genoeg had om een handje te heipon; maar
wie van hen nog leefde, Lag halfdood in de
beschutte hooken van het bovendek. En do
kapitein van de ,,Ora et Labora" lag be
wusteloos to steunen, terwijl het koude zee
water over hem heen spoelae.
Met inspanning van allo kracht werkte
uit do boot een vrouw zich naar boven
tot op het dek. Het was Rheda, die het
eerst het wrak betrad en den voorman
f Peter in staat stolde mee een toegeworpen
touw de reddingsboot aan het gestrande
schip te verbinden, om daarmee op het
dobbereno'e wrak te komen.
Dadelijk na haar had ook vader Mark
het schip beklommen. Toen hij op het
neergevallen lichaam van zijn zoon toesnel
de, zag hij, dat Rheda hem reeds '.n de
armen hield', terwijl zij in he'c water naast
hem knielde en zich alle moeite gaf de le
vensgeesten van den bewustelooze weer op
to wekken.
Nu sloeg do schipbreukeling d© oogen op,
maar staarde zijn vrouw zoo aan, dat men
zag, dat hij haar niet herkende. De man
schappen zorgden voor de overbrenging
der schipbreukelingen, om de verongeluk
ten in de reddingsboot to laten zakken.
Rhoda was met behulp van haar vader
bezig den gevallene op te richten. Nauwe
lijks was do kapitein der „Ora et Labora"
veilig in de boot, de laatste der onder-
gebnaehten of de voorman riep Rheda
toe: „Kom, het sohip zinkt!"
„ïk kom al!" riep zij terug. En werke
lijk, zij bemerkte, dat het lek gesprongen
schip dieper en dieper zonk onder den last
van het indringende water.
Juist toen Rheda, bijna verstijfd in haar
doornatte kleeren, in dc boot overgenomen
werd atoor de mannen, kwam er een nieu
we hagelbui over de boot en het schip heen
met alle krachtsinspanning konden de man
nen in de reddingsboot zicih van het wrak
afetooten, want het helde al 200 ver over,
dat de verschansing reeds in hoc water
stak aan stuurboordzijde, en toen er een
grooto golf overheen .sloeg, begroef a'eza
den eens zoo trotsohen schoener.
En stevig pakte vader Mark met de an
deren de draagbaar vast, waarop zijn zoon,
eens zijn trots, nu neerlag God' in den
hemel dank, dat hij nog thuis kwamThuis
Juist 'coen de dragers de baar neerzetten,
om even te rusten, vroeg Peter, de voor
man, halfluid en met verlegenheid: „Waar
heen zullen wij hem brengen?"
„Waarheen 1" was Rheda's wedervraag,
terwijl zij snel naar voren trad, „waarheen
anders dan in zijn eigen huis? Ik ga voor
uit en zal zijn bed klaarmaken."
En de klokken hadden nog niet met lui
den opgehouden, toen Jens Alf, de kapi
tein van de verloren „Ora et LaboTa", de
oogen opsloeg in het kamertje van het
huisje, da'c hij vijf jaar geleden verlaten
had.
„RhedaI Vader!..." kwam het stame
lend over de lippen van den man.
Toen trad de jonge ytouw op den schip
breukeling toe en vatte hem bij de baud.
„Gij wilde gewis naar huis? Verrezen naar
huis?" vroeg zij, hem ernstig in het gelaat
ziende.
„Ja, daarom zette ik met het gTooto Ver-
rijzenisfeest koers naar ons eiland. Ik wilde
naar huis... om vergeving. De Zaligmaker
vergaf zijn beulennaar dat goddelijk voor
beeld hoopte ik op o'e uwe
De deur werd opengetrokken en de klei
ne Henk stormde de kamer binnen; „Moe
der, wien hebt go meegebracht?"
De jonge vrouw wees met van vreugde
stralend gelaat naar het bed, van waar de
man beangst naar haar opzag.
„faien? Wel, lieve jongen, je vader. Heb
hem liet, hij zal het waardig zijn en met
ons en grootvader gelukkig wezen 1"
PAASCHEIEREN.
Het gebruik van Paascheieren is zeer oud,
veel ouder zelfs dan het Christendom.
Reeds in de oudsto tijden vierden de Noor-
sche volkeren de overwinning van het licht
over de duisternis, de zege van de lente
over den winter. De ridder had moedig zich
een weg gebaand door de rozenhaag en
Doornroosje bevrijd. In he'c Germaansche
Noorden huldigde men de godin Ostara, die
na lange afwezigheid haar intocht door de
gouden deur van den hemel deed en de na
tuur opnieuw wekte. Daarom wijdde men
haar als symbool het ei, waarin de kiem
van hot toekomstig loven rust.
Toen het Christengeloof het heidendom
overwon, smolten de oude plechtigheden
samen met de nieuwe. Het Paaschei bleef
een zinnebeeld van den slaap des doods en
der verrijzenis van den Heiland. In do Mid
deleeuwen, toen het gebruikelijk was op
Goeden Vrijdag het graf van Christus in
de kerken op te bouwen, legde men er ook
eieren in, als het symbool der opstanding.
Op Paaschdag nam men ze er uit en nadat
ze gewijd waren, droeg men ze in plechti-
gen optocht door de kerk rond. Dit gebruik
bleef tot op heden in stand in de Slavische
landen.
Ook bij on8 kent men nog de Paasch
eieren, gekleurde kippenproducten en na
gemaakte eieren van chocolade en suiker,
ja zelfs eieren van bordpapier, welke dan
dienen om geschenken in te verbergen.
Do kostbaarste eieren-verzameling der
wereld bezitten de Tsa/rin en de Tsarin-
Moeder. Aan het Russische hof is het do
gewoonte, dat de' Keizer zijn gemalin bij
ieder Paasohfeest een ei aanbiedt, waarin
een waardevol geschenk is verpakt, dat
herinnert aan do een of andere gewichtige
gebeurtenis uit het afgeloopen jaar. Zoo
vindt men in de verzameling een uit jaspis
vervaardigd ei, met diamanten bezet, dat
in zijn binnenste een gouden scheepje
bergt met takelwerk, ankers, enz., een ge
schenk van Alexander III aan zijn gemalin,
toen de Tsarewitch de reis om de wereld
maakte.
Verder een gouden ei, met rose emaflle
ingelegd, dat Nicolaas II in liet kronings
jaar zijn gemalin aanbood en dat bevat
de gouden koets in miniatuur, waarmee het
keizerpaar den weg naar het Kremlin af
legde voor de kroning. Een ander ei draagt
in briljanten de woorden: ,,Het bart voor
mijn Tsarin", en verbergt een uit veelkleu
rige edelsteenen vervaardigd hart, in het
midden waarvan het miniatuur-portret der
keizerlijke familie prijkt.
Ook de Paus heeft prachtige Paasch
eieren, waarbij een uit ivoor, waarin zich
een gouden étui bevindt, die een in briljan
ten gevatten robijn omsluit. Dit ei, dat een
waarde vertegenwoordigt van 24,000 gul
den, is een geschenk van een Engelsche da
me. Engeland staat bekend voor zijn kost
bare Paascheieren.
In Griekenland en Tyrol worden de
Paascheieren evenals bij ons, bont ge
kleurd en beschilderd en gewoonlijk met ge
dichtjes beschreven, alle gewijd aan de lief-
do.
Dat kleuren van eieren ia een bijzondere
kunst. De een gebruikt er uien-schillen
voor, waardoor de kippenproducten geel
worden; een ander neemt het z.g. Provence-
hout, dat een mooi rood kleurtje geeft; een
derde gewone koffie, waardoor de schil
bruin gekleurd wordt, enz.
En dan het koken: Zacht, half hard en
hard. In Gelderland kent men zelfs „steen
hard".
Een Arnhemsohe huisvrouw bijv. weet
nauwkeurig'te vertellen hoeveel minuten en
seconden er noodig zijn om een ei steenhard
te koken.
Die Arnhemsohe steenharde eieren waren
weleer geen onnoodig iets.
Aan de overzijde van den Rijn, bij Arn
hem, in de voormalige heerlijkheid Mei-
nerswijk, ligt een weide, die gedurende de
Paaschdagen vertrapt en plat geloopen
werd. Op die Paaschweide kwamen eertijds
de Arnhemsche jongens jaarlijks bij elkaar.
Met steenharde eieren werd dan maar wat
gezellig gespeeld. Evenals hun voorvader
Claudius Civilis zijn pijl in de lucht kon
klooven, trachtten zij dan een opgeworpen
ei te raken. Verveelde dat spelletje, dan
zochten ze een Paaschberg op, waar ze hun
eieren van de hoogte lieten rollen en zoo
noodig er zelf langs aituimelden.
En daarna dat smullen van zooveel eie
ren ten koste van een slechte maag, want:
„Eén ei is geen ei.
Twee ei is 'n half ei.
Maar drie ei, da's 'n iFaaschei."
Jammer, dat die Paasch wei niet meer be
staat!
Het zoogenaamde eieren-tikken, een
spelletje, waarmee oud en jong zich gedu
rende den Paaschtijd vermaakte, behoort
in 's lands hoofdstad vrij wel tot het ver
leden en dat is maar goed ook, beweren
de lui, die het weten kunnen, want de
Amsterdamsche jongens maakten er wel
eer op de Botermarkt een „onchristelijke
praktijk" van, doordat ze de eieren uit
bliezen en met pek vulden of wel houten
geverfde exemplaren gebruikten, waarmee
ze dan „onrechtyaardiglijk" de echte
„eiers" van hun makkers stuk sloegen,
welke dan (dc eieren .wel te verstaan)
volgens de regelen van het spel weldra
naar andere streken verhuisden.
In Limburg is het eieren-tippen nog
steeds in vollen zwang. Men organiseert
daar zelfs extro-tippartijen, waarbij het
niet ontbreekt aan hot heerlijke „alt"- en
,,jonk"-bier.
Onze naam „Paschen" is, saooals men
weet. ontstaan uit het Hcbreeuwsche Pas-
sah (Pessach), vollediger: Chag happe-
sach, dat is feest der vergiffenis genade,
ook Chag Hamclzzoth, dat is feest der on-
gedeesemde brooden, het eerste der drie
Joodsche 7,werffeesten, dat herinnert aan
de verlossing der Israëlieten uit Egypte
en tevens aan de redding der eerstgebore
nen, aan den uittocht en de daarmee sa
mengaande gebeurtenissen. Het is als het
ware het gc-boortefeest van het Israëlieti-
sche volk, dat, nu op politiek gebied vrij
geworden, zijn geschiedkundige opdracht
om de leer van het Monotheïsme (vcreering
van een eenigen God) te verspreiden, begin
nen kon.
Het Joodsche Paaschfeest valt altijd tus-
schcn den 22sten Maart en 25 April, zulks
in verband met de eerste volle maan in de
Lente.
Hemelvaartsdag en Pinksteren worden,
zooals men weet, geregeld naar Paschen.
PAASCHLIED.
De Heer is uit de dooden
Verwinnend opgestaan 1
De wachters zijn gevloden
En de Englen snelden aan.
't Hozanna aangeheven,
Hom, die ons 't leven gafl
Waar is uw schrik gebleven,
O, alverelindend graf?
Geen angst zal mij genaken,
Al dreigt de jongste dag:
'c Ontslapen is Ontwaken,
De Nacht, een Nieuwe dag.
Al wat de dood kan sloopeu,
Is slechts een handvol aard:
Wij zien de kevie 1) open,
En stijgen hemelwaartl
Dit zalig uitzicht, Heere!
Dat ons bezielen moet,
Te wandlen tot Uw eere,
Geeft kracht tot alle goed.
Laa'c ons Uw troost niet derven,
Als eens dit hulsel zwicht!
Die in UV liefde sterven,
Herleven in Uw licht.
1) kooi.
J. J. L. t en K at e.
Van een witte roos.
In een mooien tuin stond een rozestruik.
Het was lente en de kleine knopje3 be
gonnen te zwellen. Spoedig deed de April
zon de bladeren ontluiken.
Na enkele weken begonnen zich bloem
knopjes te vertoonen en toen de milde re
gens ze baadden en de warme zonnestralen
ze kusten, openden ze hun bladerkroontjes
en vertoonden half on'doken, witte rozen.
Eén roos was rusteloozer dan haar zus
ters
De wereld leek der jonge bloem zoo