Rusland in den Winter. „Een Dienstbode gevraagd.' De ouderen van dagen, zoowel dames als heeren, waren juist niet een nieuw merk champagne bezig. Plotseling komt Annie, c heden langer dan gewoonlijk op mount blijven, de trap van de veranda oprennen zij kijkt rond om haar ouders te zoeken en vliegt op hen toe, terwijl zij, zonder zicb om de gasten te bekommeren, reeds uit de verte roept: ,,Pa! Pa! Lena staat ach ter in den tum bij de schutting en zoent {mijnheer Fröbel I Ik heb het duidelijk ge zien Algeheele sensatiePapa Huge wetter, van de firma Hagewctter cn Co., koffie in liet groot, meent een bcroérte te krijgen. Die 8chandel Ma Hagewetter denkt er reeds over, flauw te vallen, maar do spotachtige en nieuwsgierige blikken der dames, het onderdrukte mompelen der heeren doet haar bij haar bewustzijn blijven. Die An nie, dat wurm, datdaar neemt pa Hagewetter een prachtig besluit. Hij zal de eer van zijn huis redden. Hij staat op en klopt aan zijn glas en zegt: „Dames en heeren, hert moest een ver rassing zijn, die door Annie wel wat be derven is. Ik heb namelijk het genoegen de verloving van mijn dochter Lena met tien heer Hans Fröbel mee te dcelen." Dien avond beloofde Lena haar zusje zoo veel chocolade en bonbons, als zij maar wilde hebben. En deze wist heelemaal niet, hoe het kwam, dat Lena opeens zoo goed- geefscb was en haar aldoor kuste en tel kens riesp: „Mijn lief klein enfant terri ble." Het Russische volk begroet met vreugde den winter, hoe streng hij soms zijn kan en hoe lang hij duren moge. Dat is te be grijpen, daar Rusland, vóór alles een land- bcuwstaat, geheel afhankelijk is van de. wisseling dei* jaargetijden. De oogst is bin nen het winterkoren is gezaaidhet graan ligt in de schuren. Dan begint do tijd van rust en van vermaken. De natuur houdt ha: r winterslaap en de boer legt zich op de bank voor den oven, de enorme Rus sische kachel. De vreeselijke herfstdagen zijn voorbijde vorst heeft de modderpoe len verhard en daarop een dikke sneeuw laag gespreid. Glad en wit teekenen zich blinkend do wagensporen. Nu kan men het koren naar do stad brengen, waar men het arbeidsloon van het geheele jaar in klinkende munt ontvangt. Het maakt niets uit of de sneeuw dagen achtereen valt en zich meters boog opstuwt. Als de vorst maar aanhoudt, jjs de weg hard en de lichte boerenslede glijdt gemakkelijk over de witte sneeuwlaag. Over het uitgestrooi de zaad behoeft men zich niet te bekom meren het is voilig onder do sneeuw ge borgen. De Rus houdt van den winter, zijn ,,sneeuwvadertje", zijn witten Tsaar", en verheerlijkt hem in overleveringen en ver- tellingen. Belangwekkend zijn de fantas tische gestalten, waarmede hij zijn winter bevolkt. De vorst is verpersoonlijkt in drie verbalen: Roodneus, Blauwneus en Wit- neus. Er is de sneeuwprinses „VlokkeD- haar"er zijn de grauwe sneeuwheksen do booze vorst-grijsaards. De Russische kunst is rijk aan prachtige beschrijvingen van den winter. In vele deelen van Rusland heerscht de winter volle zes maandenzelfs in bet Zuiden is hij zeer streng, hoewel hij daar niet zoo lang vertoeft. Rusland is het va derland van den winter. En met welke schoonheden weet hij het te tooien I Men behoeft slechts een Russisch dorp in den winter, aan te zien. De oude, dikwijls op gelapte stroodaken zijn onder de blanke sneeuw verdwenende hemel is helder als kristal fonkelen de ijskegels aan den rand van het dak, de met sierlijke ijsbloe men versierde kleine ruiten schitteren als opalende putten en drinkbakken zijn als in albast gevat. In eD buiten de schuren riekt bet naar graan Men hoort het ge klepper dor dorschvlegels, der dorschma- chines en het gejubel der schaatsenrijden de kindoren op dc groote plassen. Het dorp ziet er verzadigd en tevreden uit. Het veld strekt zich uit als een fel witte, met diamanten getooide oneindige vlakte; het bosch onder de sneeuw ziet er sprook jesachtig uit. Ook de stad heeft het winter- kleed aangetrokken; zelfs op de drukste straten en pleinen van de groote steden ligt bijna altijd sneeuw. De sneeuwlaag wordt vertrapt en verandert in vuil, maar dan valt een nieuwe laag. De Russische winter brengt een lange reeks van feesten, ni dagen, maar weken lang- Men beschouwt bijv. den tijd tusschen het Kerstfeest en het feest der Waterwij ding als een onafgebroken feestdag. Er wordt niet gearbeid. Wie in dien tijd veertien dagen iets doet, zegt de boer, zal door het ongeluk vervolgd worden. Wie gebogen voorwerpen, vaten, schaatsen, enz. maakt of repareert, zal dat jaar krompo'o- tige kalveren en veulens krijgenwie schoe nen maakt, krijgt een misvormd kind, en als de vrouwen in dien tijd naaien, zal een persoon uit het huisgezin blind worden. Zoo kan men dus met een gerust geweten feestvieren. Jong en oud komt bijeen bij de hoogo kunstmatige sneeuwbergen, bij de vermaar de Russische glijbanenvan de ijsbanen klinkt muziek en men houdt groote slede vaarten. In elko slede zit een paartje en het is alsof dc enge Moskousche en Pe- tersburgsche steden voor verliefden ge maakt zijn. Op het land beginnen de boerenkomedies en maskerades. Van huis tot huis trekken de knapen met een in een geit gemetamor- fozeerden man, zingen Kerstliederen, die vermoedelijk nog uit den beidenseben tijd afkomstig ziiD, en worden overal gastvrij ontvangen. Do tooneelvoorstellingen zijn meermalen zeer belangwekkend De stof is in den regel aan den Bijbel ontleend. Koning Herodes, de dood, de engel cn de duivel mogen daarbij niet ontbreken. Er worden tooneelen uit het dorpsleven inge vlochten. De tooneelspelers zijn onbehol pen, maar ernstig, en sommigen toon en inderdaad aanlog. Het is jammer, dat de Kerk tegen de volkskunst gekant is. Tusschen het Kerstfeest en de Watorwij- ding wordt ijverig geprofeteerd. Er zijn een aantal oude gebruiken, die alle ten doel hebben een blik in de toekomst te doen slaan. Daaraan verbindt men dans partijen en drinkgelagen. Het Nieuwjaar onderscheidt zich slechts weinig van het Kerstfeest. Een echt Russisch feest is de Water wijding op Driekoningendag. Waar schijnlijk zijn daaraan nog vele oud-hei- denscho gebruiken verbonden. Het volk noemt dit feest Jordoan, heidenscho over leveringen aanpassende aan Christelijke begrippen. Op dien dag, heet het, werd Christus in de Jordaan gedoopt toen is alle water op aarde geheiligd. Een talrij ke stoet met priesters, vanen en heiligen beelden begeeft zich naar de naastgelegen watervlakte. Men heeft een groote, rondo opening in het ijs gekapt. De priester ze gent het water door een kruis daarin te dompelen. Het volk komt dan met scho tels en vaten om het wonderdadige Jor- daanwater te scheppen. Jonge mannen en soldaten ontkleeden zich en springen in bet ijskoude water, dat alle zonden af- wascht. Maar dat gebeurt soms bij 20 vorstgraden Reaumur en het is een ge vaarlijk spel, dat slechts kerngezonde jon gelieden zich kunnen veroorloven. Later heeft men het feest van het licht. Dan outmoeten, volgens het volksgeloof, zomer en winter elkander eD strijden. Ge groet", zegt de „roode" zomer. „Desge lijks", antwoordt de witte winter. „Hoe veel heb ik doen groeien en bloeieD", zegt de zomer, „en gij hebt alles verteerd en vernield. Ga heen"... En daD vechten zij. Op dat feest wordt de „donder ka ars'7 gewijd, die men uit zuivere, zelfgewo.meD was heeft gemaakt. Zij beschermt tegen den bliksem en booze toovenarij. Bij het zaaien wordt zij mee naar het veld geno men en stervenden in de handen gedrukt, opdat haar rein licht de ziel den weg naar den Hemel moge wijzen. Den geheelen nacht houden de boeren optochten door het dorp met brandende kaarsen; zij drin ken intusschen veel en gaan dan met de vlammen zóó onvoorzichtig om, dat dik wijls brand ontstaat. Een groot wintervermaak is de jacht. Rusland is nog zeer rijk aan wiLd. Het belangwekkendst zijn de beren- en de wol venjachten. Do wolven worden dikwijls ge jaagd „met het varkentje". Op lage ocren- sleden begeven de jagers zich des nachts naar het woud. Zij nemen een jong zwijn in een zak mede. Als zij ter plaatse zijn, trekt een der jagers het zwijntje aan de ooren of den staart en het jammerlijke ge schreeuw van hot. dier lokt de hongerige wolven. Ho© meer er zijn, des te beter durven zij de sleden naderen Zij worden met geweerschoten ontvangen. De jagers weten te vertellen van jachten, waarbij het aantal wolven zóó groot was, dat zij da mannen durfden aanvallen en deze zich slechts door een overhaaste vlucht konden redden. Tegenwoordig komt dat niet meer voor; het aantal wolven vermindert, hoewel zij dikwijls zeer stoutmoedig zijn. Toeh kan de jacht gevaarlijk worden, als Je paarden, die zeer bang voor wolven zijn, op hel gaan en de sleden omver werpen. Voor dit geval voorziet, men zich van lange sabels en revolvers. Do laatste winterpret is de „boterweek" van het carnaval Met muziek trekken de gemaskerden langs de straten. Vroolijk rinkelen de bellen der sleden. En in de hui zen heerscht de vreugde, Dat is de tijd van do bols, verlovingen, bruiloften- In de dorpen worden om dezen tijd de meeste bruiloften gevierd. Iedere dag van de bo terweek heeft eeD naam. De Maandag de „dag der ontmoeting"'; dan brengt men elkander bezoeken. En de volgende dagen heeten: inleidingsdag. snoepdag, de hree- de dag, schoonmoederdag, bruiloftsdag en af scheidsdag. Op tafels van rijken en armen prijkt dan de ,,blin", een koek, uit meel, boter, eie ren en melk in een groote pan gebakken, dien men eet met kaviaar, ingemaakte vruchten of zure room. Straatventer* roe pen „versche blin I" In Zuid-Rusland houdt men maskerades, die zekere vermaardheid hebben. F.enige buren bezoeken, verkleed, de woning van een niets vermoedenden landheer, liefst des nachts. Hij wordt dan uit het bed 'ehaaH; men ontsteekt licht, maakt maziex e» danst. De gastheer wordt dan meegeno men en men trekt op een ander aan Vroeger zijn soms vreeselijke d'ngon ge beurd op die nachtelijke tochte'i. Bekend is de geschiedenis van een gravin Potocka. Zij behoorde tot eeD verarmd adellijk ge slacht en de trotse he wojwode, haar schoon vader, kon haar r;et uitstaan. Terwijl de jonge graaf deelnam aan een veldtocht te gen Turkije, drong de wojwode met een zoogenaamde camavalspartij gemasker de bandieten zijn slot binnen. De jonge gravin werd uit haar slaapvertrek gehaald en in d© gracht van het dorp verdronken. Met de vasteD en Paschen nadert de lente en nadert de zorg den hoer. De win tervoorraad is nagenoeg uitgeput: men moet weer aan het werk eD het dorp ziet er vuil en somber uit in den dooi eD de voorj aarsregens. Voortdurend komen in de bladen adver- tentiën voor, waarin dienstboden worden gevraagd. Nu eens een flinke, eerlijke, trou we of dergelijke dienstbode, dan veer een dienstbode, die kokc of wasschen kan of met kinderen kan omgaan. Dienstboden voor heele of halve dagen cf voor dag en nacht. Dienstboden van den Hervormden of e-ui- geD anderen godsdienst. Allen natuurlijk van goede getuigen voorzien. Er schijnt dus _ebrek aan dienstboden to bestaanof liever, het schijnt niet, maar het is zoo.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 10