ïoorjaars Zomermantels,
Gouden Kerkboeksloten
WANDELKOSTUUMS,
Peignoirs en Onderrokken.
TUINUEFHEBBERS.
Groote Opruiming,
JAARSMA's-Vulhaardèn,
JUNKER- en RUH-Volkachels
JBHs. OEE i ZOON, Hooigracht 12-14.
X.. M. STAM,
Regenmantels, HaveSocks, Kostuemrokken,
-)
Marktberichten.
4
Uit de Rechtzaal.
in alle soorten
voorhanden.
w. ROSSUHI PU CHATTEL,
GHashaaidl©! W. "WJLW 1SJÜÜÜ O©.
BRGGHEEROER
SGO GÜLDEB.
A. L.
PRACTISCH HANDBOEK
wegens uittreding,
en alle voorradig zijnde Goederen.
De 's Gravenhaagsché Hypotheekbank voor Nederland
De Gracieuse, Prijs per kwartaal U<%
fJcordelnia® 27a*, Oen Raag,
Keur van - -- -- -- -- - a
^ordeaiix- en Bour^ognewajnen.
Voorradig bij - -- -- -- -- -- -- -
Firma M. A. KLUIT.
FEUILLETON.
'jDe Prinses-
(Wordt vervolgt
Be mijnramp in Frankrijk.
Do brand in do mijnen bij Courrières
breidt zich wear veel meer uit, (verder
dan men gedaoht heeft cm er gaan stem
men op, dat het het beste zou zijn om do
mijn geheel onder water to zetten.
Te Billy-Montigny heeft men uit put No
2 nog eenige lijken opgehaald, di© dadelijk
gekist en begraven moesten worden. Een
van do Duitsche ploegen en eenigo Fran-
Bchen zijn daar nog bezig. Maar het wordt
telkens moelijkcr, in dien put af to dalen.
Eon paar ingenieurs zijn half gestikt bo
ven gebracht, de ingenieur Léon, dio aan
vergiftigingsverschijnselen lijdt, is nog niet
beter. Men zal misschien nog een twintig
lijken, die zich in de mijn Ste Barbara be
vinden, naar boven kunnen brengen, maar
idan niet meer.
Na een grendig onderzoek door dr. Cal-
k mette, den directeur van het instituut
Pastour, te Rijsel, die daartoe in schacht
No 2 afdaalde, is op raad van dezen des
kundige.van verdere pogingen tot te voor
schijn brengen van lijken afgezien. Dr.
Cal mette verklaarde bet doorzoeken van
de galerijen voor zeer gevaarlijker be
hoefd© zich maar iemand bloedend te ver
wonden na een lijk te hebben aangeraakt,
om zeker doodelijk geïnfecteerd te geraken.
Het is boter zeide dr Calmette de
dooden cp te offeren dan de levenden aan
zulke groote gevaren bloot, to stellen.
Men verwacht, dat het besluit genomen
zal worden de galerijen, waar lijken lig
gen, dicTit te metselen, en «die zoo in een
uitgestrektp begraafplaats te veranderen.
Intusschcji blijven dc bijdragen voor de
gezinnen der slachtoffers van de ramp nog
ruim vloeien. Zoo gaf het Westfaalscbo
syndicaat 100,000 mark; de lijsten der Pa-
rijsclie pers wijzen oen totaal aan van
641,500 franken, enz.
Het gerechtelijk onderzoek naar de oor
zaken van de mijnramp ïs aan den gang.
Volgens den correspondent van dc „Mar
tin" hebben de opzichters de volgende
verklaring algekjd voor den rechter van
instructie to Arras: Do brand, die de eigen
lijke oorzaak is van de ontploffing, werd
pntdekt in den nacht van Dinsdag op
Woensdag, door den waker Goulhièrc.
Drie balken in den put St.-Cécile, waar
sinds 15 jaar niet meer werd gewerkt, wa
ren aan het branden. De man waarschuw
de den mijn-opzichter en deze bracht hot
feit ter kennis van do ingenieurs. Eerst
zeven ureo later werden do eersto -voor
zorgsmaatregelen genomen en begon de
indijking op 50 M. afstand van den brand.
Donderdag was de eerste versperring ge
reed, Zaterdag des ochtends te 5 uren, dus
twee uren vóór het ongeluk, de tweede.
De werken werden uitgevoerd onder toe
zicht van de ingenieurs Berrault en Petit-
jean. Dezen hadden echter niet veel ver
stand van dit werk, daar, zoolang de
mijnwerkers zich kunnen herinneren, in de
mijnen van Courrières geen brand wa© ge
weest. Sedert Vrijdag hadden de werklie
den gr ooien last van een scherpen rook,
dio hun hevige pijn deed in do keel, zoodat
er een groot aantal zakken met zuurstof
naar beneden moest worden gelaten. Her
haaldelijk werden bewusteloos geworden
arbeiders naar boven geheschc., De ploe
gen arbeidden niet meer 8 uur, maar 4.
Toon de tweede versperring gereed was,
doorliep de ingenieur Petitjean do mijn
en kwam toen naar boven met 3 opzich
ters. Dezen hadden nauwelijks hun lampen
in de lampistenj neergezet-, toen de ont
ploffing plaats had.
Op het graf der bij de mijnramp omge
komen arbeiders te Bïïly-Montigny is
Zondag een betooging gehouden. Tweehon
derd betoogere, aangevoerd door een mijn
werkersvrouw, die een rood vaandel droeg,
begaven zich van Lens naar het kerkhof te
Billy. Onderweg sloten zich tal van ande
ren aan, zoodat de stoet bij aankomst te
Billy tot ongeveer 1000 personen was aan
gegroeid. Op het kerkplein hield men stil.
Vier mijnwerkersvrouwen, roode met
zwart krip omfloerste vlaggen dragende,
namen de leiding en de stoet begaf zich
naar het kerkhof. Daar hield de heer
Quillent, rechtsgeleerd raadsman van de
Arbeidsbeurs te Parijs, een redevoering.
Nadat hij den slachtoffers namens de al-
gemecne confederatie van den arbeid een
roerend vaarwel had toegeroepen, gaf hij
den arbeiders den raad zich krachtig aan
een to sluiten.
Nel spoorweyongeluh in Amerika.
De New-York Sun" geeft nadeno bij
zonderheden omtrent do ontzettende trein
botsing in Colorado, bij Portland.
De ramp werd veroorzaakt door een sa
menloop van omstandigheden, die door het
onderzoek niet is opgehelderd.
Tijdens een verblindenden sneeuwstorm
liepen dicht bij Portland, gelegen op ca. 28
Eng. mijlen van Pueblo (in Colorado)
twee passagïerstreinen op elkaar. Ter
plaatse, waar het ongeval voorviel, maakt
de lijn (van do Denver Rio-Grando Mij)
een scherpe bocht aan den voet van een
hoogo rots. Het was voor beide machinis
ten niet mogelijk, eikaars treinen te zien,
vóór zij tot op een 200 yards waren gena
derd. Daarbij konden beiden in den waan
verkeeren, dat de andere trein zich bevond
op de evenwijdig loopende baan van de
SantarFé-Mij. De eerste wagen in den
trein, die van Oost naar West reed, was
vol reizigers. Velen hunner stonden in den
doorloop, toen de botsing plaats greep De
passagiers werden van hun plaatsen geslin
gerd, velen direct gedood, anderen vast
geklemd in de overblijfselen, alk»n door
glasscherven of houtsplinters vomiukf; of
gekwetst.
Vlak daarop ontplofte het gas in .de
houders, en dadelijk stonden de reinovcr-
blijfselen in brand. Twee-en-halfuur lang
werkten de geredden van wi© "den iu
de eerste consternatie halfnaakt uit hun
bedden waren gekropen als heldeo, om
hun minder gelukkige meclereiz'gers uit
den vlammenden hoop te bevrijden. Maar
do meesten dier gevangenen gingen in het
vuur onder, nog vóór de redders hen had
den kunnen naderen. Een groot aantal
lichamen was dermate door bet vuur ge
blakerd, dat identificatie onmogelijk zal
wezen.
Een jong paar en hun kindje kwamen op
die vreeselijke wijze om het leven.
Op de plaats van het onheil vindt men
weinig meer over dan stukken verdraaid
ijzer, verbrande balken en hier en daar wat
asch.
Bij het reddingswerk vielen aangrijpen
de tooneelen voor. Een man, die zich een
weg had gebaand tot diep in de opeensta
peling van verwrongen ijzer en gesplinterd
hout, komt naar buiten kruipen met een
jonge vrouw in zijn armen. Nog heeft hij
haar niet uitgebracht of zij sterft; en on
middellijk werpt hij het nog niet koude
lichaam neer, om weer opnieuw in de dó-
fa ris weg tc duiken en een levende to red
den. VieT menschen worden door hem op
die wijze in veiligheid gebracht.
In een der treinen bevonden zich 11 lo
den van een familie Hewitt; slechts twee
hunner hebben do ramp overleefd.
De ramp waarbij 40 personen omkwa
men en 34 zwaar gekwetst werden moet
te wijten zijn aan de nalatigheid van een
telegrafist, die op zijn bureel was inge
dut.
Hij is weggeloopen en nog niet weer te
ruggevonden.
Frans Rosier.
De weduwe Overgaauw te Gouda, he'c
slachtoffer van een der laatste misdaden
van Rosier, heeft aam een verslaggever van
het „Dagblad v. Gouda® het volgende
verteld
Des avonds had' zo iemand reeds ver
dacht om het huis zien sluipen, wat zaj
gezegd had 'eegen het bij haar in huis wo
nend meisje. Daarom had ze haar leetje
geld in den zwarten zak mee op Deu ge
nomen en onder de hoofdkussens verbor
gen.
Midden in den nacht, werd zo plotseling
wakker en zag ze een man voor zich staan,
het brandend nachtlampje in zijn handen.
Het was of haar bloed wegstroom do uit
haar hoofd, toch bleef zij heel stil liggen,
do oogen alleen wijd-open op den man
gericht, die weer naar den winkel gegaan
was en daar do lade had leeggestolen. Toen
kwam hij terug en zag het oudje aan.
„Geef mij je sleutels," zei hij en toen ze
eerst weigerde, de dekens krampachtig op
trekkend tot boven haar schouders, stak
hij haar met een broodmes in de rechter
wang. Met haar eeno hand maakte ze het
zwarte zakje los zoo goed het kon, dc man
voor haar rukte het haar evenwel plotse
ling uit de hand en stak daarop weer
lachend met het mes in haar hals.
Zij hoorde wat geklir van glazen, anders
niet, terwijl ze heel doodstil zonder zich
maar even te bewegen bleef liggen afwach
ten de dingen dio zouden komen. En weer
kwam de man terug, poogde haar de de
kens af te rukken, waarbij het vrouwtje
aan beide handen gewond werd.
„De duim was er bijkans af' vertelde z©
ons zacht glimlachend, maar dat merkte
ik pas later, teen hij door den dokter ge
naaid was." Als een razende stak de man
haar nog eenigo maleD, haar daarbij min
of meer verwondend. De vrouw gaf geen
schreeuw, maar bleef liggen, terwijl zij
krampachtig do dekens tot over de schou
ders geklemd' hield.
Na eindelooze minuten ging de man
eindelijk heen en toon eerst kwam de groo-
fcv schrik over do oude vrouw; zij verloor
het bewustzijn. Eerst veel later kon zdj
het meisje kloppen, dat aarzelend beneden
kwam en bij dc kamerdeur zei: „Ik durf
niet."
„Kom maar, bij is weg," had dc vrouw
geantwoord.
„Ze begon te gillen toen zij mij zag,"
zei het vrouwtje, „dat was ook heel wat."
Wat er nu verder gebeurd is, weet ik nierff
recht. Toen ik weer bijkwam, lag ik hic#>
in de Wijkverpleging. En op een morgen
kwamen zij van de politic hij mij en iie»
ten zij een portret zien van een man af
dat hem was. Ik zei van neen.
Toen lieten zij mij een ander zien. Da4r
was hem. Ik had hem op dien naoht heel
goed opgenomen, omdat ik dacht: jon
moet ik onthouden. Het was het portret'
van Frans Rosier. Toen kwamen ze met
een man bij mij, om te laten zien, maaB'
die was niet de goeie. Later kwam de nn-
dore, geboeid. Zoo ik hem zag, herkend*
ik hem dadelijk, precies het gezicht, alle*}
en m'n geld zag ik ook terug. Hij zet
niets.
Heden, Dinsdag, kon het vrouwtje veoz)
naar huis gaan.
Rotterdam, 19 Maart Witie Tarwe. De aanvoer
was heden kleiner dan vorige week. Het ver-
boopen ging daarom iets gemakkelijker, vooral
van de puikste goorten, die van /9.30 tot 9.10,)
to plaatsen waren Do moer gewone qualiteit ging
van ƒ9 tot /8.60 en mindere 8 50 tot ƒ8.26..
Alles per 100 kilo.
Rogge van 5.60 tot ƒ6 25, mindere ƒ5.10 tol
4.80.
Gerat. Winter- v*n 8.60 tot 7.60. Zomer-8.20
tot 7.60 on Chevalier 8.70 tot 7.80.
Haver stiller en voor zaai minder gevraagd.'
Gewone Zeonwsche ƒ8.80 tot ƒ8.60, Zaaisoortea
9 en daarboven; mmdere ƒ8.40 tot ƒ7.75.
Witteboonon van ƒ14.25 tot ƒ13.50; minder#
13 tot 12. Uitgezochte blanke naar verhouding'*
hooger.
Biniueboonen van puike blaoko qualitoit ge«
zocht, maar met aangevoerd. Het beite gedeelte
9.26 tot 8.75mindere f 8.25 tot 7. Uitgezocht#
partijtjes 25 tot 60 cents boven noteering.
Blanwo Erwten. Gewone Zeeuwsche ƒ9 50 lot
ƒ9; mindero f 8.60 tot ƒ8.26.
Huitenlandscbe Graoon. Rogge. 76 kilo Helena.
ƒ164. 73 kilo Odessa 163. 76 kilo Tagenrog 170
per 2100 kilo.
Gerst 60/61 kilo Zwarte Zee 130 a 133. G2/6S'
kilo Theodosia ƒ135 per 2000 kilo.
Maïs. Amerik. Mixed ƒ112, dito uit Zeebooten
108 110 en Juli/Oct.-afladmg ƒ117 a 118,
per 2000 kilo.
De Haagsche rechtbank veroordeelde
den man, dio te Scheveningen in een vill»,
inbrak en aldaar dekens onz. stal, lot viefi'
maanden en den jongeman to 's-G raven*,
hage, die zijn ouders mishandelde, tot 9
jaar gevangenisstraf.
Hallstraat 114. Nieuwe Rijn 55. 3057,8
Kantoor: Koi't-Kivpenbnt'g 9. 694 12
MagazijnsnKori-Rapcnhurg 9 en 19, Varkenmarkt 4. Rembrandtslraat 13.
Ruime voorraad iu alle soorten.
Ter Boekdrukkerij van
J. J. GKOEN ZOON
kan een flinko
niet benoden 16 jaren, geplaatst
worden, tovens voor hulp In hot
Magazijn. 3091
Bemand met goede posilio, rijks-
pensioen, gobuwd, vraagt bovengen,
som ter leen, voor een jaar, met
8/m. aflossingen van 75, tegen
behoorlyko rente. Tegenover kan by
stellen twee polissen op Levonaverz.
groot f 2000. Brieven aan het Bur.
van dit Blad onder No. 8095. 10
Timmerman en Bouwkundige,
Rapenburg 119 b/d. Vliet,
bCTCcIl zich hclecW uau.
Telefoon Intorc. Ö3G.
337 7
A. W. S1JTROFF, te Leiden
hoeft uitgegeven en b(j allo Boek
handelaars verkrijgbaar gesteld:
Een raadgover voor bol ondorbooden en
bewerken der bloemen., moes- en oofttuinen.
Naar do Hoogdultscho uitgave van
WAX HESDÖKFFJ3R,
BBWiiRKT DOOR
E. Th. WITTE,
Hortulanus te Leiden.
Met 120 figuren en oen alphabetisch
register.
Ing. ƒ.2.40, geb. f 2.75.
Do bewerker zegt in zyn voorwoord:
Er zyn in ons land tal van tuin-
bezitters, die wel gaarne zelf hun
tuinen goheel of gedoelteiyk willen
verzorgon, doch die van tuinwerk hoe
genaamd geen verstand hebben. Voor
dergolUke tuinliof hebbers is dit Hand
boek bestemd.
VAN
3098 50
ie
verstrekt geiden ter leen onder eerste hypothecair verband
tegen 4'/4 pCt. rente 's jaars.
Inlichtingen te bekomen ten kantore der Bank te 's Gravenliage,
Nienvve Uitleg 21 en te Leiden by den Heer B. J. 11UUB1IAX Dzn.,
Heerengracbt 10 12. 2652 14
berichten de ontvangst der nieuwste modellen
5886a 20]
Opgericht A°. 1825, Langebrng 4, LEIDEN.
11)
,,lk herinner mij niet, dien ooit aan me
juffrouw Guggeuslocker tc hebben gezegd,".
Bp rak Lorry.
„Ik hob hem u ook niet gevraagd," zeido
tij stijfjes
„U heeft hem toch zeker niet geraden."
„O, neen, zeker niet. Gedachtcnlezcn ver
sta ik niet."
„In dat geval zou ook mijn eigen naam
het laatste geweest zijn, dat u in mijn hoofd
had kunnen lezen, want ik heb er in geen
drie dagen aan gedaoht."
Zij zat met do ellebogen op tafel, haar
kin rustte op haar handen, en er was iets
droomerigs in haar blauwe oogen.
„U zeide, dat u dat geldstuk had gekre
gen van den oommissionnair in den trein
naar Denver
„Twee uren nadat ik in don trein kwam."
„Nu, door dat geldstuk kwam ik uw
öaam te weten", zeide zij kalm en oprecht.
Hij was verbijsterd.
„U u wilt toch niet zeggen, dat u..."
stotterde hij.
„Ziet u, mijnheer Lorry, ik wilde gaar
ne den naam weten van een man, dio het
meest mijn ideaal nabijkwam van een Ame
rikaan zooals hij behoorde te zijn. Zoodra
ik u zag, wist ik, dat u de Amerikaan waart
sooals ik hem uit de boeken had leeren
kennen: forsch, krachtig, stoutmoedig en
knap van uiterlijk. Daarom vroeg ik uw
m.'*un aan portier.; Hu kan ik altijd
gotuigen, dat ik den naam ken van een
idealen Amerikaan, Grenfall Lorry."
Do idealo Amerikaan was niet ongevoe
lig. Hij verkeerde in een roes van vrees en
blijdschapvrees, omdat hij meende, dat
zij schertst©, blijdschap omdat hij het te
gendeel hoopte. Haar openhartige mecledeo-
ling bracht hem echter geheel van zijn
stuk. Hij vond het heerlijk, dat zij zich
op het eerste gezicht tot hom had getrok
ken gevoeld, doch er lag iets bitters in
do gedachte, dat zij hem beschouwde als
een specimen, waarvan zij den naam had
opgezocht, zooals een botanist den uaam
van een onbekende bloem zou opzoeken.
„Ik, ik gevoel mij zeer vereerd, liet was
alles, wat hij in zijn verlegenheid wist uit
to brengen. „Ik vertrouw, dat u uw oor
deel niet hebt behoeven t© wijzigen."
Hij vond zichzelf erg dwaas na di© op
pervlakkige woorden.
„Ik heb uw naam onthouden," zeido zij
vriendelijk.
Zijn hart bonsde.
„Er zijn vel© Amerikanen, waardiger dan
ik," sprak hij. ,,U vergeet onzen President
en on zo staatslieden."
„Ik meende, dat zij enkel staatkundigen
waren."
Gronfall Lorry ging slapen, duizelend
van de aandoeningen, welko die zonderlin
ge, schoon e vrouw bij hem opwekte. Ho©
lieflijk was zijHoe behoorlijk, "Koe naïef,
hoe vorstelijk, hoe onverschillig, hoe warm,
hoc koud; in éón woord, al wat hem ver
bijsterde Zijn laatste gedaoht© was:
„Guggeuslocker 1 Wat een naam voor
zoo'n ongeil"
IV.
Den volgenden morgen kwam do oommis
sionnair hen vroeg wekken. De trein reed
Washington binnen. Onder het aankleeden
vroeg Grenfall zich af, of hij zoo gelukkig
zou zijn, haar tijdens haar kort verblijf in
de hoofdstad nog te zien. Hij droomde ^an
een rijtoer door de breede, ruime straten,
een uitstapje naar het monument, een be
zoek aan hot congresgebouw en andere,
openbare inrichtingen, een diner bij zijn
moeder thuis, en andere gelegenheden, die
zich gedurende dien éénen dag te Washing
ton konden voordoen. Doch te gelijk wist
hij, dat zijn hoop niet verwezenlijkt zcu
worden.
Toen de trein stilstond, kon hij het rit
selen van haar kleederen in den coupé
naast hem hooren. Toen hoorde hij haar m
de gang loop en, oom en tante goeden
morgen zeggen, haar kamenier eenige beve
len geven, en terwijl hij zijn boordjo en
das omdeed, uitstappen. In een ©ogenblik
was hij klaar. Zij zou hem zeker niet ide
aal gevonden hebben, als zij zijn woedend
gezicht gezien of de woorden gehoord had,
dio hij tusschen de tanden door siste.
„Zij gaat heen, en daarmeo is alles uit,"
bromde hij. zijn laatst© toiletbenoodigdhe-
den bij elkander pakkend, en uit den
trein springend, twee minuten na haar ver
trok. De commissionnair wildo hem op het
perron zijn bagage afnemen, maar hij duw
de hem weg, en vloog vooruit.
„Jij roept de menschen ook bijtijds, ezels
kop," riep hij den oommissionnair nog toe,
vergetend dat de Duitse hers te gelijk met
hem gewekt waren.
Naar alle kanten uitkijkend, werkt© hij
zich tusschen de menigte door, doch zag
niemand.
„Ik zal het mijzelf nooit vergeven, als
üc haar mis," klaagde hij binnensmonds.
In de wachtkamers zag hij haar niet. Hij
ging buiten het station.
„Bagago dragen?"
„Rijtuig, mijnheer?"
„Loop naar den duivel; ja, hier. Neem
deze valiezen en dit biljet en breng mijn
goed naar No—WAvenue," riep hij,
wierp zijn Last aan een kruier toe en over
handigde hem heb biljet zoo snel, dat 's
mans slaperigo oogen wijder opengingen
clan sinds een maand had plaats gehad.
Van zijn last bevrijd, keerde hij terug naar
het station.
„Goeden morgen, mijnheer Lorry. Heeft
u zoo'n haast, clat u uw vrienden niet
ziet?" riep een heldere, klankvolle stem,
die hem ouniiddellijk tot staan bracht.
De angstig© uitdrukking van zijn gelaat
maakte plaats voor een blijden glimlach.
Hij keerde zich om en zag haar met tante
Yvonne bij den hoofdingang staan.
„Wel, goeden morgen!" riep hij, ver-
heud zijn hand uitstekend'.
Tot zijn verbazing richtte zij zioli trotsch
op, en deed alsof zij zijn hand niet zag.
Dit duurde echter slechts een oogenblik;
toen vloog er een heldere glimlach over
haar gelaat, en beschroomd, min of meer
onhandig zelfs, zochten haar vingers de
zij no. Hij kreeg het besef, dat zij niet ge
woon was a._:i een handdruk, en dit besef
deed hem buigen en haar handschoen met
zijn lippen aanraken. Hij bloosde ©ven,
vreczend, d!at zijn bew^ing opgemerkt
zou zijn door nieuwsgierig© omstanders, ©n
dat hij een onvergeeflijke vrijheid had
nomen. Doch zij glimlachte goedkeurend^
zonder een spoor van verlegenheid of ver*
warring. Een ander meisje, dacht hij, zovt
haar hand hebben weggetrokken eu onbe^
daar lijk gelachen hebben. Tante Yvonn*
boog even, doch reikte hem geen hand,
zoodat hij de zijne wijselijk voor zich
hield.
„Ik daoht, dat u al weg was," zeido hij. -,
„Wij wachten op oom Caspar, dio Heh/
drick zijn instructies geeft. Hedrick gaafi
met onze koffers naar New-York en zorgtl
dat zij aan boord zijn als wij daar komem,
Wij hebben enkel handbagage bij ons. VanU
avond verlaten Afcj Washington."
„Ik had gehoopt, dat u hier een paai?,
dagen zoudt blijven."
„Ernstige zaken dwingen ons tot zulij
een haast, mijnheer Lorry. Er i9 geen sbax|
ter wereld, dio ik zoo gaarne had willeb
zien als do hoofdstad van uw land. Mis*
Bchien kom ik later nog wel eens terug/
Maar laten wij u niet ophouden als
haast heeft."
Met een verlegen gezicht stotterde hif
iets van bagage, zeide, dat hij dadclijs
terugkwam, en stormde in den blinde wegy
terwijl zijn ooren gloeiden.
„Wat ben ik toch een geJc," mompelde
hij, toen hij, na even rondgeloopeu te heb"4
ben, weer bij de dames terugkwam.
heer Guggensloeker stond bij haar en z3
maakten aanstalten om te vertrekken.