No. 14125 L1IÖSCH DAGBLAD, ZATERDAG IÖ PAART. - VIERDE BLAD. Anno 1006 cxxix Gemengd Nieuws.- FEUILLETON. ~Vixeii eui 1 £oi*ie. Brieven van een Leidenaar. Het viel me daDig uit de handen," zoo' schreef een lezer mij„dat je verle den week met een Brief aan de Electn- Bohe Central© hebt. gewijd. Je optimisme in dezen kennend, hadden wij, zoo niet een lofdicht op onze vroedo vaderen voor hun kloek besluit om zoo maar, zonder slag of stoot, een klein half millioen voor het nieuwe licht te voteeren, dan toch voor het minst een bestrijding verwacht vaq h-b groote ingezonden stuk van den lieor J. H G. van der Weide in de krant van Woensdag 28 Februari, waarin deze met cijfers aantoont, dat Leiden dit 'dure ding niet noodig beeft. En alsof er die week in onze gemeente niets bijzonders heeft plaats gehad, houdt de Leidsche Briefschrijver een praatje over bet nadeel van het rooken in vergaderingen Men- zal al hebben bemerkt, clat deze Bohrijver geen voorstander van do elektri sche centrale is en uit hetgeen hij mij ver der schreef, meende ik te kunnen opma ken, dat, bij geloofde, dat ik eigenlijk nu ook een beetje met de zaak verlegen zat. Een ander een hooggeleerde maakte 'de opmerking, dat wij nu werkelijk al Hcht genoeg hebben on dat het vooral te betreuren zou zijn, indien wij door mid del van electro-motoren Leiden nog meer zouden maken tot een industrie-, en vooral kleine-industrie-stad. Leiden moest zijn kracht zoeken in do Academie. Nu ben ik, als Leidenaar, trotsch op onze hoogeschool en ik zal niets liever wenschen dan rlat zij een brandpunt Is en blijft van do we tenschap, maar als wij het alleen moesten hebben van de Academie, geloof ik toch, dat wij nog mer achteruit zouden gaan 'dan waarover men nu reeds klaagt. Het verschijnsel doet zich toch meer en meer voor, dat do studenten, die hun opleiding aan do Leidsche Alma Mater ontvangen dea morgens met spoor en fiets naar haar toe komen, om haar des namiddags wedor te verlaten. Als men eens precies wist hoe groot een percentage der studenten niet in de stad zelvo woont, dan zou men er waarschijnlijk verbaasd over staan En wat profiteert Leiden daar nu van? En menig hoogleer- aar, die aftreedt, verlaat de stad óók al zoo spoedig mogelijk, om zijn rust en pen sioen elders ie genieten. Elk doet wat hem of haar het best past en het voordeeligst voorkomt of het aan genaamst is, en dat mogen wij niemand kwalijk nemen, maar om to gelooven, dat Leiden kan teren enkel op zijn hooger on derwijs en niet alles in heb werk behoort fce stellen ook andere bronnen van bestaan te scheppen of milder te doen vloeien, komt mij in hoogo mate onpractisoh voor. Leiden verkeert ten opzichte van zijn ligging nabij Den Haag niet in een gun- Btige positie, dat weten we altemaal wel, en dat er menschen zijn, die van ons heen gaan, omdat 2nj elders eenigie procenten minder belasting van hun inkomen betalen dan hier, is ook wel bekend; maar zou meu nu inderdaad meenen, dat wij in het belang van de gemeente zouden handelen, als wij, om de uitgaven wat in te krim pen, alles bij het oude lieten en niet mee gingen met de eisclien van onzen tijd? Ik ben van een tegengesteld gevoelen. Meer dan menige andere gemeente moeten wij trachten aan do spits te staan, waar het geldt nieuwe uitvindingen toe te pas een, om het den menschen zoo aangenaam mogelijk te maken en hun de gelegenheid te openen op gemakkelijke wijze en naar de eisclien des tijds hun zaken te drijven. Meer dan eens heb ik gewaarschuwd het hooi niet over den balk te gooien, nog kortgeleden mij met kracht verzet tegen het creceren van een nieuwe betrekking, die de gemeente geld zal kosten, zonder dat daarmede de vooruitgang der stad naar mijn meening, zal worden gebaat; maar voor het in het leven roepen van instellingen, die in de lijn van onzen tijd liggen, waaraan men eenmaal toch niet ont komt en waarvan men het meest profi teert, als men er het vlugst bij is, daar voor ben ik te vinden. Daarom heb ik voor een paar jaren toe gejuicht, dat onze veemarkt een belang rijke uitbreiding zou ondergaan, ook, al berekende men, dat daar nog zoo'n haast niet bij was, omdat, als men de koppen der koeien maar een beetje dichter naast el kaar bond, er nog ruimte genoeg was. En daarom was ik in October 1904, toen het plan tot oprichting van een electri- sche centraio aan de orde kwam, er ook voor, dat de gemeente deze zaak zoo spoe dig mogelijk zelf ter hand nam en tot stand bracht, en ik heb er nog geen be rouw van er het mijne toe bijgedragen te hebben, dat het voorstel tot oprichting toen is aangenomen, waardoor een defini tief plan nu eerstdaags tot uitvoering zal kunnen komen. Heeds hierom al, omdat, wanneer de ge meente deze zaak liet rusten, particulieren stellig concessie voor den aanleg zouden aanvragen, wat dan ook reeds al was ge schied. En hoe zou men dat met fatsoen weigeren, hoewel men daardoor een gewel digen concurrent voor het gemeentelijk gasbedrijf zou binnenhalen? Aan electriciteit is nu eenmaal do triumf over gas en stoom weggelegd, dat houdt geen berg van vertoogen en berekeningen tegen. En zouden wij de voordeelen van dien triumf dan werpen in den schoot van concessionarissen, zooals wiji eenmaal te kwader ure aan verziende mannen, die inzagen, dat frisch leidingwater onze troe bele wel- en regenputten zou vervangen, het recht gaven de stad uitsluitend van duinwater te voorzien? Het geval staat, voor zoover tweo ver schillende zaken vergelijkbaar zijn, pre cies gelijk. Heeft Leiden behoefte aan een elcctri- scüe centrale? heeft de heer Van der Weide gevraagd. En in een doorwerkt knap stuk, met feitenkennis in elkaar gezet, en met overtuiging neergeschreven, beant woordt hij deze vraag ontkennend. Het spreekt vanzelf, dat ik met een paar los daarheengeworpen gedachten zijn becijfe ringen niet omver kan werpen. Als de 11 e- dactie mij daartoe verlof geeft, wil ik ech ter de volgende week trachten er een en andor tegen aan te voeren. Het stuk is veel te goed en...te gevaarlijk, om in de phase, waarin wij nu verkeeren, het dood te zwijgen- Het zou de nieuwe inrichting in miskrediet kunnen brengen vóór zij er is. En ik weet niets gevaarlijkers voor iets, wat nog worden moet en groeien dan dat niet wordt geloofd in zijn levensvatbaar heid. Nu heeft de Wethouder van Fabri cage in do laatste Raadszitting wel mee gedeeld, dat er ook van de zijde van de gemconto door aanschouw el ijk onderwijs als het ware propaganda voor de nieuwe zaak zou worden gemaakt, wat ik van harte toe juich, maar laat mij dan pogen daarvoor ruim baan te maken, door mijn krachten te beproeven, enkele struikelblokken, die do hoer Van der Weide heeft neergewor pen en waarop velen zien, alsof het rot sen waren, niet eens te verwrikken, uit den weg te ruimen. Op het oogenblik wil ik dit er alleen van zeggen, dat indertijd ook tegen de oprich ting van de gemeentelijke gasfabriek van inderdaad niet minder gezaghebbende zijde bezwaren van denzelfden aard zijn aange voerd. De industrie zou van geen gas ge bruik maken; de burgerij laat staan de arbeider zou baar goedkoop© petroleum niet ruilen voor gas. En lees nu eens bij den heer Van der Weide: wat een gasmo toren, wat een gebruikers van gas met ge wone en muntgasmeters I Natuurlijk wist men bij de oprichting niet, dat er eenmaal van deze muntgasmeters zouden zijn, die het doelmatig en gemakkelijk zouden ma ken zelfs den armste gas voor verlichting en voor keukengebruik te verschaffen. En zouden wij zoo waanwijs zijn, om bij onze berekeningen van de veronderstelling uit te gaan, dat op het gebied der electri citeit nu reeds het laatste woord zou zijn gesproken Wie wat vertrouwen in de toekomst heeft, doet het anders. En mocht het zijn, dat de directe voor deelen, omgezet in een batig saldo, bij de exploitatie wat langer op zich laten wach ten dan door de voorstanders gehoopt wordt, dan zijn daarmede uog niet wegge cijferd de indirecte voordeelen voor de ge meenschap en de bijzondere personen, voortvloeiend uit een beter lioht en doel matiger drijfkracht voor de industrie, en voornamelijk de zeer kleine industrie. Wat ik maar zeggen wil: men moet een zaak niet uitsluitend van koopmansstandpunt bezien. Ik heb deze week heel wat oppositieto- nen tegen- de ElectriscUe Centrale gehoord. Wie daaraan meededen zou ik het ver standig woord van den groot-industrieel en 't gemeenteraadslid, den heer Zaalberg in herinnering willen brengen, die dezer da gen nog in dit blad ongeveer schreef: ,,ik ben geen voorstander Ivan de Electrische Centrale, maar nu zij er eenmaal toch komt, wil ik van harte meewerken aan haar welslagen." En zoo hoort elk rechtgeaard Leidenaar te zeggen en te... doen, Jan zal het met onze Centrale wel goed komen. P.S. De vorige week deelde ik mede, dat iemand in de nabijheid van Leiden tuingrond voor kweektuintjes had aange boden bij 10 vierk. M. a 50 cent p:r M. Men zal vermoed hebben, dat deze opgave onjuist was. Het moet zijn 20 cent per vierk. M., bij meer dan 10 vierk. M. 15 oent. Tot mijn genoegen kan ik er aan toe voegen, dat het denkbeeld ernstig zal worden overwogen door een lichaam, dat op verwezenlijking er van is aangewezen. Gistermiddag omstreeks 4 uren spreng een man in do Prinsessegracht te '8-Gravenhage. Niettegenstaande een of ficier en een agent in het water sprongen om den man te redden, mocht dit niet go- lukken. Een kwartier later werd de dren keling met de dregge opgeliaald en naax den politiepost aan dj Boachbrug gebracht. („Vad.") Naar „Het V ad." verneemt, is aan den gemeenteraad van Den Haag over legd een rapport omtrent de oorzaken van de instorting bij den aanbouw van nieuwe huizon in de Heulstraat aldaar. Het on geval zoo moot do oonclusio zijn moet aan het gebruik van ondeugdelijke mate rialen te wijten zijn. Gisteren is W. V. uit Borgam- bacht in do electrische centrale to Rotter dam van een hoogte van 7 meter op oen gootsteen gevallen. Hij werd naar het Dia- conessenhuis overgebracht, waar hij na een uur overleed. De was was 39 jaar oud en laat een weduwe met 3 kinderen na. V a 1 8 c h g o 1 <1. Bijdepolitie te Wormervecr is gedeponeerd een valscho gulden, dragende de beeltenis van de Koningin met opgestoken haar en het jaartal 1901. Het randschrift ontbreekt geheel cn do kleur is loodachtig, de klank dof. D© vrouw, dio oen paar da- gen geleden te Arnhem door oen bierwo- gen op het Yelperploin aldaar overreden werd, ia aan de bekomen verwondingen overleden Te N i e u w-W e e r d i n g o heeft een ernstige mishandeling met doodelijken afloop plaats gehad. De kleermaker A. van der Vcon, wien een steek in den rug is toegebracht, is, toon hij op do vlucht gin^ in het kanaal geraakt on verdronken. De vermoedelijke dader bevindt zioh in Duitschland. Hot vierjarig zoontje van J R., te BerkeJ, trok in een onbewaakt oogenblik zijn vaders baggersLaarzon aan en ging daarmede langs den kant van een vaarwater. Toen do laarzen vol water wa ren geloopen, schoot de knaap naar het midden en verdronk. 'Door een voorbijvarenden sohipper werd het lijkje opgehaald. Toen Donderdagavond de vrouw van Ter Horst, in de Van der Laen- Btraat te Zwolle, haar twee kinderen van 2 en 3 jaar eveD alleen gelaten had, om te zien waar haar zoontje bleef, had het jongste kind zich van de lucifers meester gemaakt. Er werd er een afgestreken, met het gevolg, dat do kleertjes van het kind vlam vatten ©n het kind hevige brand wonden bokwam. Het is naar hot Sophia- ziekenhuis overgebracht, maar denzelfdcn avond na hevig lijden aan de bekomen brandwonden overleden. („2w, Ct.") Aan de „Li mb. Koorior" wordt uit Valkenburg geschreven: Gistermiddag werd zekere J. G., cm Franschman, lid der ,,Club iPrivóe do la Société Particu- lière d'Agrément", door de marechaussees aangehouden. Uit goede bron vernemen wij ook nog, dat andere leden der club van wege den procu.eur-generaal bij het ge rechtshof aanzegging is gedaan onze plaats te verlaten, alsmedo dat alles streng zal worden uitgevoerd. Zoodoendo hoopt men een einde to maken aan de speelholen in het Zuid-Limburgsohe. De stranding van do ,,E v e r t- sen". Men schrijft aan de ,,0. H. Ct.": Op 29 dezer zullen voor de rechtbank te Alkmaar tweo processen aanvangen tegen den Staat der Nederlanden tot opvorde ring van hulpbetoon ter zake van het ver- leenen van bijstand aan het op onze kust gestrande pantserscihip de „Evcrtsen". Do vorderingen wegens hulploon zijn zaken van koophandel, waarin aan de eischende partij haar eisch slechts bij hoogo uitzondering wordt ontzegd en waarbij krachtens de wet aan do eischende partij, behalve het eigen lijke hulploon, 6 pCt. handelsrcnte wordt vergoed. Verkrijgt do eischende partij me nigmaal niet wat zij in der minne vroeg, deze rentevoet en do bepaling der wet, dat de hulp- en bcrgloonen in geval van ver schil door den rechter worden begroot, zoo dat de proceskosten geheol ten loste van de gedaagde partij komen, maakt help ere en bergers in den regel minder afkcerig van proeedeoren, dan de doorsneó-Neder lander, ingevolge onze gebrekkige wetge ving meestal is. Wij vernamen, clat een der eischende partijen den rechtsbijstand heeft ingeroepen van oen der leden der Haarlcm- ache balie. Wij kunnen niet bcoordeelon, of de vorderingen der twee eischende partijen, waarvan eene is do Bergingsmaatschappij der firma Zur Miiblen, zoo overdreven wa ren dat het departement van marine er niet aan kon denken ze buiten den rechter om to voldoen, doch wij betreuren het, dat deze voor liet gevóel van eigenwaarde van ons volk zoo kwetsende aangelegenheid thans in alle haar betreurenswaardige bijzonder heden weder voor het voetlicht zal komen. Een meer verheffend schouwspel ware het geweest, wanneor beide partijen, helpers cn departement, 's lands belang vóór eigen financieel voordeel of departementaal pres tige stellende, in een minnelijke schikking tot elkander hadden kunnen komen. Onder do puin en van het ingestorte geboxiw to Antwerpen werd gisternacht nog levend uitge haald een 50-jarig te Deurne wenende werkman. Zijn rechterbeen is gebroken en zajn linkerenkel gekwetst. Een tweedo ver miste kwam to middernacht tot ieders verbazing te voorschijn onder de volksme nigte. Verdwaasd, was hij tijdig wegge- loopen en kwam nu eens kijken. Gisteren om tweo uron dos namiddags werd een derde slachtoffer levenloos bui ten gebracht. Nu is er nog een enkele, die naar alle waarschijnlijkheid dood is. Het schouwspel is grievend. Al do ijze ren gebinten zij i omlaag gekomen on met selaars en timmerlieden werden er onder bedolven. De oorzaak der ramp zal wei moeten gezocht worden in de onverant woordelijk slecht verzorgde aanbeuwing; er zijn letterlijk niets dan venstors, en men vraagt zich af wie zoo een .werk durfde afleveren. Het gevaar voor verdere instor ting is niet geweken. („N. R. Ct.") Te Hertogonrath, inde R ij n- provincie, vlak bij de Limburgscho grens, zijn een schrijnwerker en zijn dochter gebe ten door een hond, die vermoedelijk dol was. Beiden zijn naar Berlijn gezonden, om daar behandeld te worden. To Herto- genrath en in het na mrige Merkstoin heeft de overheid last gegeven, allo hon den to muilbandon. Volgens een later bericht, is ook te Aken dezelfde voorzorgsmaatregel geno men. Uit Hclsingfors wordt aan het ,,Berl. Tagcblatt" gemold: In do Fin- 8che Golf werd door een storm een reusach tig ijsveld, waarop zich ongeveer duizend visschers bevonden, van de Esthlandsoho kust losgescheurd. Men slaagde er in on geveer 200 menschen cn een aantal paar den to redden, maar men vreest, dat do 800 overblijvendo visschcre reddeloos ver-* loren zijn. Volgens „üagsposton" zijn gisternacht op de Lofcddon vele hutten van visschers door een lawino verwoest. Tot dusver zijn 21 lijkeu cn 39 zwaar go- wonden opgegraven. Het aantal van de onder de sneeuw bedolven menschen be draagt 61. Het reddingswerk wordt met kracht voortgezet. Do hongersnood in Japan. In Januari is buitenlandscho rijst aange voerd in het rijstland JapanWitte Ran- goon-rijst en andere soorten verschenen op do markt te Kobe. Het mislukken van den rijstoogst heeft, naar men weet, grooto ellendo veroorzaakt, Do getroffen streek is de Miagi-provincio, die 16 districten telt. Hot ergst heerscht de nood in liet district Kocrihara. Men heeft door, bij zorgvuldige waarneming, bevonden dat or 92,756 menschen noodlijdendeu zijn, van wie 41,541 op de grens van den hon gerdood. In gewone jaren voert dit district een belangrijke hoeveelheid rijst uit-, dit maal was er niet alleen van export geen sprake, maar bovendien schoot de oogst go- lieol to kort voor de bevolking; zij droeg nog geen percent van het gemiddelde. Diep-treurig is de toestand der bcA'olking. Het hulp-comité, dat te Sendai is opge richt vond in een dorp van 50 huizen 45 waarin de menschen nagenoeg niets beza ten. Paarden, werktuigen, beddegoed, ja. kleeren alles wat eenige waarde had was verkocht. In eon ander dorp van 5356 inwoners haddon 3730 lieden aan alles gebrek. In een derde vond men een vrouw die in vijf dagen geonerlei voedsel had gehad. Do ongel ukkigen koken stroo en eikels als voedsel. De redactie van een der groote Japansche bladon ontving vier soorten van honger- voedsol, zooals dit in hot noorden van Ja pan gegeten wordt. Het eerste is een meng sel van mochi en gobo. Mochi wordt ge maakt van de armste soort van rijst en vormt een derde van bet mengsel, gobo is een zwarte wortel, die alleen door do arm- sten wordt gegeten. Het zwarte mengsel is weerzinwekkend van reuk cn smaak. Een ander grauw mengsel van moohi mot daikon-worlels en -bladen lijkt volgens de beschrijving op den inhoud van een sinds lang niet gebruikte kookepan. Voorts mengt men mochi met eikols, na deze in kalk te hebben gewassohen ten einde het bittere er wat ai te nemen. Of men kookt stroo met een derde mochi, een mengsel, dat natuurlijk bijna geen voedingswaarde heeft. Hoe de treurige toestanden zijn ont staan? Reeds drio jaren geleden heorschte er in sommigo streken gebrek, waardoor honderden gezinuen in nood kwamen. Nog Bteods worstelende om weder op do been te komen, worden zij door deze ramp overvallen do ergste dio bij monschen- heiigenis in Japan is voorgekomen. Het natuurlijk gevolg is, dat de chrenischo armen bijna op den achtergrond worden gedrongen door het plotseling opkomende recrutcn-contingcnt van dit hongerleger. De Seine is onrustbarend hoog en blijft nog steeds wassen. Zo bo- hoeft nog slechts enkoio o.M. hooger te worden, en de booto i kunnon ondor som migo bruggen niot meer door. Reeds thans liggen op verschillend© plaatsen al- lorlci vaartuigen, die bij gebrek aan slcopbooten nic' verder kunnen, waardoor natuurlijk ontzaglijk veel nadeel wordt ge leden. De gemeenteraad van Parijs heeft een sopi van 20,000 fr. uitgetrokken ter ondersteuning van dc werklieden en de havenarbeiders, dio door den hoogen wa terstand tot een onvrijwillige werkstaking zijn gedwongen. 102, ,,Dat zullen wij hebben, Rorie. Ik wil gaarno de verbeteringen zien, dio gij voor lady Mabel hebt laten aanbrengen." Welnu, ik zal mijn huishoudster zeg gen, dat zij zorgen moet voor thee en ge bakjes en confituren, en alles, waarvan kinderen en jonge dames ook veel houden Wij moesten het maar op vier uren in plaats van vijf stellen, want de namiddagen zijn zoo kort". ,,Als gij er zoo spottend over spreekt, komen wij niet." „O, dat doet gij wel. Nieuwsgierigheid zal u drijven. Bedenk, dat dit de laatste kans voor u is om de kamer vaü Blauw baard op Briarwood te zien." „Is or een kamer van Blauwbaard?" „Welzeker, Dat bohoort er immers bij." Vixen vond hot zeer aardig het land goed van haar aanstaanden echtgenoot met hem te bez'chtigen. Hoe levendig her innerde zij zich dien dag, toen zij met haar vader naar de jachtpartij op Brïar- ;wood ging 1 En toch scheen het haar wel een eeuw geleden toe het begin van haar leven voordat ze wiBt wat droef heid was. Miss Mac Oroke, die bereid was alles te doen wat haar voormalige leerlinge .verlangde, was werkelijk blijde, dat zij Briarwood nu ook eens van binnen zou (den. Vimn had een nieuw pan ponies, 'die haar verloofde voor baar gekooht had, na vergeef8ch© pogingen om den lang verloren Titmouse op te sporen. Met dit span reed zij naar Briarwood, in gezelschap van miss Mac Croke, clie er in berustte, met een blinde onderwerping, gevoelende, dat, als het voorbeschikt was, dat zij hals over kop uit een ponyrijtuig geworpen moest worden, dit toch vroeg of laat zou gebeuren. Door thuis te blijven kon zij het noodlot niet af wenden. Dus nam ze naast Violet plaats, en zat kalm en stil, terwijl de ponies, waar voor was ingestaan als mak in het tuig, steigerden en met do voorpooten in de lucht grabbelden, alsof ze voornemens wa ren tegen de hoogte met rhododendrons op te klauteren. „Zij zullen wel bedaren als de cor6te verschheid er wat af is", zeide Vixen, vroo- lijk, tenwijl ze hun een bestraffend tikje met de zweep gaf, ,,Ik hoop het", sprak miss Mac Croke; „maar zou het niet beter geweest zijn, dat Bates er de eerste verschheid van had afge nomen, voordat wij er mee reden Weldra rolde het nette rijtuig in snelle vaart langs den effen straatwegde ponies liepen „als een klok", zooals Vixen goed keurend aanmerkte. Roderick stond de dames aan het hek op te wachteD. Een helder vuur vlamde in do amberkleurig-en-witto gezelschapskamer een nette theetafel was voor den haard ge trokken; ter wederzijde van de tafel stonden dó gemakkelijkste van alle armstoelen, een theeketel siste, Rorie's geliefkoosd© speur hond lag op jt haardkleed, alles zag er zoo recht gezellig uit. Briarwood was toch eigenlijk zoo'n leelijke plaats niet, dacht Vixen. Dóór zelfs zou zij met Roderick gelukkig kunnen zijnmaar natuurlijk was, naar haar gevoelen, Abbey-House honderd maal beter, .want zoo wa- er geen tweede woonplaats op do wereld. Zij zateD alle drio bij het vuur thee te drinken, door Vixen geschonken, die zeer aardig de rol van vrouw des huizes speelde. Zij spraken over vroeger tijd, soms wee moedig, soms schertsend, en kwamen van de eene oud© herinnering op de andere. Al de plagerijen van Rorie, al de schalksche streken van Vixen werdén weder opgehaald. „Ik geloof, dat gij toen veel van mij te lijden hebt gehad, Rorie", zeide Vixen, van het theeblad opstaande en aohter den stoel van baar verloofde over zijn schouder leu nende. „Niets is zoo aangenaam als aen- geen, dien men het meest p do wereld liefheeft, te plagen. O, Rorie, wat zult gij een leven bij mij hebben 1" ,,,Het leven, dat ge mij laat leiden, zal mo wel bevallen, want ik breng het met u door," was het antwoord. Na het theedrinken deden zij een inspec tietocht en bewonderden de zitkamer, die naar den laatsten smaak, la renaissanoe, voor lady Mabel was ingericht. ,,Ik zou u, eer het geheel donker is, de stallen ook wel eens willen laten zien," zeido Rorie nu. „Ik hoo er ook eenige klei ne verbeteringen in laten aanbrengen." „Gdj weet, dat ik e©n zwak voor stallen heb," antwoordde Viken. „Wat heeft die goede mama mij niet dikwijls de les gelezen over mijn ongeluk kigen smaak I Maar wat kan er aangenamer op d© wereld zijn dan een ouderwetsche stal, die naar klaver en versch gemaaid hooi riekt?" „Stallen zijn niet onaardig en te behoor lijker plaats zeer nuttig," merkte miss Mae Cioke wijs aan. „Maar men moet geen stallen in een ge zelschapskamer brengen," zeide Vixen, op deftigen toon. „kom, Rorie, laat ons uw nieuwste verbeteringen in do stalinrichting zien." Zij begaven zich naar het net onderhou den, geplaveide vierkante plein. Miss Mae Croke droeg altijd een gevoel van angst voor de achterpooten van vreemde paarden met zich om; maar zij volgde Violet in den stal, met dezelfde heldhaftige getrouwheid, waarmede zij haar naar het schavot of den brandstapel gevolgd zou hebben. Daar stonden al do oude lievelingen van Rorie: Starlight Bess, met haar glanzige bruine huid en een witten poot; do forsche Blue Peter, met zijn breed'o borst; Pixic, de grijze Arabische merrie, waarmede lady Jane in haar phaeton door hot park placht t© rijden nu een oude juffreuw en Donald, het gespierde jachtpaard. Vixen kende al dio paarden, trad naar hen toe, klopte zo op den nek, en was recht thuis met hon. „Ge zult allen op Abbey-House komen, lieve dieren," zeide zij, verheugd. Aan bet eene einde van den stal was een vak, door een schot van vijf voet afgesle ten, met oen traliewerk er boven, cn toen Vixen het naderde, werd zij met hinniken de en snuivende geluiden begroet, die haar zonderling welbekend klonken. Zij bleef staan, werd beurtelings rood en bleek, en zag Rorie, die glimlachend bij haar stond, ernstig aan. „Dat is mijn kamer vaü Blauwbaard," zeide hij, vroolijk. „Daarbinnen is i©ts heel akeligs." „Wat hebt gij daar voor een paard in?" riep Vixen, met levendigheid. „Een paard, dat u braaf zal dragen als wij te zamen op do jacht gaan." „Wat voor paard? Heb ik het ooit go- zien? Ken ik het?" Het gehinnik en gesnuif werd sterker; een neus deed de klink van de deur, dio bet vak afsloot, rammelen. „Als gij een goed geheugen voor oude vrienden hebt, geloof ik dat gij dozen wol zult herkennen," zeido Rorie, een grendel openschuivendo. Een kop kwam door de deur, en het vol gend oogenblik had Vixen haar armen om don hals van haar ouden lieveling gesla gen, en besnuffelden de fluweelcn neusga ten haar gelaat. „Lieve, lieve oude jongen 1" riep Vixen en zich tot Rorie wendende, zeido zij: „Gij ha.db mij gezegd, dat hij verkocht was I" „Dat is hij ook, en ik heb hem gekocht." „Waarom hebt ge mij dat niet gezegd?" „Omdat ge het mij niet gevraagd hebt."- „Ik vind u zoo onaardig, zoo on verschil-* lig omtrent hem." „Gij waart onaardig, als gij het mogelijk kondet achten, dat ik uw lievelingspaard in vreemde handen zou laten vallen. Maar missohien liadt gij liever gehad, dat lord Mallow hem gekocht had?" „En dat hebt gij al dien tijd voor mij geheim kunnen houden 1" zeide Vixen. (Slot iolgi.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 15