heel het dage- lijksch leven 40 minuten vroeger zal wor den geleefd dan tot dusver. Invoering van den Greenwicht-ijd daarentegen zou betce- kenen, dat liet leven f.0 minuten soa wor den verlaat. Een verschil alzc'o van ecu uur. Veertig minuten opschuiving naar den ochtendstond, 6f twintig minuten naar do avondschemering. Voor wio bedenkt hoe, vooral in dc steden, het leven reeds steeds later geworden is, kan de keus tusschen de beido stolsels in dit opzicht niet moeilijk zijn. Economisten van gezag hebben destij .s uitvoerige berekeningen gemaakt van wat zulk een wijziging aan dc natie zou bespa ren aan duur kunstlicht, dat vervangen zou worden door (gedurende den grootston tijd van het jaar) k- teloos morgenlichte En hygiënisten hebben zich daarbij aan gesloten, ter uiteenzetting van de miudor gemakkelijk clid?r cijfers te brengen winst aan gezondheid. Dczo oplossing van de tijdkwestie bo- hoort lo worden aanvaard!. Een weinig geo grafische dogmatiek kan daarvoor veilig worden opgeofferd. De eenheid van tijd, dio het Cntwerp brengt, is een good ding. En dc ééno tijd, dien het brengt, is mis schien nog beter Eonoplichtster. Voor do rechtbank to Utrecht stond gis teren terecht de 46-jarige mevrouw A. M. M. wegens ccn poging tot oplichting van mevrouw R. V., te Zeist. Do beklaagde leefde gescheiden van haaf' man en moet zich langen tijd aan oplich terijen van verachillcnklen aardj hebben schuldig gemaakt. Als toelage ontving zij van haar gewezen echtgenoot 75 gulden per maand. Door de Utrechtsche politie was rocdR vóór het gebeurde tc Zeist tegen haar ge waarschuwd. Vooral kamerverhuurder» wist zij tot haar slachtoffers to mnkon. 's-Gravenhage, Utrecht, Amersfoort en Zeist vormden haar operatieterrein. Door liaar net voorkomen ton beschaafde ma nieren gelukt© het haar zonder moeite het vertrouwen t© winnen. Deftig in het zwart gekleed, met hoed en voile verscheen zij in de bank der bek laag- oen. Uit do behandoliug der zaak bleek, dat zij onder een valseh voorwendsel getracht heeft van mevrouw R. V. gold machtig te worden. Het heette, dat haar dochter zwaar ziek to Montrcux lag cn haar bij stand hoog noodig liad. Het voor do reis onmisbare geld ontbrak haar evenwel. Orn het vertrouwen geheel to winnen toonde zij ccn in het Duitsch aan haar gericht telegram. Mevrouw V. scheepte haar voorloopig af cn ging nadere inlichtingen inwinnen. Op dio wijze ontdekte zij, dat men haar had willen bedriegen cn stelde de politie met het geval in kennis. De ware 'toedracht der zaak kwam nu weldra* aan het licht. Van een zicko dochter was geen sprak© en het zoogenaamdo telegram uit Montreux was door haar zelf afgezonden te Utrecht aan haar zelve to Zoist. D© plaats van afzen ding was zeer nauwkeurig in Montrcux ver anderd' Een bepaald bedrag is niet ge vraagd. Ter terechtzitting beweerde dc beklaagde, dat het haar bedoeling was het gold op 1 Juni 'terug te geven en dit ook aan mevrouw V. kenbaar gemaakt t© hebben. Dozo, als getuige gehoord, stemdo toe, dat zij iets van „teruggeven" had hooren mompelen, Q'och overigens niets. De beklaagde voerde verder aan, dat zij he't geld terug had willen betalen van do 75 gulden, dio zij op 1 Juni bad in to vor deren. Ook vertelde zij van haar nooddruft. Zij had op dat oogenblik niets meer bozeten on een nacht had zij reeds onder den bloo- ton hemel doorgebracht. Do verdediger, mr. P. G. H. Dop. wilde weten of beklaagde ten huize van mevr. V. niet eenigen tijd heeft moeten wachten. Do- ze bcaamdo dit cn geloofde dat dit ongc- digdo, dat bet een wcldadigheidsinrichting was. Het was dan ook werkelijk een toe vluchtsoord voor vele landverhuizers, dio misleid waren en geen work hadden gevon den. Toen Prosper voor de deur stond, be kropen hom zekere oud© heriuncringcn t-an een dergelijk toevluchtsoord en, vreemd, hij voeldo zich gedrukt alsof hij voor zichzclven een onderdak zocht. Het zweet stond op zijn voorhoofd, toen hij do kamer van oen directeur binnentrad. Dozo beambte bezat echter gelukkig bo novens groote menschenkonnis een goed hart cn kwr.m zi;n bezoeker, nadat hij diens schitterenden horlogeketting eerst in oogenschouw genomen en zich overtuigd had, dat deze geen persoonlijko ondorstcu- ping behoefde, bij zijn stamelend geuit ver langen te hulp. „Als ik u goed begrijp, clan heeft u iemand voor dr> huishouding noodig 1" „Dat is hetI Iemand, die liefderijk voor mij zorgt on voor mijn have en goed op komt I" antwoordde Prosper zeer verlicht. „Van welken leeftijd?" ging do directeur voort, 'renvijl hij behoedzaam do jonge, krachtige verschijning vóór hem en diens goedhartig gelaat monster ie. „Ik ben niet kieskeurig, als r.ij maar oud is, begrijr u. Van den leeftijd, zoo ongeveer tusschen u en mij, alsof zij mijn eigen moeder ware." Do directeur glimlach'bij zichzclven. Een zekere graad van voorzichtigheid was bij dezen jongeling van het land niet te miskennen I (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 5