LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 14 APRIL. - VIIRDE BLAD.
Anno 1906
Rabbouni, mijn Meester.
FEUILLETON.
IPriïisos.
No. 14154.
(Eon woord op den Paasch-morgen)»
Jubeltonen vervullen no^ altijd der
menschen harten op het Paaschfeest. Som
wijlen, zooals ook thans, vinden die to
nen weerklank in hot lied der natuur,
waDnoer zij uit haar sluimering ontwaakt,
opstaat cm te werken en te leven on al
haar krachten tot haar recht te doen ko
men.
Gelij. vanouds begroet nog steeds de
Christenscliaar op dozen blijden feestdag
elkander mot het: „De Heer is waarlijk
opgestaan I" Nog stroomt de hoil-
bcgeerigo menigte opgewekt naar haar
bedehuis om haar dank- en lofliederen te
mengon in het blijdo koor der Schepping,
dat ook van hot opgestaan leven getuigt.
Wat is cr dan een heerlijke, een lieflijke
overeenkomst tusschen de stemming der
natuur cn die van het christelijk gemoed!
Zooeven nog alles dood, ingeslapen, als
het waro om niet te herleven, en pas heelt
de zon haar stralen koesterend cn ver
kwikkend neergeworpen op dc aarde, of
het sluimerende leven ontwaakt en de
frisschc lentedos tooit alles met een nieuw
cn sierlijk gewaad 1
En op geestelijk gebied 1 Zooeven heb
ben we den Calvariënberg verlaten en ons
gemoed werd bezwaard en gedrukt, want
het was alsof met den dood van den pro
feet" Gallilea nu ook het stilzwijgen voor
goed opgelegd was aan het woord, dat
voor het eerst van Zijn lippen gevloeid
was. Het scheen wel haast, dat Hij een zoo
geduchte nederlaag had geleden, dat er
van opstaan van Zijn geest geen sprake kon
zijn. In diepen rcliw gedompeld hebben ge
wis ook d© vrienden en vriendinnen des Hee.
ren des Meesters huis verlaten, omdat al
hun hoop was vergaan. En tochja waar
lijk, daar breekt ook voor hen de Paasch-
raorgen vriendelijk lichtend doorl Daar
verandert oo' voor hen het kille donkere
graf in een woonplaat.! dos levens. Daar
wordt de stille rustplaats van een Godsdoo-
do do opstandingshof bij uitnemendheid.
Neen, het behoeft ons niet te verwonderen
dat de blos der innigste ziefsvreugdc hun
wangen gekleurd heeft en de hoop 't oog
verhelderd, dat zoo pas nog somber -terneer
geslagen was. Metde blijmare, dat zelfs
uit 't graf nieuw leven voor ben was verre-
zon begroetten ao op dezen fecstelijken
morgen 'elkander.
Wat was cr geschied? Nietwaar gij ver
langt niet, dat wij u de opstandingsverha
Ion, die gij zooveel malen op den Paasch-
dag hebt gehoord en gelezen u ook tot uw
stichting en leering op dezen Paaschmorgen
vcor het minst weder als een onweerstaan
bare herinnering uit uw jeugd voor den
geest zult brengen, indien gij, wat wij
niet hopen, u ontwassen acht aan uw kerk,
nietwaar, gij verlangt niet ,dat wij deze
teer© verhalen in een courant zouden af
drukken, veel minder nog, dat wij ze aan
een critirk zouden onderwerpen. Op den
Paaschdag is het geen tijd voor polemiok
en critiek over deze schoon© verhalen.
Wat ©r is geschied? P'aschen is geworden
heb feest van Jezus' Zegepraal. Jezus le©ft
en bcoreoht De dood moge Hem vellen, de
kruisdood' Zijn lichaam verbreken en doen
neerdalen in het grafschijnbaar mogen
Zijn vijanden de overwinning hebben be
haald, toch is Zijn persoonlijkheid daar
mede niet vernietigd, toch blijft Hem het
koninkrijk en do macht cd de heerlijkheid
Wij roemen ook bij Zijn vernedering cn
naast Zijn graf Eerbiedig buigen wij ons,
met Maria Magdala, Zijn getrouwe, uit
roepende: „Rabbouni, mijn MeesterI"
Zoo staat ons geloof vast in Hem, die
stierf on leeft, en in den triomf en de
toekomst van het heerlijk beginsel, door
Hem verkondigd in leven en sterven, het
beginsel der ment chenliefde, die den per
soonlijken mensch opbeurt-. Aanschouwt
het allerwegen werkzaam. De slavernij
afgeschaft en steeds krachtiger wordende
het streven om ook alles te voorkomen,
te verminderen en weg te nemen, wat
aanleiding zou kunnen geven tot een
nieuwe slavernij in de Europecsche sa
menleving. De vrouw erkend als de gelij
ke van don man, maar nu ook zich wij
dende aan de taak om allen de zusteren
te emancipeeren, te bevrijden uit de
boeien van onkunde, laagheid en zonde.
De rechten van allen gewaardeerd, maar
tevens gewezen op ieders verplichtingen;
een mensch waardig bestaan voor allen
gewenscht, maar tevens de roeping hoog
gehouden om te leven waardig als mensch.
Hoort dat beginsel roemen door zondaren
en zondaressen, wier zelfgevoel is herbo
ren, zoodat zij tegenover alles en iedereen
durven volhouden: ,,toch zegt Gods geest
aan mijn hart, dat ik Zijn kind ben; tooh
heb ik plaats gevonden in mijns Vaders
huis, al werd mij verachtelijk door de
menschen een plaats ontzegd".
Aanvaardt dit beginsel als de groote
kracht ter genezing en hervorming van
onzen tijd. Niet van buiten af alleen, maar
vooral van binnen uit moet deze komen.
Dan zal de eeuw der ware humaniteit aan
breken, dan zullen vrijheid, gelijkheid en
brooderschap meer zijn dan groote woor
den en holle leuzen. Dan is Hij in ons
midden, die zijn „Vrede zij u lieden!" Üoo-
ren doet op onzen juichkreet „Rabbouni,
mijn Meester 1"
Ook in ens persoonlijk leven. En te mid
den de puinhoopen en bouwvallen rijst het
licht der hoop op een eigen voortleven,
al wordt al bet zichtbare gesloopt; op een
horeeniging met hen, die voorgingen, naar
wie te verlangen wij nimmer hebben opge
houden op een te zanien vorderen van
deugd tot deugdt van kracht tot kracht,
van heerlijkheid tot heerlijkheid.
Ach I wij veriiezen onszelf menigmaal in
deze wereld. Niet alleen den werkman in
de fabriek met haar vele arbeidskrachten
cn machines, niet alleen den soldaat in het
leger, neen, ons allen bedreigt het gevaar
te midden van het geroep en geraas rond
om ons. En wanneer wij daarbij bedenken,
dat iedor onzer niet meer is dan een zoo
veel millioenste deel \an een 'der zoovele
miRliocnen weireldlifchamen, dan 'kennen
wij, dat dit inderdaad een nietswaardige
breuk is. Een weinig verstand, een weinig
goedheid, een weinig vertrouwen, wat be-
teekent dat alles? Het mcnschdom zou 't
voorzeker niet missen, wanneer dat allee
eensklaps werd weggenomen. De enkele
mensch in doorsnee, schijn; van weinig,
van geen belang te wezen.
„Maar," zegt Parker, wanneer gij tehuis
komt cn uw blik in de wieg slaat of op
haar, die daarnevens zit, wanneer l uwen
grijzen vader of uw eerbiedwaardige moe
der ontmoet, dan is dat alles veranderd,
en do enkele mensch komt u belangrijk
voor, terwijl do groote massa u slechts een
werktuig toesohijnt om hem te dienen. Gij
denkt aan de levenstaak, die ieder te ver
vullen heeft, ijverig cd nauwgezet, zoowel
op de groote markt des levens als in een
achteraf hoek van het land. Gij denkt aan
den arbeid voor Gods Koninkrijk, waarvoor
leder geroepen is, man en vrouw, arm en
rijk, die ieder volbrengt door zijn voorbeeld
van trouwe plScSitsbethlaohtintg van fctille
/dlfverloochening, van hartelijke toewij
ding. Gij denkt aan do macht van persoon
lijken invloed, waarvan een vroom predi
ker getuigde: Meer kracht dan van do wijs
te lessen, van de treffendste vermaningen,
van de grootste welsprekendheid gaat er
uit van den geest, die in Jezus was.
Meer kracht» dan van duizenden werken
van nijverheid of van kunst, dan van schat
ten van geld, «an van boeken vol weten-
sohap, gaat er uit van een goed hart. Meer
kracht dan van talloos vele daden van wel
dadigheid en maatschappelijk nut, gaat er
uit van óën karakter."
Zoo vinden wij onszelf weer. Zoo worden
wij een persoonlijkheid door het persoonlijk
leven der liefde bovenal.
Deze vorgaat nimmer. Do persoonlijke
betrekking met de onzen door den band
van heilige, onzelfzuchtige, toewijdendo
liefde wordt zelfs door den dood niet ver
broken. De geest der aanneming tot kinde
ren Gods verzekert ons, dat wij eeuwig
Zijn kinderen zijn. Waar is, o dood I uw
prikkel? waar, o graf, uw zegepraal? Den
weg weten wij. En a3 verstaan we nog veel
van deze dingen niet, met onfeilbare zeker
heid mogen, moeten wij voortgaan tot hot
doel door geen twijfel weerhouden, door
geen zonde bolemmerd. Heerlijk blinkt het
in onze oogen al gaat de reis dikwerf in
donkerheid voort.
Do blijde, zonnige Paaschmorgen zegt
hot ons, onze overste Leidsman leeft en die
in hem gelooft zal leven daar hij het leven
in zichzclven hsoft-
Hoor! 't ruisbht door bet gras van dc
zoden:
„Omhoog, niet beneên zijn uw dooden 1
„Het graf is een hemelsche poorte,
„Het sterven is wedergeboorte 1"
Gemeenteraad van Ondshoorn.
Voorzitter burgemeester.
Aanwezig alle leden.
Na opening der vergadering worden de
notulen gelezen en goedgekeurd, waarna
mcdcdeeling geschiedt van eenige ingeko
men stukken, die alle voor kennisgeving
worden aangenomen.
Den Raad wordt ook aangeboden het-
gemecnte-verslag over 1905, hetwelk ter
visie zal worden gelegd.
Daarna brengt de voorzitter ter kennis
van de vergadering, een adres van den on
derwijzer K. Jager, waarin hij den Raad
verzoekt, de door hem verschuldigde bijdra
ge voor het weduwen- en weezenfonds zijn-
do f 36, voor rekening der gemeente te ne
men.
De voorzitter stelt namens B. en Ws-
voor dit adres onmiddellijk in behandeling
to nemen en deelt mede, dat B. cn Ws ad-
viseoren afwijzend op het verzoek te be
schikken en zuil® op de volgend o gronden
To. De salarisregeling is pas herzien in
de vergadering van 20 Dcc. 1.1. en daarbij
is, hoewel het Hoofd der school hot be
staande maximum voldoende achtte, de
maximum-jaarwedde met 50 gulden ver
hoogd met het oog op de bijdrage voor
hot weduwen- en weezenfonds, zoodat
aan het verzoek feitelijk reeds voldaan is;
2o. het salaris van den onderwijzer Ja
ger bedraagt thans f 700, waarbij komt de
bozokliging voor het herhalingsonderwijs
gedurende den afgeloopeD cursus ad 78 75
zoodat daaruit de meerdere uitgaaf van
f 35 ruim kan worden bestreden;
3o. wanneer aan Jager een toelage voor
dit doel wordt verleend, moet aan cl ken
onderwijzer, die aan het weduwen- cn wee
zenfonds deelneemt, een toelage worden
verleend.
De beer Van Vliet is zeer verbaasd door
het voorstel van B. cn Ws.
Spr. wijst cr op, dat de Gemeente-amb
tenaren ook in een pensioenfonds rijn op
genomen, waarvan de gemeente de premie
betaalt. Waarom wordt dit thans ook niet
voor Jager gedaan? De heer Den Hartog
meent, dat wanneer de jaarwedden worden
verhoogd, de Raad niet de zekerheid heeft,
dat do onderwijzers deol zullen nemen aan
hot pensioenfonds voor weduwen cn wco-
züq. Deze zekerheid heeft men alleen, wan
neer de gemeente do verschuldigde premie
voor haar rekening neemt. Hij vindt liet
gewonscht bij verhooging van bet salaris
te bepalen, dat do verhooging moet dienen
voor het betalen van do premie van het
pensioenfonds.
Do heer Van don Borg kon zich zeer goed
met het voorstel van B. en Ws. vereenigen.
Do voorzitter, de hceren Van Vliet en Den
Hertog beantwoordende, doet den heer
Van Vliet opmerken, dat do pensionnco-
ring van Gemeente-ambtenaren en onder
wijzers twee ongelijksoortige zaken zijn,
die moeilijk met elkaar zijn to« vergelijken
omdat de posities te veel verschillen. Wat
de opmerking van den heer Den Hortog
aangaat, merkt hij op, dat do gemeen to
voor de onderwijzers geen vaderlijke zor-
gon ten behoeve van de pensioenen voor
hun weduwen en wcezen op zich behoeft te
nemen, omdat op 1 April alle onderwij
zers, die vóór dien datum niet aan do Re
geering verklaard hadden, dat ze niet dcel-
gorechtigd wenschten te worden, krachtens
de wet in het fonds zijn opgenomen. Wa
ren zij op dien datum niet opgcnomcD, dan
worden zij dit ook nimmer. Het na 1 April
aan to stellen onderwijzend personeel,
dat nog geen dienstjaren heeft, kan zich
echter aan het weduwen- cn weezenfonds
niet onttrekken.
Het uitgangspunt is dan ook van B. cn
Ws. geweest, dat de salarissen zoo moeten
zijn, dat de onderwijzers zelf de storting
kunnen betalen, en B. cn Ws. zijn van ge
voelen, dat dit hier het geval is. Do lieer
Van Vliet is echter nog niet van idee ver
anderd. Hij merkt op, dat andere ambte
naren verhooging van jaarwoddo hebben
gehad en dc gemeente tooh dc premie voor
pensioen betaalt. De heer Den Hortog
deelt mede, na dc door don Voorzitter ge
geven toelichting vóór het voorstel van B-
en Ws. te kunnen stemmen.
Hot voorstel van B. en Ws. wordt daar
na aangenomen met 1 tegen 3 stemme die
van do heeren v. Vliot, v. Waasberge. en
v. Voortbuysen.
Een subsidie van 10 wordt verleend n
behoeve van de in dezen zomer te Amster
dam te houden tentoonstelling op gemeen
telijk administratief gebied.
Een voorstel van B. en Ws., om aan den
secretaris en den ambtenaar ter secretarie
elk 5 toe te staan, als tegemoetkoming in
de kosten voor het bezoek van de zoocven
genoemde tentoonstelling, wordt met. 5 to
gen 2 stemmen, die van de heerc i Wethou
ders, verworpen.
Na eenige godachtenwisscling wordt be
sloten aan de Tweede Kamer een adres te
verzenden inzake pensionneering van ge
meente-ambtenaren
Vastgesteld wordt een concept besluit
tot het aangaan van ccc geldleening van
1400 togen 4 pCt. voor de uitbreiding der
st raatvcrlichting.
Hiorna gaat dc vergadering over i.i oo-
mitó-generaal voor do beluindeling van het
kohier vnn don Hoofdelijken Omslag.
Lisse. Gisteravond heeft zich zckcie
H. Zeestraten, doofstom schoonmaker, in
dienst van L. Zandvliet alhier, door op
hanging van hot leven willen beroovcn,
doch dit werd, doordat het intijds door
zijn patroon werd opgemerkt, verhinderd,
omdat deze het touw doormidden sneed.
Do ongelukkige was reeds geheel bewus
teloos, zoodat hij direct onder geneeskun
dige behandeling moest gesteld worden.
Omtrent de reden tot deze daad is men
het nog niet eens. Do man is fatsoenlijk
en oppassend, maar doordat hij, zooals
men ons mededeelde, do laatste dagen
zeer vreemd kon doen, is men van mee
ning, dat hij lijdende is aan den een of an
deren waanzin of iets dergeHjks.
Oudshoorn. Een verzoek van den vee
houder C A. den Hertog, alhier, om over
neming van een naar zijn mccning aan tu
berculose lijdend rund, niet ingewilligd,
daar voor dio overneming geen-tonnen ble
ken te bestaan.
lljjnsburg. Do hoofd, omslag is voor
dezo gemeente voorloopig vastgesteld op
3010.24$ gulden. Het kohier der hondenbe
lasting bedraagt 1ste klasse 93 gulden, 2de
klasse 103 gulden
•Sassenlicim. Het 2ö-jarig ambtsfees!
van den heer J Beumer, hoofd der openba
re school, hebben leerlingen en onderwijzers
niet onopgemerkt voorbij laten gaan. la
Zondagsok gewaad namen de kleinen op
do schoolbanken plaats, deu jubilaris af
wachtende. Kort na uicns binnentreden
word hem, namens leerlingen en onderwij
zend personeel, bij monde van oen der
leerlingen, een stoffelijk blijk van waardee
ring aangeboden, bestaanoo uit een fraaie
kopergravure en twee palmen.
Onder hoe ringen van vroolijko liedjes on
het nuttigen van versnaperingen, werd dezo
ongewone schooltijd pr». ig gesleten
Door den nachtwacht J. Mulder is
st ipper 0. G. Z. alhier bekcura wegens
het stoomen met een motorschuit in do Sas-
eenheimcrsloot.
Tegen J. de R. alhier is prooes-ver-
baal opgemaakt wegens openbare dronken
schap.
Woubrugge. Do verpachting van hot gras
gewas, 12 April in het hotol van den heer
J. Guldemcnd gehouden, om in 1906 twee
malen te worden gehooid, heeft voor do
gemeente Woubrugge opgebracht 272
gulden tegen 293 gulden in het vorig©
jaar; voor den Oudendijkschen polder,
daaronder begrepen do jacht en visscberij,
610 gulden tegen 600 gulden in het vcrigo
jaar.
Het rund van de veehoudster de wed.
R. K., alhier, als lijdende aan clinische
tuberculoso, ia overeenkomstig Tiaar ver
zoek door het Rijk overgononicn, zoodat
het rund, nadat d© waard© was vastge
steld, naar het abattoir te Rotterdam is
volvoerd.
Mej. De Lange te Oudshoorn is bo-
bonoemd tot onderwijzeres aan do Christe
lijke school alhier,
Do collecte tusschen 912 April jl.
alhier! gehouden ten behoove van do ge
troffenen door watersnood in Zeeland
heeft opgcbrhcht 131.50 gulden.
Zoetenvoiido. Op de in dezo gomeen-
!-• gehouden keuring van stieren, toebo-
hoorendo aan loden van den Boerenbond,
waren aangevoerd 11 óónjarige er 2 twee
jarige stieren.
Voor do 'ónjarige stieren word dc lsto
prijs toegekend aan den stier, tocbchoo-
ronde nan W. Los, dc 2de aan dien vnn
P. v. d. Poel. De prijs, voor de tweejarige
stieren bestemd, werd toegekend aan den
stior, tocbchoorcnde aan P. Paardokoo-
por. Bovendien waren nog wijkprijzen be
schikbaar gesteld, die aan onderscheiden
eigenaren van stieren toegewezen worden.
Aan het gezin van A. van den Ak
ker is, ten gevolge der in dienst-stclling
van zijn zoon, een geldelijke vergoeding
tocgekond van 0 50 per dag.
Do collecte voor don watersnood in
Zeeland zal in deze gemeente de volgende
week langs do huizen der ingezetenon wor
den gehouden.
Door den burgemeester zullen eenige
porsoncn worden uitgenoodigd zich hier-
medo te willen belasten.
Zwummerdnm. De verkiezing (candi-
dna'c-stclling) van een lid voor don gemeen
teraad, noodig gewonden door het overlij
den van het raadslid J. Heemskerk zal
plaats hebben op Woensdag 25 April a.s.
Do candia'atenlijsten door minstens 6 kie
zers te ondorteekenen, on verkrijgbaar tor
Secretarie, moeten aldaar op gemeldcn da
tum worden ingeleverd uiterlijk tot 4 uren
'a namiddags.
De lieer J. dc Voogd, hoofd der lsto
openbare school heeft aan den arrondisse-
ments Schoopopziener van Woerden, toege
zonden de somma van 9.20$ gulden, als op
brengst cener ooliocte, gehouden onder de
leerlingen zijner school, ten voordeolc van
dc slachtoffers van den Zccuwschen wa
tersnood.
De opbrengst van do collecte langs de
huizen ten voordcclo van do slachtoffers
van den watersnood in Zeeland, heeft op
gebracht do somma van 121.10$ gulden.
47)
In haar eigen vertrekken was de Prinses
inoengezonken ua de uitgestane foltering.
Haar arm hoofd had vergeefs gepoogd een
middel uit to denken, om den man, dien
zij liefhad, te redden. Zij had zich geschikt
in het onvermijdelijke, omdat cr billijkheid
lag in de oiscben van den onverbiddelij-
ken Hertog en zijn wraakgierige vriendcu.
Tegen haar wil had zij het bevelschrift
uitgevaardigd en eerst toen zij vernomen
had, dat hij zicli in de gevangenis bevond
cn niet de vluoht kon nemen. De hoop, dat
uitstel hem tijd zou geven om te ontsnap
pen, werd ruw vernietigd, toen haar oom
haar mededeelde, waar Lorry was. Als in
een droom, een nachtmerrie, teekende
zij hot besluit, met bevende hand en gebro
ken hart. Zijn doodvonnis? En toch geloof
de zij, als alle anderen, aan zijn schuld.
Zijn schuld om harentwille 1 En zóó beloon-
do zij hem
Mizrox cn zijn vrienden vertrokken in
triomf. Zonder iets te zien, door haar oom
ondersteund, begaf zij zich naar haar kar
mer. Zonder haar tante of gravin Dagmar
op te merken, wankelde zij naar het raam
en staarde naar buiten. Juichend storm
den de Axphaniërs voorbij. Toen volgden
hoefslagen, en kapitein Quinnox, met de
noodlottige papieren bij zich, reed de laan
door. Zij klemde zich vast aan de gordijnen,
boog zich ver uit het raam en riep:
Quinnox 1 QuinnoxKom terugIk
herroep I Ik herroep 1 vernietig de papie
ren I Quinnox 1"
Doch Quinnox hoorde niets. Hij reed
door, vol medelijden met den man, dien
hij moest gaan arresteoren Had hij het
roepen van zijn Vorstin gehoord, vlug als
een vogel zou hij haar de papieren hebben
teruggebracht. Zij zag hem in do verte ver
dwijnen, bracht de banden aan haar hoofd
en viel kreunend achterover in zwijm.
Graaf Halfont ring haar op in zijn armen.
Het begon reeds te schemeren eer zij tot
bewustzijn kwam. Gravin Dagmar sprak
haar liefdevolle troostwoorden toe; zij
waren alleen in het vertrek en zaten samen
op do sofa, terwijl de Prinses vermoeid
het hoofd tegen den schouder van haar
vriendin liet rusten.
Een kamerdienaar kwam de komst be
richten van een der Amerikaanse he hee
ren, die or op aandrong, onmiddellijk bij
Hare Majesteit te worden toegelaten. Het
aangeboden kaartje droog den naam van
Harry Anguish.
„Anguish!" riop de Prinses opgewon
den. „Laat hem dadelijk hier komen 1 Hij
komt van hemWaarom duurt het zoo
lang Ach, ik kan niet zoo lang wachten 1"
Anguish haastte zich naar het vertrek,
waar hij vreesde niet ontvangen te zullen
worden. Stoutmoedig stapte hij naar bin
nen, met beslijkte voeten en nat van den
regen. Hij zag er allesbehalve uit als een
heer.
„Zeg gauw Wat is er?" riep zij, toen
hij midden in het vertrek bleef staan en
haar aankeek.
„Het kan mij niet schelen of het u be
valt, en het komt er heelemaal niet op
aan, dat u een T'rinses is", barstte hij
los, „maar ik zal u het een en ander ver
tellen. Ten eerste zou ik wel eens willen
weten, wat voor een vrouw u is, om een
man in do gevangenis te laten werpen
als, alsOl ik word razend als ik er
aan denk! Het kan mij niet schelen of het
u beleedigt I Hij is een vriend van mij en
hij is evenmin schuldig als u, en ik wil
weten, hoe u een bevel tot zijn gevangen
neming heeft kunnen teckenen
Met halfgeopenden mond cn doodsbleek
gelaat staarde zij hom aan, niet in staat
om zich 'te bowegen of te spreken. De blau
we oogon vulden zich met tranen, een snik
kwam over haar lippen, en eindelijk kon
zij een poging doen om zich te verdedigen.
„Ik, ik, mijnheer Anguish, u doet mij
onrecht aan; ik, ik../'
Zij kon geen woorden vindon, doch staar
de hem 8meekend aan met vochtige oogen.
Al rijn toorn verdween. Hij zag, dat hij
haar onrechtvaardig gekwetst had.
„Vlegel 1" beet de Gravin hem toe. Haar
oogen schoten vuur van verontwaardiging;
zij sloeg de armen om de Prins©?. heen en
trok baar naar zich toe
„Vergeef mij," riep hij, beschaamd cn
berouwvol voor do Prinses op de kr.' n
vallend. „Tk ben den geheclen dag h If
krankzinnig geweest, en ik dacht niet veel
goeds van u. Nu zie ik, clat u meer lijdt
dan ik. Mijn eenige verontschuldiging is,
dat ik zooveel van Lorry hond. Hij wordt
laaghartig beschuldigd, Uwe Hoogheid 1"
„Ik verdien uw minachtig. Of hij schul
dig of onschuldig is, ik had moeten wei
geren, het bevelschrift te teekenen. Nu is
hot te laat. Door mijn handteekening heb
ik iets vernietigd, dat mij zeer dierbaar
was, zijn leren. U is zijn vriend en de
mijne. Kunt u mij zeggen, hoo hij over mij
denkt, wat hij zegt, w?t hij gevoelt?"
Ademloos stelde zij dio vragen.
„Hij gelooft, dat u tot die daad werdt
gedwongen dat heeft hij mij gezegd. Wat
"hij gevoelt Ja, ik kan u alleen vragen,
hoe u zich in zijn plaats zouat gevoelen,
onschuldig en toch zoo goed als zeker, ver
oordeeld te zullen worden. De Axphani-
sche heeren zullen niets onbeproefd laten,
nu een hunner zijn leven op het spel had
gezet. Let eens op, of niet de oen of ander
zonder aarzelen zweert, dat hij GrenfaJl
Lorry den stoot heeft zien toebrengen, en
dat zal ae gemeenste leugon zijn, die ooit
verteld is. De reden van mijn komst, Uwe
Hoogheid, ite vragen of dat besluit niet
kan ingetrokken worden."
„Helaas, - kan nictl Ik zou gaarne be
vel geven, c -i hem in vrijheid te stellen,
doch u begrijpt zelf, wat hieruit voor ons
zou voortkomen. Een oorlog, mijnheer An
guish," voegde zij er met een diepen
zucht bij.
„Maar u zulc toch geen onschuldige la-
ton voroordeelen riep hij, opnieuw vor
en twaaroigd.
„Uw getuigenis is het nige bewijs voor
zijn onschuld, mijnheer, hot mij niet
kwalijk nee- uit den grond van T.ijn
hart Iv L> ik, dat hij den Prins niet heeft
vc .noord, nacLat deze hem eerlijk heeft uit
gedaagd.
„Hij is geen lafaard I" riep Anguish zóó
heftig, dat beide vrouwen er van schrik
ten. „Ik zeg, dat hij den Prins met ge
dood heeft, maar ik durf met zekerheid
zeggen, dat hij het wel gedaan zou hebben
als zij hedenmorgen tegenover elkander
gestaan hadden. Ik zie wel, dat het ner
gens toe dient, te vragen om het bevel
schrift te doen intrekkendaarom ga ik
maar heen. U duid ik het niet ten kwade,
Uwe Hoogheid, het is uw plinbt. Maar
voor Lorry ia liet hard."
„Misschien zal hij zijn onschuld kunnen
bewijzen," veronderstelde do Gravin zenuw
achtig
„En misschien ook niet, dut öLait gelijk.
Welke kans blijft cr over voor twee Ame
rikanen, dj© iedereen tegen zich hebben
„Stil! D.'l mag u niet zeggen! Het moge
kosten wat het wil, hot recht zal zijn vol
len loop hebben, en hier is althans iemand,
dio niet tegen hem is!" riep de PrinBesmct
vlammende oogen.
„Ik weet, dat iedereen hem bewondert,,
omdat hij Grauslark een dienst beeft bewe
zen door het te bevrijden van iets nats-
lijks, een aanstaanden echtgenoot. Maar
dat helpt hem niet uit de gevangenis."
„Dat is leelijk van u," zeido d© Prinses
l.i nu „Ik heb mijn echtgenoot zelf
g' cn u durft heel wat zeggen, als u
bi clat ik blijde ben, omdat hij ver-
moo werd."
„Wees niet boos," riep de Gravin onge
duldig. „Wat er gebeurd is, doet ons allen
leed, en ik voor mij hoop, dat a'c heer Lorry,
uit do gevangenis mag ontsnappen en zijn
vervolgers hartelijk uitlachen. Kon hij
or maar uitkomen 1"
Wordt vervolgd.)