ïoorjaars Zomermantels, Gouden Kerkboeksloten WANDELKOSTUUMS, Peignoirs en Onderrokken. TUINUEFHEBBERS. Groote Opruiming, JAARSMA's-Vulhaardèn, JUNKER- en RUH-Volkachels JBHs. OEE i ZOON, Hooigracht 12-14. X.. M. STAM, Regenmantels, HaveSocks, Kostuemrokken, -) Marktberichten. 4 Uit de Rechtzaal. in alle soorten voorhanden. w. ROSSUHI PU CHATTEL, GHashaaidl©! W. "WJLW 1SJÜÜÜ O©. BRGGHEEROER SGO GÜLDEB. A. L. PRACTISCH HANDBOEK wegens uittreding, en alle voorradig zijnde Goederen. De 's Gravenhaagsché Hypotheekbank voor Nederland De Gracieuse, Prijs per kwartaal U<% fJcordelnia® 27a*, Oen Raag, Keur van - -- -- -- -- - a ^ordeaiix- en Bour^ognewajnen. Voorradig bij - -- -- -- -- -- -- - Firma M. A. KLUIT. FEUILLETON. 'jDe Prinses- (Wordt vervolgt Be mijnramp in Frankrijk. Do brand in do mijnen bij Courrières breidt zich wear veel meer uit, (verder dan men gedaoht heeft cm er gaan stem men op, dat het het beste zou zijn om do mijn geheel onder water to zetten. Te Billy-Montigny heeft men uit put No 2 nog eenige lijken opgehaald, di© dadelijk gekist en begraven moesten worden. Een van do Duitsche ploegen en eenigo Fran- Bchen zijn daar nog bezig. Maar het wordt telkens moelijkcr, in dien put af to dalen. Eon paar ingenieurs zijn half gestikt bo ven gebracht, de ingenieur Léon, dio aan vergiftigingsverschijnselen lijdt, is nog niet beter. Men zal misschien nog een twintig lijken, die zich in de mijn Ste Barbara be vinden, naar boven kunnen brengen, maar idan niet meer. Na een grendig onderzoek door dr. Cal- k mette, den directeur van het instituut Pastour, te Rijsel, die daartoe in schacht No 2 afdaalde, is op raad van dezen des kundige.van verdere pogingen tot te voor schijn brengen van lijken afgezien. Dr. Cal mette verklaarde bet doorzoeken van de galerijen voor zeer gevaarlijker be hoefd© zich maar iemand bloedend te ver wonden na een lijk te hebben aangeraakt, om zeker doodelijk geïnfecteerd te geraken. Het is boter zeide dr Calmette de dooden cp te offeren dan de levenden aan zulke groote gevaren bloot, to stellen. Men verwacht, dat het besluit genomen zal worden de galerijen, waar lijken lig gen, dicTit te metselen, en «die zoo in een uitgestrektp begraafplaats te veranderen. Intusschcji blijven dc bijdragen voor de gezinnen der slachtoffers van de ramp nog ruim vloeien. Zoo gaf het Westfaalscbo syndicaat 100,000 mark; de lijsten der Pa- rijsclie pers wijzen oen totaal aan van 641,500 franken, enz. Het gerechtelijk onderzoek naar de oor zaken van de mijnramp ïs aan den gang. Volgens den correspondent van dc „Mar tin" hebben de opzichters de volgende verklaring algekjd voor den rechter van instructie to Arras: Do brand, die de eigen lijke oorzaak is van de ontploffing, werd pntdekt in den nacht van Dinsdag op Woensdag, door den waker Goulhièrc. Drie balken in den put St.-Cécile, waar sinds 15 jaar niet meer werd gewerkt, wa ren aan het branden. De man waarschuw de den mijn-opzichter en deze bracht hot feit ter kennis van do ingenieurs. Eerst zeven ureo later werden do eersto -voor zorgsmaatregelen genomen en begon de indijking op 50 M. afstand van den brand. Donderdag was de eerste versperring ge reed, Zaterdag des ochtends te 5 uren, dus twee uren vóór het ongeluk, de tweede. De werken werden uitgevoerd onder toe zicht van de ingenieurs Berrault en Petit- jean. Dezen hadden echter niet veel ver stand van dit werk, daar, zoolang de mijnwerkers zich kunnen herinneren, in de mijnen van Courrières geen brand wa© ge weest. Sedert Vrijdag hadden de werklie den gr ooien last van een scherpen rook, dio hun hevige pijn deed in do keel, zoodat er een groot aantal zakken met zuurstof naar beneden moest worden gelaten. Her haaldelijk werden bewusteloos geworden arbeiders naar boven geheschc., De ploe gen arbeidden niet meer 8 uur, maar 4. Toon de tweede versperring gereed was, doorliep de ingenieur Petitjean do mijn en kwam toen naar boven met 3 opzich ters. Dezen hadden nauwelijks hun lampen in de lampistenj neergezet-, toen de ont ploffing plaats had. Op het graf der bij de mijnramp omge komen arbeiders te Bïïly-Montigny is Zondag een betooging gehouden. Tweehon derd betoogere, aangevoerd door een mijn werkersvrouw, die een rood vaandel droeg, begaven zich van Lens naar het kerkhof te Billy. Onderweg sloten zich tal van ande ren aan, zoodat de stoet bij aankomst te Billy tot ongeveer 1000 personen was aan gegroeid. Op het kerkplein hield men stil. Vier mijnwerkersvrouwen, roode met zwart krip omfloerste vlaggen dragende, namen de leiding en de stoet begaf zich naar het kerkhof. Daar hield de heer Quillent, rechtsgeleerd raadsman van de Arbeidsbeurs te Parijs, een redevoering. Nadat hij den slachtoffers namens de al- gemecne confederatie van den arbeid een roerend vaarwel had toegeroepen, gaf hij den arbeiders den raad zich krachtig aan een to sluiten. Nel spoorweyongeluh in Amerika. De New-York Sun" geeft nadeno bij zonderheden omtrent do ontzettende trein botsing in Colorado, bij Portland. De ramp werd veroorzaakt door een sa menloop van omstandigheden, die door het onderzoek niet is opgehelderd. Tijdens een verblindenden sneeuwstorm liepen dicht bij Portland, gelegen op ca. 28 Eng. mijlen van Pueblo (in Colorado) twee passagïerstreinen op elkaar. Ter plaatse, waar het ongeval voorviel, maakt de lijn (van do Denver Rio-Grando Mij) een scherpe bocht aan den voet van een hoogo rots. Het was voor beide machinis ten niet mogelijk, eikaars treinen te zien, vóór zij tot op een 200 yards waren gena derd. Daarbij konden beiden in den waan verkeeren, dat de andere trein zich bevond op de evenwijdig loopende baan van de SantarFé-Mij. De eerste wagen in den trein, die van Oost naar West reed, was vol reizigers. Velen hunner stonden in den doorloop, toen de botsing plaats greep De passagiers werden van hun plaatsen geslin gerd, velen direct gedood, anderen vast geklemd in de overblijfselen, alk»n door glasscherven of houtsplinters vomiukf; of gekwetst. Vlak daarop ontplofte het gas in .de houders, en dadelijk stonden de reinovcr- blijfselen in brand. Twee-en-halfuur lang werkten de geredden van wi© "den iu de eerste consternatie halfnaakt uit hun bedden waren gekropen als heldeo, om hun minder gelukkige meclereiz'gers uit den vlammenden hoop te bevrijden. Maar do meesten dier gevangenen gingen in het vuur onder, nog vóór de redders hen had den kunnen naderen. Een groot aantal lichamen was dermate door bet vuur ge blakerd, dat identificatie onmogelijk zal wezen. Een jong paar en hun kindje kwamen op die vreeselijke wijze om het leven. Op de plaats van het onheil vindt men weinig meer over dan stukken verdraaid ijzer, verbrande balken en hier en daar wat asch. Bij het reddingswerk vielen aangrijpen de tooneelen voor. Een man, die zich een weg had gebaand tot diep in de opeensta peling van verwrongen ijzer en gesplinterd hout, komt naar buiten kruipen met een jonge vrouw in zijn armen. Nog heeft hij haar niet uitgebracht of zij sterft; en on middellijk werpt hij het nog niet koude lichaam neer, om weer opnieuw in de dó- fa ris weg tc duiken en een levende to red den. VieT menschen worden door hem op die wijze in veiligheid gebracht. In een der treinen bevonden zich 11 lo den van een familie Hewitt; slechts twee hunner hebben do ramp overleefd. De ramp waarbij 40 personen omkwa men en 34 zwaar gekwetst werden moet te wijten zijn aan de nalatigheid van een telegrafist, die op zijn bureel was inge dut. Hij is weggeloopen en nog niet weer te ruggevonden. Frans Rosier. De weduwe Overgaauw te Gouda, he'c slachtoffer van een der laatste misdaden van Rosier, heeft aam een verslaggever van het „Dagblad v. Gouda® het volgende verteld Des avonds had' zo iemand reeds ver dacht om het huis zien sluipen, wat zaj gezegd had 'eegen het bij haar in huis wo nend meisje. Daarom had ze haar leetje geld in den zwarten zak mee op Deu ge nomen en onder de hoofdkussens verbor gen. Midden in den nacht, werd zo plotseling wakker en zag ze een man voor zich staan, het brandend nachtlampje in zijn handen. Het was of haar bloed wegstroom do uit haar hoofd, toch bleef zij heel stil liggen, do oogen alleen wijd-open op den man gericht, die weer naar den winkel gegaan was en daar do lade had leeggestolen. Toen kwam hij terug en zag het oudje aan. „Geef mij je sleutels," zei hij en toen ze eerst weigerde, de dekens krampachtig op trekkend tot boven haar schouders, stak hij haar met een broodmes in de rechter wang. Met haar eeno hand maakte ze het zwarte zakje los zoo goed het kon, dc man voor haar rukte het haar evenwel plotse ling uit de hand en stak daarop weer lachend met het mes in haar hals. Zij hoorde wat geklir van glazen, anders niet, terwijl ze heel doodstil zonder zich maar even te bewegen bleef liggen afwach ten de dingen dio zouden komen. En weer kwam de man terug, poogde haar de de kens af te rukken, waarbij het vrouwtje aan beide handen gewond werd. „De duim was er bijkans af' vertelde z© ons zacht glimlachend, maar dat merkte ik pas later, teen hij door den dokter ge naaid was." Als een razende stak de man haar nog eenigo maleD, haar daarbij min of meer verwondend. De vrouw gaf geen schreeuw, maar bleef liggen, terwijl zij krampachtig do dekens tot over de schou ders geklemd' hield. Na eindelooze minuten ging de man eindelijk heen en toon eerst kwam de groo- fcv schrik over do oude vrouw; zij verloor het bewustzijn. Eerst veel later kon zdj het meisje kloppen, dat aarzelend beneden kwam en bij dc kamerdeur zei: „Ik durf niet." „Kom maar, bij is weg," had dc vrouw geantwoord. „Ze begon te gillen toen zij mij zag," zei het vrouwtje, „dat was ook heel wat." Wat er nu verder gebeurd is, weet ik nierff recht. Toen ik weer bijkwam, lag ik hic#> in de Wijkverpleging. En op een morgen kwamen zij van de politic hij mij en iie» ten zij een portret zien van een man af dat hem was. Ik zei van neen. Toen lieten zij mij een ander zien. Da4r was hem. Ik had hem op dien naoht heel goed opgenomen, omdat ik dacht: jon moet ik onthouden. Het was het portret' van Frans Rosier. Toen kwamen ze met een man bij mij, om te laten zien, maaB' die was niet de goeie. Later kwam de nn- dore, geboeid. Zoo ik hem zag, herkend* ik hem dadelijk, precies het gezicht, alle*} en m'n geld zag ik ook terug. Hij zet niets. Heden, Dinsdag, kon het vrouwtje veoz) naar huis gaan. Rotterdam, 19 Maart Witie Tarwe. De aanvoer was heden kleiner dan vorige week. Het ver- boopen ging daarom iets gemakkelijker, vooral van de puikste goorten, die van /9.30 tot 9.10,) to plaatsen waren Do moer gewone qualiteit ging van ƒ9 tot /8.60 en mindere 8 50 tot ƒ8.26.. Alles per 100 kilo. Rogge van 5.60 tot ƒ6 25, mindere ƒ5.10 tol 4.80. Gerat. Winter- v*n 8.60 tot 7.60. Zomer-8.20 tot 7.60 on Chevalier 8.70 tot 7.80. Haver stiller en voor zaai minder gevraagd.' Gewone Zeonwsche ƒ8.80 tot ƒ8.60, Zaaisoortea 9 en daarboven; mmdere ƒ8.40 tot ƒ7.75. Witteboonon van ƒ14.25 tot ƒ13.50; minder# 13 tot 12. Uitgezochte blanke naar verhouding'* hooger. Biniueboonen van puike blaoko qualitoit ge« zocht, maar met aangevoerd. Het beite gedeelte 9.26 tot 8.75mindere f 8.25 tot 7. Uitgezocht# partijtjes 25 tot 60 cents boven noteering. Blanwo Erwten. Gewone Zeeuwsche ƒ9 50 lot ƒ9; mindero f 8.60 tot ƒ8.26. Huitenlandscbe Graoon. Rogge. 76 kilo Helena. ƒ164. 73 kilo Odessa 163. 76 kilo Tagenrog 170 per 2100 kilo. Gerst 60/61 kilo Zwarte Zee 130 a 133. G2/6S' kilo Theodosia ƒ135 per 2000 kilo. Maïs. Amerik. Mixed ƒ112, dito uit Zeebooten 108 110 en Juli/Oct.-afladmg ƒ117 a 118, per 2000 kilo. De Haagsche rechtbank veroordeelde den man, dio te Scheveningen in een vill», inbrak en aldaar dekens onz. stal, lot viefi' maanden en den jongeman to 's-G raven*, hage, die zijn ouders mishandelde, tot 9 jaar gevangenisstraf. Hallstraat 114. Nieuwe Rijn 55. 3057,8 Kantoor: Koi't-Kivpenbnt'g 9. 694 12 MagazijnsnKori-Rapcnhurg 9 en 19, Varkenmarkt 4. Rembrandtslraat 13. Ruime voorraad iu alle soorten. Ter Boekdrukkerij van J. J. GKOEN ZOON kan een flinko niet benoden 16 jaren, geplaatst worden, tovens voor hulp In hot Magazijn. 3091 Bemand met goede posilio, rijks- pensioen, gobuwd, vraagt bovengen, som ter leen, voor een jaar, met 8/m. aflossingen van 75, tegen behoorlyko rente. Tegenover kan by stellen twee polissen op Levonaverz. groot f 2000. Brieven aan het Bur. van dit Blad onder No. 8095. 10 Timmerman en Bouwkundige, Rapenburg 119 b/d. Vliet, bCTCcIl zich hclecW uau. Telefoon Intorc. Ö3G. 337 7 A. W. S1JTROFF, te Leiden hoeft uitgegeven en b(j allo Boek handelaars verkrijgbaar gesteld: Een raadgover voor bol ondorbooden en bewerken der bloemen., moes- en oofttuinen. Naar do Hoogdultscho uitgave van WAX HESDÖKFFJ3R, BBWiiRKT DOOR E. Th. WITTE, Hortulanus te Leiden. Met 120 figuren en oen alphabetisch register. Ing. ƒ.2.40, geb. f 2.75. Do bewerker zegt in zyn voorwoord: Er zyn in ons land tal van tuin- bezitters, die wel gaarne zelf hun tuinen goheel of gedoelteiyk willen verzorgon, doch die van tuinwerk hoe genaamd geen verstand hebben. Voor dergolUke tuinliof hebbers is dit Hand boek bestemd. VAN 3098 50 ie verstrekt geiden ter leen onder eerste hypothecair verband tegen 4'/4 pCt. rente 's jaars. Inlichtingen te bekomen ten kantore der Bank te 's Gravenliage, Nienvve Uitleg 21 en te Leiden by den Heer B. J. 11UUB1IAX Dzn., Heerengracbt 10 12. 2652 14 berichten de ontvangst der nieuwste modellen 5886a 20] Opgericht A°. 1825, Langebrng 4, LEIDEN. 11) ,,lk herinner mij niet, dien ooit aan me juffrouw Guggeuslocker tc hebben gezegd,". Bp rak Lorry. „Ik hob hem u ook niet gevraagd," zeido tij stijfjes „U heeft hem toch zeker niet geraden." „O, neen, zeker niet. Gedachtcnlezcn ver sta ik niet." „In dat geval zou ook mijn eigen naam het laatste geweest zijn, dat u in mijn hoofd had kunnen lezen, want ik heb er in geen drie dagen aan gedaoht." Zij zat met do ellebogen op tafel, haar kin rustte op haar handen, en er was iets droomerigs in haar blauwe oogen. „U zeide, dat u dat geldstuk had gekre gen van den oommissionnair in den trein naar Denver „Twee uren nadat ik in don trein kwam." „Nu, door dat geldstuk kwam ik uw öaam te weten", zeide zij kalm en oprecht. Hij was verbijsterd. „U u wilt toch niet zeggen, dat u..." stotterde hij. „Ziet u, mijnheer Lorry, ik wilde gaar ne den naam weten van een man, dio het meest mijn ideaal nabijkwam van een Ame rikaan zooals hij behoorde te zijn. Zoodra ik u zag, wist ik, dat u de Amerikaan waart sooals ik hem uit de boeken had leeren kennen: forsch, krachtig, stoutmoedig en knap van uiterlijk. Daarom vroeg ik uw m.'*un aan portier.; Hu kan ik altijd gotuigen, dat ik den naam ken van een idealen Amerikaan, Grenfall Lorry." Do idealo Amerikaan was niet ongevoe lig. Hij verkeerde in een roes van vrees en blijdschapvrees, omdat hij meende, dat zij schertst©, blijdschap omdat hij het te gendeel hoopte. Haar openhartige mecledeo- ling bracht hem echter geheel van zijn stuk. Hij vond het heerlijk, dat zij zich op het eerste gezicht tot hom had getrok ken gevoeld, doch er lag iets bitters in do gedachte, dat zij hem beschouwde als een specimen, waarvan zij den naam had opgezocht, zooals een botanist den uaam van een onbekende bloem zou opzoeken. „Ik, ik gevoel mij zeer vereerd, liet was alles, wat hij in zijn verlegenheid wist uit to brengen. „Ik vertrouw, dat u uw oor deel niet hebt behoeven t© wijzigen." Hij vond zichzelf erg dwaas na di© op pervlakkige woorden. „Ik heb uw naam onthouden," zeido zij vriendelijk. Zijn hart bonsde. „Er zijn vel© Amerikanen, waardiger dan ik," sprak hij. ,,U vergeet onzen President en on zo staatslieden." „Ik meende, dat zij enkel staatkundigen waren." Gronfall Lorry ging slapen, duizelend van de aandoeningen, welko die zonderlin ge, schoon e vrouw bij hem opwekte. Ho© lieflijk was zijHoe behoorlijk, "Koe naïef, hoe vorstelijk, hoe onverschillig, hoe warm, hoc koud; in éón woord, al wat hem ver bijsterde Zijn laatste gedaoht© was: „Guggeuslocker 1 Wat een naam voor zoo'n ongeil" IV. Den volgenden morgen kwam do oommis sionnair hen vroeg wekken. De trein reed Washington binnen. Onder het aankleeden vroeg Grenfall zich af, of hij zoo gelukkig zou zijn, haar tijdens haar kort verblijf in de hoofdstad nog te zien. Hij droomde ^an een rijtoer door de breede, ruime straten, een uitstapje naar het monument, een be zoek aan hot congresgebouw en andere, openbare inrichtingen, een diner bij zijn moeder thuis, en andere gelegenheden, die zich gedurende dien éénen dag te Washing ton konden voordoen. Doch te gelijk wist hij, dat zijn hoop niet verwezenlijkt zcu worden. Toen de trein stilstond, kon hij het rit selen van haar kleederen in den coupé naast hem hooren. Toen hoorde hij haar m de gang loop en, oom en tante goeden morgen zeggen, haar kamenier eenige beve len geven, en terwijl hij zijn boordjo en das omdeed, uitstappen. In een ©ogenblik was hij klaar. Zij zou hem zeker niet ide aal gevonden hebben, als zij zijn woedend gezicht gezien of de woorden gehoord had, dio hij tusschen de tanden door siste. „Zij gaat heen, en daarmeo is alles uit," bromde hij. zijn laatst© toiletbenoodigdhe- den bij elkander pakkend, en uit den trein springend, twee minuten na haar ver trok. De commissionnair wildo hem op het perron zijn bagage afnemen, maar hij duw de hem weg, en vloog vooruit. „Jij roept de menschen ook bijtijds, ezels kop," riep hij den oommissionnair nog toe, vergetend dat de Duitse hers te gelijk met hem gewekt waren. Naar alle kanten uitkijkend, werkt© hij zich tusschen de menigte door, doch zag niemand. „Ik zal het mijzelf nooit vergeven, als üc haar mis," klaagde hij binnensmonds. In de wachtkamers zag hij haar niet. Hij ging buiten het station. „Bagago dragen?" „Rijtuig, mijnheer?" „Loop naar den duivel; ja, hier. Neem deze valiezen en dit biljet en breng mijn goed naar No—WAvenue," riep hij, wierp zijn Last aan een kruier toe en over handigde hem heb biljet zoo snel, dat 's mans slaperigo oogen wijder opengingen clan sinds een maand had plaats gehad. Van zijn last bevrijd, keerde hij terug naar het station. „Goeden morgen, mijnheer Lorry. Heeft u zoo'n haast, clat u uw vrienden niet ziet?" riep een heldere, klankvolle stem, die hem ouniiddellijk tot staan bracht. De angstig© uitdrukking van zijn gelaat maakte plaats voor een blijden glimlach. Hij keerde zich om en zag haar met tante Yvonne bij den hoofdingang staan. „Wel, goeden morgen!" riep hij, ver- heud zijn hand uitstekend'. Tot zijn verbazing richtte zij zioli trotsch op, en deed alsof zij zijn hand niet zag. Dit duurde echter slechts een oogenblik; toen vloog er een heldere glimlach over haar gelaat, en beschroomd, min of meer onhandig zelfs, zochten haar vingers de zij no. Hij kreeg het besef, dat zij niet ge woon was a._:i een handdruk, en dit besef deed hem buigen en haar handschoen met zijn lippen aanraken. Hij bloosde ©ven, vreczend, d!at zijn bew^ing opgemerkt zou zijn door nieuwsgierig© omstanders, ©n dat hij een onvergeeflijke vrijheid had nomen. Doch zij glimlachte goedkeurend^ zonder een spoor van verlegenheid of ver* warring. Een ander meisje, dacht hij, zovt haar hand hebben weggetrokken eu onbe^ daar lijk gelachen hebben. Tante Yvonn* boog even, doch reikte hem geen hand, zoodat hij de zijne wijselijk voor zich hield. „Ik daoht, dat u al weg was," zeido hij. -, „Wij wachten op oom Caspar, dio Heh/ drick zijn instructies geeft. Hedrick gaafi met onze koffers naar New-York en zorgtl dat zij aan boord zijn als wij daar komem, Wij hebben enkel handbagage bij ons. VanU avond verlaten Afcj Washington." „Ik had gehoopt, dat u hier een paai?, dagen zoudt blijven." „Ernstige zaken dwingen ons tot zulij een haast, mijnheer Lorry. Er i9 geen sbax| ter wereld, dio ik zoo gaarne had willeb zien als do hoofdstad van uw land. Mis* Bchien kom ik later nog wel eens terug/ Maar laten wij u niet ophouden als haast heeft." Met een verlegen gezicht stotterde hif iets van bagage, zeide, dat hij dadclijs terugkwam, en stormde in den blinde wegy terwijl zijn ooren gloeiden. „Wat ben ik toch een geJc," mompelde hij, toen hij, na even rondgeloopeu te heb"4 ben, weer bij de dames terugkwam. heer Guggensloeker stond bij haar en z3 maakten aanstalten om te vertrekken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 6