N*. 14164-
"Vrijdag 27 yVpi-il.
A0. 1906.
(Beze {jourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offloleele Kennisgeving.
Onder onze vroede Vaderen.
FEUILLETON.
De Prinses.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANTi
▼oot Leldflo pel week 9 Gents; per 8 maandeD L10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenteD gevestigd t^ju 2 1.30.
Franco per post1.65.
PRI.«S OER 1DYERTENTIÊN i
Van 16 regels fL06. Iedere regel moer 0.17- Örootere letters naar
plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oents contant j elk
tiental woorden meer 10 Gents.-Voor het inoasseeren wordt 0.05 berekend.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Leiden;
Gelet op art. 3 van. het Reglement op de
wegen en voetpaden in de provincie Zuid-
Holland van 3 November 1870, zooals dat
laatstelijk is gewijzigd bij het besluit der
Staten van 19 Juli 1904, welk besluit werd
goedgekeurd bij het Kon. Besluit van 15
Augustus 1904 No. 58;
brengen ter aJgemeene kennis, dat door
hen op den 23sten April jl. voorloopig is
vastgesteld, de legger der wegen en voet
paden in deze gemeente, die van af heden
gedurende één maand op de secretarie de
zer gemeente ter lezing is nedergelegd,
binnen welken tijd door belanghebben
den bezwaren bij den Gemeenteraad tegen
dien legger schriftelijk kunnen worden
ingebracht.
En geschiedt hiervan openbare kennis
geving door aanplakking en plaatsing in
net „Leidsch Dagblad".
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 27 April 1906.
Burgemeester en Wethouders van Lei
den brengen ter algemeene kennis, dat de
brug over de Mo I ensloot in den
Zoeterwoud^cben Singel wegens
het vernieuwen van bet bovendek dier brug
van af beden tot nadere aankondiging
voor het verkeer met rij- en voertuigen
zal zijn afgesloten.
Burgemeester en Wethouders voc.aoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 27 April 1900.
Een werklijstje met enkel zeven simpele
onderwerpj es, het leek er nu dan toch op,
dat de vergadering met een uurtje zou zijn
afgeloopcn. In den goeden ouden tijd had
men het stellig met zeven hamertikjes van
den Voorzitter kunnen afdoen. Maar sinds
een jongere generatie haar intred© in de
Raadzaal heeft gedaan, is het met dezen
idylüsohen toestand uit. Dat men echter
over deze agenda den geheelen middag vol
zou praten, had, zelfs gelet op de samen
stelling van onzen Raad, niemand kunnen
vermoeden.
Vooraf kwam er nog een onaangename
verrassing, die vooral B. en Ws. onaange
naam zal hebben gestemd, in den vorm van
een missive van Gedep. Staten, welke men
een scherpe resolutie" zou kunnen noe
men.
B. en Ws. hadden aan H. M. de Ko
ningin vergunning aangevraagd om in de
sohool 3de klasse No. 3 (aan de Mare) meer
dan 600 leerlingen toe te laten. Over dezo
aangelegenheid zijn nu Gedep. Staten ge
hoord en als antwoord daarop is dezo mis
sive gekomen. Gedep. 8taten hadden gead
viseerd deze vergunning uiterlijk tot 1 Oc
tober te verleenen, om geen stagnatie in
het onderwijs te veroorzaken, maar aar
zelen niet als hun meening uit te spreken,
dat de toestand op de volksscholen in deze
gemeente betreurenswaardig en onhoudbaar
is. Om dit te staven wijzen zij er op, dat
som mi go klassen meer dan 50 leerlingen
tellen; dat andere klassen worden geher
bergd in gymnastieklokalen, die uitter-
aard niet voor leerscholen ingericht zijn,
en in een particuliere fabrieksschool, die
niet voldoet aan de eiscèen der hygiëne,
terwijl een hoofd, wiens school elders is,
er de leiding over heeft, Gedep. Staten
dringen er daarom op aan, dat de Raad
den voorgenomen school bouw bevorder©,
dooh onmiddellijk besluite tot het bouwen
van een hulpsahool met vast hoofd en per
soneel, die dan later kunnen worden over
geplaatst naar de nieuwe school aan den
Zuid singel.
Gedep. Staten zijn van oordeel, dat toe
standen als hier op de 3de en 4de klasso
scholen bestaan, voor een gemeonto als Lei
den niet te permitteeren zijn.
De Raad hoorde blijkbaar wel wat vreemd
van deze krasse beschuldiging opmaar
geheel nieuw was ze toch niet. In Juli
1903 is reeds een soortgelijke beschuldiging
in deh vorm van een schrijven van den
toen mali gen districtsschoolopziener ingeko
men, waarop zeven maanden later door B.
en Ws. werd gepraeadviseerd, in welk
praeadvie© de grieven werden ontkend of
vergoelijkt, hoewel enkele verbeteringen
werden voorgesteld. In de Raadszitting
van 11 Februari 190-4 is daarover ampel
gediscussieerd. De heer-Sijtsma trok toen
te velde tegen het praeadviee, dikte do
grieven van den schoolopziener nog wat
aan en wees vooral op de wanverhouding,
dio er bestond tusschen de zeer kleine
klassen op d© eers'te-klasae-scholen en de
zeer overbevolkte op dio der 3de en 4de
klasse. De Voorzitter ©n de heeren Van
Hamel, De Goeje en vooral d© heer Pera
betoogden boen, dat or een blaam op de
6cholen in Leiden werd geworpen, die ze
niet verdienen. Besloten werd toen aan
de Plantsoenschool vier lokalen bij te
bouwen, wat nu reeds is geschiedt, en la
ter werd besloten tot den bouw eener nieu
we school, zooals men weet, en ziet, daar
komen nu Gedeputeerde Staten in hoogst
eigen persoon een aanklacht rechtstreeks
bij den Raad indienen, dat de toestand
nog onhoudbaar is.
De Voorzitter zeide, dat het iets on
gewoon© is, dat Gedeputeerde Staten met
voorbijgaan van het College van B. en
Ws. zich rechtstreeks tot den Raad wen
den. En dan met zoo'n krasse aanklacht I
Maar de Voorzitter drukte ach parle
mentair uit de missive was niet van
overdrijving vrij te pleiten. Dat aan de
fabrieksschool van den heer Krantz zoo
veel hygiënische gebreken kleefden, was B.
er Ws. niet bekend en werd door hen be
twijfeld.
In ieder geval was het een tijdelijk© toe
stand; de plannen voor den schoolbouw
rijn er reeds. Waar hier aan den ijver en
den goeden wil van het Dag. Bestuur en
den Raad wordt getwijfeld, meende hij
dit 'te moeten zeggen. Verder debat achtte
hij nu niet gewcnecht, gaarne zullen B.
en Ws over dit stuk een praeadvies uit
brengen, nadat de verschillende commis
sion er ever zijn gehoord.
Wij zullen dit praeadvies afwachten, en
vermoeden, dat het nu wel geen zeven
maanden zal duren eer het den Raad be
reikt.
Over het eerste punt der agenda: het
beschikbaar stellen van een bedrag van
856 gulden, zijnde een declaratie van den
heer H. E. Bunnik, directeur van den ge
meentelijken telefoondienst voor het ondor-
zoek van de telefoonkabels en het toezicht
op de telefooninsudlatie, kregen we iets te
booren van den Voorzitter der Commissie
van Financiën, den heer Witmans. Volgens
hem had men gaarne de bescheiden zien
overgelegd; in hun schriftelijk rapport
stond echter, dat zij zich wegens te-1 ate-
toezending der stukken van een advies
moest onthouden. Er scheen zelfs nog een
meerderheid en een minderheid te dezer
zake in de commissie te rijn. Do heer De
Goeje sloeg den spijker op den kop, toen
bij opmerkte, dat hij de rekening verschrik
kelijk hoog vond. Had men daarvoor niet
een man in de gemeente zelf kunnen zoe
ken? vroeg hij.
B. en W8. hadden ook al gepoogd er wat
af to krijgen, maar de heer B. was daar
voor niet te vinden, 't Was zoo'n aardig
speldenduitje ook.
Het is zekor voorzichtiger vooraf in zulko
gevallen even een opgave der kosten te
vragen. De gemeente Amsterdam moet, zoo
kwam ons ter ooren, er ook eens ingeloopen
zijn toen een Duitscho professor voor een
advies en onderzoek inzake de waterleiding
een bagatel van circa 20,000 in rekening
bracht, wat betaald moest worden ook-
Een gewoon werkbaas durft men wel om
oen prijsopgave vooraf vragen, maar groo-
t© heeren
Het voorstel tot afschaffing van den
wekelijkschen pubbeken cokes verkoop ten
Raadliuize, dat o.i. alle aanbeveling ver
dient-, omdat sinds rechtstreeks van de gas-
fabriek aan particulieren wordt geleverd,
deze verkoopingen haar beteekenis hebben
verloren, word zwakjes bestreden door den
heer Vergouwen. Hij scheen ze te wil'eo
behouden ter wille van die cokeshandeu
ren, die niet oontracteeren met do gasfa
briek. Toen de heer Juta daartegen op
merkte, dat de brandstoffenhandelaars eï
geen gebruik van plegen te maken, drong
de heer Vergouwen er echter niet verder
op aan.
Er gaat met dez© verkoopingen voor de
ambtenaren nog heel wat tijd heen, die be
ter besteed kan worden. De kosten bedra
gen naar do heer Juta mededeelde ook
nog ongeveer 8 pCt., die bunnen oven
eens worden uitgespaard. De beambten
ten Raadhuize, die er mode belast zijn,
moeten op den duur echter een faveurtje
derven.
Als overgangsmaatregel zullen ze tot
1908 het nog ontvangen. En dan is er mis
schien wel iets anders, waardoor dit ver
lies kan worden gecompenseerd.
Do heropening van de vette-varkens-
markt zonder marktgeld en met slechts
15 ets- weegloon, ging er zonder discussie
om hoofdelijke stemming door. De Raad
toonde hiermede zijn goeden wil. Laten,
de landbouwers, die om do heropening ge
vraagd hebben, nu ook hun best doen om
de markt te doen slagen. De tijdsomstan
digheden zijn thans wel niet gunstig, maai
als ook deze proef mislukt, dan kan veilig
aangenomen worden, dat de gemeente er
baar plcizior ai heeft.
Eindelijk kwam men aan het laatste
punt: Vaststelling van de verordening,
houdende aanvulling en wijziging der
verordening op do straatpolitie en van de
verordening op het rijden met motorrij
tuigen en rijwielen, het laatste cis gevolg
van de invoering der motor- en rijwielwet
van Februari 1906.
Het verbod om vliegers op te laten, an
ders dan op plaatsen, daartoe door B. en
Ws. aangewezen ging eir zonder slag of
stoot door. Het moge hard wezen om dit
overigens onschuldig jongensvermaak to
beperken, nu inderdaad het telefoonver
keer daardoor ernstige stoornis onder
vindt, kon heb niet anders of er moesten
maatregelen tegen genomen worden. Een
voordodl er van mag genoemd worden,
dat wij voortaan ook verschoond zullen
zijn, van te moeten zien op aan telefoon
draden of op daken fladderende overblijf
sels van vliegers, wat een onooglijk ge
zicht oplevert.
Mogen echter B. en Ws., terwille onzer
jeugd, een ruim gebruik maken van hun
bevoegdheid om plaatsen aan te wijzen
Bij de vaststelling der bepalingen op
het drijven van runderen of vee, waarbij
de minimum-leeftijd der drijvers van 18
tot 16 jaren werd teruggebracht, wees do
heer Van der Lip er op, dat in het oeue
lid van een artikel sprake was van runde
ren en in het andere vee genoemd werd,
een woord van voel ruimer begrip. Waar
om zou een jongen beneden 16 jaren niet
een geitje, ja, zelfs een paard mogen lei
den? De Voorzitter wilde het woord vee
handhaven. Voor het drijven van een kop
pel varkens of schapen moet men ook
geen kinderen mogen gebruiken, meende
hij.
De heer Witmans meende tor verduide
lijking nog te moeten zeggen, dat met vee
zekerlijk „koebeesten" zullen bedoe'd
zijn. De commissie voor de strafverorde
ningen gaf ton riotto too an voor hot woord
„vee" word „runderen" in de plaats ge-
zot
Van meer scherpzinnigheid getuigde het
debat tusschen mr. Van dor Lip en den
Voorzitter over de vraag of do gemeente
inzake do motor- en rij wiel vorordening
alleen bevoegd is te regelen in gevallen,
waarin wet of algemeene maatregel van
bestuur niet vcomon (de opvatting van
den heer Van der Lip) of dat zij de gehee-
le materie mag regelen (zooals de Voor
zitter meende).
Zooals bet gemeenlijk tusschen juristen
gaat, ieder hield zijn streng vast. Do heer
Fockema Androae schaarde zich aan de
rijde van mr. Van der Lip, doch ook hij
kon den Voorzitter niet overtuigen. Wij
kregen de overtuiging, dat de heer Van
der Lip hier gelijk hud. De stemming over
artikel 7, waarover de kwestie liep en dat
do heer Van dor Lip wilde schrappen,
stelde hem ook in het gelijk. Het word
met 15 tegen 12 stommen geschrapt.
De meeste discussie gaf echter de motor
en rijwielverordening. Daarover werden
ze li 8 algemeene beschouwingen gevoerd.
Wie zich nog herinnert de langdurige be
raadslagingen en de soms heftige debatten,
die over dezelfde verordening in 1901 zijn
gevoerd, zal het misschien verwonderen
dat het nu nog zoo vlot afliep.
Mr Fokkor had het verwonderd bij ha.
dossier omtrent dezo zaak geen adviezei1
van politie-autoriteiten te hebbon gevon-
don. Daar worden in doao verordeningei
tegon wielrijders en bestuurders van oio»
torrijtuigjen zulke beperkende bepalingen
aangebracht, dat der.e wel niet zonder zcci
ernstige redoncn kunnen worden volgehou
den. Hadden do polifcio-ambtenaron at»
niet moeten mcdedeelen, waarom een aan
tal stegen en straten vcor dit verkeer wer
kelijk gevaarlijk geacht worden? Hij keur
de hot af dat zooveel belemmeringen aan
dit verkeer in den weg worden gelegd on
en wees op enkele dingen, dio hij bij de ar
tikelen nader zen tooliohten.
De hoer Sijtsran had zich ook verwon
derd, dat deze verordening nog zoo straf
is, waar in het collego von B. en Ws. en bij
do Com. voor do Strafverordeningen toch
personen zijn, die dezen tak van sport uit
eigen ervaring kennen. Wij vinden nu do
bepalingen, 10 a 20 jaar geleden tegen
heb wiolrijden gemaakt, belachelijk, maar
zoo zal hot nageslacht ook oordeclcn over
een verordening, di© nu wcïdt vooigesteld.
Rij wielen ^cn motorrijtuigen moesten eigen
lijk dezelfde rechten hebben als ander©
vorvocumiddelcn. Ongelukken door aanrij
dingen komen tcch evengoed, zoo niet moer
voor met do gowone rijtuigen en handkar
ren, dan inot bedoelde voertuigen.
Do Voorzitter verdedigde de verorde
ning, dio trouwens overeenkwam mot di©
in andero groot© gemeonten. Hij prees
vooral do bepaling omtrent de maximum
snelheid, waarmee mag worden gereden.
Na nog eenig debat tusschen mr. Fok
ker en den Voorzitter, waarin ook nog do
heer Fockema Andrao zich mengde, die
de wijze, waarop do hoor Fokkor zich eon
bewijsvoering voor een Rechtbank voor-
stolde bestreed, ging men tot de artikols-
gowijze behandeling over. Do heer Sytsma
wildo oen aantal straten, waarin nu ho»
rijden met dezo voertuigen is verboden,
daarvoor openstellen, doch trok zijn aincu-
domonten weer in, toen hij merkte, dat mon
voor dezo vrijgevigheid nog niet rijp
schoeu, zooals hij zcido, waardoor hoel
wat stemmen word uitgespaard.
De hoer Fokker stolde voor het Plant
soen, den Zijl- en Hoeronsingel des Zon
dags voor het rij wiel verkeer open to stel
len. De heer Van Hamel vooral wildo daar
van niets weten, veel liever zou hij ook
het rijden op den Zootcnvoudechen Singel
nog verbieden. Ook do heeren Witmans,
Lo Poole en Van der Lip bestreden het
amendement'; voornamelijk richttei zich
hun bezwaar tegen don Zijl- on Hoeren-
singol, waar des Zondags veel kinderen
spelen. Ten opzichte van dezo Singels trok
de voorsteller dan ook hot amendement
in, doch hij handhaafde dit voor het Plant
soen. Het viel met 21 tegon 5 stemmen.
Een amendement van de heeren Lo Pool©
en Fokker om op te heffen het verbod een
rijwiel of motorvoertuig niet aan de hand
te mogen voeren of er meo stil te staan
op voor voetgangers bestemde klinkerpaden
en in plantsoenen, enz., word met 15 tegen
11 stemmen verworpen.
De heeT Fokker wees er op, dat een wiel
rijder, die bijv. het standbeeld van Van der
Werf wil bezichtigen, vooraf zijn rijwiel
zal moeten borgen, terwijl hij h^t zonder
61)
Met een droevig lachje verbrandde hij het
„vrijgeleide.' De slotzin nam ook ae laatste
gedachte weg, om de gevolgen voor haar
alleen over te laten. „Denk niet aan mij,
maar red jezelf. Ik zou alles willen missen,
om jou te redden." Tegen don steenen muur
geleund, schudde hij het hoofd, nog steeds
met den glimlach om ae lippen.
XXV.
Den volgendon morgen was geheel Edel
weiss vroeg op de been. Lang vóór den tijd,
yoor het teekenen van de overeenkomst be
paald, liepen de menschen bij troepen op
de straat, mannen en vrouwen uit de ber
gen, uit de zuidelijke valleien, uit de vlak
ten ten noorden en ten oosten. Somber
klonk hun gefluister, dreigend stond hun
gelaat; wraakzucht vervulde aller hart. Te
gen negen uren trok alles naar het kasteel.
Duizenden en duizenden verzamelden zieh
buiten de muren, op berichten wachtend,
te nog altijd hopend op de mogelijkheid,
dat er op het laatste oogenblik iets zou
gebeuren, waardoor het Land van schande
te ondergang zou gered worden.
De wacht aan de poort was op het vier
dubbele van de gewone sterkte gebracht.
Alle zaken in do stad stondèn stil. Do noor
delijke onderdanen weeklaagden over het
noodlot, dat hen zoo spoedig onder de
"terechappjj van Axphanië zou brengen, en
de anderen betuigden hun medelijden en
sympathie.
Even vóór negenen verscheen Harry An
guish vergezeld ,van kapitein Dangioss cn
zijn lijfwacht van zes man. Nauwelijks wa
ren zij binnen de poort, toen een ruiter
stoet de laan kwam oprijden. Toen negon
nen bet gehuil, het geschreeuw en de ver-
wenschingen, die het volk den. Axphani-
schen edelen naar het hoofd slingerde. Met
een spottenden glimlach eantwoordden zij
deze blijken van machteloozen haat, maar
toch waren zij blijde, toen de poort achter
hen gesloten werd, die hen scheidde van
de woedende menigte.
Prins Bolaroz, hertog Mizrox en de mi
nisters waren reeds sinds den vorigen mid
dag op het kasteel. In het koninklijk paleis
was de opgewondenheid wel groot, doch
rij werd in bedwang gehouden door den
eerbied voor de vormen.
Toen do kamermeisjes als gewoonlijk om
zeven uren naar de slaapkamer van do
Prinses gingen, vonden zij tot haar. ver
bazing geen schildwacht voor de deur.
D© Prinses was niet in haar kamer en
blijkbaar was zij niet naar bed geweest.
Min of meer ongerust begaven do beide
meisjes zich eerst naar het salon, toen naar
het boudoir. Hier vonden zij haar slapend
op den divan, mot dezelfde japon van den
vorigen dag aan, die verkreukt was als toe
ken van een onrustigen, ellendigen nac't.
Toen zij wakker was en eenige orde ge
bracht had in haar verwarde gedachten,
zond zij allereerst om Quinnox. Zij kon
nauwelijks de verzekering afwachten, dat
Lorry buiten gevaar was, en het duurde
zoo lang eer de lakei terugkwam, dat zij
zich reeds verkleed had, eer zij de bood
schap ontving, dat de kapitein nergens to
vinden was.
Haar hart sprong op van blijdschap, want
dit was voor haar het bewijs, dat Lorry uit
het kasteel gevlucht was. Waar zou Quin-
nox anders kunnen zijn dan bij den vluch
teling, misschien wel weer in het k.oostcrl
Nu die spanning van haar was weggeno
men, zag zij minder op tegen do zwarighe
den, die haar dien morgen wachtten. Zij
had hem gered en was bereid, den prijs te
betalen.
Alle toebereidselen waren gemaakt om de
ontmoeting der vorstelijke personen en
hun gevolg zoo glansrijk mogelijk te doen
zijn.
Om tien uren was de bijeenkomst be
paald. Ededen en dames, ministers, schild
wachten en lakeien liepen heen en weer, het
uur vreezonde, dat hen met de gehate Ax-
phaniëre in aaraking zou brengen. In een
der kleinore wachtkamers zaten graaf en
gravin Halfont, de laatste schreiende-
Gravin Dagmar stond met Harry A.iguish
bij een der ramen. Anguish deed als iemand
die iets verwacht, waaraan de anderen niet
denken. Hij trachtte zijn bedrukte vrien
den op te beuren, dooh rijn opgeruimdheid
was niet aanstekelijk. Het was alsof er een
begrafenis moest plaats hebben.
Een halfuur vóór den tijd der bijeen
komst liet Yetiye baar oom en tante en
gravin Dagmar verzoeken, bij haar te ko
men. Dagmar keek met droevige oogen den
langen Amerikaan aan en vroeg:
„Verheugt u zich in ons ongeluk? U geeft
geen enkel blijk, dat het u spijt. Vergeet u,
hoeveel wij opofferen om het leven van uw
vriend to redden? Ik begrijp niet, ho© u zoo
ongevoelig kunt zijn."
„Als u wist wat ik weet, zou u springen
en dansen van blijdschap"t zeide hij uit den
grond van zijn hart.
„Och toe, vertel het mij dan", riep zij.
„Ik wist wol, dat er iets was."
„Maar ik vrees, dat zoo'n springpartij u
voor den geheelen dag van streek zou ma
ken. Je moet nog een beetje wachten, Dag
mar.''
Hot was voor hot eerst, dat hij haar Dag
mar noemde, en rij was er een beetje van
geschrikt.
„Ik ben niet gewoon te wachten", zeide
zij verlegen.
„Ik zal het u wel eens uitloggen, als ik
meer tijd heb", fluisterde hij haar in het
oor, en zij wist hem niets te antwoorden.
Bij do trap ging hij weg, en zag haar
eerst weer, toen zij hem in de troonzaal
voorbijging. Zij zag wel bleek en beefde,
doch hield zich goed.
Prins Bolaroz en zijn edelen stonden
rechts, de Graustarkers met hun dames
links van den troon, terwijl aan weerszijden
van de deur de militaire autoriteiten der
beide natiën geschaard waren. In d© nabij
heid van den hertog van Misrox stond Gar
briël, de prins van Dawsborgen. Met een
half dozijn van zijn volgelingen was hij met
de niets kwaads vermoedende Axphaniêrs
binnengekomen. Anguish kwam met baron
Dangioss, ©n samen stonden zij bij de deur;
de kapitein was bleekct dan hij ooit in zijn
leven geweest was.
Daar werden de deuren opengeworpen, de
gordijnen weggeschoven, en vlo Prinses trad
binnen. Diepe stilte l
Zij leunde op den arm van baar oom,
graaf Halfont. Pages droegen don sleep
van haar zwart, niet diamanten versierd.
gewaad. Toen zij kalm en statig voort
schreed, bogen de aanwezigen voor da
schoonste vrouw van de wereld.
Diepe ontroering was achter die trotscna
kalmte verborgen, nog vermeerderd door
heimelijk schuldbesef. Het zien van Allodo
gaf haar ccn Bchok. De trouwe dienaar zag
haar zoo smeekend aan, alsof hij zeggen
wilde: „Mijn hemel, gaat gij nu Graustaric
vernietigen tor willo van dien moordenaar I
Leb toch medelijden met ons. Heb mede
lijden."
Eer zij plaats nam op den troon, wierp
zij een blik op do aanwezigen. Haar blau
we oogen waren door donkere kringen om
geven en ieder oogenblik schenen tranen
er in te zullen opzwellen. Als zij hot klein©
aantal edelen uit het Noorden aanzag^
met hun bl$ek gelaat, beefden haar knieën.
Toch bleef zij vastberaden. Toen zag zij
Anguish on Dangioss; toen de beschuldi
gende, meedoogonlooze oogen van GabriëL
Dit gezicht deed haar ontstellen en angst
vervulde haar ziel. Onwillekeurig keek zij
rond naar don kapitein^van do lijfwacht.
Haar krachtigste bondgenoot was er niet.
Zou rij de veroordcelende woorden allceQ
moeten aanhooren Zon bet volk doen.
wat Quinnox voorspeld had, of zouden ri|
Gabriël gelooven en haar verwcnschon?
Zij zonk noer in den ruimen zetel en za#
daar, rwak en verlaten, met hulpeloos ster»
ronde oogen-
CWordi vervolgd.*}