BLIKSLAGERS. f 105.-. GEDARD m. DEE, Ie koop gevraagd: Blikslagers geplaatst worden voor vast werk. h. J. Vm nouhuys. Freewheel met 2 Velgremmen, LEIDSCH DAGBLAD, DONDERDAG 17 MËÏ. - TWEEDE BLAD. Anno 19ÖGo Rubriek voor de Jeugd. Wat waarde heeft. VOLHOUDEN. Kitty's verontwaardiging. Nieuwe Raadsels. Anekdoten. De mod© voer siezesi waarvan cle nieuwste modellen Zomer geeft aans ««iSKeiimgen 651 4&riXlXjailC16529 ®eëtaleerd zijn: HaapleBEBisïepstEFfflat 114 lisuwe Hijst 55- v. Rossum eiu Qiiatteij Juwelier. KERPESTEIN BE VOS, p. a. &m®m, en Amerika. Voor Passagiers en Goederen, Agentschap voor de Botter- damsche Lloyd en Holland-Amerika-lijn Breestraat 38, LEIDEN. No. IÏÏ8I. Een spoorwegkoning toonde eens zijn verzameling juweelen aan een wijsgeer, die eindigde met to zeggen: „Ik dank u har telijk, dat gij de goedheid ha-dt deze prach tige steen en met mij te willen deelen/' Dc rijke Amerikaan tastte onwillekeurig naar zijn revolver. „De juweelen met u deelen, professor?" tiep hij verschrikt. „Wat bedoelt gij?" „Dat gij mij toestondt ze te bekijken, 'dat spreekt van zelf. Wat meer kunt gij er zelf mede uitvoeren?" antwoordde de grijsaard rustig. Ik koos voor heden dit voorbeeld, omdat het zulk een treurig verschijnsel ia in on ze dagen, dat zelfs kinderen reeds geloo- ycn, dat er geen grooter geluk bcataat Idan rijk to zijn en dat dit zulk een groote onwaarheid is; maar zoo gevaarlijk tevens, omdat men daardoor spc/edig ontevreden en wangunstig wordt, als onze ouders geen fortuin bezitten. Neen, geld is niet noodig om vooruit te komen in de wereld. Ik ken een klein meis je, dat arme ouders heeft, die, al behooren zij tot den goeden stand, bitter weinig aan do opvoeding van hun dochtertje kun- oen besteden. Maar het kind vestigde door haar groote beminnelijkheid de aandacht op zich eener kundige vrouw, die aanbood haar kosteloos onderwijs te geven. Zij leer de zóó uitstekend, dat na vijf jaren de di rectrice eener voorname schc'ol, die haar toevallig sprak, haar voor*-niets op haar instituut nam. Vier jaarTlatcr-was zij de 'eerste der school, dc lifffèüng^an onder wijzeressen en leerlingen. 'Zij wist de laat- eten zóó goed te leidén, "clat. er nooit zulk een orde en goede geest in de zaal had ge-- heersehb. Dit was in Duitschland en een jaar geleden werd zij gekozen cm met de meisjes van andere scholen de eerewacht voor de kroonprinses uit te makon, toen deze haar intocht tc Berlijn hield; ver- le-don week viel haar do eer tc beurt de Heizorin bloomen te overhandigen. Alles wordt haar steeds geschonken, alles ziet zij en zij verklaart met haar helderen lach het gelukkigste kind ter wereld te .wezen. Zij heeft geen geld, maar liefde cp haar pad gevonden eD liefde is de hoogste rijk dom Wat ook waarde heeft, het is de k e n n is, die wij op kunnen doen in on ze studiejaren. Een geleerde zeide eeD3 ter-^ht: „Kennis is Macht 1" Uit hetgeen ,wjj geleerd hebben, kunnen wij onze eigen toekomst opbouwen. Daartoe is geen geld ncodig, wel onvermoeide vlijt. 0gelooft het toch nooit, dat hc' gelukkig is rijk ge boren te worden. Ik heb ook zulke nde- ren van nabij gekend en zij waren bijna zonder onderscheid o .tevreden. De kleine koning van Rome weende bittere tranen, or-dab hij niet mee mocht deen met straat jongens, die hij in het slijk zag spelen. Neen, benijdt ze niet, die arme jonge mo depoppen. die des nacL'; op harde papil job ten moeten slapen, overdag zich niet kunnen roeren in hun prachtige kleeren, die nocit eens terdege kind mogen zijn, die later als volwassenen nergens meer genoe gen in vinden. Wat waarde heeft, het h alles wat wijzelf verdienden, verkregen, door eigen inspanning. Ons tuintje, dat wij zelf heb ben omgespit cd aangelegd en onderhou den de bloemen, die wij zelf hebben ge- htekt; het katje, dat wij met een paar drei gende zwaaien van or-c schooltasch ver overden op bengels, die het arme dier gingen verdrinken; de watertorren, die wij zelf zochten voor ons eigen gemaakt aqua rium, alles wat wijzelf hebben bemachtigd. Maar ook en wel bovenal dat, wat wij weten voor anderen te hebben gedaan en op dat gebied worden onze kansen onbe grensd. Ik ken een aardigeü jongen, die des avonds, geheel en al uit vrije beweging, het dien dag op school geleerde nog eens repeteeren gaat mot een makker, die, te ziek om in jaren naar school te gaan, an ders geheel ten achteren zou komen. En ziet nu eens hoe zulke daden hun belooning aanbrengen; do vriend, die op deze wijze zijn vrijen tijd opoffert, was tot daartoe slechts een middelmatig leerling. Thans is hij door al dab repeteeren de meesten bo ven het hoofd gesprongen. Het hart, kin deren, heeft grooter waarde nog dan al het overige bijeen 1 Ik zag haar voor het eerst naar school gaan, een mager, bleek, elfjarig kind. Ziekte was oorzaak geweest, dat zij tot daartoe slechts les aan huis van haar moeder had gehad, die niet op de hoogte was van het hedendaagsche onderwijs en ook niet te veel van haar lijdend doch tertje had willen vergen. Zij was dus achterlijk voor haar leeftijd en ook in het geheel niet gewoon aan den omgang met andore kinderen. Och, dien morgen, toen zij daar gereed stond met haar fonkelnieuwe schooltasch on de moe dor zich bezorgd afvroeg hoe het haar gaan zou 1 Ik hoorde bet de lieve vrouw nog zeggen: „Onthoud tvwo dingen, kind: Doe nooit mee aan verkeerde dingen en heb altijd eerbied voor je onderwijzeres sen. Zij putten zich uit voor de leerlingen en worden er meestal zoo slecht door de zen voor beloond. En de kleine beloofde beide zaken in het geheugen te zullen prenten. Ik logeerde bij haar ouders en zag haar thuiskomen dien dag Zij hield rich dap per; maar dien nacht hoorde ik haar snik ken en vertrouwde zij mij tóe, dat de juf frouwen heel lief waren, maar ol de an dere meisjes 1 Wat hadden zij haar uitgo lachen 1 En wat had zijzelve zich ook dom gevoeld 1 Zou Eet ooit gaan Ik mocht er echter vooral niets van aan haar moeder zeggen. „U moet niet denken, dat ik zoo kin derachtig als nu óp school ben,'* zeide rij; „daar zet ik mijn tan don maar op el kaar, en dan blijven do tranen weg." Nu, zij klemde de tanden nog vaak op een, i.iaar zij bleef volhouden. Zij blokte en blokte tot zij op da hoogte van de ove rige meisjes van haar leeftijd kwam. Zij bleef eerbied toon en voor baar leerarcs- senzich niet bekommeren of zij daarom geplaagd of laf genoemd werd en verle den week verliet zij de school voorgoed. Nu word' er ook geweend, maar op geheel andere wijze. De directrice liet haar in het bijzijn van allen naar voren komen, om haar te danken voor het voorbeeld, dat zij haar medeleerlingen geschonken had, voor den goeden geest, door haar op school gebracht; de mcisjc-g zeiven snikten over haar vertreken zij... vergat de tandon opeen to klemmen. Zij had volgehouden I Er zijn tal van menschen, dio hun eigen jeugd vergetende, beweren, dat men vol wassen moet zijn, om strijd door te ma ken maar dat is een groote vergissing Reeds als kind heeft men met moeite en zorgen te worstelen cntc overwinnen, wil mon in het latere leven geen voortdu rende -nederlagen lijden. Volhouden, volhouden in het goede 1 Dat is het geheim van welslagen. Twee knapen gingen gelijktijdig naar Amerika, met dezelfde bekwaamheden, de zelfde goede gezondheid, werden samen bij dezelfde maatschappij geplaatst. De een is heden, na tien jaren, een der eerste ambtenaren dier spoorlijn, op een prachtig traktement; de ander tracht zijn brood te verdienen door een klein winkeltje, waar de spoorwegarbeiders nu en dan uit me delijden iets koopen. Hij is doodarm; maar bic ld dan ook niet vol; kon geen aanmerkingen verdragen. Als wij geen aanmerkingen van ouderen of meerderen willen aannemen, dan belast het leven zich met de taak ons onbarmhar tig de les t© lezen. Wij moeten door menigen zuren ap pel hcenbijten in onze jeugd; dat is heil zaam en goed. Als wij daarvoor terugtre den worden wij zwakkelingen. De Zweden zijn trotsch op hun prachtige tanden. „Dat komt van ons harde brood I" zeggen zij, en het is waar, dat zij brood hebben, 'waar men nauwelijks doorheen kan bijten, veel harder dan scheepsbe schuit. Ook het leven vraagt, dat wij ons inspannen, wil alles ons goed gaan. De Batavieren maakten hun kinderkamer van het water. Daar hingen zij hun kleinen in, bij een om het lijf gebonden touw En niet één daarvan verdronkrij leerden in stinctmatig zwemmen. Wij ook moeten vroeg de armen leeren uitslaan, niet tot een bal ineenkrimpen van angst, want dan zinken wij. Volhouden, volhouden, zooals Newton, die 27 jaren aan één enkel boek arbeidde, maar toen ook een meesterwerk aan de wereld schonk. Volhouden in goedheid en wij zullen al le harten voor ons winnen en tot een voorbeeld rijn voor velen. Kitty is vier jaar oud en nog heel wat bovendien. Zij is heel mooi en bij tijden vxeeselijk ondeugend, iets, dat dikwijls sa mengaat op aarde. Zij heeft groote bruine oogen en zes bruine kurketrekkorskrullen, terwijl zij bij groote gelegenheden een blauw lintje op den ecnen kant van haai hoofdje beoft vaatgestrikt Kitty houdt van de meeste menschen en allen houden van haar, maar zij koestert ook haar voorliefde. In de eerste plaats komen haar ouders en Jinnio, een oude, maar nog dap pere ezel, met wien rij uit rijden gaat, maar do allereerste plaats in haar hart wordt misschien toch ingenomen door Grootje, want zij bezit do beminnelijkste grootmoeder ter wereld, die haar op de handen draagt zonder hoar te bedorven. Kitty gelooft onvoorwaardelijk in Grootje; niemand ia zoo wijs, zoo goed, zoo eerbiedwaardig en wie het waagt iets tegen haar te zeggen, krijgt met Kitty te doen. Ik zelve ben slechts een tante, maar toch vrij wel in de gratie der kleine, met wiel ik nu co dan cena wandelen mag gaan. Kit? stelde ik op zekeren morgen voor, zullen wij eens samen naar het park gaan? Denkt u, dat u op mij kunt passen? vroeg Kitty aarzelend. Daarvan is geen sprake, antwoordde ik. Kun je wel passen op mij Ik zal het probeeren, verklaard© rij dapper. Dus gingeu wij ons gereed maken- Zij kreeg haar beste manteltje aan, maar toen haar Zondagsche hoed te voorschijn word gehaald, zeide zij vastberaden Tante, dien zet ik niet op. Hij staat mij niet. Do kindermeid, dio hot heimelijk daaromtrent met haar eens was, zocht ge dwee een ander hoofddeksel uit. Kitty, zeide ik strc-ng, kleine meisjes moeten aan haar ouders gohoorzamen. Ja, vroeg zij. Waarom doet u dan niet wat Grootjo u ccgt? Ik ben geen klein meisje, zeido ik haastig. Niet? vroeg zij een beetje spottend, maar u bent toch nog heel jong.Ik hoorde Grootje aan Mama zeggen, dat dit uwe eonigo verontschuldiging was. Ik baaatto mij een ander onderworp vau gesprek to kieaen en vroeg of rij gereed was. Kitty vloog overeind, daarbij haar neus tegen de tafel stootendo- Een ongeluk kan licht gebeuren, ver klaarde zij rustig en vergenoegde zich hem te wrijven. Hand in hand gingen wij daarop uit cn genoten waarlijk van onze wandeling, tot dat wij in het park een kleine jongen voor over zagen vallen. In een oogwenk was Kitty bij hem, hielp hem overeind on poog de zijn snikken te bedaren. Zou jo dit misschien graag hebben? vroeg zij moederlijk en hield hem een ne- gorpoppetjo voor. Het jongsko rukte het haar af, hield op met huilen en liep hard weg naar zijn kindermeid, die op een af stand stond te praten. Hij had ten minste „dankjel" kun nen zeggen! sprak Kitty verontwaardigd, maar jongens hebben geen manieren meer! Weer huppelde zij aan mijn zijde voort, maar opeens riep zij uit: Hé I daar komt Billy Green oaa I Billy Green, een zeajaxig heersohap, kwam op ons af, mot een booze uitdrukking in do oogen. Hij is eigenlijk een stoute joDgcn, mompelde Kitty verontrust. Let niet op hem, antwoordde ik, of- sohoon met een voorgevoel van een ramp. Ook deze jongeheer was van zijn kin dermeid wcggeloopen. Zij kwam een heol eind achteraan- Hij naderde ons en stak de tong uit tegen Kitty, die hem van uit do hoogte bekeek, daarna begon hij om ons heen te dansen en met een vuil vingertje op Kitty wijzendo, riep hij luidkeels Je hobt een mal oud Grootje I Kitty's gelaat word purperrood Hoe durf jo het wagen? schreeuwde rij. Je Grootje is een mal oud Grootje l herhaalde do knaap luidkeels. Ik moet hier aan toevoegen, dat Billy Green Kitty's Grootmoeder nooit had gezien, maar in een oogenblik van vertrouwelijkheid had de kleine hem gezegd, dat er op heel de aar de geon liever Grootmama dan de hare was te vinden. Kitty gilde het uit van woede. Jou slechte, leelijke jongen I O, tante, breng mij weg. Billy, verrukt over het gestichte kwaad, danste vofcxr ons uity thans uit al zijn macht zingende Mal oud Grootje! Mal oud Grootje 1 Ik werd zoo boos, dat ik hem toeriep: Klein monster, maak dat je weg komt 1 Maar op datzelfde oogenblik werd hij door de ijzeren hand zijner kindermeid vastgegrepon en naar haar gelaat te oor- deelon, wachtte hem geen maïsolie kastij ding. Om Kitty te troosten nam ik een rijtuig om ons naar huis te brengen.Zij weende echter den hooien weg door, ofschoon ik haar telkens wcor herinnerde aan het feit, dat Billy Green haar Grootmoeder zelfs niet van aanzien kendo en het uit louter ondeugd had gezegd. Toen wij binnentraden, zag zij er nog zoo behuild uit, dat Grootje, geheel ontroerd, wilde weten wat er gebeurd was. Neen, neen, snikte Kitty, het zou u vree9elijk pijn doenMaar Grootje verze kerd e glimlachend, dat zij liet niet zou voelen, en nu kwam het verhaal er bij horten en stoeten uit, tot zij eindelijk ang stig vroeg: Doet het u beusch geen vreeselijko pijn? Grootje stelde haar daaromtrent gerust en toonde haar aan, (zonder haar te over tuigen) dat alleen jongeheer Green bo be klagen was. Als hij ooit weer begint, zeido Kitty's papa, zijn best doende niet to lachen, zeg hem dan, dat je vader hem' eena een pak slaag zal geven, om hom betere manieren to leeren. Ja, antwoordde Kitty met een zucht, dan zal hij wel niet meer durven. Dien avond hoorde ik Kitty bidden. Zij eindigdo aldus: „Lieve Heer, zegen allo goede menschen, maar... ik raad u aan niets tc doen hebben met Billy Greon Ingez. door Tine v. d. Werf te Leiden. I. Mija eerste is een meisjesnaam, En wél verkort gehceten. Mijn tweede deel des bakkers faam Brood wordt er van gegoten. En mijn geheel, dat heet te zijn Een levend schip van de woestijn. Ingez. door „Johan" to Leiden. II. Verborgen plaatsnamen. Raad eens mee, hoeveel emmers water gaan er in de zee. Ik krijg het veel te warm onder die de kens. Do plassen werden hoe langer hoe groo- tor. Ingez. door Louise Robert f© Leiden. IIL Met w ben ik eon roGd voorwerp. Met k ben ik eei^ doel van een aohip. Met h bon ik een liol imsdcel. Ingez. jkoor Margaretha Ticrolf la Leiden. IV, Met een j ben ik een jongensnaam. Mot een p gebruikt iodero huisvrouw my. Met con k schenkt men uit mij een voed zame drank. Met con v vraagt mij men maar den ach ternaam. Ingez. door Elisabeth Riebcek te Leidon, V* Tion. letters noemen iets op zee. Waarvan geen schipper houdt; Veel liever heeft hij maar een etorm, Ofschoon ook niet vertrouwd. 1, 7, 8 hooft ieder mensoh; Bij kind'ren baart 1 ot last, Want rij behooren tot degecn Wien onderworping paat. Met 1, 2, 9 sohrijft ge neer Een ze'kre, hold'ro kleur Voor muren, of ook wel voor trap Of soms voor kamerdeur. Met 1, 10, 9 wordt het land Behoorlijk goregeerd; 6, 7, 8 is zeker hok, Dat men gevuld begeert. 4, 10, 3 is een greeno boom Dat is zijn eigensohap. 3, 10, 8 is een kaart in 't spel. Dat raadt ge zeker knap Is 5, 8, 7, 8 hot kind, Dan is heb ook gezond. Gij kunt terstond aan het raden gaan Want ik houd nu mijn mond. Ingezonden door Jacoba Ricbeek to Leiden. Beiden of geen. Onlangs kwam ccn landman in snolion draf buiten adem het station binnenstuiven^ Hij poogde nog op den trein to springen* dio reeds in beweging was, maar word door een conducteur teruggehouden. Hier over vertoornd greep hij dozen beet en riep: „Als ik niet meega, jij ook nietl" En do trein stoomde hot station uit, ter wijl de conducteur mot don boor, dl© hom stevig vasthield, achter blcof, tot groot ver maak van de reizigers. Ingezonden door Mario doD Holder te Leiden. Gouvernante: „Van af dat Hendrik I zijn zoon verloren had, laohto hij nooifc moor." Klein meisje: „Maar als zo hem dan kit telden, juf?" Ingebonden ilo<or Mario Bt'ors t© Don Haag. Natuurlijk. Papa (do kinderkamer binnentredend): „Wat zio ik Max, je rookt I" Max: „Ja pa, ,wij spelen spoorweg en ik ben de locomotief." Slim. Koosjo tot den koopman. „Wilt u mij voor dozo acht centen eieren goven?'- Koopman: „Lief kind, gisterón kostten Sf acht cent, maar zijn opgeslagen, vandaag kosten zo een dubbeltje." ICcoaje „Geef u er mij dan, maar twee van gisteren/' Ingez. door Elisabeth Riobiok, tc Leiden. Do gehoorzame Johan. Baron v. N. had twee hceren ton eten gevraagd. Als dc lakei mot een schold bin- nei komt, vraagt hij: „Wat is dat?" „Dat is kip, heer Baron." Nadat do gasten vertrokken waren, zegt de baron tot zijn bediende: „Jo moet nog zeer veel leeren. Waarom zei jo: dat is kip? Jo hebt me daar weinig eer mee aangedaan. Gewen jo cr aan, om dus altijd in het meor- voud ie spreken, bij dusdanige gelegcnhe- 5Ian«lelsdocenten in (le Moderne en Spaansclie Talen, v. Swielenslrsa! 127, OEN HAAG. C579 6 een WINKELHUIS of dat daartoe Is in te richten, In do nabij heid Lammermarkt of Morschstraat. Br. met opgaaf van koopprijs on waar gelegen, franco onder letter K No. 31» aan KOOYKER'a Centraal Advertentie-Bureau, Nieuwe Ryn 16. 5576 10 l Pares®!©? Parapluies en Wandelstokken. Nieuwe Rijn 33. Prachtige, nienw© eorteering tegen billijke prijzen. 5584 12 Insulaire Hypotheekbank te Zieriksee. PANDBRIEVEN In omloop op ultimo: Mei 1905 f 7150. Juni j Juli Augustus B September October November n December 15 Mei 1906 De Bank 15300.- 85250.- 58300.- B 91260.- 150750.- 219950.- 313550.- 539300.- HYPOTHEKEN. Ingekomen 104 aanvragen tot een bedrag van f 1690385.— Gesloten 54 leeningen tot eenbodragvan f 629850.— waarop Is afgelost 21825.— Uitstaande hypotheken: op 15 Mei 1906 f 601525.- geeft uit, in si ukken van 1000. f ƒ600.—, 100. en f 50.— 4 pCts. PANDBRIEVEN tot den koers van 100 pCt., welke thans zjjn opgenomen in de offlcleele Amstordamsche beurs notiering Zy zyn krygbaar ton kantore der Bank, eD te Leiden by de Heeron LEZWIJN en EIGEMAN. 6581 40 Aan de DORDRECHTSCHE MET AA LWARENF ABRIEK, voorheen Wed. J. BEKKERS ZOON, te Dordrecht, Fabriek van Hulshoudeiyke- en Blik- embalIago-Artikelen, kunnen 5583 22 ANTROPSAÜE een uitstekend afdoend middel tegen de kwaiyk riekende lucht, veroor zaakt door Het transpfreeren en stnk- loopen der Voeten, 50 Ct». per doos. Verkrygbaar by: PAANAKKER Co., Maars- man88teog 8, LEON BAYER, Steen- straat 21. En-gros by deMaatschappy tot vorkoop van Chemische Pro ducten, Amsterdam. 5571 15 Door den Heer Rechter-Commissaris in het Faillissement van R. TREUR, Molenaar on Winke lier to Koudekerk, is bepaald: lo. dat de tormyn, voor welks afloop de schuldvorderingen by den Curator moeten zyn ingediend, den lSden Augustus 1906 eindigt; 2o. dat de Verificatievergadering zal worden gehouden In een der lokalen der Arrondissements-Recht- bank te 's Gravenhage, den lsten September 1906, des voormiddaga te halfelf. 5580 18 De Curator, Mr. P. VAN DEK ELST, Adv. en Procureur. Lsidbn, Witte Singel 57. Kantoor t Stoomb.-MaatscH. „Oe Volharding".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 5