Drukfouten en Stijlbloempjes. Het zou voor ae hand liggen, die verder felijke kleuren te vervangen door kleur stoffen, bereid uit onschadelijke plantaar dige of dierlijke stoffen, voor het rood bijv.uit meekrap, cooheniile, karmijn, cosine, orythrosine (uit den rhabaxberwor- óel verkregen roode verfstof) en voor het blauw, geel en groen zou men dergelijke stoffen kunnen gebruiken. Maar ongeluk kig zijn die stoffen duurder dan dc giftige en ook bleeker: zij zijn niet levenoig ge noeg voor het kind. Intusschen mogen die bezwaren niet gelden Als het haar ernst is, of als de giftige kleurstoffen maar ver boden worden, zal do vernuftige industrie wel eon middel weten te vinden om de on schadelijke kleurstoffen beter aan bet doel te doen beantwoorden. Een andere doel treffende maatregel zou zijn ae invoering van gelakt speelgoed, waardoor te gelijk de gevaren van vergiftiging en van over brenging van smetstoffen zouden voorko men worden. De grootste vijand van krantonschrij- vers is zonder oemgen twijfel het duiveltje, dat plevier in drukfouten hoeft en dat door het laten wegvallen van een nood zakelijk leestecken of door het plaatsen van een vorkeerde letter dikwijls een goedloopenden, volkomen verstaan baixjn zin in onzin of in oen ongewild© hatelijk heid kan doen veranderen. Zoo berichtte in den verkiezingstijd van het vorige jaar een blad: ,,Door de beide klesverecnigingen zal, naar we vernomen, candidaat gesteld wordenEen ander deelde het volgende mede: ,,De openlucht meeting te is uitstekend geslaagd 360 bezoekers, brochures en kranten vlo gen weg. De tegenstanders schitterden door afwezigheid." Zouden ze ook mis schien end er de 350 weggevlogen bezoe kers geweest zijn? Toen het vorig Ministerie nog aan het bewind was, stond eens gedrukt„De mi nister met zijn echtgenooten dineerden heden ten Hove." Niet lang geleden was ergens in Belgie een bakkersstaking en een Hollandsclxe krant schreef toen: ,,D© groote Bakkerij had negen Hollandsohe bakers genomen, die op kostou van kol stakingscomitc terug naar Holland zijn gegaan." In een advertentie lazen we onlangs- „Colporteurs gevraagd voor een gewild humoristisch weekblad." Dat zal zeker we] een zwaar werk zijn, een geforceerd geestig blad aau den mau te brengen I Het volgende is zeker een eenige mu ziek recensie heeft voel succes in Weenen; ze heeft „een goede pers" cn dientengevolge heel wat te doen." Aan een paar critieken ontleenen we het volgende: „Benoemd tot onderwijzeres aau de school van het Pa rochiaal Kerkbestuur Van een groot aantal stijlbloempjes, waar het bovengenoemde duiveltje nu eens geen, maar de schrijver wèl schuld iwvu heeft, plukken we er ook eenige. „Het pleitte voor het publiek, dat het trio..., dat zoo eenvoudig solo's, duo's en trio'szong, zulk een enorm succes had." Merkwaardig, zoo'n solo-zingend trio. ,,In een te '6-Gravenhage gehouden ver gadering van bakkersgezellen en aanver wante vakken is besloten..." Of een bak kersgezel zou weten, dat liij een aanver want vak is? „Hedenmorgen is te... een koetsier, ter wijl hij een paard uit de weide wilde har len, zoodanig door het beest geslagen, dat hij onder het naar huis gaan aan de be komen wonden is overleden." Dus iemand, die loopend overlijdt! „Voor de versiering van de... straat is de koe flink bij de horens gepakt". Of in die straat enkel slagers wonen, die een sym bolische versiering wilden hebben? „Een torpedoboot in conversatie". „Toen de 10-jarige B. Z. hedenmorgen doorkwam, werd hij aangevallen door een grooten hond, die bem herhaalde malen in den rechterarm beet. Daar deze gevallen zich de laatste dagen vaak voor doen, is het raadzaam, dat houders van dergelijke ongure dieren deze van een muilkorf voorzien." Eigenaardig dat al die honden enkel in rechterarmen bijten. In een advertentie werd eens het optre den aangekondigd van ecu „geliefkoosden" tencr, en in een ander het overlijden meegedeeld van „mijn" geliefde vrouw en moeder. Ten slotto eenige krantenroman-zinnen: „Met haar zonnig lachje wist zij zelfs de giftige punten van de pijlen, die haar echtgenoot afschoot, te breke^i", en „Om dit dikke, welgedane gelaat lag geen nevel. Alles glom en als het licht op die mooie bolle wangen viel, geleken ze wel paarle moer." Seismo-meters. In de berichten over aardbevingen treft men telkens den naam aan van een instrument, .waardoor de trillingen en schuddingen van den aardbodem op aan merkelijke afstanden nog worden aange toond; wij bedoelen den seismo-meter, sois- moscoop of seismograaf. De naam is afgeleid van het Grieksche woord seismos, dat schudding, aard beving, beteekent. Men maakt onderscheid tusschen een seismo-meter en een seismograaf. Het eer ste is een instrument, om richtiDg en sterk te der schokken bij aardbevingen te me ten liet krijgt echter den laatstgenoemden naam, als het deze gegevens zelf automa tisch opteekeüt. Dezer dagen werd gemeld, dat in het meteorologisch instituut te De Bilt eeni- gen tijd eeu seismograaf op proef' is ge weest, maar dat de Regeering geen geld wilde toestaan voor de aanschaffing. Zoo is het dus waarschijnlijk, dat in Ods land geen enkel dergelijk instrument gevonden wordt, en toch is het volstrekt geen uit vinding van dam allerlaatsten tijd, al is natuurlijk de verbetering, die het werk tuig in den loop dor laatste jaren heeft ondergaan, begrijpelijkerwijs enorm. In 1784 werd te Napels, in het land dus van den vuurepuwenden Vesuvius en van j aardbevingen, voor het eerst zulk een aardbeving-meter vervaardigd. De uitvin der heette Salsano. Het bestond uit een naar allo zijden beweegbaren slinger, waarbij door middel van een puntig voorwerp, dat door fijn zand sleepte, of door een pen seel op papier de richting en de sterkte der aardschokken aangegeven werden. Een andere seismo-meter was die van Cacciatore, die door het uitvloeien van kwikzilver uit een vlakke schaal, waarin naar acht verschillende richtingen openin gen waren aangebracht, de richting der aardschokken aangaf. De hoeveelheid van liet uitgevloeide kwikzilver gaf dan onge veer aan, hoe sterk de schok geweest was. In 1855 werd de uitvinding reeds veel verbeterd" door Kreil, die aan den licht- beweegbaren slinger van den oorspronke- lijken uitvinder een uurwerk verbond. Bij dit werktuig gaf een potloodstreep be gin., richting cn 6terkte der bewegingen aan. In het observatorium op den Vesuvius heeft Palmieri (een groot Italiaansch ge leerde, geboren 22 April 1807, gestorven 10 Sept 1S96) eerst door middel van kwik zilver-uitstortingen en in lateren tijd door electro-magnetische seismografen de aard- schuddingen bestudeerd. Bij de aardbeving-meters van de laatste soort sluit een naar alle zijden gemakke lijk beweegbare slinger verschillende Vol taketens, die door middel van daarmee ver bonden electromagnetische telegrafen de werelddeelen aangeven, waarheen de aard schokken gericht waren. Andere, eerst door Mallet geconstrueer de seismo-meters zijn gebaseerd op de be weging van een in evenwicht, rustende ba lans. Evenwel worden den laat sten tijd voor het op teekenen van horizontale en verticale bewegingen nog bijzondere instrumenten gebezigd; maar deze berusten toch op het beginsel van den slinger of van de veer. Be Vesuvius. Geweldig wonder der Natuur, Dat uitwerpt steenen, asch en vuur En heete lavastroomen 1 Dat rómmelt, dondert, bruist en braakt Vernietigt al wat hem genaakt, Of vruchtloos zoekt te ontkomen. Al dagen lang werkt hij akhis, Do vreeslijke Vesuvius; En dorpen, kerken, velden, Wat op rijn helling is geplant» Bedelft hij onder asch en zand, En blijft nog immer werken Hij vormt zioh nieuwe kraters weer En hier en daar een zwavelmeer. Hij doet het ergste duchten En lange treinen stoomen aan, Om volgepropt terug te gaan Mee menschen, oie ontvluchten. En langzaam, langzaam gaat het voort. Door steen en op rijn weg gestoord En groote lavaatukkeo. En soms, helaas! ziet men zoo'n trem. Met allen, die aaar binnen rijn, Nog wreed verongelukken. Het arme volk ten zeerste ontrust. Van grooter onhoii zich bewust, Snelt kerkwaarts om te bidden: „Zend niet méér rampen op ons neer! Wees met Uw Heil'gen Geest, o, Heer! Beschermend in ons midden." Zóó liggen honderden geknield, Door hoop cn gods diens tvuur bezield. Verzonken in gebeden. Opeens wordt luid gekraak gehoord En kreten klinken dof, gesmoord. Het dak start n«jn.r beneden Een asch laag drukt de vrome schaar, En stikkend, stervend, ligt rij daar. Ten dooae opgeschreven I Een aantal kunnen vluchten nog, Maar al de and'ren sterven toch Zijn weggerukt uit 't leven! Hoe velen zijn er reeds vergaan Door dezen werkenden vulkaan Hoeveion zijn bezweken Van Oost bot West, van Zuid tot Noord, 't Geheel lijkt één verwocstmgsoord Van eertijds vrucht'bre streken! Geweldig wonder der Natuur, Van steenen, zwavel, asch en vuur En heete lavastroomen Hoe lang nog duurt uw razernij Gaat dan uw woede nooit voorbij T Zal daar geen eind aan komen t Maai- ziet, daar zwijgt bij eensklaps stil! Alsof hij even rusten wil Of spijt heeft van 't vernielen 1 Goddank! de lucht wordt helder weer! Geen aeoh en steenen vallen meer En rust keert in de zielen. FOOIEN. Men krijgt een denkbeeld van den om vang van het fooienstelsel, als men in een Duitsch blad de mededeeling leest, d t vol gens een nauwkeurig onderzoek in een zestigtal der voornaamste koffiehuizen van Berlijn de kellners jaarlijks een som vaD ongeveer 850,000 mark 510,000) niet ont vangen. maar aan de patroons betalen voor het recht, om hun bediening uit te oefe nen. En zij zijn daarvoor niet eens in den kost, maar moeten hun onderhoud zelf be talen. In de grootste café's, bijv. bij Bauer, moet de „zahlkellner" eiken dag 5 procent van de ontvangen fooien afstaan, en die belas

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 13