N*. 14164- "Vrijdag 27 yVpi-il. A0. 1906. (Beze {jourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offloleele Kennisgeving. Onder onze vroede Vaderen. FEUILLETON. De Prinses. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANTi ▼oot Leldflo pel week 9 Gents; per 8 maandeD L10. Buiten Leiden, per looper en waar agenteD gevestigd t^ju 2 1.30. Franco per post1.65. PRI.«S OER 1DYERTENTIÊN i Van 16 regels fL06. Iedere regel moer 0.17- Örootere letters naar plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oents contant j elk tiental woorden meer 10 Gents.-Voor het inoasseeren wordt 0.05 berekend. Burgemeester en Wethouders der ge meente Leiden; Gelet op art. 3 van. het Reglement op de wegen en voetpaden in de provincie Zuid- Holland van 3 November 1870, zooals dat laatstelijk is gewijzigd bij het besluit der Staten van 19 Juli 1904, welk besluit werd goedgekeurd bij het Kon. Besluit van 15 Augustus 1904 No. 58; brengen ter aJgemeene kennis, dat door hen op den 23sten April jl. voorloopig is vastgesteld, de legger der wegen en voet paden in deze gemeente, die van af heden gedurende één maand op de secretarie de zer gemeente ter lezing is nedergelegd, binnen welken tijd door belanghebben den bezwaren bij den Gemeenteraad tegen dien legger schriftelijk kunnen worden ingebracht. En geschiedt hiervan openbare kennis geving door aanplakking en plaatsing in net „Leidsch Dagblad". Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 27 April 1906. Burgemeester en Wethouders van Lei den brengen ter algemeene kennis, dat de brug over de Mo I ensloot in den Zoeterwoud^cben Singel wegens het vernieuwen van bet bovendek dier brug van af beden tot nadere aankondiging voor het verkeer met rij- en voertuigen zal zijn afgesloten. Burgemeester en Wethouders voc.aoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 27 April 1900. Een werklijstje met enkel zeven simpele onderwerpj es, het leek er nu dan toch op, dat de vergadering met een uurtje zou zijn afgeloopcn. In den goeden ouden tijd had men het stellig met zeven hamertikjes van den Voorzitter kunnen afdoen. Maar sinds een jongere generatie haar intred© in de Raadzaal heeft gedaan, is het met dezen idylüsohen toestand uit. Dat men echter over deze agenda den geheelen middag vol zou praten, had, zelfs gelet op de samen stelling van onzen Raad, niemand kunnen vermoeden. Vooraf kwam er nog een onaangename verrassing, die vooral B. en Ws. onaange naam zal hebben gestemd, in den vorm van een missive van Gedep. Staten, welke men een scherpe resolutie" zou kunnen noe men. B. en Ws. hadden aan H. M. de Ko ningin vergunning aangevraagd om in de sohool 3de klasse No. 3 (aan de Mare) meer dan 600 leerlingen toe te laten. Over dezo aangelegenheid zijn nu Gedep. Staten ge hoord en als antwoord daarop is dezo mis sive gekomen. Gedep. 8taten hadden gead viseerd deze vergunning uiterlijk tot 1 Oc tober te verleenen, om geen stagnatie in het onderwijs te veroorzaken, maar aar zelen niet als hun meening uit te spreken, dat de toestand op de volksscholen in deze gemeente betreurenswaardig en onhoudbaar is. Om dit te staven wijzen zij er op, dat som mi go klassen meer dan 50 leerlingen tellen; dat andere klassen worden geher bergd in gymnastieklokalen, die uitter- aard niet voor leerscholen ingericht zijn, en in een particuliere fabrieksschool, die niet voldoet aan de eiscèen der hygiëne, terwijl een hoofd, wiens school elders is, er de leiding over heeft, Gedep. Staten dringen er daarom op aan, dat de Raad den voorgenomen school bouw bevorder©, dooh onmiddellijk besluite tot het bouwen van een hulpsahool met vast hoofd en per soneel, die dan later kunnen worden over geplaatst naar de nieuwe school aan den Zuid singel. Gedep. Staten zijn van oordeel, dat toe standen als hier op de 3de en 4de klasso scholen bestaan, voor een gemeonto als Lei den niet te permitteeren zijn. De Raad hoorde blijkbaar wel wat vreemd van deze krasse beschuldiging opmaar geheel nieuw was ze toch niet. In Juli 1903 is reeds een soortgelijke beschuldiging in deh vorm van een schrijven van den toen mali gen districtsschoolopziener ingeko men, waarop zeven maanden later door B. en Ws. werd gepraeadviseerd, in welk praeadvie© de grieven werden ontkend of vergoelijkt, hoewel enkele verbeteringen werden voorgesteld. In de Raadszitting van 11 Februari 190-4 is daarover ampel gediscussieerd. De heer-Sijtsma trok toen te velde tegen het praeadviee, dikte do grieven van den schoolopziener nog wat aan en wees vooral op de wanverhouding, dio er bestond tusschen de zeer kleine klassen op d© eers'te-klasae-scholen en de zeer overbevolkte op dio der 3de en 4de klasse. De Voorzitter ©n de heeren Van Hamel, De Goeje en vooral d© heer Pera betoogden boen, dat or een blaam op de 6cholen in Leiden werd geworpen, die ze niet verdienen. Besloten werd toen aan de Plantsoenschool vier lokalen bij te bouwen, wat nu reeds is geschiedt, en la ter werd besloten tot den bouw eener nieu we school, zooals men weet, en ziet, daar komen nu Gedeputeerde Staten in hoogst eigen persoon een aanklacht rechtstreeks bij den Raad indienen, dat de toestand nog onhoudbaar is. De Voorzitter zeide, dat het iets on gewoon© is, dat Gedeputeerde Staten met voorbijgaan van het College van B. en Ws. zich rechtstreeks tot den Raad wen den. En dan met zoo'n krasse aanklacht I Maar de Voorzitter drukte ach parle mentair uit de missive was niet van overdrijving vrij te pleiten. Dat aan de fabrieksschool van den heer Krantz zoo veel hygiënische gebreken kleefden, was B. er Ws. niet bekend en werd door hen be twijfeld. In ieder geval was het een tijdelijk© toe stand; de plannen voor den schoolbouw rijn er reeds. Waar hier aan den ijver en den goeden wil van het Dag. Bestuur en den Raad wordt getwijfeld, meende hij dit 'te moeten zeggen. Verder debat achtte hij nu niet gewcnecht, gaarne zullen B. en Ws over dit stuk een praeadvies uit brengen, nadat de verschillende commis sion er ever zijn gehoord. Wij zullen dit praeadvies afwachten, en vermoeden, dat het nu wel geen zeven maanden zal duren eer het den Raad be reikt. Over het eerste punt der agenda: het beschikbaar stellen van een bedrag van 856 gulden, zijnde een declaratie van den heer H. E. Bunnik, directeur van den ge meentelijken telefoondienst voor het ondor- zoek van de telefoonkabels en het toezicht op de telefooninsudlatie, kregen we iets te booren van den Voorzitter der Commissie van Financiën, den heer Witmans. Volgens hem had men gaarne de bescheiden zien overgelegd; in hun schriftelijk rapport stond echter, dat zij zich wegens te-1 ate- toezending der stukken van een advies moest onthouden. Er scheen zelfs nog een meerderheid en een minderheid te dezer zake in de commissie te rijn. Do heer De Goeje sloeg den spijker op den kop, toen bij opmerkte, dat hij de rekening verschrik kelijk hoog vond. Had men daarvoor niet een man in de gemeente zelf kunnen zoe ken? vroeg hij. B. en W8. hadden ook al gepoogd er wat af to krijgen, maar de heer B. was daar voor niet te vinden, 't Was zoo'n aardig speldenduitje ook. Het is zekor voorzichtiger vooraf in zulko gevallen even een opgave der kosten te vragen. De gemeente Amsterdam moet, zoo kwam ons ter ooren, er ook eens ingeloopen zijn toen een Duitscho professor voor een advies en onderzoek inzake de waterleiding een bagatel van circa 20,000 in rekening bracht, wat betaald moest worden ook- Een gewoon werkbaas durft men wel om oen prijsopgave vooraf vragen, maar groo- t© heeren Het voorstel tot afschaffing van den wekelijkschen pubbeken cokes verkoop ten Raadliuize, dat o.i. alle aanbeveling ver dient-, omdat sinds rechtstreeks van de gas- fabriek aan particulieren wordt geleverd, deze verkoopingen haar beteekenis hebben verloren, word zwakjes bestreden door den heer Vergouwen. Hij scheen ze te wil'eo behouden ter wille van die cokeshandeu ren, die niet oontracteeren met do gasfa briek. Toen de heer Juta daartegen op merkte, dat de brandstoffenhandelaars eï geen gebruik van plegen te maken, drong de heer Vergouwen er echter niet verder op aan. Er gaat met dez© verkoopingen voor de ambtenaren nog heel wat tijd heen, die be ter besteed kan worden. De kosten bedra gen naar do heer Juta mededeelde ook nog ongeveer 8 pCt., die bunnen oven eens worden uitgespaard. De beambten ten Raadhuize, die er mode belast zijn, moeten op den duur echter een faveurtje derven. Als overgangsmaatregel zullen ze tot 1908 het nog ontvangen. En dan is er mis schien wel iets anders, waardoor dit ver lies kan worden gecompenseerd. Do heropening van de vette-varkens- markt zonder marktgeld en met slechts 15 ets- weegloon, ging er zonder discussie om hoofdelijke stemming door. De Raad toonde hiermede zijn goeden wil. Laten, de landbouwers, die om do heropening ge vraagd hebben, nu ook hun best doen om de markt te doen slagen. De tijdsomstan digheden zijn thans wel niet gunstig, maai als ook deze proef mislukt, dan kan veilig aangenomen worden, dat de gemeente er baar plcizior ai heeft. Eindelijk kwam men aan het laatste punt: Vaststelling van de verordening, houdende aanvulling en wijziging der verordening op do straatpolitie en van de verordening op het rijden met motorrij tuigen en rijwielen, het laatste cis gevolg van de invoering der motor- en rijwielwet van Februari 1906. Het verbod om vliegers op te laten, an ders dan op plaatsen, daartoe door B. en Ws. aangewezen ging eir zonder slag of stoot door. Het moge hard wezen om dit overigens onschuldig jongensvermaak to beperken, nu inderdaad het telefoonver keer daardoor ernstige stoornis onder vindt, kon heb niet anders of er moesten maatregelen tegen genomen worden. Een voordodl er van mag genoemd worden, dat wij voortaan ook verschoond zullen zijn, van te moeten zien op aan telefoon draden of op daken fladderende overblijf sels van vliegers, wat een onooglijk ge zicht oplevert. Mogen echter B. en Ws., terwille onzer jeugd, een ruim gebruik maken van hun bevoegdheid om plaatsen aan te wijzen Bij de vaststelling der bepalingen op het drijven van runderen of vee, waarbij de minimum-leeftijd der drijvers van 18 tot 16 jaren werd teruggebracht, wees do heer Van der Lip er op, dat in het oeue lid van een artikel sprake was van runde ren en in het andere vee genoemd werd, een woord van voel ruimer begrip. Waar om zou een jongen beneden 16 jaren niet een geitje, ja, zelfs een paard mogen lei den? De Voorzitter wilde het woord vee handhaven. Voor het drijven van een kop pel varkens of schapen moet men ook geen kinderen mogen gebruiken, meende hij. De heer Witmans meende tor verduide lijking nog te moeten zeggen, dat met vee zekerlijk „koebeesten" zullen bedoe'd zijn. De commissie voor de strafverorde ningen gaf ton riotto too an voor hot woord „vee" word „runderen" in de plaats ge- zot Van meer scherpzinnigheid getuigde het debat tusschen mr. Van dor Lip en den Voorzitter over de vraag of do gemeente inzake do motor- en rij wiel vorordening alleen bevoegd is te regelen in gevallen, waarin wet of algemeene maatregel van bestuur niet vcomon (de opvatting van den heer Van der Lip) of dat zij de gehee- le materie mag regelen (zooals de Voor zitter meende). Zooals bet gemeenlijk tusschen juristen gaat, ieder hield zijn streng vast. Do heer Fockema Androae schaarde zich aan de rijde van mr. Van der Lip, doch ook hij kon den Voorzitter niet overtuigen. Wij kregen de overtuiging, dat de heer Van der Lip hier gelijk hud. De stemming over artikel 7, waarover de kwestie liep en dat do heer Van dor Lip wilde schrappen, stelde hem ook in het gelijk. Het word met 15 tegen 12 stommen geschrapt. De meeste discussie gaf echter de motor en rijwielverordening. Daarover werden ze li 8 algemeene beschouwingen gevoerd. Wie zich nog herinnert de langdurige be raadslagingen en de soms heftige debatten, die over dezelfde verordening in 1901 zijn gevoerd, zal het misschien verwonderen dat het nu nog zoo vlot afliep. Mr Fokkor had het verwonderd bij ha. dossier omtrent dezo zaak geen adviezei1 van politie-autoriteiten te hebbon gevon- don. Daar worden in doao verordeningei tegon wielrijders en bestuurders van oio» torrijtuigjen zulke beperkende bepalingen aangebracht, dat der.e wel niet zonder zcci ernstige redoncn kunnen worden volgehou den. Hadden do polifcio-ambtenaron at» niet moeten mcdedeelen, waarom een aan tal stegen en straten vcor dit verkeer wer kelijk gevaarlijk geacht worden? Hij keur de hot af dat zooveel belemmeringen aan dit verkeer in den weg worden gelegd on en wees op enkele dingen, dio hij bij de ar tikelen nader zen tooliohten. De hoer Sijtsran had zich ook verwon derd, dat deze verordening nog zoo straf is, waar in het collego von B. en Ws. en bij do Com. voor do Strafverordeningen toch personen zijn, die dezen tak van sport uit eigen ervaring kennen. Wij vinden nu do bepalingen, 10 a 20 jaar geleden tegen heb wiolrijden gemaakt, belachelijk, maar zoo zal hot nageslacht ook oordeclcn over een verordening, di© nu wcïdt vooigesteld. Rij wielen ^cn motorrijtuigen moesten eigen lijk dezelfde rechten hebben als ander© vorvocumiddelcn. Ongelukken door aanrij dingen komen tcch evengoed, zoo niet moer voor met do gowone rijtuigen en handkar ren, dan inot bedoelde voertuigen. Do Voorzitter verdedigde de verorde ning, dio trouwens overeenkwam mot di© in andero groot© gemeonten. Hij prees vooral do bepaling omtrent de maximum snelheid, waarmee mag worden gereden. Na nog eenig debat tusschen mr. Fok ker en den Voorzitter, waarin ook nog do heer Fockema Andrao zich mengde, die de wijze, waarop do hoor Fokkor zich eon bewijsvoering voor een Rechtbank voor- stolde bestreed, ging men tot de artikols- gowijze behandeling over. Do heer Sytsma wildo oen aantal straten, waarin nu ho» rijden met dezo voertuigen is verboden, daarvoor openstellen, doch trok zijn aincu- domonten weer in, toen hij merkte, dat mon voor dezo vrijgevigheid nog niet rijp schoeu, zooals hij zcido, waardoor hoel wat stemmen word uitgespaard. De hoer Fokker stolde voor het Plant soen, den Zijl- en Hoeronsingel des Zon dags voor het rij wiel verkeer open to stel len. De heer Van Hamel vooral wildo daar van niets weten, veel liever zou hij ook het rijden op den Zootcnvoudechen Singel nog verbieden. Ook do heeren Witmans, Lo Poole en Van der Lip bestreden het amendement'; voornamelijk richttei zich hun bezwaar tegen don Zijl- on Hoeren- singol, waar des Zondags veel kinderen spelen. Ten opzichte van dezo Singels trok de voorsteller dan ook hot amendement in, doch hij handhaafde dit voor het Plant soen. Het viel met 21 tegon 5 stemmen. Een amendement van de heeren Lo Pool© en Fokker om op te heffen het verbod een rijwiel of motorvoertuig niet aan de hand te mogen voeren of er meo stil te staan op voor voetgangers bestemde klinkerpaden en in plantsoenen, enz., word met 15 tegen 11 stemmen verworpen. De heeT Fokker wees er op, dat een wiel rijder, die bijv. het standbeeld van Van der Werf wil bezichtigen, vooraf zijn rijwiel zal moeten borgen, terwijl hij h^t zonder 61) Met een droevig lachje verbrandde hij het „vrijgeleide.' De slotzin nam ook ae laatste gedachte weg, om de gevolgen voor haar alleen over te laten. „Denk niet aan mij, maar red jezelf. Ik zou alles willen missen, om jou te redden." Tegen don steenen muur geleund, schudde hij het hoofd, nog steeds met den glimlach om ae lippen. XXV. Den volgendon morgen was geheel Edel weiss vroeg op de been. Lang vóór den tijd, yoor het teekenen van de overeenkomst be paald, liepen de menschen bij troepen op de straat, mannen en vrouwen uit de ber gen, uit de zuidelijke valleien, uit de vlak ten ten noorden en ten oosten. Somber klonk hun gefluister, dreigend stond hun gelaat; wraakzucht vervulde aller hart. Te gen negen uren trok alles naar het kasteel. Duizenden en duizenden verzamelden zieh buiten de muren, op berichten wachtend, te nog altijd hopend op de mogelijkheid, dat er op het laatste oogenblik iets zou gebeuren, waardoor het Land van schande te ondergang zou gered worden. De wacht aan de poort was op het vier dubbele van de gewone sterkte gebracht. Alle zaken in do stad stondèn stil. Do noor delijke onderdanen weeklaagden over het noodlot, dat hen zoo spoedig onder de "terechappjj van Axphanië zou brengen, en de anderen betuigden hun medelijden en sympathie. Even vóór negenen verscheen Harry An guish vergezeld ,van kapitein Dangioss cn zijn lijfwacht van zes man. Nauwelijks wa ren zij binnen de poort, toen een ruiter stoet de laan kwam oprijden. Toen negon nen bet gehuil, het geschreeuw en de ver- wenschingen, die het volk den. Axphani- schen edelen naar het hoofd slingerde. Met een spottenden glimlach eantwoordden zij deze blijken van machteloozen haat, maar toch waren zij blijde, toen de poort achter hen gesloten werd, die hen scheidde van de woedende menigte. Prins Bolaroz, hertog Mizrox en de mi nisters waren reeds sinds den vorigen mid dag op het kasteel. In het koninklijk paleis was de opgewondenheid wel groot, doch rij werd in bedwang gehouden door den eerbied voor de vormen. Toen do kamermeisjes als gewoonlijk om zeven uren naar de slaapkamer van do Prinses gingen, vonden zij tot haar. ver bazing geen schildwacht voor de deur. D© Prinses was niet in haar kamer en blijkbaar was zij niet naar bed geweest. Min of meer ongerust begaven do beide meisjes zich eerst naar het salon, toen naar het boudoir. Hier vonden zij haar slapend op den divan, mot dezelfde japon van den vorigen dag aan, die verkreukt was als toe ken van een onrustigen, ellendigen nac't. Toen zij wakker was en eenige orde ge bracht had in haar verwarde gedachten, zond zij allereerst om Quinnox. Zij kon nauwelijks de verzekering afwachten, dat Lorry buiten gevaar was, en het duurde zoo lang eer de lakei terugkwam, dat zij zich reeds verkleed had, eer zij de bood schap ontving, dat de kapitein nergens to vinden was. Haar hart sprong op van blijdschap, want dit was voor haar het bewijs, dat Lorry uit het kasteel gevlucht was. Waar zou Quin- nox anders kunnen zijn dan bij den vluch teling, misschien wel weer in het k.oostcrl Nu die spanning van haar was weggeno men, zag zij minder op tegen do zwarighe den, die haar dien morgen wachtten. Zij had hem gered en was bereid, den prijs te betalen. Alle toebereidselen waren gemaakt om de ontmoeting der vorstelijke personen en hun gevolg zoo glansrijk mogelijk te doen zijn. Om tien uren was de bijeenkomst be paald. Ededen en dames, ministers, schild wachten en lakeien liepen heen en weer, het uur vreezonde, dat hen met de gehate Ax- phaniëre in aaraking zou brengen. In een der kleinore wachtkamers zaten graaf en gravin Halfont, de laatste schreiende- Gravin Dagmar stond met Harry A.iguish bij een der ramen. Anguish deed als iemand die iets verwacht, waaraan de anderen niet denken. Hij trachtte zijn bedrukte vrien den op te beuren, dooh rijn opgeruimdheid was niet aanstekelijk. Het was alsof er een begrafenis moest plaats hebben. Een halfuur vóór den tijd der bijeen komst liet Yetiye baar oom en tante en gravin Dagmar verzoeken, bij haar te ko men. Dagmar keek met droevige oogen den langen Amerikaan aan en vroeg: „Verheugt u zich in ons ongeluk? U geeft geen enkel blijk, dat het u spijt. Vergeet u, hoeveel wij opofferen om het leven van uw vriend to redden? Ik begrijp niet, ho© u zoo ongevoelig kunt zijn." „Als u wist wat ik weet, zou u springen en dansen van blijdschap"t zeide hij uit den grond van zijn hart. „Och toe, vertel het mij dan", riep zij. „Ik wist wol, dat er iets was." „Maar ik vrees, dat zoo'n springpartij u voor den geheelen dag van streek zou ma ken. Je moet nog een beetje wachten, Dag mar.'' Hot was voor hot eerst, dat hij haar Dag mar noemde, en rij was er een beetje van geschrikt. „Ik ben niet gewoon te wachten", zeide zij verlegen. „Ik zal het u wel eens uitloggen, als ik meer tijd heb", fluisterde hij haar in het oor, en zij wist hem niets te antwoorden. Bij do trap ging hij weg, en zag haar eerst weer, toen zij hem in de troonzaal voorbijging. Zij zag wel bleek en beefde, doch hield zich goed. Prins Bolaroz en zijn edelen stonden rechts, de Graustarkers met hun dames links van den troon, terwijl aan weerszijden van de deur de militaire autoriteiten der beide natiën geschaard waren. In d© nabij heid van den hertog van Misrox stond Gar briël, de prins van Dawsborgen. Met een half dozijn van zijn volgelingen was hij met de niets kwaads vermoedende Axphaniêrs binnengekomen. Anguish kwam met baron Dangioss, ©n samen stonden zij bij de deur; de kapitein was bleekct dan hij ooit in zijn leven geweest was. Daar werden de deuren opengeworpen, de gordijnen weggeschoven, en vlo Prinses trad binnen. Diepe stilte l Zij leunde op den arm van baar oom, graaf Halfont. Pages droegen don sleep van haar zwart, niet diamanten versierd. gewaad. Toen zij kalm en statig voort schreed, bogen de aanwezigen voor da schoonste vrouw van de wereld. Diepe ontroering was achter die trotscna kalmte verborgen, nog vermeerderd door heimelijk schuldbesef. Het zien van Allodo gaf haar ccn Bchok. De trouwe dienaar zag haar zoo smeekend aan, alsof hij zeggen wilde: „Mijn hemel, gaat gij nu Graustaric vernietigen tor willo van dien moordenaar I Leb toch medelijden met ons. Heb mede lijden." Eer zij plaats nam op den troon, wierp zij een blik op do aanwezigen. Haar blau we oogen waren door donkere kringen om geven en ieder oogenblik schenen tranen er in te zullen opzwellen. Als zij hot klein© aantal edelen uit het Noorden aanzag^ met hun bl$ek gelaat, beefden haar knieën. Toch bleef zij vastberaden. Toen zag zij Anguish on Dangioss; toen de beschuldi gende, meedoogonlooze oogen van GabriëL Dit gezicht deed haar ontstellen en angst vervulde haar ziel. Onwillekeurig keek zij rond naar don kapitein^van do lijfwacht. Haar krachtigste bondgenoot was er niet. Zou rij de veroordcelende woorden allceQ moeten aanhooren Zon bet volk doen. wat Quinnox voorspeld had, of zouden ri| Gabriël gelooven en haar verwcnschon? Zij zonk noer in den ruimen zetel en za# daar, rwak en verlaten, met hulpeloos ster» ronde oogen- CWordi vervolgd.*}

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 1