De Sluier en de Voile.
njLTi, naar Frankrijk terug te keeren, maar
hij was rijn gedwongen desertie nog niet
vergeten.
Op een morgen werden in de verte zei
len gezien. Het waren verscheidene oor
logsbodems, cB© de FranBohe vdag in top
voorden.
„Daar zijn de Franschen 1" riep men van
alle kanton.
Firmin Bonard hoorde die uitroepen.
Hij waande zich eerst verloren. Maar
spoedig stelde hij zich gerust. Hij snelde
naar huis, trok zijn soldatenpak weer aan,
nam zijn wapens en ging op schildwacht
staan op dezelfde plaats, waar men hem
vóór vijf jaren zoo zonderling bad verla
ten.
De Booten naderden den oever. Firmin
Bonard hield zijn wapens gereed en riep:
,/Werdaï"
,,Wie zijt gij zelf!" antwoordde men
hem van de eerste boot, die met zeeoffi
cieren bemand was, „wat doet gij daar en
wie zijt gij?"
„Schildwacht 1"
„Schildwacht? En sinds wanneer?"
„Sedert vijf jaren!" antwoordde do sol
daat onverschrokken. Bij dit antwoord
harstten alle officieren in luiden laoh u:t.
Oapucin was de eerste, die aan land
grog-
Hij had zijn meester reeds gezien en
sprong hem vrooKjk blaffend te gemoet.
Bonard liefkoosde zijn trouwen hond.
Daarna ging hij zijn ouden kameraden te
gemoet en verhaalde eenvoudig zijn geschie
denis.
De korporaal, die hem vergeten had,
was ook bij de troepen. Hij was than3 of
ficier geworden.
Firmin ontving zijn landgenootera harte
lijk op de groote boerderij, waar zijn
vrouw do soldaten goed onthaalde.
Maarschalk Davoust vernam spoedig
hiet avontuur en lachte om de krijgslist,
door Bonard gebruikt. Hij gaf hem eervol
ontslag uit den krijgsdienst.
„Ik wil niet," zei de de beroemde maar
schalk, „dat die dappere, na zoo lang od
schildwacht te hebben gestaan, verplicht
wordt, voor den krijgsraad te staan. Hij
is thans burger en blijve burger, en het
eiland Rügen moge er grootsch op gaan,
ion soldaat van de „Grande Armée" onder
rijn burgers te hebben."
Firmin Bonard bfleef landbouwer. Het
zelfde jaar maakte hij een reis naar Frank
rijk en bracht zijn vader naar Rügen. Hij
had verscheidene kinderen; zijn zoons en
kleinzoons bekleeden thans nog de voor
naamste burgerbetrekkingen op het eiland
Rügen.
Die famfhe wordt genoemd: De fami
lie van den Fransclien schildwacht.
Oapucin bleef in de hoeve bij zijn vriend,
Firmin Bonard.
Hoe wisselvallig de mode zich cok toont,
wat sommige deelen van het toilet be
treft, is zij meer dan conservatief. Wat zij
eenmaal tot onmisbaar heeft verklaard,
overleeft alle veranderingen. En merk
waardig en voor den geschiedvorscher
zeer belangwekkend is, dat dergelijke be-
star.ddeeleu der mode in de meest van el
kaar gelegen deeleu der aarde, totaal
onafhankelijk van elkaar, zelfstandig ont
staan
Dit i6 het geval geweest met den waaier;
dat is ook het geval met den sluier.
De gescliiedeuis van den sluier reikt tot
iu de grijze oudheid. De Egyptische vrou
wen uit den tijd der Farao's droegen de
doorzichtige weefsels als kleeding. Op de
afbeeldingen der grafkamers onder de py-
r amide n en van dc groote dood ens tad
Thebe ziet men de slanke gestalten der
danseressen in dunne sluiers gehuld. De be
woonsters van Babylon, van het oude
Perzië en van Palestina kenden en gebruik
ten den sluier als een noodzakelijk be
standdeel van het toilet. Dc fiere dochter
van Rome liet van haar kunstig opgebouw
de, naar alle parfumerieën vair Arabië
ruikende en door zalven en geheimzinni
ge Germaanscho mengsels geelgeverfde
haron met goud doorwerkte sluiers afgol
ven, die van ver uit Azië en Indié kwa
men.
En zelfs de Germaansohe vrouw uit den
tijd van Tacitus hulde haar hoofd ten tee-
kon van rouw in een sluier. In de middel
eeuwen speelde de sluier als kleedingstuk
een belangrijke rol. Hij ontbrak nooit in
de fcestkleedij der edeldame. De non be
dekte er haar kort geknipt hoofdhaar mee;
„zij nara den sluier aan," als zij de kloos
tergelofte aflegde, en rij legde dien sluier
nocit .weer af, zelfs niet in het graf.
In do Duiteohe steden werd door middel
van de z. g. kleeding-verordeningen,
waardoor de Gemeenteraad voor de ver
schillende standen verschillende, iedere
laag de»r bevolking streng karakteriseeren-
de kleederdrachten voorschreef, precies de
kleur van den sluier bepaald, die door de
vrouwen van lederen stand gedragen
mocht worden. Wit, purper en goud waren
de kleuren van de sluiers der dames uit de
families, welke aan het stadsbestuur
deelnamen; rocd, blauw en groen die der
handwerksters en der echtgenooten van
kooplieden; geel, aie der paria's van ie
dere middeleeuw3che stad: van de ver
dwaasde vrouwen," van de vrouw van den
beul en van de Jodinnen. Geel, de kleur
van den haat, was altijd het teeken voor
allen, dio buiten de maatschappij ston
den.
Dat alles is, evenals de kleeding-veror
deningen, lang vergeten, maar nog lang
niet de sluier, die ieder jaar, vooral in de
gure jaargetijden, opnieuw in telkens
nieuwe vormen opduikt. Hij is ten enzent
even vast ingeburgerd als in do Ooster-
sche landen; alleen is hij bij ons doorzich
tiger, althans voorloopig.
Evenals bij zoovele mode-artikelen is
het ook bij den sluier de wereldstad aan
de Seine, die zoinder hocger beroep haar
oordeel uitspreekt over wat „modern" is.
Zij beveelt en de goheele wereld heeft te
gehoorzamen en gehoorzaamt ook maar al
te graag.
Dit jaar rijn het lichte, dunne weefsels,
die van Parijs uit als modern gedecreteerd
worden. De sluiers van Brusselscho kant
met de fijne ranken van kunstig ontwor
pen dessins, rijn geheel door de tulen voi
les verdrongen. In de plaats van de meer
of minder smaakvolle ornamenten, kant
dessins en stijl-bloemen zijn punten in
zwart op licht fond of van gelijke kleur
gekomen, die den sluier garneeren. Er is
een rijke keuze van dergelijke punt-dessins
op de markt gebracht. Zij teekenen het ge
laat van de voiledraagsters als met taches
de beauté cn verleenen het een eigenaardi
ge bekoring. De natuurlijke blos .wordt
door het schaduwvlekje, ciat een punt van
de voile op het gelaat werpt, nog ver
hoogd. De oogen krijgen meer glans en
het rood der lippen wordt dieper. Alleen
al deze voordeden van den modernen sluier
2ouden zijn blijde ontvangst door de da
mes rechtvaardigen.
De strak gespannen voile, die het gelaat
het aanzien gaf van een masker, is geheel
verdwenen. De tegenwoordige sluiers over
spannen slechts los het gelaat en vallen
van achteren in rijke plooien over den nek.
De groote hoeden, die nog altijd zegevie
rend het veld houden en voorloopig ook
nog wel niet verdrongen zullen worden,
zijn er uitermate voor geschikt, de tbans
gebruikelijke wijze van sluier-strikken een
langeren levensduur te verzekeren dan ge
woonlijk bij modes het geval is.
Al zijn ook niet alle moderne voiles
even doorzichtig, toch hebben de doorzich
tige de voorkeur, doch alle bezitten een
breed boord, dat aan de onderzijde net
lichte .weefsel omzoomt. Het boord is bij
eenvoudige tulen sluiers glad, bij sommige
patronen omgeeft het den geheelen sluier
als een ï-uche.
Do moderne voile is niet goedkoop, want
zij is greoter dan haar voorgangster en
bovendien is de stof fijner.
Vooral Fransche, Zwitsersche en Engel-
sche sluiers zijn duur.
Postduiven.
Prof. dr. Klett en dr. L. Holthof zeiden
in 't door hen uitgegeven en te 6tuttgart bij
de „Deutsche Verlags-An6tnlt" verschenen
geïllustreerde werk bet volgende over de
postduiven:
Van den tijd af, toen de Grieksche krijgs
helden door duiven hun vrienden 't bericht
toezonden, dat zij overwinnaar waren ge
bleven, tot den buidigen dag, zijn deze die
ren de boden v.ao goede en slechte tijdin
gen in dagen van oorlog en van vrede
geweest-
Een kaiif van Bagdad richtte iD do
twaalfde eouw voor de eerste maal een dui
ven post in, en van een der stichters van
het Huis RothschiTd zegt men, dat hij deo
grondslag van rijn reusachtig vermogen
heeft gevonden in door postduiven overge
brachte berichten. Duiven, die kostbare
edelgesteenten onder hun vleugels hielden
verborgen, hebben tusschen EngeLand en
Frankrijk groote diensten bewezen. Nog
veelvuldiger heeft de pers zich van post
duiven bediend.
Thans, nu wij de telegraaf en de telefoon
hebben, is de postduif niet meer de vlugste
bode. Zoolang echter de draadlooze tele
grafie nog niet haar volle werking heeft ge
kregen, kan de postduif nog altijd het on
derbroken verkeer tusschen twee plaatsen
herstellen.
Dat is met name tijdens het beleg van
Parijs in 1870'71 duidelijk gebleken.
Onze tijd kent ook de duivenpost ter zee,
door middel waarvan voertuigen zonder
signalen tot op zekeren afstand berichten
naar een aan de kust gelegen plaats kun
nen afzenden.
De militaire duivenpost is in verscheide
ne landen, aan welker spits Duitschland
staat, een vaste inrichting geworden. Te
Keulen is een station met 6000 a 6000 dui
ven, dat in rechtstreeksche verbinding met
Berlijn en verscheidene andere plaatsen,
is Men neemt daar 160 kilometer aan akv
de verste afstanden, waarc"p een duif haar
dienst geregeld vervullen kan. Een speciaal'
voor dat doel uitgerust militair detache
ment is met de verzorging van deze duiven
belast. Te Parijs heeft men bijzondere in
richtingen voor dc dressuur der militaire
duiven, en iedere postduivenbezitter ia ge
houden, in oorlogstijden zijn duiven aan de'
Regeering af te staan.
Italië heeft eveneens een uitgebreiden
postduivendienst voor het leger georgani
seerd, en ons land heeft ecnigen tijd gele
den hetzelfde gedaan.
SpeeSgoessgevaren.
De lieer C. D. Blanohard vestigt in een
memorie aan de „Soeiété protectrice de
l'enfanoe" de aandacht op het gevaar van
looden speelgoed en van speelgoed, beschil
derd met gevaarlijke kleurstoffen.
Voor de knapen rijn de looden soldaten,
voor de meisjes de Neurenberger pop, ge--
klourd met giftige be stand deelen, en voor
beide seksen de hansworsten, menagerieën,
spoortreinen, enz., noodlottige artikelen.
Van hout maakt men weinig gebruik, om-
oat die grondstof aan de voorwerpen geen
bevalligen vorm geefthet zilver is te duur
om veel gebruikt te worden, maar alumi
nium, blik, papier m&ché zouden zeer goed
het lood kunnen vervangen, met dien ver
stande altijd, dat het gebruik van giftige
kleurstoffen verboden worde.
De strijd tegen deze schadelijke kleurstof
fen zal moeilijk zijn, omdat men voor het
speelgoed de sterkste, levendigste kleuren
verlangt en deze juist het gevaarlijkst rijn
Violet, blauw, groen, geel, bruin worden
door de aniline geleverd. Die kleurstoffen
worden meestal bereid met atfsenik-, kwik-,'
zink-, en antimoonverbindingen. Zoo weet
men byv. heel mooi hel rood te maken uit
sommige kwik- en loodzouten; mooi geel,
waarin lood en arsenik een hoofdrol spe-,
len; fel groen, dat een zekere aanwijzing
is voor de aanwezigheid van lood en koper,
enz.