No. 14177. LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 12 Mal. - TW£EDE BLAD. Anno 190G. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. iEkAATST. Do »H aagsche Courant'' sprak brer de samenstelling van de @etneenteradon. Zij wijt do langzame afdoeniüg der zaken Üoor den Haagschen ï^aad, welken zij als voorbeeld neemt, aan het stelsel der Ge meentewet. Tal van onderwerpen behooröon slechts formeel aan do beslissing van den Gemeenteraad onderworpen to zijn, maar, althans in een grooto gemeente, feitelijk 'aan hot Uitvoerend Gezag te moeten wor den ovorgelaten. De bevoegdheden van den Raad cn van bot Dagelijksch Bestuur behoeven dringefld yerandcring, zegt het blad. ,,Dwaas is, dat de wetgever, die de be noeming van bijna alle ambtenaren aan B. Cn Ws. opdroeg, van onzen Raad ongeveer een hallfimr per zitting eischt voor het {benoemen van onderwijzeressen in handwer ken e.d. wat onder 'sRaads recht van ver ordenen cn onder de controle van zijn in- terpcllatïerecht, ingeval van misbruik, veilig 'fcan B. en Ws. ken worden overgelaten. Noodeloos belemmerend zijn een aantal yorplichte goedkeuringen op allerlei zaken yan uitvoering: bet verhuren van een stuk 'duingrond, het afkoopen van een grondren te, het vernoemen van een straat, het ma^en van ccn uitbouw tje van 0.17 vierk. Meter, het koopen van een dozijn schoolbanken (al of niet uit leening) en dergelijke dingen gnecr. Schadelijk, daarentegen, is het, dab Loos- 'duinen, Rijswijk of Yoofrburg, sterk in 'eigen gemeentelijke autonomie, allerlei dingen kan of zou kunnen doen, die het al- gomecn belang dor aangrenzende grc'ote gemeenschap benadeelen, on gelegenheid geven of kunnen geven om parasïetisch te loven op kosten van de groote zuster, zonder ia de uitgaven harer huishouding bij te dragen, waarvan Amsterdam en Rot terdam met haar „forensen" (uitwonende ingezetenen) de lasten ruimschoots Onder- yinden. Zeer dringend noodig wordt het daarom en de Woningwet met haar bepalingen omtrent do uitbreiding der steden bewees dit alweer eens krachtig een wijziging in de Gemeentewet te brengen, waardoor voor de groote steden moj- haar omgeving van dorpen, die de bebouwde kom naderen, een ander bestuur wordt ingesteld, dat wij ons cenigermate ingericht denken als hét Pro vinciaal bestuur, met een voor de looponde zaken ruim bevoegd Gedeputeerd college (i.e. bijv. samen te stellen uit de burge meesters en wethouders van zulk een com plex van gemeenten) en daarnevens de tegenwoordige Raden, die over bepaald aangewezen groepen van grootere belangen beslissen, gelijk nu j?rov. Staten dit doen yoor zaken van provinciaal belang. De Gemeenteraden zouden, daardoor ont heven van allerlei inmenging in zaken van uitvoering, zich ernstiger en degelijker met do groote, algcmecnc belangeu kunnen be zighouden, en do Dag. Besturen zouden zich doelmatiger door al de loopendo zaken kunnen heenwerken en dus ook meer tijd beschikbaar houd eh voor het 'behartigen van dc groote zakenterwijl do verplichte samenwerking tusschen de naburen een waarborg geven zou voor eenheid in het regelen van do gemeenschappelijke belan gen, waarbij nu vaak strijd bestaat of al thans mcgelijk is." Er is ook een andere verbetering noodig, dio een waarborg geeFt voor een degelijker samenstelling van onze Gemeenteraden. _.cn der grootst© gebreken is gebleken de split sing van de grootere gemeenten in afzon derlijke kiesdistricten voor don Raad, waar uit cm ons maar weer tot Den Haag to bepalen allerlei zonderlingo resultaten .voortkomen. Het is niet goed, dat een deel der stad zijn speciale pleitbezorgers heeft, die on willekeurig meer of minder op bijzondere belangen letten. Hüe grooter een gemeente, des te ruimer moet do blik van den verte genwoordiger zijn; en'des te onafhankelij ker moet hij zich altijd-gevoelen van plaat selijke invloeden bij zijn verkiezing. Do „H a a g s c h o Oourant" dringt or daarom op aan, dat het districten-stel sel voor do Raadsverkiezingen weer worde ingetrokken en dat een soort van evenre dige vertegenwoordiging werd ingevoerd. „Laat do Gemeenten weer „één en on deelbaar" worden 'n leerschool werden voor dat stelsel. Herstel de Raad, dio de j geheele Gem. vertegenwoordigt, maar laat hem kiezen krachtens 'ai goed overwo gen systeem van „evenredige Vertegenwoor diging, dat niet in 't eene district 'n 1000-tal christ. kiezers machteloos maakt, door een tc'evalligen loop Van omstandigheden 'ti an dere 1000 soc.-democraten over de drie dis tricten verdeelt, zoc'dat hun stemmen overal verloren gaan, en aan den anderen kant eenige duizenden vrijzinnigen ophoopt in één deel der gemeente, zoodab daar twee stemmen evenveel waarde hebben als een in ander gedeelte der stad. Voer voor de Gemeente openlijk en regel matig een „evenredige vertegenwoordiging" in, zonder te vragen voor wie het vooidee- lig zal zijn. De rechtvaardigheid zal er in elk geval door gebaat worden, wat hoofdzaak is. En allicht zal daarbij het resutaat zijn, dat niet, zooal9 nu, een groot aantal kiezers thuisblijven, omdat zij meenen, dat het voor hun wenschen tóch niets baat of fe al een stembriefje in de bus gaan werpen." X De „N ieuwe Roti e 'rtf amsche Oouran t" bespreekt de plannen tot reorganisatie van het korps ma riniers en merkt in haar bespreking op, dat wat het verschil betreft tusscheo het ingetrokken en ingediende .wetsontwerp, al mege eerstgenoemd ontwerp tot eenige bezuiniging leiden, zij toch de voorkeur zou geven aan de regeling van 's Ministers vcor- ganger. ,,In het algemeen gesproken is het wen- schelijk, dat een bepaald korps ook afzon derlijke officieren heeft. Samenhang cn am bitie om goed te dienon kunnen slechts be staan bij een korps, als het zijn eigen offi cieren heeft, die loven met en voor het korps en vc'or de belangen er van opkomen. "Wa ren de mariniers afgeschaft en had de mi nister het noodig geoordeeld de matrozen nu en dan voor het meer intensieve infante- rie-ondcrwijs om beurten in een kazerns to plaatsen, dan zou het geen zin hebben gehad speciale zee-officieren aan te wijzen, die steeds dien kazernedienst hadden to ver vullen. Maar nu het kcrpszcesoldaten be houden blijft, is het o.i. beter gezien om aan dat korps ook afzonderlijke offieieren te ge ven, ook al zouden die getrokken worden uit uit het kc'rps zee-officieren. Wij zijn het eens jnet 's Ministers voor ganger, als deze zegt: „Een kern van of ficieren, uitsluitend bestemd om dienst te doen hij het korps mariniers, aoht onderge- teekende noodzakelijk om den noc'digon sa menhang te behouden en eenheid van oefe ning te waarborgen." Waarom de tegen woordige Minister alleen „in den overgangs toestand een tijdelijke kern van officieren onmisbaar acht om den noodigen samen hang en eenheid van oefening te waarbor gen", is ons niet duidelijk. Indien dezelfde officieren in de kazerne belast blijven met die Oefeningen, dan zal, waar telkens andero mariniers daarvoor in aanmerking komen, do eenheid van oefe ning veel meer gewaarborgd zijn dan wan neer, zooals nu het geval zal wezen, tel kens andore leiding voorzit. De oefening der mariniers zal niet ge baat wordeD, als ook in kazernes herhaal delijk nieuwe officieren werden geplaatst, en dat zal toch een onvermijdelijk gevolg zijn. In beginsel moge worden aangenomen, dat die plaatsingen zoo lang mogelijk be stendigd zullen worden, do kazerne zal een nieuwe factor zijn, die geveegd wordt bij de vele, waarmede do chef van het personeel rekening heeft te houden bij de plaatsing van zee-officieren. De fout van het to veel verplaatsen met al de nadeelen daarvan, die men aan bcord kent, zal noodwendig ingevoerd moeten worden in de kazerne. Die fout zal zich daar neg meer doen ge voelen, omdat do kazerne piet de daarbij behoorende oefeningen toch altijd iets onge woons zal zijn voor ben, die daarmede belast worden. De laatste zin der Memorie van Toelich ting moge overigens naar waarheid luiden: „Van do voorgestelde reorganisatie kan dan ook gezegd worden, dat zij tot bezui niging zal leiden", tc'ch zouden wij willen vragen, of die bezuiniging niet grooter had kunnen zijn, zonder schade te doen aan het doel. Volgens den inhoud van Bijlage B zullen in de toekomst in twee kazernes 312 mari niers en 100 recruten zijn, to zamen 412 man, en daarvoor zijn volgens Bijlage C- noodig 2 kapitein-luitenants ter zeo en 16 luitenants ter zeo lsle en 2de klasse, en bovendien nog een kapitein ter zee. Het wil ons) voorkomen, dat dit getal, om niet to zeggen buitensporig, tc'ch zeker veel te hoog is, en dat het, v at de subalter ne officieren betreft, wel haast met de helft verminderd zou kunnen worden. Onderstelde minister Ellis reeds do moge lijkheid, dat de kapitein ter zee, inspecteur van het korps, adviseur van den Minister, niet noodzakelijk zen blijken, wij twijfelen niet of die onderstelling zou op den duur juist gebleken zijn. Dat daarom het voor nemen geuit werd om dien rang niet voor hot kc'rps verloren te laten gaan, door de(n) commandaht(ën) dér (eener) kazerne(s) dien te Loten bokfeeden, komt alleszins begrijpelijk voor. -^Doch welke werkkring gedacht wordt voor den kapitein ter zee, die nog boven de commandanten der kazer nes in een dier kazernes zal verblijf heuden, is ons niet duidelijk. Daaróm kan die jaar- lijksche uitgaaf van ÖOuO gulden naar onz© mecning ook niet als een blijk van zuinig heid beschouwd worden." Do „Provinciale Groninger C o u v a n t" bevat een artikel naar aan leiding van mr. Limburgs „Kraak- porseloinP in „Dc Gids" van de ze maand. Over het vooruitzicht op een nieuwe part ij groep ee ving schrijft het blad: „De voorspelling wordt niet voor het eerst gedaan. Het is onmogelijk, dat men haar vervulling in een «afzienbaar tijdvak zal beleven. Maar zoo heel stellig is dit toch niet. Dat de liberalen van de groep Tydeman-Röoll gemakkelijk zouden zijn te krijgen tot een b 1 ij v e n d e unie met dc Lohman-groop en zich behaaglijk zouden gevoelen in dit bondgenootschap, is oven twijfelachtig als het omgekeerde. En ook mn een b 1 ij v o n d samengaan der lin- kerelomenten in de katholieke partij met de liberalo linkerzijde maakt men licht zich een voorstolling, die faalt. Ook hier geldt wat dc schrijver ergens opmerkt, dat het bloed kruipt waar hot niet gaan kan. Er is hier een wat men ziet en wat men niet ziet. Wat men ziet, is de gissing in den boezem zelf van iodere partij. Wat men verwaarloost, is do blijvende tegenstelling tusschen de recihtsöhe en linksche groepen on dc toovcrkracht, die zij altijd opnieuw uitoefent als het nijpt, als de beslissende slag moet worden geleverd. Zoo schijnt de toekomst, die de ,,G i d s"-sohrijver voor het partijleven in aantocht ziet en waarvan het zeer de vraag is of zij een begeerenswnardo is, ons niet zoo nabij too als hij wil doen gelooven." Sterker dan deze voorspelling acht dc schrijver mr. Limburgs raeening over de positie van het Kabinot. In do negen maanden van zijn bestaan heeft het aan kracht en sympathie gewonnen en de kansen staan goed, dat het de vierjarige periode tot het eind zal doorloopen cn veel vruchtbaren arbeid tot stand brengen. „.Zoowel bij de verdediging hunner be grootingen als daarna zijn de ministers gebleken bekwame mannen te zijn, bere kend voor hun taak. Dat hun ook de ka raktereigenschappen niet ontbreken, die in den bewindsman meer dan iets anders worden vereischt, is bij het Chileensch in cident sprekend aan den dag gekomen. Zoover men voor het oogenblik kan zien liet ,,G i d s"-artikel verzuimt het niet het in het licht to stellon is alleen do minis ter van oorlog tenzij hij mocht willen le ven bij dc gratie van dc rechterzijde, wat niet aannemelijk is, een zwak element in het ministerie." Aanzienlijke vermindering der oorlogs uitgaven slechts zal volgens den schrijver de schatkist in staat kunnen stei.on do kosten der groote sociale maatregelen, welke verlangd wonden, te dragen; belas tinghervorming zal daarin niet alléén kun nen voorzien. Maar slaagt de Regeering er in clit punt van heb coalitieprogram (militaire bezuiniging) „waaroo de ver kiezingen van 1904 zijn ingezet, te verwe zenlijken, dan zal zij, naar het thans zich laat aanzien, links geen struikelblok op haar weg ontmoeten dan misschien dat, hetwelk uit het aan-de-orde-stellen van do Grond we tsherziening zal worden geboren. Maar vóór einde 1908 of begin 1909 wordt dezo twistappel niet voor den dag gehaald. Men moet geen zorgen hebben vóór den tijd. Yoor het oogenblik staat dit beslist linksche Kabinet aanzienlijk 6terkcr dan bij zijn optreden. In do Kamer zoowel als in het land". Aan de „H a a g s c b o Courant" wordt geschreven over lastigo exa minatoren als volgt: Bij het afnomen van de examens Lager Onderwijs is bij het onderzoek in de kennis van do aardrijkskunde aan de candidateu herhaalde malen gevraagd: dc beschrijving, werking en teekening van een schutsluis, een duikersluis, een waaiersluis en nog meer sluizen, maar vooral de waaiersluis is het stokpaardje van ccn der examinato ren, waardoor hij reeds menigen candidaat in do war heeft gebracht en „onvoldoende" voor aardrijkskunde heeft doen beloopen. M.i. is de ongeschiktheid hier niet bij den candidaat, maar bij don examinator, dio geen verschil weet tusschen waterbouw kunde en aardrijkskunde. Een onderzoek, dat ik instelde bij den Waterstaat, sterkte mij hierin. Een man van liat vak verzekerde mij, dat zelfs vele candidaten bij het examen voor opzich ter bij den Waterstaat dc werking en con structie van een .waaiersluis óf onvoldocndo óf gebrekkig kunnen verklaren. ^Een c-audidaat voor de lagero akte, die onvoldoende krijgt, omdat hij of zij dio vragen niet weet te beantwoorden, heeft dat dus gekregen voor Waterbouwkunde, waarbij deze vraag thuis behoort en is dus geëxamineerd in een vak, dat niet op het L.-O.-program staat. ZocA'n „onvoldoend" is onwettig en do geheele afwijzing tevens. Do klachten over eenige leden dezer com missie zijn zoo velen, dat bij een volgend examen wel in dc eerste plaats gelet mag worden op de geschiktheid der examina toren. Ilollnndsehe Hypotheekbank. Do instructie tegen de ontrouwo direc teuren van dc Hollandsehe Hypotheek bank nadert haar einde. Dank zij liet ge duld en de scherpzinnigheid van den rech- ter-commissaris, n.r. Hijmans, geven dc verzamelde gegevens thans een vrij volle dig overzicht van al wat gedurende een jaar óf acht gebeurd moet zijn. De beido beklaagden zien blijkbaar ook met verlangen het einde van dit voorbe reidend gedeelto hunner zaak te gemoct, althans zij hebben do meest volledige in lichtingen verstrekt. Hoo hopoloos ver ward hun administratie ook woi, nauw keurig is toch door hen van allo transac tion on handelingen aantcekening gehouden, zoodat er in hoofdzaak slechts wat geduld noodig was, om' alles haarfijn uit te pluizen. Yooral jhr. Do Geer had zorgvuldig allo aanteekeningen bewaard. Van do beide beklaagden is De Gcor het zwaarst getroffen. Zijn voorkomen is lijdend cn wekt deernis. Beiden hebben hun baard laten groeien, wat hen op het eerste gezicht haast on kenbaar maakt. („N. v. N.") Naar de „Dagelijkschc Beurscourant" verneemt, zal in do eerstvolgende jaarlijk- sche vergadering van aandeelhouders wor den voorgesteld 'n storting op dc aandeelcn op te vragen van 50 pCt. cn tevens een regeling te treffen met do z.g. gesignaleer de pandbrieven. Er zou ui. een 4 pCt. pre ferent aandcclenkapitnal worden gecreëerd met garantie van betaling dezer 1 pCt. door de commissarissen ten einde vorenbe doelde pandbrioven tegen deze preferente oandeelen to verwissolen. Do vertraging van de jaarlyksche ver gadering die gewoonlijk vóór Mei wordt gehouden staat in verband met de voor bereiding tot dit regelingsontwerp. Voorbereidend militair onderricht. Blijkens do jongste aflevering van het „Rccueil Militair" heeft do Minister van Oorlog bepaald, dat voortaun het Voor bereidend Militair Onderricht, hetwelk in de laatste jaren gegeven word van aanvang November tot cindo Februari, voortaan zal plaats vindon van begin October «.ot oindo Januari en dat do aanmelding tot deelneming aan dat onderricht voortaan moet geschieden vóór 1 Juni, doch met het oog op don korten nog beschikbaren ti„d in het jaar 1906 bij uitzondering kan plaats hebben tot en met 1 5 J u n i e. k. Wij brengen hierbij in herinnering, dat het voorbereidend militair onderricht o.a. ten doel heeft, aan toekomstig© militic- plichtigen do gelegenheid te verschaffen, om de geschiktheid tc vcrwcr/on tot het voldoen aan do eischen van m i 1 i t a i r o bekwaamheid cn zooveel mogelijk ook aan die van lichamelijko go oof endhe id, bedoeld bij artikel lOi van do Militiewet 1901. Do lotelingen, dio aan eerst- of laatst bedoelde cischen voldoen, worden, vóór zoover zij daarte'e geschikt bevonden zijn en dit mot <lc belangen van den dienst is overeen te brongen, ingelijfd b:j het korps en geplaatst in het garnizoen hunner keuze, terwijl ^oor inlijving tot korte oefening (z. g. viorma-ondor) in do eerste plaats in aanmerking genomen wor den de lotelingen, dio zoowol aan do eischcn van militaire bekwaamheid als aan die van lichamelijke geoefendheid vol doen. De hier bedoelde oefeningen hobbon plaats gedurende ten mïnsto 4 uren per .weck on naar een programma, loopen do over twee achtereenvolgende wintertijd- perken. Het spreekt vanzelf, dat men dc kans, om bij het examen l.ct gowenschte getuig schrift te behalen, belangrijk vergroot, door het onderricht gedurende moer dan twee wintertijdperk^n bij to wonen, wnac- tc'o do gelegenheid bestaat, omdat men reeds op lö-jarigen leeftijd tob het ondor- richt kan worden toegelaten. Hot examen tor verkrijging van ccn ge tuigschrift moet telken jaro vóór 20 Janua ri afgeloopen zijn cn vangt in verband daarmede op meerdere plaatsen ^reeds in hot begin van die maand aan. Het ge volg daarvan was, dat tot nu too zij, dio aan het examen deelnamen, in het laatste .wintertijdperk slechts gedurende 2 maan- don werden geoefend. In dit euvel is nu dc'or den Minister van Oorlog voorzien, door het voorbereidend militair onderricht reeds begin October tc doen aanvangen. Do aanmelding geschiedt bij den com mandeerenden officier der infanterie of der vesting artillerie in plaatsen, waar gc- noemdo wapens garnizoen houden; in allo andere plaatsen bij den burgemeester der gemeente. Wij herhalen, dat de aanmelding in 1006 vóór 15 Juni e. k. moet plaats vin den. Fiunncioel© moeilijkheden bij ccn mnnnfactnrcnflrmn t© Amsterdam. In do „Köln. Zoit." lezen wij, dat do manufacturen firma voorheen Eduard Sahiir dé to Amsterdam, zich in financieel© moeilijkheden bevindt. Do passiva zouden volgens de „Conf. M. 500,000 bedragen. Duilsche firma's, waaronder zeer vclo Berlijnscho huizen in do confectie- en ma- nufacturenbranche, zouden hierbij het sterkst goïntcssecrd zijn. Er werd 50 pCt. aangeboden. Uit ingewonnen information blijkt, dat bovenstaand bericht niet zonder grond is. („Hbld.") 8) „Gij meent toch niet, dat ik u zou laten heengaan, vóór go een warm kopjo theo gedronken hebt?" vroeg juffrouw Grant. „Wat zou uw moeder van mij denken 1 Ga kalm even zitten, liefste; gij weet nog niet „eens, welk een vreeseiijke huistiran ik rijn kan." „Maar ik weet het des to beter", verze kerde nu een bekende mannenstem. Dr Grant was ongemerkt binnengetre den. „Nu, wie zijn gebreken inziet cn ze oprecht bekent, bij zoo iemand is nog op beterschap te hopen." „Mij dacht, dat een zoo eerlijke bekente nis meer waardeering verdiende," antwoord de zijn zuster. „Hot was trouwens niet voor jouw ooren bestemd'. Do eene oprechtheid is de andere waard. Vurige kolen kan ik niet op je hoofd stapelen, neem in plaats daarvan een kopjo heete thee." „Dat zal ik koud laten worden, 'terwijl ik je gasten begroet," zei do jonge arts. Doch zijn vroolijk gezicht betrok eenigs- zins, toen hij bespeurde, dat May er al leen was, zonder haar zuster. Juffrouw Greville is tooh wel?" informeerde hij. „Mama kon Ada niet missen," veront schuldigde May. „Wij verwachten gasten.'* l f beer Salford' u reeds van vroe ger bekend, licvo May?" vroeg Lucy. „volstrekt niet; ik zag hem gisteren voor pet eerst. up an rijt^gijj zeker ook nog niet op Wil ton Castle geweest?" „Hoe zou ik? Mama werd daar opgevoed en bracht er ook haar kinderjaren door. Zij denkt nog altijd met vreugde aan dien tijd. Maar nu moet ik weg. Het wordt laat." „Wil u reeds heengaan, juffrouw May, en ik heb u nog zooveel te zeggen 1" riep Frank Elton. ,,U mij V' May zag hem verbaasd aan. i,Natuurlijk over Jessie Miller, onze ge meenschappelijke beschermelinge. Ik ga morgen op reis naar Schotland; wie weet, hoe lang ik daar wel blijven moet! Maar mijn moeder heeft mij beloofd tijdens mijn afwezigheid voor do zieke te zorgen. Dien aangaande kan ik gerust rijn." „Zeker; bij mevrouw Elton is Jessie iu goed o handen, daar kan men verzekerd van zijn. Misschien zou ook dr. Grant fcus- sohenbeide eens naar het arme meisje kun nen zien?'' „Gaarne," beloofde de arts. „Luoy heeft mij reeds over Jessie Miller gesproken; doch ik vrees, d'at de geneeskunst hier woinig vermag. Maar hoe komt het, El- ton, dat gij zoo plotseling tot die reis be sloten hebt? Ik heb er van te voren nooit een woord van gehooid „Ik ook niet. Het betreft een aangele genheid voor zaken. Mijn vader is van meening, dat ik daar noodig ben. Maar ook ik moet weg, ik heb nog veel te rege len. Mag ik u naar uw rijtuig begeleiden, juffrouw May?" Dr. Grant volgdo hen. Ongemerkt fluis terde Frank het diepblozendo meisje toe: Yergeet mij niet, tot ik terugkom. Ik zal dagelijks aan u denken." De geneesheer keerde in de kamer terug en ging zwijgend aan do theetafel zitten. „Nu, Henri?" riep zijn zuster eindelijk on geduldig. Hij schrok op. „Wat zei je, Lucy?" „Ik? Voltrekt niets. Ik wilde slechts je meening liooren, mijn wijze broeder." „Mijn raeening? Maar waarover dan, zusje?" „Waarover? Moet ik je eerst aan ons ge sprok op dén terugweg van het bal her inneren?" „Ha zoo, jat wij spraken over mevrouw Greville. Welnu, Lucy. Ik begin tot je in zichten over to hellen. De hoogmoedigo vrouw zal allee er op zetten, om haar doch ters schitterend uit te huwelijken. Zelfs al zou het den meisjes ook haar levensgeluk kosten 1" „En wie geen schiterende partij is, Hen ry, dio doet goed bijtijds op zijn hart te passen." „Een goede raad', dooh, helaas, zooals bekend is, worden profeten, zelfs profe tessen, zelden in hun eigen Land geëerd. Tooh schrijf ik Ada Greville een zelfstan dig karakter toe, en haar zuster May »9 tooh nog een echt kind. Dio komt hierbij nog niet in aanmerking." „Een zelfstandig karakter? Tegenover een eerzuchtige moeder, een mogelijkcn peersta'tel en familiediamanten De eecigo zoon-van lord Wilton moet hopeloos riek zijn, en de hoer Salford is do naaste erf genaam. En gij noemt May een kind. Wer kelijk, Henry, ik heb medelijden met jo. Weet je dan niet, d'at juist voor mannen, die niet heel jong meer zijn, als de heer William Markham, zoo'n kind het verlok- kendste is? Wij zullen zien.. Het schijnt mij toe, dat ook Frank Elton zich hier dc vleugels verzengd heeft." „Als dat zoo is, en zijn genegenheid on beantwoord of hopeloos mocht blijven dan moet hij het ook loeren verdragen. Frank is een man; hij zou niet do eerste zijn, wion zoo iets overkwam. Aan een meisje, dat aan jo inzichten beantwoordt, zou een man echter niet veel verliezen." Dr. Grant stond op. „Waarheen, Hcnry?" vroeg zijn zuster. „Naar mijn studeerkamer; later moet ik nog eenige zieken bezoeken. Zoo ik niet op tijd aan tafel beD, Lucy, wacht dan niet op mij 1" V. Veertien dagen verliepen, cn nog ver toefde do heer William Markham met zijn gast op Stanham Park. Schier dagelijks kwamen beide heeren naar „De Olmen" en de heer William liet openlijk blijken, dat hij May's gezelsohap zocht, terwijl de heer Salford zich streng binnen do perken van den familie-omgang hield. Mevrouw Gre ville hoopte van dag tot dag, dat haar „lieve Ernst" tegenover Ada ccn bindend woord zou uitspreken; liet gedrag van den heer William hield zij daarentegen voor onschuldige kortswijl. May was immers nog maar een kind I Gaarno had mevrouw Gre ville de opmerkzaamheid van den baronet op do oudste der twee zusters gevestigd, ook al kwam het niet tot een beslissendon stap. Zoo het gelukt© eerst, de ijverzucht van Ernst Salford gaande te maken, dan kon de eerzuchtige vrouw in elk geval ho pen een der huwelijkscandidaten voor zich te winnen. Op dit oogenblik zaten de beido h'ecren in de studeerkamer van d?n heer William op Stanham Park. Do heer Salford bla dorde verstrooid in een bock; de baronet keek eenigo papieren door, welko zijn rent meester hem had voorgelegd. Nu bracht een dienaar twee sierlijk© korfjes binnen, het ccno met aardbeien, licfc andere met do zeldzaamste bloemen uit do broeikassen van Stanham Park gevuld. „Zijn dit wederom gaven, die op „Do Ol men" aan do schoonheid worden opgedra gen?" vroeg Salford, nadat do dienaar de kamer verlaten had. „Natuurlijk," antwoordde de heer Wil liam. „Waartoe dienen zulke fijne bloesems hier in mijn hol? Jammer, Salford, dab gij niet het gezicht van mijn tuinman ge zien hebt, toen ik hem gelastte do bloemen af te snijden: het was een studio." „Dat bewijst, dat de mau vau bloemen houdt." „Mij wel, maar hij moet afgeven, v/a¥ ik verlang. Daar ik slechts zelden hier kom begint mijn personeel zich bepaald voor den eigenaar van Stanham Park to houden. Mijn zuster heeft er meer verstand van res pect af to dwingen dan ik 1" „Lady Maltbay? Dat wil ik wel gclod- ven. Maar, Markham, hoo lang moet did zaak nog voortduren?" „Woike zaak, Salford? Ik begrijp je waarlijk nice." fW :rdi tri olijd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 5