fTo. lïffl. LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 24 MAART. - VÏËRDÉ BLAD. Anno 180(5. Brieven van een Leidenaar. Gemengd Nieuws. FEUILLETON. 33e Prinses. CXXXI. 'Alleen den strijd te beginnen on langza merhand bondgenooteu te krijgen, die met ons in hetzelfde gelid komen, versterkt den moed. Zoo gaat het ook mij, nu ik mij tel kens meer omringd weet met voorstanders yan de eerlang te bouwen gemeentelijke JSlectriciteiteÊabriok. En waar er daaronder rijn, wier wapenrusting ik steviger weet aan mijn eigen, dan zal ni'emand het mij kwalijk nemen, dat ik een enkele van de medestanders, die ddarvan door woord en geschrift blijk hebben gegeven, uit het ge lid voor uitschuif en evon iin het vuur fareng. Ongevraagd durf ik niet de vrijheid nemen zijn vizier te openen, maar ik kan yerzekeren, dat 's mans oordeel waare'e beeft Hij schrijft: Aan den schrijver dor Brieven van een Leidenaar". Alhier Ook ik wensc-h mij gaarne te rangschik ken onder de zoovele insteminers met clen inhoud uwer laata'ce brieven ter bestrijding van de bezwaren tegen de Elecbrische Pentrale. Met recht heeft u aangehaald Handen uit do mouwen, Oourage en ver trouwen. En wat gezono verstand I" Evenals bij individuen, geldt het ook yoor grootere corporation en gemeenten, Idat men :,durf en fut" moet hebben om vooruit- te komen; met handen in den schoot en niets te doen brengt men niets tot Stand. Voortdurend klagen, dat Leiden achteruitgaat, wat u evenwel in uw vol gend artikel zult aantoonen, dat niet het geval is, <ioet den geest verslappen. Met recht gelooft u aan een toenemend gebruik der electro-motoren, vooral voor de klein-inuustrio. Zoude de groot-industrie daarvan niet gediend zijn? In de Gids Yoor (Leiden on Omstreken, uitgave van Corns, van der Ven 1905 komt op blz 165 een op gave van verschillende industrieelo inrich tingen alhier, dio toch het respeccaoeie cijfer van 87 fabrieken aanwijst. Kan Gro ningen ook op zulk een cijfer wijzen? Het zoude interessant zijn te weten, hoeveel gasmotoren thans in die 67 fabrieken werk zaam zijn en hoeveel P. K die vertegen woordigen Dat Leiden een industriestad van betee- kenis geweest is, (en waarom zoude het zulks niet woö'erom kunnen worden?) be wijst wol, dat de Commissie van Aclvies voor 'b Rijks geschiedkundige Publicatiën ingesteld bij besluit van 26 Maart 1902 (waarvan voorzitter is de heer Th. H. F. van Iïiemsdijk en secretaris do heer H. T. Colenbrander), besloten heeft tot de af zonderlijke uitgave van eeD monografie der Nijverheid van Leiden", omdat Leiden reeds in de middeleeuwen bekend was als eete] van do belangrijkste industrie; oo lakenweverij Mij is niet bekend of de Voorgenomen monografie rcede gepublï- oeerd is. eraer stel ik mij voor, dat do paarden tram vervangen zal worden door een Eleo- fciecho tram en dan geëxploiteerd door de gemeente in óén lijn van de Hoogewoerd af lot aan Katwijk of, zoo dat te ver mocht zijn, tot aan Oegstgeest (Endegeesb— Rhyngeest), met een tarief van 5 cents van de Hoogewoerd tot aan heb station, zoodat ook de „kleine luyden" van aat vervoer middel kunnen gebruik maken Do elec- trischc tram is steeds oen goede afnecm- stey van de gemeentelijke Electrische Cen trale Tot zoover het ontvangen schrijven. In verband met opmerkingen omtrent do tram, ook nog door anderen gemaakt, stel ik mij voor o\er dit vervoermiddel to eeni- ger tija nog het een en ander in het mid den tö brengen, ik keer thans tot do be schouwingen van den heer Van der Weide terug. Om de uitbreiding van Groningen aan schouwelijk te maken, geeft de beer v d W. don loop der bevolking over do laatste vijf jaren dier gemeente. Uitnemend. Doch dm nu een zuivero vergelijking te krijgen had hij dit ook moeten doen van Leiden. Hij doet dit echter niet, maar geefï de cijfers, die het verschil aangeven tusschen het aantal vertrekkenden en het aantal dat zich metterwoon hier vestigde. Zoo vergelijkt hij ongelijksoortige grootheden, waardoor hij tot een valsche gevolgtrekking komt. Waarom ook niet den loop der be volking voor onze gemeente over die jaren gegeven? Dat was toch de cenigo zuivere maatstaf geweest. De schrijver had' daaruit eohter niet den achteruitgang van Leiden kunnen domonstrceren en daarom was het hem blijkbaar te doen, maar wei het tegen deel. Om de terminologie van den heer Van der Weide te gebruiken, „onderstaand staatje wijst dit ten duiaelijkste aan": Bevolking van Lelden 31 Dec. 1901 54,857 b 1902 55,117 t 1903 55,470 1901 66,044 1905 56,724 Zoo komen wij, do gegevens zijn, evenals die van den heer Van der W. uit do offi- oieele gemeenteverslagen, tot een vermeer dering gedurende 4 jaren van circa 2000 inwoners. Tooh geen achteruitgang dunkt mij. Maar, zal de heer Van der W. en met hem misschien anderen mij toevoegen: Wio er uittrekken, dat zijn de lui van kapitaal, wio er door vestiging en vooral door ge boorte bijkomen, zijn voor het meorendeei paupers, wat hebben wij dus aan zulk een vermeorderihg Wij hebben het liedje van die wegtrek kende kapitalisten zoo vaakbooren jeremi- eoren, dat he'c haast een wonder mag liee- ten, nog menschen met kapitaal in Leiden te vinden. De cijfers der kohieren van de plaatselijk© di r do te belasting kunnen óns echter geruststellen. Belastbaar Inkomen. Aantal aangeslagen en. In 1901 f 6,948,708 7795 1902 8 6,974,874 7239 1903 g 7,124,218 7882 a 1904 7,218,2G8 8077 1905 7,400,155 8237 Dat is in den tijd van 5 jaar een toena me van belastbaar inkomen van f 451,449, terwijl het aantal aangeslagenen met 442 is vermeerderd. Het teruggaan van het aan tal aangeslagenen in 1902 met 56 was een gevolg van het besluit van Gcd. Staten, dat de studenten niet moeeten wonden aangeslagen. Een volgend jaar ia dat weer veranderd, van daar dat toen het getal weer mot 643 steeg. Het moge dan waar zijn dat zoo nu en dan menschen me'c Kapitaal de gemeente verlaten, de meest betrouwbare cijfers wij zen het welsprekend uit, dat ondanks dit, hot totaal van het belastbaar inkomen, met circa <1$ ton is toegenomon. Dat de wel vaart onder dat d°<>l der bevolking aat de spaarpenningen belegt op de Leidsche Spaarbank en de >P'osg« paar bank ook toe neemt, kan aangetoond worden op de steeds stijgende inlagen bij deze instellingen in Lemen. Laat men een en ander wel overwegen voor men elkander dikwijls klakkeloos na praat-, dat onze gemeente achteruitgaat en verarmt. In Leidon is de gasprijs 5 en 6 ote- per kub Meter, in Groningen G en 7 et. Daar uit wil de heer Van der W. aantoonen, dat de Electrische Centrale hier niet zooveel kans van slagen heeft als in Groningen, ten zij men den prijs hier ook denkt te veThoo- gen. Het laatste ligt niet in de bedoeling van den Gemeenteraad, maar dit is voor de Centrale ook niet noodig. Ik heb het deu vorigen keer afgezegd: de twee inrichtingen zullen niet in kwaden zin met elkaar con- curreeren, do Centrale zal het op ander terreiü zoeken. Dezer dagen heelt de Ge meenteraad van Haarlem, waar men toch ook een Electrische Centrale heeft, nog bo sloten tot den bouw van een nieuwe water stofgasfabriek voor drie ton, het meest duidelijk bewijs, dat de Centrale aan bei gasverbruik geen afbreuk doet. Laat de heer Van der W. en wio met hem gelijk denken het verschil in gasprijs tus schen beide steden eens van een ander standpunt- bekijken Hoe komt het dan, dat de gasfabriek in de gemeente Groningen bij een 25 pCfc. hoogere bevolking on 20 pCt- koogeren gasprijs veel minder winst oplevert dan in Leiden? De oplossing van dit vraag stuk kon wel eens tot dë geruststelt r.ue gevolgtrekking leiden, dat ook de Eleotri- sehe Centrale hier nog beter resultaat zal opleveren dan in de hoofdstad der provin cie Groningen. Dat do bedoeling zou zijn om uit het welgevulde laatje van de gasfa briek te scheppen in het nog ongevulde laatje van de Centrale, daarvan zou ik al leen op grond, dat er gezegd ie, dat de gas fabriek een der voornaamste afneem3ters de Centrale zou zijn, de Commissie niet graag verdenken. Er bestaan andere re- deneiï voor. Electrische booglampen zullen het groote terrein natuurlijk veel betel' en doelmatiger verliqhten, maar die enke-io lampen zullen eén technisch man als de heerv d. W. begrijpt dit ook heel goed de gasfabriek niet toe een der voornaamste afneemsters maken. Dat zal de electrische kracht doen, waarmede men de steenkolen naar de ovens en de cokes tor bestemder plaatse zal overvoeren. Vooral ook voor het zuiverhuia waar gaslicht niet zonder gevaar gebruikt wordt, zal men de olectri- citeit benuttigen. Een cn ander zal ten ge- gevolge hebben, dat er minder werkkrach ten noodig zijn en naar mij van bevoegde zijde verzekerd is, zal heb gebruik der electriciteit de gasfabriek ten goede ko men door meerdere veiligheid, uoelmati- ger verlichting en... goedkoopte. Dat men om deze goede reden cok de rentabiliteit der Electrische Centrale in de hand werkt, de heer Van der W. mag het wraken, ik durf het in het openbaar to prijzen. Óver hetgeen de heer Van dor W. verder over de exploitatie te Groningen meedeolt, moet ik, om niet al to veel van het geduld mijner lezers te vergen, kort zijn. Hot is dunkt mij echter volkomen in den haak, dat de gasfabriek on do gemeen te een gedeelte Aan het aanlogkapitaal en de aflossing vergoeden voor de installatie in dio gasfabriek, het Raadhuis en do bur- gersoholen. Die installatie behoorde aauge- legd te zijn door ds betrokken instellin gen, doch omdat dit ineens goedkcoper kon geschiodon heeft men dit door do aannemers der Electrische Centrale laten doen cn betaalt daarvoor een jaarlijkscho vergoeding. Waarom zou men elkaar niet in de hand mogen werken daar men ten slot te één belang bedoelt, dat van de gemeente. Doch billijk is het. Bij de vervanging van gaslantaarns door electrische booglampen, waaromtrent de heor Van der W. eenige becijferingen geeft, schijnt hij van de ver onderstelling uit te gaan, dat d> aanleg, de bediening der gaslantaarns cn liet gas zelf geen geld kost. Wat het gebruik van den grond door de gemeente Groningen afgestaan aan de Elect, Centrale betreft dit heeft voor Leiden geen zin, omdat het terrein er voor .aanwe zig is. En de voor dit doel aangekochte huizon, als ik mij niet bedrieg, tot een be drag van plus minus 17000 gulden, zijn in do oprichtingskosten begrepen. Ten slotte nog eens het gasverbruik in Groningen besprekende, komt de heer Van der W. ook aandragen met veronderstellin gen en verwachtingen dienaangaande, iots wat hij in do Commisei© voor de Electri sche Centrale, die nog niet anders kon doen, zoo sterk wraakt. Het verbruik van het gas bedroeg in 190-4 7,213.352 kub. M. en hot zou als men liet Lcidsch tarief in gevoerd had, 10,250,352 kub. M. hebben bedragen, ©en verschil dus van drie millioen kub. M. gas, die er meer zou verbruikt zijn, indien de Electrische Centrale er niet ware geweest. Do Commis sie zou den schrijvev nu op haar beurt kunnen vragen: hoe weet gij dat? En zij kon meer. Zij zou hom kunnen verwijten dat hij uitging van een valscho praemise, waardoor de conclusie ook onjuist moest zijn. Inderdaad is hot- verschil van den gasprijs niet zoo groot als de schrijver het voorstelt. Immers in Groningen wordt geen meter- buur betaald en wordt er boven het ge bruik van 300 kub. M een cent reductie gegeven, izoodat boven 300 kub. M. de prijs met dien van Leiden gelijk is. Zoo berust zijn veronderstelling dat in Gronin gen indien do Centrale achterwege was ge bleven, hot gasverbruik met 40 pCt. zou zijn toegenomen, op foutieve gegevens en is al- zoo niet aanemelijk. Als de heer Van der W. aan het slot van zijn uitvoerig botoog triumfantelijk uit roept te hebben aangetoond, dat de behoef te aan een Electrische Centrale niet bestaat en dat de rentabiliteit zeer onwaarschijn lijk is en alleen is te verkrijgen ten koste van de gasfabriek en ten nadeelo van de gemeentekas, dan meen ik na al hetgeen ik daartegen gezegd heb in alle bescheidenheid ten slotte te mogen constateeren, dat hij daarbij do zaak van oen al te eenzijdig en Bekrompen standpunt heeft bezien. Was het alleen te doen om wat meer licht en een electro-motor hier en daar, de heer Van der W. zou misschien gelijk hebben, maar nu het gaat om een ander en voor me nig doeleinde onmisbaar licht, nu heb gaat om een nieuwe motorische kracht voor do klein-industrie in de eersto plaats, maar stellig ook voor de groot-industrie, nu heeft hij ongelijk. De Electrische Centrale zal, ik herhaal het nog eens, in de toekomst ook voor Lei den van grootc boteokenis zijn. En al moest het wezen, dat de gemeentenaron in do eer ste jaren cr een kwart procent. bJasting meer door moesten betalen, dan zou daar tegen nog ruim opwegen bet indirecte voor deel dat er noodzakelijk uit volgen zal. Als we nog wat tijd van leven hebben cn dat zullen we nu do nieuwe Centrale er komt vooral hopen dan spreken de heor Van der Weide en ik over deze zaak elkau- dor nog wel eens weer. Wie weet of door toepassing van de Electriciteit-, door den heer Van der W. nu bestreden de bloei ende fabriek, mede door hem beheerd, nog niet- tot grooteren bloei komt, evenals zoo veel andere industrieën die or in Leiden zijn of nog kunnen komen. Ik wil hot hopen cn heb er goede verwachting van. Welkom in Leidenelectriciteit 1 Een slager te Leidsohen- daiu looft in do ,,H. Ct." 25 gulden bc looning uit voor dengene, dio bewijzen kan, dat hij vlecsch verkocht heeft van dengestorven ezel van dr. H. to Voorburg. Volgons openbaar gomaakte statistieken bedraagt het aantal tonnen ge kaakte haring ln 1005 on 1004 1905 1904 Oostkust Schotland en Orcadische Shotl. ell. 1,876,000 1,384,000 Westkust haring 55,700 79,000 Engelscho haring 410,000 344,000 Totaal Britsche haring 1,841,700 1,807,000 Noorweegscho haring 548,800 404,000 Hollandseho haring 595,000 760,600 Dulteche haring 200,000 215,500 Zweedsche haring 19,000 22,500 Te zamen 8,204,500 8,229,600 Een 3 4-jarig workman te Delft haaldo bij een goudsmid aldaar zca gouden damesringen op zicht. Hij maakte deze te Amsterdum te gelde, verteerde do opbrengst en gaf daarna zichzelf bij do politie aan, die hem naar Delft bracht. De ringen zijn reeds in beslag gonomen. Aan don Varkenoordsobon- dijk te Rotterdam, op het terrein van do firma W- van der Lugt en Zoon, waa men bozig met hot halen van heipalen uit de Maas. Om die palen uit do rivier to brek- kno, bezigde men een (heimachine, welke machine bediend werd door den beier J. Fongers, een 25-jarig gehuwd man, wo nende te Gouda. PlotseLing viel Fongen» van do heimachine, waarop hij stond, en raakte beklemd tusschon het touw, waar mede do heipalen oio het water gehaald werden en do spil van do machine, waarom dit touw gewonden word. Na cenige malen rondgedraaid te zijn, sloeg hij mot het noofd tegen do ijzeron spil, waardoor zijn schedel ia verbrijzeld en de dood terstond intrad. (,,N. R. Ct.") De dienstbode van do pasto- rio der R.-K. Kerk aan den Kleiweg to Gouda zag een man zich op verdacht® wijze bij de offerbussen ophouden. Zij waarschuwde een der geestelijken, dio den man in biddende houding aantrof, wat ook hem verdacht voorkwam. Do pcliti©. werd gewaarschuwd, die den man arros-' teerde, waarbij bleek, dat zij eeD gocdo vangst had gedaan. In een valies, dat do man bij zich had, werd veel zilver- on k©*.' pergold, benevens ecnigo lijmstokken ge vonden. Nadat- hij bekend had dit geld door diefstal in de kerk te hebben vorkre gen, is hij naar hot Huis van Bowaring te Rotterdam overgebracht. De man bloek oen zwerver to zijn, die reeds voncheidcno malen voor dergelijke misdrijven is ge straft. Gister ochtend word do onge veer 50-ja-rigo voerman Jan Kok van do American Petroleum Company te Hilver sum op het rangeerterrein bij do goederen loods do H. IJ.-S.-M. door een trein aan gereden. Zwaar inwendig gekwetst word hij naar do R.-K. Ziekenverpleging ver voerd, alwaar dr. Ten Brink do eersto go- uecskuudigo hulp verleende, 's Mans toe stand is zóer zorgwekkend. De ontvluchting on arroeta- t-io van een gevangene te Amsterdam, waarvan wij reeds melding maakten, hcoft zich als volgt (oegodragen: In do ge'cuigenkamcr van hot Huis vnn Bewaring op do Weteringschans werd cor gisteren gehoord een gedetineerde van goedo familie, dio verdacht wordt van valschbeid in geschriften. Het getuigenver hoor was pas afgc' >pen en do verdachte zou door do rijksveldwachters naar benodon worden gebracht, toen hij aan dio veld wachters vroeg, of hij oven gebruik mocht uiakcn van het privaat, dat zich boven in do gang bcviod'c. De-zo gelogeuhoid greop hij aan om onbemerkt naar beneden t© komen. Een oogenblik later kwam de binnenpor- tior bij den rechtercommissaris bovon en on vroeg don waarnemend griffier, don heor J. R. Falk, of dc „meneer mot den hoogen hoed" weg had.' mogen gaan. Op vertoon van een kaartje geen getuigo kan hot gebouw vorlaten zonder een kaart je, dat hem na het verhoor wordt tor hand gestold, aan den portier to laten zien liad hij den meneer ongehinderd laten vor- trokken. OogenbliklccLijk daarop waa h(J echter gaan twijfelen. Do heer Falk voroonzolvigde dadelijk en zeer terecht den meneer mot dcD loogon hoed mot den zooeven gehoorde verdachte, en hij deed ent to oerder, wijl die n an 's Zaterdags, toen hij binnongebrvcht word', ook getracht had to ontsnappen l'lotso- ling suelde do heer Folk het gebouw uit, volgde de richting Leidsche plein, Leidsche kade, sprong in de Mamixstraa*) op do tram, reed naar dn Kinkerstraat, zetlo zijn onderzoek in een ander deel van heb Van Lennepkvartier voort, om eindelijk in de 2do Hclmersstraat den ontsnapten gevangene tegon te komen en mot behulp van een politie agent fe arresteeron. Hoogstens twintig minuten gonoot do verdachte van do vrijheid. Het gctuigö.i kaartje, waarmede hij zioh vrijen doortooht had gebaand, had hij ver moed clijk in de getuigen kamer weggono- men- („Hbld.") Do brand in „Do Valk" to Am sterdam Dc taak der brandweer is mot heb blusschen van den brand in do bierbrou werij „Do gekroonde Volk" niet afgoloo- pen. Nog altoos houden oen paar man schappen overdag en dea nachts do wacht on richten af en toe waterstralen op de broei- crigo graanraassa. Zeer waarschijnlijk 8moult het vuur op den laagsteo zoldor Dog in bot gra-au voort. Want do mnnscliappen, die de wacht houden, ruiken uit de opstij- gendo dampen nog voortdurend brandlucht. Een aantal mannen zijn bezig hot graaq in schuiten to laden, die hot naar elders vorvoeron om, na gedroogd to zijn, dienst te doen als voeder voor kippen cn varkens. Het gedeelte der fabriek, waar do brand heeft gowoed, zal geheel met den grond worden gelijk gemaakt cn opnieuw opge bouwd. Men hoopt bierrnedo met Foptem- ber gereed to zijn- („Hbl.") 18) ,,Ik ookl Ik ben bereid tot den t^eht, oude jongen, als jij er ook nog plan op hebt. Misschien is zij wel niet het eenige mooie, bevallige meisje, dat daar woont. (Wij hebben zoo'n moeite gehad om Edel weiss op de kaart te vinden, laat ons nu niet rusten, voordat wij het in werkelijk heid zien." Haastig maakten zij hun toebereidselen voor den tocht. Anguish, romantisch cn tot avonturen geneigd, ried aan, elk een paar pistolen en een mes te koopen, omdat zij in zulke onbekende bergstreken moesten •rekenen op een ontmoeting met struikroo- ,vcrs en andere gevaren. Lorry lachte hierom, maar liet zich toch overhalen om teen paar flinke revolvers te koopon, en sprak het vooruitzicht op spannende avon turen niet al te zeer tegen. Woldra spoor den zij Frankrijk door, naar een groot© Btad op den weg naaT Edelweiss; de een yol opgewektheid en jongensachtigen ijver, !de ander gekweld door de vrees, dat hem een groote teleurstelling wachtte. Altijd weer bekroop hem het gevoel, dat zijn reis op niets zou uitloopen, dat hij iets zóó zwaks en onzinnigs ten uitvoer bracht, dat iedereen hem zou bespotten als het bekend werd. Wat was dan eigenlijk de heer Gug- genslocker 1 Een bakker, een brouwer, een tuinier of een slachter? Het waa aangenaam reizen in dezen tijd Jan het jaart en de twee Amerikanen za gen onderweg veel, dat hun belangstelling opwekte. Van hun Fransch hadden zij veel nut, want overal en in elke plaats konden zij het gebruiken. Beiden spraken vrij goed Duitsch en namen elke gelegenheid te baat, om dio taal te spreken, want Lorry herin nerde zich, dat de Guggenslockers vele uitdrukkingen gebruikten, die op hun voor keur voor het Duitsch wezen. Anguish praatte voortdurend over hun ontvangst bij de verre gastvrouw, over hun indruk ken en den einduitslag van den tocht. Zijn camera en schildersgereedschap waren bij zijn bagage ingepakt. Hij was van plan hun reis te vereeuwigen met behulp van fotografieën en schetsen. Na twee dagen bereikten zij een groote stad, en zevenhonderd mijlen verder nog een. Nu waren zij nog meer dan tweehon derd mijlen van d© hoofdstad van Grau- stark verwijderd; de weg liep meest door bergstreken. Een weinig opgevroolijkt door de goedo berichten, die zij ontvingen, her vatten zij d© reis naar Edelweiss, de stad van vallei, helling en park, zomer, over gangsseizoen en winter. Toen zij tegen het einde van den tweeden dag overstapten, gingen zij gemakkelijk zitten en slaakten een zucht van verlichting. „Als wij geen spoorwegongeluk krijgen, brengt deze trein ons in de begeerde stad," zeide Anguish, zijn beenen uitstrekkend. „Ik moet zeggen, dat het een vermoeiende reis is, en ik zal blij zijn, als wij in een behoorlijk hotel kunnen afstappen, waar wij ons kunnen wasschen en weer gevoelen, dat wij blanken zijn. Ik zou haast gaan denken, dat wij tot de morsige Hun nen behooren, die wij onderweg zogen." „.Eén ding is zeker," sprak Lorry, uit het raampje kijkend. „Dc menschen en de woningen en alles schijnt geheel anders na dat wij het laatsten 6tation voorbijstoom- den. Kijk eens die ruiters daarginds." „Wat heb ik jo gezegd van struikroo- versl" riep Anguish. „Als die kerels geen bandieten zijn, vertrouw ik geen enkelen ïoman meer". Langzaam stoomde de trein langs die ruiters, wior paarden als standbeelden stonden op een heuveltje, rechts van do spoorbaanmenschen en dieren waren ver zonken in zwijgende aanschouwing van de waggons. De mannen, schilderachtig ge kleed, woest van uiterlijk, met lange buk sen bij zioh, deden ongetwijfeld aan struik- roovers denken. Toen de conducteur in den c - ipó kwam, vroeg Anguish in het Duitsch iots omtrent de ruiters. „Dat zijn grenswachters," antwoordde de man in het Engelsch, cn lachte om hun verbazing. De twee Amerikanen stonden op en drukten hem do hand. „Dat doet een mensch goed, als hij iemand de taal der blanken hoort spreken," riep AnguisK „Hoe kom j© hier op deze lijn? Een En- gelschman?" vroeg Lorry. De man zag er allesbehalve Engelsch uit. „Ik ben geen Engelsohman, mijnheer," zeide de conducteur, even kleurend. „Mijn naam is Sitzky, en ik ben een Amerikaan". „Een Amerikaan 1" herhaalde Lorry. Nu werd Sitsky spraakzaam. „Zeker 1 Vroeger was ik matroos op een Noord-Amerikaan sch oorlogssohip. Een ,j'aar of wat geleden kwam ik te Konstan- tinopel in moeilijkheden en moest mijn ontslag uit den dienst nemen. Toen ver zeilde ik hierheen en kwam bij bet spoor." Van een matroos op een oorlogsschip had hij ook al niet veel. „Hoe lang ben je al hier op deze lijn?" „Ik denk zoo wat een jaar. Maar op dit gedeelte ben ik paa twee maanden-" „Ben je goed bekend in Edelweiss?" „O, daar kom ik om den anderen dag, in en uit- Het is een mooi© 6tad, zoo mooi als gij ooit in uw leven gezien hebt. De stad loopt regelrecht den berg op tot aan don top waar het klooster staat, kcelemaal in do wolken. Men zegt, hot het boven meestal sneeuwt." Langzamerhand vernamen de twee Ame rikanen van den spraakzamen conducteur heel wat omtrent het land en dc stad, waarheen zij zich begaven. Op sommige punten was zijn kennis min of meer be perkt, doch van verschillende zaken was hij zeer goed op do hoogte. „Voor zoover ik weet, is dit Grauatark een soort van Staat of iets, dat bij het Keizerrijk behoort en door zijn eigen vor sten geregeerd wordt. Edelweiss ia de hoofdstaddaar wonen do groote hanzen van hc£ land. Ik heb de kasteelon gezien, waar de "Prinses en de Konioklijko familie verhlijihouden.net volk spreekt zijn eigen taal, waarvan ik geen woord versta, maar een enkelen keer vindt men iemand die Fransch of Duitsch spreekt. Zij hebben een klein staand leger van twee of drie duizend man, on hun uniformen zijn zoo bont als je zc ooit gezien hobt: rood en zwart met goud. Ik begrijp niet waarom de Vereenigd} Staten hun soldaten niet wat mooiers te dragen geven. Een tien of vijftien jaar geledon waa hier oorlog. Noordelijk van Graustark ligt nog zoo'n landjo eü dio twee kregen ruzio over heb een of ander, en in Edelweiss hebben zij mij vortcld, dat zij wel een jaar lang als duivels gevochten bebbon." „En wio behaalde do overwinning?" vroeg Lorry, met do rnceste belangstel ling. „Dat weet ik niet recht. Als men do lie den to Edelweiss hoort praten, zou men zeggon, dat zij do anderen doodsloegen,; maar later heb ik vernomen, dat dio an deren de stad innamen, en eerst heengin gen nadat zij eeD kolossale oorlogsschatting hadden ontvangen. Ik weet cr niet veel van en mogelijk heb ik heb mis maar ik denk, dat het GrausLarkscho leger werd geslagen. Maar nu heerscht overal wel vaart, en niemand zou geloovcn, dat cr oorlog geweest is. Het is do vreedzaam ste stad dio ik ooit gezien bob." „Heb jo wel eens van de Guggcn6lockcr< gehoord?7 vroeg de "onverstoorbare An guish. Lorry had hem wel een stomp wille» geven. „In Edelweiss? Nooit van gehoord. Vrienden van u?" „Kennissen," viel Lorry haastig in, eof kwaad gericht tegen Anguish zettend. „Als zij daar wonen, zult u zo gemak kelijk vindeD," meende Sitzky. „In (het hotel zullen ze u wel alles van hen kunnen vertellen." Wordt veriK/Iffd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 31