No. 14137. FEUILLETON. Iö© Prinses* PERSOVERZICHT. In de „Nieuwe Eoct. Courant' besprak do hoer Hoitsema (oontroleur- generaal wan 's Rijks Munt) het onder werp Arbeidscontract en vreem de muntcircula'tie, in dezer voege-. „In het thans bij de Tweede Kamer ra- behandeling z.'jnoo wetsc twerp op het Ar beidscontract heeft art. 1637 j. betrekking op de wijze, waarop het loon van niefc- inwonende arbeiders kan worden vastge steld en art. 1638 h. op de wijze van vol doening van arbeidsloon. Beide artikelen hebben eerst na herhaalde wijzigingen den tegen woordigen vorm verkregen. Deze laatste is, naar mijn meaning, hoogst ongun stig mee het oog op mogelijke verbetering, welke zal kunnen woraen aangebracht in het „kwaad" der vreemde circulatie in een betrekkelijk aanzienlijk deel van ons laad, niet alleen in Limburg, maar ook elders. Op dit verband is, naar hetgeen daarover •in de stukken wordt medegedeeld, bij a'e wijzigingen, in bedoelde artikelen aange bracht, nimmer gelet. Des te meer reden om do aandacht op ait punt te vestigen, nu hot nog tijd is. Wie objectief nagaat wat het wezen der muntverwikkelingen langs onze grenzen eigenlijk is, kan geen oogenblik er over in twijfel zijn, dat in don strijd togen het vreemde ruilmiddel (die nog moe'c worden gestreden) door enkele op zichzelf staande maatregelen niets van bete eken is kan worden bereikt, wel daarentegen door een goed overwogen, gelijktijdig ingevoerd, complex van maatregelen. (Do op dit ge bied ook weder steeds zich herhalende his torie leert dit duidelijk genoeg. De Staats commissie van 5 September 1855 (Sts.-bld. No. 118) liet, eerst in haar- rapport van 1856, en later weer in 1861,- 'daarop Teeds het noodige licht vallen). Nu de strijd tegen de vreemde circula tie weder van boogerhand is opgenomen, moge men niet opnieuw in het oude euvel vervallen, maar zorge men tevens, dot niet door een partieel ingrijpen de mogelijkheid voor een heter© handelwijze ontijdig wordt afgesneden." Ia het belang onzer nationale circulatie behooraen er nu twee voorschriften, voor het geheele land geldende, ook van krachc te zijn, of te worden voor d© grensstrook, waar men steeds gemeng-e circulatie moet houden, nL ,,lo. een geheel verbod van aannemen en uitgeven van vreemde specie door alle hou ders van kassen van openbare instellingen (met enkele uitzonderingen slechts voor post, spoor, tram en dgl., aie volgens een vast en laag tarief, zooals nu reeds, vreemd geld kunnen blijven aannemen), ,,2o. betaling van weekloonen in Neder- laiidsoh geld, voor zoover zij worden vol daan in zilveren of minderwaardige munt. Naar mijn meening is het eenige, wat van Staatsweg© mee kans op sucocs tegen het „kwaad" der vreemde circulatie kan worden gedaan, het gel ij kt ij dig vast stellen van de twee laats ogenoemdo voor schriften, ook op het nog „vrije" gebied, te z a m e n met: a. een herziening van gemeenten, welke op dit oogenblik van het verbod van vreemde circulatie geheel zijn vrijgesteld; b, een belemmering van den ynjen invoer van vreemd© pasmunt in mas sa; c. een voortdurend en op zeer veel plaatsen in. voorraad hebben van voldoende hoeveelheden Nederlandsche s»peci© ter omwisseling van grof zilver tegen pasmunt of omgekeer.t (alsmede enkele andere za ken van minder belang). Behalve dat dit kan gedaan worden, is het ook zeer gewenschc, dat bet i n d e r- d a a a' geschiedt". De heeren Pierson en Patijn hebben nu wijziging van de voorgestelde bepalingen van art. 1637 j. en 1638 h. voorgesteld, maar schr. is van oordeel, dat do voor gestelde verbeteringen geenszins zullen blijken de uitkomst op to leveren, di© men er van verwacht, en hij concludeert daarom „Het door mij met bovenstaande regelen beoogde doel j>al woraen bereikt, wanneer in art. 1637 j. van het Arbeidscontract voor niet-inwonendo arbeiders vaststel ling van het loon in Nederlandsch geld' zonder meer, werd voorgeschreven, en wanneer art. 1638 h. bepaalde, dat de v o 1- doening van het loon, voor zoover die in zilveren of minderwaardig» specie be taald wordt, wederom in Nederlandsch geld geschiedt, terwijl de vrijstelling vaa art. 19, ssde lid, der Muntwet 1901 hiervoor niet gelde. 0 Inaien dan tegoa het in-werking-treden dezer bepalingen tevens de andere maat regelen, waarop boven terloops werd ge wezen, werden voorbereid, dan, maar ook dan alleen, zou gezegd kunnen worden, dat inderdaad tegen de „vreemd»" circulatie stelselmatig strijd wordt gevoerd. Dat <ët gewenaoht is, leert onze mun'c- geschiedenis meer dan voldoende. Moge de geèegcnhjid, die daartoe nu is gegeven, niet onbenut voorbijgaan". „De Stan da a r d" handelde over het ingediende ontwerp betreffende den af koop der tienden. Het blad meent, dat de toelichting tot het ontwerp eenigs- zins onvolledig is, omdat voldoende gege vens omtrent den omvang, dien de tiend rechten in ons land hebbent ontbreken. Maar zegt hot blad dan „Dat overigens de heffing van tiendrech ten 'n misstand is en belemmerend werkt veer de ontwikkeling en den bloei van den landbouw, daarover is ieder het wel eens. Twee groot© nadoelen zijn voor den land bouw aan die tiendheffing verbonden. Vooreerst, dat do tiende een belasting ia, die hooger wordt naar gelang de opbrengst van den grond, welke aan het tiendrecht is onderworpen. Het tweede nadeel, aan het bestaande tiendrecht verbonden, ligt hierin, dat, al vorens met het binnenhalen van den oogst te beginnen, de vooraf behoorlijk gewaar schuwde tiendheffer in de gelegenheid moet worden gesteld zijn aai 'eel in te zamelen. En dat kan bij ongunstig oogstweder, als wanneer van iederen drogen dag pro fijt moet worden getrokken, grocte verlie zen veroorzaken. Het is zeker niet te verwonderen, dat de ze nadeelen ontstemming bij do betrokken eigenaars on gebruikers van cku grond aankweeken; een ontstemming, die zich meermalen in verzet tegen de tiend heffing uit. In Noord-Brabant, waar veel tiendplichtige gr- nd is gelegen, open baarde zich meermalen zulk een verzet, waarbij soms militaire hulp moest worden ingeroepen. Dat do afschaffing van de tienden een gewenschte zaak is, zal dan ook wel door niemand betwist worden." „De Standaard', wenscht nog niet te treden in een oritische bespreking overdo wijze, waarop deze zaak geregeld is. „Daar voor zal nog gelegenheid genoeg zijn," meent het blad. „Bij de langzame wijze, waarop hier te laad© do wott-on den weg nttar hotSt-bl." afleggen, is bet niet te verwachten, dat do afschaffing van do tienden zoo heel spoedig zal plaats hebben. En ook, al mocht de Kamer spoed er medo mazen, dan zal het nog wel eenigen tijd duren, eer do wet volledig uitgevoerd wordt. De schattingen toch zullen vanzelf heelwat tijd vorderen." In ons vorig Overzicht vermeldden wij den inhoud van een artikel in „De Ne derland© r", waarin uiteengezet werd, dat thans de vrijzinnigen wel ver ontwaardigd zijn over misleiding en kwaadaardigheid van sociaal-demo craten bij de oppositie tegen Eet A r- beidscontract; een wetsontwerp, waarvan vrijzinnigen overgrootvader en grootvader geweest zijn, maar dat zij het niet waren toen Je sociaal-democraten op gelijke wijze tegen tal va-n wetsontwer pen van bot vorig Kabinet handelden, ja, dat toen zelfs de soc.-dem. een deel der vrijzinnigen in haar kwaadaardig zog me- denam. Tot nadere toelichting van haar meening haalde „D o Nederlander" een aantal voorbeelden aan. De „Arnhemsche Courant" kan zich met de door „D e Nederlander" aan de hand van die voorbeelden gegeven voorstelling van zaken niet vereenigen. Yolgens het blad toont „D e N e de r 1 a n- d o r" in alle vijf door haar genoemde ge vallen, de beteckenis der oppositie niet begrepen te hebben, of voegt de „Arn hemsche Courant" hier aan toe „wat .waarschijnlijk dichter bij de waar heid is, geeft daar-an niet zonder erg een zeer „onzuivere" voorstelling." „Dit zou" Bchrijft de „Ariihem- aclieCouranfc" „op elk der genoem de punten zeer gemakkelijk zijn aan t© toon en, maar tegen zulk een onwaardige ©n opzettelijk onware beschuldiging is ver weer onnoodig. Reeds daérom alleen kan zulk een beschuldiging niet anders dan onwaar wezen, ooidat de oppositi© van vier op velerlei punten sterk uiteenlocpen- de staatkundige groepen onmogelijk uit één en dezelfde bron zou kunnen ontsprui ten ten aanzien van vijf onderwerpen van zeer uiteenloopenden aard, t© minder, in dien als die gemeenschappelijke bron wordt aangewezen bhnde, onberedeneerd© partijzucht'. Tot die groepen behooren toch mannen, aan wier karakter en eer lijkheid ook „De Nedorlandor" in een minder boozo bui, ondanks alle ver schil van richting, immers niet aarzelen zal, de verdiende hulde te brengen? Waar moet het keen, als zelfs een blad als „Do Nederlander" zich in den politieken strijd bedienen gaat van het wa pen der verdachtmaking en de eerlijke overtuiging van alle tegenstanders, zon der éénigo uitzondering, uitmaakt voor de laagste partijzucht? Voor zulk generaii- secren moest haar reeds het Christelijke voorschrift behoeden Wat gij niet wilt, dat u geschiedt, Doe dat ook aan een ander niet. „De Nederlander" bedenke toch, dat zij een goeden naam heeft op te hou den Naar aanleiding van hetgeen „De Ne derlander" onder het opschrift „Dit maal zelf getroffen" schreef, zegt „Het Vader la nd": „D e Nederlander" meent onzuiver heid te bespeuren in de huidige veront waardiging der vrijzinnigen over de soci aal - domoor atiach e agitatie tegen het wets ontwerp op het Arbeidscontract. De vrijzinnigen nebben dan tooh, merkt het blad op, van ai© agitatie profijt ge trokken in den gemeenschappelijkcn strijd tegen Kuyper. „De Nederlander" vergeet, dat, wanneer de vrijzinnigen hadden gedaan gekregen, wat zij begeerden, het Arbeids contract nog vóór d© algemeen© verkiezin gen van 1905 door de Tweeao Kamer zou zijn behandeld. Over hetgeen „Het Vaderland" zegt, oordeelt „Do Nederlander": In dien trant gaat het blad dan voort. Dit is ons gaoscb onbegrijpelijk en doet ons bijna vermoeden, dat hot blad van liet betrokken artikel slechts uit de tweed© hand heeft kennis genomen, en dan uit een weinig nauwkeurig extract. Wij heb ben toch met geen enkel woord gezegd, dat de vrijzinnigen van de agitatie togen het Arbeidscontract profijt hebben getrokken. Dit laatste zou trouwens ondoenlijk zijn geweest, waar ieder wist, dat het Arbeids contract onder liberale auspiciën in de wereld was gekomen. Wij hebben slechts gezegd, dat de socialisten op gelijke mis leidende wijs© hebben geageerd tcgon an dere ontwerpen van het vorig Kabinet, on dat toen de „kwaadaardig©" oppositi© „geen vrijzinnig© verontwaardiging ver mocht te wekken, ja zelfs vaak een deed der vrijzinnigen in haar kwaadaardig zog meenam." Wij noemden daarvan eenige voorbeelden. „H et Vaderland" laat dit liggen en bestrijdt ons op iets wat wij niet gezegd hebben. Anders, zegt „De Nederland!©V', de „Arnhemsoh© Courant". Dit blad gaat op ons artikel in en schrijft o. a. „Tot staving van de beschuldiging be roept zij zich op vijf voorbcelaonde op positie tegen de Speetrwet, 'cegen de snel- vuurkanonnnen, tegen het ontwerp in zake invftiiditeits- en ouderdomsverzekering, te gen ds Stakingswetten en tegen het verrc- kenings-artikel uit de Lager-Onderwijswot, taaar in alle genoemde gevallen toont zij de beteckenis der oppositie niot begrepen te hebben, of, wat waarsohijnlij'k dichte- bij de waarheid is, daarvan niet zonder erg een zeer „onzuivere" voorstelling te ge ven. Dit zou op elk, enz. tot partijzucht" (zi© boven.) Dit is al hot zakelijke, wat het blad te gen onB artikel aanvoert. Er volgen dan nog eenige onvriendelijk heden, voortbordurend© op do ergerlijk© verdachtmaking, dat wij „opzettelijk on ware" beschuldigingen neerschrijven. Hier op zullen wij niet antwoorden. Wat bet zakelijk© aangaat, de „Arn hemsche Courant" zegt feitelijk niet veel anders dan dat „zeor gemakkelijk zou zijn aan te toon en", dat wij de oppositie niet begrepen hebben. Tegen over onze uitvoerig© argumentatie ten aan zien vaa speetwet, snclvuurkanoancn, enz., zijn dit natuurlijk phrases, waaraan wij geen houvast bebbon. Haar éénig concreet argument is, dat do oppositie van vior uiteonloopende groe pen ten aanzien van rijf zeer onderscheiden onderwerpen onmogelijk uit één en dezelf de bron kan ontspruiten, „te minder", in dien als ai© bron wordt aangewezen partij zucht. Ons dunkt, dit „te minder" zal ve len weinig logisch voorkomen. Eer moest het luiden: „behalve." Immers, partijzucht tegen een bepaald Kabinet is juist het éénige, wat wèl een band vaa •eoheid kan werpen om uiteenioopendo groepen bij on derscheiden onderwerpen. Partijzucht <toet grofcig gebruik maken van do oritiek van den één, ook al past die critiek gansch niet in de lijn van den ander. Overige us merken wy aan do „Arn hems oh e Courant" op, dat wij vol strekt niet allo groepen, veel min nog alle loden van elke groep, hoofd voor hoofd, het exploiteercn van soc.-dom. misleiding ten laste hebben gelegd. Reeds in don aan hef hebben wij gesproken van „een deel der vrijzinnigen", en bij de voorbeelden kobbe® wij telkens iets dergelijks her haald Hoe komt het blad dan aan het slot 'co sproken van „al 1 e tegenstanders, zon der éónig© uitzondorring" (de spatieoring is wan do „Arnh. C t."), en clan nog weer eens van „zulk generalise©ren" Is het dan niet eens noodig, een schrijver go©cl te le zen voordat men hem „opzettelijk on waar" besehuldigingen verwijt? De beschuldiging zelve blijven wij incus- aohon onve»rzwakt handhaven. En zij iis> zóó weinig opzettelijk onwaar in onze pon, dat wij nog trillen van verontwaardiging, wanneer wij bedenken, hoe op meetings werd gemanoeuvreerd' met ontwerpen als speetwoc, snelvuurkanonnon, oudordoma- peTïsioen. De socialistisch© logendo werd ook door liberale sprekers uitgebuit. Om trent hot ouderdoms pensioen wij merk ten het reeds op, zijn enkel© vrijzinnige woordvoerders, o. a. d© heer Dmoker, er togen opgekomen, maar do meest spreken den, o'e heer Roodhuyzon c. e., namen aan de averechtsche voorstelling deel. De speet wet werd als een daad van 6ocial© reactie voorgesteld, hoewel thans ook minidcer Veogens haar noodzakelijkheid erkont. De 6nelvuurkanoiHieo worden als een symbool van clericaal militarisme het land rondge dragen, hoewel geon enkele minister ran oorlog aan dezen maatrogel had kun nen ontkomen. Dit alles geschiedde» in het gevolg der eociaal-domoeraxie. Geüjko kwaadaardigheid en vervalachiug van de strekking van ontwerpen als nu door de linkerzijd© bij het Arbeidscontract gogeesdd wordt, is van soc-dem. zijd© ge schied bij d© genoemd© voordrachten. Toen oahter van die zijde geon algemeen© ver ontwaardiging. Toen zolfs ten dcelo een in het soc.-dem. zog meevaren. Dit zijn eenvoudig do vaststaando feiten, die de geschiedschrijver boeken zal en aie, zoo d© redactie der „Arnh, Courant" ze nog niet zien kan, door haar wel kun nen worden ontkend zonder onze waarheids liefde verdacht te maken Wij althans zullen van haar niet zog gen ,dat zij, van de waarheid der feiten overtuigd, zo tegen beter weten in ont kent. Naar aanleiding van de verklaring van minister Vcegens, dat hij bereid is do noo dige gelden voor een middenstands- enquête op do begrooting voor het volgend jaar uit to trekken, nuts men eerst bokend mak© wolk© vragen een enquête commissie zou hebben te stollen, somt „De Middenstander", orgaan van do „Handelsvcreeniging Rotterdam", do vol gen do vraagstukken op van belang voor den middenstand, welke de Verceniging oudor de aandacht der cvenhieele enqu£t©-oom missie zou wensclion te brengen, opdat zij door het stellen van vragen op do hoogt© kan komen van de denkbeelden en wen schcn dienaangaande in belanghebbende» kringen 1. werking van hot bestaande tarief van invoerrechten cn do bezwaren cr tegen; 2. wcnschelijkheid van snel cn goedkoop recht; 3. invoering van wettelijke bepalingen to gen onecrlijko concurrentie 4. de wcnschelijkheid eencr wijziging van do wet op do personeel© belasting, evenals werkplaatsen, zullen worden vrijgesteld 5. wenschclijkhcid der invoering van een wettolijk sluitingsuur; 6. de werking dor bestaand© wetgeving, in zake het faillissement en de oaamlooze vennootschappen 7. de wenscbelijkheid der invoering van overheidswege» van handels-vakondorwijs; 8. d© werking vad het bestaande krediet wezen 9. do werking van do coöperatie in haar verschillendo vormen; 10. do wcnschelijkheid der afschaffing van het quitantio-zegel tot bedragen van 25; 11. do wenscholijkheid der uitbreiding van het ledental der Kamers van Koop handel, ten einde don detailhandel gelegen heid te geven beter vertegenwoordigd te worden; cn 12. do wenscholijkheid om do consulaire verslagen ook dienstbaar te maken aan de belangen van den detailhandel. Heemstede. In do Raadszitting zijn do plannen voor het nieuwe Raadhuis goedge keurd. Zij zijn ontworpen door do archi tecten Jan Stuyt, Jos. Uuypors en Etmans., Het zal worden ge ouwd tegenover het te genwoordig ltaadbuis aan den hoek Van Mcrlcnloan, cn zal 60,000 kosten. Voorts werd omtrent de gasfabriekplan- nen medegede .u, dat hot voornemen bo- staax om voor rokeuir.g, van de gemeente een fabriek to bouwen, en de aan gegadig den t© verpacl ten. Eén gegadigde heeft zich' reeds bereid verklaard daarvoor een pacht som to botalen, waaruit rente cn aflossing kunnen worden bestred .Ti, zoodat cc fabriok in 30 jaar vrij zal komen. Ecd beslissing werd echter nog niot genomen. Besloten werd den burgemeester jhr. Van Lcnnep een jaarwedde 'co© te kennen van 1350. Thans bedraagt zij 1000. Burgerlijke Stand. AARLANDERVEEN. Bevallen: A. van 'I Wout gob, Van Wieringen Z. F, J. vod (Jon Bosch geb. Löoko D. B0DEG1LA VEN. B e v n 1 1 o n; B. G. de Jongh geb, boel Jl> T. Groenevold geb. lilonk D. J. van do Borg geb. De Borst Z. W. Olierook geb. Groenoveld Z. 0 v e r 1 e d o a: E. Domburg 24 j, HAZE RS WOUD E. B v a 11 o n; W. J. van Rijn geb. v- d. Berg Z. 8. M, E. do Vroede gob. Swttzar 2 D. Ovorlodon: J. Smits Z. 5 j. OUpSliOORN. Bevallen J. Molenaar geb. Ballos D. M. Scbraverua geb. Kruijs Z. A. van Beu8ekom geb. Kaplein D. Al. Oppolaar geb. Van Klaveren Z. K. Zekveld geb. Van Muijen Z, KUNZATER WOUDE. B e v a 11 o n J, Verboom geb. v. Ryswijk Z. KEEU WIJK. Bo val Ion: A. Plak geb. Vorwejj D, K do Jagor geb. Vau iierk Z. Ovorlodon: IJ. J. tSobalkwyk 17 j. 17» Over Graustark sprak Lorry met zijn yriend eerst veertien dagen na zijn komst in de stad. Hij had bij zichzelf overlegd of het raadzaam was, zijn plannen aan An guish mee te deden, omdat hij vreesde, dat deze hem zou bespotten. Hij verlangd© ech ter ongeduldig om het onbekende land te gaan zoeken, met zijn hoofdstad, en min stens één der bewoners, en zag zich einde lijk genoodzaakt, ADguish tot zekere hoog te in zijn plannen voor de toekomst in te wijden. Tot zijn verwondering en ontstel tenis was Anguish dadelijk vol geestdrift bereid om den tocht met hem t© maken, Raar hij reeds bijna een jaar met hetzelfde plan rondliep. Nu kon Lorry wel niet anders dan zijn geheele hort uitstorten, en hij deed dit met een beschaamd gezicht, want hij ver wachtte, dat zijn luchthartige vriend h©m •tot loon van zijn vertrouwen zou uitlachen en bespotten. Doch Anguish, die levendig en romantisch van aard was, vond inte gendeel zijn verhaal zeer belangwekkend; het was het merkwaardigst© avontuur, dat 'ooit. iemand buiten een roman was ten deel gevallen. „Vertol mij allee van haar," drong hij aan, terwijl zijn oogen fonkelden van jon gensachtige geestdrift. Lorry beschreef hem zoo goed mogelijk 3© geheimzinnig© schoone, den deftigen <K>m ©n diens vrouw, met- bijvoeging van alle bijzonderheden, die hem zelf in de war gebracht haddon. „Dat is prachtig 1" riep Anguish. „Veel mooier dan eonige roman, dat verzeker ik je. Kerel, ik kan het je niet kwalijk ne- m©D, dat j© dit prachtig© schepseltje wilt gaan opzoeken. Als mijn nieuwsgierigheid en bewondering zóó waren geprikkeld als de jouwe, dan ging ik tot aan het eindje van de wereld om die bevredigd te zien." „Ik zi© alleen kans om mijn nieuwsgie righeid te bevredigen. En mogelijk die niet eens. Wie weet iets van Graustark?" „Geef nu den moed niet op, eer je let beproefd hebt. Als die menschen in dat land wonen, dan moet het natuurlijk ook te vinden wezen. In elk spoorwegboekje zal het wol aangegeven zijn. Daarginds zijn zoo verduiveld veel van die kleine konink rijkjes en vorstendommetjes, dat er een mens© heul even noodig zou zijn om ze alle uit het hoofd te leeren. Morgenochtend gaan wij naar een van de groot© spoorweg stations en nemen daar informatica. En als wij dan Graustark ontdekt hebben, dan gaan wij er heen en plukken de bloem, die daar bloeit. Ik zal dat zaakje wel in orde brengen en jij zult alleen voor het plukken t© zorgen hebben." „Gemakkelijker gezegd don gedaan." „Zij heeft je een kus toegeworpen, niet waar 1" „Zeker, maar dat was, omdat zij dacht mij nimmer te zullen wederzien." „En om dezelfae reden wierp jij haar ook een kus toe, naar ik veronderstel?" „Op dat oogenblik was ik niet toere kenbaar." „Nu, als zij zich er iets meer van b© wust was dan jij, dan is zij toerekenbaar, en ik zou haar opzoeken en een verklaring vragen." Lorry lachte om zijn ijver, maar hij waa toch blijde, dat hij zijn energieken landge noot in zijn vertrouwen had genomen. Twee wisten meer dan één, en hij moest beken nen, dat hij bij deze. onderneming gaarne een bondgenoot had. Niet omdat hij zulke groot© moeilijkheden voorzag, maar omdat hij do eenzaamheid vreesde. Daarom was het voornemen van zijn vriend om kern naar Edelweiss te vergezellen een uitkomst voor hem in plaats van een last. Tot laat in don nacht spraken zij over hun uit stapje en toen zij zich eindelijk gereed maakten om naar hun hotel te gaan, wierp Anguish nog even oen vraag op, waarvan hij schrikte. „Wat zul je met haar beginnen, als je haar gevonden hebt, oude jongen?" Grenfalls wenkbrauwen trokken zich sa men; zijn houding zoowel ais zijn gelaat getuigde van pijnlijk© onzekerheid. „Daar zal ik over denken, als ik haar maar eerst gevonden heb," antwoordde hij. „Denk je met haar te trouwen 1" drong de ander aan. „Hoe weet ik dat?" riep Lorry barsch- „O neen, dat kun je ook niet weten," sprak Anguish. „Misschien wil zij je niet hebben, misschien is zij wel getrouwd, er zijn zooveel dingen mogelijk. Maar als je mijn onbescheidenheid niet kwalijk neemt, zou ik je wel eens willen vragen, waar die jacht over dc halve wereld toe leiden moet? Alleen om haar eens te zien?" „Je vroeg mij of ik dacht..." Hij brak af, „Ik neem dus aan, dat je het gaarne zoudt willen. Nu, ik ben blij, dat ik ten minste een bepaald punt heb, om van uit te gaan- Hot eenige, waarnaar wij nu moeten streven, is, Guggensiookor te ver ruilen voor Lorry, wat zeker geen diefstal is, maar veeleer een goede daad, zou ik zeggen. Goeden nacht I Tot morgen." Den volgenden morgen namen de twee vrienden een rijtuig, reden naar verschil lende stations cn vroegen naar Graustark en Edelweiss. „Zij heeft j© beetgenomen, oud© jon gen," zeide Anguish, toen zij van het derde 6tatioo onverrichter zake terugkwamen. Hij sprak op medelijdenden toon, want hot deed hem werkelijk leed. „Neenl" riep Lorry. „Zij heeft mij do waarheid gezegd. Er is een Graustark en daar woont zij Daar zou ik mijn Loof cl op durven verwedden. „Weet je zeker, dat zij gezegd heeft, dat het in Europa lag?" vroeg Harry, om rich hqen kijkend, alsof hij verwachtte, haar te Parijs te zullen zien. In rijn hart geloofde hij,, ,dat zij en haar deftige bloedverwanten Gren bedro gen hadden. Misschien woonden zij wel te Parijs on nergens anders. Als Lorry niet zoo stellig gesproken had, zou Anguish h»em hartelijk uitgelachen hebben om zijn domme lichtgeloovigheid. Er bestond zeker geen Graustark, en evenmin waren do GuggenBlockers met d© „Wilhelm" vertrok ken, ondanks alle bewijzen voor het te gendeel. Lorry had koorts gehad en zich verbeeld, dat hij haar op de boot zag. Waarom stond haar naam niet op dc lijst, als zij aan boord was? Eindelijk, na twee dagen van vr chtc- loozo nasporingen, wilde Lorry in wanhoop het onderzoek opgegeven. Doch Anguish verzette zich hiertegen, vergetend. -Jut hij den vorigen dag zolf zijn best gedaan had, orn zijn vriond van ziju plan af tc brengen. „Wij zullen nog eerst naar do biblio theek van Parijs gaan en do boeken en at lassen doorkijken", zeide hij. „Of, n<~g be ter, laat ons naar bet postkantoor gaan. Als er een Graustark bestaat, weten ij bet bij d© posterijen." Samen begaven zij zich naar hot hoofd postkantoor, waar zij, na van den cc j naar don ander verwozon te zijn, eindelijk heb departement oDtdekfcen, waar zij inlichtin gen konden krijgen. Binnen vijf minuten hadden zij genoeg vernomen om juffrouw Guggenalockor te rechtvaardigen, Lorry in den zevenden hemel tc verheffen, en An-< guiah razend van ongeduld te maken* Graustark was een klein vorstendom, ver oostelijk gelegen, cn Edol.vciss was een st-ad van vijf cn zeventig duizend nwonera^ altijd volgens den postgids. Meer konden dc Amerikanen niet te wc ten komen; dus trokken zij nu nnar hel' bureau van Baedekker. Hier vonden zij een groeten atlas cn na ijverig en nauwkeurig; zoeken, mocht het hun gelukken, bet vor» stendom Graustark te ontdokken. VersLv gen keken zij elkantler aan. ,.V t een verduiveld eind ver ligt dai roo i vi ltje op do kaart," peinsde Lorry* „Wat een afgelegen hoek voor zoo'n meisj* om te wonen", ging hij voort. „En dit vriendelijke oude dame en die deftige opn* Caspar I Men zou eer denken, dat er baf* baren woonden dan menschen als do Gu#» genslorkers, zoo verfijnd, beschaafd, voor* naam cn rijk. Ik begin boe langer zotf meer belang t© stellen in dat land." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 5