SB Wekelijksciie Kalender. Zondag. Merk op de stem van uw gemoed, Zij is der menschen hoogste goed. Slaandag. Die getrouw is in het kleine, die is ook ui het groote getrouw. Dinsdag;. Diepe smarten in edele harten zijn als zaden tot groote daden. Woensdag. iWilt ge dageiijk&ch geluk? Zoek het in hetgeen ge bezit. Sc I>omdepdag. Men ziet altijd door den bril, dien de tijd ons heeft opgezet., r Vrijdag. Wanneer verliefden het sedert lang eens aijn over hun gevoelens, dan fluisteren zij 'het elkander nog eens als een groot geheim toe. Zatordag. De wijnstok uraagb drie verschillende .vruchten: het genot, de dronkenschap en 'het berouw. STOFGOUD. Acht u te groot om door iedere kleinig- ,heid beleedigd te kunnen worden, want id at getuigt van veel hoogmoed en weinig verstand. - Pope. Nooit verlaad onsl de dwaling, maar :toch trekt een hooge behoefte altijd den streven den geest zachtkens naar het ware weer heen. Go eth e. Niets is teerder dan de vriendschap. Soms zijn er maanden, zelfs wel jaren coe noodig ze te vormen en in één enkel oogenblik wordt ze verbroken. B-our daloue. Het is hard'hen, db wij liefhebben, door den dood te verliezen; maar oneindig har der is het wanneer bet leven hen ons ont neemt. Eli6e Soer. &)e Waarzeggerij in Cifaina. De Chineezen raadplegen in alle belangrij ke vragen den waarzegger, die allerlei kunst jes verstaat om de toekomst to voorspel- ,'len. Zeer gebruikelijk is het, zich te doen „voorlichten" door vogels en schildpad- den, waarvan de laatsten vooral in aanzien staan, omdat zij, zooals de Chine.zen ge- i looven, do teekons van 28 sterrenbeelden op den rug hebben en een bovennatuurlijk verstand bezitten. Daarom vindt roen in China, en vooral in de groote steden van dat Rijk, een groot aantal waarzeggers; 'wier beroep van vader op zoon overgaat. De oorsprong van dit beroep dateert uit de 16de eeuw. Toen was er in drie provin ciën een oproer uitgebroken, bij welke ge legenheid een Tsjankeo met goed gevolg too verformules aanwendde, om daaraan paal en perk te stellen. Deze tooverformu- les bestaan nog. Zij worden gevormd door een verbinding van verschillende teekens itot een onoplosbaar geheel. Wordt de op lossing toch gevonden, dan is de kracht van het toovermiddel verlamd. Verder hebben de Chineezen de gewoonte, de on geluksdagen van het jaar op ,hun kalenders ,aan te teekenen en do bezigheden vast te stellen, die men slechts op dezen of genen dag mag verrichten; Zoo zijn er bepaalde dagen om to trouwen en andere om te be graven. In één jaar komen niet minder dan 150 van zulke gemerkte dagen voor* RECEPT. Piëmónteosche koek. Ber.oodigdhedenAardappelmeel, 30 gram; gesmolten boter, GO gram; suiker, 150 gram; hazelnoten, 125 gram; eieren, 4; twee drop pels bittere amandelolie. Ontdoe de hazelnoten van bast «n bruine schilletjes en maal of stamp ze fijn, doe er dc geklutste eieren en de s'üker langzamer hand bij. Roer allés tot het geheel schuimig is; doe er do amandelolie of esser.ee bij met de gesmolten boter en het meel. Men roert steeds en zorgt, dat alles een gelijke massa worde. Kneed er een flink deeg van en rol het uit tot een cirkelvormigen koek- Bestrooi dien met gehakte amandelen en bak hem ia een warmen oven niet te gauw gaar. Pof-Cantate. J. K. W. Kzn. geeft het volgende gedicht in de „Middenstandsbond": ,,Zeg, juffertje, wou je poffen? Och, pof dan niet bij mij 1" Zoo sprak een winkeliertje. En 't juffertje ging voorbij I „Winkeliertje, wou je poffen? Och, pof dan niet bij mij 1" Zoo sprak er een grossiertje. 't Winkeliertje ging voorbij 1 „Grossiertje, wou je poffen? Och, pof dan niet bij mij 1" Zoo sprak cr een ban kiertje, 't Grossiertje ging voorbij 1 Maar toen ze niet meer poften: Het juffertje, de winkelier, Grossiertje en ban kiertje, Toen hadden ze heel geen tier! En daarom zijn zij allen Maar weer aan 't poffen gegaan, Al wenschen ze nog zoo vurig Het poffen ook naar de maan 1 Eon Chineesclio vertelling. De Chineesclio jaarboeken melden ons, dat er voor vele eeuwen in China een wijze leefde, met name Salvo, die de ge woonte had zich over niets te bedroeven of te verblijden. Op zekeren dag had hij een prachtig paard verloren, waarop hij bijzonder hoogen prijs stelde. Zijn beste vriend kwam hem bezoeken met de bedoeling hem over dit verlies te troosten. „Welk een ongeluk" zei de hij; „zulk een schoon paard I Doch troost u, mijn vriend." „Ik ben niet bedroefd", antwoordde Saïvo. Eenige weken daarna werd het paard teruggevonden, en diazelfde vriend liet alles in den steek en haastte zich Salvo te komen gelukwenschen. „Verheug u", zeide hij hem. „Ik verheug mij niet", antwoordde de gevoellooss Chinees. Korten tijd daarna bereed Saïvo's eenige zoon dit verloren en weder teruggevonden paard en deed een val, ten gevolge waarvan hij voor altijd kreupel was. De vriend poogde den vader te troosten; dit kostte hem geen groote moeite, zoo on verschillig loonde Saïvo zich over do ver minking van zijn eenigen zoon. Deze onverschilligheid ergerde eindelijk den vriend. „Het is goed", zeide hij, „wijsheid te be zitten; maar te veel is te veel." „Men kan nooit te veel wijsheid bezit ten", antwoordde Saïvo bedaard. Op denzelfden dag, dat deze stelling van de lippen des wijzen vloeide, ver scheen er een bevelschrift van den Keizer, waarbij aan een naburige mogendheid de oorlog verklaard werd en alle strijdbare mannen van het Eemelsche Rijk onder de 1 wapenen geroepen werden. De zoon van den vriend moest soldaat worden en werd in het eerste gevecht ge dood. De zoon van Saïvo werd als kreu pel afgekeurd en bleef bij zijn vader, wiens ouderdom hij ondersteunde en troost te. Men moet in alle zaken op het einde letten. Een geschenk:, dat zjjn doel miste. Id de Italiaansche bladen circuleert het volgend verhaaltje: Korten tijd geleden ontmoette koningin Elena van Italië een schoon, armelijk ge kleed meisje en sprak haar aan. Toen de Koningin vroeg, welken handarbeid z"j verstond, zei het meisje, dat zij kousen kon breien. „Weet je, wie ik ben?" vroeg de Koning in verder. „Zeker", was het antwoord, „u bent de Koningin, signoral" „Nu, brei me dan eens een paar kousen en breng ze me in het paleis 1" Spoedig daarop ontving de Koningin de bestelde kousen, en als dank liet zij aan de breister een paar prachtige zijden kouseD brengen, waarvan de eene met lekkers was gevuld, terwijl zich in de andere geld be vond. Den volgenden dag was de Koningin niet weinig verbaasd, toen zij van haar jeugdige vriendin een brief van deo vol genden inhoud ontving: „Signora, uw ge schenk heeft me heel wat tranen gekost: Mijn vader heeft het geld, mijn grootere broer het lekkere, en mijn moeder heeft de kousen genomen." Slager (tct zijn knecht)„Kom, -Piet. vooruit een beetje l Hak de beenen van mijnheer Peters door cn leg dan vast me vrouw Lookers ribbestuk in de mand; we "hebben een beelen boel te doen van mor gen." Knecht: „Ja, baas, dadelijk; ik moet nog even mijnheer Wipstra's kalf spoot doorzagen." Aan tafeL Yader: „Zeg eens, Jan, niet met je vingers eten; hoe dikwijls is je dat al gezegd? Neem een vork." Jan: „Maar pa, de vingers waren toch' yroeger op de wereld dan de verken." "Vader: „Jawel, maar niet jouw vingers." Kinderlijke logica. „Maar, moe, wat wordt u al grijs, hoe komt dat?" Moeder: „Dat komt van het verdriet, dat jullie mij aandoet." Dochtertje: „O, moe, en die arme grootmoe is al heelemaal wit; wat moet u die als kind' verdriet hebben aangedaan." Dorpsonderwijzer: „Hier zijn twee eieren; als ik er nog twee bij leg, Jan, hoeveel zijn er dan?" J an lacht guitig en zegt: „TJ kunt geen eieren leggen, meester." Professor Stillman, een zeer bekend New. Yorksch scheikundige, heeft dezer dagen in het „Astor Hotel", aldaar, aan eenige vrienden een diner gegeven, waarvan alle voorgediende spijzen door hem in het labo ratorium waren bereid. Heerlijke roomboter,, maar niet van de koe, vleczen, worsteD, sausen, enz. alle in retorten en op labo- ratorium-fornuizen „gemaakt" werden" don gasten voorgezet, voldeden uitmun tend. Tot zelfs Heerlijk aromatische koffie werd, in porseleinen kelkjes rondgepresenteerd en met smaak genoten. Professor Stillman zeide, dal hij er voor, instond', dat zijn gasten met niets waren, gefopt, en dat alles, behalve smakelijk, ook geheel onschadelijk was. Natuurlijk komen dergelijke synthetische, diners voorshands heel wat duurder dan feestmalen van meer normale ingrediën ten. Oplossing van de Schaakopgave in het vorig Zondagsblad 3. D c 4 d 3 1. K«6id6t 2. P d 4—e6 mat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1906 | | pagina 12